EINDRAPPORTAGE
20-07-2012
Arbeidsmarktprojecten regionale platforms 2011 (Q1213) Regionaal platform en namen deelnemende schoolbesturen
Datum: jj-mm-dd WIO Lelystad Dronten (Werken in het onderwijs) 1. SKOFV 2. PCPO Lelystad 3. SchOOL, Openbaar basisonderwijs Lelystad 4. Pabo Almere/Windesheim Flevoland
Naam project
Meesters en Masters voor Lelystad Dronten
Naam projectleider Telnr.: Emailadres:
Annelies Verbeek Lid CvB SKOFV
Frank Sengers Opleidingsmanager Pabo Almere
Naam contactpersoon Telnr.: Emailadres:
Annelies Verbeek Lid CvB SKOFV
Frank Sengers Opleidingsmanager Pabo Almere
Projectbeschrijving Projectdoelstelling Het project heeft als doel om binnen de regio Lelystad Dronten, een opleidingsinfrastructuur te realiseren van waaruit studenten worden opgeleid tot leraar basisonderwijs, beginnende leerkrachten tijdens de inductiefase worden begeleid en geschoold en die leerkrachten voorbereidt en motiveert tot het volgen van een masteropleiding. Het betreft een aanpak waarbij opleiding, begeleiding tijdens inductiefase en voortgezette scholing (master) in een samenhangend perspectief worden ontwikkeld en gepresenteerd. Behaalde resultaten Opleidingsschool Lelystad (OIS-L) is 1 september 2011 opgericht en in het studiejaar 2011-2012 heeft zij zich ontwikkeld tot een Opleidingsschool waar de deelnemende basischolen zich meer dan in voorgaande jaren richten op het begeleiden van de studenten. Er zijn inductieprogramma’s ontwikkeld die worden aangeboden vanaf schooljaar 2012-2013 en leerkrachten wordt de mogelijkheid geboden tot het volgen van een masteropleiding. Er is een duidelijk structuur met betrekking tot de opleidingsschool ontwikkeld. Zichtbare resultaten juli 2012: Er is een krachtiger begeleiding van de studenten in de praktijk (schoolopleiders/mentoren/instituutsopleiders) ontwikkeld en ingezet. Dit zal voortgang vinden en doorontwikkeld worden in de komende jaren. Comakergroepen zijn actief bezig met ontwikkelingsthema’s van de scholen. Dit biedt een bijdrage aan de schoolontwikkeling. De binding studenten-scholen is versterkt. Er zijn inductieprogramma’s ontwikkeld. De mogelijkheid tot het volgen van een master wordt geboden.
Pagina: 1 van 7
Er is een Handboek Opleiden in School ontwikkeld in samenwerking met Opleiden in School Almere (besturen Asg, Prisma en SKOFV-Almere). Zie bijlage. SKOFV, PCPO Lelystad, St. SchOOL en PaboAlmere/WindesheimFlevoland participeren. Namens deze besturen namen 8 basisscholen met 28 studenten deel. 7 van deze basisscholen zijn in de komende jaren opleidingsschool. 1 school stopt voorlopig, gezien het geringe te verwachten aantal te plaatsen studenten en het verder uit lijnen van de koers die de school gaat varen. De mogelijkheid tot deelname ROCFlevoland aan Opleidingsschool Lelystad is onderzocht. Er zijn afspraken dat bij de start van studiejaar 2012-2013 de studenten die de opleiding tot onderwijsassistent volgen op ROCFlevoland en stage lopen in Lelystad op een opleidingsschool geplaatst worden en participeren in de comakers van deze scholen. Eén ROCstudent heeft gedurende één semester van studiejaar 2011-2012 al geparticipeerd in een comaker. Enkele ROCdocenten en aankomende onderwijsassistenten hebben een informatiebijeenkomst en presentaties van comakers bijgewoond. In 2012-2013 worden de mogelijkheden onderzocht om de Opleidingsschool Lelystad ook te verbinden met andere ROCs in de regio. De besturen in Dronten zijn geinformeerd over de ontwikkelingen binnen Opleidingsschool Lelystad en een afvaardiging was aanwezig bij de tussentijdse evaluatie van het project in februari 2012. De mogelijkheden voor particperen van besturen p.o. in Dronten zijn onderzocht. Het blijkt echter dat er in 2011-2012 te weinig studenten van Pabo Almere stage lopen om in 2012-2013 een opleidingsschool Dronten te starten. De enkele student uit Dronten is geplaatst op één van de scholen in Lelystad. Mochten er per 1 september meerdere studenten uit Dronten, Biddinghuizen en Swifterbant ingeschreven staan bij Pabo Almere dan zullen deze studenten op één van de 7 scholen van opleidingsschool Lelystad een stageplek krijgen. De bedoeling