14
6
24
34
40 61
14
74
Lente in het land; tijd voor een artistieke kijk
eeuwigt hij op zijn schilderijen deze onder-
bracht hij de renaissance naar het noor-
werp, het landschap. Voor 25 euro kocht
op het landschap in dit nummer. Het onder-
kant van de samenleving.
den. Een wonderkind. Al op zijn veer-
hij een fietskarretje waar hij zijn schilders-
tiende beroemd. Wie hij precies was, is
spullen in stopt. En dan op pad. Alleen als
niet meer te achterhalen. Zijn gravures,
het regent blijft hij thuis. Want ‘nat in nat’
over het landschap in de kunst. Te-
tekeningen en schilderijen wel. Nu te zien
moet niet te nat worden. Boersma laat
genwoordig is een buitentafereel niet meer
in Leiden, de stad waar hij woonde.
zijn muze spreken en zien.
werp komt op verschillende manieren aan de orde in het kijk- en doegedeelte.
18 Kunsthistorica Jo’anne van Ooijen schrijft
uitgave 352 april/mei
weg te denken in de beeldende kunst.
PAGINA
Denk eens aan de mooie luchten die Hol-
De ene verbeeldt een paradijselijke sfeer
trouwden. Toch is dat niet altijd zo
structief artikel inspireren door de lente
en de andere laat een aards tranendal
geweest. Vanuit een bescheiden rol op de
en de tulpen van Willem van Aelst, een
zien. Onze medewerker Peter Crombach
Of hij met pen of met verf werkt, de gedre-
achtergrond heeft het landschap enkele
stillevenschilder uit de Gouden Eeuw, die
liep door het Bonnenfantenmuseum.
venheid waarmee Arte Colder zijn the-
eeuwen nodig gehad om zich tot een zelf-
vooral bekend werd om zijn bloem- en
ma’s aanpakt spatten van zijn werk af.
standig genre te ontwikkelen.
jachtstillevens. 70 Acht kunstenaars van de NABK stellen
Plezier zie je er ook in weerspiegelt. Marie Oosterbaan praat met Colder over
24 Kunst verzamelen Wanneer ben je
zich voor. De Nationale Associatie voor
landschap een onuitputtelijke bron van in-
Beeldend Kunstenaars (NABK) biedt
derijen hebt gekocht? En waarom verzamel
spiratie. Om nog duidelijker te zijn, het
beeldend kunstenaars een uitgebreid
je kunst? Kees Schouten, zelf ooit galerie-
griendlandschap langs de Lek heeft haar
pakket van faciliteiten, zoals kortingen op
genbosch die later voor Jheronimus
houder, weet waarover hij praat en schrijft in
schildershart helemaal gestolen. Daarom
expositiemogelijkheden, gratis toegang
Bosch niet zo willekeurig zou blijken te
‘Kunst verzamelen, (g)een koud kunstje!’.
vertelt zij in ‘Griendlandschap van
tot landelijke kunstbeurzen en een gratis
Lek als inspiratiebron’ op duidelijke
abonnement op een kunsttijdschrift naar
manier hoe een schilderij tot stand kwam.
keuze.
14 Een willekeurige dag in 1463 in ’s-Herto-
zijn. Een stadsbrand legt een belangrijk deel van de stad in de as. Voor Jheronimus,
28 Tegenwoordig mail je een foto met de snel-
misschien nog beter als Jeroen, Hij obser-
heid van het licht van Florence naar Leiden.
veert rijke kooplieden, hertogen, vorsten en
Maar dat ging eeuwen geleden met de
kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders,
vaart van een aftandse trekschuit. Lucas
tijd geboren. Dat vindt zij zelf. Het liefst
rijen graag de zon schijnen. Hoe pak je
maar ook het plebs. Als moraalridder ver-
van Leyden was nooit in Italië. Toch
was zij ontdekkingsreiziger geweest in de
zoiets aan en hoe zorg je er voor dat licht
17e eeuw. Gelukkig helpt haar fantasie
en schaduw geloofwaardig worden? Een
mee om nu schatten te ontdekken in de
echt doe-artikel om zelf aan de slag te
woeste binnenlanden van haar geest.
gaan met die twee facetten.
Inhoud palet 352 I april/mei 2011
40 Catharine Gathier vindt het Hollandse
kunstverzamelaar? Als je een handvol schil-
zijn werk in ‘Totems als machines’.
4
61 Je hebt landschappen en landschappen.
Academie Renshof laat zich in een in-
50 6
34 Doen moet je doen! Gerd Renshof van
landse meesters aan het linnen toever-
46 Annemarie Petri is in een verkeerde
En verder in dit nummer: 50 Laurens Boersma is een kunstzinnig
74 Roos van der Meijden laat in haar schilde-
84 Over Lucian Wagner en lekker ogende banketjes schrijft Liesbeth van Keulen in
handwerksman. Ruim drie jaar geleden
haar LiesLog. De banketjes worden vak-
verhuisde hij van Groningen – stad in de
kundig uitgelegd en over Lucian Wagner
volksmond - naar Annerveenschekanaal,
– ’t is een vreemdeling zeker – vertelt zij
een prachtig lintdorp in het noorden van
een smeuïg verhaal.
