Module Wereldgodsdiensten, sekten & stromingen en bewegingen – basisprogramma – leerjaar 1 – drs. J.J. Grandia
ORIËNTATIE 1. Titel van de module Judaïca 2. Introductie In deze module gaat het over de basishouding van de joodse religie, de aard, functie en plaats van de wet. Vervolgens komt de verhouding tussen kerk en Israël aan de orde. Deze module biedt u de basisstof voor de benadering van het Jodendom. De onderwerpen van deze modulen zijn voor een groot gedeelte de doelen van het ‘Programma van Eindtermen voor het vak Godsdienst’, zoals dat op de reformatorische scholen is vastgelegd. De basisstof is van belang voor de Evangelieverkondiging onder Joden. Via deze module krijgt de pastoraal werker kaders om de Evangelieverkondiging onder Joden gestalte te kunnen geven. 3. Opbouw module Dit onderdeel van de module wordt in twee contacturen aangeboden. U krijgt 3 credits voor de totale module. Van de student wordt een actieve luisterhouding verwacht tijdens het college. De literatuurstudie is nodig ter voorbereiding van het tentamen. 4.
Moduledoelen
Cognitief De student: - heeft kennis van het karakter (theologie, spiritualiteit en organisatie) van het Jodendom; - kan theologische begrippen (mondelinge en schriftelijke wet, heiligheid) toetsen vanuit de joodse geloofsovertuiging; - weet van de verschillende relatievormen tussen Jodendom en Christendom en kan uit deze mogelijkheden een beredeneerde keuze maken; - weet welke bijbels-theologische waarde Israël heeft voor het Christendom in zijn huidige vorm. Competenties Deze module draagt met name bij aan de vakinhoudelijke en didactische competentie. Er wordt indirect bijgedragen aan de interpersoonlijke, de pedagogische en organisatorische competentie. De student wordt aangezet tot het reflecteren over zijn eigen functioneren. 5. Beginvereisten De student heeft basale kennis van de Bijbel.
6.
Planning en studielast
Cursusjaar
College Activiteit
Omschrijving
2008-2009
1
grondlijnen Jodendom literatuurstudie gesprek Kerk - Israël literatuurstudie
2
college, vragencarroussel college
Studielast in uren 1 30 1 30
STUDIEHANDLEIDING 7. Omschrijving college-inhouden en doelstellingen Aan het einde van het eerste college heeft de student: - inzicht in wat we onder het Jodendom verstaan; - de kennis opgedaan om het woord thora met al zijn implicaties in te schatten; - kennis aangaande het onderscheid en de overeenkomst tussen mondelinge en schriftelijke Thora; - inzicht in het onderscheid tussen halaga en haggada; - inzicht in de verschillende stadia van joodse hermeneutiek; - de vaardigheid opgedaan teksten uit Targoem, Misjna en Talmoed te interpreteren. Aan het einde van het tweede college: - kan de student grondlijnen weergeven van de Messiaanse verwachting binnen het Jodendom; - kan de student de afwijzing van Jezus als de gekomen Messias verklaren en weerleggen; - heeft de student inzicht in de relatie tussen kerk en Israël; - kan de student de fundering aanwijzen van de vervangingstheologie (substitutie-theorie), de twee-wegen leer en de visie dat de kerk terug moet naar Israël. De student kan een eigen, beredeneerde keuze maken; - kan de student Romeinen 11 op verschillende manieren exegetiseren en daarin een keuze maken die bijbels-theologisch verantwoord is. 8. Didactische route Voorbereiding contactuur: een deel van de toetsstof moet door de student worden doorgenomen. De docent geeft een overzicht over de organisatie van het contactuur. De werkvormen worden in die organisatie door de docent aangegeven en functioneren in het onderwijs in onder- en bovenbouw. Aan het einde van het college wordt gereflecteerd of wordt een opdracht tot reflectie meegegeven. 9. Leertaak Ter voorbereiding op het eerste college heeft de student kennis genomen van het boek van A. van der Beek, De kring om de Messias, pagina 9-46.
