Verslag Expertmeeting
‘Mannen in het vizier’ Verdieping in twee actuele discussies op het gebied van mannenemancipatie Donderdag 13 juni 2013
Dona Daria, Kenniscentrum Emancipatie Gerard Scholtenstraat 129 3035 SJ Rotterdam Tel: 010-465 92 96 E-mail:
[email protected] Twitter: @DonaDariaRdam Facebook: Dona Daria Rotterdam LinkedIn: Groep Dona Daria Aisha de Jong, beleidsmedewerker/onderzoeker Carola Dogan, projectleider
Inhoud
Aanleiding
p. 3
Programma
p. 3
Opening
p. 3
‘En de man dan?’ Introductie Carola Dogan
p. 4
‘Vader moet vader zijn, geen tweede moeder’ Inleiding Glenn Helberg
p. 5
‘Mankracht in de bijstand’ Inleiding Tjerk Kamann
p. 5
Paneldiscussie
p. 6
Werksessie 1: Vaderschap
p. 7
Werksessie 2: Activering kwetsbare mannen
p. 7
Terugkoppeling werksessies en afsluiting
p. 8
Bijlage: Deelnemerslijst
p. 9
2
Aanleiding Inspelend op twee actuele discussies op het gebied van mannenemancipatie: De ruimte voor jongens en mannen om zichzelf te zijn binnen hun rol als vader, en de activering van kwetsbare mannen voor deelname aan de samenleving, organiseerde Dona Daria, Kenniscentrum Emancipatie op 13 juni 2013 de expertmeeting ‘Mannen in het vizier’. Hoofdvraag luidde: Hoe kunnen organisaties uit het maatschappelijk middenveld, scholen, overheden en hulpverleners mannen (en jongens) zodanig stimuleren, ondersteunen en activeren dat het bijdraagt aan hun emancipatie en deelname aan de samenleving? Programma Het programma voor de expertmeeting was als volgt: 9:30
Inloop met koffie en thee
10:00
Opening door dagvoorzitter Aisha de Jong, Dona Daria
10:05
‘En de man dan?’ Introductie tot het onderwerp door Carola Dogan, Dona Daria
10:15
‘Vader moet vader zijn, geen tweede moeder’ Inleiding door Glenn Helberg, Kinder- en jeugdpsychiater Riagg
10:30
‘Mankracht in de bijstand’ Inleiding door Tjerk Kamann, onderzoeker GGD Amsterdam
10:45
Paneldiscussie met:
• • • • 11:15
Peter Tromp, pedagoog en voorzitter VaderKennisCentrum Utrecht Henk van der Hoek, projectleider ‘Echte Mannen’ CVD Rotterdam Kees Spruijt, fotograaf en auteur ‘Ode aan de vader’ Tjerk Kamann, onderzoeker GGD Amsterdam Werkgroepen
Sessie 1:
Vaderschap o.l.v. Nathalie van Wingerden, Dona Daria • • •
Sessie 2:
Wat werkt niet? Wat werkt wel? Hoe kunnen we goed werkende initiatieven borgen?
Activering kwetsbare mannen o.l.v. Carola Dogan, Dona Daria • • •
Wat werkt niet? Wat werkt wel? Hoe kunnen we goed werkende initiatieven borgen?
12:45
Terugkoppeling
13:00
Afsluiting en netwerklunch
Opening door Aisha de Jong, Beleidsmedewerker/onderzoeker Dona Daria Dona Daria vindt aandacht voor mannenemancipatie belangrijk. Juni heeft Dona Daria tot ‘mannenmaand’ uitgeroepen. Dit komt onder andere tot uiting in het uitgeven van een themanieuwsbrief over mannenemancipatie en deze expertmeeting. Ook in de media is momenteel veel aandacht voor mannenemancipatie. Afgelopen weken zijn er verschillende artikelen verschenen over vaderschap, zoals het artikel ‘Vader is meer dan een gezagsfiguur’ door Ans Merens en het artikel ‘Vader moet vader zijn, geen tweede moeder’ door Irene Zwaan en Glenn Helberg.
