Landgoederenzone Maastricht/Meerssen
Integrale Projectnota
Landgoederenzone Maastricht/Meerssen
Opdrachtgever
Gebiedscommissie Maastricht / Mergelland Opdrachtnemer/uitvoerder
april 2008
leeg
Inhoudsopgave 1.
De uitdaging
5
1.1 1.2
Wat is het voor een gebied ? Burgerparticipatie bij het opstellen van deze projectnota
7 7
2.
Wat speelt er op projectniveau?
7
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12 2.13
Project A2 Maastricht Groen in en om de stad (GIOS) Prachtwijken Masterplan de Geusselt Revitalisering Beatrixhaven Nieuwbouw Ambyerveld/Hagerhof Integraal waterbeheer Het Beneden Geuldalproject Het Grensmaasproject Meerjarenprogramma ontsnippering Herijkingsdoelen Programma’s Europese structuurfondsen Overige studies
9 9 9 10 11 11 11 12 12 12 13 13 13
3.
Het landschap, ondergrond en occupatie
15
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Landschap in groter verband Natuurlijk fundament Occupatiegeschiedenis Bestaande situatie Archeologie
15 15 15 15 16
4.
Het gezamenlijke streefbeeld naar de toekomst
17
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
Schakels op 3 schaalniveau’s Netwerk en verbinding Eén imago De landgoederen zelf Infuus voor de stad Totale streefbeeld
17 18 20 21 21 22
5.
Van droom naar werkelijkheid
24
5.1 5.2
Projecten / doelen op korte termijn Projecten / doelen op middellange en lange termijn
25 27
6.
Organisatie van de uitvoering
28
7. 8.
Financiering
29
Grondverwervingstaakstelling
30
9.
Hoe verder ?
31
10. Bijlagen
32
10.1 10.2 10.3 10.4 10.5
Kaart prachtwijken 32 Lijst met afkortingen 33 Literatuur 33 Parels van de landgoederenzone van noord naar zuid 33 Huidige knelpunten 34
Colofon
35 | Projectnota Landgoederenzone Maastricht / Meerssen
| Dienst Landelijk Gebied regio Zuid
1 De uitdaging Wat Integrale gebiedsuitwerkingen zijn van wezenlijk belang voor de uitvoering van het Provinciaal gebiedsgericht beleid. De gebiedscommissie Maastricht-Mergelland vindt het, mede gezien onderstaande ontwikkelingen, van groot belang om juist nu samen met de diverse partners en de streek, te komen met een projectnota. Het opstellen van deze projectnota is echter meer dan dat. Na jarenlang praten en visievorming moet de slag naar de uitvoering worden gemaakt en deze nota vormt hiervoor het startdocument. In deze projectnota wordt niet opnieuw het wiel uitgevonden, maar is nu het moment aangebroken om samen met bewoners, ondernemers, grondeigenaren en overheden een sturend actieplan neer te leggen. Geen papieren tijger maar een uitvoeringsgericht plan, dat de omgevingskwaliteit van geheel Maastricht Noordoost moet verbeteren en een duurzame toekomst borgen. In opdracht van de provincie Limburg en de Gebiedscommissie Maastricht en Mergelland is daarom voor de Landgoederenzone van Maastricht deze projectnota geschreven.
Waarom nu Binnen het plangebied van de projectnota lopen diverse ontwikkelingen en speelt een flink aantal projecten. De uitdaging bestaat eruit om deze ontwikkelingen te coördineren en de gezamenlijke (gemeentelijke) projecten zodanig op elkaar af te stemmen, dat er een vanzelfsprekende meerwaarde ontstaat. Daarbij gaat het niet alleen om ‘werk met werk’ te maken, maar om de gemeenschappelijke doelen te realiseren, zoals die verwoord staan in het provinciaal en rijksbeleid. Uiteindelijke doel is het instandhouden en verder ontwikkelen van het waardevol cultuurlandschap van de Landgoederenzone. Bijkomend voordeel is dat hiermee extra middelen gegenereerd kunnen worden, waarmee mogelijk de onrendabele top van diverse projecten kan worden afgedekt, aannemend dat ze ook een daadwerkelijke bijdrage leveren aan deze integrale doelen.
Nota Ruimte De Nota Ruimte bevat de visie van het Kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en bevat de ruimtelijke bijdrage aan een sterke economie, een veilige en leefbare samenleving en een aantrekkelijk land(schap). Het kabinet schept ruimte voor deze ontwikkeling uitgaande van het motto ‘decentraal wat kan, centraal wat moet’ en
verschuift het accent van het stellen van ruimtelijke beperkingen naar het stimuleren van gewenste ontwikkelingen. De Nota Ruimte ondersteunt gebiedsgerichte ontwikkeling waarin alle betrokken partijen kunnen participeren. Zo kan de Landgoederenzone een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het groene hart van het Internationaal Stedelijk Netwerk van de MHHAL steden (Maastricht, Heerlen, Hasselt, Aken en Luik). Daarnaast levert het een belangrijke bijdrage aan de ontsluiting van de Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur en de Europese Ecologische Hoofdstructuur. Maw. de tijd lijkt rijp om dit groen/blauwe project kandidaat te stellen voor het Budget Investeringen Ruimtelijk Kwaliteit.
Integrale gebiedsontwikkeling Maastricht-Valkenburg De uitwerking van het provinciaal coalitie akkoord ’Investeren en verbinden’ heeft volop raakvlakken met het project de Landgoederenzone. Het gebied vormt in feite de schakel tussen Maastricht en het Geuldal en biedt door zijn bijzondere landschappelijke kwaliteiten legio kansen voor een verdere ontwikkeling van de vrijetijdseconomie. Door een duurzame kwaliteitsimpuls te geven aan dit gebied, (met daarbij een bijzondere thematische focus op de zorgkant van wellness) en aan elkaar versterkende investeringen binnen de pijler vrijetijdseconomie, wordt de verblijfsduur van bezoekers aan de regio verlengd en zullen de bestedingen toenemen. Het effect van deze investeringen moet aantoonbaar effect (werkgelegenheid - langere verblijfsduur en meer bestedingen) genereren in het Heuvelland en Zuid Limburg.
A2 Het projectbureau A2 Maastricht (waarin vertegenwoordigd Rijkswaterstaat directie Limburg, de gemeenten Maastricht en Meerssen en de provincie Limburg) hebben hun ambitie voor het project A2 Maastricht neergelegd. Deze ambitie vormt de basis voor de Europese aanbesteding van de planvorming A2 Maastricht. In dit kader is een programma van eisen opgesteld en zijn wensen geformuleerd. Het aanbestedingstraject kent een bijzondere filosofie waarbij naast de basisscope en vast budget, vooral ook wordt gekeken naar de grootste ambitie (meerwaarde). Eén van de onderdelen van deze ambitie wordt gevormd door het ontsnipperen en opwaarderen van de
| Projectnota Landgoederenzone Maastricht / Meerssen
Haertelsteinveld Huize Vliek
Haertelstein Schietecoven
Kruisberg Itteren
Biesenberg Oude Kanjelbeek
Wijngaardsberg
Bunde Humcoven
Meerssenhoven
Geul
Meerssen
Weert
Julianakanaal Rothem Geulke
Dellen,De Mariënwaard
Heihof Limmel Amby Severen
Rasberg,De
Bemelerweg
kaart 1:
Wijck
plangebied Maastricht / Meerssen
landgoederenzone. Met het opstellen van deze projectnota hoopt de gebiedscommissie Maastricht-Mergelland een inspirerende bijdrage te leveren aan de verdere invulling en sturing van een belangrijk deel van de (groene) ambities rondom de A2.
Cradle 2 Cradle Duurzaam ontwikkelen is één van de hoofdlijnen van het beleid van de Provincie Limburg. Op basis van het coalitieakkoord ‘Investeren en verbinden’ loopt duurzaam ontwikkelen als een rode draad door de uitvoeringsprogramma’s heen.
De Provincie sluit hierbij aan bij de inspanningen van wetenschap, bedrijfsleven en maatschappelijke groeperingen om slimme, constructieve en maatschappelijk breed gedragen oplossingen aan te dragen. Een zeer ambitieuze vorm van duurzaam ontwikkelen is het concept van ‘Cradle to Cradle’(letterlijk: van wieg tot wieg), dat uitgaat van de gedachte in plaats van ‘minder slecht’ meteen ‘goed’ te doen. De centrale gedachte is, dat alle gebruikte materialen na gebruik, opnieuw ingezet kunnen worden als grondstof voor ander product, (afval is voedsel).
| Dienst Landelijk Gebied regio Zuid
Tenslotte De programma’s voor de Europese structuurfondsen lopen in 2007 af. Op dit moment wordt gewerkt aan een nieuw programma voor de periode 2008-2013. Doelstelling 3 van het cohesie beleid is de beoogde opvolger van het Interreg programma en wordt Europese Territoriale Samenwerking (ETS) genoemd. Maw. dit moment is zeer geschikt om nieuwe projecten voor te dragen voor zowel het doelstelling 2 als Interreg IV programma.
1.1 Wat is het voor gebied Vlak voor men met trein of auto Maastricht binnenrijdt, ziet men langs de autosnelweg of het spoor in een flits enkele mooie grote landhuizen liggen te midden van lommerrijke bossen en waterpartijen. Daarna ziet men vooral bedrijven en industrieterreinen. Kortom: zware verstedelijking in een gebied waarin nog restanten van vroeger doorklinken. Dit voormalig lustlandschap, op bijna loopafstand van het centrum, is ernstig verrommeld door opgerukte industriële bedrijvigheid en doorsneden met grote infrastructuur. Het kent echter ook meerdere schitterende parels in de vorm van oude landgoederen en het vormt nog steeds een open groene bufferzone tussen Maastricht en Meerssen. Het gebied is ook, voor zover het ecologisch kan functioneren, een essentiële schakel in de internationale ecologische hoofdstructuur lopend van de Ardennen tot aan de Belgische Kempen, (via de Grensmaas en het beneden Geuldal, richting de groene wig van Amby naar het Heuvelland). Ook is het in potentie zeer geschikt als uitloopgebied voor de omwonende stadsbewoners, maar nu nog met beperkte toegankelijkheid. Het totale plan gebied is ca 1100 hectare groot; de begrenzingen worden gevormd door: • aan de westkant: het Julianakanaal • aan de noordkant: de grens van de bebouwde kommen van Bunde en Meerssen • aan de oostkant: de Molenweg (weg van Vroenhof naar Geulweg, rond Rothem en oostelijk langs Amby • aan de zuidkant: de Balijeweg / Kasteel Hillenraedt / Kasteel Neubourgweg
de landgoedeigenaren, vertegenwoordigers van de gemeenten Meerssen en Maastricht, het Waterschap en Staatsbosbeheer. De deelnemers is aan het einde van de avond gevraagd om hun droombeelden op papier te zetten. • Stap 2: ontwerpatelier (brede vertegenwoordiging) Met de droombeelden als uitgangspunt zijn een aantal groepjes samengesteld die op deze avond de ideeën verder hebben uitgewerkt. Vanuit het deelnemersveld werd vervolgens een werkgroep samengesteld, die verder heeft mee gedacht bij het opstellen van deze nota. • Stap 3: Opstellen (concept) projectnota (smallere vertegenwoordiging) Met de tijdens het ontwerpatelier opgestelde schetsen en ideeën als basis, is een 1e ruwe versie van de projectnota gemaakt. Deze is vervolgens tweemaal besproken met de leden van de werkgroep. • Stap 4: Terugkoppeling naar de brede groep van het eerste ontwerpatelier (brede vertegenwoordiging) • Stap 5: Workshop haalbaarheid. Na stap 4 bleek dat er weliswaar een gezamenlijk gedragen streefbeeld lag, maar dat deze een aantal elementen bevatte die op de korte en zelfs middellange termijn moeilijk of zelfs niet haalbaar zou zijn. Bijvoorbeeld omdat ze haaks op het vastgesteld ruimtelijk beleid staan. In de workshop haalbaarheid is toen samen met ambtenaren van de gemeenten, organisaties (als Waterschap en SBB) en provincie, kritisch gekeken naar alle aspecten van het streefbeeld. Hierbij werd mn. gekeken naar het politiek/ bestuurlijk draagvlak en de financiële haalbaarheid. • Stap 6: De projectnota is na nog enkele besprekingen met de werkgroep aangeboden aan de gebiedscommissie, de stuurgroep A2, het college van B&W van Meerssen en Maastricht en de verantwoordelijke ambtenaren van de provincie Limburg. • Stap 7: De gebiedscommissie dient de projectnota formeel in bij het colege van GS van Limburg - met het verzoek om in te stemmen.
