MER OOSTELIJK DEEL VAN DE STEDELIJKE REGIO EINDHOVEN-HELMOND (MEROS)
Samenvattend overzicht behandeling in raadscommissies, gemeenteraden en besturen
Stuurgroep MEROS – 10 februari 2010
Nota bene: Dit overzicht bevat als bijlagen notulen van vergaderingen. Dit kunnen concepten zijn die nog moeten worden vastgesteld.
1
2
Asten: Genomen besluit: · Kennis te nemen van het concept MER-rapport inzake de verstedelijkingsopgave voor het Oostelijk deel van de Stedelijke regio Eindhoven-Helmond (MEROS). · Kennis te nemen van de locatiekeuzenotitie MEROS als de visie van de initiatiefnemende gemeenten op de verstedelijkingsopgave voor het Oostelijk deel van de Stedelijke regio Eindhoven-Helmond, en uw opvattingen hierover kenbaar te maken. · De bereidheid uit te spreken de verstedelijkingsopgave in nauwe samenwerking met de overige MEROS-gemeenten te willen realiseren. Aangenomen amendementen en moties: Ingenomen standpunten (samengevat): Strekking brief d.d. 22-12-2009 aan stuurgroep MEROS: · Vanuit de gedachte van zuinig ruimtegebruik ligt het voor de hand een kleine locatie eerder in ontwikkeling te brengen dan een grote, omdat op dit moment niet met zekerheid kan worden gesteld dat een grote locatie nodig is. Het argument om Bemmer IV als laatste te ontwikkelen, omdat deze locatie buiten de stedelijke regio ligt, lijkt gezocht. · Uitgangspunt moet zijn dat nieuwe verstedelijkingslocaties aansluiten bij bestaande stedelijke en infrastructuren. Ontwikkel eerst de locatie Varenschut en Bemmer IV volledig realiseer daarna een deel van de resterende opgave door middel van herstructurering/revitalisering van bestaande bedrijventerreinen, en gehele of gedeeltelijke ontwikkeling van het BZOB-bos. Een gedeeltelijk ontwikkeling van de locatie Diesdonk is planeconomisch niet realistisch. · Indien het niet lukt om in 2010 een gebiedsvisie op te stellen in verband met de aantasting van de GHS/EHS-status (bij ontwikkeling van de locatie BZOB-bos) dient te worden gewacht totdat deze visie er wel is voor een definitieve keuze wordt gemaakt tussen BZOB-bos en Diesdonk. · In VKA 1 wordt de locatie BZOB-bos m.b.t. verkeer en vervoer in plaats van neutraal negatief beoordeeld. Dit dient te worden aangepast. · De ontwikkeling van Diesdonk zal afbreuk doen aan recreatie en recreatieve ontwikkelingen in de stedelijke regio. · De toepassing van de SER-ladder dient onderbouwd te worden en verder dient inzicht te worden geboden in de wijze van toepassing van het beleid inzake intensief ruimtegebruik (Streekplan/RSP). De raad acht het relevant de behoefteramingen te heroverwegen. Kernpunten behandeling in commissie en raad: · Diesdonk is geen geschikt alternatief. · De gemeente moet blijven uitdragen wat haar plannen zijn met dit gebied. · De behoefteberekening is veel te hoog en komt niet overeen met het provinciaal beleid. · De gemeente mag niet in een tijdsklem (medio 2010) worden gezet. · De planning dient derhalve ondergeschikt te zijn aan een goede onderbouwing. · De gemeente heeft enerzijds haar belangen goed behartigt, maar anderzijds ook een volwaardig alternatief weten te bieden. Bijlagen: 3
· ·
Verslag commissie en raad Brief aan de Stuurgroep (ingekomen 23 december 2009)
Geldrop-Mierlo: Genomen besluit: · Kennis te nemen van het concept MER rapport · Kennis te nemen van de locatiekeuzenotitie Aangenomen amendementen en moties: Ingenomen standpunten (samengevat): Kernpunten behandeling in commissie en raad: Voorstel met algemene stemmen aangenomen. Bijlagen: · Verslag raad
Helmond: Genomen besluit: · Kennis te nemen van het concept MER-rapport inzake de verstedelijkingsopgave voor het Oostelijk deel van de Stedelijke regio Eindhoven-Helmond (MEROS). · Kennis te nemen van de locatiekeuzenotitie MEROS als de visie van de initiatiefnemende gemeenten op de verstedelijkingsopgave voor het Oostelijk deel van de Stedelijke regio Eindhoven-Helmond. · De bereidheid uit te spreken de verstedelijkingsopgave in nauwe samenwerking met de overige MEROS gemeenten te willen realiseren. Aangenomen amendementen en moties: Ingenomen standpunten (samengevat): · De fracties van SP en GL stemmen tegen het voorstel, de overige fracties zijn akkoord. Het voorstel wordt daarmee aangenomen.
4
Kernpunten behandeling in commissie en raad: · Helmond heeft vanwege haar rol als centrumstad grote industrieterreinen nodig om grote bedrijven te kunnen trekken. Grote bedrijven willen wel in Helmond zitten, daar is ruimte voor nodig. · Voorkomen moet worden dat grote bedrijven vertrekken of zich niet vestigen in Helmond wegens gebrek aan ontwikkelingsmogelijkheden. · Helmond dreigt achterop te geraken bij de B5-steden. · Behoefteramingen dienen geactualiseerd te worden. · Goed gekeken zal moeten worden naar bestaand aanbod (bijv. leegstand) en herontwikkelings-/revitaliseringsmogelijkheden (bijv. Hoogeind) vooraleer nieuwe locaties ontwikkeld worden. · Aandacht voor demografische ontwikkelingen (i.c. krimp van de beroepsbevolking). · De beste keuze voor Helmond is Diesdonk. De natuurcompensatie voor Diesdonk is minder groot. · BZOB-bos is geen realistisch alternatief. · Natuurcompensatie moet in Helmond plaatsvinden. · T.a.v. het Goor zal voldoende afstand tot de Goorloopzone in acht genomen moeten worden. Bijlagen: · Verslag commissie en raad
Laarbeek: Genomen besluit: · Kennis nemen van het concept MER-rapport inzake de verstedelijkingsopgave voor het Oostelijk deel van de Stedelijke regio Eindhoven-Helmond (MEROS); · Kennis nemen van de locatiekeuzenotitie MEROS als de visie van de initiatiefnemende gemeenten op de verstedelijkingsopgave voor het Oostelijk deel van de Stedelijke regio Eindhoven-Helmond, en uw opvattingen hierover kenbaar te maken; · De bereidheid uitspreken de verstedelijkingsopgave in nauwe samenwerking met de overige MEROS gemeenten te willen realiseren. Aangenomen amendementen en moties: Ingenomen standpunten (samengevat): Kernpunten behandeling in commissie en raad: · Verheugd met de keuzes voor de realisering van een bovenregionaal bedrijventerrein op Bemmer en dat Scheepstal en Deense Hoek niet meer in beeld zijn. · Een keuze voor het BZOB-bos prevaleert boven Diesdonk aangezien Bemmer daardoor mogelijk eerder aan bod komt. · Ingezet moet worden op een groot Bemmer met aandacht voor agrofood en distributie. · Betreurd wordt de bijstelling van de woningbouwaantallen ten koste van de kleine gemeenten. Eigen inwoners zullen in ieder geval voldoende bouwmogelijkheden moeten hebben.
