MEEr-groep Jaarverslag 2013
Stichting MEEr-groep
Jaarverslag 2013
1
MEEr-groep Jaarverslag 2013
2
MEEr-groep Jaarverslag 2013
Inhoud Voorwoord
5
2. Organisatieprofiel
7
2.1 Algemene identificatiegegevens
7
2.2 Organogram Stichting MEEr-groep
7
2.3 Juridische structuur
7
2.4 Resultaten, kerngegevens en kernactiviteiten 8
3. Bestuur, toezicht en bedrijfsvoering
11
3.1 Normen voor goed bestuur
11
3.2 Raad van Bestuur
11
3.3 Raad van Toezicht
11
3.4 Bedrijfsvoering
13
3.5.Cliëntenraad
14
3.6 Ondernemingsraad
14
4. Beleid, inspanningen en prestaties
17
4.1 Meerjarenbeleid MEE Utrecht, Gooi & Vecht
17
5. Jaarrekening 2013
31
5.1 Presentatie en consolidatie
31
5.2 Geconsolideerde balans per 31 december 2013 (na resultaatberekening)
32
5.3 Geconsolideerde resultatenrekening over 2013
33
5.4 Resultaten segment CVZ MEEr-groep en MEE Utrecht, Gooi & Vecht
34
5.5 Resultaten segment De Wilg
35
5.6 Resultaten segment AanZet
36
5.7 Aansluiting stichtingen met geconsolideerd resultaat
36
6. Adresgegevens
37
4.2 Algemeen beleid en prestaties MEE Utrecht, Gooi & Vecht 17 4.2.1 ACTIVITEITEN TOEGANG 19 4.2.2 BUURTTEAMS EN SOCIALE WIJKTEAMS19 4.2.3 MEE DIENSTVERLENING 19 4.2.4 PLUSACTIVITEITEN 20 4.4 Algemeen beleid en prestaties Reijer ter Burgh/AanZet
24
4.5 Algemeen beleid en prestaties De Wilg
25
4.6 Kwaliteitsbeleid MEE Utrecht, Gooi & Vecht
27
4.7 HRM-beleid
28
4.8 Toelichting resultaat 2013 MEEr-groep
29
3
MEEr-groep Jaarverslag 2013
4
MEEr-groep Jaarverslag 2013
Voorwoord Hierbij presenteren wij het jaarverslag van de Stichting MEEr-groep. In het jaarverslag beschrijven wij de belangrijkste beleidsuitgangspunten en resultaten in 2013. MEEdoen mogelijk maken, dat is de opdracht die de werkmaatschappijen van de MEEr-groep uitvoeren. Kernachtiger kan de dienstverlening niet verwoord worden. Deze dienstverlening maakt het voor veel mensen met een beperking mogelijk de regie over hun eigen leven te houden. In het jaardocument treft u de beschrijving en verantwoording aan van: De cliëntondersteuning van MEE Utrecht, Gooi & Vecht, gefinancierd vanuit de AWBZsubsidie MEE-organisaties. De vrijwilligersactiviteiten van De Wilg, gefinancierd vanuit de Wmo Utrecht. De cliëntondersteuning GGZ gefinancierd vanuit de Wmo Amersfoort. De plustaken gefinancierd vanuit gemeentelijke subsidie en onderwijs. Het verslagjaar 2013 werd gekenmerkt door versterking van het aantal activiteiten gericht op de transitie van de cliëntondersteuning naar de gemeenten per 1 januari 2015. In juni 2013 liet het College voor zorgverzekeringen (CVZ) weten dat de AWBZ subsidie voor MEE organisaties per 1 januari 2015 zal worden beëindigd. Daarmee is de overgang van de middelen voor cliëntondersteuning van MEE Utrecht, Gooi & Vecht naar de gemeenten met ingang van 1 januari 2015 een feit. Het verslagjaar werd dan ook gekenmerkt door en grote dynamiek. Vooruitlopend op de grote transities zagen we in 2013 de contouren ontstaan van ingrijpende veranderingen in het sociale domein. Twee dominante bewegingen werden daarbij zichtbaar. Enerzijds de beweging richting versterking van de basiszorg op buurtniveau, anderzijds de regie die gemeenten pakken bij de toegang tot zorg en cliëntondersteuning.
De activiteiten van de organisaties vallend onder de MEEr-groep bevinden zich in het hart van deze beweging. Cliëntondersteuning is voor mensen met een beperking juist in een tijd van grote veranderingen een belangrijke randvoorwaarde. Eigen regie, participatie en zelfredzaamheid zijn prima uitgangspunten en kunnen in belangrijke mate bijdragen aan de kwaliteit van leven, mits zorgvuldig en op maat uitgevoerd. Vrijwilligerswerk en het benutten van de deskundigheid van mensen zelf kunnen daar een belangrijke bijdrage aan leveren.
Toekomstperspectief De organisaties vallend onder de MEEr-groep staan in 2014 voor een grote uitdaging ten gevolge van de veranderingen in het sociale domein. De grote transities gaan gepaard met forse bezuinigingen gekoppeld aan het uitbreiden van de bevoegdheden van gemeenten en herinrichting van het sociale domein. De voorbereidingen hiertoe zullen in 2014 afgerond moeten zijn. Voor vrijwilligerswerk en de inzet van ervaringsdeskundigen biedt dit zeker kansen, mits gemeenten dit ook echt willen faciliteren. Cliëntondersteuning wordt ook door de wetgever gezien als een belangrijke functie in het kader van checks en balances in het nieuwe systeem. Ik bedank op deze plaats onze cliënten en samenwerkingspartners voor het vertrouwen dat men in 2013 in ons had. Ook bedank ik alle medewerkers en vrijwilligers voor hun deskundige en betrokken inzet voor onze cliënten. Utrecht, 20 mei 2014 Hans de Dreu algemeen directeur/bestuurder
5
MEEr-groep Jaarverslag 2013
6
MEEr-groep Jaarverslag 2013
2. Organisatieprofiel 2.1 Algemene identificatiegegevens Gegevens MEE Utrecht, Gooi & Vecht Rechtspersoon
Stichting MEEr-groep
Adres
Pallas Athenedreef 10
Postcode
3561 PE
Plaats
Utrecht
Telefoonnummer
030 264 22 00
KvK
Kamer van Koophandel Midden Nederland dossiernr. 30201744
Internetpagina
www.mee-ugv.nl
E-mail
[email protected]
2.2 Organogram Stichting MEEr-groep
2.3 Juridische structuur De Stichting MEEr-groep is de bestuursstichting van een drietal aangesloten zelfstandige rechtspersonen. Deze rechtspersonen zijn: 1. Stichting MEE Utrecht, Gooi & Vecht, die alle activiteiten uitvoert die vallen onder de AWBZ-subsidie MEE organisaties. 2. Stichting De Wilg, die met vrijwilligers vrijetijdsactiviteiten uitvoert voor mensen met een beperking, gefinancierd door een gemeentelijke subsidie. 3. Stichting AanZet (Reijer ter Burgh), die mensen binnen de GGZ van advies voorziet. Deze juridische ordening garandeert de scheiding van de financiering daar waar het de exploitatie betreft. De Stichting MEEr-groep biedt professionaliteit, efficiency en flexibiliteit om te kunnen aansluiten bij beleidsontwikkelingen en toekomstige financieringen.
7
MEEr-groep Jaarverslag 2013
Organisatorische structuur Het dagelijks bestuur van de Stichting MEErgroep werd in 2013 uitgeoefend door de heer J.M. (Hans) de Dreu, algemeen directeur/bestuurder. De Raad van Toezicht kent zeven leden en werkt conform de actuele landelijke Governancecode. Alle ondersteunende functies zijn gegroepeerd in de MEEr-groep. De algemeen directeur/bestuurder van de MEErgroep geeft leiding aan de regiomanagers van MEE Utrecht, Gooi & Vecht, aan de operationeel directeur van De Wilg, aan de manager ondersteunende diensten, de directiesecretaris, het directiesecretariaat, de business controller en de ambtelijk secretaris van de Ondernemingsraad.
Personeel De volgende tabel geeft diverse cijfers op personeelsgebied. 2013
2012
2011
249
296
281
Aantal fte (jaareinde)
181,2
220,59
209,7
Gemiddelde aantal fte
186,61
220,30
215,71
Aantal mensen in dienst
5
29 (65)
34
Aantal mensen uit dienst
19
19 (38)
33
7,6%
12,22%
2,85%
7,4% (12,7%) 2,72%
47
46
45
Omschrijving Werknemers in dienst (jaareinde)
Verloop percentage
2.4 Resultaten, kerngegevens en kernactiviteiten
Ziekteverzuimpercentage
Aantal cliënten, diensten en opbrengsten 2013 De ondersteuning van het aantal cliënten is in 2013 toegenomen ten opzichte van 2012. In dit jaar werden 3.043 nieuwe cliënten ingeschreven. Daarnaast deden 4.920 bij ons bekende cliënten opnieuw een beroep op de dienstverlening van MEE. Voor de reguliere cliëntondersteuning bedroeg het totaal aantal geholpen cliënten in 2013 7.963. Dit betekent een stijging van 1,2% vergeleken met 2012.
Percentage vrouwen
83,53%
83,11%
83,70%
Percentage mannen
16,47%
16,89%
16,30%
Gemiddelde salariskosten per fte
€54.371
€53.527
€51.281
Diensten 2013 Uiteindelijk werden in 2013 12.981 reguliere diensten gerealiseerd. Dit betekent een stijging van 4% in vergelijking met 2012. Het aantal gerealiseerde cursussen en trainingen met een totaal van 379 was gering lager dan in 2012.
8
Gemiddelde leeftijd
4,7%
De cijfers tussen haakjes zijn de aantallen met stagiaires.
Regionale partners MEE Utrecht, Gooi & Vecht werkt samen met een groot aantal organisaties. Met een aantal daarvan zijn specifieke overeenkomsten aangegaan. Zo is met de gemeenten een samenwerkingsovereenkomst afgesloten. Het gaat daarbij om activiteiten op het terrein van Jeugd en Gezin en de Wmo-prestatievelden. Verder zijn er convenanten met gemeenten op het gebied van tweedekans beleid en huiselijk geweld. In een aantal gemeenten levert MEE Utrecht, Gooi & Vecht medewerkers ten behoeve van de dienstverlening in het Wmo-loket.
