Uitslag van de grote Libelle Moederschaps-enquête. 50% voelt zich schuldig over kinderopvang, 33% had graag meer kinderen gewild en nog veel meer verrassende feiten.
MOEDER ZIJN ANNO
Moederschap
Hoe ging het vroeger, hoe is het nu. En wat vinden we van het moederschap?
De kwestie
Zijn enig kinderen zielig & eenzaam?
Drie moeders vertellen Over hun bijzondere thuissituatie.
2011
74% denkt dat moeders vroeger gelukkiger waren
Vroeger was het leven overzichtelijk: vader werkte, moeder was thuis bij de kinderen. Er was genoeg tijd om mee te gaan naar zwemles, om zes uur het eten op tafel te hebben en boodschappen te doen voor de kinderen uit school kwamen. Tegenwoordig is dat wel anders: omdat steeds meer moeders werken, hebben ze het drukker dan ooit en moeten ze laveren tussen werk en kinderen. Bovendien is de wereld een stuk ingewikkelder geworden,
maar het is wel een feit dat de geboorte van het eerste kind ouders minder gelukkig maakt, zo blijkt uit onderzoek van de Universiteit Utrecht. De eerste twee jaar piekt het geluk, maar daarna daalt het snel. Vaders blijven zevenenhalf jaar ongelukkig, moeders maar liefst vijftien jaar. Vaders geven aan meer druk te voelen om te zorgen voor het gezinsinkomen. Ook voelen ze zich minder vrij in de besteding van hun vrije tijd. Moeders klagen vooral dat ze drukker zijn en minder tijd hebben voor zichzelf. Ook gaan
EEN DERDE VAN ONS HAD GRAAG MEER KINDEREN GEKREGEN denk alleen maar aan het aantal kinderen dat tegenwoordig ADHD of een aan autisme verwante stoornis heeft. Het is dan ook niet zo gek dat bijna driekwart van de moeders uit de grote Libelle Moederschaps-enquête denkt dat moeders vroeger gelukkiger waren. Vraag is natuurlijk of dat zo is, het is niet meer te onderzoeken (en moeders hadden het vroeger ook héél druk zonder wasmachine en vijf kinderen aan hun rok),
HET AANTAL NIEUWE GEZINNEN GROEIT Steeds meer moeders scheiden en vormen met hun nieuwe partner een nieuw gezin. Volgens onderzoeker Ed Spruijt van de Universiteit Utrecht zijn er in Nederland inmiddels zo’n 250 duizend stiefgezinnen. In 1998 waren dat er nog 114 duizend. In 84% van de samengestelde gezinnen wonen de kinderen met hun biologische moeder en hun stiefvader. 13% is een stiefmoedergezin, waar de kinderen met hun eigen vader en een stiefmoeder wonen. Steeds vaker wonen kinderen echter deels bij de ene en deels bij de andere ouder: het aantal co-oudergezinnen steeg de afgelopen tien jaar van 5% tot 20%. 500 duizend kinderen in Nederland groeien inmiddels op in een samengesteld gezin. In 3% van de nieuwe gezinnen wonen zowel kinderen van de moeder als van de vader en in ongeveer een derde van de nieuwe gezinnen krijgen de ouders ook nog gezamenlijk kinderen. Stiefgezinnen lopen meer risico opnieuw uit elkaar te vallen dan ‘gewone’ gezinnen: volgens buitenlands onderzoek strandt tweederde van de relaties waarbij stiefkinderen betrokken zijn. Maar het vormen van een nieuw gezin heeft ook positieve invloed op het welzijn van de kinderen, bijvoorbeeld doordat er weer een gezinsbasis is en de financiële positie doorgaans verbetert.