3
Uit het onderzoek dat Dona Daria in 2012 heeft gedaan naar de aanpak Full Engagement, de tegenprestatie die mensen met een bijstandsuitkering moeten verrichten voor hun uitkering, ontving Dona Daria het signaal van vrouwen dat de focus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SoZaWe) in de activering op vrouwen ligt. Het voornaamste argument daarvoor zou zijn dat vrouwen een kleinere afstand tot de arbeidsmarkt hebben dan mannen, omdat zij actiever participeren in de samenleving. De focus op vrouwen betekent voor veel van de geïnterviewde vrouwen in de praktijk een dubbele belasting. Zij zorgen voor het huishouden, de kinderen en verrichten de tegenprestatie. De man wordt ‘met rust gelaten’. Een belangrijke vraag voor het Cluster Werk en Inkomen is: ‘Op welke manier kunnen mannen met een bijstandsuitkering duurzaam worden geactiveerd?’ ‘En de man dan?’ Introductie door Carola Dogan, projectleider Dona Daria Emancipatie gaat (te) vaak enkel over vrouwen, terwijl mannen ook een eigen emancipatiebehoefte hebben. Daarnaast kan mannenemancipatie gezien worden als een randvoorwaarde voor vrouwenemancipatie. Emancipatie is zorgen voor dezelfde kansen, evenveel keuzevrijheid en gelijke mogelijkheden voor ontplooiing voor mannen en vrouwen. Deze definitie legt een nadruk op gendergelijkheid, maar omvat twee andere kernbegrippen: sociale mobiliteit en zelfredzaamheid. In deze visie gaat zelfredzaamheid aan beide andere begrippen vooraf. Emancipatie vindt plaats op verschillende niveaus: het niveau van het individu, de nabije omgeving van dat individu (de gemeenschap) en de samenleving. Dona Daria ondersteunt emancipatie op alle drie die niveaus. In de discussie met vrouwen over emancipatie komt standaard de vraag ‘En de man dan?’. Een individu maakt altijd onderdeel uit van een systeem: Een gezin, een familie, een stam, een geloofsgemeenschap etc.. Daarom kiest Dona Daria in alle emancipatoire activiteiten voor een systeemgerichte aanpak. De afgelopen jaren zijn er veel initiatieven genomen voor mannenemancipatie. Dona Daria heeft methodieken van die verschillende initiatieven bestudeerd en ziet een 3-tal gemene delers: • • •
Mannelijkheidscoderingen Emancipatie op 3 niveau’s ( individueel, de nabije omgeving en de samenleving) Praktische en dynamische werkwijze
Mannelijkheidscoderingen zijn ongeschreven, door de maatschappij opgelegde gedragsregels voor mannen. De coderingen hebben invloed op alle aspecten van het leven van de man. Mannen vinden een betaalde baan erg belangrijk, willen zelfstandig en onafhankelijk zijn, zijn competitief, tonen weinig emoties en presteren op seksueel gebied. Mannelijkheidscoderingen zijn op zich positieve kernwaarden als je daar aan kan voldoen. Maar wat gebeurt er op het moment dat je er niet aan kan voldoen? Mannelijkheidscoderingen zorgen voor een kwetsbare eigenwaarde. De ‘good practice’ die je terugziet in de bekeken methodieken is het bespreken en herkaderen van mannelijkheidscoderingen. Dona Daria heeft in 2011 in samenwerking met SPIOR en de gemeente Rotterdam de Toolkit ‘Voor de verandering’ ontwikkeld. Onderdeel van deze toolkit is het geïntegreerd besturingsmodel voor gedragsverandering. Als we kijken naar dit model op microniveau, dan zien we dat professionals die zich bezighouden met emancipatie drie gedragsbepalende factoren kunnen beïnvloeden: De persoonlijke attitude, de omgang met sociale invloed en de self-efficacy (optelsom van competenties en het geloof in eigen kunnen). Concreet wil dat zeggen het stimuleren van een positieve houding ten opzichte van emancipatie, een sterke eigenwaarde en vaardigheden om weerstand te bieden tegen negatieve sociale invloed en, afhankelijk naar waar ze naar bewegen, andere vaardigheden doen ontwikkelen. Zo kan actieve deelname van de man aan het gezin en de samenleving worden gefaciliteerd. De bekeken methodieken vertellen ons dat de beste manier om mannen te benaderen is via een positieve, praktische en dynamische werkwijze. De benadering moet actief zijn ‘de niet lullen maar poetsen – mentaliteit’ en heel erg concreet. Resultaatsgericht werken vergt aanbeveling: Korte termijn doelen stellen, zodat mannen snel resultaat kunnen zien van eigen inzet. Men kan zicht krijgen op de weg die ze hebben afgelegd door bijvoorbeeld het aanmaken van een portfolio.