1.2 Burgerparticipatie bij het opstellen van deze projectnota • Stap 1: informatie avond (brede vertegenwoordiging) Met behulp van bijeenvergaarde basisinformatie is een informatieavond gehouden in het gebied. Hierbij waren uitgenodigd vertegenwoordigers van de wijken Limmel en Nazareth,
| Projectnota Landgoederenzone Maastricht / Meerssen
| Dienst Landelijk Gebied regio Zuid
2 Wat speelt er op projectniveau? Doel van de integrale gebiedsontwikkeling is niet zozeer het formuleren van nieuw ruimtelijk beleid, als wel het zodanig onderling afstemmen van reeds lopende projecten, dat er een meerwaarde voor het totale gebied ontstaat. Zowel op het gebied van natuur en landschap als de daaronder gelegen economische peilers. Het vigerend ruimtelijk beleid op provinciaal en/of nationaal niveau is daarbij uitgangspunt. In het hiernavolgende volgt een opsomming van de op dit moment lopende projecten:
2.1 Project A2 Maastricht Doel van dit project is te komen tot een integrale en duurzame oplossing op het gebied van doorstroming, bereikbaarheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid, het wegnemen van barrièrewerking en bieden van kansen voor stedelijke vernieuwing. Een structurele verbetering van de hoofd infrastructuur van Maastricht is van groot belang voor de doorstroming van het verkeer en de bereikbaarheid van de stad. Er is gekozen voor een integrale gebiedsontwikkeling met een investeringsvolume van in totaal 1 miljard euro. De volgende ontwikkelingen zijn voor het project de Landgoederenzone van belang: Een vernieuwing van de A2 traverse (ic. een ondertunneling tussen Geusselt en Europaplein); De verknoping van de A2 met de A79; Een nieuwe verbindingsweg van de A2 (en A79) naar de Beatrixhaven en Een groene gebiedsontwikkeling en natuurcompensatie binnen de LGZ.
2.2 Groen in en om de stad (GIOS) In de afgelopen jaren heeft het kabinet veel energie gestoken in Groen In en Om de Stad. Deze energie is vooral gaan zitten in voorbereidende processen. Thans kan de omslag naar uitvoering van projecten worden gemaakt. De landgoederenzone is een schoolvoorbeeld van groen in en om de stad: zo heeft het project ‘Verbreding Groenopgave A2’ van minister Veerman uit het voorgaande kabinet, een impulsbudget ontvangen voor het organiseren van een ontwerpatelier. Het huidig kabinet Balkenende IV heeft voor de uitvoering van GIOS echter het accent vooral in de Randstad gelegd. Kansen die er nu nog zijn, liggen vrnl. op het gebied van natuurrijke kinderspeelplaatsen, waarvoor Maastricht van Minister Vogelaar (ministerie Wonen, Wijken en Integratie) voor de buurten Limmel en Nazareth een tweede extra impulsbudget ontving.
2.3 Prachtwijken (zie bijlage 10.1 kaart prachtwijken) Wijkactieplan (WAP) Maastricht Noordoost: Het WAP Maastricht Noordoost behelst de buurten Limmel, Nazareth, Wittevrouwenveld en Wyckerpoort. Deze vier buurten zijn onder de noemer van Maastricht Noordoost opgenomen in het landelijk Actieplan Krachtwijken. “Noordoost” heeft prioriteit gekregen omdat de problemen in Noordoost naar stedelijke én landelijke maatstaven urgent zijn. Het doel van het WAP Maastricht Noordoost is om in de komende tien jaar van Maastricht Noordoost weer een vitale woon- werk- en leefgemeenschap te maken. In het plan nemen onderwijs en arbeidsmarkt een belangrijke plaats in, met wonen en veiligheid als belangrijke randvoorwaarden. De gezamenlijke oplossing van de problemen ligt in een gecoördineerde strategie op het terrein van wonen, leren, veiligheid, werken, integratie/participatie en aanpak van de zgn. multiprobleem-huishoudens. Het WAP richt zich op vier samenhangende speerpunten: 1. Oost-west, thuis best: richt zich op “hechten en verbinden” zowel in fysieke als sociale zin. Een vertrouwde woon- en leefomgeving creëren waar iedereen zich thuis voelt, de bewoners actief betrokken zijn en (weer) trots zijn op hun eigen buurt. 2. Jong Noordoost: bundelt de krachten gericht op alle jeugd van 0 tot 23 jaar en hun ouders. Het richt zich op een veilig en gezond opvoedingsklimaat, een passend aanbod van peuterspeelzaalwerk, passend onderwijs en voor- en naschoolse opvang. 3. Noordoost werkt: de ambitie is om het aantal (langdurig) werklozen in de wijk te halveren. Dit gebeurt met behulp van begeleiding en financiële advisering op individueel niveau. Werk, participatie en een reële inkomensstijging gelden daarbij als wenkend perspectief. 4. Noordoost thuis: er gaat extra zorg uit naar de relatief kwetsbare groep van multiprobleem huishoudens. Om ontsporingen te voorkomen wordt vanuit diverse instellingen een positief niet-vrijblijvende “bemoeizorg” georganiseerd onder één regie die de problemen tot achter de voordeur helpt oplossen (persoonsgerichte aanpak). Via schuldhulpverlening en benutting van financiële voorzieningen wordt armoede tegengegaan.
| Projectnota Landgoederenzone Maastricht / Meerssen
Planning: De looptijd van het WAP is 10 jaar (2008 tot en met 2017). Vanaf 2008 komen er al direct zichtbare en tastbare resultaten in de wijk. Ook worden er nog zaken verder uitgewerkt in twee buurtontwikkelings-plannen (BOP) voor Limmel/ Nazareth en Wittevrouwenveld/ Wyckerpoort. Deze plannen worden afgestemd op de plannen voor de A2 en de LGZ. Vanaf 2010 wordt de uitvoering van het WAP geïntegreerd met de realisatie van de twee buurtontwikkelings-plannen die doorloopt tot 2020.
2.4 Masterplan de Geusselt Voor het voormalige sportvelden- en bedrijfsterrein wordt momenteel - in nauwe samenwerking met een gebiedsbelegger - een integraal plan ontwikkeld voor een nieuw stadspark in combinatie met woon-, werk-, en leisurefuncties, waarbij een groot accent ligt op sport (zowel in- als outdoor) van bovenregionale allure, met onder andere een nieuw zwembad. In deze opgave staat het samenspel tussen landschappelijke kwaliteiten en (nieuwe) bouwvolumes centraal. Er is een aantal hoofdkeuzes vastgelegd ten aanzien van het landschap, deze keuzes hebben betrekking op het watersysteem en de vormgeving van het maaiveld. Binnen het programma voor het Geusseltpark bevinden zich elementen die nadrukkelijk de
grote schaal vertegenwoordigen; stadsentree, station, grootschalige leisure, kantoren, grootschalige parkeervoorzieningen en een stedelijk plein met touringcars. Eveneens zijn er elementen die refereren aan de kleine schaal; een verblijfsgebied met een menselijke maat en een nieuwe woonmilieu dat een zekere geborgenheid moet uitstralen. Het doel is om de aantrekkingskracht van het Geusseltpark als openbare ruimte voor de omliggende buurten en het gehele stadsdeel te verhogen, er een geliefd en levendig park te maken, met water als beeldbepalend element. In de toekomst zal het Geusseltpark zijn identiteit niet zo zeer moeten ontlenen aan de zeer verfijnde inrichting maar aan contrasten in het gebruik, bijzondere natuurbeelden en het samenspel met de omringende bebouwing. In ruimtelijke zin zal het Geusseltpark op verschillende schaalniveaus van betekenis moeten zijn: • Op het hoogste schaalniveau als een park dat het beeld van de noordelijke stadentree bepaalt en dat een schakel vormt in de recreatieve netwerken van het terraspark Oost /Middenterras en de landgoederenzone. • Op stadsdeelniveau als een park dat ontspanningsmogelijkheden biedt voor de bewoners
10 | Dienst Landelijk Gebied regio Zuid
van de wijken Wittevrouwenveld en Scharn, • Op lokaalniveau als een park dat een aantrekkelijke setting biedt voor een woon en werkmilieu. In ecologische zin zal het Geusseltpark de waterstructuur moeten versterken. In potentie is het Geusseltgebied een waterrijk gebied dat veel meer in het terrein tot expressie kan komen. Ook zal het park bij moeten dragen aan de ecologische verbindingen van zowel land- als watergebonden organisme, tussen het gebied rond de Ambyvijver en de landgoederenzone. In functionele zin gaat het om een mix van parkfuncties. Het Geusseltpark is groot genoeg om door grote groepen mensen met verschillende achtergronden te worden gebruikt. Zowel rustige vormen van recreatie als vissen en wandelen, als outdoor-sports zoals skeeleren, voetballen, hockey, jeu de boules, jogging, tennissen en skaten moeten tot de mogelijkheden behoren. Een belangrijk onderdeel van het nieuwe Geusseltpark wordt gevormd door de aanleg van het meest duurzame zwembad van Nederland. Inzet is dat het nieuwe zwembad minimaal in de eigenenergie behoefte moet kunnen voorzien. Het bepalen van de duurzaamheidsambitie geschiedt via de invalshoek van Cradle 2 Cradle; het nieuwe zwembad dient de mensen die er willen verblijven en die er omheen wonen, werken en recreëren, een verantwoord, elegant en plezierig met elkaar in samenhangend resultaat op te leveren en het milieu zo weinig mogelijk nadelig beïnvloeden.