ORGANISATIE 10. Docent van deze module De module wordt verzorgd door drs. J.J. Grandia. 11. Relatie met eindtermen en vakspecifieke bekwaamheden De student: wordt blijvend gemotiveerd zich te bezinnen op de taak van de kerk ten aanzien van Israël; beseft het belang van een juiste visie op het Jodendom; is in staat om verschillen en overeenkomsten tussen Jodendom en Christendom juist in te schatten en relevant te maken voor leerlingen; weet wat men verstaat onder: (mondelinge en schriftelijke) thora, halacha, Targum, Misjna, Talmoed; kan onderscheid aanbrengen tussen orthodox, liberaal en reformjodendom. 12. Leermaterialen Naast de reeds aangegeven literatuur is voor beroepsuitoefening nodig: Rabbijn S. de Vries, Joodse riten en symbolen 13. Beoordeling Via een toets met afdoende resultaat, zoals omschreven in het examenreglement. In de toets krijgen kennis, inzicht, vaardigheden en de relatie met het toekomstige beroepsveld een plaats. 14. European Credit Transfer System De gehele module levert 3 credits op. 15. Literatuur Beek, A. van der, De kring om de Messias, Zoetermeer 2002, ISBN 978 9021138972 (pagina 9-253 en 321-400) Heide, dr. A. van der, Het Jodendom, Kampen, 2001, ISBN 978 9043503622, 190 pagina’s
Wereldgodsdiensten, sekten & stromingen en bewegingen – basisprogramma – leerjaar 1 – drs. J.J. Grandia
ORIËNTATIE 1. Titel collegeserie ‘Sekten en stromingen’ 2. Introductie In deze module gaat het over een reformatorische benadering van de sekten en stromingen. Deze module biedt u de basisstof. De onderwerpen van deze modulen zijn voor een groot gedeelte de doelen van het Programma van Eindtermen voor het vak Godsdienst, zoals dat op de reformatorische scholen vastgelegd is. De basisstof is van belang voor de curriculum op de reformatorische scholen. Via deze module krijgt de pastoraal werker kaders om met mensen om te gaan die in sekten gevangen zitten. 3. Opbouw module Dit moduleonderdeel wordt in één contactuur aangeboden. U krijgt 3 credits voor de totale module, omvattende de twee colleges Judaïca en het college Jehova Getuigen. Van u wordt een actieve luisterhouding verwacht tijdens het college. De literatuurstudie is nodig ter voorbereiding van het tentamen. 4. Moduledoelen Cognitief De student: - kan aangeven wat een sekte kenmerkt in onderscheiding van een kerk; - kan het verschil tussen een sekte en beweging omschrijven; - kan aan de hand van hem aangereikte informatie over een religieuze groepering binnen het christendom (in heden of verleden) beargumenteren of er sprake is van een kerk, een sekte of een beweging; - kent tenminste één bestaande sekte binnen het christendom en kan deze sekte zó omschrijven dat hij in ieder geval de leider, de tijd, het gebied, de reden van ontstaan, de belangrijkste leerstellingen en de belangrijkste groepskenmerken kan noemen. Competenties Deze module draagt met name bij aan de vakinhoudelijke en didactische competentie. Er wordt indirect bijgedragen aan de interpersoonlijke, pedagogische en organisatorische competentie. De student wordt aangezet tot het reflecteren over zijn eigen functioneren. 5. Beginvereisten De student heeft basale kennis van de Bijbel. 6.
Planning en studielast
Cursusjaar 2008-2009
College Activiteit 3 college en gesprek tentamen
Omschrijving Studielast in uren Inleiding in sekten en 1 Jehova’s Getuigen 21
STUDIEHANDLEIDING 7. Omschrijving college- inhouden en doelstellingen Aan het einde van het contactuur: - heeft de student inzicht in wat we onder een sekte verstaan; - kan de student inschatten waarom sekten al of niet gevaarlijk zijn; - is de student in staat om met Jehova’s Getuigen een gesprek te voeren over hun eigen geloofsinhoud. 8. Didactische route De docent geeft overzicht over de organisatie van het contactuur. De werkvormen worden in die organisatie door de docent aangegeven en functioneren in het onderwijs in onder- en bovenbouw. Aan het einde van het college wordt gereflecteerd of wordt een opdracht tot reflectie meegegeven. 9. Leertaak Geen
ORGANISATIE 10. Docent van deze module De module wordt verzorgd door drs. J.J. Grandia. 11. Relatie met eindtermen en vakspecifieke bekwaamheden Relatie met eindtermen: - de student wordt blijvend gemotiveerd zich te bezinnen op de taak van de kerk ten aanzien van de sekten; - de student beseft het belang van een juiste visie op Jehova’s Getuigen. 12. Leermaterialen Geen 13. Beoordeling Via een toets met afdoende resultaat, zoals omschreven in het examenreglement. In de toets krijgen kennis, inzicht, vaardigheden en de relatie met het toekomstige beroepsveld een plaats. 14. European Credit Transfer System De gehele module levert 3 credits op. 15. Literatuur Uit de serie Wegwijs, is in voorbereiding.