5
Bijlagen: · Verslag commissie en raad
Someren: Genomen besluit: · Kennis te nemen van het concept MER-rapport inzake de verstedelijkingsopgave voor het Oostelijk deel van de stedelijke regio Eindhoven-Helmond (MEROS); · Kennis te nemen van de locatiekeuzenotitie MEROS als de visie van de initiatiefnemende gemeenten op de verstedelijkingsopgave voor het Oostelijk deel van de Stedelijke regio Eindhoven-Helmond; · De bereidheid uit te spreken de verstedelijkingsopgave in nauwe samenwerking met de overige MEROS gemeenten te willen realiseren. Aangenomen amendementen en moties: Motie met de volgende strekking: …dat de raad van Someren: · bij voorkeur geen woningbouw wenst in het gebied Lungendonk met name op basis van de negatieve uitkomsten van de Milieu Effect Rapportage; · op dit moment ernstige twijfels heeft over de geraamde woningbehoefte in de toekomst gelet op de krimp van de bevolking; · indien woningbouw in Lungendonk in de toekomst toch onvermijdelijk blijkt te zijn, zij eerst inzicht wil hebben in de werkelijke woningbehoefte op dat moment; · duidelijke afspraken vastgelegd wenst te zien m.b.t de volgorde van realisering van woningbouwlocaties, dus eerst bebouwing van alle locaties binnen de grenzen van de gemeente Helmond, vervolgens ’t Goor en daarna, indien aantoonbaar onvermijdelijk en absoluut noodzakelijk, het gebied Lungendonk; · de garantie wil hebben dat, indien de noodzaak van woningbouw in Lungendonk is aangetoond, Someren de ontwikkeling van Lungendonk zelf ter hand kan nemen. Ingenomen standpunten (samengevat): · Standpunt raad is verwoord in een (unaniem aangenomen) motie die is opgenomen in een naar de stuurgroep verzonden brief. Kernpunten behandeling in commissie en raad: · Verbazing over een keuze voor Lungendonk ondanks een negatieve beoordeling. · Een verdeling van de woningbouw over de dorpen is in het kader van de leefbaarheid wellicht beter. · Een uitwerking van het MMA is wellicht de beste optie. · Overleg met de stuurgroep is nodig om bezwaren weg te nemen. Bijlagen: · Verslag commissie en raad · Brief van het college van Someren
6
Deurne: Genomen besluit: Geen besluit genomen. Aangenomen amendementen en moties: Ingenomen standpunten (samengevat): Middels een brief van de raad (d.d. 22-12-2009) verzonden naar stuurgroep met daarin de volgende opvattingen: · Ten tijde van de raadsinfobijeenkomst in Deurne (28-09-2009) zou de stuurgroep al een uitgesproken voorkeur hebben gehad voor het BZOB-bos. · Er is argwaan over de transparantie van het proces, o.a. blijkend uit een opmerking in een uitnodigingsbrief voor de raad aan de griffies. · De vergoeding voor complete exemplaren van het MER-rapport is fors en werpt daarmee een drempel op voor de toegang tot informatie. · Een brief over de juridische correctheid van het plan is nog niet ontvangen. · Een nauwere betrokkenheid van Deurne bij het proces is nodig. · De status van de natuurcompensatieplannen is onduidelijk. · Over de behandeling hiervan en de besluitvorming hierover is Deurne nooit geïnformeerd. · Er lijkt sprake van een koerswijziging ten opzichte van de inhoud van de natuurcompensatieplannen. Het is niet duidelijk waarom hiervoor gekozen is en wie hiervoor verantwoordelijk is. · De periode voor het maken van een definitieve keuze tussen Diesdonk en BZOB-bos (medio 2010) lijkt te kort. Er worden aandachtspunten aangereikt en er wordt gevraagd om een plan van aanpak dat op korte termijn zal moeten worden aangereikt. We zijn als gemeentebestuur pas laat betrokken bij het project MEROS. Gelet op kennisachterstand en gebrek aan informatie kan de gemeenteraad van Deurne nog geen inhoudelijk standpunt innemen. Kernpunten behandeling in commissie en raad: · Commissiebreed vindt men de uitbreiding van het BZOB naar de Brouwhuissche Heide ongewenst. · De procesgang is tot nu toe uiterst onzorgvuldig en ongewenst verlopen en er is onvoldoende recht gedaan aan de positie van de gemeente Deurne. Er is op geen enkele wijze begrip getoond voor de belangen van Deurne. Bijlagen: · Brief gemeenteraad Deurne d.d. 22-12-2009 · Concept besluitenlijst commissie Ruimte en Economie dd 9 februari 2010
7
SRE: Genomen besluit: · kennis te nemen van het concept MER-rapport inzake de verstedelijkingsopgave voor het Oostelijk deel van de Stedelijke regio Eindhoven-Helmond (MEROS); · kennis te nemen van de locatiekeuzenotitie MEROS als de visie van de initiatiefnemende gemeenten op de verstedelijkingsopgave voor het Oostelijk deel van de Stedelijke regio Eindhoven-Helmond; · er kennis van te nemen dat, indien de besluitvorming over MEROS wijzigingen van het vigerende RSP, RAB en of woningbouwprogramma in zal houden, deze aan u ter vaststelling worden voorgelegd. Aangenomen amendementen en moties: Ingenomen standpunten (samengevat): · De heer Adriaans legt in een stemverklaring uit grote moeite te hebben met de manier van werken en neemt de plannen voorts voor kennisgeving aan in de wetenschap dat de provincie beslissingsbevoegd is terzake. Kernpunten behandeling in regioraad: · Deurne is en wordt onvoldoende betrokken in het proces blijkend uit vier punten: ¨ Besluitvorming niet eind, maar medio 2010 ¨ Bestuurlijk draagvlak en transparantie ontbreken ¨ De drempel tot informatie is te hoog ¨ Beperkte of geen mogelijkheid voor discussie · Deurne zal in het vervolgtraject een volwaardige partner zijn. Het is spijtig hoe de weg daar naartoe verlopen is. Er is inspanning nodig om het gevoel van onbehagen in Deurne hierover weg te nemen. · De natuurcompensatieplannen zijn niet meer dan een voorzichtige inschatting van de compensatiemogelijkheden bij een keuze voor het BZOB-bos of Diesdonk. · De openbare verspreiding van deze plannen met concrete intekening van compensatiemogelijkheden op bestaande (agrarische) bedrijven heeft echter ongewenste (neven-)effecten. · Het RSP blijft ondanks de veranderde juridische context een voor de SRE-gemeenten (in ieder geval vanuit moreel opzicht) bindend ruimtelijk plan. Afhankelijk van de uitkomsten van MEROS zal een herziening van het RSP worden voorgesteld. Bijlagen: · Verslag vergadering Regioraad
8
Waterschap Aa en Maas: Genomen besluit: Een formeel besluit wordt nog door het DB van waterschap Aa en Maas en het DB van waterschap De Dommel genomen, parallel aan de formele aanvaarding van het MER door GS. Aangenomen amendementen en moties: Ingenomen standpunten (samengevat): Kernpunten behandeling in commissie en raad: Bijlagen: · Nadere uitleg positie waterschap.
9
10
Bijlagen
11
12
Asten: Commissiebehandeling Agendanummer 6 MER Oostelijke deel stedelijk gebied Helmond-Eindhoven De fractie Algemeen Belang kan instemmen met voorliggend voorstel. Zij kan niet instemmen met het alternatief Diesdonk. De fractie VVD stemt in met voorliggend stuk, inclusief de reactie van de gemeente aan de stuurgroep. De fractie CDA is blij dat de Diesdonk niet de eerste voorkeur heeft maar het BZOBbos. De gemeente Asten moet blijven uitdragen wat haar plannen zijn met de Diesdonk. Hierin spelen recreatieve aspecten een rol van betekenis De fractie PGA/PvdA vraagt of tekst van de memo voor de brief als reactie wordt gebruikt. Zij kan daar dan mee instemmen, maar met de volgende opmerkingen. De gehanteerde behoefteberekening voor bedrijventerrein klopt niet. Zij verwijst naar het provinciaal beleid ter zake. Verder merkt zij op dat Asten niet in een tijdsklem wordt gezet. Als medio 2010 het onderzoek niet is afgerond mag dat niet betekenen dat Diesdonk automatisch weer in beeld komt. Ook de 1 ste voorkeursvariant moet geheel worden onderzocht. De fractie Leefbaar Asten wil weten hoe de onderzoekskosten worden toegerekend. Verder sluit zij zich aan bij de fractie PGA/PvdA. Zij vraagt om de brief ter inzage te leggen voor de raadsvergadering van 15 december a.s. Burgemeester Beenakker zegt dat de MEROS het beeld bevestigt dat de raad in Asten al had, recreatieve waarde is inderdaad van belang. Het is goed geweest dat Asten niet alleen voor haar belang is opgekomen, maar dat het haar ook gelukt is een goed alternatief te bieden. Ten aanzien van de procedure zegt hij dat alle samenwerkende gemeenten gezamenlijk initiatiefnemer zijn. De provincie is het bevoegd gezag. Hij is blij dat de fracties kunnen instemmen met de reactie zoals in de memo opgenomen en zal daarbij ook de aspecten behoefteraming bedrijventerreinen en het voorkomen van de tijdsklem benadrukken. De conceptbrief zal voor de raad van 15 december ter inzage liggen. De voorzitter concludeert dat de commissie unaniem positief adviseert en instemt met doorgeleiding van het stuk naar de raad.