2.5 Revitalisering Beatrixhaven Voor het industrieterrein Beatrixhaven is subsidie ontvangen voor revitalisering: doel is een efficiëntere ruimtelijke inrichting.
2.6 Nieuwbouw Ambyerveld/Hagerhof Ten oosten van de wijk Amby is uitbreiding gedacht voor realisatie van enkele tientallen grondgebonden woningen.
2.7 Integraal waterbeheer In het voorjaar van 2008 wordt een onderzoek afgerond naar de herinrichting van de Kanjel en Gelei: In dit project vindt een ontkoppeling plaats van beide riviertjes met de aanwezige waterpartijen. Tevens zal een verdere optimalisatie van de mogelijke waterverdeling worden onderzocht; ook wordt de waterbodemsanering meegenomen. In de 4e Nota waterhuishouding (V&W, 1998) is aan de provincies gevraagd om voor 2002 het gewenst grond- en oppervlaktewaterregime (GGOR) vast te stellen. Het Waterschap Roer en Overmaas stelt, conform het Nationaal Bestuursakkoord Water en het Provinciaal Kader, uiterlijk in 2010 de GGOR op voor haar gehele beheersgebied. De tijdshorizon voor de GGOR is 2015. Het GGOR moet zodanig worden gekozen dat de te behalen doelen (natuur, landbouw, beekdalen en stedelijk gebied) en de bijbehorende pakketten van maatregelen haalbaar en betaalbaar zijn. Afgesproken is dat gedurende het integrale traject voortdurend contact zal worden onderhouden met het Waterschap zodat de actuele stand van zaken met betrekking tot het GGOR-traject bekend is in het totale integrale plangebied. Optimalisatie Afvalwatersysteem (OAS). Voor verschillende afstroom gebieden op de Rioolwater zuiveringsinstallaties wordt door het Waterschap c.q. het Waterschapsbedrijf Limburg in samenwerking met Rijkswaterstaat en de betreffende gemeenten een studie opgesteld om het afvalwatersysteem te optimaliseren. In deze OAS wordt bekeken of de maatregelen die binnen het afvalwatersysteem getroffen moeten worden, beter op elkaar af te stemmen zijn, passend binnen de ‘nieuwe’ randvoorwaarden van het watersysteem en tegen de laagst mogelijk maatschappelijke kosten. Zo gaat de OAS in op het afkoppelen van verhard oppervlak van het gemeentelijk rioolstelsel. Dit om, aanvullend op de basisinspanning, maatregelen te treffen om de vuilemissie van de gemengde riooloverstorten op beken te reduceren. Daarnaast worden de
11 | Projectnota Landgoederenzone Maastricht / Meerssen
mogelijkheden in beeld gebracht om op de middenlange termijn ( 2015) te voldoen aan de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) doelstellingen. In het plangebied stroomt de Geul. Waar deze in ongebouwd gebied stroomt, kan deze worden heringericht zodanig dat deze voldoet aan zijn Specifiek Ecologische Functie (SEF). Hierdoor is het gewenst dat natuurlijke processen als meandering weer mogelijk of verbeterd worden. Daar waar de Geul de papierfabriek en het bedrijventerrein nabij Weert passeert, vormt deze smalle strook de enige ecologische verbinding tussen het dal van de Maas en het Geuldal. Een robuustere ecologische verbinding is daar zeker gewenst, maar deze wordt op korte termijn helaas niet realiseerbaar geacht.
2.8 Het Beneden Geuldalproject Het Beneden-Geuldalproject beoogt een verandering in een natuurlandschap, waar de Geul ongestoord meandert, kuddes paarden en runderen vrij grazend door het dal trekken en het oerbos op de hellingen weer terugkeert. Voor natuurliefhebbers zijn er voorzieningen, waardoor ze te voet en/of per fiets van dit samenhangend natuurlandschap kunnen genieten. De Geul krijgt de ruimte in het Beekdalontwikkelingsplan ‘Beneden-Geuldal’. Dit plan maakt onderdeel uit van het ROM-project Mergelland en omvat het gebied tussen Valkenburg aan de Geul en het Julianakanaal. De totale kosten zijn op fl 21 miljoen gulden geraamd. Het plan probeert het Beneden-Geuldal te herstellen als land schappelijke eenheid. Het Limburgs Landschap is de beheerder van het grootste deel van het gebied ten zuiden van de lijn Meerssen-Valkenburg aan de Geul.
2.9 Het Grensmaasproject Komende jaren wordt tussen Maastricht en Roosteren de Maas verruimd met hoogwaterbescherming, natuurontwikkeling én grindwinning als doel. Met de ondertekening van de uitvoeringsovereenkomst en de vaststelling van het POL Grensmaas is een lange periode van voorbereiding met een positief resultaat afgesloten. Jaren van planvorming en voorbereidende werkzaamheden zijn nodig geweest. Conform het uitvoeringsplan van het Consortium Grensmaas is dit Consortium in 2000 van start gegaan. Door de uitvoering van het Grensmaasproject (incl. de verbreding van de Maas bij Roosteren en de Boertien-locaties aan Vlaamse zijde) wordt een harmonie bereikt tussen grindwinning, natuurontwikkeling en hoogwaterbescherming langs Nederlands enige grindrivier. Partijen zullen zich inspannen de vertraging van de afgelopen jaren in te lopen om de afgesproken hoogwaterdoelstelling voor 2017 te bereiken. Daarnaast levert het project meer dan 1.000 hectaren nieuwe natuur op en is de continuïteit en de werkgelegenheid in de grindwinning en -verwerkingsindustrie gewaarborgd.
2.10 Meerjarenprogramma ontsnippering Door het ministerie van Verkeer en Waterstaat is het meerjaren programma ontsnippering vastgesteld. Voor Limburg is onder andere het beneden Geuldal opgevoerd. Het beneden Geuldal is één van de tien nationaal geprioriteerde. De droge component wordt gevormd door de kruising van de A2 ter hoogte van de Kruisberg. De natte component is het Geuldal. De volgende elementen worden genoemd als onontbeerlijk voor het goed functioneren van het ecologische systeem: Een ecoduct over de snelweg A2;
12 | Dienst Landelijk Gebied regio Zuid
Een passage bij het Julianakanaal voor grote grazers; een betere Geul passage onder de spoorweg (door grotere overspanning) (natte verbinding); enkele dassentunnels (droge verbinding) en een faunapassage waar het spoor in een ingraving ligt. Nog niet gekeken is naar de kruisingen met doorgaande grotere wegen. Met het consortium Grensmaas zijn in het Programma van Eisen enkele ontsnipperingsmaatregelen opgenomen rond het Julianakanaal (w.o. ecoduct over het kanaal). De technische eisen zijn beperkt en niet verder uitgewerkt. De kosten zijn voor het consortium Grensmaas. (betrokken partijen: Consortium Grensmaas, RWS, Prorail, gemeente, SBB, Waterschap, Provincie)
Voor de periode 2007-2013 zijn door de Provincie nieuwe operationele doelstellingen geformuleerd om de Herijking verder te realiseren.
2.12 Programma’s Europese structuurfondsen De ontwikkelingsvisie voor het programma Europese Territoriale Samenwerking is in concept gereed. Hieruit blijkt dat voor de grensregio Vlaanderen-Nederland enkele tientallen miljoenen beschikbaar zijn met betrekking tot economie, leefmilieu en mens (cultureel, bestuurlijk en welzijn). In overleg met het programmamanagement Eu-regio Benelux Midden wordt gekeken wat de mogelijke raakvlakken, invalshoeken en kansen zijn.
2.13 Overige studies 2.11 Herijkingsdoelen De doelen uit het PMJP (Provinciaal Meerjaren Programma) vinden voor Zuid Limburg hun inhoudelijke onderbouwing in de “Herijking van het Plan van Aanpak Zuid-Limburg Vitaal Platteland“. Op basis van dit bestaande beleid zijn in het PMJP de integrale doelen en prestaties voor het landelijke gebied opgebouwd rondom zeven programmalijnen : 1. Perspectiefvolle landbouw 2. Behoud en verdere ontwikkeling van de kwaliteit van de natuur 3. Behoud en versterking van de kwaliteit van het landschap 4. Veerkrachtig watersysteem en duurzaam bodemgebruik 5. Structuurversterking van recreatie en toerisme 6. Sociale vitaliteit en leefbaarheid 7. Stad-land relaties
Landschapsvisie Zuid-Limburg. Vooruitlopend op de aanwijzing van Zuid Limburg als nationaal Landschap zijn de Provincie Limburg en de Universiteit van Wageningen reeds in 2004 gestart met een samenwerkingsverband., ic. een studie waarin de toekomst van het landschap in Zuid Limburg centraal staat. De studie levert een advies dat is opgesteld vanuit een visie op de landschappelijke ontwikkeling van geheel Zuid Limburg. Er is, gezien de grote waarde en ontwikkelingen rond de infrastructuur en bebouwing een hoofdstructuur nodig voor behoud en ontwikkeling. Het landschapsontwikkelingsplan is een offensief verhaal met uitvoeringskansen (behoud/ ontwikkeling en geeft inhoud aan de afstemming tussen ruimtelijke ontwikkelingen en kernkwaliteiten.
13 | Projectnota Landgoederenzone Maastricht / Meerssen
kaart 2: occupatiegeschiedenis
14 | Dienst Landelijk Gebied regio Zuid
3 Het landschap, ondergrond en occupatie 3.1 Landschap in groter verband Het plangebied ligt op een cruciaal knooppunt in het Drielandenpark (België, Nederland en Duitsland). Enerzijds bevindt het zich in het rivierenlandschap op de knoop van het Maasdal en het Geuldal. Anderzijds vormt dit rivierenlandschap het scharnier tussen het Kempisch plateau en het Heuvelland als uitloper van het Centraal-Europese middelgebergte met de Ardennen en de Eifel. Vanuit dit oogpunt heeft juist dit plangebied in het min of meer aaneengesloten stedelijk gebied een bijzondere structurerende werking en een bijzondere hoofdrol in de ecologische en recreatieve west-oost verbinding.
3.2 Natuurlijk fundament Zoomen we in op het plangebied dan zien we hoe het rivierdal is opgebouwd. Er is sprake van een grote dalvlakte. Interne vormen bepalen de volgende zonering: - de lagere dalbodems kenmerken oude stroomgeulen of kommen; deze zijn overwegend kleiig; • de oevergronden bestaan uit direct langs de rivier gelegen smalle oevergronden (buiten ons plangebied gelegen) en een uitspoelingwaaier daar waar het Geuldal uitkomt in het Maasdal; deze zijn wat zaveliger; • de opduikingen zijn de hoogst gelegen zones tussen de lagere dalbodems en de oevergronden en zij zijn de meest droge delen van het rivierdal. Het rivierdal wordt aan de oostzijde begrensd door gebieden van het middenterras. De (beboste) hellingen van het hoogterras zijn dikwijls vanuit de verte zichtbaar. Het watersysteem sluit aan op dit natuurlijk fundament. Afvoer van het regionale en bovenregionale oppervlaktewater staat centraal in het rivierdal. Zo voeren de (droog)dalen vanaf het hoogterras via de hellingen het overtollige water af. De daardoor van nature ontstane moerassige laagten aan de voet van het middenterras of aan de voet van de hoogterraswanden worden gedraineerd via onder andere de Kanjelbeek. Ten aanzien van het grondwater is de dalvlakte inkomst- en doorstroomgebied met plaatselijk kwelzones. Het ecologisch netwerk is gekoppeld aan dit watersysteem.