is dat dan in 2013-2014 een opleidingsschool in Dronten start. In 2012-2013 zijn gesprekken met de directies van de SPILbasisscholen in Dronten om mogelijk toch een opleidingsschool te starten voor het openbaar onderwijs. De ontwikkelde voorstellen en programma’s voor de inductiefase voor de schoolbesturen in Lelystad worden meegenomen in het te ontwikkelen beleid bij de besturen in Dronten. Via het kernteam Opleiden in School van Pabo Almere, overleg met de coördinerend schoolopleiders en de Nieuwsbrief OIS is informatie over de ontwikkelingen OIS gedeeld met Opleidingsscholen in Almere. Doelstellingen Het eerste deel van de projectdoelstelling “een opleidingsinfrastructuur te realiseren van waaruit studenten worden opgeleid tot leraar basisonderwijs” is opgezet en in werking in Lelystad. De enkele student uit Dronten is geplaatst op een opleidingsschool in Lelystad. Het tweede deel van de projectdoelstelling “begeleiding en scholing ontwikkelen en aanbieden voor beginnende leerkrachten tijdens de inductiefase; die tevens leerkrachten voorbereidt en motiveert tot het volgen van een masteropleiding” is uitgewerkt en wordt aangeboden vanaf september 2012.
Kwantitatieve resultaten: Deelnemende scholen
Pagina: 2 van 7
8 scholen namen deel met 28 studenten. Er waren comakers op het terrein van woordenschatontwikkeling, burgerschapsvorming; vieren en spel op school en educatief partnerschap. 7 scholen gaan als opleidingsschool verder in 2012-2013. Opleidingsteam Er is een opleidingsteam bestaande uit: 4 schoolopleiders, waarvan 1 coördinerend schoolopleider. 1 schoolopleider was schoolopleider voor meerdere scholen. 3 instituutsopleiders,waarvan 1 coördinerend instituutsopleider. 3 van deze 4 schoolopleiders hebben in 2011-2012 de schoolopleiderstraining Pabo Almere/WindesheimFlevoland gevolgd en afgerond. 1 schoolopleider gaat dit traject nog volgen. In 2012-2013 wordt er op alle scholen met een eigen schoolopleider gewerkt, die gedurende meerdere dagen verbonden is aan de betreffende school. Het is goed mogelijk om de functie van schoolbegeleider voor meerdere kleine scholen te vervullen. Voordeel van een schoolbegeleider per school is de intensieve betrokkenheid bij de eigen school. De schoolopleider is meer zichtbaar en sneller bereikbaar voor de studenten en mentoren wat betreft aanspreekpunt en begeleiding en is er de mogelijkheid tot intensieve participatie in de ontwikkelthema’s (comaker). Aantal studenten Bij de start van het project op 1 sept 2011 zou het opleidingsteam op jaarbasis starten met 15 tot 25 studenten. Er is gestart op jaarbasis (2011) met 38 studenten. Dit aantal is gedaald tot 28 studenten gaandeweg het eerste semester; deze daling was geen gevolg van het inzetten van OIS. Redenen van daling: 2 studenten moesten vanwege ziekte tijdelijk vertragen met de opleiding; 2 tweedejaars studenten zijn vanwege persoonlijke gronden gestopt; 3 voltijd eerstejaars studenten zijn vrij snel na de start van het studiejaar gestopt vanwege het te zwaar vinden van de opleiding; 3 deeltijd eerstejaars studenten zijn gestopt, vanwege o.a. lastige combinatie werk en opleiding. Mentorentraining Er is in 2011-2012 een start gemaakt met het trainen van mentoren met als doel een sterkere begeleiding van studenten. In de opleidingsschool Lelystad zullen alle mentoren coachingsvaardigheden moeten bezitten. Ca 15 mentoren hebben een korte mentorentraining gevolgd in het eerste semester. Een schoolteam heeft met het hele team intern de korte mentorentraining gevolgd. In 2012-2013 wordt er een intensieve mentorentraining aangeboden. Mentoren van de St. SchOOL zijn verplicht deze te volgen; mentoren van SKOFV en PCPO hebben de keuze; bij deze besturen wordt ook gedacht aan een in company training in 2013-2014. Deze intensieve mentorentraining gaat zich naast het opdoen van coachingsvaardigheden ook richten op het opdoen van onderzoeksvaardigheden zodat de mentoren meer kunnen participeren en begeleiden bij de comakers. In 2012-2013 wordt er gestart met het trainen van mentoren (begeleiders in de school) van startende leerkrachten. De St. SchOOL start hier als eerste mee.