Drenthe. Het motief: wonen in zijn onder-
palet 352 I april/mei 2011
5
Tekst Bernadette van der Goes Beeld Museum De Lakenhal
De renaissance van Lucas van Leyden NOOIT WAS LUCAS VAN LEYDEN IN ITALIË. TOCH BRACHT HIJ DE RENAISSANCE NAAR HET NOORDEN. EEN WONDERKIND. AL OP ZIJN VEERTIENDE BEROEMD. WIE HIJ PRECIES WAS, IS NIET MEER TE ACHTERHALEN. ZIJN GRAVURES, TEKENINGEN EN SCHILDERIJEN WEL. NU TE ZIEN IN LEIDEN, DE STAD WAAR HIJ WOONDE. SAMEN MET DE KUNST VAN MENSEN DIE HIJ KENDE.
Lucas van Leyden,
door de evangelist Johannes in het boek
grond. In het midden worden echtparen van el-
Openbaring. Over het einde van de wereld. Als
kaar gescheiden. Er zijn mensen die zelf al rich-
Christus terugkomt en oordeelt over de doden
ting de hel op het rechterzijluik kruipen. Onder
en iedereen die gestorven is opstaat uit zijn
de verdoemden opvallend veel priesters. Aan
graf. De engelen nemen de mensen die als
het begin van de Reformatie geen wonder...
goed christen hebben geleefd mee naar de
Een duivel sleurt een vrouw aan haar lange
hemel. Wie zich heeft laten leiden door het
haren mee. De man naast haar vlucht in paniek
kwaad, wordt door de duivels in de hel gesme-
naar de kant van de engelen die op het linker-
ten. Dat is het drama dat zich hier afspeelt.
zijluik de brave zielen verzamelen voor hun
Christus is in grote glorie teruggekomen. Naast
transfer naar de hemel.
hem de twaalf apostelen, daarachter de aartsvaders en profeten uit het Oude Testament.
De schilder
Boven hem de Heilige Geest in de vorm van
Toen Lucas het drieluik schilderde, was hij
een duif en nog verder naar boven, gedragen
begin dertig. Vrijwel al die tijd woonde hij in Lei-
door engeltjes, God de Vader.
den. Een bijzonder kind. Leerling van zijn vader en van plaatsgenoot Cornelis Engebrechtsz.
Hemeltransfer
Op zijn negende maakte hij zijn eerste gravu-
Christus is het middelpunt. Hij zit als een vorst
res. Drie jaar later verkocht hij zijn eerste schil-
op een regenboog, symbool van zijn macht
derij. Zijn prenten werden tot in Italië als
over het heelal. Zijn voeten rusten op de we-
voorbeeld gebruikt. Slechts twee keer ging
reldbol, want hij heerst ook over de wereld.
Lucas op reis. Niet naar Italië, de bakermat van
verf op paneel, Museum De
Links naast zijn hoofd een lelie als teken van
de renaissance. Nee, naar Vlaanderen. In 1521
Lakenhal Leiden, fotografie
zuiverheid, rechts duidt het zwaard op gerech-
ontmoette hij in Antwerpen zijn grote voor-
tigheid. Met zijn rechterhand zegent Christus de mensen die naar de hemel mogen. Zijn linkerhand wijst naar
diens schilderijen. Als gelijken ruil-
branden in de hel. Boven valt
den ze pren-
begrijpen aan de hand van een van hun mees-
Tot slot de monsters. Duivels, de een nog af-
het oordeel. Beneden zien
ten. In zijn
terwerken. In het geval van Lucas is de keuze
schrikwekkender dan de ander. Hier heeft
we hoe dat verloopt. Twee
dagboek
niet moeilijk. Zijn grote drieluik met Het Laatste
Lucas zich echt uitgeleefd; zijn fantasie de vrije
Oordeel was, toen hij het in 1527 klaar had,
loop gelaten. Zo eenvormig als hij de mannen,
meteen bijzonder. Een schilderij in drie delen.
vrouwen en engelen afbeeldt, zo divers zijn de duivels. De een heeft een vogelbek, de ander
lijst. Alles samen ruim tweeënhalve meter hoog
de kop van een stier. Hun donkere misvormde
Herzog Anton Ulrich
en drieënhalve meter breed. Met daarop men-
lijven, vleugels, vlerken, schubben en klauwen
sen.
zijn allemaal verschillend. Het enige dat ze ge-
bazuingeschal de
Rik Klein Gotink
zag er voor het eerst
beneden: naar hen die moeten
engelen hebben met hun
Lucas van Leyden, Het Laatste Oordeel, 1526-1527, olie-
beeld, Albrecht Dürer. Hij
Afschrikwekkend
Panelen van dik eikenhout, nog in de originele
Museum, Braunschweig
wekt. Sommigen zitten nog versuft op de
Werk van grote kunstenaars kun je het best
olieverf op paneel,
Zelfportret, ca. 1525-1530,
Het onderwerp is een visioen, opgeschreven
sprak Dürer zijn verba-
doden ge-
meen hebben is de blinde woede waarmee ze De hoofdrolspelers
hun werk doen: mensen in de richting van een
Veel mensen. Blote vrouwen met lang golvend
afgrijselijke grote brandende muil duwen.
