MOTIVATIE VAN JONGE KINDEREN IN HET MUZIEKONDERWIJS Stefan van Rees
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
Naam: Studentnummer: E-mailadres: Datum: Opleiding: School: Minor: Afstudeervoorzitter: Afstudeerdocent: Fotografie:
Stefan van Rees 0235938
[email protected] Juni 2013 Communicatie & Multimedia Design Hogeschool Rotterdam Creative Innovation R.F. van der Willigen P. van Thiel Stefan van Rees
Afstudeerbedrijf: Adres: Contactpersoon:
Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam (SKVR) Pieter de Hoochweg 125, 3024 BG Rotterdam Wilco Witte, Teammanager Muziek regio West SKVR
Samenvatting Deze scriptie gaat over de probleemstelling dat jonge kinderen die muziekles volgen na korte tijd de interesse verliezen, gedemotiveerd raken en vervolgens stoppen met muziekles. Met de Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam (SKVR) als afstudeerbedrijf is gezocht naar mogelijke oplossingen voor motivatieproblemen. Hoe kunnen we er voor zorgen dat deze kinderen toch geïnteresseerd blijven en met plezier de muzieklessen volgen. Kan een interactief product een bijdrage leveren aan een verbeterde motivatie van kinderen ? Er is gekeken naar de rol van muziekonderwijs binnen het reguliere onderwijs. Muziek blijkt geen belangrijke rol binnen het regulier onderwijs te hebben en heeft een lage prioriteit. Kinderen worden door de school niet gemotiveerd om iets met muziek te doen en vragen meer aandacht voor bijvoorbeeld rekenen, taal, lezen maar ook sport. Ondanks het feit dat diverse onderzoeken aantonen dat muziek maken een positief effect heeft op de intelligentie, motoriek en sociale vaardigheden is het kind gedwongen om muziekles te nemen als buitenschoolse activiteit. Kinderen van 10 tot 14 jaar zijn de primaire doelgroep. Uit het onderzoek blijkt dat de kinderen graag willen spelen maar toch behoefte hebben aan structuur. Maar ook willen ze eenvoud en gemak maar toch graag controle. De kinderen zouden graag wat meer inbreng hebben op de muzieklessen maar weten niet goed hoe ze dit moeten aanpakken. Bijvoorbeeld het meenemen van eigen muziek naar de muziekles. Om dit voor elkaar te krijgen is hulp nodig van docent of ouder waar in de praktijk niet altijd tijd voor is. De docenten van de SKVR gebruiken media voor de voorbereidingen van muzieklessen maar ook tijdens de lessen. Omdat de docenten van verschillende kennisniveaus op het gebied van multimedia zijn, is de diversiteit in mediatoepassingen groot. Er is geen vaste structuur aanwezig op het gebied van mediagebruik. De docent krijgt dit van de SKVR ook niet opgelegd en mag hier zijn/haar eigen invulling aan geven. De SKVR, die staat voor een duidelijke leermethode, heeft echter wel de wens om hier structuur in aan te brengen. Op basis van de onderzoeksresultaten is er een concept ontstaan, een interactieve leeromgeving. Een persoonlijke leeromgeving waarmee aan de behoeften van het kind voldaan kan worden. Met het systeem kan voldaan worden aan wensen als eenvoud, gemak, structuur, controle, eigen inbreng en plezier. De interactieve leeromgeving biedt niet alleen informatie, muziek & video en lesmateriaal in de vorm van een digitaal lesboek maar heeft interactieve mogelijkheden. De leerling kan bijvoorbeeld eenvoudig eigen muziek uploaden, muziekopnames maken en heeft contact met klasgenoten en/of docent. Door de leeromgevingen van klasgenoten en docenten met elkaar te verbinden kunnen leerlingen en docenten eenvoudig communiceren en muziek delen. Met de interactieve leeromgeving voor docent en leerling kan de SKVR op een flexibele en efficiënte manier structuur aanbrengen en wordt een basis gelegd op het gebied van media waarop verder gebouwd kan worden.
Summary This thesis concentrates on motivation problems of young children attending music lessons. The children loose interest, become demotivated and stop their lessons. In cooperation with arts foundation SKVR (Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam) I aimed to identify possible solutions for these motivation problems. This thesis contributes to answer questions including: How can we keep children interested and let them join the music lessons with pleasure? Can an interactive product contribute to a better motivation of the children? Research on the position of music education within the regular schools shows that music has a low priority within these schools. Children are not motivated to be active with music at school. School focuses on attention to maths, language, reading and sports. Although research proves that making music has a positive effect on intelligence, locomotion and social skills, children are forced to find musical education outside their regular school activities. Children between the ages of 10 and 14 years old are the primary target group of this study. Research results suggest that children like to play but also appreciate a certain level of structure. Further they value simplicity and want to have control over their activities. In music lessons the children would like to have some kind of control as well but struggle to achieve this. As an example children need help from a teacher or parent to bring their own music to the lessons. The teachers of the SKVR use media for preparations of their lessons but also during their lessons. The level of knowledge and experience with these media varies amongst the teachers. The diversity of media applications is large and the use of multimedia is currently unstructured. The SKVR has no guidelines for their teachers so the teacher is free to use the media they prefer. The SKVR aims to express a clear learning method and wants to structure media usage. The research results lead to a concept of an interactive learning environment. This is a personal environment, which is able to meet the needs of the children including simplicity, structure, control, and pleasure. Alongside information, music, video and educational material the interactive learning environment provides interactive possibilities. The student is able to upload their own music, make sound recordings and contact other students or their teacher. Connecting the environments of students and teachers makes it very easy to share educational materials, music and offers convenient communication options. With the interactive learning environment for teachers and students a base is created that allows the SKVR to supply structure in a flexible and efficient way.
Voorwoord Met mijn scriptie rond ik de studie Communicatie and Multimedia Design af aan de Hogeschool Rotterdam. Deze scriptie is waar het geleerde van de afgelopen vier jaar bij elkaar komt en ik de studie af kan sluiten waar ik met veel plezier aan gewerkt heb. Ik heb veel nieuwe mensen ontmoet en nieuwe dingen mogen ontdekken, het heeft mij veel opgeleverd. Thuis is er altijd begrip en support geweest. Als ik het even niet meer zag zitten waren zij degenen die voor me klaarstonden en me weer nieuwe energie gaven. Niels en Tieme, laat het voor jullie een motivatie zijn dat je veel kunt bereiken als je er maar moeite voor wil doen. Mijn dank gaat uit naar de medewerkers van de SKVR. Het afstudeerbedrijf waardoor het mogelijk werd om af te studeren over een onderwerp wat me raakt: muziek. Ik hoop dat ik iets heb kunnen bijdragen aan de oplossing van het probleem. Mensen, bedankt ! Beste Rob en Patrick. Van jullie heb ik veel support mogen ontvangen. Aan jullie heeft het in ieder geval niet gelegen, bedankt ! En dan de klasgenoten. Met een grote groep begonnen en nu met een paar nog aan de eindstreep. Tijdens de studie werd van ons een grote zelfstandigheid verwacht. Dit maakte het niet altijd makkelijk en gaf soms het gevoel met een thuisstudie bezig te zijn. In deze tijden waren het de klasgenoten waar steun en hulp te vinden was. We hielpen elkaar waar maar mogelijk was en hebben vele gezellige momenten mogen beleven. Bedankt voor jullie support en gezelligheid, ik heb veel van jullie geleerd. Ik hoop dan ook het contact niet met jullie te verliezen in de toekomst.
Inhoudsopgave
SAMENVATTING ....................................................................................................................................4 SUMMARY .............................................................................................................................................5 VOORWOORD ........................................................................................................................................7 INLEIDING ............................................................................................................................................ 10 1 | DE PROBLEEMSTELLING TOEGELICHT ............................................................................................. 13 2 | ONDERZOEK - MUZIEKONDERWIJS ................................................................................................. 17 2.1 DE RECHTVAARDIGING VAN MUZIEKONDERWIJS ........................................................................................... 17 2.2 PLAATS VAN MUZIEKONDERWIJS IN DE HEDENDAAGSE MAATSCHAPPIJ .............................................................. 19 2.3 CONCLUSIES ......................................................................................................................................... 24 3 | ONDERZOEK – DE DOELGROEP ....................................................................................................... 27 3.1 MOTIVATIE, DE THEORIE.......................................................................................................................... 27 3.2 RELEVANTIE ANDERE KENNISGEBIEDEN ....................................................................................................... 29 3.3 DE SKVR ............................................................................................................................................. 29 3.4 WAT WIL HET KIND ? .............................................................................................................................. 30 3.5 CONCLUSIES ......................................................................................................................................... 32 4 | ONDERZOEK – MULTIMEDIA .......................................................................................................... 35 4.1 MEDIAGEBRUIK BINNEN DE SKVR ............................................................................................................. 35 4.2 MEDIAGEBRUIK ONDER KINDEREN ............................................................................................................. 36 4.3 CONCLUSIES ......................................................................................................................................... 38 5 | ANALYSE PRIMAIR ONDERZOEK ..................................................................................................... 41 6 | VAN ONDERZOEK NAAR PRODUCT ................................................................................................. 45 6.1 VAN CONCLUSIES NAAR EEN CONCEPT ........................................................................................................ 45 6.1.1 Beschrijving concept & ontwerpcriteria ..................................................................................... 45 6.1.2 Bestaande informatiesystemen ................................................................................................. 47 6.1.3 Conceptueel model .................................................................................................................... 47 6.2 ONTWERPPROCES .................................................................................................................................. 49 6.2.1 Ontwerpkeuzes .......................................................................................................................... 49 6.2.2 Stroomdiagram .......................................................................................................................... 50 6.2.2 Wireframes ................................................................................................................................ 51 6.2.3 Visueel ontwerp ......................................................................................................................... 55 7 | VALIDATIE PRODUCT ...................................................................................................................... 61 8 | DISCUSSIE EN AANBEVELINGEN ...................................................................................................... 67 BRONNENLIJST ..................................................................................................................................... 70 BIJLAGE 1 | INTERVIEW WILCO WITTE, TEAMMANAGER SKVR ............................................................ 72 BIJLAGE 2 | INTERVIEW PETER VAN VUGT, DOCENT SKVR ................................................................... 77 BIJLAGE 3 | INTERVIEW JAN HENDRIK HOOTSEN, COÖRDINATOR SKVR .............................................. 82 BIJLAGE 4 | INTERVIEW PETER ZUIJDAM, DIRECTEUR BASISSCHOOL ST. MICHAEL .............................. 86 BIJLAGE 5 | ENQUÊTE KINDEREN & OUDERS ........................................................................................ 89 BIJLAGE 6 | TESTPLAN .......................................................................................................................... 92
Inleiding Als kind was ik altijd bezig met het maken van muziek. Zo luisterde ik veel naar muziek en probeerde ik met alles wat ik tegenkwam muziek te maken. Op mijn negende jaar was het grote moment daar en mocht ik op muziekles. Ik kreeg de oude gitaar van mijn vader en volgde gitaarlessen op de lokale muziekschool in Ridderkerk. Het eerste jaar was ik nieuwsgierig, vond alles interessant en wilde steeds meer leren. Mijn natuurlijke nieuwsgierigheid zorgde ervoor dat ik met geen enkele moeite de lessen kon volgen en druk aan het oefenen was. Na een jaar studeren op de gitaar was deze natuurlijke nieuwsgierigheid echter al grotendeels verdwenen en kostte het me meer moeite om naar muziekles te gaan terwijl mijn vrienden buiten aan het spelen waren. Na nog een jaar studeren had ik al flinke vorderingen gemaakt op mijn gitaar. Het kostte me alleen veel moeite om naar muziekles te gaan en zag het als een verplichting. Ik wilde geen verplichtingen en ondanks de nog steeds aanwezige interesse voor muziek stopte ik met muzieklessen. Nu, 30 jaar later, nog steeds bezig met muziek en 2 jonge kinderen verder kom ik tot de conclusie dat ik eigenlijk verder had moeten gaan met die muzieklessen. Net op het moment dat ik het allemaal begon te begrijpen en de techniek van het gitaarspelen onder de knie begon te krijgen stopte ik ermee en heb ik een belangrijke basis laten liggen. Ik heb dit altijd jammer gevonden maar is iets wat ik pas achteraf besefte. Als kind is dit besef er niet en ben je met hele andere zaken bezig. Ik ben niet de enige. Veel vrienden en kennissen geven aan ook muzieklessen te hebben gevolgd om er na een korte periode weer mee te stoppen. Ook nu nog zie ik veel jonge kinderen om me heen die na een bepaalde periode stoppen met muziekles. Als muziekliefhebber vind ik dit zonde en kom op het idee hier onderzoek naar te doen en een bijdrage te leveren aan de oplossing van dit “probleem”. Ik bedenk dat de Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam (SKVR) vanuit dit gezichtspunt bezien weleens een goede informatiebron en opdrachtgever voor mij zou kunnen zijn. De SKVR geeft immers op diverse locaties muziekonderwijs aan jonge en oudere kinderen op alle niveaus. Na een oriënterend gesprek blijkt de SKVR het probleem te herkennen en geeft aan baat te hebben bij een oplossing ervan.
“Een deel van de kinderen tussen de 10 en 14 jaar die muziekles volgen verliezen na korte tijd de motivatie en stoppen met de muzieklessen.” Uitgangspunt met betrekking tot de hierboven geformuleerde probleemstelling is dat het voor kinderen niet alleen leuk is om met muziek bezig te zijn maar bovendien nuttig en leerzaam. Vanuit onderzoek in nauw overleg met de opdrachtgever is gezocht naar een mogelijke oplossing van het probleem met als doel jonge kinderen langdurig te motiveren en te stimuleren om door te blijven gaan met het volgen van muzieklessen. Een kind heeft een eigen wil en er zijn veel factoren en kennisgebieden die de motivatie van een kind kunnen beïnvloeden (Schokker, Katwijk & Arendz, 2011). Zo is de pedagogische invloed van de docent
10
een belangrijke factor. De docent heeft rechtstreeks contact met het kind en kan bepalen of de leerling enthousiast wordt of niet. Docenten van de SKVR geven aan dat dit contact van essentieel belang is. Ook zijn de educatieve leermiddelen van belang. De juiste boeken en hulpmiddelen kunnen het kind motiveren (Bunnik-Tibbe, 2008). Als motiverende factor is de invloed van de ouders van groot belang. Spelen de ouders bijvoorbeeld een muziekinstrument, of zijn ze enthousiast over de muziekles ? In mijn scriptie is onderzoek gedaan binnen een specifiek vakgebied; multimedia. Kan een multimedia oplossing ervoor zorgen dat kinderen door blijven gaan met muzieklessen ? Kan dit kennisgebied een motiverende factor zijn voor de jonge kinderen ? Onderzoek toont aan dat jonge kinderen veel gebruik maken van het aanbod in multimedia. (Nikken, 2011). Hierbij gaat het om televisie, games, gsm en internet. Kan deze multimedia als educatief leermiddel ingezet worden ? Er is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden op het gebied van multimedia en in hoeverre deze kunnen bijdragen aan de motivatie van jonge kinderen. Centrale onderzoeksvraag:
“ Welke factoren zijn van belang om kinderen in de leeftijd van 10 tot 14 jaar die muziekles volgen te motiveren door middel van multimedia. “ Binnen het domein multimedia is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden binnen de doelgroep. De primaire doelgroep is de kinderen die muziekles volgen van 10 tot 14 jaar. Dit is de doelgroep waarvoor de uiteindelijke oplossing gecreëerd moet worden. De andere doelgroep is de stakeholder, de SKVR. De SKVR heeft baat bij een oplossing van dit probleem want ziet het aantal leerlingen teruglopen. Bij de onderzoeksvraag horen de volgende deelvragen: Welke multimedia oplossingen heeft de SKVR al ? Welke multimedia oplossingen worden er binnen het muziekonderwijs al toegepast ? Wat doet de SKVR om kinderen te motiveren ? Hoe groot is het uitvalpercentage bij kinderen die muziekles volgen ? Wat is bekend over de redenen van uitval bij de doelgroep ? Hoe kan een kind gemotiveerd worden ? Medewerkers van de SKVR hebben veel nuttige informatie kunnen aandragen. Gesprekken en interviews met docenten die dagelijks met de kinderen werken hebben het probleem duidelijk gemaakt en gaven input voor een mogelijke oplossing. Er is een enquête uitgeschreven voor de primaire doelgroep, de kinderen (zie bijlage 5). Deze enquête heeft duidelijk gemaakt wat de kinderen beweegt en wat de behoeften zijn op muzikaal gebied. In deze enquête zijn ook de ouders betrokken omdat deze een belangrijke factor bleken te zijn als het gaat om motivatie van een kind. Om het onderzoek een plaats te geven is onderzocht wat het belang is van muziekonderwijs. Uit dit onderzoek kan geconcludeerd worden dat muziek de ontwikkeling van het kind in positieve zin stimuleert en veel voordelen heeft. Deze positieve ontwikkeling is niet alleen zichtbaar op muzikaal gebied maar uit zich ook in een verbeterde motoriek, sociaal gedrag, intelligentie en leerprestaties. Er is een probleem en er is een behoefte om dit probleem op te lossen. Dit onderzoek toont aan dat er binnen het kennisgebied multimedia kansen zijn om samen met de andere kennisgebieden een bijdrage te leveren aan de oplossing van dit probleem.
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
11
01 Motivatie in het muziekonderwijs 12
1 | Motivatie in het muziekonderwijs
“Een deel van de kinderen tussen de 10 en 14 jaar die muziekles volgen verliezen na korte tijd de motivatie en stoppen met de muzieklessen.”
Als het aan Benjamin Zander ligt, zou iedere volwassene en ieder kind een muziekinstrument bespelen. Benjamin Zander is leraar aan het conservatorium van Boston en dirigent van het Filharmonisch orkest van Boston. Ook geeft hij wereldwijd lezingen waarin hij mensen wil enthousiasmeren voor klassieke muziek. Zander is van mening dat ieder kind in staat is om muziek te maken, talent of niet. In een van zijn lezingen bespreekt hij ook het probleem van kinderen die (te vroeg) stoppen met muziekles omdat ze geen zin meer hebben. Zoals Zander laat zien begint een kind met muziekles en geeft iedere muzieknoot zijn of haar speciale aandacht. Na een aantal jaren oefenen bereikt het kind een punt waarop de muziek als één geheel geïnterpreteerd gaat worden in plaats van een verzameling van losstaande noten. Dit is het punt waarop het kind gaat beseffen dat hij/zij echt iets bereikt heeft. Helaas stoppen veel kinderen met muziekles voor ze dit punt bereikt hebben. Uit gesprekken met de SKVR blijkt ook dat gebrek aan motivatie een belangrijke oorzaak is waarom jonge kinderen stoppen met muziekles. Interviews met verschillende docenten bevestigen echter dat het probleem aanwezig is en dat men er graag iets aan zou willen doen. De cijfers die de SKVR aangeleverd heeft geven aan dat motivatie de belangrijkste oorzaak is waarom kinderen stoppen met muziekles. Van een groot deel van de kinderen is niet bekend waarom ze stoppen. Het is volgens de SKVR aannemelijk dat van de onbekende 54% nog een deel van de kinderen door motivatie stopt met muzieklessen.