Inductiefase Er is een aantal gesprekken gevoerd over de inductiefase. De participerende schoolbesturen uit Lelystad (SKOFV, PCPO, St.SchOOL) hebben afgesproken ieder een eigen inductietraject voor de
Pagina: 3 van 7
startende leerkrachten aan te bieden, waarbij de 3 besturen elkaar informeren over het begeleidingsaanbod en daar waar mogelijk studiebijeenkomsten gezamenlijk organiseren. St. SchOOL en PCPO gaan uit van een 2jarig inductietraject; SKOFV van een vierjarig traject. De inductiefase is niet slechts gericht op opleidingsscholen, het traject geldt voor alle startende leerkrachten van de scholen van deze besturen. De startende leerkrachten bij elk van de schoolbesturen volgen vanzelfsprekend een inductieprogramma en kunnen daarna doorstromen naar een Masterprogramma. Ieder bestuur heeft hier een eigen traject voor afgesproken vanwege de “eigenheid” van elk bestuur. Het inductietraject bestaat uit 3 onderdelen: Individuele begeleiding op de scholen door geschoolde begeleiders (de schoolopleider of een andere getrainde begeleider). Schooloverstijgende begeleide intervisie door het eigen schoolbestuur (getrainde begeleiders; dit kunnen de schoolopleiders zijn met specifieke training) Bijeenkomsten op specifieke vaktheoretische en didactische thema’s. Deze thema’s kunnen voortkomen uit de begeleide intervisie en/of vanuit bestuur/pabo. (Deskundigen vanuit de pabo worden bij deze begeleiding betrokken). In samenspraak met het betreffende bestuur en de groep startende leerkrachten kunnen thema’s worden gekozen. Zie bijvoorbeeld het specifieke aanbod aan Prisma in Almere. Een startende leerkracht wordt ook de mogelijkheid geboden aan het 2 jarig inductieprogramma op de Pabo deel te nemen. (zie het Handboek OIS). Startende leerkrachten die een tweejarig inductietraject hebben gevolgd kunnen aansluiten bij de modules uit de master Special Educational Needs (SEN) van WindesheimFlevoland/Pabo Almere. Masterprogramma Pabo Almere/WindesheimFlevoland biedt modules uit de master Special Educational Needs (SEN) aan. Leerkrachten die werkzaam zijn in het onderwijs kunnen dit programma volgen. Startende leerkrachten die een tweejarig inductietraject hebben gevolgd kunnen aansluiten bij deze modules. In september 2014 is het streven van de besturen dat 33% leerkrachten vanuit de inductiefase doorstroomt naar de master.
Kwalitatieve resultaten: Er begint een sterkere gezamenlijke leergemeenschap van scholen en opleiding zichtbaar te worden. 1. Een krachtiger begeleiding van de studenten in de praktijk. Zowel studenten, schoolopleiders, mentoren en instituutsopleiders geven dit aan. De studenten krijgen meer begeleiding in de praktijk door de schoolopleiders dan voorheen door de regiodocenten. De schoolopleiders zijn veelvuldig in de scholen aanwezig en kennen de scholen goed. Ze zijn daardoor makkelijk voor begeleidingsmomenten van studenten bereikbaar. De mentoren worden sterker in hun begeleiding van de studenten doordat zij vlot met hun coachings- en begeleidingsvragen bij de schoolopleiders terecht kunnen. Ook de mentorentraining maakt dat studenten een sterkere begeleiding kunnen krijgen. Het blijkt dat de ontwikkeling van de studenten in de praktijk beter gevolgd wordt, door school en opleiding. De instituutsopleider is meer zichtbaar in de scholen, waardoor er o.a. meer contact is met de schoolopleiders en mentoren over de studenten. Studenten maken in 2011-2012 zowel deel uit van een comakergroep als een
Pagina: 4 van 7
2.
3.
4.