4
‘Vader moet vader zijn, geen tweede moeder’ Inleiding door Glenn Helberg, kinder- en jeugdpsychiater RIAGG In het boek ‘The Hazards of being male’ van de auteur Herb Goldberg wordt er gesproken over het ‘gevaar’ om man te zijn. Hierin wordt er gesproken over de mannelijkheidscoderingen die er zijn. Ook wordt het biologisch vraagstuk aangehaald: wie is het sterke geslacht? Mannen hebben een soort van beleving dat ze een soort van oermoeder gaan tegenkomen in een vrouw. Deze oermoeder zorgt voor de kinderen, de man en werkt tegenwoordig ook uit huis. Als blijkt dat ze niet alleen een oermoeder is maar ook een zelfstandig leven heeft, dan kan de man in de problemen komen en dan is het vaak dat de man gaat beseffen dat hij zeker niet het sterke geslacht is en zeker ook kwetsbaar. Een van die dingen die zeker is, is dat als men mannen wil emanciperen, mannen dit met elkaar moeten doen. Als mannen zich kwetsbaar opstellen door met elkaar te spreken dan hoort daar op dat moment geen vrouw bij. Dit komt door de mannelijkheidscoderingen. De man moet zijn mannelijkheid laten zien, de vrouw hoeft niets laten zien. De afwezige vader bestaat niet. Dit is de titel van het boek van Irene Zwaan. Veel mensen, vooral uit intellectuele hoek maken opmerkingen over dit boek dat we teruggaan naar het verleden. Wat dhr. Helberg betreft is dat niet de bedoeling van deze stelling. Dhr. Helberg stelt dat de afwezige vader niet bestaat. Ook als de vader er niet bij is en emotioneel afwezig is, dan is hij er wel. De vader heeft altijd invloed op het kind. Het gaat niet over teruggaan naar het verleden, maar om de vader terug te zetten in zijn gezag en van daaruit te emanciperen. De vader moet geen tweede moeder zijn. Toen we de emancipatieslag gehad hebben, betekende dit dat, als je als vader mee wilt je bijvoorbeeld ook het huishouden moet doen. De vader wordt vaak langzaam perifeer als het kind geboren wordt. De vader wordt er op afroep bij gehaald, afhankelijk van de behoeften van de moeder. Theodore Dalrymple zegt dat de emancipatoire ideeën in hogere kringen doorsijpelen naar mensen die niet op dat ‘niveau’ functioneren. We moeten alert zijn op de problemen die dit kan veroorzaken bij gezinnen in een lagere sociaal-economische positie. We brengen veel ideeën bij mensen in het hoofd die deze mensen niet kunnen hanteren. Gezinnen komen in problemen omdat er verwachtingen zijn van de man die hij sociaal economisch nog niet kan klaarmaken. Bij het Riagg passen ze bijvoorbeeld de openingstijden aan om mannen met een lagere sociaaleconomische achtergrond beter te kunnen bereiken. Niet elke mannen kan zomaar vrij nemen. Het verhaal van de emancipatie is een complex verhaal en wij moeten de diversiteit van alle mensen in ons hoofd hebben om uiteindelijk te gaan begrijpen hoe we de mensen te kunnen helpen. Glenn Helberg gelooft dat kinderen hun vader nodig hebben. Men moet zich niet enkel afvragen wat er diagnostisch aan de hand is, maar ook wat er aan de hand is met de positie van de vader in de samenleving. Bij dat laatste wijst hij op de juridische rol van de vader en de emotionele rol van de vader. Bij de juridische rol van de vader is het vanaf het begin van het leven al sprake van ongelijkheid tussen moeder en vader. De wet staat toe dat de vader niet betrokken wordt. Glenn Helberg streeft er naar dat van het begin van het