Raadsbehandeling De fractie Leefbaar Asten vindt de aanscherping in de brief prima. De fractie Algemeen Belang vindt verdere aanscherping prima en benadrukt dat door hiermee in te stemmen de fractie niet impliciet kiest voor een minder geschikte locatie. Zij opteert voor de beste oplossing en dat is het BZOB bos. De fracties VVD en CDA sluiten zich hierbij aan. De fractie PGA/PvdA vraagt om de ontwikkelingen scherp in de gaten te houden. De verwachting is dat de knoop pas medio 2010 wordt doorgehakt. Zij benadrukt dat dan niet automatisch de tweede voorkeur in beeld mag komen. Verder wijst zij nogmaals op de behoefteberekeningen die zwaar overschat zijn. De voorzitter noemt dat de planning ondergeschikt is ten opzichte van een goede onderbouwing. De inhoud is dus leidend. De partijen hebben duidelijk hun voorkeur uitgesproken. Zonder amendering en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
Brief gemeenteraad d.d. 22-12-2009
13
14
15
16
Geldrop-Mierlo: Raadsbehandeling: Voorstel wordt met algemene stemmen aangenomen.
17
18
Helmond: Commissieverslag: Inspreker de heer Michiels van Brouwberg. Mevrouw Niessen: waarom denkt u dat de N-279 op de hoogte van het BZOB-bos verlegd zou worden? De heer Michiels: er bestaat een reële kans dat die naar het oosten verlegd zou worden, maar ik vraag me af of het ingepast kan worden. De heer Kuypers: bent u ervan op de hoogte dat we ook grote industrieterreinen nodig hebben om grote bedrijven hier naar toe te kunnen trekken. Grote bedrijven willen wel in Helmond zitten, daar hebben we ruimte voor nodig. Er wordt hier ook gecompenseerd en dat moet natuurlijk wel in Helmond. De heer Michiels: van compensatie zien we niets terug in Helmond. De heer Roefs: willen we onze rol als centrumstad blijven waarmaken moeten er nu keuzes gemaakt worden. Er is gekozen voor bundeling van woon- en werklocaties en daar kan CDA mee instemmen. T.a.v. het Goor gaan we er vanuit dat er voldoende afstand tot de Goorloopzone in acht genomen wordt. Er moet een keuze gemaakt worden tussen Diesdonk en BZOB-bos. Beide locaties hebben plussen en minnen. De beste keuze voor Helmond is Diesdonk. We werken ermee naar de A-67 toe, het is voldoende groot, ook naar de toekomst en de problematiek voor compensatie is een stuk kleiner. CDA is het eens met het raadsvoorstel, met dien verstande dat de discussie tussen Diesdonk en BZOB-bos een eenduidig signaal richting provincie wordt. De heer Smeulders zegt tegen de heer Roefs: vanaf 2012 gaat de beroepsbevolking dalen. Is het dan niet vreemd dat we natuur opofferen om industrieterreinen aan te leggen. De heer Roefs: er werken te weinig mensen in Helmond, de meeste gaan richting Eindhoven. Willen we onze centrumfunctie waar maken, dan moet dat ook op het gebied van werken, niet alleen voor wonen. Bedrijven kunnen in Helmond niet terecht, dat moeten we niet willen. We spreken over 2015-2030. De heer Kuypers sluit zich aan bij het CDA. Hoe realistisch is het plan BZOB-bos en wat zijn de kosten? De heer Ferwerda: D66 kan instemmen met de mogelijke woningbouwlocatie. M.b.t. de mogelijke uitbreiding van industrieterreinen wil D66 er primair voor pleiten te kijken wat er nu beschikbaar is of herontwikkeld kan worden. Als dat is uitontwikkeld, kiezen we voor Diesdonk. Mevrouw Niessen: VVD is akkoord met de reservering voor de woningbouwlocaties. V.w.b. industrieterrein wil de VVD eerst de uitkomsten van 2 onderzoeken afwachten. Dat is de compensatieregeling en het onderzoek naar de behoefte die er zal zijn aan het aantal ha. industrieterrein. Dat zal de keuze bepalen òf BZOB-bos òf Diesdonk. Ook van groot belang is de termijn waarop de nieuwe industrieterreinen uitgegeven kunnen worden. Helmond heeft succesvolle bedrijven die uit willen breiden, als dat te lang duurt vertrekken die bedrijven en dat zou desastreus zijn voor de werkgelegenheid. De heer De Vries vraagt aan mevrouw Niessen om welke bedrijven het gaat? Mevrouw Niessen: er zijn grote bedrijven op BZOB die uit willen breiden. Die brengen voor een aanzienlijk deel werkgelegenheid mee. Zij geeft nog door om welke bedrijven het gaat. De heer Van Mullekom: hebben die bedrijven dan zo slecht ingekocht v.w.b. hun m² industrieterrein? Mevrouw Niessen antwoordt dat het succesvolle bedrijven zijn die uit willen breiden. Mevrouw Spierings: HB is akkoord met de woningbouwlocaties. We hebben ook ingezet op revitalisering van Hoogeind, daar staan veel locaties leeg die niet meer van deze tijd zijn. Voor reservering geeft HB de voorkeur aan Diesdonk. Mevrouw De Voogd is akkoord met de besluitpunten 1 en 2 en sluit zich aan bij CDA. De heer Davies: het is positief dat er regionaal gekeken wordt naar wonen en werken. PvdA heeft grote problemen met woningbouw in het Goor. PvdA kiest voor bedrijven voor Diesdonk omdat de natuurcompensatie voor Diesdonk minder groot is. Wat staat er op de huidige locatie leeg en wat voor impulsen kunnen we daar aan geven? Er staat een aantal panden aan de Vossenbeemd leeg en ook het Hartmannterrein. Voordat we een raadsbesluit nemen zou dat meegenomen moeten worden. Verzoek om dit nog een keer in de commissie terug te laten komen met daaraan gekoppeld de huidige industrieterreinen en wat we daar aan het herstructureren zijn. De heer Roefs zegt dat men daar een heel uitgebreide toelichting over heeft gehad in Asten. De heer Davies: als men 10.000 m² heeft leegstaan en we gaan weer 10.000 m² claimen, dan is er iets niet goed. Wat voor bedrijven gaan we aantrekken, waarvoor hebben we de grond nodig? Dat verhaal moet eerst duidelijk worden. De heer De Vries: de SP vindt: als er gebouwd wordt moet er gebouwd worden voor een reële behoefte. Lungendonk is bespreekbaar als woninglocatie, maar het kan voor wat SP betreft Somerens grondgebied blijven. In het ASP staat dat Helmond in het Goor geen bouwmogelijkheden ziet. Nu staat het toch als eerste optie in de MEROS. Industrieterreinen: er moet een keer een grens gesteld worden met het uitgeven van nieuwe industrieterreinen ter bescherming van de leefomgeving. De oplossing moet gezocht worden op de huidige industrieterreinen. Als er dan toch meer behoefte is dan is Varenschut op de lange termijn bespreekbaar. SP zegt “nee” tegen Diesdonk en BZOB-bos. Er is
19