MEEr-groep Jaarverslag 2013
Kernactiviteiten MEE Utrecht, Gooi & Vecht MEE Utrecht, Gooi & Vecht stelt zich ten doel: het zonder winstoogmerk (doen) uitoefenen en (doen) bevorderen van cliëntondersteuning in de meest uitgebreide zin ten behoeve van mensen met een beperking en hun mantelzorgers. Dit doet MEE door onder meer:
het oprichten en in stand houden van organisaties voor informatie, voorlichting, advies en cliëntondersteuning ten behoeve van mensen met een beperking en chronisch zieken; het onderhouden van relaties en het samenwerken met personen en instellingen werkzaam op het terrein van welzijn en zorg; het signaleren van de behoefte aan, en het zo nodig initiëren van nieuwe activiteiten, die kunnen bijdragen tot een beter functioneren in sociaal en maatschappelijke zin.
Werkgebied Het werkgebied van MEE Utrecht, Gooi & Vecht omvat de provincie Utrecht en de regio Gooi en Vechtstreek van de provincie Noord-Holland. Het ging daarbij in 2013 om in totaal 36 gemeenten. Het primaire proces wordt uitgevoerd vanuit een vijftal regio’s: Stad Utrecht, Zuidwest Utrecht, Zuidoost Utrecht, Amersfoort e.o. en ‘t Gooi e.o. De regio’s worden aangestuurd door een regiomanager met een integrale managementverantwoordelijkheid. Financiering kerntaken De kernactiviteiten van MEE Utrecht, Gooi & Vecht worden uitgevoerd op basis van de AWBZsubsidieregeling MEE-organisaties. Hieronder vallen de individuele taken, de maatschappelijke taken en Integrale Vroeghulp.
Figuur 2 - Regio- en teamindeling MEE Utrecht, Gooi & Vecht
9
MEEr-groep Jaarverslag 2013
Kernactiviteiten De Wilg De Wilg heeft als doel het ontwikkelen van vrijetijdsactiviteiten voor mensen met een verstandelijke beperking en hen te ondersteunen bij de participatie in de samenleving. Zij ondersteunt en adviseert ook andere organisaties die dit willen doen. De Wilg tracht dit doel onder andere te bereiken door het in dienst nemen van professionals, het toerusten van vrijwilligers en het verwerven en beheren van materiële middelen en onroerende zaken die voor de opzet en voortgang van het werk noodzakelijk zijn. Het werkgebied van De Wilg omvat de gemeente Utrecht en diverse in de provincie Utrecht gelegen gemeenten. Kernactiviteiten AanZet/Reijer ter Burgh Reijer ter Burgh is een centrum voor informatie & advies geestelijke gezondheid en voert de activiteiten van AanZet uit. Het biedt mensen met een psychische/psychiatrische beperking onafhankelijke ondersteuning bij het vinden van de juiste hulp en voorzieningen op het gebied
10
van wonen, zorg, welzijn, vervoer, geld, inkomen, dagbesteding, werk en persoonsgebonden budget. Daarnaast ondersteunt Reijer ter Burgh mensen in het voeren van de eigen regie met als doel de zelfredzaamheid en participatie te bevorderen. Reijer ter Burgh heeft een specifieke meerwaarde voor mensen met een psychische/psychiatrische beperking die het zonder ondersteuning niet redden. Deze meerwaarde komt tot uiting in de cliëntgestuurde dienstverlening en het professionele karakter daarvan. Reijer ter Burgh staat voor onafhankelijkheid, werken vanuit cliëntperspectief en ondersteuning op maat.
MEEr-groep Jaarverslag 2013
3. Bestuur, toezicht en bedrijfsvoering 3.1 Normen voor goed bestuur Als basis voor goed bestuur worden de uitgangspunten van de MEECode gevolgd, die gebaseerd zijn op de Zorgbrede Governance code. De MEECode stelt kwaliteitseisen aan de leden. Belangrijk daarbij is dat de MEECode moet waarborgen dat de leden zich maatschappelijk verantwoorden en de beoogde kwaliteitseisen realiseren. De MEECode is een actief instrument voor de aangesloten MEEorganisaties: om elkaar aan te spreken, om aangesproken te worden en voor zelfreflectie. Het naleven van de MEECode wordt periodiek getoetst door een visitatiecommissie.
3.2 Raad van Bestuur Het dagelijks bestuur van de MEEr-groep wordt gevormd door de Raad van Bestuur en wordt in dit geval uitgevoerd door de directeur/bestuurder. De bezoldiging van de bestuurder is conform de Beloningscode van de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in de Zorg (NVTZ).
3.3 Raad van Toezicht De Raad van Toezicht van de Stichting MEErgroep oefent toezicht uit op de Stichting MEErgroep en de daar onder vallende stichtingen MEE Utrecht, Gooi & Vecht, De Wilg en AanZet/Reijer ter Burgh. Uitgangspunt bij de taakvervulling door de Raad van Toezicht is de statutaire doelstelling van de stichtingen. De concretisering hiervan in de jaarplannen van de stichtingen met gedefinieerde te behalen resultaten, evenals de begrotingen, bieden concrete criteria voor het toezicht en voor de beoordeling van de bestuurder. Daarbij zijn positionering van de stichtingen, de kwaliteit van dienstverlening, de soliditeit van de bedrijfsvoering en, als onderdeel daarvan, de beheersing van risico’s in brede zin, de centrale aandachtspunten.
In 2013 is door de Raad van Toezicht in overleg met de bestuurder een Toezichthoudend kader vastgesteld waarin naast voornoemde zaken ook organisatieontwikkeling en stakeholderbeleid als aandachtspunten zijn gemarkeerd. In de tweede helft van 2013 is bekend geworden dat de subsidiëring vanuit het ministerie van VWS van de MEE-organisaties wordt beëindigd. Het voornemen van de beleidsmakers is – met de invoering van de nieuwe Wmo – het bedrag van deze subsidie vanaf 2015 over te hevelen naar het gemeentefonds. De Raad van Toezicht heeft in 2013 nauwlettend de ontwikkeling van dit beleid gevolgd – de beleidsontwikkeling is uitgemond in de vastlegging van bestuurlijke afspraken tussen VWS, VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) en MEE Nederland over de transitie van de cliëntondersteuning vanaf 2015. Deze bestuurlijke afspraken bieden een kader voor de toekomstige positionering van MEE Utrecht, Gooi & Vecht. De Raad van Toezicht heeft – ingegeven door de voornoemde politieke en maatschappelijke ontwikkelingen in het kalenderjaar – bij de bestuurder veelvuldig gepleit voor het aangaan en ontwikkelen van relaties met de gemeenten in het werkgebied. In de laatste vergadering van 2013 met de bestuurder heeft de Raad van Toezicht kunnen constateren dat deze relaties er zijn en goed onderhouden worden. De Raad van Toezicht is over voornoemde beleidsontwikkeling gedurende het jaar steeds geïnformeerd door de bestuurder en door schriftelijke informatie vanuit MEE Nederland. In oktober 2013 bezocht een delegatie van de Raad van Toezicht met de bestuurder een door MEE Nederland belegde bijeenkomst over de transitie van de cliëntondersteuning naar de Wmo. Voortdurend heeft de Raad in de gesprekken met de bestuurder aandacht besteed aan de betekenis van deze voorgenomen transitie voor de portfolio aan dienstverlening, de organisaties van de stichtingen, de continuïteit van de organisaties en de samenhang van de MEErgroep als geheel.
11
MEEr-groep Jaarverslag 2013
Kortom, strategieontwikkeling stond in 2013 prominent op de agenda van het overleg tussen de bestuurder en de Raad van Toezicht. Ten behoeve van een zo breed mogelijke oriëntatie hierop, nam een delegatie van de Raad van Toezicht op 12 maart 2013 deel aan een bijeenkomst van de bestuurder en medewerkers van MEE Utrecht, Gooi & Vecht over de implementatie van de meerjarenstrategie. In de vergadering van de Raad van Toezicht en bestuurder van december 2013 is de inzet van adviesbureau Berenschot besproken bij de beantwoording van de vraag: “Wat zijn de opties van MEE Utrecht, Gooi & Vecht om cliëntondersteuning te organiseren onder het Wmo-regime?” In 2013 is de samenwerking van de MEEr-groep op ICT-vlak met MEE Amstel en Zaan en MEE Noordwest-Holland vorm gegeven. De basis daarvoor vormde een shared service center. De samenwerking greep, en grijpt, niet in op de deelnemende rechtspersonen.