5.
tutorgroep op de pabo. De tutor is met name gericht op de studieloopbaanbegeleiding en intervisie op de praktijk. Het blijkt dat de afstand tussen tutor en mentor/schoolopleider bij het volgen van de ontwikkeling van de student groter is dan voorheen tussen tutor en regiodocent. De instituutsopleider heeft wel veel contact. Vanaf 1 september 2012 komen de tutortaken bij de instituutsopleider te liggen; deze wordt coach. Er wordt verwacht dat dan de studieloopbaanbegeleiding en stagebegeleiding nog sterker kan worden. Het werken aan de ontwikkelingsthema’s in de comakergroep levert een bijdrage aan de studentontwikkeling tot startende leerkracht én tot de schoolontwikkeling. Gaandeweg het eerste semester zijn de studenten onder begeleiding van de instituutsopleiders met ondersteuning van de schoolopleiders gestart met het werken aan de ontwikkelthema’s (comakers) van de deelnemende scholen. Voor de studenten is merkbaar dat deze wijze van werken verdiepend werkt vanwege de combinatie theorie en praktijk en het ervaring opdoen met onderzoekmatig handelen. Verder ontwikkelen de studenten zich in het op gang brengen van veranderingsprocessen binnen een school. Daarnaast ontstaat er meer binding met de school en verantwoordelijkheidsgevoel. In het eerste semester begint er een bewustwordingsproces op de scholen met betrekking tot de ontwikkelthema’s, bijvoorbeeld als de studenten een enquête af nemen of een presentatie houden. In het tweede semester lukt het de studenten een aantal mentoren en/of andere leerkrachten bij het ontwikkelthema te betrekken (bijvoorbeeld door ook leerkrachten uit te laten proberen). De studenten moeten nog veel meer leren het werken aan een ontwikkelthema te integreren in het schoolteam. In 2012-2013 zal de focus van de coach en schoolopleider veel meer liggen bij “het samen werken aan een ontwikkelthema door studenten en leerkrachten”. De binding studenten-scholen is versterkt. Hiervoor zijn meerdere oorzaken: De sterke begeleiding vanuit de school door mentor en schoolopleider. De schoolopleider ziet ook toe op de inbedding in het team. Het werken aan het ontwikkelingsthema, waarbij de student voelt een bijdrage te leveren aan de schoolontwikkeling en meer contact zoekt (nog wel te aarzelend) met het team. De verplichting te participeren aan andere schoolactiviteiten dan het lesgeven in de groep. De schoolopleider ziet hier op toe en volgt dit. De bijeenkomst waarbij studenten, bestuurders,directies, schoolopleiders, mentoren en instituutsopleiders gezamenlijk tussentijds evalueerden. De besturen hebben voor startende leerkrachten begeleiding op schoolniveau; begeleide intervisie op bestuursniveau en themabijeenkomsten daar waar gewenst afgesproken. Dit inductieprogramma zal per bestuur uitgevoerd worden gezien de “eigenheid” van ieder bestuur. De besturen houden elkaar op de hoogte van de verdere uitwerking van deze eigen inductietrajecten. Indien een bestuur themabijeenkomsten gaat organiseren voor startende leerkrachten worden de andere besturen er over geïnformeerd. Deze themabijeenkomsten worden in overleg met de pabo opgezet en uitgevoerd. De Pabo heeft ook een 2 jarig inductieprogramma op specifieke vaktheoretische en didactische thema’s ontwikkeld. De startende leerkrachten bij elk van de schoolbesturen volgen vanzelfsprekend een inductieprogramma en kunnen daarna doorstromen naar een Masterprogramma.