verwarring over de intentieverklaring welk gebied er precies mee bedoeld is. Hoe verhouden deze 3 beslispunten zich met de inhoud van de notitie. De heer Van Mullekom: handen af van BZOB-bos. Mogelijk kan men eigenaren van bedrijven die op het huidige industrieterrein zitten en leegstand hebben bij elkaar brengen en kijken of er samenwerking mogelijk is. Het Goor is onbespreekbaar, Lungendonk en Diesdonk wel. De heer Smeulders: we krijgen op middellange termijn te maken met stagnatie van het aantal inwoners. GL steunt geen plannen voor het bouwen aan de rand van Helmond en steunt geen reserveringen voor nieuwe gebieden voordat alles volgebouwd is. De stagnatie van de beroepsbevolking in Brabant heeft ook invloed op het aantal benodigde bedrijventerreinen. Wij profileren ons ook als brainportregio, dus hebben we steeds minder grootschalige bedrijventerreinen nodig. Er is op dit moment grote leegstand van bedrijven op het industrieterrein. Een toekomstbeeld van verpauperde bedrijventerreinen staat GL niet aan, we moeten geld besteden aan herstructurering van industrieterreinen. De provincie weet ook dat we te maken krijgen met krimp. De focus gaat de komende jaren veranderen, daar moeten we op inspelen. Wethouder Stienen: in 2001 gaf toenmalig burgemeester Van Elk aan dat in 2010 Brandevoort af zou zijn en dat er dan behoefte zou zijn aan uitgebreide werk- en woonlocaties. Wat we nu ook gaan besluiten, moeten we doen met de regiogemeenten. In B5-verband ziet u dat deze steden mondiale bedrijven naar zich toe halen omdat zij uitbreidingsgebieden hebben. We blijven als Helmond duidelijk achter omdat we de hectares en de ontsluiting niet kunnen bieden in het oostelijk deel van Oost-Brabant. U kiest vandaag geen locatie maar neemt kennis van de locaties. We moeten niet overal in de regio kleine bedrijventerreinen aanleggen omdat ze geschikt zouden zijn i.h.k.v. milieu. Men moet ook kijken naar afwikkeling van verkeer, logistiek en werkgelegenheid in de omgeving. In die afwegingsprocedure is Scheepstal en Deensehoek afgevallen. We hebben wel gekeken naar Bemmer-4 en het BZOB-bos. Wij kijken nu naar de natuur- en milieuwaarden en willen u dat voorleggen. Er is aangetoond dat Diesdonk een hogere milieuwaarde heeft dan BZOB-bos. De provincie zal daar een besluit over nemen en u daarvan in kennis stellen. Als de keuze voorligt zal de wethouder de complicaties aangeven van beide gebieden. Als men grote bedrijven naar Helmond toe wil halen, moet men snel handelen. De stuurgroep heeft aan het college voorgelegd “geef aan wat uw richting is”. U geeft uw voorkeur aan voor Diesdonk, het college zal dat meegeven aan Provinciale Staten, die dat uiteindelijk in hun besluit zullen meewegen. De ontwikkelingen op het gebied van wonen is gemonitord. 6000 Woningen is een groot aantal om daar locaties voor te zoeken in de regio. We leggen niet de nadruk op Lungendonk en het Goor (richting Lungendonk). We gaan eerst de woningen in Helmond bouwen, mocht het daarna nodig zijn dan komt eerst de punt van het Goor aan bod en daarna pas Lungendonk. De laatste aspecten komen pas ver na 2020 aan bod. We reserveren het, maar of het ooit nodig is, is nog maar de vraag. Er komt een onderzoek waarbij we hebben aangegeven dat, los van de natuurwaarde tussen BZOB en Diesdonk, er nog een compensatieverhaal speelt. De compensatie voor BZOB-bos is vele malen groter dan Diesdonk. Als BZOB-bos moet verdwijnen moet de compensatie 3-ledig zijn, waarbij dat primair moet gebeuren aan de zuidrand van Brouwhuis, tussen Rochadeweg en de bebouwing zal een flink stuk bos en natuur toegevoegd moeten worden om daar een soort landschapspark te laten ontstaan. Daarnaast in de Groene Peelvallei en het grootste deel in het middengebied tussen Stiphout en Nuenen. Dat betekent aankopen van gronden, dat zal een hele klus zijn. We gaan de komende 2 á 3 maanden onderzoeken of dat haalbaar is. Als het BZOB-bos niet haalbaar is gaan we automatisch naar Diesdonk. Herstructurering van bedrijven; het college is in gesprek met de BOM. Als men echt wil herstructureren kost dat veel geld. Het masterplan Hoogeind wordt nogmaals bekeken en bestudeerd wat daar aan opgaven ligt. We zijn het er wel over eens dat er wat kan gebeuren, dat zal o.a. betekenen meer parkeerplaatsen. Maar het kan nooit de compensatie zijn om voor 4500 mensen werk te vinden. We hanteren momenteel de normering op BZOB; 1 ha. grond kopen is 50 werkplaatsen realiseren. De heer Davies: kan het zijn dat er bepaalde bedrijven uit Helmond geweerd worden omdat ze de 50 arbeidsplaatsen niet zullen halen of ver daaronder blijven. Wethouder Stienen: er zijn ook grote bedrijven die niet uit kunnen breiden, dat zou triest zijn. Grote distributiebedrijven die veel ha. afnemen en weinig arbeidsplaatsen creëren worden niet met voorrang behandeld. De heer De Vries: 94% van de bedrijven wordt verplaatst, zelfs binnen de stad. Het toevoegen van bedrijventerreinen en daaraan koppelen de werkgelegenheid is een te makkelijke rekensom. Wethouder Stienen: het gaat er met name om dat de B5-steden voorop lopen met technologie en daar loopt Helmond op achter. Mevrouw Niessen: er wordt onderzoek gedaan naar de vraag. Stel dat de voorkeur uitgaat naar BZOBbos en het gebied is te klein om aan de vraag te kunnen voldoen, gaan we daar dan toch gronden uitgeven en op zoek naar andere kleine locaties? De heer Smeulders: we moeten mensen hebben die in de grote bedrijven kunnen werken. Als we investeren in openbaar vervoer kunnen Helmonders prima ergens anders werken en hebben we niet meer wegen nodig. De heer De Vries: wat is de lading van de 3 beslispunten.
20
De heer Davies: wat er op dit moment leegstaat is ook belangrijk, laten we dat meenemen in de MEROS. Dat heeft ook te maken met de toekomstige locaties die weer ingezet kunnen worden. De heer Ferwerda: Helmond komt bij de eerste 50 steden die groei hebben gecreëerd niet voor. We hebben hier te maken met een visie op de langere termijn. We moeten dat niet alleen laten bepalen door de krimp. De heer Kuypers: hoe realistisch is het BZOB-bos. Wat zijn de kosten? Wethouder Stienen: de exploitatie wordt onderzocht en komt terug als er een definitieve keuze gemaakt wordt in 2010. Diesdonk geven we mee aan de afweging aan provinciale staten. Er komen nog zienswijzen, inspraken etc. Als er een keuze gemaakt zou worden, primair Diesdonk of BZOB-bos, daarna Varenschut en als laatste Bemmer-4. Er gaan allerlei onderzoeken lopen, als die klaar zijn, komen die terug in de commissie. Mevrouw Mooibroek: de MER wordt aangeboden aan de provincie, zij gaan het toetsen aan de hand van de richtlijnen en 6 weken ter inzage leggen, daar kan iedereen op inspreken. Advies: SP, Groen Links en PvdA maken een voorbehoud. De overige fracties zijn akkoord.
Raadsverslag: Conform voorstel besloten, met dien verstande dat de fracties van SP en GL geacht worden te hebben tegengestemd.
21
22
Laarbeek: Commissieverslag: De commissie is verheugd met de keuzes voor de realisering van een bovenregionaal bedrijventerrein op Bemmer en dat Scheepstal en Deense Hoek niet meer in beeld zijn. Opgemerkt wordt wel, dat dit pas mogelijk na 2025 zal plaatsvinden bij gebleken noodzaak en behoefte. In dat kader is de ontwikkeling van het BZOB-bos gunstiger dan de ontwikkeling van Diesdonk. De locatie BZOB-bos is kleiner en daardoor komt Bemmer mogelijk eerder aan bod. De commissie is er overigens voorstander van om in te zetten op een groot Bemmer, waarbij mogelijkheid geboden wordt voor agrofood en distributie. De commissie betreurt het wel dat de bijstelling van de woningbouwaantallen voornamelijk heeft plaatsgevonden in de kleine gemeenten en niet bij de steden Helmond en Eindhoven. Er dient in elk geval ingezet te worden op voldoende bouwmogelijkheden voor de eigen inwoners. Wethouder Knoop geeft aan dat Bemmer in totaal 55 ha. groot wordt en dat een verdere vergroting in strijd is met de wens om een landelijke gemeente te blijven. Hij vraagt zich af of er nog meer woningbouwlocaties gewenst zijn, aangezien er al veel plancapaciteit in voorbereiding is. De commissie adviseert om het voorstel in de raad als bespreekstuk te behandelen. Raadsverslag: De raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burgemeester en wethouders.