Samenstelling Raad van Toezicht Samenstelling Raad van Toezicht De heer J.C. de Cocq van Delwijnen De heer P.A.M. Kemme Mevrouw M. Jansen Mevrouw T.P.J.A. van den Heuvel De heer H.W.A. Sterenborg De heer L. Euser De heer P. Ploegsma
Voorzitter Lid Lid, vicevoorzitter Lid Lid Lid Lid
In 2013 hebben zich geen wijzigingen voorgedaan in de bezetting van de Raad van Toezicht. Leden van de Raad van Toezicht worden benoemd voor een periode van vier jaar en kunnen conform de statuten tweemaal herbenoemd worden. De auditcommissie bestaat uit de heer H.W.A. Sterenborg (voorzitter), de heer P.A.M. Kemme en de heer P. Ploegsma. De 12
remuneratiecommissie bestaat uit de leden de heer J.C. de Cocq van Delwijnen en mevrouw M. Jansen. In 2013 hebben de leden van de Raad van Toezicht een bezoldiging ontvangen conform de richtlijnen van de NVTZ, ‘Honorering van Raden van Toezicht van Zorginstellingen’ (NVTZ, 2009). In de vergadering van 26 februari 2013 is besloten de door de NVTZ opgegeven indexering 2013 van de honorering van Raden van Toezicht niet toe te passen. De Raad van Toezicht laat zich over de stand van zaken en voortgang bij Stichting MEE Utrecht, Gooi & Vecht, Stichting De Wilg en Stichting AanZet informeren door de bestuurder. Dit gebeurt mede aan de hand van een aantal geregeld terugkerende rapportages, zoals de kwartaalcijfers over de geleverde dienstverlening en de financiële resultaten, en notities over specifieke onderwerpen. Een belangrijke informatiebron is verder de accountant. De auditcommissie van de Raad van Toezicht besprak op 23 april 2013 het Jaarverslag 2012 van de MEEr-groep en het Accountantsverslag 2012 met de accountant. In de aansluitende vergadering van 13 mei gaf de Raad van Toezicht goedkeuring aan de jaarrekening en het jaarverslag 2012. Op de vraag van de accountant aan de raad of er vermoedens zijn van frauduleuze handelingen in de stichtingen binnen de MEEr-groep is door de raad geantwoord dat dit vermoeden niet bestaat. Ook in het contact met de medezeggenschap verkrijgt de Raad van Toezicht informatie over de organisatie. De Raad van Toezicht is ten minste aanwezig bij een overlegvergadering van zowel de Cliëntenraad als de Ondernemingsraad met de bestuurder. In 2013 vonden deze gecombineerde vergaderingen plaats in november. In de vergaderingen tussen de bestuurder en de Raad van Toezicht is in 2013 een agendaplanning gevolgd – nader benoemde onderwerpen gekoppeld aan enige vergadering gedurende het kalenderjaar - aangevuld met onderwerpen uit
MEEr-groep Jaarverslag 2013
de jaarcyclus. In 2013 is tevens een agendaplanning voor de werkzaamheden van de auditcommissie vastgesteld. Medio 2013 hield de Raad van Toezicht onder begeleiding van een extern deskundige een zelfevaluatie. De externe deskundige bereidde de evaluatiebijeenkomst voor met een voorafgaand bezoek aan de raad tijdens een reguliere vergadering en met telefonische interviews met de individuele leden van de Raad van Toezicht. Het verslag van de zelfevaluatie is in de aansluitende vergadering van de Raad van Toezicht besproken en vastgesteld. Door de remuneratiecommissie wordt jaarlijks het functioneren van de bestuurder in het afgelopen jaar besproken en wordt beoordeeld of deze aan de verwachtingen heeft voldaan. In februari 2013 vond een gesprek plaats tussen de remuneratiecommissie en de bestuurder. Het gespreksverslag is in de aansluitende vergadering van de Raad van Toezicht besproken en vastgesteld. Medio 2013 heeft de remuneratiecommissie gesproken met de bestuurder over de voortgang en realisatie van een aantal voor 2013 vastgestelde doelen. Met grote regelmaat werd tijdens vergaderingen van de Raad van Toezicht met de bestuurder gesproken over: De kwartaalrapportage, inclusief een exploitatie- en resultaatsprognose, een liquiditeitsprognose en een tussenbalans. De uitstaande actiepunten en de voortgang ten aanzien van de doelstellingen in het jaarplan 2013. De voorbereiding op afnemende VWSsubsidie; alternatieve dienstverlening door MEE Utrecht, Gooi & Vecht. Organisatieontwikkeling en personeelsbeleid. De risicoanalyse en risicobeheersing. Samenwerkingsverbanden met overige MEE-organisaties. Afrekening AWBZ-pakketmaatregel. De toekomst van MEE als landelijke organisatie en de implicaties van scenario’s voor de Stichting MEE Utrecht, Gooi & Vecht.
Goedkeuringsbesluiten in 2013 door de Raad van Toezicht: Goedkeuring jaarrekening van de Stichting MEEr-groep over 2012. Ten aanzien van de jaarrekening over 2012 verleende de Raad van Toezicht decharge aan de bestuurder. Goedkeuring van statutenwijziging Beheerfonds. Goedkeuring van de begrotingen 2014 van de stichtingen MEE Utrecht, Gooi & Vecht, De Wilg en AanZet. Goedkeuring aan de jaarplannen 2014 van de stichtingen MEE Utrecht, Gooi & Vecht, De Wilg en AanZet.
3.4 Bedrijfsvoering Planning & controlecyclus Transparant, beheersbaar en reconstrueerbaar zijn belangrijke uitgangspunten voor de bedrijfsvoering bij de MEEr-groep en aangesloten werkmaatschappijen. Elk jaar wordt in november de begroting opgesteld. Voorafgaande aan de begroting wordt in juni door een werkgroep van management en staf een kaderbrief opgesteld met daarin richtlijnen en doelstellingen voor het jaarplan en de begroting. Maandelijks wordt een managementrapportage opgesteld. De rapportage omvat enerzijds een vergelijking tussen de begrote productie en de realisatie hiervan, en anderzijds de inkomsten daaruit en de uitgaven. Binnen MEE Utrecht, Gooi & Vecht leggen de regiomanagers hierover per kwartaal verantwoording af aan de bestuurder. Indien nodig worden aanvullende afspraken gemaakt over het uitgavenpatroon en/of de te realiseren productie. De hierboven beschreven planning en controlecyclus draagt bij aan een goede risicobeheersing.
Informatie over de bedrijfsvoering aan de Raad van Toezicht De Raad van Toezicht wordt vier keer per jaar geïnformeerd over de kwartaalexploitatie en de jaarprognose. Tevens ontvangt de Raad van 13
MEEr-groep Jaarverslag 2013
Toezicht jaarlijks een managementletter, opgesteld door de accountant, met daarin tussentijdse bevindingen over de administratieve organisatie. De bestuurder geeft als commentaar in de managementletter aan hoe hij de bevindingen en adviezen van de accountant verwerkt in zijn bedrijfsvoering. De begroting wordt jaarlijks in december ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Toezicht.
3.5. Cliëntenraad De Cliëntenraad bestaat uit cliënten en ouders van cliënten van MEE. Op dit moment heeft de cliëntenraad 6 leden. De Cliëntenraad komt 7 keer per jaar bijeen, waaronder een paar keer met de bestuurder. De Cliëntenraad is betrokken bij de ontwikkelingen, werkwijze en nieuw beleid. Er is gelegenheid om vanuit het perspectief van de cliënt open en kritisch mee te praten en te reageren. De Cliëntenraad bekijkt de ontwikkelingen bij MEE vanuit het begrip ‘kwaliteit van leven’. Dit is uitgewerkt in verschillende aandachtsgebieden: Zeggenschap, Veiligheid, Individuele ondersteuning, Financiering, Politieke ontwikkelingen, Respect, PR, Contacten en Inclusie. Deze onderwerpen zijn verdeeld onder de leden. In 2013 is de Cliëntenraad geïnformeerd over de werkwijze Sociale NetwerkStrategieën, die uit gaat van de eigen kracht van de cliënt en zijn omgeving. De Cliëntenraad is enthousiast over deze werkwijze en heeft aandacht gevraagd voor het waarborgen van veiligheid en respect in het eigen netwerk van de cliënt.
Lunchbijeenkomst In september heeft de Cliëntenraad een lunchbijeenkomst georganiseerd voor de consulenten. Hierin heeft de Cliëntenraad haar concept ’kwaliteit van leven’ toegelicht. Middels een kaartspel met verschillende onderwerpen, ging men twee aan twee met elkaar in gesprek over wat je belangrijk vindt in het leven. Wat daarbij opviel is dat consulent, los van wel of geen beperking, dezelfde kwaliteit van leven wil. 14
Met daarbij o.a. de begrippen: Veiligheid, Respect en Inclusie.
Toekomst MEE en de Wmo Vanzelfsprekend volgt de Cliëntenraad de transitie van MEE naar de Wmo en de wijkteams. In dat kader heeft de Cliëntenraad een gesprek gehad met een projectleider van de gemeente Utrecht. De Cliëntenraad heeft aangeven wat de kracht van MEE is voor cliënten; laagdrempeligheid, deskundigheid, uitgaan van behoeften van cliënten, deskundigheid van MEE in Wmo-loket, gevoel van veiligheid/persoonlijk contact (vaste contactpersoon). De Cliëntenraad vindt het van groot belang dat dit gewaarborgd wordt.
3.6 Ondernemingsraad Medezeggenschap De medezeggenschap binnen de Stichting MEErgroep is als volgt georganiseerd. MEE Utrecht, Gooi & Vecht en de bestuursstichting MEErgroep hebben kiesgroepen van waaruit afgevaardigden in de ondernemingsraad deelnemen. Stichting AanZet heeft door haar kleine omvang geen medezeggenschap. Bij Stichting De Wilg is medezeggenschap geregeld via een personeelsvergadering. Verkiezingen Om de 3 jaar worden verkiezingen gehouden voor de 9 leden van de ondernemingsraad. Dat gebeurde in oktober. Er meldden zich 12 kandidaten. De 2 kandidaten voor de MEEr groep/Ondersteunende diensten werden automatisch gekozen omdat er evenveel kandidaten als zetels waren. Voor MEE Utrecht, Gooi & Vecht was een stemming nodig. Er waren 10 kandidaten voor 7 zetels. De uitkomst van een stemming op 17 oktober gaf aan wie hiervoor in aanmerking kwam. De opkomst was 75%. De nieuwe ondernemingsraad is op 28 oktober van start gegaan voor een periode van 3 jaar.
MEEr-groep Jaarverslag 2013
Advies In juni is advies gegeven over de reorganisatie van secretariaten, administratie en team communicatie en informatievoorziening. Instemming Op de volgende voorstellen voor verandering is instemming gegeven: in januari over het arbojaarplan 2013, in januari over het opleidingsjaarplan 2013, in mei over het alcohol- en drugsbeleid, in september over de handleiding voor R&Ogesprekken. In 2013 is de ondernemingsraad 21 keer in vergadering bijeen geweest. Dat was 11 keer voor onderling beraad (de OR-vergadering), 9 keer voor een overlegvergadering met de bestuurder en 1 keer voor een overlegvergadering over de algemene gang van zaken met de bestuurder en een delegatie van de Raad van Toezicht. In mei en juni hield de ondernemingsraad achterbanbijeenkomsten in Utrecht, Amersfoort en Hilversum. Deze werden bezocht door 35-40 collega’s. Hieruit sprak een grote betrokkenheid van eenieder bij zaken die te maken hebben met werkgelegenheid, communicatie en de behoefte aan een heldere visie en toekomstperspectief. In de 1e helft van het verslagjaar zijn 2 nieuwsbrieven verspreid. In de 2e helft is bericht over zaken die met de verkiezingen van doen hadden.
