Lente 2009 25e jaargang nummer 1
Bevers in het Zuidlaardermeergebied Het landschap als inspiratiebron Wandelroute Reitdiep
kwartaalblad van Het Groninger Landschap
Het Groninger Landschap
1
Seizoen in beeld
Actueel
© Silvan Puijman
Herstel tuin van Jan Vroom Het Groninger Landschap herstelt de tuin bij haar kantoorpand ‘De Vennen’ aan de Rijksstraatweg 333 in Haren. De tuin is in de jaren twintig van de vorige eeuw ontworpen door Jan Vroom, een landelijk bekende tuinarchitect, afkomstig uit Glimmen. De tuin is een van de best bewaarde tuinen van de hand van Vroom. Toch zijn er door de jaren heen een aantal oorspronkelijke elementen gewijzigd. Het oorspronkelijke ontwerp wordt nu zo goed mogelijk hersteld met respect voor beeldbepalende struiken en bomen. De tuin is tijdens kantooruren geopend voor het publiek, maar is gedurende de werkzaamheden gedeeltelijk afgesloten. Tuindesign Weijer uit Assen voert het herstel uit. De werkzaamheden zullen in april zijn afgerond.
Het oorspronkelijke ontwerp van de tuin bij De Vennen dient als leidraad voor het herstel.
Overdracht Hunzezone De gemeente Groningen heeft onlangs de Hunzezone overgedragen aan Het Groninger Landschap. Het kleine natuurgebied ligt middenin bedrijventerrein Euvelgunne, ten zuidoosten van de stad Groningen en is altijd gespaard gebleven. In het gebied stroomt nog een stukje van de Hunze, de rivier die ooit vanuit Drenthe naar zee kronkelde. Een oude meander en hoge oeverwallen zijn nog
zichtbaar en vertellen de historie van dit waardevolle landschap. De Hunzezone is een groene verbinding tussen de stad en de dorpen ten oosten van de stad, ideaal voor forensen op de fiets, maar natuurlijk ook voor recreatieve wandelaars en fietsers. De oude weg die voor een deel de voormalige loop van de Hunze volgt, blijft bestaan. Binnenkort plaatsen we twee informatiepanelen in het gebied. Zie ook de rubriek Mien Laifste Stee op pagina 10.
© Roy Beusker
In natuurgebied Meerland, vlakbij Landgoed Ennemaborgh en de Blauwestad, wordt in de tweede week van maart een geboortegolf verwacht. Er zijn veel drachtige schapen en straks zullen er zo’n veertig lammetjes ronddartelen. Om de kudde van Drentse heideschapen niet te groot te laten worden en de graasdruk van het gebied constant te houden, zullen we schapen gaan verkopen en onderbrengen bij andere kuddes.
© Omke Oudeman
Al enkele winters achtereen bezoekt de zeerarend de Dollard en ook afgelopen winter is de vliegende deur waargenomen op de Dollard kwelders. De roofvogel eet bij voorkeur aas: dode vis of een dode zeehond. Niettemin gaan ganzen en eenden massaal op de wieken als de schaduw van de imposante roofvogel over de kwelders glijdt. Ook in het Zuidlaardermeergebied is de zeearend deze winter enkele keren waargenomen.
© Silvan Puijman
In het Zuidelijk Westerkwartier hebben de ijsvogels de vorstperiode van deze winter overleefd. Medewerkers van Het Groninger Landschap hebben wakken gemaakt en opengehouden. Daardoor konden de blauwe vogels nog steeds vissen en waterdiertjes vangen. Door de zachte winters van de afgelopen jaren is de populatie in het Zuidelijk Westerkwartier opgelopen tot zes à acht broedparen.
Steun van de Postcode Loterij Op 5 februari kregen de 12 Landschappen tijdens het jaarlijkse Goed Geld Gala een donatie van de Nationale Postcode Loterij. Ook Het Groninger Landschap krijgt een deel van de gift. De inleg van de Nationale Postcode Loterij groeide in 2008 naar 488,6 miljoen euro. De helft hiervan gaat naar organisaties die zich inzetten voor mens en natuur. De Postcode Loterij geeft geld aan in totaal 66 goededoelenorganisaties. Het Groninger Landschap ontvangt ongeveer een miljoen euro.
© Omke Oudeman
Een zeer zeldzame waarneming was er afgelopen winter op de Dollard kwelders: de giervalk is gezien. Het is pas de achtste keer sinds 1900 dat deze roofvogel in Nederland is waargenomen en het is pas de tweede keer dat hij zich in Groningen liet zien. Het ging om een jong exemplaar. De giervalk is de grootste valk ter wereld en komt vooral voor op de toendra’s in Noord-Europa.
© KINA
© KINA
Ellen Damsma van de Postcode Loterij overhandigt de cheque aan Hank Bartelink van de 12 Landschappen.
De Hunzezone is overgedragen van de gemeente Groningen aan Het Groninger Landschap.
Op de voorzijde: bever © KINA
2
Golden Raand Lente 2009
Het Groninger Landschap
3
Zegge heeft wat te zeggen
Veel mensen hebben er nog nooit van gehoord, maar het plantengeslacht zegge kent een schare trouwe fans. De plant – die in eerste instantie veel aan gras doet denken – blijkt erg bruikbaar bij het op waarde schatten van (natuur)terreinen. Ze verklapt veel over de omstandigheden in het terrein waarin ze groeit.
Tekst: Michel Krol, rayonbeheerder Zuid bij Het Groninger Landschap
De wetenschappelijke naam van zegges luidt carex. De plant heeft vaak grasachtige bladen en een vrij onopvallende bloeiwijze. In Groningen komen ongeveer dertig zeggesoorten voor. Een klein aantal is vrij algemeen, maar het merendeel is zeldzaam tot zeer zeldzaam. Zeggesoorten komen voor in natuurgebieden die niet of nauwelijks landbouwkundig in gebruik zijn geweest. In een land als Noorwegen met een groot oppervlak natuurlijk landschap is de bedekking en het aantal soorten dan ook veel groter dan in Nederland.
Kieskeurig Elke zegge stelt zijn eigen specifieke eisen aan zijn leefomgeving. Hoe meer zeggesoorten aanwezig zijn op een kleine oppervlakte, des te nauwkeuriger zijn de daar aanwezige omstandigheden te bepalen. Denk aan grondwaterregime, overstromingsritmen, grondsoort en zuurgraad. Ook met weinig kennis van de verschillende zeggesoorten is het niet moeilijk om zegges als meetinstrument voor de omgeving te gebruiken, want logica is zegges niet vreemd. Het is geen wet van Meden en Perzen, maar grofweg gaan de volgende beweringen op: • Zegges hebben een hekel aan grote voedselrijkdom; vooral fosfaat wordt slecht verdragen. • Hoe groter een zegge, hoe meer mineralen er in de grond of in het aanwezige (grond)water zitten. • Kleine zegges duiden meestal op erg voedselarme omstandigheden. Hoe kleiner de soort, des te meer fosfaatmijdend is hij. • Middelmatige zegges snoepen vaak van twee walletjes. Vooral qua zuurgraad balanceren ze een beetje rond het midden. Meestal te vinden in een zure omgeving, maar met aanvoer van mineraalrijk water in de wortelzone.
Grote zegges De grote grasgroene zegges (pluimzegge en cyperzegge) zijn kenmerkend voor een relatief voedselrijk milieu. De grote grijze zeggesoorten (oeverzegge, scherpe zegge, stijve zegge en moeraszegge) duiden vaak op de aanwezigheid van veel mineralen als kalk of ijzer. Er is onderscheid tussen polvormers en zodenvormers. Polvormers zoals de pluimzegge en stijve zegge zijn kenmerkend voor gebieden met een wisselende waterstand. Omdat die gebieden vrij zeldzaam zijn, vind je ze tegenwoordig vooral langs de sloot, op oevers van beken of in oude dichtgegroeide petgaten. De zodenvormende zeggesoorten groeien op hooi- of rietlanden.