Hoe worden de projectresultaten in de eigen organisatie(s) geborgd? De 3 deelnemende schoolbesturen in Lelystad, SKOFV, St. SchOOL en PCPO, blijven allen de
Pagina: 5 van 7
komende jaren participeren in Opleidingsschool Lelystad. Het is nadrukkelijk de bedoeling de Opleidingsschool te versterken door deze verder te ontwikkelen. In 2013-2014 is de afspraak in elk geval met 1 school uit te breiden namelijk een Daltonschool om zo de diversiteit in onderwijskundige concepten van de deelnemende scholen te verbreden. Verder is het de opzet dat het aantal deelnemende scholen van de verschillende besturen wordt uitgebreid mits het aantal studenten uit Lelystad en omgeving groeit. In 2012-2013 is het de bedoeling uitgebreidere werving van studenten te doen, meer bekendheid aan de Opleidingsschool te geven via de lokale media en de verbinding met de lokale overheid te versterken. De deelnemende besturen dragen de kosten voor coördinerend schoolopleider en schoolopleiders; de Pabo voor de coaches, instituutscoördinator en mentorentraining. De deelnemende scholen, schoolopleiders en mentoren zijn al bekend voor 2012-2013, de comakers waaraan gewerkt gaat worden zijn: aspecten van educatief partnerschap, woordenschatontwikkeling, lezen en debatteren. De vakdocenten die als coach de comakers gaan begeleiden zijn bekend en 1 september wordt volwaardig gestart. Terwijl 1 september 2011 alles nog moest worden opgestart. Het programma van de inductiefase gaat van start en in de periode 2012- 2014 worden startendeen zittende leerkrachten gestimuleerd tot het volgen van een master. De schoolbesturen in Dronten sluiten aan bij de wervingsacties van studenten én streven er naar in 2013-2014 te starten met deelname aan Opleiden in school, mogelijk met participatie/uitwisseling van studenten wonend in Lelystad. PaboWindesheimFlevoland/Almere heeft de keuze gemaakt om in 2012-2013 en de erop volgende jaren de studenten zo veel als mogelijk op Opleidingsscholen te plaatsen. In het WIOoverleg blijft de verdere ontwikkeling van Opleiden in School een vast agendapunt. Op welke wijze worden de resultaten overgedragen aan de sector? Wat is uw aanbod hierin?
In het studiejaar 2011-2012 zijn de resultaten bekend gemaakt via het WIO-overleg aan de besturen binnen Lelystad en Dronten. De besturen communiceerden erover met de eigen achterban. De resultaten op schoolniveau, onder andere m.b.t. de comakers, werden uitgewisseld via de schoolopleiders en instituutscoördinatoren zodat deze ter beschikking van de deelnemende scholen komen. Buiten de regio Lelystad/Dronten is informatie gegeven via de bijeenkomsten van het Kernteam Opleiden in School van de Pabo waaraan de instituutscoördinatoren van de Opleidingsscholen Lelystad, ASG Almere, SKOFV Almere en Prisma Almere deelnemen. Verdere communicatie verliep o.a. via de Nieuwsbrief Opleiden in School. In 2012-2013 zullen de resultaten van de comakers kenbaar worden gemaakt aan alle scholen van de besturen (dus ook de niet-opleidingsscholen). Welke partijen waren betrokken bij de uitvoering van het project? SKOFV-Lelystad, PCPO Lelystad, St. SchOOL en PaboAlmere/WindesheimFlevoland participeren. Namens deze besturen namen 8 basisscholen deel. ROCFlevoland heeft het project gevolgd en eerste stappen gezet om 1 september 2012 aan te haken. SKOFV-Dronten, SPILbasisscholen in Dronten sluiten aan zodra er voldoende studenten beschikbaar zijn. Do’s en don’ts
Pagina: 6 van 7
Verwacht niet dat deeltijdstudenten vanzelfsprekend kunnen deelnemen. Het blijkt voor deeltijdstudenten vaak lastig te participeren in de comakergroepen, aangezien de woensdag als extra dag niet beschikbaar is voor hen. Voor 2012-2013 is dan ook afgesproken dat deeltijdstudenten wel stage kunnen lopen op een opleidingsschool en begeleid worden door de schoolopleider en mentor, maar een tutor hebben op de pabo voor praktijkintervisie en studieloopbaanbegeleiding. Ze hebben de keuze om te werken aan de comaker of aan eigen prestaties. LIOdeeltijdstudenten zijn wel verplicht hun afstudeerwerkstuk te richten op het ontwikkelthema van de school. Start met duidelijke informatiebijeenkomsten voor alle partijen, zoveel mogelijk gezamenlijk. In Lelystad is gestart met informatiebijeenkomsten voor verschillende geledingen apart wat voor miscommunicatie zorgde. Zorg als opleidingsschool dat duidelijk is wat t.a.v. het ontwikkelingsthema wordt verwacht van de studenten en leerkrachten.
Financiën Zie bijlage: ingevulde format m.b.t. de financiële rapportage project Meesters en Masters Lelystad/Dronten. Alle deelnemers hebben hun declaraties ingediend en deze zijn ook uitbetaald. SKOFV heeft de slottermijn van € 10.000 momenteel voorgefinancierd.
Pagina: 7 van 7