15
MEEr-groep Jaarverslag 2013
16
MEEr-groep Jaarverslag 2013
4. Beleid, inspanningen en prestaties 4.1 Meerjarenbeleid MEE Utrecht, Gooi & Vecht De missie waarop het meerjarenbeleid van MEE Utrecht, Gooi & Vecht is gebaseerd, kan kort en krachtig worden samengevat in het statement:
MEE maakt meedoen mogelijk Het meerjarenbeleid is gebaseerd op de uitgangspunten van het in 2012 vastgestelde Strategisch meerjarenplan 2013 / 2015. Hierin stellen we dat de dienstverlening van MEE vooral waarde oplevert voor burgers met een beperking die een complexe en meervoudige vraag hebben. De deskundigheid en expertise van MEE creëert meerwaarde, zowel op het terrein van kwaliteit van leven als maatschappelijk in de zin van het beperken van de maatschappelijke kosten. Het gaat dan vooral om burgers met een beperking die bovengemiddelde en samenhangende problemen hebben met participeren op verscheidene levensgebieden en die hun problemen niet zelf of met hulp van hun sociale netwerk kunnen oplossen. In 2013 werd de vraag naar de positionering van onze dienstverlening steeds relevanter. In een groot deel van ons werkgebied richten gemeenten het sociale domein opnieuw in. Daarbij wordt in ons werkgebied breed gekozen voor het versterken van de buurtgerichte basiszorg, en in mindere mate voor een publieke inrichting van de toegang tot het sociale domein. In beide gevallen is een generalistische aanpak het vertrekpunt. Specifieke deskundigheid wordt daarbij vaak gezien als aanvullend en niet als vertrekpunt. Dit heeft uiteindelijk geleid tot een accentverschuiving in ons meerjarenbeleid, door meer in te steken op de verbinding van onze deskundigheid in en om de nieuwe basisstructuur dan een positionering als
specialist. Die verschuiving zien we dan ook terug in de resultaten over 2013. Het jaarplan wordt uitgevoerd door de regioteams, ondersteund door beleidsmedewerkers en teamcoaches en aangestuurd door het management. Drie maal per jaar wordt de productie en de financiële stand van zaken beoordeeld. Eens per jaar wordt het Strategisch Beleidsplan getoetst, evenals het lopende Jaarplan/opleidingsjaarplan. Bij toetsing en evaluatie van Strategisch Beleidsplan en Jaarplan worden aanpassingen en verbeteringen aangebracht om de werkuitvoering resultaatgericht te houden en realistisch te plannen.
4.2 Algemeen beleid en prestaties MEE Utrecht, Gooi & Vecht Algemeen Ons streven is en blijft om de meest kwetsbare mensen met een beperking te laten meedoen in de samenleving. De financiële middelen voor de transities AWBZ, Jeugd, de participatiewet en de onafhankelijke cliëntondersteuning worden in 2015 gedecentraliseerd naar de gemeenten. Door te anticiperen op de nieuwe werkelijkheid van onze cliënten en partners in het veld, zorgen we er samen voor dat de ervaringen en kennis van afgelopen jaren zo goed mogelijk wordt gebruikt. Sociale NetwerkStrategieën Het afgelopen jaar is er een verandering in denken en doen op gang gekomen bij consulenten om te werken vanuit Sociale NetwerkStrategieën. De visie van waaruit we werken wordt als een grote meerwaarde gezien. Het netwerk wordt vanaf de start uitgenodigd om mee te denken. Zij maken zelf (in plaats van de professional) een plan om het probleem op te lossen. Naast de oplossingen die uit het netwerk komen, kan nog altijd de professional ingezet worden. Er is duidelijke afstemming wie wat doet. MEE coördineert en begeleidt het proces, is facilitator. De cliënt wordt zoveel mogelijk 17
MEEr-groep Jaarverslag 2013
gestimuleerd zich bewust te zijn van zijn situatie en zelf verantwoordelijkheid te dragen. Zo versterkt de burger zijn eigen kracht. Cliënten beoordelen de werkwijze positief, blijkt uit een cliënt waarderingsonderzoek tussen januari en juli 2013. De waardering stijgt van het schoolcijfer 7,3 naar 8,4 als de cliënt heeft aangegeven dat zijn netwerk daadwerkelijk deelgenomen heeft. In 2013 zijn de contacten in de eerste lijn in veel gemeenten versterkt. De ontwikkeling van buurt- en wijkteams wordt door de meeste gemeenten als goede mogelijkheid gezien om thema’s als integraal werken, dicht bij de burgers en participatiebevordering vorm te geven. MEE neemt in 2013 al in diverse gemeenten deel in (pilots voor) wijk- en buurtteams. We onderzoeken mogelijkheden om de samenwerking met vrijwilligers en ervaringsdeskundigen verder te ontwikkelen.
Figuur 3 - Cliënten en cliëntvragen van MEE Utrecht, Gooi & Vecht in 2013 18
MEEr-groep Jaarverslag 2013
4.2.1 ACTIVITEITEN TOEGANG Wmo-loketten In ’t Gooi werken we in veel Wmo-loketten. We zijn met Wijdemeren in gesprek over de start van een pilot waarbinnen wordt onderzocht welke kennis en vaardigheden de gemeenteconsulenten nodig hebben om de vragen van mensen met een beperking adequaat te kunnen beantwoorden. Om dat te onderzoeken participeren we in het Wmo team en laten we zien via welke werkwijze MEE met een cliënt in gesprek gaat. Zo ontstaat een beeld wat binnen de gemeente nog moet worden ontwikkeld en welke vragen bij het gemeentelijk loket beantwoord moeten of kunnen worden. In de gemeente Ronde Venen neemt MEE deel aan twee pilots Toegang. Doel is één aanpak voor de hele gemeente. In Bussum wordt onderzocht of MEE kan aansluiten bij het ‘kernteam’, het team dat de casussen oppakt waarop vanuit het Wmo-loket niet direct een antwoord kan worden geformuleerd. In Hilversum wordt onderzocht hoe de kennis geborgd blijft, bijvoorbeeld door te participeren in een proeftuin. In Houten neemt MEE deel aan het Sociaal Loket Houten om kennis te delen over mensen met een beperking.
4.2.2 BUURTTEAMS EN SOCIALE WIJKTEAMS De kennis en expertise van de MEE-consulenten (generalistische en integrale benadering) is een waardevolle aanvulling in buurt- en/of wijkteams. In de teams werken professionals en ervaringsdeskundigen vanuit diverse organisaties samen. In 2013 is het aantal buurtteams in de gemeente Utrecht uitgebreid naar twee buurtteams jeugd & gezin en twee buurtteams sociaal voor sociaal kwetsbare burgers (volwassenen). In 2013 waren zes consulenten van MEE werkzaam in de Utrechtse buurtteams. In Amersfoort zijn in 2013 vijf wijkteams voor jeugd en/of volwassenen en twee steun- en informatiepunten gestart. Zes medewerkers van MEE werken in de wijkteams in Amersfoort. We nemen deel aan alle vier de Wijkteams Veens in Veenendaal. In de Pilot wijkteams jeugd Veenendaal zijn twee consulenten
vertegenwoordigd. In het Lokaal ambulant team in Rhenen doen twee consulenten mee. In het Dorpsteam+ van gemeente Utrechtse Heuvelrug werken twee consulenten. Het Dorpsteam richt zich nu nog op jeugd tot 23 jaar. In 2014 is een uitbreiding naar alle leeftijden gepland en uitbreiding naar Driebergen. Ook in het Sociaal Team Bunnik werken MEE-consulenten. In de gemeente Vianen nemen we deel aan een pilot ‘Sociaal team’ om te komen tot een gekantelde aanpak. In de gemeente Stichtse Vecht maken we deel uit van een innovatieve pilot ‘Probleem Gerichte Aanpak’, om het netwerk van de overlast gevende jeugd te betrekken in de aanpak.
4.2.3 MEE DIENSTVERLENING Ervaringsdeskundigheid In 2013 startte het inloopspreekuur ‘voor en door mensen met een beperking’, in ‘t Gooi. Via het Infocentrum hebben ervaringsdeskundigen (mensen met een beperking of mantelzorgers) contact met cliënten, als aanvulling op de dienstverlening van de consulent van MEE. Cliënten delen andere informatie met de ervaringsdeskundigen. Het contact vergemakkelijkt voor cliënten de weg naar professionele zorg. De ervaringsdeskundigen hebben een zinvolle dagbesteding en leren nieuwe vaardigheden. Het Gesprek MEE is in Zeist projectleider geweest voor pilot Het Gesprek. Binnen de pilot is een methodiek ontwikkeld voor gekantelde ‘brede’ vraagverheldering (het keukentafelgesprek). Voor toegang tot maatschappelijke ondersteuning en Wmo-voorzieningen gaan gemeenten gekanteld werken. Dat houdt in dat door brede vraagverheldering de eigen kracht van burgers en hun sociale netwerk veel aandacht krijgt. Het accent is gelegd op gespreksvoering met burgers die complexe of meervoudige vragen hebben. De ontwikkelde methodiek zal medio 2014 verder in Zeist worden geïmplementeerd. De pilot Het Gesprek is door het ministerie van VWS verkozen tot een van de landelijke voorbeeldprojecten voor de samenwerking tussen MEE en de gemeenten. 19
MEEr-groep Jaarverslag 2013
Movisie heeft in dat kader een praktijkbeschrijving opgesteld van de pilot, die door de VNG is gepubliceerd.