Tabel 1.1 Overzicht afmeldingen SKVR Andere cursus / hobby Docent Financiële reden Gezondheidsproblemen Lesverzuim Motivatie Privé omstandigheden Tijdgebrek School Verhuizing Onbekend
2011 / 2012 9% 6% 8% 2% 3% 11% 0% 6% 3% 12% 59%
2012 / 2013 5% 5% 4% 2% 0% 14% 4% 7% 0% 5% 54%
Noot. Gegevens ontvangen van de marketing afdeling Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
13
Het motiveren van kinderen is een belangrijk onderwerp binnen de SKVR. Docenten krijgen speciale trainingen over dit onderwerp en zijn zich bewust van het probleem dat kinderen niet altijd gemotiveerd zijn en/of blijven. De SKVR ziet het aantal leerlingen teruglopen en subsidies afnemen en is daarom zeer gebaat bij een oplossing om de kinderen die op muziekles zitten te behouden. De SKVR is zich bewust van het feit dat hier geen eenduidige oplossing voor te bedenken is. Ondanks de complexiteit van het probleem blijft de SKVR echter wel moeite doen om het aantal kinderen met motivatieproblemen te verlagen. Het is voor de SKVR een probleem waar ze altijd mee te maken hebben gehad en wat ook altijd zal blijven bestaan. De SKVR geeft aan dat sommige kinderen nu eenmaal niet te motiveren zijn en stelt dan ook dat we ons moeten richten op die kinderen die wel open staan voor verbeteringen en dus ook te motiveren zijn. In figuur 1.1 wordt aan de linkerzijde het leerproces van het kind weergegeven. Dit leerproces loopt niet in een rechte lijn. Tijdens het leerproces kan een kind obstakels tegenkomen zoals demotivatieproblemen, andere hobby of privé omstandigheden (zie tabel 1.1). Een bocht in dit leerproces kan betekenen dat het kind stopt met muzieklessen en dus het leerproces onderbroken wordt. Uit tabel 1.1 is af te leiden dat er meerdere omstandigheden kunnen zijn waardoor het proces onderbroken kan worden. Een aantal omstandigheden die te maken hebben met privé situaties zullen simpelweg niet te voorkomen zijn. De obstakels in het leerproces kunnen daarom niet geheel weggenomen worden. De probleemstelling is specifiek gericht op lesuitval met als oorzaak motivatieproblemen. Om er achter te komen welke factoren motiverend kunnen werken op de kinderen en om aan de eis van een interactief product te kunnen voldoen is de volgende onderzoeksvraag opgesteld; Welke factoren zijn van belang om kinderen in de leeftijd van 10 tot 14 jaar die muziekles volgen te motiveren door middel van multimedia ? Het onderzoek zou dus een aantal factoren moeten opleveren waardoor kinderen gemotiveerd kunnen worden. Deze factoren moeten vervolgens verwerkt worden in een interactief product. Om van het huidige leerproces naar het gewenste leerproces te komen is aan de rechterkant het gewenste leerproces als een lijn gesymboliseerd met minder bochten. De bochten die nog in het proces zitten zijn de onoverkomelijke omstandigheden waar we geen invloed op hebben. De oplossing zoals in het midden afgebeeld moet deze verbetering gaan realiseren. In de oplossing is rekening gehouden met andere kennisgebieden; het is onwaarschijnlijk dat een losstaand interactief product een oplossing zal kunnen bieden voor het probleem. Het product moet kunnen samenwerken met de andere kennisgebieden. Tijdens kennismakingsgesprekken met de SKVR werd dit al bevestigd en geeft men aan dat de pedagogische aanpak van motivatieprobleem zeer belangrijk is. Het muziekonderwijs is een persoonlijk, creatief proces waarbij de relatie en het contact tussen docent en leerling van groot belang is en een grote invloed heeft op de ontwikkeling van het kind. De ultieme oplossing zou dan ook zijn om een interactief product te kunnen opleveren waarbij er niets verandert aan de pedagogische aanpak van de docent maar waar het product in kan ondersteunen en kan bijdragen tot een verbeterde motivering voor zowel leerling als docent.
14
Figuur 1.1 Schematische weergave van mijn probleemstelling
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
15
02 2 | ONDERZOEK – Muziekonderwijs
PRIMAIR ONDERZOEK - MUZIEKONDERWIJS 16
2 | PRIMAIR ONDERZOEK - Muziekonderwijs In dit hoofdstuk worden de resultaten beschreven van het onderzoek over muziekonderwijs. Er is gekeken naar de effecten van muziekonderwijs op de ontwikkeling van het kind. Wordt een kind er beter van of is muziek maken slechts een hobby ? Ook is onderzoek gedaan naar de positie van muziekonderwijs binnen het regulier onderwijs. De resultaten brengen in beeld hoeveel tijd er binnen het regulier onderwijs beschikbaar is voor muziek en hoe deze tijd ingevuld wordt. Dit hoofdstuk is informatief en dient ter ondersteuning van de probleemstelling. De conclusies komen terug in hoofdstuk 5 (analyse primair onderzoek) waar er een antwoord op de hoofdvraag en deelvragen gegeven wordt.
2.1 De rechtvaardiging van muziekonderwijs Muziek is altijd een leuke hobby geweest, interessant voor kinderen die een brede ontwikkeling ambiëren. Voor de grote meerderheid is muziek niet meer dan “leuk” en gaat de aandacht uit naar schoolprestaties op taal- en rekenkundig gebied of andere buitenschoolse activiteiten. In het jaar 2000 wordt er een wetenschappelijk onderzoek gepubliceerd; “Muziek maakt slim: muziek stimuleert de intelligentie en de sociaal- emotionele ontwikkeling van kinderen”. Dit is ook de titel van het boek waarin de Duitse muziekpedagoog Hans Günther Bastian verslag doet van een jarenlang onderzoek naar de effecten van muziekonderwijs (Bastian, 2002). Het onderzoek toont aan dat muziek een bijdrage levert aan een betere samenleving, een positieve invloed heeft op de brede ontwikkeling van kinderen en kinderen significant hoger scoren op intelligentietesten. Goed muziekonderwijs maakt slim, sociaal en muzikaal.
Het onderzoek van Hans Günther Bastian Tussen 1992 en 1998 heeft een onderzoeksteam onder leiding van Hans Günther Bastian een onderzoek uitgevoerd aan zeven Berlijnse basisscholen. Vijf klassen fungeerden als modelgroep en twee groepen als controlegroep. De hypothese voor het onderzoek is dat het leren spelen van een muziekinstrument, het muziek maken in een groep en muzikale vorming een positief effect heeft op de cognitieve, creatieve, esthetische, muzikale, sociale en psychomotorische functies. Ook stelt de hypothese dat eigenschappen die te maken hebben met motivatie, de wil om te leren, concentratie, betrokkenheid, zelfstandigheid, doorzettingsvermogen en zelfkritiek positief beïnvloed zullen worden. In het verloop van het onderzoek zijn er een aantal sociale en psychologische kenmerken van de kinderen vastgesteld. Zes jaar lang zijn de kenmerken die ontwikkelingspsychologisch aangeduid konden worden onderzocht en geëvalueerd. Het ging hier om de kenmerken muzikale aanleg, emotionele stabiliteit versus labiliteit, creativiteit, sociale vaardigheden, extra- en introvert gedrag, zenuwachtigheid, psychomotoriek, concentratievermogen, algemene schoolprestaties, leermotivatie en prestatiedrang, zelfbeeld, creatief denken en intelligentie. Vanuit sociaal oogpunt is gekeken naar de familieverbanden, het milieu van het kind, sfeer van opvoeding, het gegeven of de ouders muziek maken, hobby’s en ervaringen van de kinderen uit de voorschoolse periode.
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
17
De scholen in de modelgroep kregen twee uur per week muziekonderwijs. De ontwikkeling van deze kinderen werd vergeleken met de ontwikkeling van vergelijkbare kinderen op 2 andere scholen zonder uitgebreide muzieklessen. De onderzoekers waren voortdurend in gesprek met docenten, met de ouders en de kinderen. Deze gesprekken gaven feedback over het onderzoek en gaven de voortgang van het onderzoek aan. Er werd gebruik gemaakt van kwalitatieve middelen als tekenen, schilderen en muziek maken. Kwantitatief werden er gestandaardiseerde onderzoeksvragen gesteld.
Betere sociale vaardigheden door muziekonderwijs Kinderen leren in de loop van de basisschool een ander kind niet alleen te zien als een partner maar als iemand die een eigen visie en een andere kijk op zaken heeft. Dit zijn de sociale vaardigheden die noodzakelijk zijn om met andere mensen om te gaan, een zinvolle bijdrage te kunnen leveren aan de samenleving en te kunnen integreren in de samenleving, zo schrijft Bastian in zijn onderzoek. Op grond van Bastians onderzoeksresultaten naar het effect van muziek op sociale vaardigheden kan geconstateerd worden dat muziekonderwijs in vergelijking met andere disciplines en technieken een effectief middel is om de sociale vaardigheden bij jongeren en kinderen te ontwikkelen. In tegenstelling tot teamsporten stijgt de einduitvoering boven de individuele prestatie uit. De uitvoering vraagt om coördinatie, consideratie, initiatief en groepsverantwoordelijkheid. Het onderzoek van Bastian heeft eindelijk degelijk bewijsmateriaal kunnen opleveren hiervoor. Er zijn nieuwe onderzoeksmethoden en procedures ontwikkeld om de sociaal-emotionele structuren vast te kunnen stellen. Met deze methoden was men in staat om de intensiteit van gevoelens van sympathie en antipathie van leden van de modelgroep en de controlegroep te bepalen. Eén van deze methoden was een enquête waarin de kinderen gevraagd werd naar zowel positieve als negatieve ervaringen tegenover medescholieren die ze meer of minder aardig vonden. In het onderzoek kregen de kinderen verschillende gezichtsuitdrukkingen te zien en werd ze gevraagd of ze de gezichtsuitdrukking prettig of onprettig vonden. Hierbij was het belangrijk om de reden van voorkeur of afwijzing duidelijk aan te geven. De kinderen kregen meerdere keuzes voor voorkeur of afwijzing. Het onderzoek gaf de hypothese “muziek heeft een invloed op het sociaal-emotionele gedrag” de mogelijkheid duidelijke verschillen tussen modelgroep en controlegroep te specificeren en te onderscheiden. In alle leeftijdsgroepen werden in de modelgroep, met meer muziekonderwijs meer positieve reacties gemeten. Het percentage negatief benoemde kinderen lag in de modelgroep beduidend onder het percentage van de controlegroep. Negatieve beoordeling tegenover medescholieren: Groep 6: modelgroep 66% - controlegroep 33% Groep 7: modelgroep 62% - controlegroep 36% Groep 8: modelgroep 76% - controlegroep 52% Het gemeten effect betekent dat gezamenlijk muziek maken het afwijzingsgedrag van kinderen duidelijk laat afnemen. Vervolgens kan er gesteld worden dat de positieve sociale verhoudingen in de klassen met muziek een prettige sfeer creëren met wederzijds respect en acceptatie. Het onderzoek kon tevens aantonen dat de kinderen uit de muziekklassen beschikten over een verbeterde praktische intelligentie, het vermogen om van ervaringen te leren en deze ervaringen toe te
18
passen in het dagelijks leven. Dit vermogen van de kinderen kan weer bijdragen tot een verhoogde gevoeligheid voor sociale vraagstukken en problemen.
Invloed van muziekonderwijs op de intelligentie Het onderzoek van Bastian heeft kunnen bevestigen dat bij jonge kinderen het IQ door muziekonderwijs een verhoging heeft opgeleverd ten opzichte van de kinderen die geen muziekles hebben gehad. Als de groep kinderen verdeeld wordt in onder- en bovengemiddeld IQ, dan is te zien dat de kinderen uit de modelgroep over de hele breedte hoger scoren. De verschillen zijn niet heel groot maar wel duidelijk waarneembaar en worden door alle tests bevestigd. Op basis van Bastians gegevens en analyses is dus duidelijk gebleken dat langdurig muziekles zowel kinderen met een lager IQ als met een hoger IQ mogelijkheden kan bieden om hun cognitieve prestaties te verbeteren. De kinderen kunnen profiteren van muziek en zich in veel gevallen beter ontwikkelen in rekenen, abstract denken en algemene ontwikkeling.
Resultaten van ander onderzoek Bastian is niet de enige die onderzoek gedaan heeft naar de positieve effecten van muziekonderwijs. Zo verscheen er in 1985 een onderzoek van Haanstra en Van Oijen. Dit onderzoek gaf de resultaten van een zogenaamde meta-analyse. Een samenvatting van de resultaten uit de op dat moment beschikbare serieuze onderzoeken naar de ‘instrumentale effecten’ van de diverse vormen van muziekonderwijs. Haanstra en van Oijen constateerden dat de invloed van muzikale vorming op de intelligentie nog niet overtuigend aangetoond kon worden. De resultaten op het creatieve vlak waren wisselend. In sommige onderzoeken was de muzikale invloed wel zichtbaar, in andere onderzoeken weer niet. Wel was een duidelijk positieve werking op het concentratievermogen en geheugen waarneembaar, vooral bij achtergestelde groepen.
2.2 Plaats van muziekonderwijs in de hedendaagse maatschappij Onderzoek toont dus aan dat muziek onderwijs niet alleen leuk is maar ook goed voor de ontwikkeling is van jonge kinderen. Ondanks dit gegeven is het leren bespelen van een muziekinstrument blijkbaar nog steeds weggelegd voor kinderen die bereid zijn buiten school om naar de muziekschool te gaan voor muziekonderwijs. Welke positie neemt muziekonderwijs in binnen het primaire en voortgezet onderwijs in Nederland ? Volgens de oude wet op het Lager Onderwijs was muziek een verplicht vak. Zang was bijvoorbeeld al vanaf 1847 verplicht op de lagere school. In 1985 werd de Wet op het Basisonderwijs ingevoerd, waarbij kleuter- en lagere scholen samengingen in nieuwe basisscholen. De invoering van deze nieuwe wet betekende voor de toenmalige kunstvakken zoals muziek een verbreding. Volgens de wet wordt gesproken over het leergebied kunstzinnige oriëntatie, waarbij tenminste aandacht besteed moet worden aan tekenen, muziek, handvaardigheid, spel en beweging. In 1988 werd er gemiddeld 5,4 uur per week besteed aan cultuureducatie (Oomen, Visser, Donker, Beekhoven, & Hoogeveen, 2009). Hiervan was slechts 1 uur per week beschikbaar voor muziekonderwijs.
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
19
Voor 1968 stond alleen tekenen als verplicht vak op het rooster van middelbare scholen. Toen in 1968 de Wet op het voortgezet onderwijs in werking trad werden tekenen, muziek en handvaardigheid een verplicht vak in alle vormen van het voortgezet onderwijs. In 1993 werd de Basisvorming ingevoerd. Een pakket van 15 verplichte vakken voor 12 tot 15 jarigen. De school was verplicht om minimaal 2 kunstvakken aan te bieden en kon hierbij kiezen uit de vakken muziek, tekenen, handvaardigheid, textiele werkvormen, audiovisuele vormgeving, dans en drama. Als advies voor de basisvorming werd 280 uur per jaar aangehouden. Dit betekent 7 uur per week voor alle jaren basisvorming. Uit landelijke enquêtes (Oomen, Visser, Donker, Beekhoven, & Hoogeveen, 2009) bleek dat ongeveer de helft van de scholen dit advies aanhield of zelfs iets meer uren gaf. De andere helft zat echter onder het aantal adviesuren per week. In de eerste twee jaren van het voortgezet onderwijs worden gemiddeld 2 uren per week aan beeldende vakken gegeven en 1 uur aan muziek.
Stand van zaken in het primair onderwijs Van alle basisscholen heeft ca. 90% een visie op cultuureducatie. Hiervan heeft 75% van de scholen deze visie ook schriftelijk vastgelegd. De scholen die nog geen visie hebben of nog niet schriftelijk hebben vastgelegd geven aan hier aan te werken om daarmee ook een beter aanbod tot stand te kunnen brengen. Vrijwel alle scholen hebben als doel om kinderen in aanraking te brengen met kunst en cultuur. Ook vinden scholen het van belang om de persoonlijke ontwikkeling van de kinderen te stimuleren door middel van kunst en cultuur.
Tabel 2.1 Visie op cultuureducatie basisscholen Percentage basischolen met een visie op cultuureducatie Nee, geen visie 10 % Ja, maar niet schriftelijk vastgelegd 28 % Ja, deze is vastgelegd in het 19 % schoolplan en/of de schoolgids Ja, deze is vastgelegd in een apart 43 % beleidsplan Noot. Overgenomen uit “Cultuureducatie in het primair en voortgezet onderwijs”, door Oomen, C., Visser, I., Donker, A., Beekhoven, S. & Hoogeveen, K., 2009, p.18, Utrecht: Sardes/Oberon.
Het aantal uren dat besteed wordt aan kunst en cultuur is al jaren stabiel. De meeste tijd wordt besteed aan tekenen en handvaardigheid. Daarna gaat de meeste aandacht uit naar spel en bevordering van taalgebruik. Aan muziek en beweging wordt wekelijks evenveel tijd gespendeerd. In tabel 2.2 is per groep weergegeven van het aantal uren dat wekelijks op basisscholen gebruikt wordt voor cultuureducatie. Hierbij is het opvallend dat de kinderen uit groep 2 nog gemiddeld 10 uur per week met cultuureducatie bezig zijn wat in groep teruglopen is tot ongeveer 5 uur per week.
20
Tabel 2.2 Urenbesteding aan cultuureducatie per week op basisscholen, gemiddeld aantal uren Vak Groep 2 Groep 4 Groep 7 Tekenen en 4 uur 2 uur 2 uur handvaardigheid Muziek 1,8 uur 1 uur 1 uur Spel en bevordering 2,6 uur 1,5 uur 1,4 uur taalgebruik Beweging 1,8 uur 1 uur 1 uur Totaal 10,2 uur 5,5 uur 5,4 uur Noot. Overgenomen uit “Cultuureducatie in het primair en voortgezet onderwijs”, door Oomen, C., Visser, I., Donker, A., Beekhoven, S. & Hoogeveen, K., 2009, p.20, Utrecht: Sardes/Oberon
Ongeveer 25% van de basisscholen heeft een cultuurprogramma vastgelegd. Iets meer dan de helft heeft de activiteiten afgestemd en 20% van de scholen geeft aan dat er sprake is van losstaande activiteiten. Een kwart van de scholen koopt een kant en klaar kunstmenu in en waarborgt daarmee een evenwichtige opbouw over de opeenvolgende schooljaren wat betreft de verschillende kunst- en cultuurdisciplines. Slechts een klein gedeelte van de scholen werkt met een doorlopende leerlijn op het gebied van cultuureducatie. Een kwart van de scholen werkt helemaal niet met een doorlopende werklijn. Slechts 2% van de basisscholen geeft aan dat er contact is met het voortgezet onderwijs over de plaats van cultuureducatie. De samenwerking tussen basisschool en muziekschool is matig. In slechts enkele gevallen wordt er een duidelijk programma in goed overleg afgesproken. Van een doorlopende leerlijn van de basisschool naar het voortgezet onderwijs is geen sprake.
Tabel 2.3 Basisscholen die werken met een doorlopende leerlijn voor cultuureducatie % niet % in enige mate % in grote mate Het programma is 22 63 15 cumulatief: het bouwt wat betreft kennis en vaardigheden steeds voort op wat eerder is gedaan. Activiteiten binnen de 27 56 17 school en de culturele activiteiten die buiten school worden gevolgd zijn op elkaar afgestemd Noot. Overgenomen uit “Cultuureducatie in het primair en voortgezet onderwijs”, door Oomen, C., Visser, I., Donker, A., Beekhoven, S. & Hoogeveen, K., 2009, p.26, Utrecht: Sardes/Oberon.
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
21
Tabel 2.4 Samenwerking met culturele instellingen, in percentages % School maakt % School % Gezamenlijke gebruik van formuleert vraag, ontwikkeling en beschikbare instelling speelt uitvoering aanbod instelling daarop in activiteiten Muziekschool 42 7 8 Muziekgezelschap 39 5 5
% Geen samenwerking
43 51
Noot. Overgenomen uit “Cultuureducatie in het primair en voortgezet onderwijs”, door Oomen, C., Visser, I., Donker, A., Beekhoven, S. & Hoogeveen, K., 2009, p.26, Utrecht: Sardes/Oberon.
Binnen het primair onderwijs heeft 19% van de scholen een vakleerkracht of freelancer voor cultuurvakken. Hierbij gaat het voornamelijk om muziekleerkrachten. In 5 jaar tijd is het percentage vakleerkrachten afgenomen van 31% naar 19%. Een aantal redenen voor deze daling van vakleerkrachten:
Vakleerkrachten gaan met pensioen Scholen geven de voorkeur aan gymnastiekdocent in plaats van aan vakleerkrachten voor cultuureducatie. Bezuinigingen; scholen gebruiken liever hun eigen groepsleerkrachten. Nieuwe categorie leerkrachten; vakdocenten die ook voor een kunstvak een diploma hebben.
Onder de scholen geeft 87% aan dat geld de voornaamste reden is om geen vakdocent voor cultuureducatie aan te stellen. Van de scholen heeft 81% cultuureducatie als aparte post opgenomen op de begroting. Een percentage van 89% van de scholen heeft een opgeleide cultuurcoördinator.
Tabel 2.5 Besteding beschikbare bedrag voor cultuureducatie Deelname aan culturele- en/of erfgoededucatie-activiteiten Inhuur externe leerkrachten Inrichting lokaal Inkoop materiaal en/of apparatuur Deskundigheidsbevordering leerkrachten
% 99 35 5 54 25
Noot. Overgenomen uit “Cultuureducatie in het primair en voortgezet onderwijs”, door Oomen, C., Visser, I., Donker, A., Beekhoven, S. & Hoogeveen, K., 2009, p.30, Utrecht: Sardes/Oberon.
Stand van zaken in het voortgezet onderwijs Binnen het voortgezet onderwijs heeft 90% van de scholen een visie op cultuureducatie. Iets meer dan 50% heeft deze visie ook vastgelegd. Deze visie is vastgelegd in het schoolplan, de schoolgids of in een apart cultuurbeleidsplan. Vooral Havo/vwo scholen hebben de visie vastgelegd, praktijkscholen lopen hierop iets achter.