• Op de hogere en drogere opduikingen ontstonden de lineaire nederzettingen met een esdorpkarakter (voorbeelden Itteren, Borgharen en Bunde met erlangs de open velden / bouwland). Ook Meerssen, Rothem, Amby en Limmel zijn oude kernen. Weert is een gehucht ontstaan bij de monding van het Geuldal. Deze oude kernen waren met enkele hoofdroutes met elkaar verbonden. Ook de toen minder frequent gebruikte spoorlijnen Maastricht – Roermond en Maastricht – Aken doorkruisten reeds het gebied. • De lagere en nattere dalbodems waren voornamelijk in gebruik als grasland of plaatselijk broekbos. Juist hier ontstonden ook de landgoederen. In het gebied bestond Vaeshartelt al vóór het graven van het Gelei in de 12e eeuw. Ook Meerssenhoven heeft een oudere geschiedenis. In de 12e eeuw werd de Gelei gegraven om een waterverbinding te creëren tussen de landgoederen en de daarop gevestigde burchten en voor de watertoevoer naar de daarbij behorende vijvers en grachten. Tussen de 17e en 19e eeuw ontstond als het ware een ketting van waterburchten, landgoederen, buitenplaatsen en hofboerderijen met tuinen en parken voornamelijk geconcentreerd in het Maasdal tussen Maastricht en Meerssen. De ketting begint bij de Maas en komt aan bij het middenterras bij Amby. Deze monumentale bebouwing is voornamelijk gesticht door kapitaalkrachtigen, die grote blokken gemeenschappelijke weiland opkochten. Vanaf de 19e eeuw verschenen er tevens veel boomgaarden. Ook de aanwezigheid van het watersysteem speelde een grote rol, zodat spannende waterpartijen de landgoederen vervolmaakte. Er ontstond als het ware een ketting van landgoederen en buitenplaatsen langs de noordelijke tak langs de Geul en Gelei en langs de zuidelijke tak langs de Kanjel. Hier is sprake van een groot ensemble waarvan de samenhang wordt bepaald door lanen, bomenrijen, houtsingels, hagen en bosjes. Op de opduiking lag een complex van bosgebieden die de beide takken ruimtelijk aan elkaar verbond.
3.4 Bestaande situatie 3.3 Occupatiegeschiedenis De gehele occupatiegeschiedenis en het bodemgebruik door de mens zijn op het natuurlijk fundament gebaseerd. De vroegste permanente bewoning in Zuid-Limburg vond plaats langs de randen van het rivierdalengebied.
Sedert 1850 – 1900 heeft het projectgebied een metamorfose ondergaan door nieuwe functies:het Julianakanaal; • op de opduiking is het complex van bosgebieden overgenomen door het industrieterrein
15 | Projectnota Landgoederenzone Maastricht / Meerssen
Beatrixhaven (uiteraard op een hogere en drogere locatie); • het bedrijventerrein bij Weert; • groeiende woonkernen Bunde, Meerssen, Rothem, Amby, Nazareth, Limmel en bijzondere doeleinden; • de snelwegen A2 en A79; ook de spoorlijnen zijn intensief in gebruik en er is een hoogspanningsleiding bijgekomen. Met name het grote groene ensemble van voorheen is aanzienlijk kleiner geworden; maar heeft nog wel bijzondere kenmerken en kwaliteiten.
Meerssenerweg. Duidelijk zichtbare hoofdelementen van het cultuurhistorische groene ensemble zijn nog de kleinschalige eenheid Vaeshartelt, enkele kleinere buitens nabij de Weert, en nog een klein restant aan lanen. Tracés van oude hoofdroutes zijn nog aanwezig maar niet meer als dusdanig functioneel. Er zijn evenwel meer onzichtbare cultuurhistorische “parels”. Totaal komen er een 16 tal bijzondere monumenten voor, die overwegend nog een fraai ensemble vormen met een bijbehorende oude tuin of parkbos (bijlage 10.4).
Binnen de projectgrens is er thans sprake van een driedeling: • een landelijk en natuurlijk gedeelte langs het Geuldal; • een cultuurlijk gedeelte met landgoederen in het hart; • een meer stedelijk gedeelte met (sport)park rond de Geusselt. Vanuit visueel-ruimtelijk oogpunt onderscheidt men nog steeds enerzijds een meer open en grootschaliger karakter rond Meerssenhoven (de velden) en anderzijds een meer besloten en kleinschaliger karakter ten noorden en zuiden van de
3.5 Archeologie In het gebied liggen archeologische monumenten (zoals de Via Belgica en Onderste Herkenberg), zodat rekening gehouden moet worden met de archeologische verwachtingswaarden (indicatieve kaart archeologische waarden). Na (eventueel) onderzoek kan bepaald worden hoe met de inrichting rekening gehouden kan/ moet worden met deze waarden; opgraven, elders of archeologie vriendelijk bouwen, bos aanleggen of er iets leuks mee doen.
16 | Dienst Landelijk Gebied regio Zuid
4
Het gezamenlijke streefbeeld naar de toekomst
4.1 Schakels op 3 schaalniveau’s De landgoederenzone heeft door haar ligging een strategische positie op zowel ecologisch vlak als op het vlak van infrastructuur. Deze strategische positie is te herleiden tot een europees, regionaal en lokaal schaalniveau. Op Europese schaal vormen de snelwegen, de spoorwegen en het kanaal een internationale verbinding. Het Geuldal vormt op dit niveau de groene as. Zij vormt dé verbinding tussen de Eifel/ Ardennen en de Kempen/Haspengouw. Op regionale schaal vormt de verbinding naar de Beatrixhaven een belangrijke component en hebben de snelweg en de spoorwegen tevens een grote regionale betekenis. Op ecologisch (en water) vlak vormen de Geul èn de Kanjel een belangrijke verbinding tussen de Grensmaas en het Heuvelland. Op Lokale schaal zorgt de snelweg (en de kleinere wegen) voor de ontsluiting van de dorpen en wijken en kan een behoorlijke lokale barrière vrije ontsluiting tevens zorgen voor de ontsluiting van het lokale groen. De landgoederen zone is onlosmakelijk verbonden met de omliggende dorpen en de stad Maastricht. Het is de groene long. De steden en dorpen enerzijds en de landgoederenzone anderzijds kunnen niet zonder elkaar. De landgoederen zone is ook een groene poort naar de stad.
zijn verminderd of opgeheven en via het gebied kan men via een statige laan met grote bomen tot diep in de stad komen. Via de groene weg kan men tevens komen tot aan het congres en Leisure park bij de Griend. Alles staat of valt met een in de omgeving goed ingepaste Europese en regionale hoofdstructuur. De fast flow mag de slow flow niet in de weg staan. Met name drukke hoofdverkeersstromen mogen geen barrière vormen in de groen/blauwe/recreatieve schakels.
Met dit gegeven kan niet anders geconcludeerd worden dan dat in de toekomst: • het gebied doet dienst doet als infuus van water en groen voor de stad; • het gebied functioneert als essentiële schakel in een groter ecologisch en recreatief verband waarbij de landbouw gericht is op de functies van dit gebied; • het gebied één aantrekkelijk imago en één beeld uitstraalt voor de bewoners en bezoekers; • het gebied schittert door zijn oude en nieuwe parels; Hierbij functioneren water en groen als verbindende schakels in een gebied dat straks aanzienlijk is opgewaardeerd, storende (ook agrarische) bedrijfsgebouwen zijn verdwenen, de Geul en Kanjel functioneren onbelemmerd als ecologische verbinding en natuurgebied en de landgoederen staan onderling in verbinding met elkaar en met de stad. Doorsnijdingen van het gebied
17 | Projectnota Landgoederenzone Maastricht / Meerssen
kaart 3: schakels op 3 schaalniveaus
4.2 Netwerk en verbinding Water, groen en cultuurhistorie vormen de verbinding en de basis voor recreatieve toegankelijkheid. Ook de leefgebieden van soorten (kamsalamander, das) kunnen hierdoor verbonden worden. En ondersteunt de leefgebieden van soorten De Geul en Kanjel en de vijvers in de landgoederen functioneren weer op een betere manier. Er is voldoende water en de kwaliteit is goed. Daarvoor zijn de bodems van Kanjel en de vijvers gesaneerd en is de grootschalige grondwateronttrekking gestopt. De Geul meandert vrij door een behoorlijk fors aangezet Geuldal, waarbij de groene inrichting ruimer is dan de huidige EHS begrenzing zoals die tot op heden in beleidsplannen is aangegeven. Goede ecologische passages bij Julianakanaal, (snel)wegen en spoorlijnen.; voor mens en (land)dieren. Bedrijven terreinen op niet logische en niet duurzame plaatsen (in het Geuldal) zijn gesaneerd. De Geul stroomt vrijelijk over of onder de snelweg , spoor en kanaal. De dimensies van de overspanning over het Geuldal ter plekke van de genoemde infrastructuur doet denken aan de wijze waarop in de Ardennen snelwegen door weidse landschappen en beekdalen lopen. Dit zou bereikt kunnen worden door het creëren van ongelijkvloerse kruisingen met de A2, de A79 ,de spoorweg en het Julianakanaal. De kruising met het Julianakanaal en het Geuldal zou het karakter kunnen krijgen van een soort aquaduct, waarbij boten over het Geuldal heen varen. De technische haalbaarheid hiervan moet nog nader worden bekeken. Onder dit aquaduct door loopt ook een recreatieve ontsluiting naar het Grensmaas gebied en Itteren/Borgharen. Itteren en Borgharen komen hiermee uit hun geografische isolement waarin zij hebben verkeerd sinds de aanleg van het kanaal. Overigens loopt deze recreatieve
ontsluiting ook onder de spoorlijn en de A2 door waardoor de recreant het beekdal kan volgen). Uit onderzoek moet blijken of bedrijven op onlogische plaatsen (uit ecologisch en economisch opzicht) op termijn zouden kunnen worden geherpositioneerd. De ontsnippering van het gebied (water, ecologie, recreatief) is uitdrukkelijk als wens geformuleerd in het kader van de aanbesteding van het project A2 Maastricht. Hoe daaraan concreet invulling wordt gegeven, wordt duidelijk als de plannen voor het A2-project openbaar worden. Door het nieuwe verkeerssysteem, waarbij de snelwegen A2/A79 volledig worden ‘verknoopt’ en er een nieuwe verbinding komt naar het bedrijventerrein Beatrixhaven, wordt de druk op bestaande wegen in het gebied zoals de route Mariënwaard - Meerssenerweg verminderd. Dit heeft een aantal voordelen. De wijk Limmel kan worden uitbreid richting kanaal, er is blijvend ruimte voor een forse groenstrook (Kanjel) en de nieuw te bouwen ontsluitingsweg naar de Beatrixhaven kruist alleen de laan Vaeshartelt in plaats van dat zij er overheen loopt. De laan kan dan grotendeels worden behouden.