Kleine zegges Schoolvoorbeeld van een kleine zegge is vlozegge, een soort waarvan de rijpe vruchtjes bij aanraking als vlootjes van de plant schieten. De soort is bijzonder lastig te vinden, omdat hij vaak maar met enkele bloeistengels is vertegenwoordigd in de mooiste schraallanden, tussen de Spaanse ruiter en blonde zegge. Gemakkelijker is het om sterzegge te vinden. Dit is ook een miniatuurzegge, maar deze soort komt in een mooi ontwikkeld schraalland meestal in vrij hoge bedekkingen voor. Sterzegge heeft een wat hogere zuurtolerantie.
tweerijige zegge © KINA
Zegges in het nauw Lang geleden toen de mens een geringe invloed op de waterbeheersing had, was het Nederlandse landschap zeer afwisselend. Periodieke overstromingen zorgden voor een dynamisch karakter met constant veranderende omstandigheden. Op hoger gelegen plaatsen was de situatie veel constanter en kon zich hoogveen ontwikkelen. Al deze verschillende omstandigheden zorgden voor een gevarieerde plantenbegroeiing. Tot in de negentiende eeuw werd Nederland beschreven als het Paradijs van Europa. Vrijwel nergens was zo’n afwisseling en soortenrijkdom te vinden als in ons kleine landje. Ook zegges maakten een belangrijk deel uit van de Nederlandse flora. Niet vreemd, want de meeste zeggesoorten zijn aangepast aan winterse overstromingen. Toen de waterhuishouding mede door de industriële revolutie veel eenzijdiger werd en het ritme van winteroverstromingen en zomerse droogtes verdween, kregen andere plantensoorten de kans om hun positie ten opzichte van de zeggesoorten te verbeteren. Aanvullende bemesting van het grasland zorgde ervoor dat een bonte verzameling plantensoorten veranderde in een monocultuur van eiwitrijke grassen, zoals Engels raaigras. Erg goed voor de zuivelindustrie, maar het einde van het Paradijs van Europa. Door natuurbeheer zijn vanaf de jaren dertig van de vorige eeuw een aantal percelen gespaard gebleven voor de ‘vaart der volkeren’. Door het verdwijnen van het oude boerenbeheer van maaien en afvoeren in de nazomer, hebben sommige percelen zich tot bos ontwikkeld. Andere natuurreservaten vielen ten prooi aan externe invloeden als zure regen en aanvoer van vermest oppervlaktewater. Zodoende is het areaal aan fraai ontwikkelde zeggerijke graslanden in Nederland geslonken van enkele honderdduizenden hectares tot ongeveer vijftig. Tegenwoordig werken verschillende natuurbeherende organisaties hard aan het gedeeltelijk herstellen van zeggenrijke landschappen. Met het behoud en uitbreiding van dit areaal blijft een belangrijke hoeveelheid planten en dieren behouden.
stijve zegge © KINA
4
Golden Raand Lente 2009
Het Groninger Landschap
5
Zegge in het Groninger landschap Met deze informatie duiken we de terreinen van Het Groninger Landschap in om te kijken welke kenmerkende soorten we hier aantreffen. Elk terreintype herbergt zijn eigen zeggesoorten. Natuurlijk zijn er uitzonderingen op de regel, maar toch is deze grove onderverdeling van zeggesoorten een goede start om de wereld van de zegges te gaan ontdekken. Een goede handleiding kan het 5e deel van de Oecologische Flora van Nederland zijn, op prettige wijze geschreven door E.J. Weeda.
4. Reitdiepgebied
2. Haren 3. Leekstermeergebied
5. Zuidlaardermeergebied
1. Bourtange
hazezegge © Biopix
1. Bourtange In het droge natuurgebied bij Bourtange zijn weinig zeggesoorten te vinden. Hazezegge komt daar het meest voor, een soort die in droge, vrij schrale omstandigheden groeit. Op een oud stukje hoogveenheide is nog pilzegge aanwezig.
3. Leekstermeergebied We beginnen in het Leekstermeergebied, in de Lettelberterpetten. Op plaatsen waar het grondwater tot aan het maaiveld komt en hier uittreedt, is veel stijve zegge en tweerijige zegge te vinden. Beide soorten zijn karakteristiek voor plaatsen die veel mineralen zoals calcium en ijzer bevatten, vaak door grondwateromstandigheden.
tweerijige zegge © KINA
paardehaarzegge © KINA
2. Haren In het Hemrik, ten zuidwesten van Haren, komt sterzegge veel voor. Dit komt omdat dit vrij natte perceel nooit is bemest en altijd als hooiland in gebruik is geweest. Ook is het waarschijnlijk de enige groeiplaats in Groningen van de paardehaarzegge. Hoe lang deze soort nog stand houdt is de vraag: er staat nog maar één pol… In de Oosterpolder ten noorden van Haren is in 2000 geplagd. Hier hebben zich maar liefst tien zeggesoorten gevestigd, waaronder geelgroene zegge, blauwe zegge en blonde zegge. 6
Golden Raand Lente 2009
5. Zuidlaardermeergebied Het Zuidlaardermeergebied kent veel kleine stukjes terrein waar nog oorspronkelijke vegetatie aanwezig is. De meest opmerkelijke zeggesoort die in dit gebied aanwezig is, is draadzegge. Hoewel het gebied de afgelopen honderd jaar is verdroogd, weet draadzegge stand te houden, omdat de plant zijn wortels zo diep de grond in laat gaan, zodat hij toch bij het mineraalrijke grondwater kan. Draadzegge is te vinden in de slootkanten van de Oostpolder en in de broekbossen in de Harener Wildernis en de Onnerpolder. In de buitendijkse oeverlanden van het Zuidlaardermeer groeit de noordse zegge. Deze soort komt ten zuiden van de Overijsselse Vecht niet voor. De noordse zegge is hier gekomen met de laatste ijstijd en houdt stand op plekken waar door
oeverzegge © Biopix
4. Reitdiepgebied en Noordzeekust Oeverzegge is volop te vinden in het Reitdiepgebied. Deze soort is kenmerkend voor kleiige bodems en is vaak beek- of rivierbegeleidend. Verder naar het noorden belanden we op de kwelders van de Noordkust. Het zoute milieu is niet erg vriendelijk voor zegges. Alleen kwelderzegge en zilte zegge hebben een bepaalde zouttolerantie; maar deze soorten vind je dan ook alleen op plekken waar de directe invloed van de zee beperkt is.
uittredend grondwater de bodem lang koud blijft. In de omgeving van Noordlaren zijn in de broekbossen in de oeverlanden van het Zuidlaardermeer elzenzegge en ijle zegge te vinden. Elzenzegge heeft een voorliefde voor elzenbroekbossen langs beken, waar periodieke overstroming optreedt. IJle zegge houdt juist van zuurstofrijke bodems en zoekt de drogere delen op binnen een elzenbroekbos.
ijle zegge © Biopix
Afgelopen najaar zijn rond het Zuidlaardermeer vier bevers uitgezet. Eerst een paartje in het Drentse deel, een maand later een paartje in het Groningse deel. De eerste natuurlijke burcht is in aanbouw. De herintroductie gebeurt met vereende krachten. Provincie, waterschap, muskusrattenvangers: allen zijn nauw bij de bevers betrokken.
het
Bevers in
Zuidlaardermeergebied © KINA
Tekst: Addo van der Eijk
Na een reis vanaf het Elbegebied in Duitsland, waar ze zijn gevangen, kwamen de bevers afgelopen najaar terecht in een Nederlandse kunstburcht, gemaakt van multiplex en wilgenstammen. Ze moesten zich vrij knagen, wat voor bevers geen enkel probleem is. Sterker nog: daarvoor zijn ze hierheen gebracht. ‘Ze helpen ons bij het natuurbeheer’, vertelt Michel Krol, rayonbeheerder van Het Groninger Landschap. ‘De bevers knagen aan bomen, waardoor deze omvallen, ze eten wortels van waterplanten en slepen takken van hot naar her. Zo houden ze het moerasgebied in het Zuidlaardermeergebied gevarieerd en open. Als wij dat zelf moeten doen, zetten we motorzagen en ander materieel in. Bevers doen dat werk veel natuurlijker.’ De Drentse bevers voelden zich al snel thuis. Na een paar verkenningstochten bouwden ze op een steenworp afstand van de kunstburcht een eigen burcht. ‘Een indrukwekkend bouwwerk’, aldus Krol. De Groningse bevers gingen echter zwerven in plaats van zich te nestelen. ‘Alsof ze wisten dat ze in Groningen zaten. Lekker dwars zijn, niets volgens het boekje doen’, zegt Krol lachend. Mannetje en vrouwtje gingen ieder een andere kant op. Het mannetje de Hondsrug op – ‘Hij is gezien in Noordlaren en vervolgens in de Appelbergen’ – het vrouwtje richting de Veenkoloniën. ‘Eén van beide is weer terecht.