22
Tabel 2.6 Een visie op cultuureducatie voortgezet onderwijs PraktijkVmbo Havo/vwo onderwijs scholen scholen Nee Ja, maar niet schriftelijk vastgelegd Ja, vastgelegd in een cultuurplan Ja, vastgelegd in het schoolplan
28 38
10 38
7 36
Breed onderwijs aanbod 10 45
Landelijk (2009)
17
31
33
29
31
17
21
24
17
23
10 37
Noot. Overgenomen uit “Cultuureducatie in het primair en voortgezet onderwijs”, door Oomen, C., Visser, I., Donker, A., Beekhoven, S. & Hoogeveen, K., 2009, p.33, Utrecht: Sardes/Oberon.
Op het vmbo wordt in de onderbouw gemiddeld 3,6 uur per week besteed aan de kunstvakken. In de onderbouw van het havo/vwo wordt gemiddeld 3,2 uur per week gewerkt aan kunstvakken. Met deze uren willen de scholen de volgende doelen voor leerlingen bereiken:
Tabel 2.7 Doelen voor leerlingen die nagestreefd worden door middelbare school 97% Leerlingen in aanraking brengen met kunst en cultuur 90% Persoonlijke ontwikkeling stimuleren 84% Deelname aan kunst en cultuur buiten de school stimuleren 79% Kennis/vaardigheden op het gebied van kunst en cultuur vergroten 73% Leerlingen leren waarnemen, analyseren en waarderen 69% Leerlingen kennis en waardering voor de eigen omgeving bijbrengen 59% Leerlingen leren omgaan met verschillende culturen 57% Talentontwikkeling stimuleren Noot. Overgenomen uit “Cultuureducatie in het primair en voortgezet onderwijs”, door Oomen, C., Visser, I., Donker, A., Beekhoven, S. & Hoogeveen, K., 2009, p.33, Utrecht: Sardes/Oberon.
Op slechts 27% van de scholen wordt er gewerkt met een samenhangend, structureel programma voor cultuureducatie. Op 41% van de scholen zijn sommige activiteiten op elkaar afgestemd, op 32% van de scholen staan de activiteiten los van elkaar. Het percentage scholen met een samenhangend programma is wel gestegen van 20% naar 27%. Meer dan 75% van de scholen werkt met een doorlopende leerlijn. De helft hiervan doet dit slechts in beperkte mate. Een kwart van de scholen werkt intensief met een vast programma waarin voortgebouwd wordt op de eerder opgedane kennis en vaardigheden.
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
23
De doorlopende leerlijn tussen het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs is matig; Op slechts 5% van de middelbare scholen wordt er afgestemd met de basisschool. Slechts 3% van de middelbare scholen heeft contact gelegd met het basisonderwijs, 18% van de basisscholen en middelbare scholen is wel van plan om hieraan te werken. Op 73% van de middelbare scholen is er geen sprake van een doorlopende leerlijn van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs. Op 51% van de middelbare scholen is cultuur als aparte post opgenomen in de begroting. Er worden verschillende financieringsbronnen gebruikt zoals de cultuurkaart (94%), eigen middelen van de school en de ouderbijdrage. De cultuurkaart is een pas waar een jaarlijks tegoed aan is gekoppeld waarmee culturele activiteiten ontplooid kunnen worden. Er is navraag gedaan bij een middelbare school in de regio Rotterdam wat er in de brugklas met cultuur gedaan wordt. Het gaat om het Montessori Lyceum te Blijdorp. Het Montessori Lyceum is een middelbare school waar Havo, Atheneum en Gymnasium aangeboden wordt. Op de school wordt het gemiddelde aantal uren van 3,2 uren wel gehaald en blijkt zelfs iets meer te zijn. Het gaat hierbij om vakken als drama, muziek en tekenen. Opvallend is dat de vakken drama en tekenen (beeldende vorming) vast in het rooster opgenomen zijn en op de normale roostertijden worden gegeven. Muziek daarentegen staat ook op het rooster maar heeft een lesuitval van ca. 50%. Als reden wordt opgegeven; lerarenbespreking, evenementen waar muziekdocent voor nodig is of in enkele gevallen geen reden.
2.3 Conclusies Onderzoek toont aan dat muziek maken veel positieve effecten kan hebben op de ontwikkeling van een kind. Men wist altijd al dat muziek een positieve invloed had maar onderzoek kan nu aantonen dat dit echt zo is. Zo werkt muziek positief op het sociaal-emotionele vaardigheden, de intelligentie, de motoriek en de creativiteit. Deze effecten zijn niet alleen voordelen voor de cultuurvakken maar ook voor de kernvakken op school als schrijven en lezen. Daarnaast zorgt muziek voor een betere sfeer op school en tussen de kinderen onderling wordt beter samen gewerkt (Bastian, 2002). Als gevolg van deze gunstige resultaten zou je verwachten dat muziek een belangrijke rol zou spelen binnen het primaire en voortgezet onderwijs en dat ieder kind zich direct aan zou melden bij de muziekschool. Dit is slechts deels waar. Zowel binnen het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs is er een vast aantal uren gereserveerd voor cultuurvakken. Deze tijd moet echter verdeeld worden over meerdere vakken en is er maar een klein deel beschikbaar voor muziek. Binnen het primair en voortgezet onderwijs wordt gemiddeld 1 uur per week aan muziek gespendeerd. Deze tijd is net voldoende om de kinderen kennis te laten maken met muziek, ruimte voor enige verdieping is er niet. Vooral binnen het primair onderwijs ontbreekt het vaak aan vakdocenten waardoor muziek meestal door de groepsleerkracht gegeven wordt (Oomen, Visser, Donker, Beekhoven, & Hoogeveen, 2009). Voor de cultuurvakken ontvangen de scholen een vaste subsidie. Ondanks dat de subsidie voldoende zou moeten zijn voor vakdocenten en materialen wordt de subsidie vaak voor andere doeleinden gebruikt binnen de cultuurvakken. De subsidie is een cultuursubsidie waarbij de school vrij is om te bepalen waar het aan uitgegeven wordt.
24
Er is geen sprake van een doorlopende leerlijn zoals bij de overige vakken. Er wordt niet individueel naar een kind gekeken waar het kind toe in staat is maar er wordt gewerkt met een vast programma dat voor ieder kind hetzelfde is. Om het anders te doen is geen tijd en geld voor beschikbaar. Dit geldt voor zowel het primaire onderwijs als het voortgezet onderwijs. In slechts een enkel geval is er overleg tussen de basisschool en de middelbare school als het gaat om muziek (Oomen, Visser, Donker, Beekhoven, & Hoogeveen, 2009).
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
25
03 PRIMAIR ONDERZOEK – DOELGROEP
DEOOELGROEPMUZIEKONDERWIJS
26
3 | PRIMAIR ONDERZOEK – De doelgroep
3.1 Motivatie, de theorie Motivatie is een bepaalde gedrevenheid om energie te investeren in een actie waarvan je denkt dat hij de vervulling van je eigen behoefte dichterbij brengt (Dankers-van der Spek, 2000). Het proces van motivatie is voor nagenoeg iedereen gelijk. Welke taak je ook uitvoert of hoe groot of hoe klein de taak ook is.
Hoe motivatie werkt Motivatie begint bij een bepaalde behoefte. Als voorbeeld heeft een kind de behoefte om te leren pianospelen. Uit deze behoefte komt een wens voort. Deze wens is op muziekles te gaan waar geleerd en geoefend wordt. De verwachting van het kind is om goed te worden in pianospelen bijvoorbeeld omdat hij/zij een bepaalde artiest erg goed vindt die piano speelt. Het kind heeft dus de verwachting dat door op muziekles te gaan hij/zij net zo goed zal gaan worden als de artiest. Door op deze verwachting te vertrouwen ontstaat er een prikkel die er voor zorgt om naar de muziekles te gaan en te blijven oefenen. Gedurende de lessen beoordeelt het kind of zijn/haar verwachtingen nog wel kloppen. Als de verwachting uitkomt zal het kind nog gemotiveerder worden. Valt de verwachting tegen kan er een motivatieprobleem ontstaan.
Figuur 3.1 De motivatieketen
Behoefte
Wens
Verwachting
Prikkel
Doen
Effect beoordelen
Noot. Overgenomen van “Communicatie en teamwork in de lerende organisatie”, door Dankers-van der Spek, 2000, Den Haag: Boom Lemma uitgevers.
Om in actie te komen begint dus altijd met een bepaalde behoefte. Deze behoefte is voor iedereen anders en bepaald ook iedereen persoonlijk (Hanff, Schippers, & Gemert, 2005). De psycholoog Abraham Maslow publiceerde in 1943 de zogenaamde “piramide van Maslow”. Deze piramide is een hiërarchische ordening van behoeften. Maslow rangschikte de volgens hem universele behoeften van de mensen in deze hiërarchie (Maslow, 1943). Volgens Maslow streeft de mens pas naar behoeften die hoger in de hiërarchie staan nadat de lagere behoeften bevredigd zijn. De hoogste behoefte is dus zelfontplooiing. Mensen willen zich ontwikkelen. Maslow stelde dat mensen die met deze behoefte bezig waren aan een aantal kenmerken voldeden zoals het echt beleven van plezier en volledig op gaan in een taak of bezigheid. Maslow nam dit verschijnsel ook waar bij kinderen.
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
27
Het volgen van muziekles valt ook onder deze zelfontplooiing en komt dus ook voor een kind pas aan de orde als aan de voorliggende behoeften is voldaan. Ondanks dat ieder mens verschillend is komt de basis van motivatie op het volgende neer:
Er is een wens of doel nodig. De wens of het doel moet inspirerend genoeg zijn en aansluiten bij de behoefte Er moet vertrouwen zijn dat dit doel bereikt kan worden
Motivatieproblemen Als een kind de basisbehoeften kan vervullen lijkt niets de zelfontplooiing in de weg te staan. Toch is dit helaas vaak niet het geval. Er zijn talloze demotiverende omstandigheden waar het kind mee te maken kan krijgen die kunnen zorgen voor demotivatie en ontmoediging. Zo kan het kind de verwachting hebben dat ze binnen korte tijd goed worden in pianospelen. Deze verwachting kan behoorlijk tegenvallen als ze erachter komen dat hier veel tijd overheen gaat. Ze moeten veel en lang oefenen voor er resultaten geboekt kunnen worden. Dit hadden ze misschien niet verwacht en kan de prikkel om naar muziekles te gaan laten omslaan in demotivatie. Of het kind heeft een bepaald doel voor ogen maar hebben de mensen in zijn/haar omgeving dit doel ook ? Zien de ouders wel met welk doel hun kind naar muziekles gaat of gaat de docent er wel goed mee om ? Een voorbeeld uit de praktijk is dat een kind op muziekles zit met als doel “gewoon leuk”. Er is geen ambitie om erg goed te worden maar het kind ziet muziek maken gewoon als een leuke hobby. Ouders en docenten sturen het kind aan dat er meer geoefend moet worden. Dit is niet wat het kind voor ogen had waarmee zijn/haar doel in gevaar komt. De prikkel neemt af en het kind is gedemotiveerd om door te gaan met muziekles (Vansteenkiste, Soenens, Sierens & Lens, 2005).
Zoals in het vorige hoofdstuk al werd beschreven is de plaats van muziekonderwijs en cultuur in het algemeen niet erg sterk binnen het basisonderwijs. Cultuur en spel maken steeds meer plaats voor rekenen en taal. Buiten school moet de tijd zorgvuldig ingedeeld worden omdat steeds meer geconcurreerd moet worden met andere hobby’s, televisie en games (Mieras, 2009). Volgens het onderzoek van Mieras betekent deze ontwikkeling dat het IQ van het kind in het algemeen aan het stijgen is maar de originaliteit, creativiteit en reflectievermogen afneemt. Een kind wil spelen, speels gedrag draagt bij aan innovatiekracht en aanpassingsvermogen. Het kind krijgt dus geen stimulans vanuit het basisonderwijs, wordt geleerd dat de aandacht moet uitgaan naar de kernvakken en wil ook graag spelen. Allemaal factoren die ervoor kunnen zorgen dat het kind de motivatie voor de muziekles verliest.
De motivatie die een kind beweegt om muziekles te volgen kan vergeleken worden met het begrip ‘flow’. Deze term zien we vaak als het gaat om onderwijskundig gebruik van nieuwe media, zoals gaming. Flow wordt ervaren als iemand een uitdagende activiteit erg leuk vindt. De tijd wordt vergeten, er is optimale concentratie en er wordt een gevoel van plezier en voldoening ervaren (Martens, 2010). Het is dus van belang om te zorgen dat deze ‘flow’ niet onderbroken wordt.
28
3.2 Relevantie andere kennisgebieden Zoals de SKVR en de literatuur (Hamstra & Ende, 2006) aangeven is het motiveren van kinderen meestal niet vanuit een enkel kennisgebied te realiseren. Motivatie is voor ieder kind verschillend; ieder heeft zijn eigen verwachtingen, behoeften en eigen situatie. Zo geeft de SKVR bijvoorbeeld aan dat de docent een belangrijke factor is om de kinderen te motiveren waarmee we binnen het pedagogische kennisgebied zitten. De docent heeft persoonlijk contact met de leerling en is in staat om te signaleren of een kind gemotiveerd is of niet. Maar ook moet de leeromgeving in orde zijn zodat het kind zich thuis voelt en moeten de studiematerialen in orde zijn. Ook zijn de ouders een belangrijke sturende factor voor de motivatie van hun eigen kind (Brophy, 2007). Kortom, veel factoren, kennisgebieden waarmee gestuurd kan worden maar waar het ook eenvoudig fout kan gaan. Dit onderzoek is gedaan vanuit het perspectief van een multimediaal interactief product. Wat kan een multimediaal interactief product bijdragen aan de motivatie van het kind ? Een interactief product zal losstaand een gedemotiveerd kind waarschijnlijk niet kunnen helpen maar kan wellicht wel een bijdrage leveren aan het geheel en nuttig zijn binnen de andere kennisgebieden.
3.3 De SKVR “Aan het motiveren van kinderen wordt binnen de SKVR veel aandacht besteedt”, aldus Wilco Witte, teammanager muziek regio West. Zo werkt de SKVR met kundige docenten die getraind worden hoe kinderen te motiveren zijn. Van de docenten wordt verwacht dat er gekeken wordt naar de doelstelling van het kind; het kind heeft een bepaalde beleving waar zo goed mogelijk op aangesloten dient te worden. Muziekdocent is een creatief beroep en docenten vullen de lessen grotendeels zelf in. Tegenover deze vrijheid staat de methodiek die de SKVR wil handhaven waar het kijken naar de verwachtingen van een kind zeker bij hoort. Naast de pedagogische docent-leerling aanpak worden er door de SKVR talloze projecten georganiseerd. Het gaat hierbij om projecten waarbij getracht wordt nieuwe kinderen aan te trekken of om de huidige leerlingen te motiveren en te stimuleren. Voor de kinderen die nog onbekend zijn met muziekles is het project “Ieder kind een eigen instrument” bedacht. De SKVR biedt samen met de basisschool muzieklessen aan om talenten te ontdekken en te ontwikkelen. Muziek wordt op een structurele manier, door middel van een doorlopende leerlijn, geïntegreerd in het schoolcurriculum voor de groepen 1 tot en met 6. Ook worden voor potentiële leerlingen workshops met basisscholen georganiseerd om kinderen kennis te laten maken met muziekinstrumenten en zang. Er zijn subsidies beschikbaar om het ‘tekort’ aan muziekonderwijs binnen het reguliere onderwijs aan te laten vullen door de SKVR. Voor de huidige leerlingen worden ook workshops georganiseerd buiten de reguliere muzieklessen om. Hier kunnen de leerlingen kennismaken met andere instrumenten. Dit heeft als doel kinderen enthousiast te maken en weer zin te laten krijgen in de muzieklessen. Er worden demonstraties gegeven waar de kinderen zien wat ook zij kunnen bereiken. Om prestaties te toetsen en de voortgang aan ouders en andere geïnteresseerden te laten zien worden muziekrapporten opgesteld en podiumpresentaties gegeven door de kinderen.
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
29
Om kinderen te stimuleren in samenspel biedt de SKVR de mogelijkheid aan om in een orkest te spelen. Met een willekeurig instrument kan een kind kiezen om hieraan deel te nemen. Wekelijks wordt buiten de muzieklessen om geoefend en wordt er een optreden gegeven voor geïnteresseerden. Ondanks alle moeite die de SKVR steekt in de motivatie problematiek is het onwaarschijnlijk dat het uitvalpercentage tot 0 terug gebracht kan gaan worden. Zoals te zien in tabel 1.1 is het gebrek aan motivatie maar één van de redenen die simpelweg niet allemaal te sturen en te voorkomen zijn. Het is wel duidelijk dat er aandacht aan besteed wordt en dit hoog op de prioriteitenlijst van de SKVR staat. De SKVR wil dus moeite doen om leerlingen te behouden vanuit verschillende kennisgebieden. De organisatie staat open om naast pedagogische motivatie te zorgen voor andere mogelijkheden zoals bijvoorbeeld het inzetten van meer interactieve media. Het leerproces van het kind moet zo min mogelijk verstoord worden en er moet vooral gezorgd worden dat het kind in de ‘flow’ blijft.
3.4 Wat wil het kind ? Interviews docenten SKVR Er zijn diverse interviews afgenomen met docenten van de SKVR. De betrokken docenten hebben allen dagelijks rechtstreeks contact met de kinderen uit de doelgroep. In de interviews lag de nadruk op praktijkgerichte ervaring van de docenten over de motivatie van de kinderen. Om binnen het kennisgebied van het onderzoek te blijven was het interessant om informatie te verkrijgen over de rol van interactieve media binnen het muziekonderwijs. Kan deze media fungeren als motiverende drijfveer voor de kinderen of wordt er nog niets mee gedaan ? Uit interviews is gebleken dat de docenten van de SKVR opgeleid worden om zo goed mogelijk op de hoogte te zijn van de verwachtingen die de leerlingen hebben van de muzieklessen. Wat willen de kinderen bereiken en waar willen ze naartoe ? Er wordt geluisterd naar het kind en de docent voorziet iedere kind individueel van de juiste informatie en leerstof. Op de vraag of de docenten multimedia toepassen binnen de muzieklessen konden alle docenten bevestigen dat dit het geval was. Opvallend hierin was dat de diversiteit van toegepaste media groot was. Er is geen vaste structuur opgelegd vanuit de SKVR waardoor de docent geheel vrij is om bepaalde media wel of niet te gebruiken. Jan Hendrik Hootsen, docent slagwerk ziet de voordelen van mediagebruik wel. “Het gebruik van interactieve media maakt mijn lessen beter, frisser, moderner. Het zorgt ervoor dat de leerlingen meer betrokken zijn bij de les, ze krijgen bijvoorbeeld de opdracht om muziek via Youtube op te zoeken en deze mee te nemen”. In dit geval wordt media ingezet om de lessen interessanter te maken en de kinderen inspiratie op te laten doen. Kinderen reageren enthousiast(er) op eigen gekozen muziek met als gevolg dat er meer tijd in huiswerk en oefenen gestoken wordt. Ondanks de visie van de SKVR waarin gesproken wordt over een duidelijke leermethode blijken docenten geheel vrij te zijn in welke interactieve media toegepast wordt. Wat door de meeste docenten gebruikt wordt is Youtube, DVD & CD, Ipad & Ipod en Dropbox. Deze media wordt ingezet om muziek te bekijken of te beluisteren, er is geen verdere mogelijkheid voor interactie.
30
Een aantal docenten gaat een stapje verder en gebruiken tools waarbij de interactie en mogelijkheden wat verder gaan. Denk hierbij aan software waarmee muziek aangepast kan worden in toonhoogte of snelheid. Deze software wordt door docenten zelf aangeschaft en wordt niet door de SKVR aangereikt.