46- 42
ze minder verdienen door de komst van een kind. Vrouwen die minder gaan werken, worden overigens ongelukkiger dan vrouwen die dat niet doen of juist meer gaan werken. 50% voelt zich schuldig over kinderopvang
52% van de deelnemers aan de enquête maakt geen gebruik van kinderopvang. Van de moeders die dat wel doen, voelt 50% zich daar weleens schuldig
TWEEVERDIENERS ERVAREN DE OPVOEDING ALS MINDER ZWAAR
zwaar
dan vier jaar maakt inmiddels gebruik van opvang. 83% is tevreden over de leeftijd waarop ze haar eerste kind kreeg
MEER WERKEN ÉN MEER TIJD VOOR DE KINDEREN
Nederlandse moeders behoren nog altijd, samen met Spaanse vrouwen, tot de oudste moeders van Europa. Vrouwen worden al jarenlang gestimuleerd eerder moeder te worden vanwege het risico op onvruchtbaarheid op oudere leeftijd en aangeboren afwijkingen bij de baby. Maar blijkbaar zijn we dus best tevreden met het moment waarop we ons eerste kind hebben gekregen. Slechts 16% van de vrouwen uit ons onderzoek had eerder moeder willen worden.
Hoewel vrouwen veel vaker werken dan vroeger, besteden ze meer tijd aan hun kinderen. De tijd die werkende moeders aan hun kinderen besteden, is sinds 1980 zelfs bijna verdubbeld. Moeders besteden bijna veertien uur per week aan de zorg voor kinderen, vaders ruim zes uur per week. Bron: Gezinsrapport 2011 SCP
INTER
VIEW
Marjo Hendriks (43) had graag meer kinderen gewild, maar door haar scheiding bleef het er bij één. “Mijn dochter was twee toen mijn ex en ik dertien jaar geleden uit elkaar gingen; een leeftijd waarop je gewoonlijk aan een tweede begint te denken. Door die scheiding is DE ALLEENSTAANDE het er nooit meer van gekoMOEDER MET ÉÉN KIND men. Ik heb nog wel relaties gehad en soms dacht ik: wie weet, maar tot een langdurige relatie kwam het niet. Een periode overwoog ik alleen een kind te krijgen en op zoek te gaan naar een donor, maar toen mijn dochter zeven was, kwam ik met buikklachten in het ziekenhuis terecht, gevolgd door drie hernia’s. Mijn kinderwens werd daardoor ingehaald door de realiteit. Met drie hernia’s was het de vraag of mijn lichaam een zwangerschap wel goed zou doorstaan. Bovendien realiseerde ik
33% had graag meer kinderen gewild
Hoewel we tevreden zijn over de leeftijd waarop we ons eerste kind kregen, had 33% van de moeders graag meer kinderen gehad. Vaak is de al oudere leeftijd bij de geboorte van het eerste kind de oorzaak; één kind lukte bijvoorbeeld nog, een tweede niet meer. Ook het stuklopen van de relatie zorgt ervoor dat vrouwen niet het aantal kinderen krijgen dat ze graag hadden gewild. Zo blijkt uit cijfers van het CBS dat de helft van de alleenstaande moeders slechts één kind heeft.
“ IN MIJN HART WAS PLAATS GEWEEST VOOR EEN TWEEDE OF DERDE KIND”
47% van de moeders twijfelt over de opvoeding
Nog nooit is er zo veel gepraat en geschreven over opvoeden. Baby’s mogen niet bij hun ouders in bed, voor hun tweede moet je ze niet zindelijk willen maken, we mogen onze kinderen niet te veel verwennen en we moeten weer grenzen gaan stellen. Ook bijna de helft van de moeders in ons onderzoek vraagt zich af of ze het allemaal
▼
over. Volgens Marian Lijnse van de Spiraal, die zich als therapeute heeft gespecialiseerd in schuldgevoelens: “Je kunt je afvragen of het reëel is om je als ouders schuldig te voelen als je niet altijd thuis bent voor de kinderen, in deze tijd is het nu eenmaal gebruikelijk dat moeders werken. Bovendien worden moeders die thuisblijven voor de kinderen waarschijnlijk geconfronteerd met het feit dat vriendjes wel naar de opvang gaan en hun kind dus niemand heeft om mee te spelen. Uit verschillende onderzoeken blijkt trouwens dat het niet nodig is om schuldgevoelens te hebben. Kinderen van tweeverdieners zijn niet minder tevreden over de sfeer in huis dan kinderen van wie de moeder niet werkt. Ook kunnen ze even goed opschieten met hun ouders, aldus het Sociaal en Cultureel Planbureau. In het rapport Kinderen in Nederland stelt het SCP zelfs dat tweeverdieners het in een aantal opzichten beter doen: ze hebben minder opvoedproblemen en ervaren de opvoeding als minder zwaar. Ook het Duitse pedagogenechtpaar Annegret en Wolfgang Weikert komen in hun boek Werkende moeders hebben gelukkige kinderen tot de conclusie dat kinderen van werkende ouders niet slechter af zijn. Volgens de auteurs concentreren vrouwen met een baan zich uit tijdgebrek op de kern van de opvoeding. Ook zijn hun kinderen minder verwend en zelfstandiger. Doordat kinderen van thuismoeders zo veel aandacht krijgen, gaan zij zich volgens de auteurs vaak heftig verzetten tegen de overdosis betutteling en bezorgdheid. De Nederlandse afkeer van kinderopvang lijkt trouwens wel af te nemen: bijna de helft van de werkende moeders van kinderen jonger