Onze vrijwilliger Willem Zevenberg vond een omgeknaagde eik in het bos bij het paviljoen van Meerwijck. Wij hoorden van anderen dat de bever daar al minimaal drie weken bivakkeert. De andere bever is nog aan het zwerven.’ Mochten mensen ergens in Groningen een bever zien, Krol hoort het graag. ‘Een bever is veel groter dan een beverrat of een muskusrat en heeft een platte brede tennisracketstaart.’
© Omke Oudeman
4. Noordzeekust
Knaagsporen van de bever bij Meerwijck in het Zuidlaardermeergebied.
Het Groninger Landschap
7
Appelboom
© KINA
Excursie Bij de herintroductie van de bever zijn vele partijen betrokken. Eén van hen is de provincie Groningen. Douwe Hollenga, gedeputeerde van de provincie, staat positief tegenover de herintroductie, mede omdat de bever hier van oudsher thuishoort. ‘Ooit was de bever nadrukkelijk in het beekdal aanwezig’, zegt hij. ‘Bovendien levert de bever met zijn geknaag een bijdrage aan de soortenrijkdom. Daar zijn wij als provincie natuurlijk blij mee.’ Hollenga heeft de bevers nog niet met eigen ogen gezien. Wel zag hij afgelopen najaar beversporen, tijdens een excursie die Het Groninger Landschap en Het Drentsche Landschap organiseerden naar Noord-Limburg en de Gelderse Vallei. ‘Daar zijn al eerder bevers uitgezet. We zijn uitvoerig bijgepraat over hoe de introductie is verlopen. De mensen klonken zeer positief en
De bevers zelf heeft Van Marum nog niet gezien. Wel sporen in de Onnerpolder, in de vorm van afgeknaagde wilgentakken. De rattenvangers zijn nauw bij de herintroductie betrokken, laat Van Marum weten. ‘Wij waren mee met de excursie en onze vangers houden in het veld een oogje in het zeil. Ze onderhouden veelvuldig contact met Het Groninger Landschap. Dit jaar gaan onze vangers mee naar Duitsland om te helpen met het vangen van de nieuwe bevers.’ Ook het waterschap is nauw betrokken bij de herintroductie. Ook al graven bevers lang niet zoveel als muskusratten en beverratten, toch bestaat de mogelijkheid dat ze een kade of waterkering te grazen nemen. ‘Als waterschap willen we de veiligheid waarborgen’, vertelt Emiel Galetzka, beleidsmedewerker van waterschap Hunze en Aa’s. ‘Niet alleen voor de mensen achter de dijken, maar ook voor onze medewerkers, die met onderhoudsmachines op de kades rijden. Gezien de ervaringen elders verwacht ik geen grote problemen, maar we moeten ons wel voorbereiden.’ Voor calamiteiten heeft het waterschap een beverprotocol opgesteld. Galetzka: ‘In Limburg en Gelderland werken ze al langer met dit protocol. Stel de veiligheid is ergens in het geding, dan staan in het protocol maatregelen, zoals
© KINA
Beverprotocol
Waarom de Groningse bevers zijn gaan zwerven? Krol weet het niet. Een huwelijkscrisis, suggereert hij. ‘Misschien was het geen stelletje. Andere mogelijkheid is dat de Groningse bevers terechtkwamen in het territorium van de eerder uitgezette Drentse bevers. Wat ook kan, is dat ze te laat kwamen om nog een voedselvoorraad aan te leggen voor de winter.’ Het volgende stelletje komt in het voorjaar. Krol hoopt en verwacht dat zij zich wel snel nestelen. Erwin Vos, een middelbare scholier, zag in december één van de bevers vlakbij de boerderij waar hij woont in Noordlaren. ‘Hij zwom heen en weer. Een groot beest van zeker een meter lang met een platte staart. Drie dagen heb ik de bever gezien. Daarna niet meer.’ Vos’ appelboom en enkele andere bomen waren minder blij met de bezoeker. De bever had de bast opgegeten. ‘De fruitboom gaat dood. Rond de andere bomen heeft Het Groninger Landschap gaas en een hekje geplaatst’, vertelt Vos. Ook bij een andere tuin heeft de bever aan bomen geknaagd. ‘Daar gaan wij dit een nieuwe fruitboom plaatsen’, vertelt Krol. Hij benadrukt dat als er schade is, mensen terecht kunnen bij een speciaal schadefonds.
het ingraven van gaas in de waterkering. Zo wordt de bever ontmoedigd om een hol te maken. In het protocol staan ook richtlijnen voor het vangen van muskusratten en beverratten.’ Galetzka vindt de herintroductie een mooi initiatief. Het geeft volgens hem aan dat het de goede kant opgaat met de natuur in het Zuidlaardermeergebied. ‘Maar we zijn er nog lang niet’, benadrukt hij. ‘We moeten méér natuur inrichten en de waterkwaliteit verder verbeteren. De bevers zijn daarbij een goede hulp.’
© Omke Oudeman
De bever is sinds vorig jaar terug in het Zuidlaardermeergebied.
bever
muskusrat
© Peter Twisk
enthousiast. In de Gelderse Vallei zag ik van die afgeknaagde bomen met een scherpe potloodpunt. Heel mooi.’ Hollenga houdt de laatste ontwikkelingen bij via de speciale website www.beversindehunze.nl. ‘Zeer interessant. De Drentse bevers hebben al een eigen burcht, las ik.’ Op het eerste gezicht lijkt het vreemd. Terwijl de bever wordt uitgezet en wettelijk is beschermd, worden de beverratten en muskusratten bestreden. Hollenga legt uit: ‘Beverratten en muskusratten planten zich snel voort en graven zeer actief in dijken. Bevers zorgen niet voor gevaarlijke situaties.’ De komst van de bever heeft wel consequenties voor de vangmethodes van beverratten. ‘Je wilt niet dat bevers in de klemmen terechtkomen’, vertelt Eddie van Marum, coördinator muskusrattenbestrijding van de provincie Groningen. Aan hem de taak om de oprukkende beverratten een halt toe te roepen. Speciaal voor de bever heeft Van Marum alle klemmen in de Hunzezone laten vervangen door vangkooien waar de dieren levend in worden gevangen. ‘Bevers komen niet in deze vangkooien. Voor onze rattenvangers zijn de kooien wel arbeidsintensiever. Ze moeten ze elke dag controleren en er vers aas in doen.’ Niet alleen voor de bevers stopt Groningen met de beverratklemmen, maar ook voor de otters, die hopelijk in de toekomst het Zuidlaardermeer opzoeken. De klemmen voor muskusratten vormen volgens Van Marum nauwelijks een probleem. ‘Die zijn te klein voor bevers. Als er al een bever inkomt, dan kan hij alsnog ontsnappen.’
beverrat
Bevers, muskusratten, beverratten Om verwarring in het veld te voorkomen, ziet u hierboven het verschil tussen deze drie knaagdieren die allen in het Zuidlaardermeergebied voorkomen. De drie dieren zijn op schaal geïllustreerd. De bever is verreweg het grootst en kan een meter lang worden. Hij heeft een brede platte staart. De beverrat is de helft kleiner, wat nog steeds erg groot is in vergelijking met een muskusrat, die ook wel waterkonijn wordt genoemd.
