NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER voor de hervergunning van de elektriciteitscentrale Herdersbrug van Electrabel te Brugge
Opdrachtgever:
Studiebureau:
Electrabel Pathoekeweg 300 B-8000 Brugge
SGS Belgium NV Polderdijkweg 16, Haven 407 2030 Antwerpen i.s.m. overige deskundigen Chris Cammaer – ACC Geology Jan Verstraeten – LuNa bvba
JULI 2013
MER Hervergunning
Electrabel Herdersbrug - Brugge
‘Dit is de niet-technische samenvatting van een milieueffectrapport, m.a.w. een beknopte samenvatting van het eigenlijke milieueffectrapport bestemd voor publiek en belanghebbenden. Een milieueffectrapport is een openbaar document waarin de milieueffecten van een planproces of project en de eventuele alternatieven voor dat planproces of project, worden onderzocht. Het milieueffectrapport beslist niet of het project een vergunning krijgt, dit wordt beslist door de vergunningverlener die hierbij rekening houdt met milieueffectrapport. De niet-technische samenvatting heeft als doel om aan publiek en belanghebbenden de relevante informatie uit het milieueffectrapport van het project of plan te communiceren en hiermee de publieke participatie in het vergunningsproces te bevorderen. Voor de uitgebreide technische informatie moet u het eigenlijke milieueffectrapport raadplegen.’
SGS Belgium NV Projectnummer: 12.0190
JULI 2013
Niet technische samenvatting
1/25
MER Hervergunning
Electrabel Herdersbrug - Brugge
Inhoudstafel
I.
Inleiding ...........................................................................................................................4 1. Beknopte omschrijving van het project ..................................................................................................... 4 2. Toetsing aan de MER-plicht....................................................................................................................... 4 3. Verantwoording van het project ............................................................................................................... 5
II.
Situering van Electrabel Herdersbrug...........................................................................6
III.
Processen en installaties ............................................................................................13
1. Beschrijving van de installatie (modus ‘gecombineerde cyclus’) ............................................................... 13 A. STEG-installatie ............................................................................................................................ 13 B. Neveninstallaties ............................................................................................................................... 15 2. Beschrijving van de installatie (modus ‘piekcentrale’) .............................................................................. 17
IV.
Milieu-effecten ...........................................................................................................19
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Bijdrage tot de kwaliteit van de lucht ...................................................................................................... 19 Bijdrage tot de kwaliteit van het oppervlaktewater ................................................................................. 20 Bijdrage tot de geluidsemissie................................................................................................................. 20 Bijdrage tot de lokale kwaliteit van bodem en grondwater ...................................................................... 21 Effecten op de volksgezondheid.............................................................................................................. 22 Effecten op Fauna en Flora ..................................................................................................................... 22 Effecten op landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie ................................................................... 23
V.
Algemeen besluit ........................................................................................................24
SGS Belgium NV Projectnummer: 12.0190
JULI 2013
Niet technische samenvatting
2/25
MER Hervergunning
Electrabel Herdersbrug - Brugge
Figuren en tabellen
Figuur 1: Ligging van Electrabel op het gewestplan .............................................................................7 Figuur 2: Ligging van Electrabel Herdersbrug op het GRUP ‘afbakening zeehaven Zeebrugge’ (deelgebied 3: binnenhaven) ............................................................................................................. 10 Figuur 3: Ligging van Electrabel Herdersbrug op het GRUP ‘afbakening regionaal stedelijk gebied Brugge’ ............................................................................................................................................. 11 Figuur 4: Ligging van Electrabel Herdersbrug op de luchtfoto (bron: www.google.be/maps) ............... 12 Figuur 5: Principeschema STEG met luchtcondensor ........................................................................ 13
Tabel 1: Overzicht van de woongebieden binnen een straal van 5 km rond de centrale .......................7
SGS Belgium NV Projectnummer: 12.0190
JULI 2013
Niet technische samenvatting
3/25
MER Hervergunning
Electrabel Herdersbrug - Brugge
I. INLEIDING
1.
Beknopte omschrijving van het project
De centrale in Brugge is een aardgasgestookte STEG-installatie met een vermogen van 920 MWth. De hoofdelementen voor de productie van elektriciteit zijn de gasturbines, de recuperatiestoomketel, de stoomturbine en de luchtcondensor. De gasturbines (2) worden aangedreven door de verhitte rookgassen van aardgas. Met de warme rookgassen van de turbines wordt vervolgens in een recuperatieketel stoom gegenereerd. Deze stoom drijft een stoomturbine aan die op zijn beurt elektriciteit produceert. De stoom wordt afgekoeld in aërocondensoren en bijgevolg is er geen koelwater vereist. Electrabel wenst de installaties te hervergunnen daar de lopende milieuvergunning vervalt op 3 november 2014. Het MER wordt opgemaakt ten behoeve van de hervergunningsaanvraag en zal 2 mogelijke scenario’s beschrijven en onderzoeken nl
2.
•
Werking op ‘vollast’ waarbij verondersteld wordt dat de centrale continu in bedrijf is.
•
Werking als ‘piekcentrale’ waarbij de centrale enkel wordt ingezet bij een dreigend elektriciteitstekort, zoals op momenten waarbij de hernieuwbare energiebronnen niet of onvoldoende beschikbaar zijn. In deze situatie worden de gasturbines operationeel gehouden, maar wordt de water-stoomcyclus afgekoppeld.
Toetsing aan de MER-plicht
De m.e.r.-plicht voor projecten wordt beschreven in het Decreet van 18 december 2002 ter aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel betreffende milieu- en veiligheidsrapportage. Dit decreet voorziet in uitvoering van de Europese Richtlijn 97/11/EG (ondertussen vervangen door richtlijn 2011/92/EU, gepubliceerd 28 januari 2012) een onderscheid tussen projecten die altijd m.e.r.-plichtig zijn en projecten waar de m.e.r.-plicht afhangt van drempelwaarden of van een beslissing geval per geval door de bevoegde instantie. De twee types projecten worden beschreven in één uitvoeringsbesluit, nl. het uitvoeringsbesluit houdende houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage, door de Vlaamse Regering goedgekeurd op 10 december 2004 (B.S. februari 2005) en gewijzigd door het B.Vl.R. van 15/07/2011 (B.S. 6/09/2011). Dit besluit van de Vlaamse Regering voorziet in bijlage I categorieën van projecten die in overeenstemming met art. 4.3.2. §2 en §3 van het decreet aan de project-mer worden onderworpen: Rubriek 2 a) Thermische centrales en andere verbrandingsinstallaties met een warmtevermogen van ten minste 300 megawatt. De STEG-centrale van Electrabel Herdersbrug heeft een warmtevermogen van 920 MWth en is bijgevolg onderhevig aan de MER-plicht.
SGS Belgium NV Projectnummer: 12.0190
JULI 2013
Niet technische samenvatting
4/25
MER Hervergunning
3.