me hoe kwetsbaar ik was als alleenstaande moeder. Het is nu een gesloten boek, maar ik had mijn dochter wel een broertje of een zusje gegund. Ik kom zelf uit een gezin van zeven kinderen en dat heb ik altijd prettig gevonden. We zijn er altijd voor elkaar en ik vind het jammer dat mijn dochter dat gevoel niet kent. Toen ze jonger was, vond ik vooral de vakanties lastig; ik zorgde er toen altijd voor dat ik met vrienden op vakantie ging met kinderen. Nu vindt mijn dochter het ook leuk om bijvoorbeeld met z’n tweetjes naar Italië te gaan en lekker door Venetië te slenteren, dus dat maakt het makkelijker. Ik ben blij met mijn prachtige dochter, maar in mijn hart was plaats geweest voor een tweede of derde kind.”
46- 43
33% HAD GRAAG MEER ▼
wel goed doen. Waar komt die onzekerheid vandaan? “Allerlei deskundigen geven ons ouders het idee dat we zelf niet deskundig genoeg zijn om kinderen op te voeden omdat het ons ontbreekt aan wetenschappelijke basis”, zegt René van der Veer, hoogleraar geschiedenis van de pedagogiek en auteur van het boek Opvoeden door beginners. Het gevolg: ouders worden bedolven onder de adviezen die vaak ook nog eens tegengesteld zijn. Dat zorgt ervoor dat ze verward raken. Bovendien zijn de adviezen van de verschillende opvoedgoeroes vaak niet wetenschappelijk onderbouwd. René van der Veer: “Maar ondertussen hebben ouders door die adviezen wel allerlei verwachtingen. Dat een baby na zo veel maanden gaat lachen bijvoorbeeld. Als dat niet gebeurt, denken ze al snel dat er iets mis is.” Ook doen we minder ervaring op met opvoeden dan vroeger omdat gezinnen kleiner zijn geworden en we dus niet meer als oudere tieners voor de kleintjes in huis zorgen. Ook zijn kinderen voor ouders meer dan vroeger een project, zegt René van der Veer. “We hebben
minder kinderen en willen dat de kinderen die we hebben succesvol zijn. Onze tolerantie ten opzichte van afwijkend gedrag en geen succes hebben is afgenomen. We hebben ook veel meer keuzes gekregen, bijvoorbeeld in scholing. Daardoor is het leven ingewikkelder geworden, wat weer tot meer
tor een gelijke verdeling van zorgtaken ideaal vinden, maar in de praktijk is het meestal zo dat de man een fulltime baan heeft terwijl de vrouw parttime werkt. Vooral mannen willen de zorgtaken graag beter verdelen: 69% van de mannen zou een gelijke bijdrage willen in het huishouden en 73% van de
2 5 % VAN DE MOEDERS WIL DAT HAAR PARTNER MEER LEUKE DINGEN DOET MET DE KINDEREN
twijfels leidt.” De hoogleraar adviseert ouders zich niet te veel te laten leiden door allerlei opvoedadviezen. “Met je eigen intuïtie kom je een heel eind.” 58% is tevreden over de verdeling van de zorgtaken
Een ruime meerderheid van de moeders is tevreden over de verdeling van de zorgtaken. Hoewel uit de Emancipatiemonitor blijkt dat 40% van de stellen vóór er kinderen komen geen afspraken maakt over de verdeling van de zorg en het huishouden, komen ouders er dus meestal wel uit. Toch is het ideaal nog niet bereikt. De helft van de Nederlanders zou volgens de Emancipatiemoni-
‘TWEEDE LEG’ Het stereotype beeld dat het vooral mannen zijn die na een scheiding aan een ‘tweede leg’ beginnen, klopt niet met de werkelijkheid. Uit de Europese Generation and Gender Survey blijkt dat het vooral vrouwen zijn die met een nieuwe partner opnieuw kinderen krijgen. In Nederland gaat het om 142 duizend vrouwen, tegenover 128 duizend mannen. Vrouwen kiezen voor meer kinderen omdat hun kinderwens bij de scheiding nog niet was vervuld, terwijl mannen opnieuw kinderen krijgen omdat hun nieuwe partner graag kinderen wil.