haar. Meestal blond, soms rossig. Verder lijken
28
palet 352 I april/mei 2011
ze erg op elkaar. Allemaal voorzien van de-
Visioen
zelfde ovale gezichten, ranke benen, ronde
Natuurlijk gaat het schilderij niet alleen over
borsten en bolle buiken. Dan de mannen, ook
mensen, engelen en duivels. Zij vallen het
naakt. Maar met iets meer verschillen. De een
meest op, maar zij nemen slechts de helft van
draagt het haar kort, de ander lang. Een enke-
de ruimte in. De andere helft bestaat uit wol-
ling heeft een baard of is al grijs. Bij sommigen
ken, licht en lucht. De kleine figuurtjes tussen
is aan de tonsuur op de kruin te zien dat ze
en boven de wolken op het middenpaneel zijn
priester zijn. Verder een grote schare engelen.
de echte hoofdrolspelers. Uit een Bijbelverhaal
Niet mannelijk en niet vrouwelijk. Steeds het-
dat in de eeuwen voor Lucas al talloze keren is
zelfde lieflijke gezicht, omlijst door goudblonde
afgebeeld. Als beeldhouwwerk aan kathedra-
lokken. Het lichaam gehuld in een pastelkleurig
len, in handschriften, op fresco’s en schilde-
gewaad.
rijen. palet 352 I april/mei 2011
29
zing uit over Lucas’ kleine postuur. Het portret
juni, Museum De Lakenhal Leiden,
dat hij van Lucas tekende toont een jonge man
www.lakenhal.nl
met dromerige ogen en een vastberaden kin.
In het nabijgelegen Scheltemacomplex werk
Net iets minder zelfverzekerd dan het portret
van tien Leidse kunstenaars, geïnspireerd op
dat Lucas een paar jaar later van zichzelf
Het laatste Oordeel,
maakte. Terug in Leiden legde hij zich meer op
www.scheltemacomplex.nl
schilderen toe.
‘Rembrandt & Lucas van Leyden’, t/m 19 juni, Museum Het Rembrandthuis, Amsterdam,
De opdracht
www.rembrandthuis.nl
Lucas van Leyden, Maria met kind en engelen, ca. 1520, olieverf op paneel, Gemäldegalerie Berlijn
Vijf jaar later de opdracht voor Het Laatste Oordeel. De opdrachtgevers waren de kinderen van Claes Dircksz van Swieten, een houthandelaar die aan tyfus overleed en is begraven in de Leidse Pieterskerk. Het drieluik zou daar de herinnering aan hun vader levend houden. Aan hout geen gebrek; aan geld evenmin. Dus een schilderij op groot formaat, gemaakt door de meest toonaangevende kunstenaar. Voor Lucas een kans te laten zien wat hij kan. En dat de middeleeuwen voorgoed voorbij zijn. Op de plamuurlaag die de timmerman al op het paneel smeerde, komt een uitgebreide ondertekening. Daaroverheen lagen verf, soms met zijn vingers aangebracht. Hoewel een oud onderwerp, maakte nog nooit
2
iemand in het noorden een dergelijk schilderij. Zo origineel en gedurfd. Tijdgenoten vulden een drieluik nog met drie verschillende voorstellingen. Vaak met portretten van de opdrachtgevers erbij. Bij Lucas slechts één onderwerp dat over alle drie de panelen doorloopt. Hij kent de prenten van de grote mees-
1
ters uit Italië; zijn lichamen kloppen dus anatomisch. Het perspectief ook. Hoe verder je kijkt, hoe lichter de kleuren. Een landschap met in het midden veel diepte en ruimte. Waardoor je blik vanzelf naar links en rechts gaat. Om de toeschouwer nog meer te betrekken, kijken
[1]
sommige mensen je vanuit het schilderij aan.
Lucas van Leyden, Het Laatste Oordeel, 1526-1527, de-
Een van hen, de naakte man links op de grond
tail middenpaneel olieverf op paneel, Museum De Laken-
die naar de hel wijst, zou zomaar Lucas kunnen
hal Leiden, fotografie Rik Klein Gotink
zijn. De achterkant van de zijluiken zijn niet minder spectaculair. Met de patroonheiligen van de stad Leiden: de apostelen Petrus en Paulus.
[2]
Als beide luiken zijn gesloten, zitten ze in een
Lucas van Leyden, Zelfportret, ca. 1525-1530, olieverf
adembenemend weids berglandschap.
op paneel, Herzog Anton Ulrich Museum, Braunschweig
Een hoogtepunt, dat was meteen duidelijk. Het betekende ook de redding van het schilderij. Tijdens de Beeldenstorm haalde het stadsbe-
[3]
stuur het drieluik uit de kerk. Eeuwenlang hing
Lucas van Leyden, Heilige Hieronymus, ca. 1521, teke-
het in het stadhuis. Zelfs keizer Rudolf II mocht het niet kopen.
ning, Ashmolean Museum, Oxford
3 ‘Lucas van Leyden en de Renaissance’, t/m 26 30
palet 352 I april/mei 2011
palet 352 I april/mei 2011
31
Tekst Gerd Renshof Beeld Academie Renshof
Tulpen naar Willem van Aelst WILLEM VAN AELST ( CIRCA 1625-CIRCA 1683) IS EEN STILLEVENSCHILDER UIT DE GOUDEN EEUW, DIE VOORAL BEKEND WERD OM ZIJN BLOEM- EN JACHTSTILLEVENS. OVER DE HELE WERELD ZIJN WERKEN VAN HEM IN MUSEA TE ZIEN. ZIJN BEKENDHEID ONDER HET GROTE PUBLIEK IS ECHTER NIET ZO GROOT.