Huidige knelpunten Natuur en Landschap: De landgoederenzone als geheel is uitgekleed door het verdwijnen van bossen en lanen en is daardoor niet meer herkenbaar of toegankelijk. Historische routes zijn verbroken. De Geul zelf is nauwelijks in beeld of herkenbaar. Het bedrijventerrein nabij Weert is als het ware een letterlijke stop in het Geuldal. De EHS langs de Geul vormt een van de weinige ecologische verbindingen tussen het heuvelland en de Maas – zij het dat ondermeer de snelweg A2, het Julianakanaal en de spoorlijn forse versnipperende effecten hebben. Daarnaast ont-
18 | Dienst Landelijk Gebied regio Zuid
breekt er een stuk EHS net ten westen van de kruising van spoor en Geul. De verbinding zou moeten functioneren voor allerlei dieren (amfibieën, reptielen, zoogdieren t/m ree, enz.). Deze ecologische verbinding heeft echter niet alleen nationale maar ook een grote internationale betekenis. Het vormt de verbinding tussen de Ardennen en de Belgische Kempen. Een tweede verbindingszone loopt langs de Kanjel over het industrieterrein. Deze verbindingszone geldt vooral beekvissen. Een derde verbindingszone is die via de dijken van het Julianakanaal. De grazige vegetaties met enig doornstruweel functioneren als verbindingszone voor diverse soorten vlinders, waarvan de veldparelmoervlinder het meest kritisch is en de zone het meest nodig heeft. Er komen een aantal belangrijke soorten voor in het projectplangebied: De veldparelmoervlinder leeft op de dijken van het Julianakanaal. Er is een beschermingsplan voor deze soort waar dit al in staat als ambitie. Ditzelfde geldt voor libellen en vissen. De wrangwortel komt voor op humusrijke bodems in loofbossen en komt eveneens in het gebied voor. Water: De Geul is een SEF beek en de Kanjel is binnen het projectgebied- een AEF beek, hetgeen betekent dat de beken meer in ecologische zin moeten gaan functioneren Belemmeringen hiervoor zijn de waterkwaliteit, Weliswaar bij de Geul de laatste jaren aanzienlijk verbeterd, maar niet optimaal (vooral de zinkverontreiniging, deze kwaliteit is ontstaan door de zinkindustrie in België en nutriënten van uit de landbouw); de ronduit slechte kwaliteit van de beek- en vijverbodems (slib klasse 3 en 4); de aanwezige oever beschoeiingen en de weinige ruimte die Geul en Kanjel binnen het projectgebied hebben om vrij te kunnen meanderden. Het saneren van de Geul op korte of middellange termijn is niet aan de orde omdat de aanpak van de bron via internationaal
overleg moet worden geregeld. Daarnaast is de waterkwantiteit in het kwelgebied ontoereikend door grondwateronttrekkingen in de grondwaterbeschermingsgebieden. (dit komt door een deklaag die makkelijk oppervlaktewater laat weg sijpelen door het grind en door onttrekkingen door o.a. de papierfabriek. Later, richting kanaal, is er sprake van een wateroverschot. Oplossingen zijn moeilijk. De grondwaterstand omhoog krijgen lijkt een utopie i.v.m. waterwinning en bestaande bebouwing. Oplossing lijkt meer te liggen in het langer vasthouden van oppervlaktewater op perceelniveau. Van belang daarbij is de nieuwe tunnelbak A2. Deze is mede bepalend voor de toekomst van het kwelgebied. Volgens plan zal de tunnel iets ten noorden van de Geusselt vijver de grond ingaan en er ter plekke van het Europaplein weer uitkomen. Dit heeft hydrologische effecten voor de landgoederenzone. Wanneer er uitgegaan wordt van het scenario waarbij de tunnel het gehele 1e watervoerende pakket (dus tot en met het bovenste kalksteenpakket) waterdicht zal afsluiten, bedraagt de opstuwing aan de oostzijde van de tunnel zo’n 5 cm. Ter hoogte van de kern van onze landgoederenzone zal de opstuwing waarschijnlijk dus te verwaarlozen zijn. Van grotere invloed op de hoogte van het bovenste grondwater is nu nog de onttrekking door de papierfabriek Favini te Weert (en de grondwateronttrekkingput IJzeren Kuilen). Het waterschap heeft een aantal projecten lopen in het gebied: Bedienen inlaat rondom Rothemermolen; Water ontkoppeling (ieder voor zichzelf verantwoordelijk voor het waterpeil); Herstel oude Kanjel i.k.v. ‘convenant beekmondingen’(RWS aan zet). Bij kwaliteitsverbetering zou in de toekomst de status van een AEF beek kunnen wijzigen in een SEF beek.
19 | Projectnota Landgoederenzone Maastricht / Meerssen
4.3 Eén imago De Landgoederenzone is een kwalitatief hoogstaand en duurzaam regionaal landschapspark met water, groen en cultuurhistorie binnen het (toekomstig) stedelijk gebied. Een natuurpark met robuuste natuur en een stadspark met mensgerichte natuur, stadslandbouw en landgoederen (oude en nieuwe parels) gaan geleidelijk in elkaar over. Bovendien fungeren zij als groene long en uitloopgebied voor stad en dorp. De Landgoederenzone kent een graduele overgang tussen stadsrand, parklandschap en natuurlandschap. De landhuizen en parken vormen de parels aan deze ketting. De parels zèlf (gebouwen) vormen de economische drager. Dit zijn òf oude bestaande landgoederen of ook nieuwe landgoederen. De ketting wordt gevormd door een samenhangende verbinding (van water, groen en wegen). De wegen zijn dus qua dimensionering èn ontwerp afgestemd op langzaam (recreatief) verkeer en lokaal bestemmingsverkeer. Dit geldt vooral ook voor de Meersenerweg. Deze loopt in de toekomst als groene vinger diep de stad in. Over het algemeen zijn het statige la-
nen. De tussenruimtes in de ketting wordt ingenomen door een vorm van landbouw die is afgestemd op de stad (stadslandbouw), mogelijk door omvorming of inpassing van een (stads)landbouwbedrijf in het gebied. Of door een andere vorm van openlucht ruimtegebruik en/of topzorg (naar gelang de marktvraag). Hierbij kan worden gedacht aan klein fruitteelt en wijnbouw of andere op de stadsmens afgestemde producten. Er kan gedacht worden aan verwerking en verkoop van lokale agrarische producten in de vrijgekomen historische bedrijfsgebouwen. Gegeven de huidige slechte verkaveling met slechts een handvol bedrijfsgebouwen in het gebied zèlf, zal uit een nadere inventarisatie moeten blijken of en zo ja hoe er het beste verkaveld kan worden. Hierbij staat het onderhavig streefbeeld van dit gebied centraal. Vanuit alle omliggende wijken en dorpen zijn is er behoefte in gebied grote en kleine ommetjes te maken. De Landgoederenzone wordt zo opnieuw hèt lustoord van de stad Maastricht. De kastelen en landhuizen hebben een passende economische functie, die in onderlinge afstemming tot stand is gekomen. In het gebied kan men luxueus en eenvoudig overnachten, men kan er conferenties houden en het is een plek met luxe senioren appartementen en/of topzorg. De openbare ruimtes binnen de landgoederen zone zijn afgestemd op de moderne stadsbewoner. Deze wil niet alleen georganiseerd verblijven, maar ook individueel rustig met een eventueel zelf meegebracht goed glas wijn van de zonsondergang kunnen genieten. Meer richting stad en grenzend aan de wijken en dorpen is er vooral ook volop ruimte voor kinderen. Het groen wordt daar nu al meer ingericht als speelbossen en struinnatuur. Het is er parkachtig maar er is ook ruimte voor wilde natuurbeleving. Het lustoord bestaat immers zowel uit het natuurpark aan de Geul, als uit het landschapspark en richting stad uit het sportpark de Geusselt, waar het landschapspark het karakter krijgt van een echt stadspark. Beheer van het groen vindt plaats door gemeenten, (landgoed)eigenaren, natuurbeschermingso rganisatie(s) en middels particulier natuurbeheer (SN-regeling).
Huidige knelpunten Geen image. Rondom de stad kent het gebied door autonome ontwikkelingen een typisch stedelijke invulling, zoals oprukkende verstedelijking, wegen als barrière, geen binding tussen de landgoederen. Het gebied heeft geen herkenbare eigen identiteit. kaart 4: één imago
20 | Dienst Landelijk Gebied regio Zuid
4.4 De landgoederen zèlf De landgoederen zijn, naar eigen keuze, meer of minder opengesteld voor het publiek. Dit kan door een fysieke openstelling tot en met het gebouw, of alleen voor bepaalde delen van het landgoed of alleen door het creëren van zichtlijnen zodat het monumentale gebouw ruimtelijk toch een (beetje) beleefbaar is. Er is een nieuwe structuur nodig waarin afstemming en samenwerking plaatsvindt. Deze structuur moet meer dan vrijblijvend zijn. Dit kan door bijvoorbeeld een vereniging op te richten van landgoedeigenaren (met betalende leden, een bestuur en een klein apparaat). Daarnaast zou een goed functionerende ontwikkelingsmaatschappij aanwezig moeten zijn. Deze maatschappij opereert binnen de ontwikkelde visie van het gebied, is slagvaardig en heeft mandaat om landgoederen aan te kopen, te ontwikkelen en door te verkopen. De ontwikkelingsmaatschappij is een vorm van publiek - private samenwerking waarin gemeenten, provincie, rijk, waterschap en private partijen participeren. Samenwerkende partijen hebben binnen deze ontwikkelingsmaatschappij afspraken gemaakt over de inzet van risico kapitaal en hebben ervoor gezorgd dat er bij aanvang ook voldoende budget aanwezig is. De ontwikkelingsmaatschappij zorgt voor onderlinge afstemming tussen functies van de gebouwen, zorgt voor overleg met overheden en draagt zorg voor de ontvangst en uitgave van subsidies voor onderhoud, beheer en inrichting van de openbare ruimtes. Er zijn nieuwe economische dragers gevonden door samenwerking of de stichting van nieuwe parels (nieuwe bebouwing met allure op percelen van 3 tot 5 hectare). Deze nieuwe landgoederen zijn gebouwd op uitgekiende plekken langs de Meerssenerweg. De groene laan loopt als een groene vinger diep de stad in en loopt door tot aan het nieuwe entertainment centrum.