Electrabel Herdersbrug - Brugge
Verantwoording van het project
Electrabel wenst de huidige productie-eenheid te hervergunnen omdat de milieuvergunning in 2014 vervalt. Electrabel wenst ook na deze datum haar activiteiten verder te zetten. Ook voor de tewerkstelling van de werknemers is een hervergunning van de centrale noodzakelijk. Er zijn geen wijzigingen gepland aan de hoeveelheid geproduceerde elektriciteit wanneer de centrale op ‘gecombineerde cyclus’ draait. Het nominale vermogen van de installaties blijft behouden. De geproduceerde elektriciteit varieert jaarlijks in functie van de dispatching (evolutie verbruik en beschikbaarheid andere productiemiddelen). Electrabel heeft mbt de centrale Herdersbrug de intentie geuit om de centrale tegen juli 2014 om te vormen tot een piekeenheid. Dit is een centrale die zeer flexibel is en vlug kan worden ingeschakeld wanneer de hiernieuwbare energiebronnen niet beschikbaar zijn. Hierbij wordt benadrukt dat het een ‘reversibele’ overgang betreft zodat ook naar ‘vollast’ productie kan teruggegaan worden indien nodig. Als brandstof voor de gasturbines wordt aardgas, afkomstig van Fluxys, aangewend. De oorsprong van het aardgas kan wijzigen (rijk of arm) en valt binnen de Fluxys normen.
SGS Belgium NV Projectnummer: 12.0190
JULI 2013
Niet technische samenvatting
5/25
MER Hervergunning
Electrabel Herdersbrug - Brugge
II. SITUERING VAN ELECTRABEL HERDERSBRUG Figuur 1, Figuur 2, Figuur 3 en Figuur 4 tonen de ligging van de elektriciteitscentrale Herdersbrug op het gewestplan, het GRUP ‘afbakening zeehaven Zeebrugge’, GRUP ‘afbakening regionaal stedelijk gebied Brugge’ en de luchtfoto. Het huidige bedrijfsterrein beslaat het kadastraal perceel: Provincie West-Vlaanderen
Gemeente Brugge
Afdeling 10
Sectie N
Perceelnr
Grootte (ha)
649E2
18,7525
De site ligt in de haven van Brugge. Het terrein wordt als volgt begrensd: •
in het noorden: NHM
•
in het zuiden: ASWEBO NV
•
in het oosten: het Boudewijnkanaal
•
in het westen: De Pathoekeweg, met aan de overkant van de weg het bedrijventerrein Korte Gotevlietstraat.
Volgens het RSV (Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen) wordt de haven van Zeebrugge beschouwd als een (zeehaven-) poort van Vlaanderen die samen met de andere poorten (Oostende, Antwerpen, Gent) de motor zijn van de economische ontwikkeling van Vlaanderen. Het gewestplan is op de plaats van de site niet meer van kracht door de goedkeuring van het GRUP ‘afbakening zeehaven Zeebrugge’ (goedgekeurd 19/06/09, BS 9/07/09). • Volgens het GRUP is de centrale gelegen in een gebied ‘voor zeehaven- en watergebonden bedrijven op watergebonden terreinen’ (paars ingekleurd – ZW opdruk). Dit gebied maakt deel uit van de haven van Brugge die op zijn beurt een onderdeel is van de haven van Zeebrugge. • Ten westen van dit paars ingekleurd gebied is een gebied voor spoorinfrastructuur gelegen (spoorweg van Knokke-Heist en van Zeebrugge naar Brussel). • Ten oosten van dit paars ingekleurd gebied (palend aan het bedrijfsterrein van de centrale) is het Boudewijnkanaal gelegen (blauw ingekleurd – gebied voor waterweginfrastructuur). • Ten noorden (ca. 370 m van de centrale) en ten zuiden (4,1 km ten zuiden van de centrale) eindigt de haven van Brugge. o Tussen het paars ingekleurd gebied en Kruisabele (1,9 km ten ZZO van de centrale) is een buffergebied (afstandsbuffer) gelegen. Het gewestplan is wel nog van kracht op de omgeving van de site die niet behoort tot het GRUP ‘afbakening zeehaven Zeebrugge’ en het GRUP ‘afbakening regionaal stedelijk gebied Brugge’1. • Volgende gebieden van het gewestplan begrenzen het GRUP ‘afbakening zeehaven Zeebrugge’: o Ten noorden van de site (ca. 370 m) en ten oosten (ca. 220 m) is agrarisch gebied gelegen (geel ingekleurd). o Verder ten zuidwesten (vanaf ca. 1,4 km van de centrale) ligt een ‘gebied voor ambachtelijke bedrijven en KMO’s’ (lichtpaars ingekleurd).
1
Dit GRUP (afbakening regionaal stedelijk gebied Brugge) werd op 4 februari 2011 vastgelegd door de Vlaamse Regering en op 25 februari 2011 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Het plan heeft betrekking op delen van de gemeenten Beernem, Brugge, Damme, Oostkamp, Zedelgem en Zuienkerke.
SGS Belgium NV Projectnummer: 12.0190
JULI 2013
Niet technische samenvatting
6/25
MER Hervergunning
•
Electrabel Herdersbrug - Brugge
Volgende gebieden van het GRUP ‘afbakening regionaal stedelijk gebied Brugge – deelgebied 16 – Brugge, Zuienkerke ; gebied Sint-Pietersplas- De Spie2’ begrenzen het GRUP ‘afbakening zeehaven Zeebrugge’ o Ten westen (op ca. 430 m van de centrale) is een zone van ‘gemengd regionaal bedrijventerrein’ gelegen (paars ingekleurde spie). o Ten west-zuidwesten en van de centrale (op ca. 800 m) is zone met bestemmingscategorie ‘overig groen’ (park) gelegen. Dit betreft de parkbegraafplaats Blauwe Toren die in het gewestplan was aangeduid als ‘gebied voor gemeenschapsvoorziening en openbaar nut). Het gebied is gekenmerkt als een natuurverwevingsgebied waarbij de functie van natuurbehoud nevengeschikt is aan de overige functies in het gebied. o Binnen de parkbegraafplaats (op ca. 1100 m van de centrale) is een natuurgebied gedefinieerd. Het betreft het bebost perceel dat opgenomen is in de Grote Eenheid Natuur (GEN).
Volgende gehucht-/dorps-/gemeente-/stadskernen zijn gelegen binnen een straal van 5 km van het projectgebied (cijfers refereren naar aanduiding op het gewestplan): Tabel 1: Overzicht van de woongebieden binnen een straal van 5 km rond de centrale Nr op Gehucht/dorp/gemeente/stad Afstand t.o.v. projectgebied Windrichting gewestplan (km) 1 2 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Brugge Sint-Jozef Kruisabele Damme Dudzele Lissewege Vierwege Zuienkerke Meetkerke St. Pieters aan de dijk Koolkerke
5 3,5 1,4 4,7 0,6 2,65 3,6 3,2 4,9 4 2,6
Z Z ZO OZO NO N NW W ZW ZZW ZZO
De dichtst bijgelegen woning is gelegen op afstand van ca. 350 m ten oosten van het projectgebied. Figuur 1: Ligging van Electrabel op het gewestplan
(zie volgende pagina)
2
Let wel! Het plan voor het deelgebied ‘Sint-Pietersplas-De Spie’ werd ondertussen door de Raad van State geschorst.