MEE werkwinkel www.meewerkwinkel.nl is een website die een landelijk dekkend overzicht geeft van de mogelijkheden voor betaald (vacatures binnen het vrije bedrijf en sociale werkvoorziening) en onbetaald werk (geïndiceerde dagbesteding) voor mensen met een beperking. Vraag en aanbod worden op een interactieve website aan elkaar gekoppeld. MEE werkwinkel geeft cliënten een goed overzicht van werkplekken; door gerichte zoekcriteria kunnen zij vinden wat bij hen past. Sollicitatiebegeleiding Voor werkzoekenden met een beperking startte halverwege 2013 het inloopspreekuur voor sollicitatiebegeleiding. Het inloopspreekuur is een concrete en praktische manier om mensen met een beperking beter voor te bereiden op participatie op de arbeidsmarkt en het vinden van werk.
sociale leven deel te nemen. Een eenmalige subsidie van maximaal 500 euro voor een activiteit die past in de latent aanwezige ‘passie’ van de deelnemers geeft ze het ‘duwtje’ om tot actie te komen.
MEE op Weg MEE op Weg is een project om mensen met een beperking te laten ervaren welke mogelijkheden er zijn om zelfstandig deel te nemen aan het verkeer. Meedoen in het verkeer heeft een meerwaarde voor de zelfredzaamheid van burgers met een beperking en is kostenbesparend voor de gemeente. MEE op Weg is in de provincie Utrecht actief in de gemeente Houten. Ook met een aantal andere gemeenten en zorgorganisaties zijn we in gesprek om trajecten te starten.
4.2.4 PLUSACTIVITEITEN Ouderenadviseurs/ ouderenhuisbezoeken De ouderenadviseurs in Zeist geven informatie, advies en ondersteuning aan ouderen en gehandicapten zodat zij volwaardig aan de maatschappij kunnen deelnemen. De ouderenadviseurs hebben een specifieke rol en meerwaarde bij de meervoudige en complexe vragen. In opdracht van de gemeente Zeist en met subsidie, startten we met MeanderOmnium de voorbereiding om ouderen van 80-85 jaar in Zeist te benaderen voor preventief huisbezoek. Uitvoering vindt plaats in 2014. Project Zorg op Maat Zeist (voorheen Geluksroute) De ouderenadviseurs van MEE voeren samen met consulenten van Meander Omnium het gesubsidieerde onderzoeksproject Zorg op Maat Zeist uit. De Universiteit Twente volgt en evalueert het project. Het project activeert geïsoleerde volwassenen om weer actief aan het 20
Schoolmaatschappelijk werk Schoolmaatschappelijk werk van MEE ondersteunt leerlingen, ouders en scholen. We zoeken samen met alle betrokkenen naar een oplossing op maat, waarbij het belang van de leerling, de ouders en de school tot zijn recht komt. Dit resulteert in minder schooluitval, leerlingen die weer met plezier naar school gaan, kinderen die zich weer goed ontwikkelen en tevreden ouders. De korte communicatielijnen tussen schoolmaatschappelijk werk en MEE bevorderen een efficiënte en effectieve verwijzing van leerlingen. In 2013 waren er tien schoolmaatschappelijk werkers en een manager/coach werkzaam op 24 scholen/ samenwerkingsverbanden.
MEEr-groep Jaarverslag 2013
Maatjesprojecten LVB jongeren Jongeren met een licht verstandelijke beperking (LVB) zijn een kwetsbare groep. Ze hebben vaker te maken met psychische stoornissen, emotionele en gedragsproblemen. Met subsidie van het Oranje Fonds startte MEE samen met Two Get There een maatjesproject voor allochtone meiden. Meiden van de praktijkscholen in Hilversum en Zeist worden gekoppeld aan een maatje, dat hen sociale steun biedt. Na verloop van tijd zijn ze zelfbewuster, socialer en krachtiger. Het contact met het maatje richt zich op preventie van voortijdig schoolverlaten, werkloosheid en het bevorderen van integratie en maatschappelijke participatie. Met nieuwe subsidies hebben we de maatjesprojecten verbreed naar alle kwetsbare meiden met een LVB. In Woerden en Veenendaal zijn nieuwe maatjesprojecten gestart en er draait een pilot met maatjes voor jongens. In totaal zijn in 2013 ruim vijftig jongeren gekoppeld aan een maatje. LVB Klankbordgroep WMOforum Veenendaal In Veenendaal coacht een MEE-consulent de LVB klankbordgroep van het WMOforum Veenendaal. MEE ontvangt hiervoor een subsidie. De LVB klankbordgroep maakt beleidsparticipatie van mensen met een LVB mogelijk. Agendapunten uit het forum die mensen met LVB betreffen worden voorbereid en in de klankbordgroep besproken. Zij formuleren gevraagd en ongevraagd advies aan het forum. De klankbordgroep bestaat uit 5-8 deelnemers en komt 8x per jaar bij elkaar. Er wordt nauw samengewerkt met de oudervertegenwoordigers die zitting hebben in het WMOforum. Zo mogelijk gaan zij zelf ook deelnemen aan het forum.
Oudewater, Scherpenzeel, Soest, Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal en Woerden gebruik gemaakt van de Sociale kaart via een eigen portal, toegankelijk via de gemeentelijke websites. Op verzoek van deze gemeenten heeft MEE extra informatie toegevoegd en een groot aantal lokale organisaties rond wonen, welzijn en zorg beheerd.
Netwerken Integrale Vroeghulp MEE coördineert de twee Netwerken Integrale Vroeghulp in Utrecht en ’t Gooi. Integrale Vroeghulp richt zich op zorgintensieve kinderen van 0 tot 7 jaar. Deze kinderen hebben (vermoedelijke) ontwikkelingsproblematiek door een verstandelijke, lichamelijke en/of zintuiglijke beperking, een stoornis in het autistisch spectrum of een chronische ziekte. In de provincie Utrecht heeft het afgelopen jaar uitbreiding plaatsgevonden met Jeugd GGZ /specialisatie autisme (Altrecht en GGZ Centraal) en Jeugdgezondheidszorg. In ’t Gooi waren deze disciplines al vertegenwoordigd in het netwerk. In de netwerken Utrecht en ’t Gooi zijn in 2013 vanuit Integrale Vroeghulp 115 kinderen ondersteund.
Sociale Kaart MEE onderhoudt een digitale sociale kaart met informatie over alle organisaties op het gebied van zorg en welzijn voor mensen met een beperking in de provincie Utrecht en ’t Gooi. De Sociale kaart helpt mensen zelf hun weg te vinden. Dit vergroot zelfredzaamheid en participatie. Voor professionals is de Sociale kaart een onmisbaar digitaal hulpmiddel in het dagelijks werk. In 2013 hebben de gemeenten Amersfoort, Baarn, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, 21
MEEr-groep Jaarverslag 2013
Ontwikkelen aanpak LVB jongeren Utrecht Noordwest In de gemeente Utrecht/ Noordwest is samen met partijen in de wijk (zoals jongerenwerk, wijkagenten, buurtteam Jeugd, en De Wilg) een netwerkgerichte aanpak ontwikkeld om te investeren in jongeren met een licht verstandelijke beperking. Het gaat om kwetsbare jongeren die zich niet vanzelfsprekend staande weten te houden en vaak te vinden zijn in overlastgevende groepen op straat. De partijen die in het dagelijkse werk deze jongeren tegenkomen zijn beter toegerust door deskundigheidsbevordering en door het investeren in onderlinge samenwerking. Zo is een effectiever netwerk ontstaan om de jongere in een zo vroeg mogelijk stadium te herkennen, te benaderen en te ondersteunen. Wmo-project Hogeschool Utrecht MEE neemt deel aan een onderzoeksproject van de Hogeschool Utrecht ‘Samenspel formele en informele zorg’. Het is onderzoek ter verbetering van de situatie rond volwassenen met LVB, dementie en NAH door ondersteuning van mantelzorgers, vrijwilligers en het zorgsysteem. Werken aan maatschappelijke participatie kan sociaal isolement doorbreken en voorkomen. Er wordt een competentieprofiel en een onderwijsprogramma ontwikkeld om professionals en studenten kennis en vaardigheden mee te geven om op een effectieve wijze sociale netwerken in te richten als sociaal steunsysteem, en mantelzorgers en vrijwilligers te ondersteunen. Er zijn drie ontwikkelwerkplaatsen (learning communities) ingericht waarin geëxperimenteerd wordt met mantelzorgondersteuning, vrijwillige inzet en netwerkondersteuning. Er nemen 3 consulenten van MEE deel aan het onderzoek. Sportconsulent Per 1 april 2013 heeft de gemeente Utrecht het aantal buurtsportcoaches uitgebreid met twee MEE-consulenten. Door te sporten en te bewegen worden de participatiemogelijkheden van mensen met een beperking en ouderen vergroot, doordat men letterlijk in beweging komt en bijvoorbeeld sociale contacten op doet en meer zelfvertrouwen krijgt. Er is specifieke aandacht voor het 22
stimuleren van deelname aan sport voor kinderen met autisme, jongeren met een licht verstandelijke beperking, cliënten die meervoudig gehandicapt zijn en cliënten met obesitas. De MEE-consulenten hebben onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor het starten van initiatieven in dit kader. Zij hebben daarvoor contact gezocht met netwerkpartijen, zoals de Vereniging Sport Utrecht (VSU) en De Wilg.
SAMN en NAGV We coördineren kennisdeling met betrekking tot autisme in twee netwerken waar professionals elkaar rond actuele thema’s ontmoeten: het Samenwerkingsverband Autisme Midden Nederland en het Netwerk Autisme Gooi en Vechtstreek. Geld Telt In samenwerking met Stadsring 51 en de gemeente Amersfoort startten we het project Geld Telt op praktijkschool De Baander. De preventieve aanpak die schulden onder kwetsbare jongeren voorkomt, is in 2013 verstevigd en doorontwikkeld. Met behulp van subsidies gaat het project ook op andere praktijkscholen van start. MEE heeft de handen ineengeslagen met het jongerenwerk in Hilversum en Utrecht om gezamenlijk met school een aanpak te ontwikkelen om schulden onder jongeren te voorkomen. Projectbegeleiding Leusden We werken samen met de zorgaanbieders uit Leusden in een pilot die zichtbaar maakt welke verschuivingen er mogelijk zijn van de formele zorg naar de informele zorg. Het gaat er om ervaring op te doen met de nieuwe manier van werken door met bestaande AWBZ-cliënten in Leusden dialooggestuurde gesprekken rond vraagverheldering te voeren. Uiteindelijk dient gezocht te worden naar een breder gedifferentieerd (passend) aanbod dat dichtbij wordt aangeboden waarbij gebruik gemaakt wordt van de inzet van de inwoners (vrijwilligers, arbeidsparticipatie) van Leusden wat zal leiden tot maatschappelijke meerwaarde.