Van Aelst schilderde vaak donkere achtergronden, dat werkt wat somber
Van Aelst leerde het schildersvak bij zijn oom,
nu weer blauw zijn. In mijn literatuur kan ik niets
de stillevenschilder Evert van Aelst in Delft. Hij
vinden over de gebruikte kleuren bij bloemen.
heeft een aantal jaren in Frankrijk en Italië ge-
Vandaar dat ik een aanduiding geef hoe de tul-
woond en gewerkt, waardoor het enigszins
pen geschilderd kunnen zijn. Van Aelst schil-
buitenlandse karakter van zijn werken te ver-
derde vaak donkere achtergronden, maar dat
klaren valt. In 1657 kwam hij weer terug naar
werkt wat somber. Ik heb voor een vrolijker in-
Holland, waar hij tot zijn dood in Amsterdam
terpretatie gekozen.
woonde. Grijsblauwe elementen In zijn jachtstillevens schildert Willem van Aelst meestal gevogelte. In veel van zijn composities
WERK DUN !!! NA ELK STADIUM LATEN DROGEN, GEBRUIK ALLEEN TERPENTIJN ALS MEDIUM
spelen blauwe onderdelen, als linten, doeken en een tas een belangrijke rol. Deze grijsblauwe elementen vind ik verbluffend mooi van kleur, maar op reproducties is de juiste kleur niet zo goed te zien. Ook de bladeren van zijn planten zijn vaak blauw. Dat is feitelijk de onderschildering. Hierover zette hij een gele lak, waardoor de bladeren groen werden. Helaas is deze gele kleur zo verbleekt dat de bladeren 34
palet 352 I april/mei 2011
Van Aelst schilderde meer stillevens met een grote nadruk op bloemen. Dit schilderij – Bloem-stilleven met horloge - uit 1663 is daarvan een treffend voorbeeld. Het doek – 62x49 cm – is te bewonderen in het Koninklijk Kabinet van Schilderijen Mauritshuis in Den Haag. palet 352 I april/mei 2011
35
STADIUM 1 Zet een dunne okerlaag op het paneel (20 x 30 cm). Teken met pastelkrijt de voorstelling. Schilder met titaanwit de lichtpartijen van de tulpen. Doe dit overal waar de tulp wit én helderrood is. Maak de randen niet te scherp, zorg voor een zachte uitstraling. De schaduwen geven we vervolgens aan met een menging van zinkwit, een blauw (koningsblauw of ultramarijn) en een tipje rauwe omber. De tulpen beginnen al rond te worden.
STADIUM 2
STADIUM 3
Maak de achtergrond blauw met een men-
De lucht schilderen we voor de tweede keer. Neem zinkwit met wat Scheve-
ging van zinkwit en lichtblauw (Scheve-
nings-, konings-, of ceruleumblauw. Zet deze toon dun over het onderste ge-
nings-, konings-, of ceruleumblauw).
deelte van de lucht. Neem vervolgens een iets donkerder variant en zet die in
Schilder, waar nodig, op de lichtste gedeel-
het middengedeelte. Als laatste voegen we ultramarijn toe, en zetten deze
ten van de tulpen meer titaanwit. Volg de
donkerste toon in het bovenste gedeelte. We aaien met een zacht penseel de
nerf van de tulp, de strepen van het hart
tinten zacht in elkaar over.
naar de punt van de bladeren. Als alles
36
palet 352 I april/mei 2011
droog is, zet dan een dunne transparante
De twee rechtse tulpen gaan we schilderen met cadmiumrood middel. Ge-
laag cadmiumgeel donker over de hele
bruik een klein rond penseel met goede punt. Voeg een beetje medium toe
tulp, inclusief de bladeren en stengels. Na
voor de transparantie. Volg de draad van de bloemen. Kijk goed op welke
droging worden de witte gedeelten van de
plaatsen dit moet. Voornamelijk op de gele plaatsen bovenin de bloemblade-
tulp en de lichtste partijen in de bladeren en
ren. Naar onder toe moeten de rode lijnen dun worden. De linker tulp schilde-
stengels opnieuw aangezet met titaanwit.
ren we met cadmiumrood middel waar wat ultramarijn wordt bijgemengd.
De stukken waar de tulpen rood zijn wor-
De stengels en bladeren krijgen een dunne laag, gemengd uit zinkwit, een
den nu uitgespaard, zodat ze geel blijven.
lichtblauwe kleur en een tipje Napels geel. palet 352 I april/mei 2011
37
STADIUM 1 Zet een dunne okerlaag op het paneel (20 x 30 cm). Teken met pastelkrijt de voorstelling. Schilder met titaanwit de lichtpartijen van de tulpen. Doe dit overal waar de tulp wit én helderrood is. Maak de randen niet te scherp, zorg voor een zachte uitstraling. De schaduwen geven we vervolgens aan met een menging van zinkwit, een blauw (koningsblauw of ultramarijn) en een tipje rauwe omber. De tulpen beginnen al rond te worden.