SGS Belgium NV Projectnummer: 12.0190
JULI 2013
Niet technische samenvatting
7/25
LEGENDE
D D C C
Natuurgebied Woonkern Electrabel Herdersbrug
66
C C 77
C C
A A
D D
55
C C
88
C C D D
D D
D DBB FF
D D
33
C C
C C
11 11
C C
E E
D D
99
44 C C
C C
22 C C G G
G G D D
10 10
C C
Figuur 1.2 : Ligging Electrabel Herdersbrug op gewestplan
11
C C11
Schaal : 1 / 75 000
A4
MER hervergunning Electrabel Herdersbrug
MER Hervergunning
SGS Belgium NV Projectnummer: 12.0190
Electrabel Herdersbrug - Brugge
JULI 2013
Niet technische samenvatting
9/25
MER Hervergunning
Figuur 2: Ligging van Electrabel Herdersbrug op het GRUP ‘afbakening zeehaven Zeebrugge’ (deelgebied 3: binnenhaven)
: Perceel Electrabel Herdersbrug
SGS Belgium NV Projectnummer: 12.0190
JULI 2013
Niet technische samenvatting
10/25
MER Hervergunning
Figuur 3: Ligging van Electrabel Herdersbrug op het GRUP ‘afbakening regionaal stedelijk gebied Brugge’
SGS Belgium NV Projectnummer: 12.0190
JULI 2013
Niet technische samenvatting
11/25
MER Hervergunning
Electrabel Herdersbrug - Brugge
Figuur 4: Ligging van Electrabel Herdersbrug op de luchtfoto (bron: www.google.be/maps)
SGS Belgium NV Projectnummer: 12.0190
JULI 2013
Niet technische samenvatting
12/25
MER Hervergunning
Electrabel Herdersbrug - Brugge
III. PROCESSEN EN INSTALLATIES 1.
Beschrijving van de installatie (modus ‘gecombineerde cyclus’)
A.
STEG-installatie
alternator aandrijven. Samengeperste lucht en aardgas worden verbrand. De verbrandingsgassen zetten uit en laten de gasturbines draaien die aangesloten zijn op een alternator die elektriciteit opwekt. Een transformator voert de spanning op en de elektriciteit wordt in het transportnet geïnjecteerd. De verbrandingsgassen van iedere gasturbine worden naar een afzonderlijke recuperatiestoomketel gevoerd waar de warmte uit de verbrandingsgassen wordt teruggewonnen om stoom te produceren. De stoom van beide recuperatieketels drijft één gemeenschappelijke stoomturbine aan, die gekoppeld is aan een derde alternator. De stoom die de lagedrukturbine verlaat bezit geen energie meer en wordt opnieuw gebruikt in de water-stoomcyclus na koeling via een luchtcondensor. In deze modus wordt de centrale uitgebaat als groep die kan dienen voor basislast, middenlast en als vermogenregelende groep binnen het hoogspanningsnet. De opstarttijden zijn redelijk lang (2 tot 3 uur) en de centrale kan enkel uitgebaat worden mits een planning en op afroep vanwege het coördinatiecentrum. De centrale kan in deze cyclus niet gebruikt worden om noodsituaties op te lossen. Als primaire energiebron wordt aardgas gebruikt (aangevoerd via een pijpleiding). Daarom behoort deze STEG-centrale tot de meest milieuvriendelijke types van elektriciteitscentrales. Het nettorendement van de centrale bedraagt 51,40% op vollast en daalt tot 46% bij deellast (regelende werking). Het ontwikkelbaar vermogen van de centrale ligt tussen 120 MWe en 460MWe bij ISOcondities. Figuur 5: Principeschema STEG met luchtcondensor
SGS Belgium NV Projectnummer: 12.0190
JULI 2013
Niet technische samenvatting
13/25
MER Hervergunning
Electrabel Herdersbrug - Brugge
De belangrijkste onderdelen van de centrale worden hieronder verder beschreven. a) Gasturbine De belangrijkste onderdelen van de gasturbine zijn: •
de compressor : In de compressor wordt het grote luchtdebiet, dat de turbine moet aandrijven, aangezogen en verdicht. Op de site van Herdersbrug maakt men gebruik van een meertraps axiale compressor. Om beschadiging van de rotorschoepen te vermijden, is de luchtaanzuiging voorzien van luchtfilters. Deze luchtfilters zijn zodanig opgesteld dat geen warme lucht uit de schoorsteen wordt aangezogen en dat de aanzuiging op een hoogte van minimaal 8 m boven de grond gebeurt. Om erosie van de installatie ten gevolge van de vorming van rijm te voorkomen, is de luchtaanzuiging voorzien van een ‘de-icing-systeem’. Voor dit systeem wordt warme lucht van de compressor aangezogen. Om aan de vigerende normen voor geluid te voldoen, is de luchtaanzuiging voorzien van geluidsdempers.
•
de verbrandingskamers en branders In de verbrandingskamers wordt de lucht gemengd met geïnjecteerd aardgas en verbrand tot hete rookgassen. De expansie van de rookgassen drijft de gasturbine zelf aan. Aan de gasturbine is een alternator gekoppeld waarin de elektrische energie wordt opgewekt. Elke verbrandingskamer is uitgerust met verschillende branders die zowel de primaire verbrandingslucht van de compressor als aardgas ontvangen. Vanuit de verbrandingskamer worden de hete rookgassen via een koker naar de gasturbines geleid. Vermits aardgas slechts sporen van zwavel bevat, heeft de verbranding ervan verwaarloosbare SO2-emissies tot gevolg. Om de emissies van NOx tot een minimum te herleiden werden volgende maatregelen genomen: de keuze van een brandstof met een laag stikstofgehalte heeft een lage emissie van brandstof-NOx tot gevolg. Het effect hiervan is echter zeer gering omdat de meeste NOx gevormd wordt door de oxidatie van de stikstof in de aangezogen lucht (thermische NOx). o De lucht en het aardgas worden goed gemengd alvorens dit mengsel in de verbrandingskamer komt. Hierdoor wordt een homogene vlam bekomen met een lagere NOx emissie (Dry-Low-NOx-branders). De rookgassen waarvan de temperatuur bij het verlaten van de verbrandingskamer ongeveer 1065 °C bedraagt, worden via kokers naar de turbine gevoerd. Deze rookgassen worden in de stator op hoge snelheid gebracht door omzetting van de beschikbare enthalpie in kinetische energie (snelheid). De kinetische energie wordt in de rotor in asvermogen omgezet. o
•
de turbine De gasturbine is van het axiale type. De schoepen worden gekoeld met lucht afkomstig van de luchtcompressor. Aan de turbine wordt een alternator gekoppeld die de elektrische energie levert.