46- 44
GEWILD
mannen wil de zorg gelijk verdelen. Dat dit in de praktijk niet gebeurt, is omdat mannen niet minder willen gaan verdienen en vanwege belemmeringen op het werk. 30% van de Nederlanders vindt het anderhalfverdienmodel het beste, terwijl 8% het meest ziet in het kostwinnersmodel. Wie de zorg gelijk verdeelt, geeft trouwens wel het goede voorbeeld aan de kinderen. Uit onderzoek van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut blijkt dat kinderen vaak hun ouders navolgen. Zo geven vaders die zich intensief bemoeien met de kinderen en het huishouden het goede voorbeeld aan hun zoons; deze zijn later ook meer
betrokken. En dochters van moeders die niet werkten, blijven later ook meer uren thuis. 56% vindt het moederschap geen zware belasting
Het sombere beeld dat moeders – zeker als ze werken – altijd moe zijn en tobben met het moederschap wordt steeds meer onderuit gehaald, ook in de grote Libelle Moederschapsenquête. Het hebben van kinderen wordt lang niet door alle moeders als een zware belasting ervaren, zoals ons vaak wordt voorgespiegeld – ook niet als zij zorg en werk combineren. Het CBS becijferde al dat werkende moeders gelukkiger zijn dan thuismoeders; een conclusie die wordt bevestigd in het Gezinsrapport 2011 van het Sociaal en Cultureel Planbureau. De meeste ouders ervaren de combinatie van betaald werk en de zorg voor kinderen als druk, maar verrijkend. Slechts een op de drie ouders ervaart deze combinatie als zwaar; vooral ouders van kinderen onder de vier en alleenstaande moeders. Aan deze Libelle Moederschaps-enquête werkten bijna 700 moeders mee.
47%
VAN DE MOEDERS TWIJFELT OVER DE OPVOEDING
DE KWESTIE
Het enig kind
vrouwen
HOEWEL VROUWEN VAKER WERKEN DAN VROEGER, BESTEDEN ZE MEER TIJD AAN HUN KINDEREN
Being an only child is a disease in itself, schreef de Amerikaanse psycholoog Stanley Hale ruim een eeuw geleden. Wat zoiets betekent als: een enig kind is geen kind. Enig kinderen waren in de ogen van Hale eenzaam, zielig, sociaal onhandig en leerden niet om te delen.