MEEr-groep Jaarverslag 2013
Infocentrum GGZ Op 15 mei vierde Infocentrum GGZ haar 10-jarig bestaan. In 2003 startte het met subsidie als zorgvernieuwingsproject, en sinds 2006 maakt het onderdeel uit van MEE Utrecht, Gooi & Vecht. Grote meerwaarde is het over en weer gebruik maken van elkaars kennis. Het Infocentrum GGZ sluit goed aan op de cliëntondersteuning van MEE. MEE richt zich op de inzet van het sociale netwerk van de cliënt. Ook de vrijwilligers van het Infocentrum GGZ zijn getraind in de werkwijze Sociale NetwerkStrategieën. Er wordt gewerkt met ervaringsdeskundige vrijwilligers volgens het consumer-run principe. De werkwijze heeft twee doelen: het op een laagdrempelige wijze voorlichting geven en het bieden van een werkervaringsplaats voor GGZcliënten. Eind 2013 bestond het team uit 15 vrijwilligers, waarvan er drie nietervaringsdeskundig zijn.
behoefte aan toegankelijke en laagdrempelige ondersteuning, zonder een ingewikkeld en langdurig indicatietraject, waarbij men in 2013 ook nog eens een eigen bijdrage moest betalen.
Contact
Themabijeenkomsten voor mantelzorgers
De kennis van de ervaringsdeskundige wordt steeds belangrijker. Een deel van de kennis wordt niet thuis achter de computer gevonden, maar wordt face-to-face overgebracht. Belangrijk aspect is dat de ervaringsdeskundige handelt ‘vanuit weten hoe het voelt’, waardoor de drempel die cliënten soms bij professionals ervaren wegvalt. Er is een duidelijk stijging van het aantal face to-face contacten (t.o.v. telefoon, e-mail e.d.) te zien. De verschuiving is te verklaren door een verandering in de problematiek van de vraagstellers. Door de bezuinigingen wordt voor een bepaalde groep de toegang tot de hulpverlening steeds moeilijker. Vaak meldt men zich met complexe problematiek: een combinatie van psychische problemen en schuldenproblematiek. Een van de oorzaken hiervan is de eigen bijdrage GGZ die de afgelopen jaren alleen voor deze doelgroep extra geïnd werd. Binnen bestaande begeleiding en behandeling van mensen met psychiatrische problemen is minder of geen ruimte voor praktische ondersteuning. Soms vinden mensen de stap naar GGZ-instellingen te groot. Ook wordt genoemd dat men concrete hulp wil, geen bureaucratie en geen behandeling. Men heeft
Het Infocentrum GGZ verzorgt de coördinatie van themabijeenkomsten voor familie- en naastbetrokkenen van mensen met een psychiatrisch ziektebeeld. Dit is een samenwerkingsverband van de familieorganisaties Labyrint ~ In Perspectief en Ypsilon. Ook Versa Mantelzorgondersteuning en GGz Centraal werken hieraan mee. In 2013 waren er acht bijeenkomsten. Op deze avonden worden thema’s behandeld waar familie en naastbetrokkenen tegenaan lopen in hun contact met hun naasten. Centraal staat hoe men omgaat met gevoelens over mensen in hun omgeving met een psychiatrische ziekte. Ook is er voorlichting gegeven aan Turkse en Marokkaanse mantelzorgers.
Participatie Met de Sociale Dienst van de gemeente Hilversum is er in 2013 een samenwerking gestart. Er zijn drie vrijwilligers met een GGZachtergrond geselecteerd om te onderzoeken of een werkervaringsplek als ervaringsdeskundige voor hen tot de mogelijkheden behoort binnen het Infocentrum GGZ. Voor alle drie bleek het weer ‘in beweging komen’ positief uit te pakken. Dit experiment heeft geleid tot een project waarbij in 2014 tien cliënten uit het bestand van Sociale Zaken, die moeilijk bemiddelbaar zijn, ingezet worden bij MEE en het Infocentrum GGZ. In 2013 is ook MEE met een informatiecentrum ervaringsdeskundigheid gestart.
23
MEEr-groep Jaarverslag 2013
4.4 Algemeen beleid en prestaties Reijer ter Burgh/AanZet Reijer ter Burgh ondersteunt mensen in Amersfoort die in aanraking zijn geweest met de geestelijke gezondheidszorg bij allerlei praktische zaken die nodig zijn om op eigen benen te staan in de samenleving. Daar waar gewenst probeert Reijer ter Burgh mensen toe te leiden naar behandeling. Daarnaast biedt Reijer ter Burgh ondersteuning bij vastgelopen behandelingen. Cliëntondersteuning Informatie /advies
Vraagverheldering/cliëntondersteuning
96 124
Reijer ter Burgh is laagdrempelig, er is tijd voor de bezoeker. Reijer ter Burgh geeft ze erkenning voor hun problematiek en probeert deze mensen weer vertrouwen te laten krijgen in het reguliere hulpverleningscircuit. Regelmatig krijgt Reijer ter Burgh te horen dat men niet weet bij welke geestelijke gezondheidszorginstelling ze moeten zijn of bij welke afdeling/persoon binnen de instelling. Reijer ter Burgh beschikt niet alleen over informatie van de GGz-instellingen, maar ook over die van haar schilpartners.
Stedelijk overleg Maatschappelijke Ontwikkeling en Participatie Reijer ter Burgh participeert als een van de deelnemers aan het StedelijkoOverleg. Het stedelijk overleg is een netwerk op het sociale domein van organisaties, professionals en burgers. Doelstelling is dat de kwaliteit van de ondersteuning bij zelfredzaamheid en participatie zo groot mogelijk is. In het bijzonder richten we ons bij gebruikers van AWBZ- en Wmo- gefinancierde zorg op de volgende aspecten: het optimaliseren van de beschikbaarheid en toegankelijkheid van voorzieningen, initiatieven van burgers zelf op het gebied van ondersteuning en participatie, 24
bijdragen aan positieve beeldvorming rond mensen met beperkingen.
Wmo-loket Als een van de ketenpartners van het WMO loket heeft Reijer ter Burgh diverse malen geparticipeerd in overlegbijeenkomsten. Crisiskaart Voorlichting Om de crisiskaart zo goed mogelijk te laten functioneren is het belangrijk hulpverleningsinstanties en contact/vertrouwenspersonen van de toekomstige kaarthouders te informeren over de werking van de crisiskaart.
Ondersteuning De consulent crisiskaart biedt ondersteuning bij het maken en wijzigen van een crisiskaart.
Signalering en monitoring Met de crisiskaart wil Reijer ter Burgh de kwaliteit bevorderen van de crisisopvang in het oostelijk deel van de provincie Utrecht. Reijer ter Burgh is in Amersfoort uniek in de samenwerking met de crisisdienst. Situatie crisiskaart per 31 december 2013 Uitgereikte crisiskaarten Nieuwe crisiskaarten in proces Totaal aantal kaarthouders
2 7 48
Landelijk overleg crisiskaart In deze bijenkomsten zijn de landelijke ontwikkelingen omtrent het invoeren van het nieuwe landelijke crisiskaart protocol gevolgd.
MEEr-groep Jaarverslag 2013
4.5 Algemeen beleid en prestaties De Wilg De Wilg is een lerende organisatie die gebruik maakt van reeds aanwezige kennis binnen de organisatie en kennis opdoet en bijwerkt, daar waar nodig. Volledig op maat werken dus. Naast de basissubsidie van de gemeente Utrecht ontving De Wilg nog een tweetal trajectsubsidies. Eén voor Wijkgericht werken en één voor Assistent vrijwilligers. Het werk in de provincie in een aantal steden, onze Back Office, is dit jaar fors tegengevallen. We verzorgden dit jaar ook weer dagbesteding voor Reinaerde. Helaas hebben we dit jaar het afgesproken resultaat niet kunnen halen. Dit vanwege het feit dat een aantal mensen geen indicatie meer kreeg en de toegenomen administratieve handelingen lieten weinig ruimte om actief te werven. De reguliere activiteiten verliepen dit jaar prima. Naast het jaaraanbod hebben we elk kwartaal een variabel aanbod gedaan. Dit zijn vaak vraaggerichte activiteiten die in korte periodes lopen. Hiermee kunnen we sneller inspelen op de markt en kunnen mensen met een kleinere portemonnee toch mee doen. Voor het traject Wijkgericht werken hebben we twee orthopedagogen in dienst. Hun opdracht is het vinden van jongeren met een licht verstandelijke beperking in de stad Utrecht. Deze groep wordt toegeleid naar vrijetijdsaanbod (al dan niet regulier). De groep is dit jaar flink uitgebreid. De verschillende samenwerkingsvormen leveren goede resultaten op. Met JoU (jongerenwerk Utrecht) hebben we de Veilige vindplaatsen geobserveerd en de jongerenwerkers handvatten gegeven voor de omgang met jongeren met een (licht) verstandelijke beperking.