Huidige knelpunten Het eigendom en het grondgebruik van de landgoederen is divers. De Landgoederenzone als geheel is verommeld en uitgekleed door het verdwijnen van bossen en lanen en daardoor nauwelijks meer herkenbaar of beleefbaar. Historische routes zijn verbroken; de cultuurhistorische monumenten zijn deels niet meer zichtbaar. Sommige hebben geen duurzame passende bestemming meer en bieden een verwaarloosde aanblik.
4.5 Infuus voor de stad De groene ruimte wordt zo dicht mogelijk tegen de stad en tot in de stad doorgetrokken. Hierdoor
ontstaat letterlijk uitloopmogelijkheid en ademruimte voor de stadsbewoners (volwassenen en kinderen!) van de verschillende, aan de Landgoederenzone grenzende wijken en dorpen. Dit betekent voor de wijken en dorpen het volgende: Nazareth: Grenst aan het Geusseltpark of stadspark en heeft al een groene rand. Dit kan echter verstevigd worden door de landgoederenzone vanuit deze wijk tevens voor langzaam verkeer toegankelijk te maken. Limmel: De wijk ligt meer met het gezicht naar de Maas en grenst aan het te ontwikkelen stadspark langs de Kanjelbeek Het droombeeld omvat de volgende extra kwaliteiten: Bunde en Meerssen grenzen in de toekomst aan het Geuldal en het natuurpark; Amby grenst aan het landschapspark de Landgoederenzone met daarbinnen de oude en nieuwe landgoederen. En er is een extra verbinding voor langzaam verkeer via een onderdoorgang met de A2, waardoor men vanuit Amby eenvoudig richting Mariënwaard kan komen. Rothem: is een nieuwe vesting met groene wallen geworden tussen de snelwegen; Beatrixhaven is smaller. De strook bedrijven langs Beatrixhaven is verdwenen en de Beatrixhaven is beter begrensd door een waterloop en een fors landschapselement; Itteren en Borgharen liggen buiten het projectgebied, zijn kerndorpen in een grotere landschappelijk eenheid en zijn recreatief via de landgoederenzone ontsloten.
Huidige knelpunten Natuur en Landschap: Het projectgebied is ruimtelijk versnipperd door de infrastructuur. De schakel tussen de zuidelijke tak met Jeruzalem en Bethlehem en de noordelijke tak met de laan Vaeshartelt ontbreekt. Er is ook een gemis aan fraaie stedelijke randen die bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit (bijvoorbeeld de geheel verharde parkeerterreinen met kolossale hekwerken tegen het landelijk gebied, tot zelfs pal tegen de Geul). Recreatie : Buiten het Geusseltpark zijn er weinig tot geen recreatiemogelijkheden aanwezig binnen het projectgebied. Alleen in het park bij Groot Vaeshartelt is de Regout wandelroute uitgezet en zijn langs de Geul lokaal wandelpaden aanwezig. Een aantrekkelijk recreatief circuit voor de bereikbaarheid en het beleven van de landgoederenzone ontbreekt; ook als uitloop vanuit het stedelijk gebied. Bovendien is er de dreiging van de NS / Pro Rail om gelijkvloerse spoorwegovergangen te sluiten. Dit zou de isolatie van het gebied doen toenemen
21 | Projectnota Landgoederenzone Maastricht / Meerssen
4.6 Totale streefbeeld
22 | Dienst Landelijk Gebied regio Zuid
23 | Projectnota Landgoederenzone Maastricht / Meerssen
5 Van droom naar werkelijkheid Om het in hoofdstuk 4 genoemde streefbeeld te realiseren is veel geld nodig. Naar grove schatting gaat het om vele tientallen miljoenen. Een nadere beschouwing van dit streefbeeld en de vraag welke maatregelen er nu concreet al genomen kunnen worden, leidt tot de conclusie dat bepaalde onderdelen bestuurlijk niet haalbaar zijn, omdat ze nog conflicteren met het vigerend beleid en lopende afspraken. Daarnaast dient bij een enkel planonderdeel gekeken te worden naar de technische haalbaarheid. En, zoals gezegd, kunnen ook de beschikbare financiële middelen een knelpunt zijn bij het uitvoeren van de maatregelen. De Landgoederenzone verdient echter zeer serieuze aandacht. Het gebied moet niet alleen lokaal, maar ook regionaal en zelfs landelijk gaan leven als een uniek cultuurlandschap dat ernstig wordt bedreigd. Er liggen echter grote kansen voor behoud en versteviging van het gebied met name op het ge-
bied van Cradle to Cradle, de openluchtrecreatie, (leisure), het stadspark de Geusselt, de leefbaarheid van krachtwijken en natuurlijk ook de internationale ecologische hoofdstructuur. Vanuit het ILG-budget is er geld beschikbaar om samen met partijen een goede start te maken. Deze kansen kunnen worden benut als alle betrokken partijen samen aan het werk gaan en samen ook de meerwaarde inzien van het integraal optrekken. Om inzichtelijk te krijgen wat er moet gebeuren is het streefbeeld vertaald naar meer concrete doelen/ projecten. Bij alle maatregelen/projecten is gekeken of zij op de korte termijn of op de middellange en lange termijn kunnen worden uitgevoerd. Hierdoor zijn 2 groepen doelen/projecten ontstaan. 1. doelen op korte termijn (de termijn is tot 2013; dit is ook de termijn waarbinnen ook de verbetering infrastructuur rondom het project A2 (gereed 2015) gerealiseerd moet zijn (programma van eisen en wensen). Dit is tevens de termijn waarop het provinciale meerjaren programma afloopt. 2. doelen op de middellange en lange termijn (de middel lange termijn is van 2013 tot 2020 en de lange termijn tot 2027.) Na 2013 kunnen pas projecten doelen worden gerealiseerd die pas kunnen worden uitgevoerd nadat de A2 is gerealiseerd. Het kunnen ook doelen zijn die nog een proces tot fondsverwerving (Europese subsidies, PPS constructies, samenwerking met partners ed) moeten doorlopen. Daarnaast is er per maatregel aangeven hoe deze verweven is met andere projecten. De volgende projecten zijn in de matrix opgenomen : Integraal waterbeheer; Revitalisering Beatrixhaven; GIOS ; Project A2 Maastricht; beneden Geuldal; Geusselt, Ambyerveld/Hagerhof, WAP, ValkenburgMaastricht (kerngebied coalitie akkoord GS), Grensmaas.
kaart 5: projecten/doelen op korte termijn
24 | Dienst Landelijk Gebied regio Zuid
3 Rothem: versterken groene omzoming/omwalling
•
4 Realiseren robuuste EHS (zonodig breder dan aangegeven) in Geuldal; robuuste natuur, struinnatuur. Voor een goed functionerende internationale ecologische (met tevens een zeer belangrijk regionaal en lokaal belang) is het belangrijk dat de EHS behoorlijk ruimer wordt begrensd (dit is alleen al nodig voor een vrij meanderende Geul maar moet fors breder zijn dan alleen de waterstrook van 30 meter)”
•
•
•
5 Geul functioneert weer goed als SEF-beek: realiseren vrije meandering van Geul ; opheffen overige barrières bij overige wegen. Hierbij vormen de beleidsuitgangspunten van het Waterschap uitgangspunt (géén migratie belemmeringen, vrije meanderstroken van 2 maal 15 m). Een uitloop naar de middellange termijn ligt overigens voor de hand. Kanjel saneren waterbodem opstarten.
•
•
•
6 Realiseren goed functionerende passage Julianakanaal – Geuldal, combinatie voor waterdieren en landdieren en mens!) (als ecotunnel, ecoduct of als aquaduct)
•
•
7 Realiseren/verbeteren noordelijke tak Kanjel: sanering en uitdiepen landgoedvijverbodems; landgoedvijvers aan elkaar verbinden in de blauwe snoer met daaraan gekoppeld een recreatief snoer en groen snoer. (Onderzoek hiernaar start in het najaar 2007 en is in het voorjaar van 2008 gereed. De uitvoering zal hierna, gefaseerd en in samenhang met andere ontwikkelingen/maatregelen moeten plaatsvinden. In het onderzoek wordt het al dan niet afkoppelen van de Geul meegenomen)
•
•
8 Opstellen één concept en ontwerp voor alle recreatiepaden en -wegen als groene vinger diep de wijk/stad/dorp in (streven naar herkenbare uniformiteit in materiaal, kleur, dimensie e.d.) 9 Oprichten/faciliteren ontwikkelingsmaatschappij om landgoederen te ontwikkelen binnen een onderling afgestemd marketingconcept; in samenspraak en afhankelijk van integrale visie: een meer of minder of alleen visuele openstelling van de landgoederen stimuleren; ook onderzoeken kansen rood voor rood door ongewenste bebouwing (elders) te saneren/te verbeteren vb door nieuwe landgoederen te stichten 10 Realiseren / beschermen / eventueel herkenbaar maken beschermd archeologisch monument Onderste Herkenberg; (in ’t kader van de cultuurhistorische ontwikkeling Via Belgica; inzet grasland t.b.v. behouden archeologisch bodemarchief)
•
•
•
•
•
•
12 Starten met aaneenrijgen van stadspark en versterken van groene verbindingen. Realiseren laan / versterken groene verbindingen binnen de landgoederenzone van Meerssenhove – Vaeshartelt – tot Bethlehem/Jeruzalem; en ook tussen de landgoederenzone aaneenrijgen met stadspark; d.m.v. speelbos, mensgerichte natuur, lanen en openbare ontmoetingsruimte
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
11 Onderzoeken / verkaveling gewenste tussenruimtes afgestemd op stadslandbouw en niche markten
•
•
•
•
•
Grensmaas
•
Valkenburg Maastricht
•
•
WAP
2 Amby: realiseren barrièrevrije ontsluiting voor langzaam verkeer naar landgoederenzone
Abyerveld/Hagerhof
•
Geusselt
•
Beneden Geuldal
Project A2 Maastricht
1 Nazareth: realiseren front richting Geusselt park en fysieke verbinding naar stadspark Geusselt; aanleg fiets-/wandelpad naar landgoederenzone
(zie kaart 5 voor nummers uit de tabel)
Integr.waterbeheer
GIOS
5.1 Projecten / doelen op korte termijn
•
25 | Projectnota Landgoederenzone Maastricht / Meerssen
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
kaart 6: projecten/doelen op middellange en lange termijn
26 | Dienst Landelijk Gebied regio Zuid
5.2 Projecten/doelen op middellange en lange termijn
•
•
Abyerveld/Hagerhof
Grensmaas
3 Afronden en complementeren laan / versterken groene verbindingen binnen de landgoederenzone van Meerssenhove – Vaeshartelt – tot Bethlehem/Jeruzalem; en ook tussen de landgoederenzone aaneenrijgen met stadspark; d.m.v. speelbos, mensgerichte natuur, lanen en openbare ontmoetingsruimte
Valkenburg Maastricht
•
•
WAP
2 Herinrichten van wegen voor bestemmingsverkeer, locaal verkeer en recreatief medegebruik (afwaarderen en/of aanpassen dimensionering voor zover niet vallend binnen project A2; ook de oude wegen naar Limmel, Meerssen, Rothem en Bunde; o.a. ook aansluiting op A2 bij Bunde)
Geusselt
•
Beneden Geuldal
•
Project A2 Maastricht
GIOS
1 Limmel: realiseren stadspark zuidelijke tak Kanjel: ruimte zoeken voor inrichting stadspark gecombineerd met duurzame ecologische en recreatieve verbinding langs Kanjel; eventueel afronden waterbodemsanering en deels aanpassen omgeving zoals zuiveringsinstallatie/ stadswerf en aanbrengen hoogwaardige wijk in het groen langs Kanjel en Kanaal ; in het verlengde daarvan doortrekken stadspark langs Grensmaas waarlangs ook bouw hoogwaardige wijk. (de herinrichting van de Kanjel in samenhang met het al dan niet verplaatsen van de waterzuiveringsinstallatie wordt in het genoemde onderzoek onder par 5.1 , punt 7 niet meegenomen. Het Waterschap wil hier, op initiatief van de gemeente Maastricht wel over meedenken.)