leven de vader en moeder gelijkwaardig zijn. Het kind heeft recht op een vader en een moeder. Bijna alle psychologische theorieën gaan over de relatie tussen de moeder en het kind. In veel theorieën heeft de vader geen rol. Maar hechting is niet des moeders maar des kinds. Het is belangrijk voor vaders te beseffen dat ze ook een emotionele relatie met hun kinderen hebben. Vader heeft een genetische, biologische, psychologische, sociale en een juridische relatie met het kind heeft zodat het kan uitgroeien tot een evenwichtige volwassenen. ‘Mankracht in de bijstand’, Inleiding door Tjerk Kamann, onderzoeker GGD Amsterdam Er wordt vaak gesproken over het glazen plafond, maar veel minder bekend is de glazen vloer. Vrouwen geraken moeilijker aan de top, maar zakken ook minder door de ‘glazen vloer’. Dit zou zo kunnen zijn doordat vrouwen beter kunnen balanceren, eerder hulp zoeken of omdat de samenleving vrouwen (met kinderen) meer beschermt. Mannen vinden het moeilijker om hulp te vragen. Een reden om te zoeken waarom die mannen aan de grond raken en of we als hulpverlener hier iets aan kunnen doen.
5
Tjerk Kamann heeft onderzoek gedaan naar alleenstaande mannen in de bijstand. Dit zijn mannen die ‘op het randje’ zitten. De doelstelling van het onderzoek was om inzicht te krijgen in de groep (hoe staat het met de ziektelast, hoe staat het met de sociale contacten, hoe waarderen zij hun kwaliteit van leven) Wat typisch is aan deze groep is dat je deze mannen niet via gewoon onderzoek bereikt. Er werd gekozen voor een peer-benadering. Samen met de Dienst Werk en Inkomen (DWI) in Amsterdam werd een activeringstraject opgericht. Er werden 50 mannen geronseld met grote afstand tot de arbeidsmarkt. Ongeveer de helft nam verplicht deel, de andere helft koos er voor om vrijwillig deel te nemen. De groep werd opgeleid tot interviewer en zij zijn een aselecte steekproef van ongeveer 500 mannen gaan benaderen en interviewen. Uit onderzoek door de GGD Amsterdam en uitgevoerd in samenwerking met Dienst Werk en Inkomen, Radar-Advies en de doelgroep zelf, blijken alleenstaande mannen met een bijstandsuitkering te kampen met een relatief zware ziektelast. Bij een substantieel deel van de doelgroep worden indicaties van zorgwekkend functioneren geconstateerd (o.a. problematische schulden, zelfverwaarlozing, suïcidepoging, veroorzaken van overlast). En ongeveer één op de drie van de totale groep ondervraagden waardeert de kwaliteit van zijn leven met een onvoldoende rapportcijfer. De meervoudige problematiek die bij een meerderheid van de ondervraagden aangetroffen werd gaat gepaard met een relatief hoog zorggebruik en een beperkte draagkracht om op ‘eigen kracht’, met behulp van sociale en maatschappelijke hulpbronnen het tij te keren. De situatie van een meerderheid van de ondervraagden werd als (matig) zorgwekkend gemerkt. Het bevorderen van de draagkracht (vertrouwen in eigen waarde en kunnen, sociale relaties, participatie en zinvolle dagstructuur) wordt aangewezen als speerpunt in een aanpak gericht op het voorkomen van verdere maatschappelijke uitval van alleenstaande mannen met een bijstandsuitkering. Om draagkracht te bevorderen, lijkt een insteek vanuit participatiebevordering het meest kansrijk mits deze gepaard gaat met begeleidende aandacht voor persoonlijk empowerment, omgaan met chronische gezondheidsklachten