Natuur & Milieu Educatie
Groep 7 Kunstige vogelnestjes Excursie Dit is een product van Stichting Vogelpark Avifauna
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Leerdoelen, doelgroep, samenvatting 3. Lesschema 4. Inhoud en organisatie van de les 5. Achtergrondinformatie
Bijlagen Presentatie vogels en hun nesten Werkblad 1 ‘Wat denk ik over vogels en hun nesten?’ Werkblad 2 Hoe bouw ik een vogelnestje: verschillende manieren Werkblad 3 Bouw een vogelnest voor een fantasievogel
1.
Inleiding
Vogelnestjes zijn verrassend kunstige bouwwerken. Niet van alle vogels overigens: een kievit maakt een holletje in het gras. Een wevervogel uit Afrika maakt een heel kunstwerk. Ook het nest van de kraai is niet zo makkelijk na te maken. Sommige nesten zitten in een boom. Andere nesten zitten in een holte, bijvoorbeeld in een holle boom of onder de dakgoot. Veel vogels broeden ook op de grond. Vogels die hun nesten op een beschermde plek maken broeden vaak korter dan vogels die broeden op de grond. De jongen komen kaal en hulpeloos te wereld. Op een beschermde plek bijvoorbeeld in een holle boom, nestkast of nest hoog in de boom kunnen vijanden niet bij de jongen komen. Het zijn nestblijvers. Vogels die hun nesten op de grond maken, broeden wat langer. De jongen kunnen zich meteen aardig redden. Denk maar aan kuikentjes van kippen en pulletjes van eenden. Dat zijn nestvlieders. Deze les vindt deels plaats op het Wellantcollege. Daar gaan de leerlingen onder begeleiding van leerlingen van het Wellantcollege nesten vlechten.
2.
Leerdoelen, doelgroep, samenvatting
Leerdoelen De leerlingen weten dat vogels een nest bouwen om hun eieren in te leggen en die uit te broeden. De leerlingen kennen de begrippen grondbroeders, nestbroeders en holtebroeders. De leerlingen kunnen uitleggen wat een nestblijver en een nestvlieder is. De leerlingen kunnen uitleggen dat het voor een grondbroeder belangrijk is om ‘nestvlieders’ als jongen te hebben. De leerlingen ontdekken hoe kunstig het is om een goed nest te maken. Doelgroep Deze excursie is bedoeld voor de groepen 7 van de basisschool.
Samenvatting De les wordt ingeleid op school. De leerlingen krijgen een presentatie te zien op het digibord over verschillende soorten nesten, hun bewoners en hun functie. Ze leren dat verschillende vogels verschillende nesten maken. Dat vogels soms hun nest in een boom maken, soms in een holte broeden, maar soms ook op de grond. Vervolgens ontdekken ze dat de meeste grondbroeders (eenden, weidevogels, wadvogels) jongen krijgen die meteen kunnen lopen of zwemmen, de zogenaamde nestvlieders. Maar dat vogels die in bomen broeden of in holtes vaak jongen krijgen die nog lang hulpeloos zijn, de nestblijvers. Op het Wellantcollege gaan de leerlingen onder begeleiding van leerlingen van het Wellant nesten bouwen. Terug op school ontwerpen ze een ideaal nest voor een beschreven fantasievogel.
3.
Lesschema
Lesactiviteit Introductieles Doen van werkblad om beginsituatie over kennis over nesten te peilen Bekijken presentatie met afbeeldingen en filmpjes over verschillende soorten nesten Kernles Presentatie op Wellantcollege over verschillende soorten nesten In groepjes nesten maken Verwerkingsles Fantasievogel bedenken Ontwerpen van een ideaal nest voor deze fantasievogel Op het schoolplein/ plantsoen maken van dit nest
Tijd 15-30 min.
Materiaal Werkblad 1 Digitaal schoolbord
90 min.
Takken, stro, mos en blaadjes, klei
45 min.
Werkblad 3: Het nest van je fantasievogel Knutsel- en tekenmateriaal
Aandachtspunten
Werkvorm Individueel werkblad maken Presentatie kijken
Zorg voor vervoer naar het Wellantcollege.
Klassikaal: presentatie van een aantal nesten In groepjes maken van een nest In groepjes bedenken van een fantasievogel In groepjes werken aan ontwerp van nest van de fantasievogel
4.