De samenwerking met Lijn 5 is zo succesvol gebleken dat de pilot is omgezet naar aanbod en dat we in 2014 gaan uitbreiden met andere organisaties (Amerpoort, Inaya, JoU). Samen met MEE Utrecht, Gooi & Vecht hebben we inmiddels 14 vriendenkringen in de stad Utrecht gerealiseerd. Dit heeft ook geleid tot het aanscherpen en bijstellen van de methode. De Vriendenkringen worden in 2014 in het reguliere aanbod van De Wilg ondergebracht. In 2013 zijn 27 mensen met een verstandelijke beperking toegeleid naar vrijwilligerswerk. Zij zijn bij verschillende organisaties in Utrecht aan de slag gegaan als assistent vrijwilliger. Doordat de welzijnsorganisaties op hielden te bestaan of moesten reorganiseren, hebben we een aantal van deze vrijwilligers terug bij De Wilg geplaatst. Het blijft echter wel de intentie om deze vrijwilligers zoveel mogelijk ‘buiten’ te plaatsen. Het is een zeer succesvolle methode die ook bij andere disciplines is toe te passen (denk bijvoorbeeld aan GGZ). Het succes heeft er ook toe geleid dat we in 2014 het werk voortzetten. De Wilg heeft sinds oktober de accenten enigszins verlegd om mee te kunnen met alle ophanden zijnde veranderingen. We leggen nu de nadruk op het feit dat wij een gespecialiseerde vrijwilligersorganisatie zijn voor mensen met een beperking. Alle activiteiten zijn opengesteld voor wie belangstelling heeft. We zien inmiddels dat ook mensen met NAH en een psychiatrische beperking deelnemen aan onze activiteiten en dat hen dit goed bevalt. De verhuur verloopt zeer succesvol. Mensen weten inmiddels de weg naar De Wilg. Het pand raakt aardig vol en er vindt op kleine schaal uitwisseling plaats tussen de diverse groepen.
25
MEEr-groep Jaarverslag 2013
De nieuwe huisstijl is nu helemaal doorgevoerd en zeer goed ontvangen. De website is erg dynamisch en wordt wekelijks onderhouden met nieuws en aankondigingen. Hij wordt zeer goed bezocht. In 2014 wordt De Wilg wederom op dezelfde wijze gefinancierd als in 2013 en voor 2015 lijkt dat ook het geval. We blijven echter zeer alert op alle ontwikkelingen en zullen daar steeds op anticiperen.
26
MEEr-groep Jaarverslag 2013
4.6 Kwaliteitsbeleid MEE Utrecht, Gooi & Vecht Consulenten houden zich goed aan afspraken Na de dienstverlening meten wij wat de cliënt van MEE vond. Het gaat onder meer om het resultaat, de afspraakdiscipline van de consulent, de houding en de mate waarin het netwerk werd betrokken bij de dienstverlening. Meer dan 550 cliënten stuurden het formulier retour. 90% van de cliënten vindt dat voldoende resultaat is behaald, waarvan 19% meer resultaat kreeg dan men verwachtte. 97% van de cliënten vindt dat de consulenten van MEE zich goed aan de afspraken houden. Cliënten stellen het op prijs dat het netwerk bij de dienstverlening wordt betrokken en waardeert dat met het schoolcijfer 8.
Langere wachttijden De trend die we eind 2012 al zagen, heeft zich in 2013 helaas voortgezet: een stijging van de wachttijd. Konden we in 2012 nog bij bijna 80% van de aanmeldingen de wachttijd onder de 28 dagen houden, in 2013 was dat nog geen 15%. Onder meer bezuinigingen waren hier de oorzaak van. Voor 2014 blijven de wachttijden een aandachtspunt. Meten van het effect van MEE MEE Utrecht, Gooi & Vecht heeft deelgenomen aan een landelijke pilot van MEE Nederland om het effect van MEE-organisaties te meten. Meer dan 500 cliënten hebben aan dit onderzoek mee gedaan. Onder meer in de vorm van interviews, het invullen van een schriftelijke vragenlijst of via internet. Het positieve effect van MEE was zeker zichtbaar, maar de meetmethode zal nog verbeterd worden. In 2014 komt er een vervolg. Op kleinere schaal is intern een pilot gedaan met de Zelfredzaamheidsmatrix (ZRM). Hieruit zijn resultaten van de dienstverlening goed te halen. Zichtbaar werd dat gemiddeld per dienstverleningstraject 2,8 stap op de ZRM werd gezet. Van de vijf domeinen waarop MEE cliënten het meest helpt, scoorden ‘passende huisvesting’ en ‘dagbesteding’ het beste. In 2014 gaan we dit instrument breder binnen MEE uitzetten.
Klachtenmanagement Melden en verbeteren Zowel cliënten als medewerkers kunnen signalen ter verbetering van de dienstverlening melden. In 2013 is dat vijftien maal gebeurd. Door intensieve samenwerking met lokale partners wordt het correct omgaan met persoonsgegevens steeds ingewikkelder. De bereikbaarheid van medewerkers is ook nog wel eens een probleem. Haperende telefoonlijnen spelen daar een rol in. Meldingen worden altijd serieus genomen. Een oplossing werd altijd gevonden waardoor meldingen niet geleid hebben tot de gang naar de klachtencommissie. Cliëntvertrouwenspersoon In 2013 hebben 8 cliënten een beroep gedaan op de cliëntvertrouwenspersoon. Eén kwestie heeft geresulteerd in een gang naar de Klachtencommissie. Driemaal vond een nader gesprek plaats met consulent en manager. In andere gevallen kon met een kort advies volstaan worden. Communicatie en handelen met betrekking tot persoonsgegevens is meerdere keren een kwestie geworden. Verder signaleert de cliëntvertrouwenspersoon dat bij de afhandeling van klachten MEE vaak uitsluitend kijkt of een werkwijze of protocol uitgevoerd is. Gesprekken leiden dan niet altijd tot een tevreden gevoel bij de cliënt. Klachtencommissie In 2013 zijn 2 klachten bij de Klachtencommissie binnengekomen. Daarnaast is een klacht uit 2012 afgehandeld. De klachten betroffen: - het niet voldoende in het oog houden van de termijn voor het aanleveren van informatie bij een beroepsprocedure (gegrond) - onzorgvuldig handelen van een consulent bij een melding bij het AMK (ongegrond) - onjuiste omgang met persoonsgegevens, waarvoor excuses zijn aangeboden - een te voortvarende aanpak in een crisissituatie in de samenwerking met het Bureau Jeugdzorg (ongegrond) Er zijn maatregelen genomen om klachten als deze in de toekomst te vermijden.
27
MEEr-groep Jaarverslag 2013
Kwaliteitscertificaat In juni heeft het Keurmerkinstituut een controle audit uitgevoerd om na te gaan of MEE voldoet aan de eisen voor een kwaliteitscertificaat voor MEE-organisaties. Het Keurmerkinstituut kwam tot de conclusie dat het kwaliteitsmanagementsysteem ‘goed functioneert en geïntegreerd is in de dagelijkse werkprocessen’. Het kwaliteitscertificaat kon dan ook gecontinueerd worden.
4.7 HRM-beleid Digitalisering HRM-processen In 2013 zijn tal van HRM werkprocessen gedigitaliseerd en gedeeltelijk geautomatiseerd. Via een selfservice portal voor medewerkers en managers worden verlofaanvragen verwerkt, loonstroken en jaaropgave verstrekt, de verzuimadministratie gevoerd en worden managers automatisch geïnformeerd over termijnen en te ondernemen acties in het kader van personeelsbeheer. Personeelsinformatie is beter ontsloten en toegankelijk voor geautoriseerde personen, de gebruiker ontvangt automatisch terugkoppeling van zijn acties, signalering en procesbeheersing zijn minder foutgevoelig in 2014. Dit implementatieproces zal verder voortgezet worden met de uitrol van het digitale declaratieproces, het ontsluiten van stuurinformatie via de zogenaamde managementcockpit en de ingebruikname van het digitale personeelsdossier. Mobiliteitsbeleid De focus in de periodieke personeelsevaluatiegesprekken is verlegd naar loopbaanontwikkeling. Alle medewerkers zijn uitgenodigd om een persoonlijk loopbaanplan op te stellen en de regie over de eigen loopbaanontwikkeling te voeren. Om medewerkers hierbij te ondersteunen is een werkboek Persoonlijke Loopbaan Plan geïntroduceerd, is het budget voor tegemoetkoming in de individuele studiekosten verruimd en worden medewerkers in staat gesteld zelf hun R&O gesprek in te plannen op een voor hen logisch moment. 28
Sociaal plan Met de vakbonden CNV en FNV is overeenstemming bereikt over een sociaal plan. Het sociaal plan regelt de personele gevolgen van de reorganisatieplannen in de periode 0106-2013 tot en met 31-12-2014. Reorganisatie Ten gevolge van een door het ministerie van VWS aan de MEE organisaties opgelegde budgetkorting van 11% voor 2013 heeft MEE Utrecht, Gooi & Vecht in de begroting 2013 een omvangrijke bezuiniging door moeten voeren. Een groot deel van die bezuiniging is gerealiseerd door tijdelijke contracten in 2012 niet te verlengen. Daarnaast is een klein deel opgevangen door vacatures die ontstaan door het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd en de keuze voor vervroegd pensioen. Ook is een vacaturestop van kracht geweest voor consulentenfuncties. Met bovengenoemde maatregelen was de totale bezuinigingsdoelstelling voor 2013 nog niet gerealiseerd. Derhalve is een bezuiniging doorgevoerd door vermindering van formatie van het team Communicatie & Informatievoorziening en enkele administratieve en secretariële functies. Deze reorganisatie heeft zijn beslag gekregen per 1 oktober 2013. Enkele medewerkers zijn boventallig verklaard en zullen de organisatie uiterlijk per 1 mei 2014 verlaten.
MEEr-groep Jaarverslag 2013
Opleidingsbeleid Het belangrijkste speerpunt was de scholing rondom het werken vanuit Sociale NetwerkStrategieën. Hier was in 2012 al een start mee gemaakt. In 2013 zijn de overige medewerkers getraind. Ook bij de andere speerpunten zijn er resultaten behaald. Verder zijn 28 medewerkers getraind in het outreachend werken. Op het gebied van ‘ondernemen en relatiebeheer’ hebben de (account)managers intensieve coaching en een werkatelier gevolgd. Voor consulenten is er een training ontwikkeld over hun rol als ambassadeur van de organisatie en de training werken met klantwaarden. Het instrument voor kennismanagement (het kennisdashboard) is verder geïmplementeerd in de organisatie. Medewerkers konden dit jaar het dashboard benutten om hun persoonlijke scholingswensen in aan te geven, als input voor het scholingsplan 2014. Op die manier krijgen medewerkers meer regie over hun eigen ontwikkeling.