Door bomen om te knagen leveren bevers een bijdrage aan natuurbeheer.
8
Golden Raand Lente 2009
Het Groninger Landschap
9
Uitneembare wandelroute !
Reitdiep wandelroute Wandelen langs oeverwallen en oude meanders Valgeweg naar Klein Wetsinge
Het Reitdiep ademt een lange geschiedenis. Vijfduizend jaar geleden, in de tijd van de hunebedden, woonden er al mensen op de oevers van de rivier. Vuistbijlen en potscherven geven dat aan. De huidige dorpen Adorp, Sauwerd en Wetsinge ontstonden op de stevige oostelijke oeverwal. De loop van de wegen leert ons veel over de geschiedenis van het gebied. Over deze hoger gelegen oeverwal liep vroeger een verbindingsweg. Dwars op deze weg ontstonden vele zijwegen, die dood liepen in de lager gelegen hooilanden. Over de verbindingsweg en de zijwegen voert deze wandeling van 7,5 kilometer. De wandeling start in Sauwerd bij de parkeerplaats. Tijdens de wandeling lijkt de tijd stil te staan. We lopen door schilderachtige plaatsen als Klein Wetsinge, over oude sluizen en aan de oevers van het Reitdiep. Onderweg hebben we prachtig uitzicht over de oude meanders.
Thies Dijkhuis is boer in de Hunzezone, het natuurgebied middenin bedrijventerrein Euvelgunne in Groningen. Hij heeft zich er altijd voor ingespannen dat het gebied gespaard zou blijven. Onlangs heeft de gemeente Groningen de Hunzezone overgedragen aan Het Groninger Landschap. ‘Mien laifste is ons olle stee op Euvelgunne, in de uitgespaarde Hunzezone tussen bedrijventerreinen. Vroeger tuurde ik het land in, nu kijk ik opzij naar land langs de kronkelende Euvelgunnerweg, ooit de dijkweg langs de oude loop van de Hunze. In de middeleeuwen is de Hunze naar de Groninger stadsgrachten verlegd. Met de realisatie van het bedrijventerrein Eemspoort is de Hunzezone ingericht door aanleg van 10
Golden Raand Lente 2009
aaneengesloten houtwallen en uitdieping van meanders. Oeverwallen zijn ontzien en versterkt. De koppen van de eeuwenoude kavels zijn intact gebleven. Als herinnering aan een boerenerf is een lindeboom verplaatst, dichterbij de weg. Het is de bedoeling dat de Euvelgunnerweg als groene vinger deel zal gaan uitmaken van een fietsroute langs (restanten) van de Hunze, vanaf het Zuiderlaardermeer en voorbij Euvelgunne verder via toekomstige bruggen over het Nieuwe Winschoterdiep en het Eemskanaal en vervolgens door het Oosterpark naar het Reitdiepgebied. Nu is dit gebiedje tussen de houtlinies een groene oase in de bedrijvige stad. Regelmatig sta ik stil bij al het zware werk dat hier vroeger is verricht. “Euvelgunne” zegt het al: moeilijk land!’
© Omke Oudeman
tekst Addo van der Eijk foto’s Omke Oudeman
De fraai gerestaureerde kosterij van Groot Wetsinge
Het Groninger Landschap
11
Op pad
Winsum
Groot Wetsinge
4 5 7
Klein Wetsinge
6
3
Reitdiep
1. Onstaborg Ooit lag hier een groot kastelencomplex, genaamd Onstaborg, dat in 1765 is gesloopt. Deze borg beheerste eeuwenlang het dorpsbeeld van Sauwerd. De borg dateert van vóór de 13e eeuw. In de 14e eeuw werd de borg versterkt met een dubbele gracht en vijf verdedigingstorens. De muren waren meer dan drieënhalve meter dik. Het grondbezit van de Onsta’s was zeer uitgebreid. Deze familie maakte in Sauwerd en omstreken de dienst uit. In die tijd was de landadel verdeeld in twee partijen: de Schieringers en de Vetkopers, waartoe de Onsta’s behoorden. Snode plannen die de Onsta’s smeedden met hertog Albrecht zetten kwaad bloed bij de Schieringers en de stad Groningen. In 1400
Hekkumerweg, Hekkum
trokken de Groningers naar Sauwerd en belegerden de borg. Een langdurig beleg volgde en de borg werd verwoest. De borgheren zaten zeven jaar gevangen in de Boteringepoort in Groningen. De strijd tussen de Schieringers en de Vetkopers laaide daarna voortdurend weer op. Van de borg is weinig meer over. Het enige dat nog te zien is, zijn de voormalige grachten die als laagten in het land liggen. In het midden stond de kerk met vrijstaande toren. 2. Valgen Het pad naar het noorden richting Wetsinge heet de Valgeweg. Een valge is een onbewoond deel van een wierde dat voor akkerbouw werd gebruikt. Op deze plek bevonden zich vanouds de akkertjes van Sauwerd en Wetsinge, waar veelal gerst en vlas werden verbouwd. De lagere delen richting de rivier waren natter en dienden als hooiland (meeden). Net als vroeger liggen er tegenwoordig volkstuinen op de valgen. 3. Klein Wetsinge De naam Klein Wetsinge is enigszins verwarrend. Het is namelijk groter dan Groot Wetsinge, dat even verder op de route ligt. Groot duidt op de hoogte, vanwege de hoge wierde waar het dorp Groot Wetsinge op ligt. Klein Wetsinge ligt niet op een wierde. De beide dorpen samen worden ook wel Wetsinge genoemd. Het Wetsingersluisje en de Wetsingerzijl, die we later deze wandeling tegenkomen, zijn genoemd naar Wetsinge. Dit duidt erop dat Wetsinge vroeger een belangrijk dorp moet zijn geweest.
N361
Hoogpad
Weem en kosterij Groot Wetsinge
Valgeweg
2
1
Wetsingerzijl
startpunt Oude Kerkstraat
Sauwerd
Graf bij verdwenen kerk Sauwerd
De kerk van Klein Wetsinge
4. Groot Wetsinge Door een haag van fluitekruid wandelen we naar Groot Wetsinge. Bovenop de wierde treffen we de oude kosterij. In dit fraai gerestaureerde huis – dat gedeeltelijk dateert uit de 16e eeuw – gaf vroeger de koster (en later de schoolmeester) les aan de kinderen van Wetsinge. Het tweede gebouw in Wetsinge dat onze aandacht trekt is de oude pastorieboerderij, in het Gronings: de Weem). De pas gerestaureerde pastorie dateert uit de 13e eeuw en is vermoedelijk één van de oudste gebouwen van Groningen. De wierde is niet meer compleet. Veel wierden, zo ook een deel van Groot Wetsinge, zijn afgegraven. In het dorp is de steilwand van de afgraving nog goed te zien. De grond werd afgevoerd naar de Veenkoloniën ter verbetering van de grond aldaar.