23
24
Someren: Commissieverslag: Enkele commissieleden spreken hun verbazing uit over het feit dat ondanks dat de MER negatief uitvalt, er toch een voorkeur is voor Lungendonk. Enkele commissieleden geven er de voorkeur aan om, mede in het kader van de leefbaarheid, de aantallen te verdelen over de kerkdorpen. De heer Kros bestrijdt het gevoel dat selectief met argumenten wordt omgegaan; de stuurgroep maakt een totaal afweging, kijkt niet alleen naar milieuaspecten maar ook naar b.v. haalbaarheid, ontsluiting, voorzieningen etc. Het voorstel wordt doorgeleid naar de raad.
Raadsverslag (23-12): De fractie CDA dient mede namens de Lijst Someren-Heide, Leefbaar Someren en de VVD een amendement in (bijlage 2). Vervolgens wordt geschorst. Na de schorsing stelt de fractie Lieropse Lijst voor om het college te verzoeken in overleg te treden met de stuurgroep en de mening van de raad, zoals deze avond geuit, kenbaar te maken. Daarnaast ligt er het verzoek om het Mma-alternatief uit te werken. Het besluit en bijbehorend amendement wordt aangehouden.
Raadsverslag (28-01): De fractie CDA trekt het in de vorige raadsvergadering ingediende amendement in. Vervolgens wordt een motie (bijlage 3) ingediend met het verzoek om aan het raadsbesluit een brief toe te voegen waarin aan de stuurgroep MEROS kenbaar wordt gemaakt welke de opvattingen zijn van de raad van de gemeente Someren bij dit MEROS rapport. Deze motie wordt unaniem aanvaard. De raad besluit overeenkomstig het voorstel.
Brief met daarin een aangenomen motie: Geachte Stuurgroep, In uw bovenvermelde brief heeft u gereageerd op het aangehouden amendement in de raadsvergadering van 23 december 2009 van de gemeente Someren. Uw standpunt omtrent de locatiekeuzen zijn daarin duidelijk verwoord. Wij delen u mee, dat uw brief is betrokken bij de behandeling van het raadsvoorstel met betrekking tot MEROS in de vergadering van de raad van 27 januari 2010. De raad van Someren heeft besloten overeenkomstig het uniforme raadsvoorstel waarbij een motie is aangenomen om u als Stuurgroep de in de raad van Someren levende opvattingen over de ontwikkeling van het gebied Lungendonk kenbaar te maken. Bijgaand doen wij u het raadsbesluit d.d. 27 januari 2010 toekomen. Als aanvulling daarop melden wij u dat de raad van Someren: - bij voorkeur geen woningbouw wenst in het gebied Lungendonk met name op basis van de negatieve uitkomsten van de Milieu Effect Rapportage; - op dit moment ernstige twijfels heeft over de geraamde woningbehoefte in de toekomst gelet op de krimp van de bevolking; 25
-
-
indien woningbouw in Lungendonk in de toekomst toch onvermijdelijk blijkt te zijn, zij eerst inzicht wil hebben in de werkelijke woningbehoefte op dat moment; duidelijke afspraken vastgelegd wenst te zien m.b.t de volgorde van realisering van woningbouwlocaties, dus eerst bebouwing van alle locaties binnen de grenzen van de gemeente Helmond, vervolgens ’t Goor en daarna, indien aantoonbaar onvermijdelijk en absoluut noodzakelijk, het gebied Lungendonk; de garantie wil hebben dat, indien de noodzaak van woningbouw in Lungendonk is aangetoond, Someren de ontwikkeling van Lungendonk zelf ter hand kan nemen.
Wij verzoeken u dit standpunt van de raad van Someren bij de aanbieding van de MER aan het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant kenbaar te maken. Met belangstelling zien wij de verdere procesgang met betrekking tot de verstedelijkingsopgave tegemoet. Als u naar aanleiding van deze brief nog vragen heeft dan kunt u contact opnemen met de heer G. Kros van de afdeling VROM, tel. 0493-494888. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Someren, de secretaris, de burgemeester,
Drs. A.P.M. de Kok
A.P.M. Veltman
26
Deurne: Brief gemeenteraad d.d. 22-12-2009
27
28
29
30
Commissieverslag: 2. Memo stand van zaken MEROS Conclusie: (1) commissiebreed is men het ermee eens dat een uitbreiding van het BZOB naar de Brouwhuissche Heide ongewenst is; (2) de procesgang is tot nu toe uiterst ongelukkig en ongewenst verlopen en er is onvoldoende recht gedaan aan de positie van de gemeente Deurne. (3) commissiebreed vindt men de rol van de voorzitter Stuurgroep discutabel, nu deze ook als waarnemend burgemeester van een omliggende gemeente bij MEROS betrokken is. Opmerkingen -Toezeggingen Aan de raad van 9 maart 2010 zal het college een brief aan de raad voorleggen waarin het standpunt van de gemeente Deurne is verwoord. Na vaststelling zal deze brief worden verzonden aan het college van Gedeputeerde Staten als zijnde het coördinerend bevoegd gezag van het project Meros. Een afschrift van deze brief zal worden verzonden aan de Stuurgroep Meros. Aandachtspunt -Samenvatting van de door de fracties gemaakte opmerkingen Werkgroep Behoud Vl. Landschap Hetgeen de Dorpsraad te berde brengt is verwoord in de brief van de Werkgroep Behoud Vlierdens Landschap van 9 februari 2010 aan de raad, commissie Ruimte & Economie en college van B&W. Wethouder H. Kerkers Wethouder Kerkers wenst vooraf de commissie bij te praten over de laatste ontwikkelingen omtrent Meros. Daarin verwijst hij naar de notitie die ter voorbereiding voor deze commissie is verspreid. Hierin worden drie sporen voorbereid waarmee het vervolgproces wordt ingestoken. Om de gemeenteraad juist en volledig te informeren is op 29 januari jl. en op 5 februari jl. een raadsinformatiebrief uitgegaan. In de brief van 29 januari wordt de reactiebrief van de Stuurgroep Meros aan de orde gesteld. In de brief van 5 februari zijn de ingenomen standpunten van de initiatiefnemende gemeenteraden bondig omschreven. Dan zijn er nog twee actualiteiten. Allereerst heeft het college van burgemeester en wethouders vandaag een brief van de provincie ontvangen met daarin uitgelegd dat het MER-proces juridisch correct is verlopen. We hebben deze brief vooralsnog niet kunnen beoordelen. Ten tweede is ambtelijk geadviseerd om een second opinion uit te laten voeren op de MER-rapporten en dan vooral op het gebied van natuur. Het lijkt onwaarschijnlijk dat de natuur op de locatie Brouwhuissche Heide met EHS-status lager wordt gewaardeerd dan de locatie Diesdonk zonder EHS-status. VVD: Vlierden moet dorps en groen blijven. De Brouwhuissche Heide is geen optie voor het BZOB: hier moet geen grootschalig bedrijventerrein worden gerealiseerd, en zeker geen categorie-4 bedrijven. Ook is men tegen de compensatie in Vlierden wat ten koste gaat van ontwikkelingen in de agrarische sector en het toerisme. Bovendien vreest de fractie hierdoor overlast van het verkeer ter plaatse. Daarnaast dient de Ecologische Hoofdstructuur ter plaatse gehandhaafd te blijven. Helmond mag haar problemen daarenboven niet afwentelen op Deurne/Vlierden. Progressief Akkoord: De communicatie vanuit de stuurgroep Meros is allesbehalve vlekkeloos verlopen. Omdat Deurne pas later in het traject is betrokken, loopt men zo’n 1.000 pagina’s belangrijke informatie achter. Voorgesteld is derhalve de tijdlijn aan te passen. Als de voorgenomen plannen doorgang zouden vinden, heeft dit niet alleen gevolgen voor Vlierden, maar ook voor Deurne-West. Ook Progressief Akkoord is van oordeel dat de Ecologische Hoofdstructuur ter plaatse gehandhaafd dient te blijven en dat de aanleg van bedrijventerrein op die locatie nauwelijks tot niet bespreekbaar is. Als de plannen omtrent het ombouwen van de N279 tot autoweg (2x2-baans) in daarnaast ogenschouw worden genomen, hoe kan de Groene Peelvallei dan ooit tot wasdom komen? Tot slot heeft men grote moeite met de handelswijze van de voorzitter en de wijze waarop ze zich verbergt achter procedures. Van Doorn: De inwoners van Vlierden moeten bij deze plannen betrokken worden. Daarnaast