4.8 Toelichting resultaat 2013 MEEr-groep MEEr-groep Een korte terugblik op het resultaat 2013 in vergelijking met 2012, met een onderscheid naar de verschillenden segmenten. Tabel Resultaat per segment MEEr-groep, MEE UGV De Wilg AanZet Resultaat st. MEErgroep
2013 € 829.892 € -29.916 € 3.896
2012 € 105.610 € 15.675 € -92
€ 803.871
€ 121.193
Dit betreffen een opnieuw ingediende subsidie AWBZ pakketmaatregel met een positief resultaat van € 0,33 mln. en de vaststellingen MEE AWBZ subsidies uit verleden jaren met een positief resultaat van € 0,07 mln. Het reguliere resultaat 2013 is € 0,4 mln. positief. Dit betekent dat de bezuinigingsdoelstelling, als gevolg van de korting op de subsidie MEE AWBZ van € 1,2 mln. in 2013, ruimschoots is gerealiseerd.
Ontwikkeling resultaten segmenten De stichtingen MEEr-groep en MEE Utrecht, Gooi & Vecht realiseren met een omzet van € 14,8 mln. 95% van de geconsolideerde productiewaarde. Gerelateerd aan de omzet is een positief resultaat van 5% gerealiseerd, waarvan de helft door bijzondere baten. Het resultaat van stichting De Wilg was 3,5% negatief, gerelateerd aan de omzet. Een incidentele tegenvaller in de subsidieopbrengsten en investeringen in de toekomst zijn hier debet aan. De voortzetting van het beleid gericht op nieuwe projecten en nieuwe financieringen vertaalt zich in een spreiding van de risico’s. De stichting AanZet met een relatief gering aandeel in de geconsolideerde productiewaarde, heeft in 2013 een gering positief resultaat gerealiseerd. Binnen een beperkt budget heeft AanZet haar doelstellingen in 2013 kunnen realiseren. Voor een toelichting op het gebruik van financiële instrumenten, risicobeheer en afdekkingsbeleid en de met het houden van financiële instrumenten samenhangende prijs-, krediet-, liquiditeit- en kasstroomrisico’s wordt verwezen naar de toelichting op de jaarrekening. Utrecht, 20 mei 2014
Ontwikkeling resultaat Het totale positieve resultaat van € 0,8 mln. is sterk verbeterd in vergelijking met 2012. Van grote invloed op het resultaat zijn incidentele opbrengsten van totaal € 0,4 mln.
Hans de Dreu algemeen directeur/bestuurder 29
MEEr-groep Jaarverslag 2013
30
MEEr-groep Jaarverslag 2013
5. Jaarrekening 2013 5.1 Presentatie en consolidatie De jaarrekening 2013 is opgesteld conform de jaarverslaggevingsregels hetgeen betekent dat de presentatie aansluit bij de actuele juridische structuur. De MEEr-groep vomt een bestuurlijke eenheid met de volgende stichtingen: Stichting MEE Utrecht, Gooi & Vecht Stichting De Wilg Stichting AanZet De MEEr-groep treedt op als hoofd van de groep en is belast met de besturing van de gehele groep. Tevens zijn de ondersteunende functies ten behoeve van het primaire proces hier ondergebracht. De stichtingen vallen onder dezelfde Raad van Toezicht en dezelfde bestuurder en worden daarom alle in de consolidatie betrokken.
Tevens is van de MEEr-groep als groepshoofd een enkelvoudige jaarrekening opgesteld. Bovenstaande betekent een presentatie vergelijkbaar met de jaarrekening 2012. Omdat de stichtingen gefinancierd worden vanuit verschillende bronnen en ook de activiteiten verschillen, zijn gesegmenteerde resultatenrekeningen in deze opstelling opgenomen. Hiermee wordt de relatie opbrengsten en besteding van middelen inzichtelijk gemaakt naar de verschillende financiers. Inzicht in de volgende segmenten middels een afzonderlijke resultaatverantwoording wordt gegeven: Resultatenrekening van de MEEr-groep en MEE Utrecht, Gooi & Vecht Resultatenrekening van stichting De Wilg Resultatenrekening van stichting AanZet
31
MEEr-groep Jaarverslag 2013
5.2 Geconsolideerde balans per 31 december 2013 (na resultaatberekening) ACTIVA
Ref.
31-dec-13
31-dec-12
€
€
5.410.138
5.936.528
5.410.138
5.936.528
569.083 3.669.837
646.761 2.651.889
Totaal vlottende activa
4.238.920
3.298.650
Totaal activa
9.649.058
9.235.177
31-dec-13
31-dec-12
€
€
2.053.114
1.249.241
2.053.114
1.249.241
5 6
2.181.219 2.320.000
2.181.219 2.480.000
7
3.094.725
3.324.717
9.649.058
9.235.177
Vaste activa Materiële vaste activa
1
Totaal vaste activa Vlottende activa Vorderingen en overlopende activa Liquide middelen
PASSIVA Eigen vermogen Collectief gefinancierd gebonden vermogen
2 3
Ref.
4
Totaal eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Kortlopende schulden en overlopende passiva Totaal passiva
32
MEEr-groep Jaarverslag 2013
5.3 Geconsolideerde resultatenrekening over 2013 BEDRIJFSOPBRENGSTEN
Ref.
Subsidie/Wettelijk budget MEE Subsidie/Wettelijk budget MEE voorgaande jaren Subsidie AWBZ Pakketmaatregel
2013
2012
€ 13.525.435 68.409 335.075
€ 14.702.811
Totaal subsidies
8
13.928.919
14.702.811
Overige bedrijfsopbrengsten
9
2.078.093
1.932.294
16.007.012
16.635.105
2013
2012
€ 12.244.181
€ 13.361.019
548.302 2.353.761
577.517 2.507.091
15.146.244
16.445.627
860.768 -56.895
189.478 -68.284
803.873 0 803.873
121.193 0 121.193
2013 €
2012 €
387.321 116.177 326.395 -29.916 3.896
56.228 49.382
803.873
121.193
Som der bedrijfsopbrengsten
BEDRIJFSLASTEN:
Ref.
Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Overige bedrijfskosten
10 11 12
Som der bedrijfslasten BEDRIJFSRESULTAAT Financiële baten en lasten
13
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING Buitengewone baten en lasten RESULTAAT BOEKJAAR
RESULTAATBESTEMMING
Het resultaat is als volgt verdeeld: Toevoeging/(onttrekking): Egalisatiereserve Reserve plus-activiteiten Reserve AWBZ Pakketmaatregel Reserve De Wilg Egalisatiefonds investeringen AanZet
15.675 -92
33
MEEr-groep Jaarverslag 2013
5.4 Resultaten segment CVZ MEEr-groep en MEE Utrecht, Gooi & Vecht SEGMENT MEEr-groep MEE Utrecht, Gooi & Vecht 2013 €
2012 €
13.928.919
14.702.811
1.272.755
1.112.008
15.201.674
15.814.819
Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Overige bedrijfskosten
11.664.475 540.137 0 2.109.866
12.803.705 569.487 0 2.267.731
Som der bedrijfslasten
14.314.478
15.640.924
BEDRIJFSRESULTAAT
887.196
173.895
Financiële baten en lasten
-57.304
-68.284
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING
829.892
105.610
0
0
829.892
105.610
BEDRIJFSOPBRENGSTEN:
Subsidies Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten BEDRIJFSLASTEN:
Buitengewone baten en lasten RESULTAAT BOEKJAAR
Toelichting Het gecombineerde resultaat van de Stichting MEEr en Stichting MEE Utrecht, Gooi & Vecht geeft inzicht in de besteding van middelen verbonden aan de subsidies op grond van de Regeling subsidies AWBZ.
34
MEEr-groep Jaarverslag 2013
5.5 Resultaten segment De Wilg SEGMENT De Wilg 2013 €
2012 €
Subsidies
712.816
729.168
Som der bedrijfsopbrengsten
712.816
729.168
Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Overige bedrijfskosten
499.351 0 0 243.381
473.611 0 0 239.883
Som der bedrijfslasten
742.732
713.493
BEDRIJFSRESULTAAT
-29.916
15.675
0
0
-29.916
15.675
0
0
-29.916
15.675
BEDRIJFSOPBRENGSTEN:
BEDRIJFSLASTEN:
Financiële baten en lasten RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING Buitengewone baten en lasten RESULTAAT BOEKJAAR
Toelichting Het resultaat van Stichting De Wilg is in overeenstemming met de Jaarrekening van Stichting De Wilg 2013
35
MEEr-groep Jaarverslag 2013
5.6 Resultaten segment AanZet SEGMENT AanZet 2013 €
2012 €
Subsidies
92.522
91.118
Som der bedrijfsopbrengsten
92.522
91.118
Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Overige bedrijfskosten
80.355 0 0 8.369
83.702 0 0 7.508
Som der bedrijfslasten
88.724
91.210
BEDRIJFSRESULTAAT
3.798
-92
98
0
3.896
-92
0
0
3.896
-92
BEDRIJFSOPBRENGSTEN:
BEDRIJFSLASTEN:
Financiële baten en lasten RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING Buitengewone baten en lasten RESULTAAT BOEKJAAR
5.7 Aansluiting stichtingen met geconsolideerd resultaat Aansluiting stichtingen met geconsolideerd resultaat 2013 €
2012 €
MEEr-groep, MEE Utrecht, Gooi & Vecht
829.892
105.610
De Wilg
-29.916
15.675
AanZet
3.896
-92
803.871
121.193
Geconsolideerd resultaat 36
MEEr-groep Jaarverslag 2013
6 Adresgegevens Stichting MEEr-Groep MEE Utrecht, Gooi & Vecht Postbus 9168 3506 GD Utrecht T 0900 633 63 63
[email protected] www.mee-ugv.nl De Wilg Mecklenburglaan 3-5 3581 NV Utrecht T 030 25136 72
[email protected] www.dewilg.nl Reijer ter Burgh/AanZet Postbus 2073 3800 CB Amersfoort T 033 470 14 55
[email protected] www.reijerterburgh.org
Fotografie Hans Oostrum Fotografie Shutterstock
37
Mei 2014
MEEr-groep Jaarverslag 2013
38