5. Hoog van Winsum We steken de Wetsingermaar over. Even stroomafwaarts in het noorden – daar waar het water de weg van Sauwerd naar Winsum kruist – vonden archeologen een paar jaar geleden door mensen bewerkt vuursteen en potscherven. Het zijn herinneringen aan mensen die hier tussen 3400 tot 2900 voor Christus kwamen. Het was de tijd van de hunebedbouwers, toen de mensen hun voeten droog hielden op de Hondsrug. Een uitloper van de Hondsrug, het zogeheten ‘Hoog van Winsum’, reikte tot iets ten noorden van Winsum. Het stak destijds als een keileemeiland boven de zee uit. Nu ligt het keileem op circa 1,6 meter diepte. 6. Oude Diepje Na het bruggetje over de Wetsingermaar zien we de meanders van het Oude Diep duidelijk liggen. Dit diepje bleef over toen in 1640 hier de oude Hunzebedding werd afgesneden. De beddingen lopen nu als grote sierlijke bogen door het landschap. Door inrichting en beheer bevordert Het Groninger Landschap hier de weidevogelstand. Aan de horizon zien we de molen van Garnwerd liggen. 7. Klein Garnwerd Ten noorden van het pad ligt aan de oever van het Oude Diepje een boerderij. Deze boerderij, Klein Garnwerd geheten,
8
Hekkum
Groningen
is in bezit van Het Groninger Landschap. De buurtschap heet ook Klein Garnwerd. Door het rechttrekken van het Reitdiep in 1638 is de buurtschap van het dorp Garnwerd gescheiden geraakt. 8. Weidevogels Langs de oude dijk van het Reitdiep komen we in het gehucht Hekkum. De kronkel die het Reitdiep hier maakte, werd in 1661 afgesneden toen het Reitdiep ter plaatse werd rechtgetrokken. Bij Hekkum houdt Het Groninger Landschap al enige jaren het water langer vast met stuwen en dammen. Deze maatregelen werpen hun vruchten af. Met name in het lagere en nattere deel neemt het aantal broedende grutto’s langzaam toe, net als de tureluurs en de kieviten. Bloeiende slootranden aan het Hoogpad bij Sauwerd
12
Golden Raand Lente 2009
Het Groninger Landschap
13
Steun Het Groninger Landschap Hoe kunt u ons steunen? U kunt de Stichting Het Groninger Landschap op verschillende manieren helpen. · U kunt Beschermer worden voor € 18,- per kalenderjaar. · U kunt Beschermer voor het Leven worden voor het eenmalige bedrag van € 350. Gebruik om Beschermer te worden de bon in deze Golden Raand. In de afgelopen periode mochten wij de volgende giften ontvangen
foto’s © Omke Oudeman
Legaat anoniem
e 3.288,-
Marten Hofker en Cisca Wijmenga, Groningen
e 3.000,-
Café Hammingh, Garnwerd
e 1.525,-
Grontmij, Haren
e 1.275,-
Anoniem Gemeente Groningen J.J. de Witt, Eelde Anoniem Alle gevers hartelijk dank.
Gemarkeerde kerken In Sauwerd stond tot 1840 een middeleeuwse kerk. Dat jaar ging de bouwvallige kerk tegen de vlakte. Ook de kerk in Groot Wetsinge werd gesloopt. De plaatsen van de voormalige kerken in Sauwerd en Groot Wetsinge staan op de grond gemarkeerd. Na de sloop werd halverwege Sauwerd en Klein Wetsinge een nieuw kerkje gebouwd. Op de plek waar de kerk van Sauwerd heeft gestaan, bevindt zich nog steeds de grafkelder van de beruchte familie Onsta. Bij het afbreken van de kerk dekte men de imposante grafkelder af. Vele jaren later, in 1910, werd de grafkelder bij toeval ontdekt. Kinderen speelden op het grasveld en zakten opeens in de imposante grafkelder. U hoeft hiervoor niet te vrezen. De kelder is inmiddels goed afgedicht. 14
Golden Raand Lente 2009
e 20.000,-
Nalatenschap mevr. D.H. Hofman, Appingedam
e 1.000,jaarlijkse gift van e 771,e 250,Muntenverzameling t.w.v. e 400,-
Marten Hofker en Cisca Wijmenga
Echtpaar wordt hoogleraar en schenkt € 3.000 Cisca Wijmenga en Marten Hofker dragen Het Groninger Landschap een warm hart toe. Het echtpaar is werkzaam bij de universiteit van Groningen en op 12 december 2008 zijn Cisca en Marten geïnstalleerd als hoogleraar bij de medische faculteit. Cisca: 'We hebben ’s avonds een feest gegeven in ‘t Feithhuis in Groningen en iedereen gevraagd om bij te dragen aan Het Groninger Landschap. Het resultaat was een bedrag van drieduizend euro. We werken aan de medische faculteit, maar we zijn allebei van oorsprong bioloog. We zijn natuurliefhebbers en vinden ook het Groninger landschap erg mooi. Het Rietdiepgebied is een mooie plek om te wandelen of te fietsen. Ook ten zuiden van de stad wandelen we graag. We zijn de omgeving van het Groninger land nog aan het verkennen en genieten met name van het weidse landschap. We vinden het belangrijk dat er instanties zijn die dit landschap in stand houden. Dus Het Groninger Landschap is een mooie besteding van het cadeau.’ Cisca en Marten, hartelijk dank!
Café Hammingh schenkt bank Bert Lange en Margriet van der Spek zijn al 15 jaar de uitbaters van Café Hammingh aan het Reitdiep in Garnwerd. Ter gelegenheid daarvan heeft hebben zij een geldbedrag geschonken voor een bankje op de dijk. Café Hammingh, gefeliciteerd met het jubileum en vriendelijk dank voor de bank.
Bert Lange en Margriet van der Spek van Café Hammingh
Het Groninger Landschap
15
Het landschap als inspiratiebron Het Groninger landschap is voor veel kunstenaars een onuitputtelijke bron van inspiratie. De Golden Raand sprak met drie van hen. Gertjan ScholteAlbers, de buitenschilder die het landschap als zijn atelier ziet en de beeldend kunstenaars Martin Borchert en René de Boer. Van beide prijkt een beeld bovenop de waddijk.
Gertjan Scholte-Albers - drieluik Reidepdal 3
Schilders, beeldhouwers, fotografen, dichters: velen zijn schatplichtig aan het zo karakteristieke Groninger landschap. Voorbeelden te over. Neem Ede Staal met zijn odes aan het landschap - ‘Dat is mien laand, mien Hogelaand’ - of meer recent Alex Vissering, die zingt over zijn liefde voor Westerwolde en het Zuidlaardermeer. Bekend zijn ook de Ploeg-schilders, zoals Jan Wiegers en Johan Dijkstra, die begin vorige eeuw met felle kleuren het Reitdiep op doek vastlegden. Aan het Reitdiep is Gertjan Scholte-Albers vaak te vinden. Hij schildert altijd buiten, al meer dan tien jaar lang. ‘Het landschap is mijn atelier. Buiten ervaar ik de natuur, beleef ik de omgeving. Schilder ik vanaf een foto, dan ga ik platter werken. Buiten schilder ik een driedimensionaal beeld, waar de kijker echt instaat. De natuurbeleving is voelbaar in mijn schilderijen.’ Met zijn fietskar vol schildersspullen – zijn nog lege schildersdoeken erop gebonden - trekt Scholte-Albers er dagelijks op uit, ook als het koud is of regent. Zijn ezel zet hij soms expres tussen het riet, langs één van de Groninger maren. ‘Het riet is zo mooi van kleur. Dat spreekt me erg aan. Die kleuren prikkelen me’, vertelt Scholte-Albers. Hij houdt van het Groninger landschap. Jarenlang studeerde hij aan de kunstacademie in Enschede, maar inmiddels is hij weer terug in het open landschap waar hij opgroeide. Nu woont hij in Winsum, dichtbij het Reitdiep. Scholte-Albers schildert vaak ‘negatief’, wat slaat op zijn omgekeerde kleurkeuze. Net als negatieven van zwart-wit foto’s hebben kleuren volgens hem ook een tegenhanger. Een tegenovergestelde kleur. Blauw wordt rood, … wordt …. Een kleurexperiment, zegt hij zelf, wat een verrassend resultaat oplevert.