Enquête Er is een enquête uitgeschreven voor kinderen die muziekles volgen of gevolgd hebben (zie bijlage 6). Het doel van deze enquête is om een beeld te krijgen welke rol media heeft binnen muzieklessen en of media een rol zou kunnen spelen in geval van motivatieproblemen. Ook is er gevraagd naar de wensen en verwachtingen van de kinderen. Wat hopen ze met muziekles te bereiken en hoe proberen ze dit doel te bereiken ? Uit de enquête komt duidelijk naar voren dat het kind kiest voor gemak en eenvoud. Zo wordt het huiswerk regelmatig vergeten of raakt kwijt. Huiswerk wordt door docenten opgeschreven in boeken of op losse bladen en betekent een extra handeling. Van het kind wordt verwacht hier zelf structuur in aan te brengen. Ondanks dat er een voorkeur gegeven wordt aan een duidelijke structuur wil het kind deze structuur niet zelf aanbrengen maar zou graag zien dat dit vanuit de muziekschool aangereikt wordt. Als gevraagd wordt naar interactieve oplossingen vanuit de SKVR om deze structuur aan te bieden wordt hier zonder uitzondering positief op gereageerd. Het volgen van muzieklessen betekent in de meeste gevallen dat de docent bepaald wat er tijdens deze lessen gebeurt. Uit de enquête blijkt dat de leerlingen dit graag anders zouden zien. Ongeveer 75% van de respondenten geeft aan eigen muziek mee te willen nemen en daar mee te oefenen. Als vervolgens gevraagd wordt of dit ook in de praktijk gedaan wordt antwoord slechts 25% dit daadwerkelijk te doen. Vooral de jongere kinderen van 10 en 11 jaar geven aan dit niet te doen omdat ze niet weten hoe dit moet. In deze gevallen is de hulp van ouders of docent nodig. Kinderen van 12 tot 14 jaar nemen vaker eigen muziek mee naar muziekles. Dit gebeurt meestal met USB-stick of mobiele telefoon. De ondervraagde kinderen geven allen aan dat ze op muziekles zitten gewoon voor het plezier of om een muziekinstrument te leren bespelen. Er is geen sprake van een ‘hoger’ doel als muzikant worden. De nadruk ligt op het plezier en in een plezierige omgeving zichzelf kunnen ontwikkelen. Toch geven de meeste kinderen aan regelmatig naar de muziekles te gaan met tegenzin. Redenen die hiervoor opgegeven worden zijn ‘geen zin’, ‘lekker weer’ of druk met andere zaken. Beloning en waardering wordt ook als belangrijk ervaren. Alle respondenten geven aan het fijn te vinden als ouders en andere belangstellenden inzichtelijk hebben hoe de progressie is van de muzieklessen. Zoals bij het regulier onderwijs een aantal keren per jaar een rapport uitgereikt wordt zou de leerling dit voor muziekles ook graag zien. De uitvoeringen die door de SKVR georganiseerd zijn ook een deel van beloning en waardering. Het geeft de leerlingen een prikkel om door te gaan en essentieel voor het proces van motivatie. De ouders blijken een belangrijke rol te spelen binnen het muziekonderwijs. In 75% van de ondervraagde kinderen speelt minimaal één van de ouders zelf een muziekinstrument of heeft dit gedaan. De ouders geven aan volledig achter de keuze van hun kind te staan voor muziekonderwijs en ondersteunen dit ook actief. Ook zijn het de ouders die zorgen voor complimenten en waardering bij goede prestaties.
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
31
3.5 Conclusies Om een kind gemotiveerd te houden is het van belang dat het kind in een ‘flow’ blijft. Er is een bepaalde verwachting waaruit een behoefte ontstaat. Het is daarom van essentieel belang dat docenten en ouders hetzelfde doel voor ogen hebben en er goed geluisterd moet worden naar de wensen van het kind. De oplossing van motivatieproblemen zal voort moeten komen uit een samenwerking van meerdere kennisgebieden. Hierbij is het pedagogische kennisgebied van groot belang. Een interactief media product kan wellicht bijdragen aan een oplossing van problemen maar zal samen moeten werken met de andere kennisgebieden. De SKVR, docenten en de kinderen bevestigen dat er een mogelijke bijdrage aan de oplossing voor motivatieproblemen ligt binnen het kennisgebied van de multimedia. De media producten die tot nu toe toegepast worden hebben een gunstig effect op de motivatie en worden positief ontvangen door leerlingen. Deze conclusies zijn van groot belang om een bijdrage te kunnen leveren aan de oplossing van het probleem. Bij het opstellen van de ontwerpcriteria voor het concept zullen deze conclusies daarom ook worden verwerkt (zie hoofdstuk 6). Ook worden deze conclusies gebruikt voor het beantwoorden van de hoofdvraag en deelvragen in hoofdstuk 5.
32
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
33
04 PRIMAIR ONDERZOEK - Multimedia 34
4 | PRIMAIR ONDERZOEK – Multimedia 4.1 Mediagebruik binnen de SKVR Het aanbod interactieve media is enorm groot. Voor zowel docenten als leerlingen zijn er vele online en offline muziek applicaties beschikbaar. Variërend van online muziek en video tot complexe software waar muziek mee aangepast kan worden. Aan de SKVR als organisatie is gevraagd hoe omgegaan wordt met de diverse media. Voor de ontwikkeling van concept op het gebied van interactieve media is het van belang om te weten of er binnen de SKVR bepaalde restricties of eisen zijn die nageleefd moeten worden. Zijn er bepaalde systemen waar verplicht mee gewerkt moet worden of is de docent hier vrij in ? Een aantal docenten zijn geïnterviewd om een beeld te krijgen over de praktische toepassing van media tijdens de muzieklessen en tijdens de voorbereiding van de muzieklessen. Uit gesprekken met Wilco Witte, Teammanager van de SKVR, kan worden vastgesteld dat het mediagebruik binnen de SKVR nog in de kinderschoenen staat. Voor de administratie van de organisatie wordt er gewerkt met een volledig elektronische omgeving. Deze omgeving is echter niet bedoeld voor muziekonderwijs maar voor administratieve gegevens als leerling-administratie en facturatie. Als er gevraagd wordt naar een bepaalde “media-standaard” voor de muzieklessen blijkt deze niet aanwezig te zijn. De SKVR laat docenten volledig vrij om te bepalen welke media voor de muzieklessen toegepast wordt. De wens om hier meer structuur in aan te brengen is er echter wel en er wordt ook over nagedacht. De organisatie staat positief tegenover het gebruik van interactieve media waarbij duidelijk aangegeven wordt dat deze media geen vervanger kan en mag worden van de persoonlijke manier van lesgeven zoals nu het geval is. Het persoonlijke contact tussen docent-leerling is belangrijk voor de SKVR. Alle vormen van mediagebruik worden daarom gezien als een positieve aanvulling op dit contact en moet als doel hebben om bepaalde handelingen eenvoudiger, efficiënter en leuker te maken. Aan muziekleerkrachten is gevraagd op welke manier zij interactieve media gebruiken bij de voorbereiding van muzieklessen en tijdens de lessen zelf. Een aantal toepassingen werden door de docenten regelmatig gebruikt. Het ging hierbij om websites als Youtube en Vimeo om voorbeelden op te zoeken. Ook worden cd’s en dvd’s nog veel gebruikt. De media wordt over het algemeen ingezet om muziek te beluisteren en te bekijken. Er is een grote variatie in mediagebruik onder de docenten. De ene docent vindt het belangrijk om les te geven uit lesboeken en gebruikt slechts een enkele keer Youtube, cd of dvd. Dit betekent in de praktijk dat er een bepaald muziekstuk gekozen wordt om te oefenen. Als voorbeeld bekijken of beluisteren de leerlingen dit muziekstuk op Youtube, cd of dvd samen met de docent. Andere docenten gaan een stap verder en werken met de online muziekbibliotheek Spotify of versturen per mail MP3 bestanden naar hun leerlingen. Op deze manier worden meer mogelijkheden aangeboden aan de leerlingen en geeft de leerling ook de mogelijkheid zelf eenvoudig materiaal aan te dragen voor de muziekles. Dit geeft de leerling meer controle en wordt door de leerling als prettig en leerzaam bevonden. Er zijn ook docenten die meer met media doen dan beluisteren en bekijken. Zo wordt er bijvoorbeeld software als Amazing Slowdowner toegepast. Dit is software waarmee eenvoudig muziekbestanden in snelheid aangepast kunnen worden aan het niveau van de leerling.
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
35
Ook worden applicaties als Garageband en Logic gebruikt voor het maken van opnames. Opnames worden bewaard en gebruikt om buiten de muzieklessen terug te luisteren wat er gespeeld is.
Problemen met media binnen de SKVR Ondanks het enorme aanbod websites en media applicaties die er zijn op het gebied van muziek zijn er een aantal kanttekeningen die ervoor zorgen dat er bij de SKVR geen duidelijke afspraken gemaakt zijn wat betreft mediagebruik. Door het grote verschil in kennisniveau van docenten op het gebied van multimedia zal er een grote investering gedaan moeten worden door de organisatie om iedereen dezelfde kant op te laten kijken. Het verschil in kennisniveau heeft als gevolg dat docenten getraind zullen moeten worden of in ieder geval de mogelijkheid moeten hebben training te kunnen ontvangen. Bij een grote organisatie als de SKVR is het dus van belang dat er eerst een visie komt waarin duidelijk wordt hoe er met media omgegaan moet worden en wat er van de docenten verwacht wordt. Het beroep muziekleerkracht is een creatief beroep. Wilco Witte geeft ook aan dat er daarom een bepaalde lesvrijheid zal moeten blijven bestaan, de docent vult de muzieklessen op zijn eigen manier in. De muziekdocent wil niet gebonden zijn aan teveel regels want heeft onder andere als doel creativiteit uit te stralen naar zijn leerlingen toe. Buiten de contacturen om die er met de leerling zijn is er weinig tijd om lessen voor te bereiden. Docenten die niet bekend zijn in multimedia toepassingen kost het relatief veel tijd om hier in thuis te raken. Docent Jan Hendrik Hootsen geeft als voorbeeld dat het altijd gewaardeerd wordt als een leerling zelf muziek aandraagt om tijdens de muzieklessen mee te werken. De docent heeft echter tijd nodig om dit materiaal voor de les voor te bereiden waar niet altijd gelegenheid voor is. Er moet immers bladmuziek bijgezocht worden of het muziekstuk moet aangepast worden aan het niveau van de leerling. De diversiteit van gebruikte media door docenten is groot. Waar de ene docent in staat is opnames te maken van zijn leerlingen of muziekstukken te bewerken heeft de andere docent deze kennis niet. Docenten die de kennis wel bezitten gebruiken deze kennis voornamelijk voor hun eigen lessen en eigen leerlingen. Dit is jammer want op deze manier zijn er veel bewerkte muziekstukken niet voor andere docenten en dus ook niet voor andere leerlingen beschikbaar. Meerdere docenten met veel kennis doen aan de andere kant weer dubbel werk want werken langs elkaar heen omdat men niet op de hoogte is wat de collega al gedaan heeft. De SKVR staat open voor verbeteringen op het gebied van interactieve media. Het is wenselijk om iets met de bestaande problemen die een beter gebruik van interactieve media in de weg staan te doen ten gunste van de organisatie, de docenten en de leerlingen. Op dit moment ontbreekt het echter aan budget om dure oplossingen te realiseren en leerkrachten te trainen.
4.2 Mediagebruik onder kinderen Kinderen brengen door het enorme aanbod van tv-programma’s, films, games, internet en mobiele media veel uren door met media. Het aanbod is zo groot dat het gevolg is dat kinderen nog geen 30
36
minuten per dag lezen (De Vries, 2007). Media toepassingen zijn tegenwoordig niet meer gebonden aan plaats of locatie, ze zijn overal en altijd beschikbaar. Als we deze lijn doortrekken naar de muzieklessen uit zich dit in een verplaatsing van bladmuziek op papier naar een elektronische variant. In meerdere onderzoeken is gekeken naar het gebruik van verschillende media door kinderen en jongeren. De stichting SPOT, Stichting ter Promotie en Optimalisatie van Televisiereclame, is het Nederlands marketingcentrum voor tv-reclame (www.spot.nl). De stichting doet jaarlijks onderzoek naar het mediagebruik onder de Nederlandse bevolking. Het onderzoek wordt uitgevoerd door aan respondenten ‘dagboekjes’ bij te houden waar ze dagelijks hun tijd aan besteden. Het voordeel van het onderzoek is dat het actueel is en kinderen vanaf 6 jaar meedoen aan dit onderzoek.
Tabel 4.1 Tijdsbesteding aan media door kinderen in minuten per dag in 2010 6-9 jaar
10-12 jaar
13-16 jaar
17-19 jaar
Televisiekijken
78
99
97
105
Uitzending gemist
3
1
5
12
Internetfilmpjes
4
6
21
5
Gamen op console
5
6
11
2
Gameboy spelen
9
7
5
1
Gamen op pc
8
7
16
12
Chatten/MSN/Hyves
6
23
62
30
Surfen
9
12
36
34
Muziek luisteren
3
1
49
7
Bellen/sms'en
1
0
13
12
126
162
315
220
Totaal
Noot. Overgenomen uit “Tijdsbestedingonderzoek 2012, de finale”, verkregen van www.spot.nl, 2012
Het bezitten en gebruiken van een computer is voor kinderen gemeengoed geworden. Dit blijkt uit een recente publicatie van het Sociaal en Cultureel Planbureau (Duimel & Haan, 2007). Vrijwel alle huishoudens met kinderen ouder dan 8 jaar bezitten minimaal één computer met een internetaansluiting. Volgens het onderzoek maken jonge kinderen tot 12 jaar ca. een uur per dag gebruik van internet. Jongeren van 13 tot 16 jaar besteden er dagelijks anderhalf uur aan. Het mediagebruik in zijn geheel varieert sterk per leeftijd. Naarmate de kinderen ouder worden neemt het mediagebruik sterk toe. Kinderen van 6 tot 9 jaar besteden ruim 2 uur per dag aan media. Kinderen van 10 tot 12 jaar al bijna 3 uur en de jongeren van 13 tot 16 jaar al meer dan 5 uur. Deze toename is mede toe te kennen aan het mediagebruik binnen het onderwijs, gebruik van mobiele apparaten zoals telefoon en Ipad en Social Media als Facebook en Twitter (Nikken, 2009).
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
37
Enquête Uit de enquête die uitgedeeld is onder kinderen die muzieklessen volgen is een soortgelijk mediagebruik te herleiden als in het onderzoek van SPOT (zie bijlage 6). Onder jongere kinderen van 10 en 11 jaar werd aangegeven dat er gemiddeld 1 tot 5 uur per week aan games besteed werd. Bij de kinderen van 12 tot 14 jaar was dit gemiddeld 5 tot 10 per week. Op de vraag wat er nu zo leuk is aan het spelen van games wordt verschillend geantwoord. Veel kinderen gaven aan dat de mogelijkheid om online met elkaar te spelen een aantrekkingskracht heeft. Ook was het behalen van hogere levels en de spanning een uitdaging voor de kinderen. Uit de enquête blijkt niet dat kinderen naarmate ze ouder worden meer achter de computer zitten. Zonder uitzondering wordt aangegeven dat de tijdsbesteding achter de computer 1 tot 5 uur per week is en is hiermee wel in strijd met het onderzoek van SPOT waar een duidelijk toename plaatsvindt naarmate de kinderen ouder worden. De jonge kinderen van 10 en 11 jaar houden zich bezig met spelletjes en filmpjes kijken achter de computer. De kinderen van 12 tot 14 jaar richten zich meer Social Media als Twitter en Facebook. Maar ook wordt de computer door deze groep kinderen gebruikt voor het maken van huiswerk en opzoeken van informatie op internet.
4.3 Conclusies Bij de SKVR is nog geen structuur te ontdekken wat betreft mediagebruik voor muzieklessen. Media wordt wel gebruikt door docenten en leerlingen maar iedere docent geeft hier zijn eigen invulling aan wat zorgt voor een nog grotere onduidelijkheid in het enorme aanbod media toepassingen. Voor een organisatie als de SKVR die staat voor onderwijs met een duidelijke methode is een structurele toepassing van media meer dan welkom. Door afnemende budgetten is een complexe, kostbare oplossing voorlopig geen optie. Het is daarom raadzaam om de aandacht te richten op goedkopere, eenvoudigere alternatieven die op korte termijn haalbaar zijn. Eenvoudige oplossingen waarbij geen dure trainingen nodig zijn of oplossingen die efficiënter zijn waardoor er meer tijd over blijft voor contacturen met de leerlingen. De SKVR heeft te maken met docenten met verschillend kennisniveau op het gebied van media. Een interactieve toepassing binnen de SKVR moet daarom geschikt voor docenten van alle niveaus en ruimte bieden aan de eigen creatieve input van de docent. Jonge kinderen besteden al uren per dag aan media en zijn gewend om overal hun favoriete media te kunnen gebruiken. Het meer toepassen van media tijdens muzieklessen zal daarom door de kinderen als positief en plezierig worden ervaren en kan de motivatie van kinderen positief beïnvloeden. De conclusies zijn belangrijk om de ontwerpcriteria in hoofdstuk 6 op te kunnen stellen. Het is van belang om een beeld te hebben van de mogelijkheden binnen de SKVR en waar de primaire doelgroep, de kinderen, in hun vrije tijd mee bezig is.
38
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
39
05 Analyse primair onderzoek 40
5 | Analyse primair onderzoek Om antwoord te kunnen geven op de hoofdvraag en de bijbehorende deelvragen is uitgebreid onderzoek uitgevoerd. Aan de hand van de conclusies zoals beschreven in hoofdstuk 2, 3 en 4 kunnen zowel de hoofdvraag als de bijbehorende deelvragen beantwoord worden in de vorm van factoren die van invloed kunnen zijn op de motivatie van de doelgroep. De motiverende factoren worden gebruikt om tot een concept te komen zoals beschreven in hoofdstuk 6 (Van theoretisch kader naar product).
Hoofdvraag
“ Welke factoren zijn van belang om kinderen in de leeftijd van 10 tot 14 jaar die muziekles volgen te motiveren door middel van multimedia.“
Inzichtelijke leerlijn en beloning als motiverende factor In deel 1 van het onderzoek is gekeken naar het muziekonderwijs. Wat zijn de effecten van muziekonderwijs en wat is de positie van het muziekonderwijs in onze maatschappij. Als conclusie was vastgesteld dat er nauwelijks een doorlopende leerlijn te vinden is en de prioriteit van muziekonderwijs laag is (hoofdstuk 2). Een eerste factor zou daarom kunnen zijn het zorgen voor een inzichtelijke leerlijn voor zowel SKVR, docent als leerling door middel van een multimedia oplossing. De leerling gaat verder waar hij/zij gebleven is blijft in de ‘flow’ van het leerproces en laat zien of er vooruitgang is in het leerproces. Het bijhouden van niveau en voortgang van een leerling is een functie die prima in een multimedia product uit te voeren is. Kind wil plezier, controle, prikkeling, eenvoud, gemak en structuur; luisteren naar het kind is een motiverende factor Vervolgens is onderzocht wat de kennisgebieden zijn rond motivatie en wat de wensen zijn van de doelgroepen; de SKVR en de kinderen van 10 tot 14 jaar (hoofdstuk 3). Een belangrijke conclusie uit dit deel van het onderzoek is het besef dat motivatieproblemen alleen opgelost kunnen worden door een samenwerking vanuit verschillende kennisgebieden. De factoren plezier, controle, prikkeling, eenvoud, gemak en structuur kunnen bijdragen aan motivatie van de leerlingen, zo blijkt uit interviews met docenten, leerlingen en literatuuronderzoek. Ook deze factoren zijn door middel van interactieve media te realiseren. Orde en efficiëntie in het enorme aanbod van media aanbrengen als motiverende factor In het laatste deel van het onderzoek werd duidelijk dat het aanbod media enorm groot is (hoofdstuk 4). Zowel docent als leerling maken gebruik van dit aanbod met als gevolg het ontbreken van een duidelijke structuur. Door het aanbod media terug te brengen naar een duidelijk overzichtelijk geheel kan worden gezorgd voor een eenheid binnen het muziekonderwijs waarbij docenten en leerlingen elkaar kunnen versterken door samen te werken en samen te spelen. Geen complex systeem maar gebruik maken van bekende, bestaande media waardoor de leercurve laag kan blijven.
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
41
Deelvragen
Welke multimedia oplossingen heeft de SKVR al ? In hoofdstuk 4 is onderzoek gedaan naar het mediagebruik binnen de SKVR. Hieruit is gebleken dat de diversiteit van gebruikte media groot is. Docenten hebben de vrijheid om zelf te bepalen hoe en wanneer ze media willen toepassen. Sommige docenten doen weinig tot niets met media en werken uit lesboeken op papier. Veel docenten gebruiken echter wel media. Hierbij gaat het voornamelijk om mediatoepassingen als Youtube, DVD, CD en MP3. Een structurele mediaoplossing of toepassing heeft de SKVR echter niet. Welke multimedia oplossingen worden er binnen het muziekonderwijs al toegepast ? Tijdens het onderzoek is geen bestaande multimedia oplossing gevonden die specifiek bedoeld is om kinderen te motiveren binnen het muziekonderwijs. Wat doet de SKVR om kinderen te motiveren ? De SKVR is zich bewust van het probleem dat kinderen regelmatig gedemotiveerd zijn (hoofdstuk 3). Docenten krijgen training in het motiveren van kinderen en stellen zich tot doel om goed om te gaan met de behoeften van een kind. Verder worden er veel workshops en optredens georganiseerd waar de leerlingen aan mee kunnen doen. Wat is bekend over de redenen van uitval bij de doelgroep ? Statistieken van de SKVR geven aan dat er jaarlijks ca. 11 tot 14% van de leerlingen stopt met muziekles vanwege een gebrek aan motivatie. Als andere redenen wordt o.a. opgegeven; privé omstandigheden, financiële omstandigheden, verhuizing, andere hobby of tijdgebrek. Hoe kan een kind gemotiveerd worden ? De SKVR wil kinderen graag motiveren en kiest voor een pedagogische aanpak. Het persoonlijke contact tussen docent en leerling is belangrijk. De SKVR staat echter ook open voor oplossingen vanuit andere kennisgebieden en/of vakgebieden waar een interactief product aan kan bijdragen. De factoren die voor de motivatie van belang zijn en binnen het onderzoek vallen zijn genoemd bij de beantwoording van de hoofdvraag.