STADIUM 2
STADIUM 3
Maak de achtergrond blauw met een men-
De lucht schilderen we voor de tweede keer. Neem zinkwit met wat Scheve-
ging van zinkwit en lichtblauw (Scheve-
nings-, konings-, of ceruleumblauw. Zet deze toon dun over het onderste ge-
nings-, konings-, of ceruleumblauw).
deelte van de lucht. Neem vervolgens een iets donkerder variant en zet die in
Schilder, waar nodig, op de lichtste gedeel-
het middengedeelte. Als laatste voegen we ultramarijn toe, en zetten deze
ten van de tulpen meer titaanwit. Volg de
donkerste toon in het bovenste gedeelte. We aaien met een zacht penseel de
nerf van de tulp, de strepen van het hart
tinten zacht in elkaar over.
naar de punt van de bladeren. Als alles
36
palet 352 I april/mei 2011
droog is, zet dan een dunne transparante
De twee rechtse tulpen gaan we schilderen met cadmiumrood middel. Ge-
laag cadmiumgeel donker over de hele
bruik een klein rond penseel met goede punt. Voeg een beetje medium toe
tulp, inclusief de bladeren en stengels. Na
voor de transparantie. Volg de draad van de bloemen. Kijk goed op welke
droging worden de witte gedeelten van de
plaatsen dit moet. Voornamelijk op de gele plaatsen bovenin de bloemblade-
tulp en de lichtste partijen in de bladeren en
ren. Naar onder toe moeten de rode lijnen dun worden. De linker tulp schilde-
stengels opnieuw aangezet met titaanwit.
ren we met cadmiumrood middel waar wat ultramarijn wordt bijgemengd.
De stukken waar de tulpen rood zijn wor-
De stengels en bladeren krijgen een dunne laag, gemengd uit zinkwit, een
den nu uitgespaard, zodat ze geel blijven.
lichtblauwe kleur en een tipje Napels geel. palet 352 I april/mei 2011
37
Academie Renshof www.academie-renshof.nl
Nijmegen Utrecht Zwolle Veenendaal Almelo Doetinchem Amsterdam
STADIUM 4 Met een mengsel van zinkwit, gebrande sienna en een licht-
het mengsel uiteraard iets donkerder blijven. De tulpen krijgen
blauw schilderen we dun alle witte gedeelten van de tulpen
nu hun ronde vorm weer een beetje terug.
STADIUM 5 Dit is het laatste stadium. Hierin zijn de donkerste schaduwen
De tulpen krijgen nu meer ruimte, en zeker meer drama. Ik
sterk aangezet met een menging van ultramarijn en
heb hiervoor gekozen omdat in het origineel de tulpen tegen
gebrande sienna, met een drupje lijnolie. Alle schaduwen
een donkere achtergrond staan. Dan worden de schaduwen
krijgen een laagje, dus er moet over het rood en wit heen
ook donkerder.
geschilderd worden. Ook moet er soms aan de randen van
In dit voorbeeld is de achtergrond licht en vrolijk. Dan kunnen
de bloemblaadjes een dunne lijn gezet worden. We wisselen
de schaduwen lichter blijven, zoals in stadium vier. Ik kan me
de tint af, soms iets bruiner, soms iets blauwer. Dit kunnen we
voorstellen dat uw voorkeur daar naar uit gaat. Zet dan wel
ook in de andere bladeren en stengels toepassen.
een zelfde mengsel als net beschreven over de schaduwen,
Met titaanwit zetten we de lichtste plekken aan, en ook de
maar dan uiterst dun. De witte partijen mogen goed aange-
zijkanten van de bloemblaadjes.
zet worden.
die in de schaduw vallen. Op de donkerste gedeelten mag
38
palet 352 I april/mei 2011
palet 352 I april/mei 2011
39
Tekst Catherine Gathier
Griendlandschap als inspiratiebron HET LANDSCHAP OM ONS HEEN IS VOOR MIJ EEN ONUITPUTTELIJKE BRON VAN INSPIRATIE. ELK LANDSCHAP HEEFT ZIJN EIGEN CHARME, MAAR HET HOLLANDSE LANDSCHAP IS TOCH WEL ÉÉN VAN DE MOOISTE. SCHILDERS VAN HEINDE EN VERRE KWAMEN NAAR NEDERLAND OM ONZE MOOIE LUCHTEN. TIJDENS EEN WANDELING IN HET VROEGE VOORJAAR DOOR DE GRIENDLANDSCHAPPEN VAN DE LEK WERD IK GEÏNSPIREERD TOT HET MAKEN VAN HET VOLGENDE SCHILDERIJ. NA HET MAKEN VAN EEN AANTAL SCHETSEN TER PLAATSE, WAARBIJ IK VOORAL DE CONTRASTEN GOED PROBEERDE NEER TE ZETTEN, HEB IK HET SCHILDERIJ IN HET ATELIER MET BEHULP VAN FOTO`S UITGEWERKT.