De brandstof voor de STEG is aardgas. Deze brandstof wordt geleverd door Fluxys. De aanvoer tot op het terrein van Electrabel gebeurt via een pijpleiding. Op de site Herdersbrug is een gasontspanningsstation aanwezig om het aardgas op de gewenst druk te brengen (zie verder).
SGS Belgium NV Projectnummer: 12.0190
JULI 2013
Niet technische samenvatting
14/25
MER Hervergunning
b)
Electrabel Herdersbrug - Brugge
Recuperatieketel
De warme rookgassen (ca. 540 à 550°C) afkomstig van de gasturbines worden zonder bijstook naar een nageschakelde recuperatieketel geleid. De vrijkomende warmte wordt gebruikt om stoom (op hoge druk en temperatuur) op te wekken. De stoom wordt opgewekt door een warmtewisseling tussen de warme verbrandingsgassen en water volgens het tegenstroomprincipe (economizer). De recuperatieketel bestaat achtereenvolgens uit de oververhitter, de verdamper en de economiser. De stoomvorming doorloopt drie fasen: •
Warmte wordt aan het water toegevoegd tot het kookpunt bereikt wordt (in de enonomiser)
•
De warmte die nu verder aan het water wordt toegevoegd, dient om het water te verdampen tot stoom (in de verdamper).
•
Oververhitting van de stoom (in de oververhitter)
Op basis van de druk deelt men de stoomgeneratoren in in lage-drukketels (< 15 bar) (LD), middendrukketels (MD) en hoge-drukketels (> 50 bar) (HD). De recuperatieketels leveren stoom op twee drukniveaus: 80 en 6,5 bar. De resterende warmte in de rookgassen wordt gerecupereerd in de voorverwarmer voor het ketelvoedingswater. Hierdoor daalt de temperatuur van de rookgassen tot ongeveer 85 °C. c) By-pass schouwen Door de uitlaat van de gasturbine rechtstreeks met de recuperatieketels te verbinden dient bij het opstarten van de gasturbine rekening gehouden te worden met de beperkingen opgelegd door de ketel. De aanwezigheid van de by-pass schouwen laat toe om de gasturbines te starten en op korte tijd haar vol vermogen te laten leveren om in een tweede stadium de warme rookgassen naar de recuperatieketel te leiden d) Stoomturbine De geproduceerde stoom in de recuperatieketels wordt naar de stoomturbine gevoerd en drijft de schoepenwielen aan die op een as zijn gemonteerd. De as van de stoomturbine is gekoppeld aan een alternator. Met behulp van een stoomturbine en een alternator wordt opnieuw stroom gegenereerd. De stoomturbine bestaat uit één hogedruk en één lagedruk-turbine. B.
Neveninstallaties
a)
Gasontspanningsstation
Het aardgas wordt door Fluxys geleverd op een druk die varieert tussen minimaal 26 bar en maximaal 80 bar. Het gasontspanningsstation staat in voor de levering van aardgas op een constante druk voor de gasturbines en de hulpuitrustingen. De gasontspanning voor beide gasturbines gebeurt in normale uitbating over een gasexpansieturbine. Aan deze turbine is een alternator gekoppeld met een vermogen van 2 MW. Als reserve is er een dubbele statische ontspanning die in dienst komt wanneer de druk na ontspanning van de gasexpansieturbine onder een bepaalde grenswaarde komt. Bij onbeschikbaarheid van de gasexpansieturbine gebeurt de ontspanning via de statische lijn. Daarnaast is er nog een gasstraat voor de hulpdiensten voorzien. De ontspanning van een gas gaat steeds gepaard met een afkoeling ervan. Om deze koeling te neutraliseren zijn gasverwarmers in de gasstraten ingebouwd. Het nominale gasdebiet voor de gasstraat van de gasturbines GT11 en GT12 bedraagt 3 3 90.000 Nm /h. Het nominale gasdebiet voor de gasstraat van de hulpdiensten bedraagt 1.320 Nm /h.
SGS Belgium NV Projectnummer: 12.0190
JULI 2013
Niet technische samenvatting
15/25
MER Hervergunning
b)
Electrabel Herdersbrug - Brugge
Demineralisatie-eenheid
Bij de stoomproductie moet bijzondere aandacht geschonken worden aan de waterbehandeling om corrosie van ketel en leidingen en vorming van ketelsteen te vermijden. Het gedemineraliseerde water – geconditioneerd met ammoniak - wordt gebruikt om de water-stoomcyclus aan te vullen. Het benodigde water voor de aanmaak van gedemineraliseerd water wordt betrokken via de stadswatervoorziening, aangevuld met spuiwater. Het spuiwater wordt verzameld in een tank van 1000 m3 De demineralisatie-eenheid is opgebouwd uit twee straten die elk een klassieke hoofd- en eindketen bevatten en uit de volgende onderdelen zijn opgebouwd: • • • • •
een actieve koolfilter; een sterke kationwisselaar; een gemeenschappelijke ontgasser; een anionwisselaar in 2 delen, gevuld met een zwak en een sterk anionhars; een eindketen die bestaat uit een mengbed dat zowel sterk anion- als sterk kationhars bevat.
• Afhankelijk van de kwaliteit van het inkomende water wordt de hoofdketen geregenereerd na een bepaald afgewerkt volume. De eindketen daarentegen wordt na ongeveer 500 diensturen geregenereerd. Voor deze regeneraties wordt verdund zoutzuur (HCl) en verdunde natronloog (NaOH) gebruikt. Het afvalwater van de regeneraties wordt opgevangen in een neutralisatietank (inhoud 100 m3) en wordt na neutralisatie (pH-instelling) weggepompt naar de ‘effluenttank’ (inhoud 300 m3). Van hieruit wordt de behandelde afvalwaterstroom geloosd op de riolering van de Pathoekeweg. c) Koelkring De afgewerkte stoom wordt om rendementsredenen in een condensor gekoeld en terug gevoerd naar de stoomketel. Omwille van ecologische redenen is er gekozen voor een condensor die gekoeld wordt met lucht in plaats van water. Het gebruik van deze "aerocondensoren" voor centrales was bij de bouw van de centrale revolutionair, zowel in België als in het buitenland. De aerocondensor bestaat uit een groot aantal panelen, samengesteld uit geribde buizen. Door de buizen vloeit de stoom. De panelen zijn opgesteld in de vorm van een zadeldak. Daaronder blazen ventilatoren omgevingslucht door de geribde pijpen. Hierdoor condenseert de stoom en wordt deze als voedingswater gerecupereerd in een verzameltank. De capaciteit van de verzameltank laat toe een stabiel geregeld peil, voor om het even welke last van de turbine, te behouden om zo alle overgangsverschijnselen die zich in de uitbating kunnen voordoen op een veilige wijze op te vangen. Als voordelen van een aërocondensor kunnen vermeld worden dat er geen hoogbouw (koeltoren) nodig is, er bijgevolg geen damppluim te zien is en er geen thermische belasting van koelwater is. Bovendien zijn alle maatregelen om de geluidsemissie van de ventilatoren te dempen genomen. d) Schoorsteen De rookgassen, gekoeld tot ongeveer 85 °C in de recuperatieketel, worden in de atmosfeer geloosd via een schoorsteen. Beide gasturbines zijn ook uitgerust met by-pass schouwen, wat toelaat om de gasturbines in open cyclus uit te baten. Per gasturbine zijn dus 2 schoorstenen voorzien. De STEGeenheid te Brugge is bijgevolg uitgerust met 4 schoorstenen, elk met een hoogte van 55 m t.o.v. het maaiveld.