en psychische problemen. Een dergelijke inspanning zou vragen om een integrale aanpak waarin perspectieven, inspanningen en financiële middelen worden gecombineerd vanuit arbeidsactivering, gezondheidsbevordering, armoedebestrijding, welzijn en maatschappelijke ondersteuning. Paneldiscussie Henk van der hoek,projectleider ‘Echte Mannen’ CVD Rotterdam ‘Echte Mannen’ is een project binnen het programma Man 2.0 van het Oranje Fonds. CVD laat groepen mannen 12 weken lang elke week drie dagdelen samenkomen. Deze personen zijn vaak exdakloos en gebruiken in veel gevallen middelen. Hij stelt dat de aanpak werkt, want de mannen blijven terugkomen. De groep doet samen verschillende activiteiten om de sociale vaardigheden te bevorderen: boksen, musea- bezoeken, ze houden een portfolio bij. Een groot deel van de instroom bestaat uit mannen die intern bij CVD bekend zijn. Anderen stromen in via hulpverlenende instanties als Bouman GGZ of de reclassering. De mannen zelf worden ook actief ingezet om andere mannen binnen te halen. Dit is tevens een manier om de mannen te binden. Mannen worden ambassadeur. Na afloop van het project blijven de mannen vaak contact met elkaar onderhouden, bijvoorbeeld middels een fietsclub, door bij elkaar te gaan klussen of elkaar te helpen aan vrijwilligerswerk. Tjerk Kamann, onderzoeker GGD Amsterdam De mannen die hebben meegewerkt aan het onderzoeksproject ‘Mankracht in de bijstand’ hebben eerst een lange activerende training gehad. Een werkvorm die goed werkte voor het aanleren van sociale vaardigheden was elkaar te interviewen en terug te koppelen wat de ander zei. Verder is individueel gekeken wat voor taken deze personen aankunnen. Uiteindelijk hebben de mannen zelf heel wat zaken georganiseerd. Een digitaal platform dat de mannen zelf hebben gemaakt is hieruit voortgevloeid.
6
Peter Tromp, pedagoog en voorzitter VaderKennisCentrum Utrecht Er wordt niet vaderinclusief gedacht, niet door moeders en ook niet door instanties. Omdat mannen er in het begin (tijdens de zwangerschap) niet bij worden betrokken, wordt het in een later stadium veel moeilijker om hen erbij te betrekken. Veel vaders worstelen met de juridische ongelijkheid. Ook worstelen zij in eerste instantie heel erg met hun gevoelens als zij hun kind niet zien, maar krijgen zo weinig hulp dat ze het uiteindelijk als een hopeloze zaak beschouwen. Dan sluiten zij zich uit zelfbescherming af voor hun vadergevoelens. De juridische ongelijkheid leidt tot emotionele problemen van vaders en kinderen. Hier moet een eind aan komen. Kees Spruijt, fotograaf en auteur ‘Ode aan de vader’ Het boek ‘Ode aan de vader’ is een verzameling portretten van vaders over hun visie op het vaderschap genomen over de periode dat hun partner zwanger was. Aan de orde kwam de relatie van de vaders met hun eigen vader en de verwachtingen die zij hebben van hun eigen vaderschap. De gesprekken voor het boek hebben zoveel teweeg gebracht dat sommige geïnterviewde mannen na lange tijd in gesprek zijn gegaan met hun eigen vader. Vaderschap is geen gangbaar gespreksonderwerp voor mannen. Waar het bij vrouwen na drie minuten vaak over de kinderen gaat, ligt hier bij mannen een soort taboe op. Dat neemt niet weg dat mannen wel worstelen met het vaderschap. Ook zij zijn onzeker of zij het goed doen, of willen het beter en anders doen dan hun eigen ouders. Dit