Integr.waterbeheer
(zie kaart 6 voor nummers uit de tabel)
•
•
•
•
•
•
•
4 Onderzoeken / realiseren goed functionerende passage A2 – Geuldal, t.b.v. ecologie en recreatie; combinatie voor waterdieren en mens (A2 als tunnel of op poten). Eventueel te combineren met ongelijkvloerse passage spoorlijn Maastricht-Roermond. Onderzoeken / realiseren goed functionerende passage A79 – Geuldal, t.b.v. ecologie en recreatie; combinatie voor waterdieren en mens (A79 als tunnel of op poten).
•
•
•
•
5 Onderzoek herpositionering bedrijventerreinen op niet logische en niet duurzame plaatsen (klein deel Beatrixhaven en Geuldal) en stoppen lokale grondwateronttrekkingen. Historische gebouwen behouden zoeken naar nieuwe functies hiervoor. Bedrijventerreinen in het Geuldal vormen een zeer belangrijke bottleneck voor het (internationaal) ecologisch functioneren.
•
•
•
•
27 | Projectnota Landgoederenzone Maastricht / Meerssen
•
6 Organisatie van de uitvoering De tijdsplanning van een aantal projecten is mn. verbonden aan de A2 aanbestedingsprocedure. Aanvullingen op en wijzigingen van het wegprofiel of bijkomende kunstwerken die van essentieel belang zijn voor het realiseren genoemde doelstellingen, zullen tijdig aangeleverd moeten worden en voorzien worden van een aanvullend budget en/of subsidiemogelijkheid. Vanwege de omvang van het plangebied, de lange doorlooptijd en de noodzaak van een onafhankelijke positie ten opzichte van andere (en onderling) concurrerende plannen, is een sterke trekker onmisbaar. Vooral ook omdat grote delen van dit plan moeten worden gefinancierd vanuit rode ontwikkelingen. Deze rode ontwikkelingen moeten onder de regie van de trekker van dit plan plaatsvinden. Voor de totstandkoming van het regionaal landschapspark is samenwerking tussen Maastricht,
Meerssen en Valkenburg voorwaarde; Maastricht neemt hiertoe het voortouw. Voor deze groene opgave is de instelling van een apart groenfonds onontbeerlijk. De revenuen uit het project (bijv. verbreding Limmel tot aan het kanaal), dienen direct ten goede te komen aan het project. Als deze motoren niet worden gezien als onderdeel van het project, wordt het project alleen een subsidie trekker en wordt de uitvoering onhaalbaar. De projectorganisatie dient voorts nauwe banden te hebben met het project Lightrail en P&R en het projectbureau A2 Maastricht. Alle veranderingen binnen het project A2 hebben direct gevolgen voor de bereikbaarheid en ontsluiting van de Landgoederenzone in zijn geheel. Daarnaast dient de op te richten ontwikkelingsmaatschappij goed gepositioneerd te worden. Gedacht kan worden aan het volgende organisatie model**:
Projectbureau Landgoederenzone Proces/programma management ( gem. Maastricht) Projectbureau A2 Maastricht* Gemeente Meerssen Gemeente Valkenburg Waterschap Roer en Overmaas Natuurbeschermingsorganisatie (Staatsbosbeheer) Landbouw Wijkvertegenwoordiger(s) Landgoedeigenaar Dienst Landelijk Gebied (adviseur en EHS realisatie) Gebiedscommissie Maastricht & Mergelland ** Provincie Limburg (adviseur)
OntwikkelingsMIJ Landgoederen Directeur vereniging landgoedeigenaren Gemeente Maastricht Gemeente Meerssen Andere risico dragende participanten Provincie Limburg
* Kruisbestuiving, een vertegenwoordiger van het projectbureau A2 in het projectbureau Landgoederenzone en omgekeerd als ook een vertegenwoordiger van het Projectbureau Landgoederenzone in het projectbureau A2. ** De gebiedscommissie benoemt de organisatie en bemensing. NB. Lightrail en P&R, met beide projectbureau’s dient een goede koppeling te zijn.
28 | Dienst Landelijk Gebied regio Zuid
7 Financiering De totale kosten van de realisering van het streefbeeld bedragen, zoals reeds eerder gesteld enkele 10 tallen miljoenen. Hiervan wordt slechts een klein gedeelte op dit moment gedekt. Dit is het gedeelte dat kan worden gefinancierd uit het ILG-budget. De volgende onderdelen uit het provinciale meerjarenprogramma spelen ook in de land-goederenzone en kunnen gekoppeld worden aan initiatieven/ projecten die in deze projectnota zijn genoemd : • Realisatie nieuwe natuur EHS in Zuid-Limburg door middel van verwerving/SAN/SN en de inrichting daarvan; • verwerving en inrichting “ extra “natuur middels saldobenadering; • uitvoering jaarplannen tbv realiseren en veiligstellen van leefgebieden voor belangrijke bedreigde soorten; • Inrichten/herstel SEF beken in EHS en POG; • Realisatie van faunavoorzieningen (wegen/ waterlopen, prov. wegen, gem. wegen en waterlopen); • Op basis van de gebleken probleemstoffen in Geul zal voor de meest urgente knelpunten in 2006 2 projecten worden opgestart : de waterbodem Geul, viswijvers en Kanjel zal moeten worden gesaneerd; • Financieel ondersteunen van 50 PMC’s voor opstellen van businessplannen / haalbaarheidsstudies; • Faciliteren van het proces gericht op initiatieven voor lokale inrichtingsplannen van gebieden tussen stedelijk en landelijk gebied; • Het stimuleren van kennisontwikkeling en aanjagen ontwikkelingen in karakteristieke gebouwen/cultureel erfgoed; • Optimalisatie verkavelingstructuur door stimulering vrijwillige kavelruil in samenhang met de opzet van een regionale grondbank;
Centrale Overheden (EU/Rijk/Provincie) Gemeente Waterschap* PPS Totaal
• Instandhouding en herstel van archeologisch waardevolle objecten en terreinen; • Realisatie van mensgerichte natuur; • Aangepaste landschapsontwikkeling rond 35 historisch waardevolle bouwwerken en openbare ruimten. De totale geschatte kosten van alleen de onderdelen uit het provinciale meerjaren programma staan in de tabel onderaan de pagina: Let wel dit zijn alleen de kosten van de projectdoelen die vallen onder PMJP ! De totale kosten van het gehele project zijn vele malen groter. Voor wat betreft het PMJP – gedeelte is aan de hand van de projecten/doelen een inschatting gemaakt van de kosten (op basis van normbedragen per eenheid). De kosten verdeling tussen de partijen is daarbij overgenomen uit het PMJP. • De kruisingen van de Geul met grote infrastructuur (A2, A79 en Julianakanaal) zijn opgenomen in het (rijks-)meerjaren programma ontsnippering. • Op dit moment wordt tevens onderzocht of er een interreg IV project kan worden opgestart. Hiertoe worden gesprekken gevoerd met enkele mogelijke deelnemers. • Bekeken moet worden of er ook financiering kan worden gevonden via enkele nieuwe rode ontwikkelingen. • Met de provincie moet worden overlegd hoeveel extra financiering kan worden gevonden van uit het coalitie akkoord. • Met het projectbureau A2 moet worden overlegd in hoeverre ideeën die van uit deze projectnota naar voren komen kunnen worden meegenomen.
bedrag (₠)
procent (%)
€ 7.123.580
55,35 %
€ 886.950
6,89 %
€ 4.390.000
34,11 %
€ 468.450
3,64 %
€ 12.868.980
100,00 %
* Kosten voor waterbodemsanering zijn p.m.
29 | Projectnota Landgoederenzone Maastricht / Meerssen
8 Grondverwervingstaakstelling Om het proces goed te laten verlopen is grondverwerving onontbeerlijk. Er dienen gronden te worden aangekocht voor de functie verandering en er dienen gronden te worden aangekocht als smeermiddel in het ruilproces. In dit project betreft het de volgende oppervlaktes :
hectares
EHS (verwerving en inrichting)
61 ha
Gronden langs Geul
21 ha
Mensgerichte natuur
25 ha
ruilhectares (smeermiddel ruilingen) 2% van 300ha
6 ha
Totaal
113 ha
Totaal te realiseren EHS binnen het plangebied • 164 hectare (105 middels verwerving en 59 hectare door derden), waarvan 61 hectare EHS nog te verwerven en inrichten; • de realisatie van 15 hectare “extra” natuur via de saldobenadering (zo mogelijk binnen het
plangebied); • 6,6 hectare (Noordwesthoek Geuldal) EHS verschuiven binnen het plangebied mogelijk; • 7 hectare Co (overig nieuwe natuur) binnen het plangebied; • 1,4 hectare EHS salderen in de regio Limburg.
30 | Dienst Landelijk Gebied regio Zuid
9 Hoe verder ? 9.1 Deelprojecten/akties Het project ligt in een van de zgn. kerngebieden van het coalitieprogramma ‘Investeren in Ruimte’.
Door de projectleider Landgoederenzone dienen in de volgende fase de volgende acties te worden ondernomen :
Actie
Betrokkenen
Economische dragers project Binnen alle betrokken gemeenten (mn. Maastricht) afstemming over de diverse belanghebbenden en economische dragers van het project.
Programma management project Landgoederenzone en gemeenten. Met name afstemmen met het WAP, ic. projectleider ‘Prachtwijken’
Afstemming met A2 projectbureau Alle projectonderdelen die (in)direct raakvlak hebben met het A2 project zeer goed afstemmen met projectbureau A2.