tekst Addo van der Eijk foto’s Omke Oudeman
Waaiboei Naast schilders zijn er ook tal van beeldend kunstenaars die zich laten inspireren door het landschap. Sommige kunstobjecten van hen bepalen inmiddels zelf het landschap. Neem de karakteristieke Waaiboei. Het beeld van bijna acht meter hoog en tweeduizend kilo zwaar staat op de dijk bij Nieuw Statenzijl. Achter de dijk ligt de Dollard met in de verte de Kiekkaaste van Het Groninger Landschap. De Waaiboei kan bewegen, al gelang de wind. Hoe harder het waait, hoe platter hij overhelt en aan de hoek is te zien waar de wind vandaan komt. ‘Ik moest rekening houden met een zware fundering, zo werd mij verteld. Zo kwam ik op het idee om helemaal geen fundering te gebruiken’, vertelt kunstenaar Martin Borchert. Hij vertelt met het kunstwerk een verhaal. ‘De Waaiboei staat op de grens van zee en land. Enerzijds doet de vorm denken aan een boei in het water, die kan bewegen door de wind. Anderzijds oogt het bovenste deel van de Waaiboei als een kerktorenspits. Zo markeert de boei de plek tot waar de zee is ingepolderd.’ Kunstwerken als
Gertjan Scholte-Albers schildert in het veld: 'De natuurbeleving is voelbaar in mijn schilderijen.' Martin Borchert - Waaiboei
16
Golden Raand Lente 2009
Het Groninger Landschap
17
Natuurontwikkeling en waterberging aan de noordzijde van het Leekstermeer deze wortelen zich volgens Borchert na verloop van tijd in het landschap. Ze worden er onderdeel van en mensen gaan zich eraan hechten. Borchert vindt het een prachtige plek. ‘Het uitzicht is heel bijzonder, zo over het wad en de rietlanden.’ Ook Ede Staal, die hier jaren woonde, liet zich er volop door inspireren. In het nummer Nij Stoatenziel zingt hij: ‘Doar stait het tij en sums de tied nog even stil. En bie leeg woater spaigelt Dollerd zich in t sliek, Nij Stoatenziel, doar wil ik strunen achter diek.’
Grondwatermeters Borchert heeft meer kunstwerken in het landschap gemaakt. Opvallende verschijningen zijn de Grondwatermeters, waarvan er in heel het land nu ruim honderd staan. In Groningen zijn er vier te vinden, waaronder één in de Oostpolder bij het Zuidlaardermeer. Midden in de natuur staat daar een zilverkleurige roestvrijstalen buis van twee meter hoog, die de waterstand onder de grond aangeeft. Gekleurde strepen vertellen of het grondwater te laag (rood), middelmatig (geel) of gewenst (groen) is voor de natuur. Borchert: ‘De balustrade rond de paal heb ik ontworpen als een spiraal die de grond indraait. Je kijkt als het ware de grond in. Bijkomend voordeel van de houten balustrade is, dat de Schotse hooglanders niet tegen de paal aan kunnen schurken. In het hout zitten vaak grote haren.’ Toch ziet Borchert de meters niet echt als een kunstwerk. ‘Anders dan de Waaiboei is het een functioneel object, dat de verdroging van natuurgebieden aan de kaak stelt.’
Noordkaap Meer naar het westen op de waddijk, bij de Noordkaap onder de rook van de Eemshaven, staat het object ‘Poort Kaap Noord’ van de Groninger beeldend kunstenaar René de Boer. Het beeld prijkt op het noordelijkste punt van het vasteland van Nederland. Een hemelpoort, noemt hij het; drie robuuste pilaren met daar bovenop een dak en daarin een opening. ‘De drie ingangen staan voor het materiële dagelijks leven. De vierde doorgang symboliseert dat er meer is dan het materiële alléén. Het is een plek van rust en bezinning, waar je al mijmerend over het wad tuurt’, vertelt De Boer. Hij heeft meer hemelpoorten gemaakt, onder andere de Werkmanpoort, die bij het voormalig Kamp Westerbork staat. ‘De Poort Kaap Noord is niet speciaal voor die plek gemaakt’, zegt hij. ‘Het beeld was voor een expositie, maar ik zocht een mooie locatie om er een foto van te maken. Weerman Jaap Nienhuis kwam in mijn werkplaats, zag het beeld en knikte. Even later kwam hij langs met de burgemeester en enkele wethouders. Ze bleken op zoek te zijn naar een markeringspunt op de dijk. Weer een uur later belde hij: ‘Wij doen ’t’, op zijn Gronings.’
18
Golden Raand Lente 2009
René de Boer - Poort Kaap Noord
Cortenstaal De Boer is verknocht aan het Hoge Land, waar hij sinds de jaren zeventig woont. Zijn enorme werkplaats, waar hij zijn grote en loeizware beelden maakt, ligt pal naast de molen van Usquert. Binnen vertelt hij enthousiast over zijn creaties. Het weidse Groninger landschap heeft invloed op zijn beelden, zegt hij. ‘Ik werk met cortenstaal, dat oogt als de brokken klei die hier in de polder liggen en die ’s zomers zo prachtig scheuren. Dezelfde donkerbruine kleur. Vroeger, toen ik nog in de stad woonde, werkte ik met gips en steen, maar sinds ik in Usquert woon werk ik met cortenstaal. Dat kan geen toeval zijn.’ Op tafel legt hij een grote berg mappen met foto’s van zijn beelden. Van bewegende metalen rietstengels tot grote boombladeren, van hoge spitse hoornen tot een rechtopstaande boemerang. Hij pakt er één map uit en toont foto’s van beelden van cortenstaal in de stad Groningen. ‘Zo verplaats ik brokken landschap naar de stad’, vertelt hij, ‘een stukje Hoogeland in stedelijk gebied. Kijk, hier ligt het cortenstaal als grondplaat op de weg, zodat mensen erover rijden. Je hoort en voelt het verschil met klinkers. Natuurbeleving in de stad.’ Sommige van zijn kunstwerken waren aanleiding om het landschap vorm te geven. Als voorbeeld toont hij een ruitvormig beeld in Wagenborgen. ‘Ik wilde dat het beeld op een heuvel zou komen van vijf meter, als een soort sokkel. Dat is uitgevoerd. In Wagenborgen is de omgeving aan het beeld aangepast, maar omgekeerd kan de omgeving ook aanleiding zijn om een beeld te plaatsen.’ Beelden als die van De Boer zorgen voor verwondering, althans dat hoopt hij te bereiken. ‘Ik wil mensen prikkelen om het landschap beter en anders te bekijken.’
Planten en vogels profiteren van waterberging Op de overgang van de hoge Drentse zandgronden naar de Groninger zeeklei, ligt het Leekstermeergebied. Deze laagte is erg nat door de aanvoer van Drents regenwater dat via grondwater, beken en kanalen het gebied bereikt. In de loop van eeuwen ontwikkelde zich hier een veenpakket van plaatselijk meer dan vijftien meter dik. Het gebied is prima geschikt als opvanggebied voor overtollig regenwater. Het Groninger Landschap en het waterschap Noorderzijlvest zijn in de herfst van 2008 begonnen met de uitvoering van een gezamenlijk project voor waterberging. De natuurwaarde van het gebied zal daardoor verhogen. Dit voorjaar wordt het project afgerond, waarna de resultaten hopelijk gauw te zien zijn. Tekst: René Oosterhuis, Rayonbeheerder West bij Het Groninger Landschap foto's: Omke Oudeman
Zomers droog, ’s winters nat Er is veel werk verzet: er is een dijk aangelegd, enkele watergangen zijn verbreed en het gebied heeft een eigen waterhuishouding gekregen, die niet meer gekoppeld is aan de omliggende landbouwgronden. Dankzij deze ingrepen kan een dynamisch waterpeil worden gerealiseerd, met hoge waterstanden in de winter en lage waterstanden in de zomer. Zodra de vergraven delen weer begroeid zijn met gras, mag het water de polder instromen. Hiervoor wordt op een halve meter beneden NAP een drempel aangebracht, die ervoor zorgt dat het water de polder inloopt als het waterpeil in het Leekstermeer
drieënveertig centimeter hoger staat dan normaal. Dat zal naar verwachting een- tot tweemaal per jaar voorkomen. Op die manier worden de pieken in de waterafvoer opgevangen. Zakt het Leekstermeerpeil, dan zakt ook het water in de polder weer. Het gebied zal worden beheerd als een zomerpolder. Zomerpolders zijn van oudsher polders die in de winter regelmatig onder water staan en gedurende de zomerperiode voldoende droogvallen voor extensief graslandbeheer. Om groei, beheer en hooien mogelijk te maken, zal zomers het waterpeil van de graslanden tot veertig à zestig centimeter onder het maaiveld zakken.