taboe moet doorbroken worden. Ode aan de vader bleek een aardige eerste stap. Werksessie 1: Vaderschap o.l.v. Nathalie van Wingerden, Dona Daria De inleiding van Glenn Helberg en de paneldiscussie gaven veel gesprekstof. Doel van de werksessie was boven tafel te krijgen welke punten de komende periode aandacht vergen als het gaat om vaderschap. Onder de aanwezigen waren vertegenwoordigers van o.a. Deelgemeente Feijenoord, Dona Daria, VaderKennisCentrum, Project014, SBAW Eigen Kracht, Min. OCW, Kracht van de Vrouw, CJG Rotterdam en Formaat. Daarnaast namen Kees Spruijt en een aantal van de door hem geïnterviewde vaders deel. • •
• • • •
De overheid zou de juridische ongelijkheid tussen vaders en moeders moeten verhelpen waar het gaat om erkenning en gezag. Regelingen met betrekking tot het vaderschap, zoals het vaderschapsverlof zouden moeten worden uitgebreid. Bewustwording op het gebied van de vaderrol is belangrijk. De overheid zou dit kunnen stimuleren middels een campagne. Daarbij spelen rolmodellen een cruciale rol, evenals uitwisseling van kennis en ervaring tussen vaders onderling. Maar uiteindelijk is het van belang dat het gesprek over gelijkwaardig ouderschap ‘aan de keukentafel’ wordt gevoerd tussen vaders en moeders. Er is een positieve trend: Jonge vaders willen meer betrokken zijn bij de opvoeding van hun kinderen. Moeders moeten vaders ruimte geven om invulling te geven aan de vaderrol. Andersom moeten vaders verantwoordelijkheid nemen en meedraaien in de huishouding. Scholen zouden meer genderneutraal moeten opereren. Vaders moeten minstens evenveel betrokken worden als moeders. Er moet ingezet worden op de bevordering van ‘vadervriendelijkheid’ op scholen. Scholen hebben een wettelijke verplichting een bijdrage te leveren aan het informeren van gescheiden ouders. In de praktijk gebeurt dit vaak onvoldoende. Er zou beleid voor gemaakt moeten worden. Ook op de arbeidsmarkt bestaat er een duidelijke ongelijkheid tussen vaders en moeders. Vaders verdienen vaak meer, dat klinkt door in de opvoeding van de kinderen. Vaderschapsverlof is onbetaald en in veel bedrijven is het niet gebruikelijk dat vaders parttime werken om een actievere rol in de opvoeding van de kinderen op zich te nemen.
Werksessie 2 : Activering kwetsbare mannen o.l.v. Carola Dogan, Dona Daria Eerst werd de term kwetsbare mannen gedefinieerd. Kwetsbare mannen zijn mannen blij wie de draagkracht een beetje in gevaar is. Doel van de werksessie was boven tafel te krijgen wat goed werkt als het gaat om activering van kwetsbare mannen. Onder de deelnemers waren professionals van o.a. gemeente Rotterdam, Deelgemeente Feijenoord, Riagg, CVD Echte Mannen, Steunpunt Vrijwilligerswerk Rotterdam, Politie Rotterdam Rijnmond, GGD Amsterdam, Rotterdams Kenniscentrum Diversiteit, Indalo, Dona Daria, Stichting Buurtwerk Alexander, Dynamisch Delfshaven en Rainbow City. Ook
7