Nu is het zo dat ik maar één kind heb: T. Niet omdat ik na de geboorte van mijn zoon – inmiddels acht – gescheiden ben en daardoor niet meer kinderen heb gekregen of omdat ik inmiddels te oud was om nog meer te baren. Nee, ik heb simpelweg nooit de behoefte gehad om meer kinderen te krijgen. Ik vind het nog steeds prima zo, met één kind. Met z’n drieën hebben we het heel gezellig en omdat ik niet drie kinderen heb die me helemaal leegzuigen is er altijd ruimte voor vriendjes die willen komen spelen, mee-eten of logeren. Nu vinden andere mensen het best zielig dat mijn zoon alleen is. Althans, dat gevoel geven ze me vaak. Alsof ik de meest egoïstische moeder ter wereld ben die het niet voor haar kind over had nog een wezen op deze wereld te zetten. Toen we deze zomer zes weken op vakantie waren geweest, vroeg iemand bijvoorbeeld: ‘En, T zal wel heimwee gekregen hebben hè?’ Hoezo? Waarom zou T wel heimwee hebben en jouw drie kinderen niet? Dat zei ik natuurlijk niet, maar ik mompelde nog wel dat T niet eens naar huis wilde. Wat ook echt zo was. Ook vroeg iemand wat T nou toch zoal de hele dag deed op vakantie, zo in zijn eentje. Misschien zijn het gewoon
aardig bedoelde vragen. Ook ik vraag me natuurlijk soms af of het niet zielig is voor mijn zoon dat hij geen broertje of zusje heeft om mee te spelen. Zelf zegt hij dat hij het ‘lekker rustig’ vindt, maar of hij ook begrijpt wat hij bedoelt? Toch heb ik nooit het idee dat hij er last van heeft. Hij heeft veel vriendjes, is een aardig kind en bijna nooit alleen. En als hij dat wel is, kan hij uren stripboeken lezen en spelen. Wat blijkt nu? Mijn gevoel klopt. Uit recent onder-
Hoe minder broers en zussen je hebt, hoe gelukkiger je bent, lees ik zoek blijkt dat enig kinderen het beter doen op school, meer zelfvertrouwen hebben, meer interesses en een hoger IQ. Hoe minder broers en zussen je hebt, hoe gelukkiger je bent, menen ze zelfs op het Instituut voor Sociaal en Economisch Onderzoek in Essex. Dat is misschien weer overdreven, maar het is toch een geruststelling dat ik het met mijn kleine gezinnetje zo slecht nog niet doe. Rosa Koelemeijer
INTER
VIEW
Schrijfster Anne Gine Goemans (40) combineert haar werk met drie kinderen. Het levert veel drukte op, maar ze zou niet anders willen. “Waarschijnlijk komt het door mijn karakter dat ik het altijd druk heb. Ik vind alles leuk en ik wil alles doen. Ik ben moeder van drie kindeDE DRUKKE MOEDER ren, schrijf boeken, zet me in voor het behoud van de natuur rond mijn woonplaats Spaarndam, hecht aan vriendschappen. Omdat mijn man ook fulltime werkt, is het soms heel druk, maar ik wil niets missen en zou niet anders kunnen. Het een voedt het ander. Door mijn kinderen ben ik bijvoorbeeld dichter bij mijn emoties gekomen en dat gebruik ik weer bij het schrijven. Net zoals ik mijn liefde voor mijn omgeving gebruik als materiaal. In mijn leven is alles met elkaar verweven. Mijn kinderen zijn mijn belangrijkste motivatie om me in te zetten voor de natuur; als ouder ben ik er verantwoordelijk voor dat er straks nog iets over is, vind ik. Doordat werk en privé bij mij door elkaar lopen, heb ik snel leren schakelen. Als mijn kinderen een
“ DOORDAT WERK EN PRIVÉ DOOR ELKAAR LOPEN, HEB IK SNEL LEREN SCHAKELEN” uurtje televisie kijken, zit ik bijvoorbeeld aan tafel drukproeven te corrigeren. En zodra ze in bed liggen, kruip ik achter de computer. Er zijn wel momenten dat ik echt op mijn tandvlees loop. Een kind baren is gemakkelijker dan een boek schrijven en soms zegt mijn man: ‘Nu moet je echt minder gaan doen.’ Eens in de zo veel tijd trek ik me ergens terug in een huisje om een week te schrijven, maar ik zou geen schrijver willen zijn die alleen maar voor boeken leeft. Mijn kinderen zijn mijn grootste inspiratiebron.” Anne Gine Goemans schreef de romans Ziekzoekers en Glijvlucht
46- 45
ONGEWENST KINDERLOOS Een op de zes stellen met een kinderwens krijgt te maken met vruchtbaarheidsproblemen. 10% van de paren blijft ongewenst kinderloos. Van de vrouwen die op dit moment rond de 45 zijn, heeft 17% geen kinderen gekregen. Van de vrouwen rond de zestig is dat 11%. Ongewenste kinderloosheid komt het meest voor bij hoger opgeleide vrouwen. Zij hebben vaker geen relatie of zijn te laat aan het krijgen van kinderen begonnen (bron: CBS). In Nederland worden per jaar ongeveer 3600 kinderen geboren na een ivf- of icsi-behandeling.