Het Groninger Landschap
19
Watergangen zijn verbreed en het gebied heeft zijn eigen waterhuishouding gekregen.
IJzerrijk kwelwater
Vogelparadijs
Van botanische waarde zijn vooral de met grondwater gevoede natte graslanden en de slootflora. Nu komen plaatselijk redelijk ontwikkelde dotterbloemhooilanden voor. Het is de bedoeling de bestaande waardevolle plantengroei te versterken, waarbij het grondwater dat vanuit Drenthe via de bodem wordt aangevoerd en in de polder weer aan de oppervlakte komt, erg belangrijk is. Dit ijzerrijke kwelwater is een bestaansvoorwaarde voor zeldzame planten zoals de waterviolier, het waterdrieblad en de grote boterbloem.
Ook veel weidevogels varen wel bij het project. Weliswaar gaat door de verbrede wandelgangen broedgelegenheid verloren, maar tegelijkertijd ontstaan er betere foerageeromstandigheden. Grutto, tureluur en kemphaan zullen graag hun voedsel zoeken in het zogenaamde plas-dras gebied. De verwachting is ook dat eendensoorten zoals zomertaling, wintertaling, kuifeend en slobeend in grote aantallen zullen neerstrijken in de graslanden met de brede watergangen. Met de rietontwikkeling en het vergrote
Ganzen en beheer moerasoppervlak wordt bovendien aan de wensen van moerasvogels zoals de rietzanger, sprinkhaanrietzanger en de snor tegemoet gekomen. En klinkt er in de toekomst een spookachtig misthoorngeluid over het moeras, dan is de kans groot dat ook de roerdomp daar zijn stek gevonden heeft. Verder zal het moerasmilieu een perfect leefgebied vormen voor kleine zoogdieren zoals de waterspitsmuis en de dwergmuis. Misschien zal ook de bedreigde noordse woelmuis zich hier thuis voelen.
Belangrijk voor het Leekstermeergebied zijn de overwinterende kolgans, brandgans en smient. Voor hen verdwijnt potentieel graasgebied, maar het gaat maar om een kleine oppervlakte in vergelijking met het totaal beschikbare foerageergebied. De smienten hebben groot voordeel bij de aanleg van de waterberging. De verbrede watergangen zijn voor hen een ideale slaapplaats, nu het op het Leekstermeer steeds drukker wordt met boten.
Het Leekstermeer is door de overheid aangewezen als Vogelrichtlijngebied voor ganzen en smienten. Bij inrichting en beheer van zo’n gebied dient nadrukkelijk rekening te worden gehouden met deze vogels. Recent vond een evaluatie van het beheer van de ganzen in het Leekstermeergebied plaats. Vrijwilligers van Het Groninger Landschap voerden sinds 2000 tijdens de hele winter wekelijks tellingen uit. Die cijfers zijn vergeleken met de gegevens die verzameld zijn in de periode 1981 – 1985. De ganzenpopulatie in het Leekstermeergebied kende eind jaren tachtig een toptijd. Daarna namen de aantallen sterk af, met een dieptepunt rond 2004. Sindsdien is een lichte stijging zichtbaar, maar de aantallen blijven ver beneden het peil van de jaren tachtig (bron: SOVON). De noordelijke oeverlanden van het Leekstermeer, die grotendeels in beheer zijn bij Het Groninger Landschap, vormen een uitzondering. Hier nam het aantal kolganzen juist toe. Deze toename is overigens een landelijke trend, er is in Nederland sprake van een verdubbeling in de afgelopen twintig jaar.
Vergelijking van de cijfers laat zien dat in de jaren tachtig vaak gedurende korte tijd grote groepen kolganzen in het gebied aanwezig waren. In de periode 2000 – 2008 nam de gemiddelde groepsgrootte af. Wel viel er een toename van de verblijfsduur van de ganzen te bespeuren. Kleinere groepen verblijven veel langer in het gebied. De graslanden aan de noordoever van het Leekstermeer zijn voor een belangrijk deel in beheer bij Het Groninger Landschap. Dit beheer zorgde voor een afname van eiwitrijk gras en een toename van pitrus en rietgras. Die vegetatiewijziging heeft geen negatieve invloed gehad op de foeragerende ganzen. Wel staat vast dat een bedekking van een perceel met meer dan tien procent pitrus een negatieve invloed heeft. Mogelijk speelt het gebrek aan uitzicht hier een belangrijke rol. Uitgegroeide pitruspollen zijn hoger dan een kolgans en belemmeren de gans het zicht tijdens het foerageren. Het is daarom zaak de pitrusbedekking laag te houden en de bestaande pitrus zo mogelijk te maaien voor het winterseizoen.
Kolganzen op de oeverlanden van het Leekstermeer zoeken voedsel tussen de net gemaaide pitruspollen.
20
Golden Raand Lente 2009
Het Groninger Landschap
21
Postcode Loterij laat het Reitdiep weer kronkelen! De Nationale Postcode Loterij ondersteunt het ambitieuze project ‘Laat het Reitdiep weer kronkelen’ van Het Groninger Landschap. De loterij vindt dat het oudste cultuurlandschap van West-Europa behouden moet blijven en geeft met haar steun een krachtige impuls aan recreatie en natuurherstel in het Reitdiepgebied. De Postcode Loterij steunt Het Groninger Landschap met een bijdrage van ruim 2,5 miljoen euro. De bouw van het nieuwe bezoekerscentrum is mede mogelijk gemaakt door
22
Buitenplaats Reidehoeve
Buitenplaats Noordkust
Dallingeweersterweg 30 9947 TB Termunten t (0596) 60 18 80 Openingstijden: Iedere zaterdag en zondag van 12.00 tot 16.00 uur
Hoofdstraat 83 9968 AB Pieterburen t (0595) 52 85 22 Openingstijden: Van 1 april tot 31 augustus dinsdag t/m zondag van 13.00 tot 17.00 uur
Foto: Klaas Huizenga
Verbouw boerderij Noorderhoogebrug van start
voor Stad en Ommeland
Afgelopen februari heeft de gemeente Groningen vergunning verleend voor de verbouw van de oude boerderij bij Noorderhoogebrug. Nu kunnen we aan de slag en kan de boerderij ingericht gaan worden als bezoekerscentrum voor het Reitdiepgebied.
bijeenkomst heeft Het Groninger Landschap een nieuwsbrief over het project uitgereikt en deze is onlangs ook huis-aan-huis verspreid in het Reitdiepgebied. De nieuwsbrief is tevens te vinden op onze site. © Marjan Bruining
Buitenplaats Reitdiep, zoals het bezoekerscentrum straks zal heten, wordt de Poort naar het Reitdiepgebied. Iedereen die meer wil weten over cultuurhistorie en natuur in dit oude, waardevolle landschap is straks welkom op deze kijkboerderij. In het bezoekerscentrum komt een permanente tentoonstelling. Ook komt er een uitkijkpunt met zicht over natuurgebied De Koningslaagte. De boerderij wordt gerenoveerd als kop-hals-romp boerderij met behoud van historische elementen, zoals de oude gebinten in de kapschuur.