2 tramarijn en wit. Ik houd daarbij al min of meer
nodig heb, van te voren meng, zodat ik snel en
rekening met de plek van de wolken.
soepel door kan werken. Een landschap heeft
Over deze onderschildering zet ik een grove
zowel lijnperspectief als atmosferisch perspec-
schets. (foto 1)
tief. Het atmosferische perspectief - alles wordt vager en krijgt minder kleur- benader je door
Stap 2
naar de horizon toe minder kleur in je land-
Het schilderen van luchten wordt nog wel eens
schap te zetten. Dit geldt uiteraard ook voor de
als lastig ervaren. De acrylverf droogt snel en
lucht.
om dan mooie overgangen te maken in zo`n
Voor de lucht maak ik drie tinten blauw aan;
lucht lijkt lastig.
van donker naar licht. De laatste toon is bijna
Zelf ondervang ik het snelle drogen van acryl
wit. Ik zet de tonen onder elkaar en strijk ze
door te zorgen dat ik alle kleurmengsels die ik
met een diagonale beweging enigszins in el-
Eerst iets over de te gebruiken verf. Acrylverf is één van de meest veelzijdige mediums waar je mee kunt schilderen. Ondanks dat ik alle soorten verf wel kan waarderen, heeft acryl toch ‘een streepje voor’. Wat me opvalt is dat veel
Van het Hollandse landschap spreken me vooral het weidse en het soms wat beperkte kleurenpalet aan.
kunstenaars en hobbyisten acryl heel direct en primair, vaak in één of twee lagen, gebruiken, terwijl ikzelf met acryl in meerdere laagjes schilder. Ik vind dat je op die manier meer diepte in je werk krijgt en optimaal van de eigenschappen van acryl profiteert. In het vervolg van mijn verhaal ga ik dieper in op de totstandkoming van het schilderij. Stap 1 Met een onderschildering werken vind ik prettig. Je bent dan het wit van je doek kwijt en krijgt een beter idee van de contrasten in het schilderij. Voor dit schilderij maak ik een onderschildering van een mengsel van ceruleum, ul-
40
palet 352 I april/mei 2011
1
3 palet 352 I april/mei 2011
41
kaar zodat de tonen van donker naar licht soe-
verschillende coulissen. Elke coulisse die dich-
pel in elkaar overlopen.
terbij is zet ik over de vorige heen. Je kunt dan
Gebruikte
Als dit droog is, geef ik grofweg met wat dunne
spontaner werken en krijgt geen gaten in je
materialen
verf de wolken aan. Hiervoor neem ik wat wit
schilderij die je kunstmatig moet opvullen.
Doek, goede kwaliteit
op mijn varkensharen penseel en veeg het
Over de lucht heen zet ik dus de horizon op. Ik
katoen.
meeste aan een doek af, voordat ik het op mijn
meng daarvoor in het wolkengrijs wat oker en
Verf, acrylverf in de
schilderij zet. (foto 2)
ultramarijn.
kleuren ceruleum (of
In de horizon zie je geen details, je ziet slechts
primair blauw), gebrande
Stap 3
vormen.
sienna, gebrande omber,
Ik ga de wolken nu wat meer body geven. Ik
Naarmate de struiken en boompjes dichterbij
ultramarijn, oker,
neem daarvoor wat meer verf op mijn penseel
komen, krijgen ze meer details en worden ze
karmijn en wit.
en breng met een ronddraaiende beweging de
donkerder van kleur. De rietkraag voor de
Penselen, varkenshaar
wolkentoppen aan. Ik houd er rekening mee
bomen krijgt nog meer kleur.
plat, nr.14 en 20,
dat wolken driedimensionaal zijn en niet alleen
De rietkragen kun je goed opzetten door je verf
synthetisch rond,
een bovenkant maar ook een onderkant heb-
wat met water te verdunnen en met je wijsvin-
nr. 2 en 4.
ben. Ik geef de wolken dikte door contrast te
ger en duim de haren van je (synthetische)
Zelfgemaakte versie van
gebruiken. Ik zet bewust wat donkerder grijs
penseel wat uit elkaar te drukken. (foto 3)
een varkensharen spalter
achter de witte wolkentoppen.
van 5 cm breed.
Achterin de lucht, vlak boven de horizon, laat ik
Stap 5
de wolken wat vlakker en dunner worden.
Voor het zetten van graskanten en rietkragen
Deze sluierbewolking suggereert diepte.
heb ik een speciaal penseel gemaakt. Een oud bakkwastje voor het invetten van een cake-
4
5 42
palet 352 I april/mei 2011
Stap 4
vorm heb ik ongelijkmatig ingeknipt en over
Ik werk van ‘achteren naar voren’. Ik zie het
bakstenen gestreken. Ook met een varkens-
landschap, als het decor in een toneelstuk, in
haren spalter gaat dit prima. Het is verbazing-
6 palet 352 I april/mei 2011
43
Catherine Gathier verzorgt diverse schilderlessen in Vianen en organiseert schildervakanties in Zeeland en Frankrijk. Behalve de reguliere
7
lessen worden er in Vianen ook dagworkshops gegeven. De dagworkshops met als
wekkend hoe goed dit voldoet voor begroeiing
het luchtmengsel, zodat de waterkleur wat
onderwerp “Landschap”
(foto 4).
donkerder wordt. De onderschildering geeft
vinden plaats op zaterdag
Over de eerste rietkraag die ik in stap 4 hebt
me een goede basis om op verder te werken.