INTER
TEKST: ROSA KOELEMEIJER. M.M.V. WWW.OUDERALLEEN.NL. FOTOGRAFIE: BART BRUSSÉE ANOUK DE KLEERMAEKER. HAAR EN MAKE-UP: CAMEN ZOMERS. STYLING: PAULA SCHOUTEN
VIEW
Marijn de Busser (36) had al twee kinderen toen ze na haar scheiding Jeroen ontmoette. Samen kregen ze er nog drie. “Toen ons eerste kind werd geboren, dacht ik wel: straks ontdekt hij dat hij voor zijn eigen kind toch andere gevoelens heeft dan voor mijn twee dochters. DE TWEEDE LEG-MOEDER Maar dat is niet gebeurd: voor Jeroen betekenen alle kinderen evenveel, zegt hij. Mijn ex is niet heel actief betrokken bij de opvoeding en het is Jeroen die de vaderrol heeft overgenomen. Bewonderenswaardig, want ik denk
“ HET LEEFTIJDSVERSCHIL TUSSEN DE PUBERS EN DE DRIE KLEINTJES IS SOMS LASTIG” niet dat het in alle samengestelde gezinnen zo gaat. Ik wilde altijd al drie kinderen en Jeroen bleek die wens ook te hebben. Het eerste idee was: samen nog één, maar uiteindelijk hebben we in drie jaar drie kinderen gekregen en zijn we nu echt een groot gezin. Ik ben enorm trots, maar het is wel heel druk, want ik werk ook 27 uur per week. En soms is het grote leeftijdsverschil tussen de net puberende meiden en de drie kleintjes lastig. De oudsten willen shoppen of naar de bioscoop, terwijl de kleintjes blij zijn in de speeltuin. Ervoor zorgen dat alle kinderen aan hun trekken komen, is iets waar we de laatste tijd heel bewust mee bezig zijn. Een keer uit eten gaan met mijn oudste dochter, bijvoorbeeld. Zij stond echt te huilen toen ik de laatste keer zwanger was: ze wilde niet nog meer baby’s in huis. Om het goed te maken mocht ze bij de bevalling zijn, maar het blijft soms zoeken.”
46- 46
0%
7
VAN DE MOEDERS HOUDT HET VANWEGE DE KINDEREN STIL TIJDENS SEX
Drie dagen werken is ideaal Hoe combineren moeders zorg en werk? En hoe denkt de Nederlandse bevolking over die combinatie? • 24% van de Nederlanders vindt dat moeders met kinderen jonger dan vier jaar niet zouden moeten werken. Zitten kinderen op de basisschool, dan vindt de meerderheid van de bevolking een baan van drie dagen ideaal. • 50% van de mannen en 30% van de vrouwen vindt de vrouw geschikter om kleine kinderen op te voeden. • Vrouwen doen makkelijker iets tussendoor als ze met de kinderen bezig zijn dan mannen. • Vrouwen werken in Nederland gemiddeld 25 uur per week. • Boven de 35 heeft 80% van de vrouwen een deeltijdbaan. • 18% van de vrouwen wil niet werken omdat ze thuis bij het gezin wil zijn. Bron: Emancipatiemonitor 2010
JONGE MOEDERS De gemiddelde leeftijd waarop vrouwen een kind krijgen is de laatste jaren niet verder gestegen: sinds 2004 is het 29,4. Ook blijkt uit cijfers van het CBS dat steeds meer twintigers het
moederschap niet langer uit-stellen. Het lijkt er dus op dat we vrouwen als model Doutzen Kroes en presentatrice Nicolette van Dam volgen en jonger moeder worden.