31
moet de positie van de gemeente Deurne gelijkwaardig zijn aan die andere betrokken gemeenten. Inhoudelijk is hij het helemaal eens met zijn dorpsgenote van de VVD, die hierover het woord heeft gevoerd. Tot slot is men van oordeel dat Helmond haar eigen problemen op moet en kan lossen. DOE!: De procesgang omtrent Meros heeft binnen de fractie geleid tot de nodige argwaan. Bovendien vraagt DOE! zich af of het gemeentebestuur van Deurne dit niet eerder had kunnen weten aangezien de locatie Brouwhuissche Heide al in de startnotitie was opgenomen. Dit had de wethouder toch ook kunnen weten uit de vergaderingen van de regioraad. Men begrijpt dan ook niet dat dit voor Vlierden/Deurne zo belangrijk onderwerp pas nu op de agenda van de raad/commissie staat. Ook DOE! is voor instandhouding van de Ecologische Hoofdstructuur. Men vraagt zich af wanneer de gemeente Deurne eindelijk een officieel standpunt in gaat nemen? Fractie DOE! waarschuwt voor het feit dat de provincie Noord-Brabant nog altijd kan besluiten om over te gaan tot een inpassingsplan waardoor de gemeenteraad van Deurne buiten spel komt te staan. Ook vraagt men zich af hoe de plannen zich verhouden tot de structuurvisie waarin een relatie wordt gelegd tussen de Brouwhuissche Heide en het Middengebied. Daarnaast vraagt DOE! zich af of er mogelijkheden zijn om het compensatieplan te beïnvloeden? Mits het onmogelijk is dat een industrieterrein wordt gerealiseerd, komt dit ten gunste aan de natuurwaarden in de nabijheid. Voor DOE! staat het nut en de noodzaak nog helemaal niet vast. DOE! adviseert om te kijken in hoeverre de behoefte aan bedrijventerrein nog aansluit bij de huidige ontwikkelingen van zuinig ruimtegebruik. PvdA: De fractie is van oordeel dat de uitbreiding van het BZOB naar Brouwhuissche Heide in het juiste kader geplaatst dient te worden. De gevolgen hiervan zijn pas over 5, 10 jaar merkbaar. Deurne is hierin niet betrokken/geïnformeerd. Dit is ook besproken in de Regioraad van het SRE, daar is zowel begrip als onbegrip ontstaan over de wijze waarop Deurne is betrokken. Men is van oordeel dat de rol van de voorzitter van de Stuurgroep getuigt van minachting voor de gemeente Deurne en mist excuses van de Stuurgroep. Tevens is de fractie nog niet overtuigd van de juridische correctheid van het verlopen MER-proces. De fractie is voorstander van een helder besluit van de raad waarin het standpunt kenbaar wordt gemaakt. De PvdA zegt ‘Nee’ tegen het voornemen om de Brouwhuissche Heide in te richten als bedrijventerrein en elders in Deurne te compenseren. Men vraagt zich af of de uitbreiding van het aantal m2 bedrijventerreinen echt nodig is en is van oordeel dat natuur niet ten koste mag gaan van industrie. Daarnaast vindt de fractie dat het standpunt van deze commissie doorgegeven moet worden aan Gedeputeerde Staten. CDA: Zowel procesmatig als inhoudelijk heeft men moeite met deze gang van zaken. De inhoudelijke argumenten zijn vooral goed door de Dorpsraad Vlierden voor het voetlicht gebracht. De vraag is nu: hoe gaan we hiermee verder? Voordat Provinciale Staten (Lees: Gedeputeerde Staten) aan de slag gaat met Meros zal getoetst moeten worden of alles conform de daarvoor geldende procedures is verlopen. Daarnaast zal in het vervolg van het traject in nauwe samenwerking met de Werkgroep Behoud Vlierdens Landschap gekeken moeten worden naar de inhoudelijke argumenten. In het Regionaal Structuurplan (1997) wordt de locatie Diesdonk al aangewezen als locatie voor een bedrijventerrein. Vanwaar deze omslag en waarom wordt hier niet over gesproken in de Regionale Agenda Bedrijventerreinen? Tot slot zal nadrukkelijk naar de omliggende gemeenten gekeken moeten worden, om te voorkomen dat er over jou beslist wordt. Zodoende kan samen opgetrokken worden naar de provincie. DeurneNU: De fractie heeft in december 2009 aan het college al kenbaar gemaakt dat krachtig opgetreden moet worden tegen de gang van zaken betreffende Meros. DeurneNU ergert zich aan de toonzetting in de brief van de Stuurgroep. Hij vraagt zich af of het geen optie is om op te stappen uit de Stuurgroep, om zodoende je ongenoegen kenbaar te maken. Verder is men van oordeel niet te lang te blijven hangen in “procedurele taal”. In de inspraakprocedure moet duidelijk aangetoond worden waarom Deurne tegen uitbreiding van het BZOB naar de Brouwhuissche Heide is. De rol van de voorzitter van de Stuurgroep die tevens waarnemend burgemeester van Laarbeek is, is zeer discutabel en onwenselijk. In tegenstelling tot het CDA is men van oordeel dat niet tezeer naar andere gemeenten gekeken moet worden maar dat Deurne een eigen koers moet varen. Het is goed om op meerdere sporen in te zetten. Tot slot vraagt ook DeurneNU zich af of er anno 2010 daadwerkelijk behoefte is aan een uitbreiding van het aantal m2 bedrijventerreinen. Bovendien moet gekeken worden naar duurzamere inrichting van bestaande bedrijventerreinen.
32
Werkgroep Behoud Vlierdens Landschap De Werkgroep heeft kennisgenomen van de standpunten van de fracties. Deurne is geschoffeerd in de procesgang Meros. Dhr. T. Coolen staat ervan versteld dat de gemeente Laarbeek kiest voor de Brouwhuissche Heide puur en alleen voor eigen belang. Ze danken de commissieleden voor de inhoudelijke discussie en ingenomen standpunten. Voorzitter: De voorzitter vat samen: (1) commissiebreed is men het ermee eens dat een uitbreiding van het BZOB naar de Brouwhuissche Heide ongewenst is; (2) de procesgang is tot nu toe uiterst ongelukkig en ongewenst verlopen en er is onvoldoende recht gedaan aan de positie van de gemeente Deurne. commissiebreed vindt men de rol van de voorzitter Stuurgroep discutabel, nu deze ook als waarnemend burgemeester van een omliggende gemeente bij Meros betrokken is. College: De handelswijze van de gemeente Deurne is voortdurend afgestemd met het presidium. Daarbij heeft met name een rol gespeeld het moment dat je inhoudelijk gaat reageren. Ook het presidium achtte het van belang dat naast inhoudelijke, ook procedurele zaken een rol spelen: is alles wel op een juridisch correcte wijze verlopen? Nu is het tijd om een standpunt in te nemen. Daartoe zal het college een brief aan de (afscheidnemende) raad van 9 maart 2010 voorleggen, gericht aan het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, als zijnde het coördinerend bevoegd gezag van het project Meros. Een afschrift van deze brief zal worden verzonden aan de Stuurgroep Meros. Verder zal het college een zienswijze voorbereiden die zij in de formele procedure aan de provincie zal doen toekomen.