42
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
43
06 Van theoretisch kader naar product 44
6 | Van theoretisch kader naar product 6.1 Van conclusies naar een concept Al vrij snel was duidelijk dat het mediagebruik bij de opdrachtgever SKVR nog in de kinderschoenen staat. De verdeeldheid is groot onder de docenten en er is geen duidelijke structuur. Desondanks wil zowel de SKVR, de docenten en de kinderen graag iets met media doen omdat bewezen is dat het gebruik ervan binnen muziekonderwijs enkel voordelen heeft. Vanwege het ontbreken van deze belangrijke structuur is het hier beschreven concept dan ook een systeem waarmee de basis gecreëerd kan worden voor deze structuur. Een fundering waarop verder gebouwd kan worden en wat kan voldoen aan de bevindingen en conclusies uit het onderzoek.
Afbeelding 6.1 de eerste schetsen van het concept op bierviltjes (voorjaar 2013)
6.1.1 Beschrijving concept & ontwerpcriteria Interactief leer- en informatiesysteem Om het aanbod van media te kunnen structuren omvat het concept een interactief leer- en informatiesysteem waarin de huidige media toepassingen gebundeld kunnen worden. Het systeem moet kunnen voldoen aan de behoeften van de doelgroep en er wordt rekening gehouden met aan aantal praktische overwegingen die tijdens het onderzoek naar voren zijn gekomen. De basis van het systeem is een online elektronische omgeving met verschillende niveaus. Het systeem is geen online leersysteem maar dient ter ondersteuning en motivatie docenten en leerlingen. Op het hoogste niveau wordt er door de SKVR als organisatie ingelogd. Hier wordt de omgeving beheerd en heeft de SKVR inzage in activiteiten van de onderliggende niveaus. Het middelste niveau is waar de docent in kan loggen. De docent beheert hier zijn eigen omgeving en kan contact maken met leerlingen. Ook kan hier studiemateriaal geplaatst worden en met andere docenten en leerlingen gedeeld worden.
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
45
Op het onderste niveau kan de leerling inloggen. Eenmaal ingelogd zijn basisfuncties als berichtensysteem, studiemateriaal of een geluidsrecorder te vinden. Het leersysteem is flexibel en is op alle niveaus flexibel aan te passen aan de gebruiker en aan de juiste toepassing.
Ontwerpcriteria Voor het concept zijn de volgende ontwerpcriteria toegepast die gekoppeld zijn aan de conclusies uit het onderzoek: Ontwerpcriteria; een praktische & betaalbare oplossing Het systeem moet praktisch inzetbaar zijn. Niet gekoppeld aan een vaste locatie maar ook toepasbaar op mobile apparaten als Ipad en mobiele telefoon. Docenten en leerlingen werken op verschillende locatie waardoor mobiliteit een vereiste is. Betaalbaar vanwege het beschikbare budget van de SKVR. Er is geen budget om voor alle docenten leerlingen software aan te schaffen. Een online variant en doelgericht gebruikt van bestaande toepassingen is een veel goedkopere oplossing. Ontwerpcriteria; van convergeren naar divergeren Docenten en leerlingen gebruiken veel verschillende media toepassingen. Door een keuze te maken uit deze media en deze onder te brengen in een systeem wordt er structuur aangebracht. Er ontstaat overzicht voor zowel docent als leerling. De SKVR kan terugvallen op een gewenste leermethodiek die ze als organisatie naar buiten wil dragen. Ontwerpcriteria; open deuren gebruiken Er ontbreekt een belangrijke basis op het gebied van mediagebruik binnen de SKVR. Er wordt echter wel veel met media gedaan binnen de muziekschool. Om een basis op te bouwen eerst gebruikmaken van de media die nu ook al gebruikt wordt waarop vervolgens verder gebouwd kan worden. Ontwerpcriteria; eenvoud voor alle doelgroepen De SKVR heeft te maken met docenten die weinig kennis van media hebben en docenten met veel kennis. Dit gegeven samen met de doelgroep kinderen van 10 tot 14 jaar vereist dat het systeem eenvoudig in werking blijft. Een systeem waar geen trainingen voor nodig zijn maar intuïtief gebruikt kan worden. Ontwerpcriteria; niet vernieuwend maar effectief Docenten gebruiken op hun eigen manier media voor de muzieklessen. Vaak wordt er dubbel werk gedaan of worden dingen niet gedaan omdat men niet weet hoe. Door werkzaamheden en kennis van docenten te bundelen in een systeem worden processen gestroomlijnd en kunnen effectiever toegepast worden. Kortom, geen vernieuwing aanbrengen maar efficiënt werken, hergebruik van materialen, structuur aanbrengen, en inzicht creëren voor docent en leerling. Ontwerpcriteria; luisteren naar doelgroep De SKVR wil een overzichtelijk mediagebruik, een betaalbare oplossing, een lage leercurve, tijdsbesparing realiseren en leerlingen kunnen motiveren. Het kind wil: gemak, eenvoud, controle, plezier, beloning, structuur. Het systeem moet voorzien in deze behoeften om een bijdrage te kunnen leveren aan de oplossing van eventuele motivatieproblemen.
46
6.1.2 Bestaande informatiesystemen Voor het reguliere onderwijs zijn er talloze communicatie- & informatiesystemen beschikbaar. Zo is er voor lagere scholen Parnassys (www.parnassys). Parnassys is een webbased leerlingvolgsysteem en leerling-administratiesysteem in één. Het systeem bevat enorm veel functies en is overal toegankelijk. Het systeem is voornamelijk bedoeld voor de administratie en docenten van de school. Parnassys heeft de mogelijkheid om gegevens aan de ouders van de leerlingen beschikbaar te stellen. Ouders kunnen slechts informatie opvragen, er is geen sprake van enige interactie. De leerling kan niet inloggen en heeft ook geen mogelijkheid om zelf informatie op te vragen. Voor het middelbaar onderwijs wordt Magister veel gebruikt (www.schoolmaster.nl). Magister is een systeem voor administratie van leerlingen, cijfers van leerlingen en inhoudelijke onderwijsmaterialen. Ook Magister is voornamelijk bedoeld voor de schooladministratie en docenten. Magister biedt wel meer mogelijkheden voor leerlingen om informatie op te vragen en informatie te versturen. Magister biedt een website en een mobiele app aan waar ook leerlingen op in kunnen loggen. Eenmaal ingelogd kunnen cijfers, huiswerk en het rooster opgevraagd worden. Ook wordt Magister gebruikt voor communicatie tussen leerling en docent per mail. Magister heeft verder weinig interactieve mogelijkheden en biedt grotendeels informatie aan die opgevraagd kan worden. Er is geen controle of eigen input mogelijk door de leerling. Netvibes (www.netvibes.com) en iGoogle (www.igoogle.com) zijn informatieplatforms waar al meer interactieve mogelijkheden te vinden die bij Parnassys en Magister volledig ontbreken. Netvibes en iGoogle hebben een andere basis en hebben als doel om ieder individu een eigen dashboard aan te kunnen bieden wat geheel naar eigen wensen is ingevuld. De gebruiker bepaalt zelf wat er op het systeem komt te staan. Voor het muziekonderwijs zijn er geen speciale informatiesystemen beschikbaar die aan de beschreven ontwerpcriteria kunnen voldoen. Er zal iets op maat gemaakt moeten worden om de functionaliteiten te bieden waar behoefte aan is. Het interactieve leer- en informatiesysteem zoals in deze scriptie beschreven zou een combinatie moeten zijn van een Parnassys/Magister met Netvibes/iGoogle. De voordelen van een informatiesysteem waar informatie efficiënt aangeboden kan worden en de flexibiliteit die iedere individu heeft om te doen met deze informatie wat hij/zij zelf wil.
6.1.3 Conceptueel model Conclusies en ontwerpcriteria hebben geleid tot een concept voor een interactief product; het interactief leer- en informatiesysteem zoals zojuist beschreven. In samenwerking met andere kennisgebieden kan het product een bijdrage leveren aan de oplossing van motivatieproblemen bij jonge kinderen van 10 tot 14 jaar die muziekles volgen. In figuur 6.1 is links het huidige leerproces afgebeeld. Het bovenste rondje is het beginpunt van het leerproces van het kind, het onderste rondje is het einde van het leerproces. Het leerproces gaat niet in een rechte lijn omdat het kind tegen obstakels aanloopt zoals demotivatie. Een obstakel kan betekenen dat het leerproces onderbroken wordt en het kind stopt met muzieklessen. Aan de rechterkant de gewenste situatie waar minder bochten in het leerproces te zien zijn. Vanuit het huidige leerproces aan de linkerkant gaat een pijl richting het interactieve leer- en
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
47
informatiesysteem. De leerling komt terecht in zijn/haar eigen omgeving. De leerling kan nooit terecht komen op Level I en II. De 3 pijlen aan de rechterkant komen uit het systeem en wijzen richten het gewenste leerproces. Dit geeft weer dat door samenwerking van de verschillende niveaus binnen het systeem het doel bereikt kan worden. Het interactieve leer- en informatiesysteem zoals in het midden afgebeeld bestaat uit 3 verschillende niveaus. Op niveau 1, het hoogste niveau, kan de SKVR inloggen en het systeem beheren. Niveau 2 is bedoeld voor de docenten. De docent beheert zijn eigen omgeving en kan contact maken met andere docenten en zijn leerlingen. Op niveau 3 bevindt zich de omgeving voor de leerlingen. De leerling beheert zijn eigen omgeving en heeft verbinding met zijn/haar docent en andere leerlingen uit de groep. Figuur 6.1 Interactief leer- en informatiesysteem concept
48
6.2 Ontwerpproces Op basis van de ontwerpcriteria zoals beschreven in paragraaf 6.1.1 is er een ontwerp opgesteld. Bij het opstellen van dit ontwerp zijn ontwerpkeuzes gemaakt wat geleid heeft tot schetsen en wireframes van het concept. Ook is stilgestaan bij interactie ontwerp en het visuele ontwerp. De nadruk ligt echter op de werking en de functionaliteit van het concept.
6.2.1 Ontwerpkeuzes Tijdens het onderzoek bleek al snel dat er bij de SKVR geen duidelijke structuur aanwezig is voor het gebruik van media. Om deze reden moet het concept een basis kunnen bieden waarop verder gebouwd kan gaan worden. Om aan deze eis te kunnen voldoen en om het concept tevens praktisch en betaalbaar te houden is gekozen voor een webgebaseerde oplossing. Een website kan fungeren als basis en heeft de mogelijkheid om bestaande mediatoepassingen te laten integreren. Omdat een website ontworpen kan worden voor computer, tablet en smartphone wordt voldaan aan de praktische eis. Het internet heeft veel mogelijkheden voor het werken met geluid en video. Deze mogelijkheden gaan benut worden in het concept van het interactieve leer- en informatiesysteem. Er is geen externe software voor nodig om geluid en video via een website te laten werken. De gebruikers zijn de kinderen van 10 tot 14 jaar en de docenten. Dit vereist dat het ontwerp en de werking eenvoudig en duidelijk moet zijn. Aan de ene kant jonge kinderen die behoefte hebben aan eenvoud (zie paragraaf 3.4)., aan de andere docenten met een variërend kennisniveau. In tabel 6.1 is te zien dat er duidelijke mogelijkheden zijn om de resultaten en conclusies van het onderzoek om te zetten in een praktische oplossing ervan in het concept. Tabel 6.1 Conclusies tegenover de praktische oplossing in het concept Conclusie Praktische uitvoering in concept Doelgroep wenst eenvoud Duidelijke interactie aanbieden met hulpfunctie Betaalbare oplossing vanwege laag budget Webgebaseerde oplossing is goedkoper dan een software oplossing. Door gebruik te maken van bestaande mogelijkheden hoeft er geen software aangeschaft te worden. Hoge inzetbaarheid Online beschikbaar op computer, tablet en smartphone Divergeren van aantal toepassingen Het aantal mediatoepassingen dat op dit moment gebruikt wordt terugbrengen en een selectie van mediatoepassingen integreren in het concept. Doelgroep wenst een duidelijke methode De SKVR staat voor een duidelijke leermethode die met het concept gewaarborgd kan worden. De SKVR heeft de controle over het systeem en heeft toezicht. Doelgroep wenst efficiëntie Doelgroepen kunnen lesmateriaal met elkaar delen. Tijdsbesparend door ook voorbereidend werk van docenten met elkaar te delen. Doelgroep wenst duidelijke informatie Geen algemene informatie aanbieden maar informatie gericht op het individu. Noot. Zie conclusies in paragraaf 2.3, 3.5 en 4.3
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
49
6.2.2 Stroomdiagram
Figuur 6.2 Stroomdiagram interactief leer- en informatiesysteem
50
In figuur 6.2 is het concept schematisch weergegeven in een stroomdiagram. Hierbij zijn de verschillende gebruikersniveaus duidelijk te zien. Op het hoogste niveau kan de SKVR inloggen. Deze gebruiker beheert de omgeving en heeft toegang tot diverse beheerfuncties. Het volgende niveau is waar de docent kan inloggen. De docent vanuit zijn omgeving toegang tot zijn leerlingen en heeft rechtstreeks contact met de SKVR. Op het laagste niveau bevindt zich het niveau voor de leerlingen. De leerlingen hebben contact met docenten en medeleerlingen uit dezelfde groep. Buiten de 3 niveaus bevindt zich de media database. In deze database wordt al het lesmateriaal, mediatoepassingen en mediabestanden opgeslagen. De database is bereikbaar op alle niveaus. De docent of de SKVR bepaalt waar de leerlingen gebruik van mogen maken.
6.2.3 Wireframes Om de gebruikerstest te kunnen uitvoeren zijn een aantal pagina’s uitgewerkt. Deze pagina’s bevinden zich op het niveau van de docent en op het niveau van de leerling.
Login Om een gebruiker te kunnen identificeren zal het eerste scherm dat verschijnt de login zijn. Een eenvoudige opzet waarbij de SKVR kan kiezen voor een schermvullende achtergrond en het plaatsen van het logo. Door het invullen van de loginnaam en het bijbehorende wachtwoord wordt de gebruiker geïdentificeerd en toegelaten tot de omgeving. Figuur 6.3 Login scherm
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
51
Homepage Vanwege de behoefte aan eenvoud is gekozen voor een homepage die rust uit moet stralen. Wat het interactieontwerp betreft zijn hier ook de termen eenvoud en duidelijkheid van toepassing. Voor de navigatiestructuur is gekozen voor een structuur met slechts 1 level. Door op een knop te drukken in het navigatiemenu komt de gebruiker op de volgende pagina. Na deze pagina kan de gebruiker niet verder in de structuur, er komen geen submenu’s in het concept. Figuur 6.4 Homepage wireframe
1 2 3
Een schermvullende achtergrond is door de gebruiker zelf te bepalen. Ruimte voor logo SKVR. Navigatiemenu 1; pagina’s die van minder belang zijn en minder vaak gebruikt zullen worden kunnen hier geplaatst worden. Dit menu wordt dynamisch gevuld wat bepaald wordt door de gebruiker die ingelogd is. Het menu voor een leerling zal andere items bevatten dan voor een docent. Hoofdmenu; de belangrijkste functies worden hier geplaatst. Ook dit menu wordt dynamisch gevuld aan de hand de ingelogde gebruiker. Ruimte om de laatste activiteiten van de gebruiker te plaatsen als reminder. Laatste nieuws plaatsen specifiek bedoeld voor gebruiker. Berichten van en naar leerlingen en/of docenten
4 5 6 7
52
Leerlingen pagina Op deze pagina kunnen door de docent leerlingen worden beheerd. Leerlingen worden toegewezen aan docenten door de SKVR. De docent kan lesmateriaal beschikbaar stellen aan zijn leerlingen en bijvoorbeeld de voortgang van de leerlingen bekijken en bewerken.
Figuur 6.5 Leerlingen wireframe
1, 2, 3, 4 5 6 7
Zie uitleg bij figuur 6.4 Dit menu verschijnt om de gebruiker extra hulp te bieden. Er kan uitleg geplaatst worden om bepaalde functies nader toe te lichten. Voortgang als statistiek weergeven met de mogelijkheid om te kunnen bewerken. Zoekfunctie om leerling te kunnen opzoeken.
Gereedschap pagina Deze pagina kan gebruikt worden om mediatoepassingen in te plaatsen. Denk hierbij aan een applicatie om muziek te bewerken, geluidsopnames te maken of om video-opnames te maken. De toepassingen worden in de centrale database geplaatst en worden per kind individueel beschikbaar gesteld.
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
53
Figuur 6.6 Gereedschap wireframe
1, 2, 3, 4 5 6 7
Zie uitleg bij figuur 6.4. Zie uitleg bij figuur 6.5. Hier wordt gekozen welke mediatoepassing gestart moet gaan worden. Hier wordt de mediatoepassing opgestart, in dit geval een geluidsrecorder.
Muziek pagina Op de pagina muziek beheert de gebruiker zijn/haar eigen muziek. Er kan muziek van anderen beluisterd worden maar ook kunnen er lesmaterialen aan toegevoegd worden. In het concept wordt een voorbeeld gegeven waarbij er een muziekbestand beschikbaar is, een videoclip en de bladmuziek. Zo heeft de leerling alle oefenmaterialen binnen handbereik. Andere docenten kunnen ook gebruik maken van dit materiaal en eigen materialen invoeren in de database. Deze pagina is één van de voornaamste functies van het concept. Een digitale opslag van gegevens die voor iedereen beschikbaar is, geen dubbel werk doordat docenten niet van elkaar weten wat er allemaal al gedaan is en een eenvoudige manier aanbieden om oefenmateriaal te beheren.
54
Figuur 6.7 Muziek wireframe
1, 2, 3, 4 5 6 7 8 9 10 11
Zie uitleg bij figuur 6.4. Zie uitleg bij figuur 6.4. Titel van het muziekstuk waar ook op gezocht kan worden. Een link naar de bladmuziek als deze beschikbaar is. Functie om aan te geven met wie de muziek gedeeld moet worden. Zoekfunctie Muziekstuk afspelen met ingebouwde MP3-speler. Eventueel videoclip afspelen met ingebouwde videospeler.
6.2.3 Visueel ontwerp Kleuren Bij het bepalen van kleuren is gekeken naar de huidige huisstijl van de SKVR. Het logo van de SKVR is zwart met wit en is met zwart en wit is overgenomen in het prototype. Door de kleurstelling van het logo is er zwart gebruikt en verschillende grijstinten.
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
55
In de huisstijl van de SKVR wordt er gebruik gemaakt van lichtblauw voor de afdeling muziek. Deze kleur blauw is overgenomen om het ontwerp een frisse uitstraling te geven. Op leerling niveau zijn nog 2 andere kleuraccenten toepast; roze en groen. Deze kleuren zijn ook terug te vinden in de huisstijl van de SKVR. Net zoals het aanpassen van de achtergrond kunnen de toegepaste kleuren door de gebruiker zelf aangepast worden. De basiskleuren zijn overgenomen van de SKVR om te zorgen voor herkenbaarheid. Opmaak en afbeeldingen Voor de opmaak van het concept was het van belang dat de bruikbare ruimte eenvoudig en duidelijk ingedeeld kon worden. Er is geen complexe structuur aanwezig waardoor gebruikers eenvoudig kunnen navigeren. De structuur en indeling is transparant en kan deels door de gebruiker aangepast worden. De aanpassingen betreft kleurgebruik en afbeeldingen. De afbeeldingen zoals gebruikt in het prototype dienen slechts als voorbeeld.
6.2.4 Prototype Als laatste stap in het ontwerpproces zijn er een aantal pagina’s omgezet in een prototype. Deze pagina’s zijn gecodeerd als webpagina en zijn volledig functioneel. Om te kunnen valideren of het concept zou kunnen voldoen aan de verwachtingen was het noodzakelijk om een aantal functies echt te laten functioneren. De emotie en reactie op het concept kan dan in beeld gebracht worden. De pagina’s zijn online bereikbaar en zijn gebruikt om de usability test mee af te kunnen nemen. Het prototype is te vinden op CD in bijlage 7.
Figuur 6.8 Pagina “Login” (niveau SKVR, docent en leerling)
56
Figuur 6.7 Pagina “Home” (niveau docent)
Figuur 6.8 Pagina “Gereedschap” (niveau docent)
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
57
Figuur 6.9 Pagina “Muziek” (niveau docent)
Figuur 6.10 Pagina “Voortgang” (niveau leerling)
58
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
59
07 Validatie product 60
7 | Validatie product Inleiding test Om het concept te kunnen valideren is het prototype onderworpen aan 3 gebruikerstests. Hierbij lag de nadruk op de vraag of de gebruiker het concept begreep en de toegevoegde waarde kon inzien van het concept ter vermindering van motivatieproblemen. De eerste test is uitgevoerd met een docent van de SKVR. De andere test is uigevoerd met een leerling van de SKVR die op dit moment muziekles volgt.