14 en 21 mei.
gezet, zet ik een tweede laag. Hiervoor meng
Ook het water heeft een atmosferisch per-
Meer informatie over deze
ik het grijze mengsel bij met veel oker, wit en
spectief, naar achteren toe wordt het wat lich-
en andere workshops
wat gebrande sienna. Ik meng de kleuren niet
ter. Daarnaast hebben we te maken met een
vindt u op
door en door zodat er een ongelijkmatige kleur
lijnperspectief, alles wordt naar de horizon toe
ontstaat.
kleiner en staat optisch dichter bij elkaar. Denk
Ik zet dit vrij dik op met mijn zelfgemaakte pen-
daarbij maar aan een spoorlijn die van je af-
seel. Als ik vind dat het toch te ‘massief’ oogt,
loopt. De golfbeweging vóór in het schilderij is
breng ik met de achterkant van mijn penseel in
contrastrijker maar de afzonderlijke golfjes lig-
duidelijke schets met een dun pijpje houtskool.
schilderij geleid. Daarnaast wordt het gevoel
de natte verf wat ‘lucht’ in de rietkraag, door
gen voor in het schilderij ook wat verder uit el-
Als het een en ander toch niet naar mijn zin is,
van diepte nog verder versterkt. Ik probeer me
wat verf weg te schrapen... (foto 6).
kaar dan bij de horizon. Het lijnperspectief geeft het water in mijn schilderij nog extra diepte. (foto 5).
kan ik het nog gemakkelijk aanpassen of weg-
altijd te bedenken waarom ik een bepaald on-
vegen. (foto 7).
derwerp wil schilderen en wat ik met het schil-
De ganzen horen er naar mijn mening helemaal
derij wil zeggen.
Stap 6
44
palet 352 I april/mei 2011
8
www.wandschildering.com
Water is min of meer een weerspiegeling van
Stap 7
bij; ze mogen blijven! Ik schilder ze in met een
Van het Hollandse landschap spreken me
de lucht. In volledig stilstaand water wordt de
Ik vind het landschap nog wat leeg. Tijdens mijn
dun synthetisch penseeltje in een donkergrijs
vooral het weidse en het soms wat beperkte
lucht soms exact weerspiegeld. Als er wat
wandeling door de grienden werd ik opge-
en geef vaag het witte buikje en wangetje aan.
kleurenpalet aan. (foto 8).
wind staat, is dit minder duidelijk, je ziet echter
schrikt door een koppeltje opvliegende brand-
nog steeds dat het water toch lucht en wolken
ganzen. Dit leken mij de ideale ‘figuranten’ in
Stap 8
Het hele schilderij is met zes kleuren gemaakt:
weerspiegelt.
mijn schilderij.
Helemaal voorin mijn schilderij mis ik nog iets.
ceruleum, gebrande sienna, gebrande omber,
Water heeft een horizontale penseelstreek. Ik
Ik wil eerst bekijken of de ganzen in mijn schil-
Door nog een extra ‘coulisse’ te scheppen
ultramarijn, oker en een haartje karmijn en wit.
meng wat ultramarijn en gebrande sienna door
derij wel iets zullen toevoegen. Ik zet dus een
wordt het oog van de toeschouwer niet uit mijn
Soms bereik je met ‘minder’ toch meer! palet 352 I april/mei 2011
45
Tekst & Beeld Laurens Boersma De Kei bij Spijkerboor, olieverf op linnen, 50x65 cm, 2010
Landschap is mijn muze! RUIM DRIE JAAR GELEDEN VERHUISDE IK VAN DE STAD GRONINGEN NAAR ANNERVEENSCHEKANAAL, EEN PRACHTIG LINTDORP IN HET NOORDEN VAN DRENTHE. SINDS DIE TIJD WOON IK MIDDEN IN MIJN ONDERWERP: HET LANDSCHAP. MOEST IK VROEGER SOMS WEL TIEN KILOMETER FIETSEN OM EEN MOOI PLEKJE TE VINDEN, NU HOEF IK DE DEUR MAAR UIT TE STAPPEN EN IK KAN AAN HET WERK. HET LIEFST STA IK, ZO LANG HET NIET REGENT, ’S ZOMERS EN ’S WINTERS ONDER DE BLOTE HEMEL TE SCHILDEREN. HET LICHT INSPIREERT MIJ. WAT DAT DOET MET DE VORMEN, HOE HET INVLOED HEEFT OP DE SFEER VAN HET LAND EN VOORAL OOK OP MIJZELF.
Soms raakt het werk te verzadigd om erop door te kunnen werken, vaak blijkt dan ook dat het werk klaar is.
het beeld lopen; een andere keer de impo-
ik meestal niet, maar ik begin direct met kleur-
sante wolkenpartijen die boven de akkers drij-
vlekken aan te brengen die ik al doende in de
ven, de weerspiegeling van de kerk in het
gewenste compositie duw. In het begin is het
woelige kanaal of het zandweggetje dat, met
even zoeken naar de kleuren, afhankelijk van
fluitekruid in de berm, tussen de bomen naar
het moment. Maar meestal begin ik met wat
de bosrand in de verte kronkelt. Auto’s, men-
gelen, zo maar in het wilde weg. Met gebrande
sen en dieren spelen hoogstens een bijrol in
omber of een andere donkere kleur schilder ik
mijn landschappen. Ik vind het wel leuk om
vervolgens wat donkere vlekken en lijnen en
een verkeersbord of fietsenwijzer of iets an-
begin zo de compositie wat meer vorm te
ders van deze tijd mee te schilderen om loca-
geven. Meestal wordt het dan wat poetsen en
tie en tijdsbeeld te bepalen.