33
34
SRE: Verslag regioraad De heer Adriaans: Voorzitter. Ik wil een overzicht geven van de door Deurne ervaren knelpunten bij de procesgang rond MEROS, daarbij wijs ik er nadrukkelijk op dat ik nog geen standpunt formuleer over de inhoud van de MER. Op 28 september 2009 is door de voorzitter en de secretaris van de stuurgroep op verzoek van het college aan de gemeenteraad van Deurne uitleg gegeven over de gevolgde procedure bij het project MEROS. Op 10 november is de MER MEROS in de openbaarheid gebracht en op dezelfde dag ontving de gemeenteraad van Deurne van het college een raadsinformatiebrief waarin hij op de hoogte werd gebracht van de locatiekeuzenotitie en het feit dat de MER openbaar was. Op 19 november was een informatiebijeenkomst belegd over locatiekeuzenotitie en het vervolgtraject. Al op 28 september 2009 heeft de raad van Deurne in een besloten bijeenkomst zijn ongenoegen uitgesproken over de gevolgde procedure. In de periode erna is de raad uitgenodigd voor een informatieavond voor de betrokken gemeenteraden op 19 november. Na deze avond werd de raad door derden geïnformeerd over het bestaan van een natuurcompensatieplan en de inhoud ervan. Het centrale gevoel van de Deurnse raad -- voor de tweede keer in het proces -- is dat hij onvoldoende is en wordt betrokken bij het project MEROS; hij spreekt daarover zijn afkeuring uit. Een viertal punten heeft aan dit gevoel bijgedragen. 1. Besluitvorming niet eind, maar medio 2010 Dat de gemeenteraad van Deurne veel te laat is betrokken bij het project MEROS is door de voorzitter van de stuurgroep MEROS toegelicht in een besloten bijeenkomst met de raad van Deurne op 28 september. Toen is uitgelegd dat de stuurgroep MEROS vooralsnog geen locaties tegen elkaar afweegt noch een keuze voorlegt. Pas eind 2010 zal een locatiekeuze worden gemaakt met betrekking tot Diesdonk in Asten en Brouwhuissche Heide, het BZOBbos, in Deurne en Helmond. Het verbaast onze raad dan ook dat de stuurgroep toch een locatiekeuze aan de provincie Noord-Brabant voorlegt. Hoewel in de notitie geen keuze wordt voorgelegd met betrekking tot de locaties Diesdonk en het BZOB-bos spreekt de stuurgroep een voorkeur uit voor het BZOB-bos. Onze raad heft inmiddels van zijn vertegenwoordiger in de stuurgroep en de werkgroep begrepen dat zij niet achter deze constatering staan. Bovendien is dit strijdig met de mededelingen van de voorzitter van de stuurgroep op 28 september. Voor de tweede maal in dit proces wordt de raad van Deurne terzijde geschoven. 2. Bestuurlijk draagvlak en transparantie ontbreken Medio oktober 2009 is door de stuurgroep MEROS een uitnodiging verstuurd waarin de gemeenteraad werd uitgenodigd voor een informatiebijeenkomst op 19 november. Een passage in deze uitnodiging heeft geleid tot argwaan over de transparantie van het proces. Er staat: ‘Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat uw griffie de belangstelling actief bevordert, al staat het natuurlijk wel vrij dit te doen of bij vergaderingen nogmaals onder de aandacht te brengen.’, hoewel de voorzitter van de stuurgroep op 28 september 2009 onze raad nadrukkelijk uitlegde dat draagvlak heel belangrijk is. 3. De drempel tot informatie is te hoog Om de stukken nauwkeurig te kunnen bestuderen heeft een aantal leden van onze raad gevraagd om complete exemplaren van de MER-studie. Hiervoor werd een forse vergoeding van € 160,-- aan de gemeente in rekening gebracht. Als in het traject MEROS wordt gestreefd naar bestuurlijk draagvlak, zou de drempel tot informatie zo laag mogelijk moeten zijn. Helaas valt het tegenovergestelde te constateren.
35
4. Beperkte of geen mogelijkheid voor discussie Op 19 november heeft een aantal leden van onze raad de informatieavond bijgewoond. Er mochten vragen worden gesteld, maar geen vragen die discussie zouden oproheeft zich niet aan de indruk kunnen onttrekken dat dergelijke vragen als lastig werden ervaren. Ik kom aan het natuurcompensatieplan locatie BZOB-bos. De raad van Deurne is door de stuurgroep MEROS onvoldoende geïnformeerd. Na de bijeenkomst van 28 september werd door de raad verondersteld dat hij volledig op de hoogte was van het project tot dan toe. Tot zijn verbazing is hij later door derden op de hoogte gebracht van het feit dat de stuurgroep al een volledig natuur-compensatieplan gereed heeft. Met dat plan worden locaties aangewezen tot aan de kern van Vlierden, met aankoopprijzen. In het vervolgproces wordt door de stuurgroep MEROS voor de afweging tussen de locaties Diesdonk en Brouwhuissche Heide de tijd genomen tot juni 2010. Tot medio 2010 wordt nader onderzoek verricht naar de planologische en planeconomische haalbaarheid. Om hieraan vooraf handen en voeten te geven is het belangrijk dit onderzoek vorm te geven in een duidelijk plan van aanpak. Daarin dienen de concrete acties en de betrokken partijen te worden opgenomen. De gemeenteraad van Deurne wenst afspraken te maken over de betrokkenheid en de manier waarop het plan van aanpak vorm krijgt. Het zou goed zijn als vanuit de samenwerkingsgedachte ook het SRE of de Regioraad aandringt op zo’n plan van aanpak. Probeer bestuurlijk draagvlak te creëren over de wijze en momenten waarop de raad van Deurne en andere betrokken gemeenten bij het vervolgproces worden betrokken. Dit is een eerste reactie van Deurne, een plattelandsgemeente aan wier grondgebied wordt getrokken. Wij willen de zeggenschap over onze grond in eigen hand houden. De heer Gilissen: Voorzitter. Deelbesluit 3 bij uw voorstel roept een principiële vraag op die ik namens de Peelfractie aan u wil voorleggen. In dit deelbesluit wordt namelijk gesuggereerd dat de besluitvorming over MEROS zou kunnen leiden tot een wijziging van het vigerende Regionaal Structuurplan die ons dan ter besluitvorming zal worden voorgelegd. De vraag is of door de nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening van 1 juli 2008 het RSP in bestuursrechtelijk opzicht niet meer dan een fantoomplan is geworden. Wat hebben wij als regionale overheid nog met dit RSP te besluiten? De heer Van Merrienboer: Voorzitter. Collega Jacobs fluisterde dat hij heel graag de tweede vraag wil beantwoorden, ik laat haar dan ook aan hem over. Ik zal mij bepalen tot de opmerkingen van de heer Adriaans. Het lijkt mij van belang eerst onze positie als leden van de Regioraad te duiden. De stuurgroep MEROS functioneert als gevolg van een initiatief van vijf gemeenten, het SRE is daarbij op uitnodiging aanwezig. Wij doen als vanzelfsprekend mee omdat de uitdaging was geformuleerd in het RSP, maar een groot deel van de vragen en suggesties van de heer Adriaans zal echt in de context van de stuurgroep MEROS moeten worden opgepakt en beantwoord. Dat neemt niet weg dat wij met de heer Adriaans mogen constateren dat het heel spijtig is dat Deurne pas heel laat in het proces is betrokken. Dat is niet zonder risico, wij merken dat nu als het gaat om de zorgvuldigheid van de besluitvorming. Ik kan alleen zeggen dat voor de vijf betrokken gemeenten geldt dat zij oprecht op weg zijn gegaan vanuit de veronderstelling dat plannen, welke dan ook, het grondgebied van de gemeente Deurne niet zouden raken. In een laat stadium kwam het BZOB-bosje, dat in de wandelgangen is genoemd naar de huidige gedeputeerde het ‘bosje van Ruud’, ter tafel. Duidelijk is dat men met deze locatie, als deze in de volle omvang in de plannen wordt betrokken, ook het grondgebied van Deurne raakt.