Programma management Landgoederenzone en projectbureau A2
Nadere invulling EHS en concretisering project Beneden Geuldal (w.o. evt. herbegrenzing EHS)
Programma management Landgoederenzone, Provincie Limburg, Gemeenten, Waterschap, Staatsbosbeheer, projectbureau A2, DLG,
Watersystemen Kanjel en Landgoedvijverbodems Ontsnippering Geuldal Concretisering ontwerp kruisingen met kanaal, A2, A79 en bedrijventerrein Weerterveld en kleinere ontsnipperingsmaatregelen (lokale wegen)
Waterschap, landgoedeigenaren Waterschap, Staatsbosbeheer, Rijkswaterstaat, Prorail, Provincie Limburg, Gemeenten, projectbureau A2, Dienst Landelijk Gebied
Concretisering ontwerp lokale wegen en recreatiepaden Onderwerpen zijn het opstellen van één concept en ontwerp Gemeenten, Landgoedeigenaren, Rijkswatervoor alle recreatiepaden en wegen als groene vinger diep de wijstaat ken/dorpen in en een concretisering van het afwaarderen van de huidige nog doorgaande wegen in het gebied. Concretisering ontwerp groene verbindingen binnen de landgoederenzone Het gaat hierbij om een combinatie van lanen en mensgerichte natuur (w.o. speelbos). Mogelijk dient dit deelproject gecombineerd te worden met ‘concretisering ontwerp lokale wegen en recreatiepaden.
Gemeenten, Landgoedeigenaren, Staatsbosbeheer, Dienst Landelijke Gebied
In aansluiting op revitalisering bedrijventerrein Beatrixhaven: Groene afronding en inpassing in het landschap. Hierbij onderzoeken of een meer natuurlijke grens (oude beukenlaan) op welke wijze kans van slagen heeft.
Gemeenten, Provincie
Haalbaarheidsstudie ontwikkelingsMIJ landgoederen Buisiness plan, PPS constructie, taken en verantwoordelijkheden, organisatievorm etc.
Landgoedeigenaren, Programma management Landgoederenzone
Verkennend onderzoek en ontwerp Onderste Herkenberg Verkenning verkaveling en nadere invulling begrip ‘Stadslandbouw’ Alle grondeigenaren in het landbouwgebied worden bevraagd op hun wensen m.b.t verkaveling, toekomst bedrijf, etc. Nadruk zal ook liggen op vragen rond de functie ‘Stadslandbouw’.
Gemeente, Staatsbosbeheer LLTB, Dienst Landelijk Gebied, projecleider Landgoederenzone
9.2 Kosten en subsidiering volgende fase Voor de PMJP doelen : EHS, SEF beken, verkaveling en business plan ontwikkelingsMIJ Landgoederenzone zijn in principe ILG-subsidies beschikbaar voor de volgende fase. Voor het wat betreft het business plan ontwikkelingsMIJ landgoederenzone moet nader worden overlegd met de provincie over subsidiabiliteit en de mate van geschiktheid voor het PMJP doel “product markt combinaties’ en de verwachtte bijdrage van andere partijen.
Het totale voorbereidingsbudget kan worden gebruikt om een integraal, concreter ontwerp van het gehele gebied te maken. Hierin kunnen ook wegen, recreatie paden en mensgerichte natuur worden opgenomen. Voor de concretisering van de plannen voor de revitalisering van bedrijventerreinen en archeologische monumenten is subsidiering van de voorbereiding via het ILG-budget niet mogelijk.
31 | Projectnota Landgoederenzone Maastricht / Meerssen
10 Bijlagen 10.1 Kaart prachtwijken
32 | Dienst Landelijk Gebied regio Zuid
10.2 Lijst met afkortingen Ha AEF beek BBL DLG DOP EHS EVZ GIS Gt IVN LLTB MER NBL NGE pMJP POG POL PPS RBON REVZ RWS SAN SMB SEF SN WRO
Hectares Beek met een Algemeen Ecologische Functie Bureau Beheer Landbouwgronden Dienst Landelijk Gebied Dorps Ontwikkelings Programma Ecologische Hoofd Structuur Ecologische Verbindings Zone Geografische Informatie Systemen Grondwatertrap Instituut Voor Natuurbeschermingseducatie Limburgse Land- en Tuinbouw Bond Milieu Effect Rapportage Natuurinrichting Buiten Landinrichting Nederlandse Grootte Eenheid Provinciaal Meer Jaren Programma Provinciale Ontwikkelingszone Groen Provinciaal Omgevings Plan Limburg Publiek Private Samenwerking Regeling beheersovereenkomsten en natuurontwikkeling Robuuste Ecologische Verbindings Zone Rijks Water Staat Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer Strategische Milieu Beoordeling Specifiek Ecologische Functie Subsidieregeling Natuurbeheer Waterschap Roer en Overmaas
10.3 literatuur • De vraag aan de markt • Nota Ruimte, deel 4 • Ontwikkelingsvisie Landgoederenzone Maastricht • Meerjarenprogramma ontsnippering • Meerssenhoven • Ambitie document A2 Maastricht • Verslag Ontwerpatelier ‘Verbrede Groenopgave A2’
Projectbureau A2 Maastricht Ministeries VROM, LNV,V&W en EZ
December 2006 Januari 2006
Buro Sant & Co Ministeries VWS, LNV en VROM Initiatiefnemer en SBB Projectbureau A2 Maastricht
Mei 2004 Mei 2004
Gemeente Maastricht
Februari 2007
Januari 2007
10.4 Parels van de Landgoederenzone van noord naar zuid Naam Monument 1. Meerssenhoven Kasteel 2. - Gebouwen/ Boerderij 3. Weerterhof Boerderij 4. - (directeursvilla) 5. Zonnevang Villa 6. Klein-Vaeshartelt Kasteel/villa 7. Groot-Vaeshartelt Kasteel 8. Kruisdonk Villa 9. Rothemermolen Watermolen 10. Grande Suisse Landhuis 11. Petite Suisse Villa
Tuin Vervallen baroktuin, in herstel tuin landschapstuin landschapstuin Landschapstuin Engels park, gerenoveerd tot modern lusthof, aangrenzend een vervallen sterrenbos Engelse tuin Aan molentak van de Geul Vervallen formele tuin Landschapstuin
33 | Projectnota Landgoederenzone Maastricht / Meerssen
12. Jeruzalem 13. Bethlehem 14. Severen 15. Geusselt 16. Withuishof
Kasteel Kasteel Kasteel Kasteel Boerderij
Landschapstuin Landschapstuin Landschapstuin (sport)park eromheen Landschapstuin
10.5 Huidige knelpunten Landschap, Natuur, Water en Recreatie : zie kader onder “infuus” en “netwerk en verbinding” Landbouw (bedrijven, ligging en grootte) : (bronnen: meitellingsgegevens en de gegevens uit de basisregistratie percelen over het jaar 2005, kadastrale gegevens: 2004. ) Ruim 20 bedrijven hebben gronden in het plangebied in gebruik. In het plangebied zelf liggen ongeveer 10 bedrijven. Hiervan heeft de helft gronden in het plangebied. Van de ruim 20 bedrijven welke grond in het gebied gebruiken, heeft ongeveer de helft een akkerbouwbedrijf. De andere helft zijn graasdieren gemengde bedrijven. De bedrijfsgrootte van de bedrijven met grond in het plangebied ligt gemiddeld op 85 NGE* . 48% van de bedrijven in het plangebied is groter dan 100 NGE. Dit geldt ook voor de gespecialiseerde melkveebedrijven met een gemiddelde van 115 NGE. Alle bedrijfstypen hebben gemiddeld genomen een redelijke omvang. 56% van de ondernemers is ouder dan 55 jaar. Dit is iets hoger dan het Nederlandse gemiddelde, waar 50% van de agrarische ondernemers ouder is dan 55 jaar.
Ongeveer 10 agrarische ondernemers hebben het bedrijf in het plangebed liggen. Niet al deze bedrijven hebben grond in het plangebied in gebruik. Het gemiddelde aantal NGE van deze bedrijven ligt op 32 NGE. 1 bedrijf is groter dan 70 NGE. 64 % van de ondernemers is ouder dan 55 jaar. Kort samengevat kleinere bedrijven met gemiddeld oudere ondernemers. • Verkavelingssituatie: Gemiddeld 13% van het productieareaal per bedrijf is huiskavel. Voor de melkveehouderij ligt dit percentage op 28%. Voor een melkveebedrijf wordt vaak aangegeven dat 50% van het productieareaal aan huis gesitueerd dient te worden. De verkavelingsituatie van de bedrijven in het gebied is slecht. Voor het ene bedrijfstype is dit belangrijker dan voor het ander bedrijfstypen. • Veel gronden zijn veldkavels in gebruik of eigendom voor ondernemers van buiten het plangebied.
* NGE staat voor Nederlandse grootte eenheid wat een rekeneenheid is om de economische betekenis aan te geven van een bedrijf. Op basis van het aantal NGE kan niet zomaar een conclusie worden getrokken met betrekking tot de levensvatbaarheid van een bedrijf. Agrarische bedrijven kunnen neveninkomsten hebben waardoor de economische situatie wijzigt. Van bedrijven groter dan 70 NGE wordt verwacht dat zij een gezonde landbouwonderneming zijn die in de toekomst een voortbestaan hebben. Steeds vaker wordt deze norm te laag gevonden en wordt 100 NGE als grens genomen.
34 | Dienst Landelijk Gebied regio Zuid
Colofon Integrale Projectnota Landgoederenzone Maastricht / Meerssen Een uitgave van Dienst Landelijk Gebied (DLG), Regio Zuid, vestiging Roermond maart 2008
Opdrachtgever Provincie Limburg
Redactieadres Dienst Landelijk Gebied Postbus 1237 6040 KE Roermond Telefoon: 0475-356756 Telefax: 0475-356777
Auteurs / Samenstellers Maarten Clercx Marjolein Frijlink Erik Kaptein
Werkgroep Voorzitter en projectleider Landschapsarchitect Provincie Limburg Provincie Limburg Provincie Limburg Gemeente Maastricht Gemeente Meerssen Projectbureau A2 Maastricht Gebiedscommissie Maastricht en Mergelland Gebiedscommissie Maastricht en Mergelland Water Landbouw Natuur en Milieu Natuur en Milieu Landgoedeigenaren Buurtvereniging/omwonenden
Dhr. M. Clercx (DLG) Mw. A. Herremans (DLG) Dhr. P. Voskamp (groen Maastricht & en Mergelland) Dhr L. Hoefnagels (landgoederen/beleid) Dhr. E. Meijs (gebiedsmanager) Dhr. E. Kaptein Dhr. E. Moonen (en S. van der Venne) Mw. S. de Jong Dhr. Magielsen (voorzitter gebiedscommissie) Mw. M. Frijlink (gebiedscoördinator DLG) Dhr. W. Pakbier, waterschap Roer en Overmaas Dhr. R. Smeets, LLTB Dhr. P. Roomberg, SBB Dhr. D. Sheperd, CNME Dhr. F. Wormer Dhr. M. Dupuits
Vormgeving Levi Hallmann (DLG Regio Zuid, vestiging Roermond)
Drukwerk ARS Grafisch, Roermond
35 | Projectnota Landgoederenzone Maastricht / Meerssen
36 | Dienst Landelijk Gebied regio Zuid