vegen in de natte olieverf om het wat preciezer te krijgen. Veel komt aan op de manier waarop
Poetsen en vegen
de verf op het doek wordt aangebracht. Weer
Het hoeft heus niet alleen maar mooi weer te
spullen, zoals een ezel, olieverf, penselen en
Het uitgangspunt van het schilderij is bijna altijd
en eigen stemming zorgen voor de verdere
zijn met een warm zonnetje bij een kabbelend
een paar verschillende formaten linnen doeken
de sfeer. Een ondertekening op het doek maak
kleurinvulling. Van enkele tegengestelde, aan-
beekje. Liever niet. Een stevige wind met een
en wat panelen en kartonnetjes. In een extra
onrustige lucht is minstens zo spannend. En
potje maak ik mijn eigen schildermedium van
wat te zeggen van een besneeuwd land-
olie en terpentine.
schap? Het gaat mij om het licht. Dat is kleur en
In mijn hoofd heb ik vaak al een bestemming. Ik
dus schilder ik kleurrijk. En hoewel ik intussen
heb een hele voorraad schilderplekjes in mijn
een bepaald palet aan voorkeurkleuren heb
hoofd waar ik uit kan putten, vaak met het ge-
ontdekt, is het toch steeds weer reuzenspan-
wenste weertype er bij… Het gebeurt ook wel
nend om allerlei nieuwe variaties te ontdekken.
dat ik zo maar wat rond fiets totdat ik iets zie
Ik werk bijna uitsluitend met olieverf en altijd nat
wat mij inspireert. Ik laat me sterk door mijn ge-
in nat. Als het geen weer is om buiten te schil-
voel leiden. Soms duurt het wel een paar uur
deren, werk ik in mijn atelier aan een stilleven of
voor ik echt aan het werk kan gaan.
Tussen de Venen, olieverf op linnen, 30x60 cm, 2011-02-23
een zelfportret. Naar foto schilderen doe ik niet of nauwelijks. Dat is voor mij niet interessant
Voorbereidende schets
genoeg, daar zit voor mij te weinig ambitie in.
Een tekenboekje is altijd onder handbereik. Daar maak ik een voorbereidende schets in
50
palet 352 I april/mei 2011
‘Schilderfietskarretje’
om de compositie te onderzoeken en om er-
Meestal stap ik op de fiets met daarachter mijn,
achter te komen waar het brandpunt van mijn
destijds voor 25 euro van een visserman uit
werk van deze dag komt te liggen. De ene
Zuidlaren gekochte, fietskarretje met schilders-
keer zijn dat de schaduwen die dwars door palet 352 I april/mei 2011
51
Braamsplas in wintertijd,
De Aa voor de Amelander
olieverf op linnen, 40x40 cm,
Bocht, olieverf op paneel, 26x65 cm, 2009
2010
een volgende keer gewoon een nieuw schil-
Franse impressionisten zoals Claude Monet,
derij overheen. Soms voeg ik nog wat detaille-
Camille Pissaro en Auguste Renoir. Maar ook
ringen toe. Of versterk ik een bepaald effect.
de Nederlandse landschapsschilder Willem
Dat doe ik omdat een schilderij dat buiten ge-
Roelofs, de schilders van de Haagse school
schilderd er binnen aan de muur altijd een
en niet te vergeten de Russische schilders
beetje anders uit ziet. Ik werk veel en hard.
Isaac Levitan en Ivan Shiskin interesseren mij.
Door veel te kijken naar mijn eigen werk en
Ik steek ook veel op van mijn tijdgenoten die
dat van anderen leer ik steeds beter te ont-
ook hier in het noorden van ons land schilde-
dekken wat het beeld doet en waar de verbe-
ren. Ik heb erg veel respect voor de levens-
teringen in zitten. Dat neem ik dan mee naar
verhalen van Edvard Munch, Emil Nolde en
het volgende werk….
Karel Appel. Als ik met die verhalen wordt ge-
vullende kleuren maak ik een aantal tonen op
eindelijk op een zeker moment te stoppen.
mijn palet en breng deze vervolgens aan op
Soms raakt het werk te verzadigd om erop
Bronnen
enorme impuls om door te gaan met mijn
het doek. Met witten maak ik de kleuren lichter.
door te kunnen werken, vaak blijkt dan ook dat
Er zijn veel voorbeelden in de kunstgeschie-
werk. En dat is het verbeelden van mijn omge-
Zwart zul je in mijn assortiment niet aantreffen.
het werk klaar is.
denis die mijn interesse hebben en die voor
ving en uitdrukking te geven aan mijn per-
mij een voortdurende bron van studie zijn.
soonlijke gevoel daarbij. Schilderen is voor mij
Specifieke voorbeelden zijn voor mij vooral de
een emotionele kwestie.
Dat kan ik zelf wel maken van bijvoorbeeld gebrande omber en Pruisisch blauw of twee an-
Afstand nemen
dere donkere tinten die op dat moment
Na een dag of zo heb ik voldoende afstand
voorhanden zijn. Al werkend breng ik, door
kunnen nemen om het schilderij te kunnen be-
schaduwen te schilderen, het licht naar voren.
oordelen. Er mankeert altijd wel wat aan, per-
Vanuit vlekken werk ik van grof naar fijn, om uit-
fect is het nooit en als het niks is schilder ik er
confronteerd dan geeft dat mij altijd weer een
Bongers Klabbe, olieverf op linnen, 50x60 cm/2010
De Bulten, olieverf op paneel, 39x55, 2010
Meer informatie: www.laurensboersma.nl (collectie) www.laurenskunst.nl (schildercursussen en workshops) www.galeriebeeldkracht.n l (galerie)
52
palet 352 I april/mei 2011
palet 352 I april/mei 2011
53