Organisatie en inhoud van de les
Les 1 Introductieles Voorbereiding Kopieer voor elke leerling het werkblad 1. Zorg van te voren dat de presentatie ‘vogels in de nesten’ klaar staat op de computer. Inleiding Wat denken leerlingen over vogels en hun nesten? Bij deze opdracht ontdekken de leerlingen wat ze al dan niet weten over vogels en nesten. Deel werkblad 1 uit en laat ze deze invullen. Bespreek het werkblad kort na, zonder meteen alle kennis weg te geven. Kern Met de PowerPoint presentatie ‘vogels in de nesten’ vertoont u aan de leerlingen de diversiteit aan vogelnesten. Dia 2 en dia 3 laten verschillende nesten zien. Laat de leerlingen raden van wie de nesten zijn. Laat ze vertellen wat ze er aan opvalt. Dia 4, 5 en 6 laten zien dat sommige vogels graag op de grond broeden, anderen in holtes bijvoorbeeld van bomen en weer anderen een nest van takken en stro in de bomen maken. Dia 7 en 8 gaan over nestvlieders en nestblijvers. De jongen in een nest op de grond zijn onbeschermd tegen rovers. Ze moeten daarom wel snel weg kunnen lopen. Vogels die als jong al deels voor zichzelf kunnen zorgen zijn nestvlieders. De jongen in een nest in een holte of in de boom zijn vaak blind en hulpeloos. Dat is niet zo erg, want rovers kunnen vaak moeilijk bij de nesten komen. Deze jongen worden nestblijvers genoemd. Afsluiting Vertel de leerlingen dat ze binnenkort naar het Wellantcollege gaan om daar zelf nesten te gaan vlechten.
Les 2 Kernles(sen) Voorbereiding Bereid het vervoer naar het Wellantcollege voor. Inleiding De leerlingen krijgen bij het Wellantcollege verschillende nesten te zien. De leerlingen bedenken bij deze nesten: Van wie het nest zou kunnen zijn? Of het nest een grondnest, een holtenest of een nest in een boom is geweest? Van welke materialen de nesten zijn gemaakt? Hoe de vogel het nest stevig heeft gemaakt? Wat valt nog meer op aan het nest? Kan Avifauna zorgen voor een aantal mooie nesten naar het Wellant College? Kern De leerlingen gaan onder begeleiding van leerlingen van het Wellantcollege vogelnesten maken. Daarbij worden verschillende technieken en materialen gebruikt. In te vullen door de Wellant vakdocent – graag input Afsluiting Laat de leerlingen de gemaakte vogelnesten aan elkaar presenteren. Laat ze daarbij vertellen: Voor wat voor vogel(tje) ze het nest gemaakt hebben? Hoe kun je dat zien? Waar zou je het nest kunnen vinden? Op de grond? In een holte? Of in een boom of struik? Is het een nest voor een nestblijver of een nestvlieder? Waarom is jouw nest een goed nest voor deze vogel? (materiaalkeuze, grootte, plek enzovoorts)
Les 3 Verwerkingsles Voorbereiding Kopieer werkblad 3 voor de groepjes leerlingen (werken in twee- of drietallen). Inleiding Bespreek met elkaar wat jullie op het Wellant gedaan en gezien hebben. Hoe was het om een nest te maken? Was het makkelijk of moeilijk? Wat vind je nu van vogels die een nest maken? Kunnen we een nest ontwerpen voor een fantasievogel? Vertel dat ze in groepjes eerst een fantasievogel bedenken en dat ze daarna er een nest voor ontwerpen. Kern Deel werkblad 3 uit. Op werkblad 3 ontwerpen en tekenen ze een fantasievogel en haar nest. Op het werkblad beantwoorden de kinderen vragen als: Hoe groot is de vogel? Kan de vogel vliegen/zwemmen/ of alleen lopen? Op welke bestaande vogel lijkt jullie vogel? Hoe lang doet de vogel erover om haar eieren uit te broeden? Voor wie moet de vogel zich beschermen? Zijn de jongen nestvlieders of nestblijvers? Is het een grondbroeder, een holenbroeder of een nestbroeder? Uiteraard maken ze een tekening van de vogel en geven ze de vogel een naam. Laat de leerlingen daarna met handenarbeidmateriaal en/of met natuurlijk materiaal van buiten een nest bouwen voor de fantasievogel. Mocht u daar geen tijd voor hebben, laat ze dan in elk geval een bouwtekening maken van het nest van de fantasievogel. Afsluiting De leerlingen presenteren aan elkaar hun fantasievogel en het nest. Ze vertellen aan de hand van de volgende vragen hun keuzes voor het ontwerp: Hoe heet jullie fantasievogel? Is het een grote of kleine vogel? Op welke echte vogels lijkt jullie fantasievogel? Broedt de vogel op de grond, in een holte of in een nest in de boom? Krijgt de vogel als jongen ‘nestvlieders’ of ‘nestblijvers’? Hoe kun je dat zien aan het nest? Zijn jullie tevreden over het nest? Tegen welke problemen liep je op? En hoe heb je die opgelost?