SGS Belgium NV Projectnummer: 12.0190
JULI 2013
Niet technische samenvatting
16/25
MER Hervergunning
Electrabel Herdersbrug - Brugge
e) Kleinere stookinstallaties Om bevriezing van de gasstraten (door de ontspanning van gas) te voorkomen, dient het gas uit technische en veiligheidsoverwegingen terug opgewarmd te worden tot minimaal 34°C. Dit gebeurt in principe maximaal met de gerecupereerde warmte uit de stoomcyclus. Bijkomend zijn 2 gasgestookte ketels met respectievelijke vermogens van 2.670 kWth en 30 kWth aanwezig, welke kunnen ingezet worden bij eventueel warmtetekort óf bij onderhoudswerken aan de warmtewisselaars. Om de stoomturbine te kunnen opstarten of te stoppen doet Electrabel beroep op een hulpstoomketel (3.120 kWth). Deze gebruikt ook aardgas als brandstof. Voor de verwarming van het administratief gebouw is een stookinstallatie van 290 kWth aanwezig. Ook hier wordt aardgas als brandstof gebruikt. f) Nooddiesels Op de centrale zijn 2 noodaggregaten voorzien om in geval van nood (black-out, black-start) de centrale van de nodige elektriciteit te voorzien om hulpdiensten draaiende te houden en de centrale terug te kunnen opstarten. Deze noodaggregaten hebben een elektrisch vermogen van respectievelijk 1.200 kW en 2.400 kW (black-start dieselmotor). g) Gasmotor Als bijkomende noodgenerator kan ook een gasmotor ingezet worden. De gasmotor heeft een vermogen van 6,8 MWth. h)
Waterzuivering
Het bedrijfsafvalwater wordt via een neutralisatie en bezinking in de riolering van de Pathoekeweg geloosd. Bedrijfsafvalwater dat oliehoudend kan zijn wordt eerst over een olieafscheider geleid. Huishoudelijk afvalwater wordt via een aparte afvoer eveneens in de riolering van de Pathoekeweg geloosd. i) Bluswatervoorziening In normaal bedrijf wordt het hydrantensysteem op druk gehouden door middel van een met stadswater gevoede pomp. Als back-up kan overgeschakeld worden naar voeding via de opslagtanks met gedemineraliseerd water. Daarnaast is er ook de mogelijkheid om de aanwezige buffervijvers voor opvang van het regenwater te gebruiken als bluswater.
2.
Beschrijving van de installatie (modus ‘piekcentrale’)
In deze modus wordt de centrale ingezet als groep die kan dienen voor het opvangen van noodsituaties in het hoogspanningsnet. Eén of twee gasturbines produceren vermogen en de uitlaatgassen van de gasturbine(s) worden rechtstreeks naar de atmosfeer gestuurd bij een temperatuur van ongeveer 550 °C. De vermogenverdeling is als volgt: elke gasturbine 150 MWe, gezamenlijk dus 300 MWe bij ISOcondities. De bedoeling is om ingezet te worden bij noodsituaties waarbij heel vlug veel vermogen dient geleverd te worden. De centrale kan uitgebaat worden op onmiddellijke afroep vanwege het coördinatiecentrum. Gezien de opstarttijden heel kort zijn, 15 minuten om vallast te bereiken, kan de centrale ingezet worden om een dreigend elektriciteitstekort op te vangen. Men mag aannemen dat de piekmodus nooit heel lang zal aanblijven.
SGS Belgium NV Projectnummer: 12.0190
JULI 2013
Niet technische samenvatting
17/25
MER Hervergunning
Electrabel Herdersbrug - Brugge
In deze modus kan de centrale het hele jaar door (kortstondig) opstarten en vermogen leveren. Het rendement is 34% op vollast en daalt bij deellast. Het ontwikkelbaar vermogen voor de centrale is tussen 75 MWe en 300 MWe bij ISO condities. Voor de opmaak van dit MER wordt uitgegaan van 200 opstarten en 500 draaiuren per jaar en per gasturbine. Dit is de modus waarin de centrale vanaf juli 2014 zal functioneren.
SGS Belgium NV Projectnummer: 12.0190
JULI 2013
Niet technische samenvatting
18/25
MER Hervergunning
Electrabel Herdersbrug - Brugge
IV. MILIEU-EFFECTEN Volgende milieueffecten werden onderzocht: -
bijdrage tot de kwaliteit van de lucht
-
bijdrage tot de kwaliteit van het oppervlaktewater
-
bijdrage tot de geluidsemissie
-
invloed op de lokale kwaliteit van bodem en grondwater
-
effecten op de volksgezondheid
-
bijdrage tot de verkeerscongestie
-
effecten op fauna en flora
-
effecten op het landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie;
In wat volgt worden de relevante milieueffecten kort samengevat en aangevuld met milderende maatregelen, zowel deze die reeds genomen zijn als - indien relevant - maatregelen die bijkomend zijn voorgesteld. 1.