Informatieavonden goed bezocht De Gebiedscommissie Reitdiepdal heeft de afgelopen periode twee informatieavonden georganiseerd over het project Laat het Reitdiep weer kronkelen. Voor beide bijeenkomsten, in respectievelijk Sauwerd en Winsum, was de belangstelling overweldigend en in totaal hebben enkele honderden mensen de bijeenkomsten bezocht. De informatieavonden werden geleid door de heer Douwe Hollenga, gedeputeerde van de provincie Groningen en voorzitter van de Gebiedscommisie Reitdiepdal. Bezoekers kregen de gelegenheid vragen te stellen. Op de
Golden Raand Lente 2009
© Jacey Caruso
Dammen en stuwen Naar verwachting kunnen we in de loop van dit jaar beginnen met de aanleg van dammen en stuwen. Daartoe lopen de benodigde procedures bij waterschap Noorderzijlvest. We gaan in de sloten zo’n zestig dammen aanbrengen. Daarmee wordt het gebied ten zuiden van Adorp afgesloten en kan het regenwater worden vastgehouden. Bij Wierumerschouw bouwen we een stuw, een vissluis en een gemaaltje. Hier kan, in tijden van extreme droogte, water in het gebied worden ingelaten. In het reservaat gaan we het waterpeil fors verhogen. Dankzij de dammen (en de relatief lage ligging van het oude stroomdal van de rivier) blijft het hogere waterpeil beperkt tot het natuurreservaat. Omwonenden en boeren op naastgelegen percelen zullen geen hinder ondervinden. Als de oude meanders van het Reitdiep weer gevuld zijn met water, is een landschapsbeeld van het oudste cultuurlandschap van West-Europa weer hersteld. Daarnaast is de hogere waterstand gunstig voor de leefomstandigheden van weidevogels. Meer informatie over het project vindt u op www.groningerlandschap.nl.
Fotowedstrijd Bourtange Voor de jeugd organiseerde Jeugdteam Bourtange in 2008 een fotowedstrijd. Wie maakt de mooiste natuurfoto? Teamlid Jan Kraan: ‘We hebben voor deze wedstrijd alle kinderen van de basisscholen in de gemeente Vlagtwedde benaderd. De opdracht luidde: fotografeer de natuur in alle seizoenen.’ Vijfentwintig prachtige inzendingen waren het resultaat en werden beoordeeld door een jury, bestaande uit een vakfotograaf en leden van het Jeugdteam Bourtange. Twee eerste prijzen waren te verdelen: een voor de beste digitale foto en een voor de analoge variant. Jacey Caruso (11) uit Vlagtwedde won de eerste prijs met haar foto ‘bevroren water’. Zij ging serieus te werk; iedere maand ging ze op pad met haar oma, die haar in de natuur de kneepjes van de digitale fotografie leerde. Gemaakte foto’s stuurde ze maandelijks naar vrienden met de vraag om steeds de mooiste uit te kiezen. Uit de selectie die daardoor ontstond, koos Jacey de uiteindelijke foto, waarmee ze de eerste prijs in de wacht sleepte, een natuurboekje voor de jeugd. Marjan Bruining (12) uit Sellingen won de eerste prijs voor de beste analoge foto. Zij stuurde een sfeervol herfsttafereel met paddestoelen in. Jan Kraan: ‘Op
deze manier wilden we kinderen stimuleren om oog te hebben voor de natuur in de buurt. De foto’s geven goed de sfeer weer van de prachtige natte horizon in het natuurgebied Bourtange.’ De andere jonge fotografen gingen niet met lege handen naar huis; zij ontvingen allemaal een kleine attentie in de vorm van een kijkertje met loepje. Voor wie alle foto’s wil bekijken: in het bezoekerscentrum aan de Bisschopsweg 1 in Bourtange is een permanente fotoexpositie van alle inzendingen ingericht.
Golden Raand 2009 25e jaargang nummer 1 Uitgave van Het Groninger Landschap Postbus 199, 9750 AD Haren Rijksstraatweg 333, 9752 CG Haren. t (050) 313 5901
[email protected] www.groningerlandschap.nl Postbanknummer: 860 000 Verschijnt eenmaal per kwartaal bij Beschermers van Het Groninger Landschap. Gedrukt op chloorvrij papier Eindredactie: Siep Huizinga Ontwerp: buro klaas huizenga bv Het Groninger Landschap is één van de 12 landschappen en wordt ondersteund door de Nationale Postcode Loterij
Het Groninger Landschap
23
foto’s © Omke Oudeman
Vrienden van Het Groninger Landschap Het Groninger Landschap wordt gesteund door vele bedrijven en organisaties. Deze Vrienden maken het beschermingswerk mede mogelijk. Op deze pagina staat een overzicht van alle organisaties die de stichting sponsoren. En telkens lichten we er eentje uit. Deze keer is dat reclamebureau Thabasco in Groningen.
uitgelicht
Frans Visser
‘We werken met elf mensen voor een gevarieerd pakket aan opdrachtgevers’, vertelt Frans Visser, creative director van reclamebureau Thabasco. ‘Onze kracht ligt erin om merken die een beetje op een dood spoor zijn beland, weer opnieuw op de rails te krijgen en op stoom te brengen. Ik ben van huis uit tekstschrijver, of copywriter. Een creatieve functie dus: verrassende reclameideeën bedenken en uitwerken. Dat combineer ik met het geven van communicatieadviezen en een aantal managementtaken. We werken voor de wat grotere bedrijven en organisaties in Noord-Nederland. Een aantal daarvan zijn ook Vriend van Het Groninger Landschap. Goed gezelschap dus. Begin vorig jaar zijn we in contact gekomen met Het Groninger Landschap. Uiteraard dragen we Groningen en de Groningers een heel warm hart toe. We kwamen er ook achter dat Het Groninger Landschap een heel leuke en interessante organisatie is. Dat komt denk ik, omdat de stichting een aantal heel verschillende kwaliteiten in zich verenigt. Het is aan de ene kant een beheerorganisatie die letterlijk met de voeten in de modder staat. Het is ook een belangenorganisatie die met politiek en beleid te maken heeft. En het is een publieksorganisatie met enorm veel activiteiten en contacten met uiteenlopende doelgroepen. Wij adviseren de stichting op een aantal gebieden. Sommige zaken moet je om de zoveel tijd weer eens tegen het licht houden en dan kan de frisse blik van de buitenstaander helpen. Persoonlijk heb ik zeker iets met het Groninger land. Ik heb mijn hele leven in steden gewoond: Zwolle, Amsterdam, Groningen, meestal in het centrum. Maar ik laat geen kans voorbijgaan om de stad te voet of per fiets te ontvluchten. Het Zuidlaardermeer, Reitdiepgebied en ook het Westerkwartier zijn mij zeer dierbaar.’ 24
Golden Raand Lente 2009
ABN AMRO Private Banking Groningen Akzo Nobel Industrial Chemicals B.V. Algemeen Belang uitvaartverzorging- en verzekering Artès bureau voor architectuur en interieur AVL Concept Boelens Jorritsma Groep Coöperatieve Rabobank Stad en Midden Groningen U.A. Dagblad van het Noorden De Cateraars De Friesland Verzekeraar Dow Benelux B.V. Groningen Seaports Heiploeg BV Holland Casino Groningen Ten Kate Holding BV Kikkoman Foods Europe B.V. Koepon Holding B.V. Koninklijke Wagenborg Koop Holding BV KPMG Nationale Postcode Loterij Nederlandse Aardolie Maatschappij bv Nederlandse Bond van Garnalenkustvissers NNZ bv N.V. Nederlandse Gasunie PlasBossinade, Advocaten en Notarissen Seatrade Groningen B.V. Smurfit Kappa Solid Board B.V. Suikerfabriek Vierverlaten THABASCO Advertising VSBfonds Waterbedrijf Groningen Yarden Uitvaartverzekeringen & verzorging