36
Vanuit mijn positie kan ik alleen onderstrepen dat de voorzitter van de stuurgroep haar uiterste best heeft gedaan om in de informatieachterstand en de achterstand in de betrokkenheid van de gemeente Deurne zo goed mogelijk te communiceren. Ik bemerk in de reactie van de heer Adriaans dat de raad van Deurne daarover nog niet tevreden is, de stuurgroep zal dat feit moeten oppakken, maar ik neem afstand van de suggestie dat er al een volledig natuurcompensatieplan zou zijn. Dat is niet het geval. In de verkenning van de haalbaarheid rond het BZOB-bosje -- ik zeg het heel voorzichtig omdat deze locatie behoort tot de ecologische hoofdstructuur -- zijn natuurlijk schetsen gemaakt van de natuurcompensatie, die aan de orde zou kunnen zijn, temeer omdat wij weten dat een keuze voor het bosje een heel forse compensatie vraagt. Voor de stuurgroep een conclusie wil trekken voor de verdere procedure wil zij enig zicht hebben op de vraag of het zin heeft, gezien de compensatieopgave, met deze optie verder te gaan. De stuurgroep heeft vastgesteld dat dit het geval is, maar daarmee is er nog zeker geen sprake van een volledig natuurcompensatieplan, dat al gereed zou zijn gemaakt zonder dat er met alle betrokken gemeenten over is gesproken. In de reactie van het SRE, het Dagelijks Bestuur, ziet u dat wij juist ten aanzien van de wijze van compensatie van het BZOB-bosje met elkaar ambities moeten matchen. Dan gaat het om ambities die voor het middengebied zijn geformuleerd en de compensatie die zo dicht mogelijk bij de beoogde locatie moet worden ingevuld. Dat raakt aan de ambities die hebben te maken met ‘de Groene Peelvallei’. Wij hebben in onze reactie duidelijk gemaakt dat er nog geen sprake is van een natuurcompensatieplan, daaruit volgt dat in de vervolgprocedure op weg naar een definitieve keuze medio 2010 de gemeenteraad van Deurne voluit een volwaardige speler dient te zijn in de afronding van het MEROS-proces. In de stuurgroep dienen wij daarbij zeker nog eens goed stil te staan. Ik zeg graag toe dat ik mij daarvoor hard wil maken, maar feitelijk ben ik ervan overtuigd dat dit voor alle deelnemende gemeenten en de Provincie geldt. Dit is een erfenis die wij dragen, wij moeten misschien in de richting van Deurne meer dan 100% scoren om iets goed te maken bij het gevoel dat de raad van Deurne te laat is betrokken bij wezenlijke keuzen met betrekking tot Deurnes grondgebied. Ik heb er vertrouwen in dat wij in de stuurgroep onder voorzitterschap van mevrouw Jacobs de stappen kunnen zetten die maken dat dit gevoel in Deurne kan worden weggenomen. De heer Jacobs: Voorzitter. Ik ben blij dat de heer Gilissen in zijn laatste bijdrage in de Regioraad het woord ‘fantoom’ invoert. Wij zochten naar een goede naam voor het plan. De laatste keer dat ik iets over een fantoom hoorde, hield het verband met Roy Makaay toen hij bij Bayern München speelde: hij was er niet, maar scoorde wel altijd. Zo moet u het RSP eigenlijk ook zien, tenzij u fantoompijn ondervindt: het is er niet, maar het doet wel pijn. Ik voelde pijn toen ik las dat Provinciale staten het Regionaal Structuurplan had ingetrokken, want dat kan niet: het RSP is van ons! Wat er ook gebeurt op het gebied van ruimtelijke ordening: het RSP is het ruimtelijke plan dat ons aan elkaar bindt. Het betreft een vorm van samenwerking op ruimtelijk gebied, omdat ruimtelijke ordening nu eenmaal de grenzen van de gemeenten overschrijdt. Daarin hebben wij elkaar gevonden en zo lang wij niets anders hebben, is dat het bindende plan waarbinnen wij elkaar aan de afspraken houden. Wij hebben de Regioraad geen wijzigingen in het RSP voorgesteld, als dat zou gebeuren, zouden wij misschien de naam kunnen wijzigen, omdat er nog geen besluitvorming over MEROS is. Wij bekijken aan het einde van een jaar steeds wat wij hebben afgesproken om te zien of dat leidt tot wijzigingen in de afspraken op het gebied van de ruimtelijke ordening. Dat is nog niet het geval, maar wij zullen ongetwijfeld in de loop van het volgend jaar met een voorstel komen voor een herzien ruimtelijk plan waarin wij de afspraken herzien of opnieuw richting geven. Tot die tijd mag u het RSP een fantoomplan noemen, u neemt het zo mee naar Venray.
37
De heer Adriaans: Voorzitter. Ik heb het gevoel dat de heer Van Merrienboer beter naar ons luistert dan de voorzitter van de stuurgroep, mevrouw Jacobs. Dat doet mij deugd. Er komen nog enkele brieven van het college en de gemeenteraad van Deurne aan de stuurgroep, maar de Regioraad is ook een gremium waarin wij het over deze onderwerpen kunnen hebben. Het kwaad is al voor een deel geschied, wat altijd het geval is als een orgaan als een gemeenteraad erg laat wordt betrokken bij plannen die ingrijpen op zijn grondgebied. Als mensen op plaatjes en anderszins op papier zien dat wordt gedacht aan natuurcompensatie op hun bedrijven, wordt een heel gevoelig punt geraakt. Daaruit volgt de vraag wat de precieze status van het natuurcompensatieplan is. Het plan bestaat, men kan het gewoon verkrijgen. Wij begrijpen dat zo’n plan moet worden gemaakt, het is goed dat wordt nagedacht over de wijze van compenseren, maar nu is het van belang te weten wat de status van het stuk is. De heer Gilissen: Voorzitter. Een fantoom is iets wat er niet is, maar dat wel effect heeft omdat wij allen doen alsof het er is. Dat was de kern van mijn vraag. De vraag is welke bestuursrechtelijke status het RSP nog heeft nu wij met nieuwe wetgeving te maken hebben. De heer Van Merrienboer: Voorzitter. Ik begrijp de gevoeligheid als mensen hun bedrijf op een kaartje onder een groene deken zien verdwijnen. Het plan heeft op dit moment zeker nog geen formele status en daarvoor bestaan twee redenen. Ik heb erop gewezen dat vooral is geïnventariseerd in verband met de vraag of met de locatie kan worden voortgegaan, maar vast staat dat nog geen locatiekeuze is gemaakt waar het gaat om het BZOB-bosje en Diesdonk. Daardoor is er nog geen sprake van een formeel compensatieplan. Ook als het BZOB-bosje zou worden gekozen, staat bepaald niet vast dat de tot nu toe gemaakte tekeningen het plan zullen zijn. Het komende half jaar zullen wij, op weg naar de definitieve keuze, op het gebied van de natuurcompensatie het meeste werk hebben te doen om te toetsen of wij een haalbaar alternatief hebben. De heer Jacobs: Voorzitter. Het voert te ver om hier wetgeving te commentariëren. Als wij het hebben over een juridisch afdwingbare status staat vast dat het RSP zo’n status eerder ook niet had. Het gaat om verlengd lokaal bestuur, wij hebben met de deelnemende gemeenten afgesproken hoe wij met de ruimtelijke planning zullen omgaan en als gevolg daarvan hebben wij tegenover elkaar een morele binding. Het SRE heeft de opdracht steeds na te gaan hoe de afspraken actueel kunnen worden gehouden. De heer Adriaans: Ik wil graag een stemverklaring afleggen. Wij nemen deze stukken voor kennisgeving aan, wij weten dat de besluitvorming uiteindelijk niet hier of in de gemeenten, maar in Den Bosch plaatsvindt. Ik heb al duidelijk gemaakt dat wij grote moeite hebben met de manier van werken. Daarvan moeten wij leren voor de toekomstige samenwerking binnen het SRE. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het Dagelijks Bestuur besloten.
38
Waterschap Aa en Maas: Het MEROS-plangebied ligt zowel in het beheergebied van waterschap Aa en Maas als dat van waterschap De Dommel. Waterschap Aa en Maas is gedurende het gehele MEROStraject betrokken geweest in de rol van adviseur (vanuit het watertoetsproces). Waterschap De Dommel is bestuurlijk en ambtelijk vertegenwoordigd geweest door Waterschap Aa en Maas.
39
40