Bijdrage tot de kwaliteit van de lucht
De geleide emissies van de centrale zijn afkomstig van een 9-tal emissiepunten, waarvan de gasturbines 11 en 12 voor de grootste emissies (> 99% van alle emissies van de centrale) zorgen. De emissies van alle stookinstallaties voldoen aan de emissiegrenswaarden zoals vastgelegd door Vlarem II (definitief goedgekeurd 7 juni 2013). Voor de gasturbines werd ook getoetst aan de voorwaarden vastgelegd in de milieuvergunning en aan de emissiegrenswaarden geldig vanaf 1/01/2016. Ook aan deze emissiegrenswaarden wordt voldaan. Een toetsing van de gasturbines aan de Beste Beschikbare Technieken toont dat de installaties voldoen aan de BBT-vereisten. Verspreidingsberekeningen werden uitgevoerd voor de parameters NOx, CO, PAK en verzurende en vermestende depositie en dit zowel voor de modus ‘gecombineerde cyclus’ als de modus ‘piekeenheid’. De bijdrage van Electrabel Herdersbrug aan de jaargemiddelde immissieconcentraties in de omliggende woonzones en natuurgebieden is voor beide modi “verwaarloosbaar”. Voor de piekconcentraties is de bijdrage voor de centrale in ‘gecombineerde cyclus’ als “beperkt” te typeren thv de woonkernen Dudzele en Damme en natuurgebied SBZ-V Poldercomplex. Ter hoogte van de andere woon- en natuurgebieden is de bijdrage als ‘belangrijk’ te omschrijven. In de modus ‘piekeenheid’ is de bijdrage van de centrale in het merendeel van de receptorpunten als ‘verwaarloosbaar’ te omschrijven. Enkel in het pluimmaximum, de woonkernen Dudzele en Meetkerke en thv natuurreservaat ‘Lage Moeren Meetkerke’ is de bijdrage als ‘beperkt’ te omschrijven. De modellering voor CO en PAK’s geeft aan dat de immissiebijdrage als gevolg van deze parameters in alle receptorpunten als verwaarloosbaar te omschrijven is. Verdere milderende maatregelen zijn echter niet aan de orde.
SGS Belgium NV Projectnummer: 12.0190
JULI 2013
Niet technische samenvatting
19/25
MER Hervergunning
2.
Electrabel Herdersbrug - Brugge
Bijdrage tot de kwaliteit van het oppervlaktewater
Electrabel Herdersbrug beschikt over 2 lozingspunten welke beiden afvoeren naar de RWZI Brugge. Via lozingspunt 1 wordt bedrijfsafvalwater en mogelijk verontreinigd hemelwater geloosd. Via lozingspunt 2 wordt sanitair afvalwater geloosd. Het effluent van de elektriciteitscentrale dient te voldoen aan sectorale en bijzondere lozingsvoorwaarden. In de discipline water werden de analyseresultaten van het effluent 2010 getoetst aan de vooropgesteld normen. Dit betreft toetsing voor de centrale in gecombineerde cyclus. Voor geen enkele parameter werd voor de analyseresultaten de norm overschreden. Wel werd een overschrijding vastgesteld van het vergunde lozingsdebiet als van de vergunde vuilvracht (kg/jaar) voor totaal stikstof. In 2010 en 2011 werd de pH van het toevoegwater voor de water-stoomcyclus (geconditioneerd met ammoniak) tijdelijk verhoogd. Dit betekent dat in 2010 en 2011 meer ammoniak geloosd werd via de spuien en bijgevolg de stikstofconcentraties gemeten in het bedrijfsafvalwater verhoogd zijn. De werking van de RWZI-Brugge is goed. De normen qua verwijderingsrendementen worden gehaald. Het aandeel van het afvalwater van Electrabel Herdersbrug ten opzichte van het influent van de RWZI en ten opzichte van de ontwerpwaarde van de RWZI is voor alle onderzochte parameters lager dan 1%. Voor de toekomst bestaat de intentie om de centrale als ‘piekeenheid’ uit te baten met het behoud van de mogelijkheid om terug op gecombineerde cyclus over te stappen. In deze modus als piekeenheid zal de afvalwaterstroom drastisch afnemen aangezien er door de buitendienstname van de water-stoomcyclus geen spuien meer zullen zijn, er nagenoeg geen vraag meer zal zijn naar gedemineraliseerd water en er bijgevolg veel minder regeneratie effluent zal zijn wat een impact zal hebben op de chloride, totaal stikstof en sulfaatconcentraties in het afvalwater. Lozing van deze parameters zal sterk afnemen. Voor de overige parameters (CZV, BZV, zwevende stoffen, zware metalen, Ptot) wordt verwacht dat de concentraties in dezelfde grootte-orde liggen als in de modus ‘gecombineerde cyclus’. Gezien het lagere lozingsdebiet zal de vuilvracht van de centrale bijgevolg verder dalen zodat de bijdrage van de centrale nog kleiner wordt. De RWZI-Brugge loost in het Boudewijnkanaal, een min of meer stilstaand brakke waterpartij met viswater als kwaliteitsdoelstelling. Gezien de geringe bijdrage van het effluent van Electrabel tov het influent van de RWZI en de goede werking van de RWZI werd geen verdere impactbespreking van het effluent op het Boudewijnkanaal opgenomen. Electrabel Herdersbrug loost volgens de omzendbrief ‘met betrekking tot verwerking van bedrijfsafvalwaters’ verdund afvalwater, wat niet 100 % geschikt is voor een RWZI. Dergelijke situatie dient ‘ad hoc’ bekeken te worden en indien er geen negatieve invloed is op de werking van de RWZI, is een afkoppeling niet dwingend. Gezien het afvalwater van Electrabel Herdersbrug geloosd wordt op de RWZI Brugge en het afvalwater een verwaarloosbare bijdrage levert tov het influent van de RWZI worden geen milderende maatregelen vooropgesteld. 3.
Bijdrage tot de geluidsemissie
Om het akoestische klimaat rond de site van Electrabel Herdersbrug te beschrijven, werd in mei 2013 een langdurige meting uitgevoerd op het terrein van Electrabel ten oosten van de installaties in de richting van Dudzele(MP1) en aan de dichtst bijgelegen woning in de Ter Bollestraat te Dudzele op de kruising met de Zomerlindestraat en ligt op ca. 370 m ten westen van Electrabel Herdersbrug (MP2). De meethoogte bedroeg voor deze meetposities 5 meter. De langdurige geluidsmeting werd continu uitgevoerd van 3 mei 2013 tot 14 mei 2013. Tijdens deze meting was de installatie hoofdzakelijk SGS Belgium NV Projectnummer: 12.0190
JULI 2013
Niet technische samenvatting
20/25
MER Hervergunning
Electrabel Herdersbrug - Brugge
buiten werking en gedurende 3 perioden was deze in werking, nl. bij aanvang van de meting op 3 mei om 12u30 tot 19u40, van 6 mei om 04u00 tot 7 mei om 01u00 en van 7 mei om 04u45 tot 8 mei om 00u45. Buiten deze perioden kan het gemeten omgevingsgeluid als oorspronkelijk omgevingsgeluid beschouwd worden (zonder bijdrage van Electrabel Herdersbrug). Eveneens werd het specifiek geluid van de geluidrelevante installaties apart bepaald aan de hand van geluiddrukmetingen nabij de relevante installaties van de centrale waarbij het geluidvermogenniveau (geluidemissie) werd bepaald om vervolgens met een driedimensioneel akoestisch rekenmodel de geluidoverdracht te bepalen naar het beoordelingspunt. Volgende besluiten kunnen genomen worden: • Betreffende de omgevingsmetingen: o
Het omgevingsgeluid in MP1 en MP2, met Electrabel Herdersbrug deeltijds in werking, overschrijdt op geen enkel moment de milieukwaliteitsnorm
• Betreffende het specifiek geluid: o
Uitgaande van de immissiemetingen in het beoordelingspunt kon geen relevante bijdrage bepaald worden. Het berekende specifiek geluid bij nominale werking, bepaald uit bronmetingen, bedraagt 33.0 dB(A) in het beoordelingspunt en ligt voldoende ruim onder nachtelijke grenswaarde van 40 dB(A).
o
Het berekende specifiek geluid bij transitie werking (opstart en shut-downfase), bepaald uit de immissiemetingen t.h.v. de refentiepositie, bedraagt 36.0 dB(A) in het beoordelingspunt en ligt ook voldoende ruim onder nachtelijke grenswaarde van 40 dB(A). Dit besluit geldt dus ook voor de toekomstige uitbating in piekmodus in open cyclus.