Beschrijving test docent De testpersoon is een zeer ervaren drumdocent van gemiddelde leeftijd. De docent heeft dagelijks contact met de leerlingen. Het kennisniveau op het gebied van media is matig. “De SKVR kan dit concept heel goed gebruiken. ” Na een korte toelichting over het concept en het prototype is het prototype klaargezet op een computer. De testpersoon ontvangt login gegevens om in te kunnen loggen op het systeem. Met de login gegevens komt de docent terecht op het niveau van docenten. Gevraagd wordt om de opzet kritisch te bekijken. Ook wordt gevraagd om 2 belangrijke functies uit te proberen; de muziekpagina waar muziek te beluisteren is met bijbehorende bladmuziek en de pagina met de geluidsrecorder waarmee een opname te maken is. Waarnemingen & vragen docent Het inloggen verliep zonder problemen. Na inloggen verscheen de homepage en werd gevraagd naar een eerste indruk. De docent was zeer verrast en enthousiast. Meteen viel de eenvoud op en de directe navigatie. De navigatie was duidelijk maar sommige benamingen in het menu hadden enige uitleg nodig. De docent had niet direct door wat er op sommige pagina’s gedaan kon worden. Vooral de pagina “Gereedschap” was wat onduidelijk en werd pas duidelijk na uitleg. De eerste taak was om op de pagina “Gereedschap” de geluidsrecorder te bekijken. Zonder gebruik te maken van externe software of hardware kan hier een geluidsopname gemaakt worden. De opname kan vervolgens gedeeld worden met andere leerlingen en/of docenten. Het delen van opnames kon in het prototype niet werkend getoond worden maar was met toelichting wel duidelijk wat de kracht van deze mogelijkheid was. De reactie van de docent was weer zeer enthousiast. Ook werd gevraag om de pagina “Muziek” te bekijken en een indruk te geven van deze functionaliteit. Op de pagina is een muziekstuk geplaatst als MP3 bestand. Dit muziekstuk kon direct via het prototype afgeluisterd worden. Ook was de bladmuziek aanwezig die bij het muziekstuk hoort. Als toevoeging is het muziekstuk als videoclip geplaatst. De docent heeft de muziek beluisterd en de bladmuziek bekeken. Het betreft hier bladmuziek
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
61
die tijdens de muzieklessen gebruikt wordt en door de leerlingen geoefend wordt. De eerste reactie was positief en zonder moeilijkheden begreep de docent de bedoeling. Wat was de eerste indruk van de docent ? Na een korte inleiding van het concept en een korte blik op het prototype was de eerste indruk zeer positief. De docent had niet verwacht een werkend prototype te zien te krijgen en was hier verrast door. Vind je dat het prototype overzichtelijk ingedeeld is. Visueel vond docent het prototype geslaagd en gaf aan de afbeeldingen en kleuren mooi te vinden. Door het gebruik van het SKVR logo en overeenkomstige kleuren kon de koppeling met de SKVR snel gemaakt worden. Is je duidelijk wat met het prototype gedaan kan worden ? Ja, het was duidelijk wat er met het prototype gedaan kan worden. De toelichting vooraf was hiervoor niet echt noodzakelijk geweest. Is het navigatiemenu helemaal duidelijk voor je ? Het navigatiemenu gaf geen problemen. Wel was de benaming van de pagina “Gereedschap” onduidelijk en had nadere toelichting nodig. Vind je dat het prototype eenvoud en duidelijkheid uitstraalt ? Meteen viel de docent de eenvoud en duidelijkheid op. Denk je dat dit prototype een bijdrage zou kunnen leveren aan demotivatieproblemen ? De docent denkt dat dit wel het geval is. Docent ziet een aantal mediatoepassingen die hij tijdens de muzieklessen ook gebruikt terug komen binnen het prototype. Deze mediatoepassingen worden door zijn leerlingen ook positief ontvangen en denkt daarom dat dit met het prototype alleen maar beter zal zijn. Zou je het fijn vinden als het prototype instructies geeft ? Docent vond dit niet echt nodig omdat alles al zo overzichtelijk en duidelijk was. Wel zou dit misschien in de toekomst toegevoegd kunnen worden als er meer functies in het systeem gaan komen. Wat vind je van de mogelijkheid om met het prototype video en geluid op te kunnen nemen ? “Geweldig, maar vooraal de mogelijkheid om deze opnaes met elkaar te delen is erg mooi.” Denk je dat dit in de praktijk gebruikt kan gaan worden ? “Ik weet het wel zeker, het zou een enorme toegevoegde waarde zijn voor onze organisatie.” Wat vind je opvallend goed aan het prototype ? “De mogelijkheid om zonder ingewikkelde programma’s muziek te beluisteren en de bladmuziek erbij te hebben is wel sterk. Ook het feit dat dingen met elkaar gedeeld kan worden is goed bedacht.” Wat vind je minder goed aan het prototype ? “Ik werk soms nog wat ouderwets en schrijf voor de leerlingen regelmatig wat noten op papier. Hoe zou het systeem hier in kunnen voorzien ?”
62
Beschrijving test leerling De testpersoon is een mannelijke leerling van 11 jaar oud. De leerling heeft nu 3 jaar muziekles bij de SKVR en heeft 1 keer per week muziekles op één van de locaties van de SKVR. De leerling geeft aan bekend te zijn verschillende media. Als voorbeeld wordt aangegeven computer voor internet, Ipad voor chatten en spelletjes. “De geluidsrecorder is wel heel leuk, kan ik dit vanaf thuis ook gewoon doen ? ” Ook de leerling krijgt een korte toelichting over het concept. Na de toelichting is gevraagd of het duidelijk was. Dit was het geval. De leerling ontvangt login gegevens en zal na inloggen op de homepagina op het niveau van de leerlingen terecht komen. Gevraagd wordt om de opzet kritisch te bekijken. Na een eerste indruk is gevraagd om de 2 belangrijkste functies uit te proberen. De muziekpagina om muziek te beluisteren en de pagina met de geluidsrecorder om een opname te maken.
Waarnemingen & vragen leerling Het inloggen was voor de leerling geen probleem. Zonder vragen werd op de juiste plaats de login het wachtwoord ingevoerd. Na inloggen kreeg de leerling de homepagina te zien die speciaal voor de leerlingen gemaakt was. De eerste indruk van de leerling was positief. De achtergrondfoto’s bevielen goed en het idee dat deze aangepast konden worden beviel goed. De leerling wist niet meteen waar in het menu gekozen moest worden om de geluidsrecorder op te zoeken, hier was hulp bij nodig. Een geluidsopname kon verder zonder problemen gemaakt worden en het was vooral leuk voor de leerling om de werkende geluidssterkte meter vooral zo ver mogelijk te laten uitslaan. Vervolgens werd genavigeerd naar de pagina muziek. Hier werd gevraagd om het muziekstuk af te laten spelen en de bijbehorende bladmuziek te bekijken. Het
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
63
afspelen van de muziek ging zonder problemen. In eerste instantie kon de knop om de bladmuziek te openen niet gevonden worden, hier was uitleg bij nodig waar deze te vinden was. Wat was de eerste indruk van de leerling ? Na een korte inleiding en kennismaking met het concept was de eerste indruk positief. De speelsheid van de achtergrondfoto’s en de kleuren die zelf gekozen kunnen worden bleken een goed idee te zijn. Vind je dat het prototype overzichtelijk ingedeeld is. De leerling had geen moeite met het herkennen van de elementen en wist meteen waar op geklikt moest worden als hier om gevraagd werd. Is je duidelijk wat met het prototype gedaan kan worden ? Om dit duidelijk te maken was wat meer uitleg nodig. Eerst moest toegelicht worden wat motivatie betekent en ook wat een prototype is. Na deze toelichting was duidelijk wat er met het prototype gedaan kon worden. Is het navigatiemenu helemaal duidelijk voor je ? Het navigatiemenu gaf geen problemen. Wel was de benaming van de pagina “Gereedschap” onduidelijk en had nadere toelichting nodig. Vind je dat het prototype eenvoud en duidelijkheid uitstraalt ? De leerling vond het prototype eenvoudig te gebruiken en had geen enkele moeite om te navigeren. Denk je dat dit prototype een bijdrage zou kunnen leveren aan demotivatieproblemen ? Dit vond de leerling moeilijk te beantwoorden. Hij dacht wel dat het een bijdrage kon leveren maar kon niet goed uitleggen hoe dit dan zou moeten werken. Zou je het fijn vinden als het prototype instructies geeft ? Ja, dit vond de leerling wel handig. Bijvoorbeeld met plaatjes aangeven wat er op een pagina gedaan kon worden vond hij wel handig. Ook kon er extra tekst toegevoegd worden om uit te leggen wat er op een pagina gedaan kon worden. Wat vind je van de mogelijkheid om met het prototype video en geluid op te kunnen nemen ? “Erg leuk, ik doe dit ook weleens tijdens muziekles maar dan heeft de docent zijn laptop bij zich en kunnen wij thuis niet horen wat er door ons gespeeld is..” Denk je dat dit in de praktijk gebruikt kan gaan worden ? Dit kon de leerling moeilijk beantwoorden. Hij dacht dat het tijdens muziekles wel handig zou zijn en zag wel dat het opnemen van geluid en het eenvoudig luisteren naar de muziek met bladmuziek wel erg eenvoudig is op deze manier. Wat vind je opvallend goed aan het prototype ? “De geluidsrecorder is wel heel leuk, kan ik dit thuis ook gewoon doen ? Ook dat ik de bladmuziek niet meer op hoef te zoeken is heel handig.”
64
Resultaten Door zowel de docent als de leerling is het concept en de test met het prototype zeer positief ontvangen. Beide testpersonen begrepen wat de bedoeling is van het concept en zien de voordelen ervan. Vooral de docent reageerde zeer enthousiast en kon bevestigen dat het prototype goed aansluit bij de problematiek die bij de SKVR speelt rond de demotivatie van jonge kinderen. De docent had met de benaming “Gereedschap” wat moeite en zou hier zelf een andere naam aan geven. Ook vroeg de docent zich af of er ruimte is voor bladmuziek op ouderwets papier. Wat kan er binnen het systeem met aantekeningen gedaan worden. De docent zag direct de mogelijkheden van het prototype en was verrast door de eenvoud waarop bestaande toepassingen weergegeven konden worden. De leerling had iets meer moeite om de achterliggende gedachte van het prototype te begrijpen. Om uiteindelijk gemotiveerd te worden door een nog niet volledig werkend prototype kon de leerling nog niet helemaal voor zich zien. Wel was de leerling ook enthousiast en kon zonder problemen met het prototype werken. Het zelf kunnen bepalen van achtergronden en kleuren was een welkome aanvulling en werd als “leuk” ervaren. De benaming “Gereedschap” was ook voor de leerling onduidelijk en begreep niet wat er op de pagina gevonden kon worden. Opvallend was dat op de pagina waar geluid opgenomen kon worden er direct een spel van gemaakt werd. De meter die het volume van het binnenkomende geluid weergeeft kon door meer geluid te maken tot 100% uitslaan. Dit was dan ook het eerste wat de leerling probeerde en had er duidelijk plezier in. Mogelijkheid voor uitbreiding in games vorm
Verbeterpunten Zowel docent als leerling geven aan dat de benaming “Gereedschap” onduidelijk is. Deze pagina is bedoeld om een aantal mediatoepassingen te laten zien maar konden deze koppeling niet maken. Een beter benaming zou kunnen zijn “Muziek toepassingen” of “Muziekgereedschap”. Ook zo gekozen kunnen worden om de benamingen voor docent anders te maken dan voor de kinderen waarmee het nog duidelijker zou kunnen worden. De docent geeft aan nog regelmatig met papieren aantekeningen te werken. Wellicht kan dit in het concept gerealiseerd worden. Door bijvoorbeeld de webcam te gebruiken als fotocamera kan een papieren document gefotografeerd worden en op dezelfde manier als bladmuziek in het systeem geplaatst worden. Docent en leerling kunnen het document vervolgens eenvoudig weer bekijken. De test geeft aan dat een kind er graag een spel van maakt. Het concept zou hierin kunnen voorzien door bepaalde functionaliteiten in spelvorm te laten werken. Motivatie door middel van een spel staat buiten dit onderzoek maar de test geeft aan dat er eenvoudig een spel van gemaakt kan worden en het kind er ook plezier in heeft. Met de audio functies van het concept kan geluid opgenomen worden maar ook geanalyseerd worden. Deze mogelijkheid biedt eindeloze mogelijkheden. Denk bijvoorbeeld aan een spel waarbij punten verzameld kunnen worden voor het zingen of spelen van de juiste noot.
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
65
08 Discussie en aanbevelingen 66
8 | Discussie en aanbevelingen
Voor deze scriptie is uitgebreid onderzoek gedaan. Er is literatuuronderzoek uitgevoerd, een enquête uitgeschreven voor de doelgroep en interviews afgenomen bij docenten van de SKVR. Dit alles om een antwoord te vinden op de onderzoeksvraag: welke factoren zijn van belang om kinderen in de leeftijd van 10 tot 14 jaar die muziekles volgen te motiveren door middel van multimedia. In de hoofdstukken 2, 3 en 4 hebben de resultaten van het onderzoek geleid tot conclusies. Deze conclusies gaven uiteindelijk in hoofdstuk 5 een antwoord op de onderzoeksvraag waarmee een aantal factoren genoemd konden worden die de motivatie van kinderen kan verbeteren. Vervolgens is er een concept en een prototype ontwikkeld; het interactieve leer- & informatiesysteem. Het systeem is ontworpen op basis van de wensen en behoeften van zijn gebruikers: de docenten en de leerlingen. De docenten besparen tijd, kunnen communiceren met leerlingen en kunnen de lessen interactiever maken. Iets wat volgens de docenten zeer wenselijk is. De leerlingen krijgen controle, eenvoud, structuur en duidelijkheid.
Niet vernieuwend, of toch wel ? Het concept is een systeem dat gebruik maakt van bestaande toepassingen. Bestaande toepassingen die al veelvuldig gebruikt worden en voor iedereen toegankelijk zijn. Het concept geeft slechts structuur aan deze toepassingen. Er kan informatie in het systeem gestopt worden en er kan informatie opgevraagd worden. In die zin is het concept niet vernieuwend, er zijn talloze interactieve systemen te vinden waar op een interactieve manier iets met informatie gedaan kan worden. Vaak zijn deze systemen echter complex en gaan voorbij aan een specifieke wens van de gebruiker; eenvoud. Het structureren van bestaande toepassingen en de gebruiker de mogelijkheid bieden om data op een eenvoudige manier te delen lijkt een eenvoudige oplossing. Het is eigenlijk ook een eenvoudige oplossing en heb me werkelijk afgevraagd of er niet meer diepgang in het concept moest komen. De gebruikerstest heeft echter bewezen dat ik met dit concept op het juiste pad zit. De SKVR is zeer enthousiast over het concept en geeft aan het concept echt te willen gaan gebruiken. Ook de leerling geeft aan het een mooi concept te vinden en kan er zijn weg goed in vinden. De positieve reacties geven aan dat het concept echt iets zou kunnen toevoegen aan het oplossen van motivatieproblemen. Ik heb een onderzoek waar alles er op wijst dat met media kinderen te motiveren zijn, het concept is relatief eenvoudig en het concept wordt zeer positief ontvangen. Waarom is het concept dan al niet eerder bedacht en gerealiseerd ? Misschien is het al eerder bedacht, daar zal ik nooit achter komen. Voor de realisatie van een concept komt wat meer kijken. Uit ervaring weet ik dat het ontwikkelen van web gebaseerde oplossing goedkoper en flexibeler is dan software varianten. Maar het is niet gratis, er moet nog steeds budget zijn om het concept verder uit te werken. Een calculatie van de ontwikkelingskosten is dan op zijn plaats en zal direct door een eventuele investeerder opgevraagd worden. Er moet nagedacht worden over de exacte invulling van het concept en hoe er binnen de SKVR mee omgegaan moet worden. Dit kost de organisatie ook tijd en dus veel geld. Het zou ook kunnen dat er zoveel waarde gehecht wordt aan de pedagogische aanpak van motivatieproblemen dat een interactieve oplossing niet direct de hoogste prioriteit krijgt.
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
67
Breder perspectief Het onderwerp van deze scriptie is het gebrek aan motivatie bij kinderen binnen het muziekonderwijs. Motivatieproblemen kan ook in een breder perspectief gezien worden. Gebrek aan motivatie bij kinderen gebeurt overal, het gebeurt bijvoorbeeld ook op school of in sport, het is een generiek probleem (Brophy, 1997). Het concept van het interactieve leer- en informatiesysteem is niet alleen van toepassing op muziekonderwijs. Het zou ook ingezet kunnen worden binnen het regulier onderwijs of bij sportverenigingen. Het principe van het systeem is immers om via een interactieve oplossing informatie en toepassingen op een eenvoudige manier aan te bieden. Op een reguliere school zou de data geen muziek zijn maar bijvoorbeeld taallessen, rekenoefeningen of digitale aantekeningen van de docent . Ook hier geldt dat informatie tussen leerlingen en docenten eenvoudig gedeeld kan worden. Bij sportverenigingen zou het systeem informatie kunnen bevatten over de sport of uitslagen, met video kunnen sportoefeningen getoond worden en er is communicatie tussen teamleden en coach. In dit geval is de doelgroep kinderen van 10 tot 14 jaar. Dat wil zeggen, de doelgroep die gemotiveerd moet worden door het concept. Dit hoeven natuurlijk niet perse kinderen te zijn. Uit het onderzoek blijkt dat het principe van motivatie bij volwassenen op dezelfde manier werkt. Het concept zou dus ook voor volwassenen gemaakt kunnen worden. Het onderzoek is uitgevoerd in Nederland. Ook in dit opzicht kan het concept breder gezien worden door verder te kijken dan onze landsgrenzen. De behoefte aan een dergelijk concept is in het buitenland wellicht ook aanwezig. Verder onderzoek in het buitenland zou nieuwe inzichten kunnen verschaffen en een groot draagvlak voor het concept kunnen genereren. Het prototype is web gebaseerd en daarmee eenvoudig te vertalen en aan te passen naar de wensen en behoeftes die in het buitenland aanwezig zijn.
Andere muziekscholen Volgens de SKVR is er ook bij andere muziekscholen sprake van demotivatieproblemen. Aangezien het concept flexibel is kan het eenvoudig voor andere muziekscholen gebruikt worden. Dit zou de kracht van het concept zelfs enorm kunnen vergroten. Nu wordt bijvoorbeeld de voorbereiding van een muziekstuk door een docent uitgevoerd waar veel tijd in gaat zitten. Een volgende docent bewerkt vervolgens hetzelfde muziekstuk omdat en niet weet dat een andere docent dit muziekstuk wellicht ook al bewerkt heeft. Als deze koppeling er wel is betekent dit een enorme tijdsbesparing op doordat slechts 1 docent het muziekstuk hoeft te bewerken en beschikbaar te stellen aan andere docenten en leerlingen. Als ook andere muziekscholen toegang zouden hebben tot het systeem wordt aan de ene kant het aantal docenten dat nuttige informatie kan toevoegen aan het systeem vergroot en aan de andere kant het aanbod aan informatie groter gemaakt. Tussen muziekscholen onderling is geen concurrentie en is er geen commercieel belang. Kan er dan niet beter samengewerkt worden om zodoende nog meer mogelijkheden te kunnen bieden en tegelijkertijd de kosten naar beneden te krijgen ?
Testen van motivatie Het ontwikkelde prototype is gebaseerd op resultaten van het onderzoek. De resultaten werden conclusies, conclusies werden ontwerpcriteria. Vervolgens is het prototype getest en zijn er verbeterpunten gevonden om het prototype nog beter aan te laten sluiten bij de behoefte van de gebruiker. De gebruikerstest heeft laten zien hoe het prototype ontvangen is door gebruikers en aannemelijk kunnen maken dat het concept ook echt aansluit bij de antwoorden op de onderzoeksvraag.
68
Echter, kan het concept er ook voor zorgen dat er uiteindelijk een afname waar te nemen is in het aantal kinderen dat stopt met muzieklessen vanwege een gebrek aan motivatie ? Dit was immers het ultieme doel zoals in de inleiding al beschreven werd en de aanleiding is voor het gehele onderzoek. Het antwoord op deze vraag kan in deze scriptie niet zomaar gegeven worden. Hiervoor zou het concept verder uitgewerkt moeten en in gebruik genomen moeten worden. Dan zou een uitgebreid vervolgonderzoek moeten uitwijzen of gedemotiveerde kinderen toch weer gemotiveerd kunnen worden met behulp van het concept. Een manier zou bijvoorbeeld kunnen zijn om het concept en protype eerst volledig functioneel te bouwen. Vervolgens zou op dezelfde manier als onderzoeker Hans Günther Bastian gedaan heeft getest kunnen gaan worden. In het onderzoek van Bastian was er een klas waar intensief muziekonderwijs aanwezig was en een controleklas. In dit geval zou er een klas moeten zijn waar het concept gebruikt wordt en een controleklas waar het concept niet gebruikt wordt. Na verloop van tijd zou vergeleken kunnen worden hoe de lesuitval statistieken tussen de twee klassen zich verhouden om vast te kunnen stellen waar de lesuitval groter is met als reden demotivatie.