was er een ervaringsdeskundige. Hij is zijn baan als jongeren- en sportcoach verloren en voert nu de tegenprestatie uit bij Roteb. Het is belangrijk dat beleidsmakers activering van kwetsbare mannen als urgent zien. Agenderen is belangrijk: mannenemancipatie moet meer op de agenda komen. Er is institutionele discriminatie van mannen. Opvallend is dat mannen aan de top niet door hebben wat mannen nodig hebben. Overal is de man baas, maar het beleid is niet ‘manvriendelijk’. Het is belangrijk te beseffen dat werken met mannen een andere aanpak vergt dan met vrouwen. Mannen moeten zichzelf emanciperen. De seksuele identiteit is erg belangrijk, de man moet zich man blijven voelen. Uit ervaring weet men dat een groepsgewijze aanpak werkt. Een positieve benadering van mannen is belangrijk. Men moet kijken naar wat er al wel goed gaat, kleine successen moeten gevierd worden. In de keten van hulpverlening moet altijd een gebruiker zitten. De benadering moet gelijkwaardig gebeuren: peercoaching werkt goed. We moeten gaan van een specifiek naar een generiek beleid, maar diversiteit moet uitgangspunt zijn in elk beleid anders sla je de plank mis. Het woord empoweren duidt op een meer en minder (bij de hand nemen). Een betere bewoording is kennis delen. De man moet uit de slachtofferrol, de professional uit de ‘pamper-rol van redder’. De vraag die beleidsmakers en hulpverleners zich moeten stellen is ‘Wat heeft hij eraan?’ Omgekeerd moeten mannen zelf ook actief vragen ‘Wat heb ik eraan?’ In het geval van de tegenprestatie vergt maatwerk aanbeveling. Werk dat de man naar zijn mening geen toekomstperspectief biedt werkt demotiverend. De negatieve houding die dan kan ontstaan werkt bovendien aanstekelijk voor andere mannen in dezelfde positie, waardoor een neerwaartse spiraal kan ontstaan. Terugkoppeling werksessies en afsluiting Dagvoorzitter Aisha de Jong vroeg een aantal deelnemers: “Wat neem je mee uit de werksessie?” Uit de werksessie vaderschap namen deelnemers vooral mee dat bewustwording erg belangrijk is en dat ingezet moet worden op vadervriendelijkheid van scholen, bedrijven en regelingen. Deelnemers uit de werksessie kwetsbare mannen waren geïnspireerd door inbreng van de ervaringsdeskundige in de discussie. Zij bedankte alle aanwezigen voor hun komst en wenste hen een prettige netwerklunch. De powerpointspresentaties van mw. Dogan en dhr. Kamann, evenals relevante artikelen omtrent mannenemancipatie staan op www.donadaria.nl. De foto’s van de bijeenkomst staan op de Facebookpagina van Dona Daria.
8
Bijlage: Deelnemerslijst Achternaam Amersfoort, van Annastatia Bouhlrir Groen, de Coblijn, van Boston-Mammah Heemskerk Nieuwenhuis Jairo Khabza Jansen-Nunes Lorincz Koorndijk Schipper Pol, van der Riet, van der Polychronakis Hoek, van der Lisle, de Schreuder Struik Kamann Stoeten Silva Martin Vijfvinkel Samidin Trompetter Oppelland Lussenburg Tromp Tas Vrande, van der Spruijt Helberg Jong, de Dogan Pinto Geerits Ramadanovic
Voornaam Arnoud Rudmar Abdelhafid Karin Mirjam Teana Xenia Alfred John Zakia Michel Melinda Marlies Annet Petra Marit Katerina Henk Muriëlle Elske Nina Tjerk Esther Lucia Jennifer Okkie Stacii Denise Karin Ivon Peter Suat Esther Kees Glenn Aisha Carola Ireny Noortje Enisa
Organisatie Dynamisch Delfshaven Needs & Benefits PvdA Politie Rotterdam Rijnmond Formaat Deelgemeente Feijenoord CJG Rotterdam Rainbow City Kracht van de Vrouw Project014 Gemeente Rotterdam SBAW Eigen Kracht Gemeente Rotterdam Deelgemeente Feijenoord Deelgemeente Feijenoord CVD Echte Mannen CVD Echte Mannen Indalo Stichting Buurtwerk Alexander GGD Amsterdam Min. OCW Stichting Buurtwerk Alexander CVD
CVD KIO / St. Nederland in Dialoog Denkraam VaderKennisCentrum RKD Vrijwilligerswerk Rotterdam Photokees / Ode aan de vader RIAGG Dona Daria Dona Daria Dona Daria Dona Daria Dona Daria
9