5.
Achtergrondinformatie
5.1. Nesten Een nest is niet het ‘huis’ van een vogel. Het is de plek waar een vogel haar eieren legt, bebroedt en haar jongen groot brengt. Nesten heb je in soorten en maten. Sommige vogels maken een nest in een holle boom of andere holte: de holenbroeders. Andere vogels maken nesten van takken, van stro, mos. Deze vogels kun je weer onderscheiden in vogels die hun nest maken in bomen of struiken en die hun nest maken op de grond of in het water. Zwaluwen maken hun nest vaak van klei. Er zijn ook vogels die een hol graven in een oever of zandberg. Denk aan ijsvogels en aan oeverzwaluwen. Bergeenden maken hun nest in een oud konijnenhol. Niet alle vogels maken een nest. Sommige grondbroeders leggen hun eieren ergens tussen de stenen of in het zand. De koekoek is een apart geval. Die legt haar eieren bij een andere vogel in het nest. Voor plaatjes verwijzen we naar de bijgestuurde PowerPoint. 5.2 Vogels op hun nest Bij de meeste vogels broedt het vrouwtje de eieren uit. Bij bijvoorbeeld reigers wisselen het mannetje en vrouwtje elkaar af. Sommige vogels in warme gebieden aan, laten de zon het werk doen. De thermometervogel legt haar eitjes in een composthoop van rotte bladeren. In de snavel van de thermometervogel zit een soort thermometer. Als de temperatuur te hoog of te laag wordt, bouwt de vogel aan de composthoop zodat de temperatuur weer goed wordt. De koekoek legt de eitjes bij een andere vogel in het nest. Vogels broeden hun eieren uit door op de eieren te gaan zitten. Daardoor blijven de eieren op een goede temperatuur zodat de embryo in het ei kan gaan groeien. Het broedseizoen van vogels is in Nederland tussen maart en juli, soms zelfs eerder.
Het nest van een thermometervogel.
5.3 Hoe lang zit een vogel op haar eieren? De tijd dat een vogel op haar eieren moet broeden is afhankelijk van de grootte van de eitjes en of de jongen nestblijvers of nestvlieders zijn. Kolibrie Kleine zangvogels (winterkoninkje, roodborstje) Duif Kip Gans Gier Struisvogel
8/9 dagen 10 dagen 16 dagen 21 dagen 31 dagen 45 dagen 115 dagen
5.4 Nestblijvers of nestvlieders Nestblijvers worden kaal en hulpeloos geboren. Ze zijn helemaal afhankelijk van hun ouders. Nestvlieders kunnen al meteen lopen of zwemmen. Denk maar aan eendenpulletjes, jonge kieviten en andere weide- en wadvogels. Grondbroeders krijgen normaal gesproken ‘nestvlieders’ omdat ze niet goed beschermd zijn tegen rovers als vossen. Vogels die in een nest in een boom of struik broeden of in een holle boom of andere holte, krijgen meestal nestblijvers. De jongen worden wel alleen gelaten, maar de vogels vliegen af en aan met voedsel.
Nestblijver
Nestvlieder
5.5 Nestmateriaal Vaak worden nesten gemaakt van takken, stro, mos en veren. Vogels die in holtes broeden maken in die holtes vaak ook een nest, maar dat hoeft niet zo stevig te zijn als een nest dat los in de boom zit. Vogels gebruiken ook vaak afval voor in hun nest. Bij bijvoorbeeld meerkoeten kun je dat goed zien omdat ze in het water hun nest maken. Veel zwaluwen maken hun nest van klei. Om het nest aan de binnenkant extra zacht te maken voor de jongen, trekken vogels soms donsveertjes uit hun buik om daar het nest mee te bedekken.