Hypothese Aan het begin van het onderzoek had ik een hypothese; een interactief product kan een bijdrage leveren aan de vermindering van motivatieproblemen. Naar aanleiding van de resultaten van het onderzoek, de positieve reacties op het concept en een persoonlijke mening denk ik dat de hypothese wel aannemelijk is. Docenten bevestigen dat het gebruik van media een positief effect heeft en de kinderen geven aan interesse, plezier en profijt te hebben van mediatoepassingen. Het valt buiten dit onderzoek maar er zijn talloze voorbeelden waarbij media ingezet wordt om in dit geval kinderen te motiveren. Denk aan bijvoorbeeld gamification, waar games ingezet worden om de betrokkenheid en interactie met de gebruiker te verhogen. Het idee voor mijn interactieve leer- & informatiesysteem komt deels ook voort uit de voordelen van gamification, betrokkenheid en interactie zou namelijk meer motivatie kunnen betekenen.
Conclusies en aanbevelingen Met het onderzoek en de resultaten is deels bewezen en deels aannemelijk gemaakt dat een multimedia oplossing kan bijdragen aan een betere motivatie bij kinderen. Al kan niet direct aangetoond worden dat het concept een verlaging in het aantal gedemotiveerde kinderen in het muziekonderwijs teweeg kan brengen is er een basis gelegd waarop verder gebouwd kan worden. Een basis voor efficiëntie, eenvoud, plezier en duidelijkheid. Docenten en leerlingen hebben tegenwoordig een enorme keuze uit de verschillende mediatoepassingen. Voer maar eens een zoekopdracht op internet uit naar bijvoorbeeld “muziek bewerken”. De lijst aangeboden software is groot en voor een minder ervaren gebruiker lastig om uit te kiezen. Door terug te gaan naar een basis zoals in het interactieve leer- & informatiesysteem is het niet meer nodig dat docent of leerling die keuze hoeft te maken maar is die keuze al gemaakt. Een oplossing hoeft niet noodzakelijk zo vernieuwend of innovatief te zijn maar maak eens gebruik van de oplossingen die er al zijn en voeg ze samen tot een geheel. Er zou vervolgonderzoek gedaan kunnen worden om het bredere perspectief van het concept te benadrukken. Onderzoek in het buitenland bijvoorbeeld of het uitvoeren van een soortgelijk onderzoek buiten het muziekonderwijs. Ook kan onderzoek gedaan worden bij andere muziekscholen geïnformeerd worden. Zijn hier dezelfde problemen, wensen en behoeftes aanwezig als bij de SKVR ?
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
69
Bronnenlijst
Aalsvoort, G.M. van der (2011). Van spelen tot serious gaming: spel en spelen in de pedagogische beroepspraktijk. Leuven: Uitgeverij Acco. Bastian, H.-G. (2002). Musik(erziehung) und ihre Wirkung. Eine Langzeitstudie an Berliner Grundschulen. Mainz: Schott. Bastian, H.-G. (2003). Muziek maakt slim: muziekonderwijs stimuleert de intelligentie en de sociaalemotionele ontwikkeling van kinderen (vertaling Wim van der Zwan). Katwijk: Panta Rhei. Berg, B. van den & Jager, C.J. & Gillebaard, H. (2010), Behoeftenonderzoek Mediawijsheid. Utrecht: Dialogic. Brophy, J. (1997). Motivating students to learn. Guilford. CT: McGraw-Hill. Bunnik-Tibbe, P. (2008). Kenmerken van leerfuncties binnen onderwijsleermiddelen. Twente: Universiteit Twente Dankers-van der spek, M. (2000), Communicatie en teamwork in de lerende organisatie, Den Haag: Boom Lemma uitgevers. Dorsselaer, S. Van & Zeijl, E. & Eeckhout, S. van den & Bogt, T. Ter & Vollebergh, W. (2007). Gezondheid en welzijn van jongeren in Nederland. Utrecht: Trimbos-instituut. Duimel, M. & Haan, J. De (2007), 'Nieuwe links in het gezin: de digitale leefwereld van tieners en de rol van hun ouders'. Den Haag, Sociaal en Cultureel Planbureau. Haanstra, F. & van Oijen L. (1985). Leereffecten van kunstzinnige vorming: een inventarisatie van onderzoek. Amsterdam: Stichting Centrum voor Onderwijsonderzoek van de Universiteit van Amsterdam. Herfs, J. & Lei, R. van der & Riksen, E. & Rutten, M. (2005). Handboek voor het basis- en speciaal onderwijs: muziek leren. Assen: Koninklijke van Gorcum BV. Green, C. (2000). Classics in the History of Psychology. Toronto: York University. Hamstra, Dr. D.G. & Ende, Drs. J. van den (2006), De vmbo-leerling. Onderwijspedagogische- en ontwikkelingspsychologische theorieën. Amersfoort: CPS Hanff, J & Schippers, M. & Gemert, H. van (2005), Motivatie van kinderen en leeropdrachten van scholen. Rosmalen: Zie Zo Educatief Leavitt, H. & Pondy, L. & Boje, D. (1989). Reading in Managerial Psycholgy. Chicago: University of Chicago Martens. Prof. Dr. R.L. (2010), Zin in onderzoek: docentprofessionalisering. Utrecht: Open Universiteit Maslow, A. H. (2009), Natuurlijk leren, het nieuwe leren, vraaggestuurd onderwijs, sociaal constructivisme, iederwijs. Geraadpleegd 23 mei 2013 via www.natuurlijkleren.nl Mieras, M. (2009), Stop de ontspeelsing van de samenleving, Rotterdam: SKVR. Nikken, P. (2003), 'Ouderlijke zorgen over het "gamen" van hun kinderen', in: 'Pedagogiek', 23, p.303317. Nikken, P. (2009), Ouders over internet en hun kind. Den haag: Mijn Kind Online / Motivaction. Oomen, C. & Visser, I. & Donker, A. & Beekhoven, S. & Hoogeveen, K. (2009). Cultuureducatie in het primair en voortgezet onderwijs – monitor 2008-2009. Utrecht: Sardes/Oberon. Schokker, T. & Katwijk, J. Van & Arendz, T. (2011). Jeugdcultuur en onderwijs. Den Haag: Ministerie van Onderwijs Teems, I. van der (1997). Spel en spelen, plaats, functie en visies. Baarn: Uitgeverij H. Nelissen. Timmermans, P. & Plantinga, S. (2012). Motivatie voor invulling onderwijs m.b.t. kerndoelen kunstzinnige oriëntatie, een onderzoek onder leerkrachten, directeuren en coördinatoren. Amsterdam: TNS NIPO.
70
Vansteenkiste, M. & Soenens, B. & Sierens, E. & Lens, W. (2005). Hoe kunnen we leren en presteren bevorderen Een automie-ondersteunend versus controlerend schoolklimaat. Leuven: Faculteit Psychologie. Vries, N. de (2007). Lezen we nog? Een inventarisatie van onderzoek op het gebied van lezen en leesbevordering. Amsterdam, Stichting Lezen. Zander, B., 2008, Benjamin Zander over muziek en passie. Verkregen van http://www.ted.com
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
71
Bijlage 1 | Interview Wilco Witte, Teammanager SKVR Mijn contactpersoon binnen de SKVR is Wilco Witte, teammanager regio west. Wilco heeft mij de contacten gelegd tussen mij en docenten van de SKVR maar ook voorzien van nuttige en essentiële informatie voor het onderzoek. In deze bijlage een verzameling van vragen en antwoorden die voorbij gekomen zijn in de gesprekken die plaats gevonden hebben met Wilco. Multimedia
1. Worden er op dit moment multimedia tools toegepast in het muziekonderwijs?
Bij de SKVR wordt veel gebruik gemaakt van Youtube, Spotify en software als Amazing Slowdowner. Amazing Slowdowner is software waarmee mp3 bestanden vertraagd kunnen worden en aangepast kunnen worden aan het niveau van de leerling. De tools en software worden door de docenten in eigen beheer toegepast en ook aangeschaft. Ook gebruiken sommige docenten muzieknotatie software. Dit is wel complexe software en is niet geschikt voor iedere docent.
2. Welke multimedia oplossingen zijn er in het verleden onderzocht ?
Op www.demuziekbus.nl is een applicatie te vinden voor het basisonderwijs. Deze applicatie is bekeken op de werking ervan en staat verder los van de SKVR. Binnen de SKVR zijn verschillende Elektronische leeromgevingen bekeken of deze voor de SKVR geschikt waren wat niet het geval bleek te zijn. Vinden van de juiste applicaties kost tijd en die tijd is vaak niet beschikbaar.
3. Zijn er plannen voor de toekomst om meer multimedia te gaan gebruiken ?
Ja, wij als SKVR willen graag meer gaan doen met multimedia. In de vorm van een elektronische leeromgeving kunnen we nog veel bereiken.
4. Hoe staat de SKVR tegenover het gebruik van multimedia gebruik binnen het muziekonderwijs ?
Positief, het moet bepaalde handelingen makkelijker maken en mensen motiveren.
72
Er is nu weinig tijd en alles moet steeds efficiënter. Daar zou een multimedia oplossing wel aan kunnen bijdragen.
5. Is de SKVR bekend met multimedia gebruik binnen muziekonderwijs van dit moment ?
Ja daar zijn we mee bekend. Zie vraag 1 en 2.
6. Wat is de reden waarom deze tools nog niet gebruikt worden ?
Het budget is krap en wordt steeds krapper. Het aanschaffen van media voor alle docenten is gewoon geen budget voor beschikbaar. Ook betekent het een investering in de organisatie om iedereen dezelfde kant op te laten kijken. Niet alle docenten zijn bekend met multimedia en moeten getraind worden in het gebruik ervan. Het is een creatief beroep en docenten vullen de lessen vaak zelf in. Docenten zijn wel te sturen en moeten een bepaalde methodiek handhaven.
7. Wat multimedia betreft, kan er onderscheid gemaakt worden in de verschillende leeftijden van de leerlingen ?
Veel tools zijn voor alle leeftijden geschikt. Ook Youtube wordt eigenlijk voor alle leeftijden gebruikt. Er zijn bepaalde software applicaties die niet geschikt zijn voor de hele jongen kinderen omdat dit te complex is.
8. Is de SKVR bekend met multimedia lesmateriaal dat binnen het onderwijs gebruikt wordt ?
Systemen als Magister en dergelijke zijn ons wel bekend.
9. Is de SKVR bekend met de positieve effecten van multimedia binnen het onderwijs ?
Ja, dit is ons bekend. Er zijn muziek programma’s die als game werken. Dit motiveert de kinderen wel omdat ze op een speelse manier kunnen werken en tegelijkertijd iets kunnen leren. Ook zien de docenten positieve effecten in mediagebruik tijdens de muzieklessen. Leerlingen kunnen zelf
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
73
muziek meenemen of er wordt tijdens de les gekeken naar bepaalde artiesten.
10. Wordt het gebruik van multimedia gestimuleerd door de SKVR ?
Op dit moment nog te weinig. Er is geen structurele manier om docenten en leerlingen te stimuleren iets met media te doen.
Motiveren van leerlingen
11. Wat doet de SKVR om kinderen voor muziekles aan te trekken ?
Er zijn programma’s opgesteld waarmee goedkoop muziekles kan worden aangeboden. Dit is met name bedoeld voor achterstandswijken. Voor kinderen waar het financieel niet mogelijk is om muziekles te volgen kan er een subsidie worden aangevraagd. Op basisscholen worden workshops gegeven om kinderen kennis te laten maken met het maken van muziek. Ook bij de SKVR worden dergelijke workshops gegeven waar schoolkinderen aan mee kunnen doen ter kennismaking. Het project “Ieder kind een eigen instrument” is een voorbeeld hoe we proberen de kinderen kennis te laten maken met een instrument. In samenwerking met de gemeente Rotterdam benaderen we basisscholen en bieden we een kennismakingstraject aan.
12. Zou een multimedia oplossingen kunnen zorgen voor een betere motivatie ?
Ja, het zou zeker iets kunnen toevoegen. Kinderen werken er graag me en de docenten merken aan de kinderen dat ze er plezier in hebben als er iets van media gebruikt wordt tijdens de muzieklessen. Het moet echter wel een toevoeging zijn want het persoonlijke contact tussen docent en leerling zal altijd erg belangrijk blijven.
13. Wat doet de SKVR om te zorgen dat kinderen muziekles blijven volgen ?
Wij zorgen voor kundige docenten en een goed leersysteem. Onze doelstelling is “aansluiten bij de beleving van een kind”, dit vinden wij erg belangrijk. De docenten moeten in staat zijn om deze doelstelling waar te kunnen maken. We organiseren podiumpresentaties waarmee de kinderen kunnen laten zien wat ze kunnen. We weten
74
dat de kinderen het fijn vinden als ze hun prestaties kunnen tonen aan anderen. Ook worden er mogelijkheden aangeboden om samen muziek te maken. Dit gaat in de vorm van workshops of in de vorm van optredens. Er worden workshops aangeboden waarmee kinderen kennis kunnen maken met een ander instrument dan hun eigen instrument. We springen hiermee in op de nieuwsgierigheid van het kind en kunnen ze iets nieuws aanbieden.
14. Is gebrek aan motivatie een reden waarom kinderen stoppen met muziekles ?
Ja, dit is zeker zo. Dit is niet de enige reden waarom kinderen stoppen met muziekles want er zijn nog veel andere factoren waar wij geen invloed op hebben. Cijfers die bekend zijn ontvang je van onze marketing afdeling.
15. Is de motivatie van kinderen een belangrijk onderwerp binnen de SKVR ?
Ja, wij besteden aandacht aan motivatie en motivatieproblemen. Bij vergaderingen is het vaak een besproken onderwerp. Docenten krijgen er ook training in hoe ze kinderen kunnen motiveren.
16. Is het een probleem dat kinderen stoppen met muziekles door gebrek aan motivatie ?
Ja, dat vind ik wel. Het aantal leerlingen loop terug. Dit kan komen door een gebrek aan motivatie, financieel of externe factoren.
17. In welke leeftijd zijn kinderen het beste te motiveren volgens jullie ?
Ik denk in de startfase als alles nog nieuw is. Dat zijn dus meestal de kinderen van 8 tot 12 jaar.
18. Is het zo dat meer getalenteerde kinderen minder gemotiveerd hoeven te worden ?
Niet per definitie. Het kan juist zijn dat een talentvol kind uitgeleerd is en zich gaat vervelen. Hier moeten we ook voor waken en iets mee doen.
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
75
19. Hoeveel kinderen die muziekles volgen hebben echt talent ?
Wij werken met een topklas voor de kinderen met talent. Dit jaar (2013) zitten er 15 kinderen van de ca. 3600 leerlingen in deze topklas.
76
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
77
Bijlage 2 | Interview Peter van Vugt, docent SKVR
Peter van Vugt is slagwerkdocent bij de SKVR. Peter is goed bekend met multimedia en gebruikt de media veel bij de voorbereidingen van muzieklessen. Ook tijdens muzieklessen wordt door Peter de media vaak ingezet. In deze bijlage het interview waarin gevraagd is naar multimedia en motivatie ervaringen.
1. Welke multimedia tools gebruik je naast het standaard analoge lesmateriaal ?
Ik gebruik Youtube voor liedjes die ik zelf niet op mijn server heb staan. Ik gebruik QuickTime, Finetunes en Amazing SlowDowner om het tempo en toonsoorten van liedjes aan te passen. Voor PC is er ook het programma Best Practice wat ik mijn leerlingen adviseer. Tevens zijn deze programma's ook vaak als app te vinden voor iPad/iPhone. Ik maak ook incidenteel gebruik van GarageBand of Logic voor het maken van opnames. Voor snelle opnames maak ik gebruik van een Zoom camera met hele goede ingebouwde microfoons. Ook maak ik met al mijn leerlingen gebruik van Dropbox. Ook zijn er de nodige sites waar je drumpartijen kunt vinden.
2. Kun je bevestigen dat kinderen er baat bij hebben dat deze multimedia tools gebruikt worden naast het gewone lesmateriaal ?
YouTube is geweldig omdat er heel veel filmpjes van jonge kinderen opstaan die heel inspirerend kunnen werken. Verder zorgen programma's als QuickTime ervoor dat het tempo van liedjes aangepast kunnen worden aan het niveau van de leerling. Sommige lesboeken hebben meespeel-cd's waarop liedjes staan die soms net te snel zijn. Dat kan frustrerend worden, maar door het tempo aan te passen, hou je het voor de leerling leuk. Het kan daardoor ook uitdagend worden om liedjes juist sneller af te spelen. Met de huidige audiosoftware is het heel makkelijk om snel en simpel goede opnames te maken. Voor leerlingen is het goed om zichzelf terug te horen. Wel is het zo dat hele jonge kinderen vaak afhankelijk zijn van ouders voor het bedienen van de software.
3. Denk je dat kinderen gemotiveerd kunnen worden door toepassing van (meer) multimedia ?
Zie mijn opmerking over YouTube bij vraag 2. Er is zoveel materiaal te vinden van (favoriete) muzikanten, variërend van live-opnames tot lessen in het spelen van bepaalde liedjes.
78
Wel is het nadeel van YouTube/internet dat iedereen er van alles op kan zetten, dus er staat ook heel veel slecht materiaal op. Maar het feit dat ze er zelf mee aan de slag kunnen, kan heel inspirerend werken.
4. Wordt het gebruik van eigen gekozen multimedia tools toegestaan door de SKVR ?
Durf ik eigenlijk niet te zeggen. Misschien kun je dat beter navragen bij Wilco Witte. Ik heb in ieder geval nooit gehoord dat het niet mag. Wel heb je natuurlijk te maken met auteursrechten, dus bijvoorbeeld het gebruik van Dropbox zou problemen kunnen geven.
5. Is er een verschil in toepassingen tussen kinderen van 10 jaar en 14 jaar ?
Ik heb geen leeftijdsgerichte tools. Ik gebruik alle tools bij alle leerlingen. Jonge kinderen hebben dus eigenlijk hulp nodig van ouders, alhoewel ze steeds meer en jonger ervaring krijgen op tablets en iPads, dus zeker op dat soort apparaten kunnen ze vrij snel zelfstandig aan het werk. Overigens heb ik wel 1 zeer recent drumboek wat speciaal voor hele jonge kinderen (5 à 6 jaar) geschreven is.
6. Hoe probeer je kinderen te motiveren om meer te oefenen ?
Door ze enthousiast te houden en te laten zien/horen wat ze met oefenen kunnen bereiken. Overigens is dit een lastig onderwerp, gezien de agenda's van sommige leerlingen. Heel veel leerlingen hebben zoveel activiteiten dat je je af kunt vragen of ze wel tijd hebben om te oefenen.
7. Wordt motivatie binnen de SKVR weleens besproken ?
Ja, bij vakgroepoverleg komt dat zeker ter sprake.
8. Ben je bekend met de positieve effecten van muziek maken op jonge leeftijd ?
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
79
Uiteraard, ik weet wat muziek maken met de ontwikkeling kan doen.
9. In welke leeftijd zijn de kinderen het beste te motiveren denk je ?
Durf ik niet te zeggen. Ik heb in alle leeftijden positieve en negatieve ervaringen. Erg van invloed is de reden van een leerling om voor een bepaald instrument te kiezen. Als ze het echt zelf willen zijn ze gemotiveerd en hebben ze genoeg inzet. Daardoor is de kans op vorderingen groter, wat weer motiverend/stimulerend werkt. Vaak merk ik dat er vanaf het begin een bepaalde inzet moet zijn. Als die er niet is, is het heel moeilijk om een leerling te motiveren. Soms lukt dat, maar vaak ook niet.
10. Vraag je weleens aan kinderen wat ze leuk vinden of wat ze niet leuk vinden ?
Heel vaak. Door oefeningen te geven die ze leuk vinden, blijven ze gemotiveerd. Ook probeer ik altijd in te haken op favoriete muziekstijlen. natuurlijk zijn er oefeningen die noodzakelijk zijn en die ook nog minder leuk zijn. Door die oefeningen te koppelen aan leuke oefeningen of liedjes kun je het interessant houden voor de leerling.
11. Denk je dat een elektronische leeromgeving de kinderen zou kunnen helpen ?
Ik denk van wel
12. Denk je dat de kinderen en de SKVR er baat bij hebben als er 1 omgeving is waar iedereen mee gaat werken ?
Ik denk dat de leerling altijd zijn persoonlijke omgeving moet hebben, met daarnaast gezamenlijke omgevingen waar algemenere dingen instaan.