Onderzoek naar extra milderende maatregelen zijn niet nodig, gezien de afwezigheid van enige geluidsklachten, het voldoen aan de grenswaarden en de hele reeks bestaande akoestisch maatregelen (akoestisch arm design met correcte opstelling en afscherming van luide geluidbronnen, akoestische dempers na alle relevante geluidbronnen, akoestische ommantelingen en omkastingen, geluidisolerende en absorberende ruimtes, …). 4.
Bijdrage tot de lokale kwaliteit van bodem en grondwater
Op het terrein van Electrabel Herdersbrug te Brugge is het lokale grondwater en het vaste deel van de aarde van nature aangerijkt met arseen (gekoppeld aan glauconietzanden, al dan niet opgespoten). De mobiliteit van arseen is sterk afhankelijk van lokale zuurtegraad en oxido-reducerende omstandigheden. Verstoring van een oorspronkelijk natuurlijke situatie (polderklei op glauconietzanden) door de aanleg van het kanaal en naastliggende zone (doorbreken polderklei ter hoogte van kanaal en gebruik van de onderliggende glauconietzanden als ophoging) heeft zeker ook een verstoring meegebracht in een natuurlijk geochmisch evenwicht. De installatie van peilbuizen met snijdende filters heeft volgens de MER-deskundige gemaakt dat grondwater is bemonsterd vanuit gemengde condities (snijdende filters veroorzaken kortsluiting tussen twee pakketten) waardoor de resultaten (vooral voor arseen) zorgden voor de grootste verwarring bij interpretatie. Nader onderzoek toonde aan dat er geen risico’s zijn verbonden aan deze verhoogde concentraties (voor mens en milieu) en dat er ook geen risico is op verdere verspreiding. Ter hoogte van de de loszone HCl en NaOH is vastgesteld dat het vaste deel van de aarde wordt gekenmerkt door een hogere pH (tot >10). Eliminatie van oorzaken gekoppeld aan de risico locatie en nadere specificatie van de kationen Ca en Na heeft geleid tot de conclusie dat de lokale opgespoten zanden gestabiliseerd zijn door toevoeging van ongebluste kalk. Nader onderzoek toonde ook voor SGS Belgium NV Projectnummer: 12.0190
JULI 2013
Niet technische samenvatting
21/25
MER Hervergunning
Electrabel Herdersbrug - Brugge
deze parameter aan dat er geen ernstige bedreiging dient gedefinieerd te worden voor deze verontreiniging. De terreinen zijn opgenomen in het grondinformatieregister, maar verder onderzoek of sanering is niet nodig. Op het bedrijfsterrein zijn de nodige bodembeschermende maatregelen genomen om de kans op een bodemverontreiniging als gevolg van een calamiteit tot een minimum te beperken. Dit is ook nodig omdat het lokale grondwater, zonder een beschermende verharding, zeer kwetsbaar is voor verontreiniging. Aangezien het MER een hervergunning van de bestaande installaties betreft en er geen bijkomende uitbreidingen of veranderingen aan de installaties voorzien worden, zijn geen andere of nieuwe effecten op het vaste deel van de aarde of het grondwater te verwachten. Er worden geen milderende maatregelen voorgesteld, anders dan de normale procedures in het kader van veiligheid en milieuhygiëne. 5.
Effecten op de volksgezondheid
In de gezondheidsanalyse werd aangetoond dat de gezondheidsdrempels voor NOx en PAK’s nergens overschreden worden en dit voor beide werkingsregimes. Hierbij dient opgemerkt te worden dat een sterke daling waar te nemen is in immissies in de modus ‘piekeenheid’. Globaal kan gesteld worden dat er geen noemenswaardige impacten optreden als gevolg van de exploitatie van de centrale. Het nachtelijk geluid ten opzichte van de meest kritische bewoning bedraagt 33 dB(A) in modus ‘gecombineerde cyclus’ en 36 dB(A) in modus ‘piekeenheid’. Beide waarden liggen lager dan de LOAEL. Andere gezondheidsimpacten zijn verwaarloosbaar beschouwd. In de mobiliteitsanalyse werd het bereikbaarheidsprofiel van de centrale in kaart gebracht. Voor de aan- en afvoer van goederen wordt gebruik gemaakt van wegtransport. Aan- en afvoer per schip of trein werd – gezien het geringe transport – niet verder besproken. Daarna werd het mobiliteitsprofiel van Electrabel Herdersbrug besproken. Hieruit blijkt een verwaarloosbare bijdrage van het verkeer gegenereerd door de centrale op de maximale capaciteit van de weg. Er worden dan ook geen extra milderende maatregelen voorgesteld. 6.
Effecten op Fauna en Flora
De onderzochte effecten voor de discipline Fauna en Flora hebben betrekking op: • • •
verzurende en eutrofiërende depositie; rustverstoring; impact op het oppervlaktewater.
De bijdrage van Electrabel Herdersbrug aan de verzurende en eutrofiërende depositie ter hoogte van de beschermde gebieden (VEN, SBZ, natuurreservaten) is verwaarloosbaar t.o.v. de kritische last voor de meest gevoelige biotoop en dit voor alle besproken scenario’s. De bijdragen zijn in vrijwel alle receptoren kleiner dan 1% van de kritische lasten. De contour van 45 dB(A) blijft in de onmiddelijke omgeving van het bedrijfsterrein. Binnen deze contour zijn geen waardevolle natuurelementen gelegen. Het bedrijf situeert zich op een industrieterrein. SGS Belgium NV Projectnummer: 12.0190
JULI 2013
Niet technische samenvatting
22/25
MER Hervergunning
Electrabel Herdersbrug - Brugge
De impact van de centrale op het oppervlaktewater is verwaarloosbaar. Het visbestand op het Boudewijnkanaal is beperkt en de bijdrage van Electrabel Herdersbrug aan de verontreiniging is verwaarloosbaar. Aangezien er geen significante effecten verwacht worden in de SBZ, wordt er geen Passende Beoordeling opgesteld. Omdat er geen significante effecten gedetecteerd worden, worden geen milderende maatregelen opgesteld. 7.