Meerkoet op haar nest van afval
Vogelnest met veertjes
Veel zwaluwen maken hun nestje van klei
5.6 Vogels in de nesten Vogels raken soms in de nesten omdat ze geen broedplaats kunnen vinden. Oude holle bomen worden soms gekapt of vallen om tijdens een storm. Dan kunnen uilen, maar ook mezen geen broedplek meer vinden. Mussen broeden vaak in oudere huizen onder dakpannen. Door isolatie van huizen en door het anders bouwen van daken, verdwijnen die holtes en daarmee de nestgelegenheid voor deze vogels. Ooievaars broeden vroeger vaak op niet meer gebruikte schoorstenen. Door sloop verdwijnen deze plekken. Gelukkig houden mensen erg van vogels. Overal kun je nestkastjes zien hangen. De meeste nestkastjes zijn voor mezen. Maar je hebt ze ook voor bijvoorbeeld uilen en torenvalken. Voor mussen en gierzwaluwen worden kleine nestkastjes aan de muren bevestigd. Voor ooievaars zetten veel gemeenten maar ook particulieren palen neer. Zo kunnen we de vogels mooi helpen en genieten van hun aanwezigheid.
Nestkasten voor mussen
Bijlagen
Kunstige nesten
Presentatie: Vogels in de nesten Werkblad 1 Werkblad 2 Werkblad 3
Wat weet jij van vogelnesten? Instructie Wellantcollege: Hoe bouw je een nest? Komt nog n.a.v. idee Wellant? Ontwerp van een fantasievogel en haar nest
Werkblad 1 Wat weet jij van nesten? Dit werkblad is bedoeld om je te bedenken wat je van nesten weet. Het geeft dus niks als je de vragen fout beantwoord. Aan het eind van de lessen kun je kijken wat je hebt geleerd. 1. Is het nest het huis van een vogel? Ja/nee, omdat______________________________________________________________________ 2. Bouwt elke vogel een nest? Ja/nee, welke niet?__________________________________________________________________ 3. Hoe zorgt een vogel ervoor dat de eieren niet uit het nest vallen?
4. Een nestblijver wordt kaal en hulpeloos geboren. Noem een vogel die als jong een nestblijver is.
5. Een nestvlieder kan als jong meteen lopen of zwemmen. Noem een vogel die als jong een nestvlieder is.
6. Waar bouwen vogels geen nesten (streep die door) Onder de dakgoot / in de oever van een rivier / hoog in een boom / in een holle boom / in een schoorsteen / op een hoogspanningsmast / in een konijnenhol 7. Vogels gebruiken wel/geen afval om hun nest te bouwen? Wel/niet
Werkblad 2 Bouwtekeningen van nesten op het Wellant Wellant graag idee aanleveren wat jullie willen?
Werkblad 3 Maak een nest voor jouw fantasievogel Je gaat een nest maken voor jouw fantasievogel. Om die te maken, moet je goed weten wat jouw fantasievogel voor leven heeft. Beantwoord met je groepje daarom de volgende vragen: 1. Hoe groot is de vogel?
2. Kan de vogel vliegen/zwemmen/ of alleen lopen?
3. Op welke bestaande vogel lijkt jullie vogel?
4. Is het een grondbroeder, een holenbroeder of een nestbroeder?
5. Voor wie moet de vogel zich beschermen?
6. Zijn de jongen nestvlieders of nestblijvers?
7. Van welk materiaal kan jouw vogel haar nest bouwen?
Maak hieronder een tekening van jouw vogel. Bedenk een soortnaam voor je vogel.
Colofon Handleiding excursie Kunstige vogelnestjes Uitgave Stichting Vogelpark Avifauna, Alphen aan den Rijn 2013 Bezoekadres Hoorn 65, 2404 HG Alphen aan den Rijn Postadres Postbus 31, 2400 AA Alphen aan den Rijn Tel: Email: Email afd:
0172 487588
[email protected] [email protected]
Vormgeving Illustraties Eindredactie Marieke Weishaupt Stichting Vogelpark Avifauna Excursieproducten Wellantcollege Copyright:
Stichting Vogelpark Avifauna
Met dank aan en mede mogelijk gemaakt door: Logo’s Vogelpark Avifauna & Gemeente Alphen aan den Rijn & H2R+ creatieve communicatie bv