13. Zijn er bepaalde handelingen die tijdens de les uitgevoerd worden die heel goed elektronisch gedaan kunnen worden om tijd te besparen ?
80
Kopiën maken voor leerlingen. Met een digibord en digitaal lesmateriaal kun je heel veel tijd besparen. Ik ben zelf druk bezig om al mijn lesmateriaal te digitaliseren, zodat ik altijd alles bij me kan hebben. Nu gaat dat nog niet.
14. Kun je verder nog dingen bedenken die goed in een elektronische leeromgeving geplaatst kunnen worden ?
Volgens mij kun je alles in een elektronische leeromgeving plaatsen. Feitelijk doe ik dat al met mijn leerlingen. Op Dropbox heb ik met iedere leerling een gedeelde map waarin lesmateriaal en liedjes staan. Ik kan er ten alle tijden iets in plaatsen, maar de leerling ook. Met de computer of ipad kunnen ze alles bekijken/afspelen. Wel weer een moeilijk punt blijven bijv. auteursrechten. Als ik een PDF-je uit een boek of een mp3 deel ben ik feitelijk in overtreding.
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
81
Bijlage 3 | Interview Jan Hendrik Hootsen, coördinator SKVR Jan Hendrik Hootsen is slagwerkdocent en coördinator bij de SKVR. Naast het lesgeven is Jan Hendrik verantwoordelijk voor de slagwerkafdeling van de SKVR. Jan Hendrik maakt wel gebruik van media maar gebruikt liever de reguliere lesmaterialen.
1. Welke multimedia toosl gebruik je naast het standaard analoge lesmateriaal ?
Ik gebruik Internet, YouTube, drum DVD’s, C.D.’s, IPod.
2. Kun je bevestigen dat kinderen er baat bij hebben dat deze multimedia tools gebruikt worden naast het gewone lesmateriaal ?
Ja, want het gebruik van bovenstaande maakt mijn lessen beter, frisser, “bij de tijdser”, en ook voor de leerlingen en hun betrokkenheid is het beter, daar ik ze met regelmaat ook zelf dingen laat opzoeken op internet en youtube. (bijv. hun te spelen liedjes of ze komen met eigen gevonden voorbeelden of voorkeuren).
3. Denk je dat kinderen gemotiveerd kunnen worden door toepassing van (meer) multimedia ?
Ja, ik denk het wel/weet het wel zeker.
4. Wordt het gebruik van eigen gekozen multimedia tools toegestaan door de SKVR ?
Is nog niet officieel besproken, maar ik denk het wel. We worden tot op heden erg vrij gehouden en iedere docent heeft zo zijn eigen manier van lesgeven en gebruik van lesmaterialen.
5. Is er een verschil in toepassingen tussen kinderen van 10 jaar en 14 jaar ?
82
Ja, ik denk dat er wel verschillen zijn. In ieder geval benader ik kinderen tussen 8 en 11 jaar anders dan 12 – 16 jaar. Bij de jongere groep werk ik toch veel meer vanuit lesboeken, die de leerlingen zelf moeten aanschaffen. Dit werkt bij hun veel beter en gestructureerder en ze oefenen er ook beter door. Naast dit e lesmateriaal laat ik ze uiteraard ook met leuke, bekende popliedjes meespelen. Bij de 2 groep (de “pubers”) werk ik ook met ze uit een lesboek (of meerdere boeken), maar vul ik het lesmateriaal met nog mer losse bladen aan en werk ook veel meer met muziek die zij echt leuk vinden en/of die nu “hip” is.
6. Hoe probeer je kinderen te motiveren om meer te oefenen ?
Zie het antwoord van vraag 5.. Daarnaast hanteer ik bij alle kinderen (vooral de leeftijd tussen 8 en 12 jaar) huiswerkmappen en goed, gestructureerd lesmateriaal en schrijf ik (of zijzelf) wekelijks op wat ze thuis moeten oefenen. Ook werk ik ook met “drumstukjes/drumliedjes/drumsolo’s”wat ook aanstekelijk werkt en leuk is om te oefenen en met elkaar te spelen. En door alle lessen heengeweven zijn dus ook de liedjes die zij leuk vinden, die zij meenemen en die ik goed vind werken. Denk bijv. aan alle liedjes die op de site staan van drumschool “Fred Lankamp”. Hier staan ongelofelijk veel bekende pop en rock nummers op met volledig uitgeschreven drumpartijen.
6. Wordt motivatie binnen de SKVR weleens besproken ?
Zo af en toe wel……in een enkel vakoverleg, of docentendag of als een thema op onze jaarlijkse e cursusweek (“Summerschool”, 1 week voorafgaand aan het nieuwe lesseizoen). Maar ik vind persoonlijk dat dit veel te weinig gebeurt en ook nog niet tot bevredigende resultaten komt. muziekdocenten zijn zeer individuele mensen en iedere docent en ieder instrument heeft weer zijn eigen maniertjes.
7. Ben je bekend met de positieve effecten van muziek maken op jonge leeftijd ?
Ja!!!!!!!! Het stimuleert veel facetten van de ontwikkeling van een kind: zijn denken, hersens, coördinatie, gevoel voor ritme, melodie, harmonie is goed voor zijn totale ontplooiing, groepslessen zijn weer goed voor het groepsgevoel, samenhorigheid, coöperatief werken, luisteren naar elkaar, samenwerken, muzikaliteit ontwikkelen. Het maakt/vormt je als persoon beter. Enz. enz.
8. In welke leeftijd zijn de kinderen het beste te motiveren denk je ?
Ik denk toch zeker in de leeftijd 8 tot 12 jaar. En daarnaast heb je natuurlijk ook de ouders nodig die hun kinderen motiveren. Daarnaast kan ik mijn leerlingen in de leeftijd 13 tot 18 jaar (en ouder….) ook goed
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
83
motiveren, maar dit gaat vooral stukken beter als ze een doel hebben, dus ze spelen in een popband (op school of bij de SKVR) en uiteraard de enkele fanatiekelingen die er echt voor gaan.
9. Vraag je weleens aan de kinderen wat ze leuk vinden of wat ze niet leuk vinden ?
Ja!!!!!! Dit blijf ik altijd doen. door ieder seizoen heen krijgen ze van mij altijd een paar keer de opdracht om een eigen liedje voor te bereiden, dus met een eigen popnummer te komen (ze moeten dan ook hun IPod, C.D., smartphone, geheugenstick, …. Meenemen en met hun liedje meespelen. Ik probeer hier dan weer lesmateriaal uit te halen. Ook doe ik lesmateriaal/drumritmes oefenen die bij hun muzieksmaak passen. 10. Denk je dat een Elektronische leeromgeving de kinderen kan helpen om “bij de les” te blijven?
Ja, ik denk het wel. Ik doe dit dus ook al jaren: van iedere leerling en ouders heb ik de e-mail adressen en telefoonnummers. Ik gebruik mail en telefoon en WhatsApp voor o.a. belangrijke mededelingen, les verzetten, ruilen, vakantiemelding, herinnering, doorgeven voorspeel momenten/uitvoeringen Maar ook per mail gericht aan ouders om hun kind te motiveren. Bij afwezigheid van leerling geef ik ook soms het huiswerk door. Leerlingen en ouders vragen mij via de digitale wereld ook af en toe om raad: hoe het gaat met hun kind, advies over aanschaf instrument, andere zaken… ik mail ook af en toe notenmateriaal of liedje door.
11. Denk je dat de kinderen en de SKVR er baat bij hebben als er 1 omgeving is waar iedereen mee gaat werken ?
Heb ik nog niet goed over nagedacht. Kan een goede zaak zijn. Iedere docent (en musicus en ook ieder instrument) is anders, heeft een andere invalshoek en ik zie grote verschillen. Ik neem bijv. mijn werk zeer serieus. Van diverse collega’s, maar ook uit mijn kennissenkring krijg ik zo nu en dan te horen dat ik geen rem heb en alles perfect wil doen. (en ja, dat is ook zo). Ik heb dus regelmatig contact met leerlingen en ouders buiten de lessen om en sturen leerlingen mij ook via de mail of smartphone berichten. Ik denk dat bij de meeste SKVR mensen dit toch via de administratie gebeurt en dus is er veel minder contact. TOCH LIJKT MIJ HET EEN ZEER GOEDE ZAAK EN EEN MOOIE STAP VOORUIT ALS ER WEL EEN UNIFORME LEEROMGEVING KOMT WAAR ALLE SKVR DOCENTEN MEE KUNNEN GAAN WERKEN. DIT VERBETERT OOK DE UITSTRALING VAN ONS INSTITUUT EN HET MOTIVEERT DE DOCENTEN OM DE KLANTEN BETER TE BEDIENEN EN MEER AAN ONS TE BINDEN.
84
12. Zijn er bepaalde handelingen die tijdens de les uitgevoerd worden die heel goed elektronisch gedaan kunnen worden om tijd te besparen ?
Tja, dat vind ik moeilijk, daar ik nog vrij ouderwets werk en bijv. niet met computer muziekprogramma’s werk. Ik schrijf zelfs wel eens met de hand een drumstuk uit, dat ik dan scan om vervolgens naar de leerlingen te mailen. Ik houd alle lessen bij op papier en nog steeds niet in de computer. Daarnaast werk je toch ook als docent (ik tenminste wel) op het niveau van je leerlingen en/of de groep) en dus is het veel maatwerk en niet altijd geschikt voor anderen. Uiteraard gebeurt jouw vraag wel met uitgeschreven ensemble stukken en bandstukken. Daarvan is en wordt veel gedigitaliseerd en verspreid/uitgewisseld.
13. Kun je verder nog dingen bedenken die goed in een elektronische leeromgeving geplaatst kunnen worden ?
Ja, bijv. materiaal dat we kunnen gebruiken voor de muziekexamens/toetsexamens. Zoals speelstukken, repertoire lijsten, theorie lessen, theorie (proef) examens.
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
85
Bijlage 4 | Interview Peter Zuijdam, directeur basisschool St. Michael
Peter Zuijdam is directeur van de Katholieke basisschool St. Michaël. Om ondersteunende informatie te krijgen over de rol van muziekonderwijs binnen het regulier onderwijs is aan bij Peter een interview afgenomen over muziekonderwijs.
1. Wat is op dit moment de regeling wat betreft muziekonderwijs binnen het basisonderwijs?
Muziekonderwijs is een verplicht vak op de basisschool. Scholen zijn vrij om te bepalen hoeveel tijd eraan besteed wordt. Gebruikelijk is dat het eenmaal per week op het rooster staat. Het aanleren van liedjes, luisteren naar muziek, omgaan met maat en ritme zijn de meest voorkomende onderdelen.
2. Is er tijd gereserveerd voor muziek binnen het dagelijks programma ?
In de onderbouw wordt vrijwel dagelijks gezongen. In de overige groepen meestal eenmaal per week. Sommige periodes vaker (kerst musical, vieringen).
3. Zo ja, wordt dit altijd waar gemaakt ?
Muziek is vaak een ondergeschoven kindje. Hangt ook sterk af van de affiniteit die de leerkracht met het vak heeft.
4. Zijn alle leerkrachten in staat om muziekles te geven ?
Alle leerkrachten zijn bevoegd en in staat om muziek te geven. Het is echter veelal beperkt tot het aanleren van liedjes.
5. Wat is de visie van de St. Michaëlschool tegenover muziekonderwijs?
86
Muziekonderwijs is belangrijk voor de kinderen. Zij beleven er plezier aan en het doet een beroep op bepaalde delen van je hersenen. Steeds meer zoeken we het evenwicht tussen de creatieve (en muzikale) ontwikkeling, de cognitieve ontwikkeling en de sociaal emotionele ontwikkeling, omdat met elkaar verbonden zijn en elkaar versterken.
6. Ben je bekend met de positieve effecten van het muziek maken ?
Onvoldoende
7. Wat voor subsidieregelingen zijn er vanuit de gemeente naar school toe voor het maken van muziek ?
Bij mij zijn geen subsidiemogelijkheden bekend. (hangt ook van type school af)
8. Zou je willen dat er meer met muziek gedaan zou worden ?
Ja. Er zijn op onze school verhoudingsgewijs veel kinderen die een instrument bespelen. Dat is echter niet echt merkbaar in de school.
9. Denk je dat de kinderen graag meer met muziek bezig zouden willen zijn?
Ja. Staat of valt echter meet een goed aanbod.
10. Is de aandacht voor muziekonderwijs de laatste jaren af- of toegenomen binnen het basisonderwijs?
In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat de laatste tijd in het basisonderwijs de nadruk sterk is komen te liggen op de basisvaardigheden van rekenen en taal. Dat is ten koste gegaan van o.a. de creatieve vakken. Alles moet ‘resultaatgericht’ zijn. Het muziekonderwijs heeft daar ongetwijfeld onder geleden.
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
87
88
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
89
Bijlage 5 | Enquête kinderen & ouders Voor het onderzoek is er een enquête opgesteld. De enquête is verstuurd naar kinderen van 10 tot 14 jaar die muziekles volgen of gevolgd hebben. Een deel van de vragen was gericht aan de kinderen, een deel was gericht aan de ouders van de kinderen. In de enquête zijn vragen opgenomen over de beleving van muziekles en media. De bevindingen van de enquête zijn na te lezen in hoofdstuk 3.
Vragen voor kind
90
Hoe oud ben je nu ? In welke klas zit je nu ? Heb je ooit op muziekles gezeten ? Hoe oud was je toen je aan muzieklessen begon ? Zit je nog steeds op muziekles ? Kun je aangeven waarom je met muzieklessen bent begonnen ? Stonden je ouders achter je keuze om op muziekles te gaan ? Spelen je ouders een muziekinstrument ? Als je gestopt bent met muziekles, hoe lang heb je op muziekles gezeten ? Als je gestopt bent met muziekles, kun je uitleggen waarom je ermee gestopt bent ? Hoe belangrijk is het voor je om met andere kinderen muziek te maken Heb je er veel tijd voor over om goed te worden in iets ? Kwam het wel eens voor dat je geen zin had om naar muziekles te gaan ? Zo ja, wat zorgde ervoor dat je toch naar muziekles ging ? Weet je dat muziek maken behalve heel leuk ook goed voor je is ? Hoe belangrijk is het voor je om met muzieklessen door te gaan ? Heb je het gevoel weleens dat er iets ontbreekt bij de muzieklessen ? Als je de muzieklessen meer in eigen hand kan hebben, zou je dat prettig vinden ? Neem je wel eens eigen muziek mee naar de muziekles ? Wordt daar dan iets mee gedaan ? Raak je wel eens lesmateriaal van de muzieklessen kwijt ? Ben je wel eens iets van de muziekles vergeten, bijv. wat je ook alweer moest oefenen ? Zou je het leuk vinden om ergens te kunnen zien of je vooruit bent gegaan ? Zou je het leuk vinden om ergens te kunnen zien of je je huiswerk goed gedaan hebt ? Zou je het leuk vinden om aan anderen te kunnen laten zien wat je al kan ? Denk je dat het handig zou zijn om buiten de muzieklessen om een vraag te kunnen stellen aan de docent ? Zou je het leuk vinden om met andere kinderen samen te spelen via internet ? Worden er tijdens de muzieklessen wel eens apparaten gebruikt zoals: (ipad, computer, mp3speler, etc.) Speel je wel eens games ? Zo ja, hoe veel per dag ? Zo ja, wat speel je dan ? Wat vind je zo leuk aan het spelen van games ? Zit je wel eens achter de computer ?
Zo ja, hoe veel per dag ? Zo ja, wat doe je dan achter de computer ? Denk je dat gebruik van meer apparaten tijdens de muziekles zoals ipad of computer de muziekles leuker kunnen maken ? Zou het handig voor je zijn als je niets meer mee hoeft te nemen naar muziekles maar dat alles op internet staat en je niets meer kunt vergeten ? Zou je nog iets kunnen verzinnen waarmee de muziekles leuker gemaakt kan worden ? Zou je nog iets kunnen verzinnen wat jou zou kunnen helpen op het moment dat je niet zo’n zin hebt om naar muziekles te gaan ?
Vragen voor ouders
Speelt u, of speelde u zelf een muziekinstrument ? Op welke leeftijd bent u met muziek maken begonnen ? Heeft u op muziekles gezeten ? Als u gestopt bent met muziekles, wat is hiervan de reden ? Is uw kind op muziekles gegaan omdat u zelf een muziekinstrument speelt ? Bent u op de hoogte van de positieve effecten op de ontwikkeling van een kind door muziek maken ? Is uw kind wel eens gedemotiveerd om naar muziekles te gaan ? Denkt u dat uw kind te motiveren zou zijn door meer multimedia tijdens de muzieklessen toe te passen ? Als uw kind inmiddels gestopt is met muziekles, heeft u pogingen ondernomen om hem/haar toch door te laten gaan ? Wilt u nog iets toevoegen aan de enquête dat niet in de vragen is terug gekomen ?
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
91
Bijlage 6 | Testplan
Dit testplan beschrijft waar tijdens de usability test naar zal worden gekeken. In hoofdstuk 5 is de hoofdvraag beantwoord. Het antwoord op de hoofdvraag levert een aantal factoren op waardoor een kind te motiveren is. Het interactieve leer- en informatiesysteem is bedacht op basis van deze factoren. In de usability test zal daarom worden getoetst of het concept aan deze factoren kan voldoen. Het gaat om de volgende factoren:
Inzichtelijke leerlijn en beloning als motiverende factor Kind wil plezier, controle, prikkeling, eenvoud, gemak en structuur; luisteren naar het kind is een motiverende factor. Orde en efficiëntie in het enorme aanbod van media aanbrengen als motiverende factor
Doel Op basis van bovenstaande factoren is het concept ontwikkeld waarbij de factoren als ontwerpcriteria zijn toegepast. Het interactieve leer- en informatiesysteem zou in staat moeten zijn om aan de behoeften van de gebruiker, docent en leerling te voldoen. De usability test zal moeten uitwijzen of het concept positief wordt ontvangen en of het aansluit bij de verwachtingen. Ook zal worden gekeken of de gebruiker in staat is om een bepaalde taak in het systeem succesvol uit te voeren. De test zal ook moeten uitwijzen of de gebruiker begrijpt wat er met het systeem gedaan kan worden en er eenvoudig genavigeerd kan worden. Testsituatie Een aantal schermen van het concept is als bruikbaar prototype gerealiseerd. Dit prototype is via internet bereikbaar. Aan de respondent zal worden uitgelegd waar onderzoek naar gedaan is en wat de resultaten zijn van het onderzoek. In het kort zal worden toegelicht wat er met het concept gedaan kan worden. Tijdens de test zal de respondent plaats nemen achter het scherm en zal gevraagd worden in te loggen op het systeem en een aantal taken uit te voeren. Tijdens de test worden aantekeningen gemaakt en worden er foto’s genomen. Testscenario De respondent wordt gevraagd om zelf in te loggen. Er zal gevraagd worden naar een eerste reactie over de uitstraling van het prototype. Vervolgens wordt gevraagd om alle actieve pagina’s van het prototype te bekijken en tevens goed te letten op de navigatie. Het gaat hierbij om signalering van eventuele onduidelijkheden. De functies die actief zijn in het prototype worden getest. Het gaat hierbij om de werking van de muziekpagina waar muziek te beluisteren is en tevens de bladmuziek te bekijken is. Een andere functie die getest zal worden is de geluidsrecorder. Ook deze is in het prototype actief en de respondent zal gevraagd worden om een opname te maken en hier commentaar op te geven.
92
Vragen
Wat is je eerste indruk van het prototype ? Vind je dat het prototype overzichtelijk ingedeeld is. Is je duidelijk wat met het prototype gedaan kan worden ? Is het navigatiemenu helemaal duidelijk voor je ? Vind je dat het prototype eenvoud en duidelijkheid uitstraalt ? Denk je dat dit prototype een bijdrage zou kunnen leveren aan demotivatieproblemen ? Was je in staat om muziek op te zoeken en deze te beluisteren ? Zou je het fijn vinden als het prototype instructies geeft ? Wat vind je van de mogelijkheid om met het prototype video en geluid op te kunnen nemen ? Denk je dat dit in de praktijk gebruikt gaat worden ? Wat vind je opvallend goed aan het prototype ? Wat vind je minder goed aan het prototype ? Zou je nog iets kunnen bedenken wat het prototype beter zou kunnen maken ?
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
93
94
Bijlage 7 | CD Inhoud CD:
Scriptie (PDF document) Afbeeldingen Prototype Om het prototype te laten functioneren is het noodzakelijk om alle bestanden in de structuur zoals op CD gezet geplaatst worden op een webserver te plaatsen met ondersteuning van PHP. Het prototype functioneert op het moment van schrijven (juni 2013) alleen met Chrome Canary.
Motivatie van jonge kinderen in het muziekonderwijs
95