Effecten op landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie
De elektriciteitscentrale van Electrabel Herdersbrug is op de verschillende schaalniveaus (micro, meso en macro) zichtbaar in het landschap, doch – voor de omwonenden - is er gewenning opgetreden. De constructies zijn immers reeds een 15-tal jaar aanwezig. De impact van de elektriciteitscentrale wordt als landschappelijk aanvaardbaar ingeschat, en wel omwille van de volgende redenen: •
De elektriciteitscentrale is gelegen in industriegebied en een sterk antropogeen beïnvloede omgeving;
•
De elektriciteitscentrale versterkt het industriële karakter en gaat bijgevolg op in het bestaande geheel. Voornamelijk de schouwen zullen vanop afstand nog waarneembaar zijn.
•
De elektriciteitscentrale is reeds een 15-tal jaar in het landschap aanwezig.
Milderende maatregelen zijn – gezien het hier een hervergunning betreft waarbij geen aanpassingen aan de constructies worden aangebracht – niet aan de orde.
SGS Belgium NV Projectnummer: 12.0190
JULI 2013
Niet technische samenvatting
23/25
MER Hervergunning
Electrabel Herdersbrug - Brugge
V. ALGEMEEN BESLUIT Electrabel exploiteert aan de Pathoekeweg 300 te Brugge een elektriciteitscentrale (centrale Herdersbrug). De STEG-centrale heeft een warmtevermogen van 920 MWth en het ontwikkelbaar vermogen ligt tussen 120 MWe en 460MWe bij ISO-condities. Electrabel Herdersbrug wenst de installaties te hervergunnen daar de lopende milieuvergunning op 3 november 2014 vervalt. Het MER wordt opgemaakt ten behoeve van de hervergunningsaanvraag. en beschrijft 2 mogelijke scenario’s nl •
Werking op ‘vollast’ waarbij verondersteld wordt dat de centrale continu in bedrijf is.
•
Werking als ‘piekcentrale’ waarbij de centrale enkel wordt ingezet op momenten dat de hernieuwbare energiebronnen niet of onvoldoende beschikbaar zijn. In deze situatie wordt de centrale operationeel gehouden maar wordt de stoomcyclus afgekoppeld.
De centrale beschikt over een 9-tal geleide emissiepunten (schoorstenen van de gasturbines, de hulpstoomketel, de aardgasopwarmketel, de CV-installaties en de nooddieselgroepen) waarvan de gasturbines de belangrijkste installatie zijn naar luchtemissies toe. Alle stookinstallaties voldoen aan de emissiegrenswaarden vastgelegd in Vlarem II (ook voor de opgelegde normen na 2016). De bijdrage van de centrale aan de jaargemiddelde NOx, CO en PAK-concentraties in de omliggende woonzones is overal als ‘verwaarloosbaar’ te typeren. Voor de piekconcentraties aan NOx is de bijdrage van de centrale – in modus ‘gecombineerde cyclus’ als ‘beperkt’ te beschouwen thv de woonkernen Dudzele en Damme en ‘belangrijk’ in de overige woonzones. Voor de modus ‘piekeenheid’ daalt de bijdrage sterk en is de bijdrage in bijna alle woonkernen als ‘verwaarloosbaar’ te omschrijven behalve in de kernen Dudzele en Meetkerke waar de bijdrage ‘beperkt’ is. Electrabel Herdersbrug beschikt over 2 lozingspunten naar de RWZI Brugge nl. één voor huishoudelijk afvalwater en één voor bedrijfsafvalwater. Het bedrijfsafvalwater bestaat uit afvalwater dat bij waterbehandeling ontstaat, lekverliezen en mogelijk verontreinigd hemelwater. Toetsing van de meetresultaten voor centrale in ‘gecombineerde cyclus’ tov de algemene en vergunde lozingsnormen geeft aan dat de vergunde concentraties voor geen enkele parameter overschreden worden, behalve voor het vergunde lozingsdebiet. In het MER werd de impact van het afvalwater nagegaan op de RWZI Brugge. Hierin werd aangetoond dat de afvalwaterstroom afkomstig van Electrabel Herdersbrug ‘verwaarloosbaar’ is binnen het influent van de RWZI. In de toekomst – waar de centrale als piekeenheid zal worden uitgebaat - zal de afvalwaterstroom drastisch afnemen aangezien er geen vraag meer zal zijn naar gedemineraliseerd water en er veel minder regeneratie effluent zal zijn wat een impact zal hebben op de chloride en sulfaatconcentraties in het afvalwater. Lozing van beide parameters zal zo goed als nihil worden. Voor de overige parameters (CZV, BZV, zwevende stoffen, zware metalen, Ntot, Ptot) wordt verwacht dat de concentraties in dezelfde grootte-orde liggen als in de modus ‘gecombineerde cyclus’. Gezien het lagere lozingsdebiet zal de vuilvracht van de centrale bijgevolg verder dalen zodat de bijdrage van de centrale nog kleiner wordt. Electrabel Herdersbrug loost volgens de omzendbrief ‘met betrekking tot verwerking van bedrijfsafvalwaters’ verdund afvalwater, wat niet 100 % geschikt is voor een RWZI. Dergelijke situatie dient ‘ad hoc’ bekeken te worden en indien er geen negatieve invloed is op de werking van de RWZI , is een afkoppeling niet dwingend. Het omgevingsgeluid – met de elektriciteitscentrale deeltijds in werking – overschrijdt op geen enkel moment de milieukwaliteitsnorm. Uitgaande van de Het specifieke geluid (berekend op ca. 33 dB(A) in het beoordelingspunt bij nominale werking en 36 dB(A) bij tranisitie of opstart en shut-downfase ) ligt voldoende ruim onder nachtelijke grenswaarde van 40 dB(A).
SGS Belgium NV Projectnummer: 12.0190
JULI 2013
Niet technische samenvatting
24/25
MER Hervergunning
Electrabel Herdersbrug - Brugge
Onderzoek naar extra milderende maatregelen zijn niet nodig, gezien de afwezigheid van enige geluidsklachten, het voldoen aan de grenswaarden en de hele reeks bestaande akoestisch maatregelen (akoestisch arm design met correcte opstelling en afscherming van luide geluidbronnen, akoestische dempers na alle relevante geluidbronnen, akoestische ommantelingen en omkastingen, geluidisolerende en absorberende ruimtes, …). In de gezondheidsanalyse werden er naar de mens toe geen noemenswaardige impacten vastgesteld. In de mobiliteitsanalyse werd vastgesteld dat de capaciteit van de ontsluitingswegen niet overschreden wordt en dat de bijdrage van EDF LUMINUS Ringvaart als verwaarloosbaar kan getypeerd worden. Bijkomende milderende maatregelen zijn niet aan de orde.
SGS Belgium NV Projectnummer: 12.0190
JULI 2013
Niet technische samenvatting
25/25