management
Energie-ambities van corporate Nederland
SPECIAL IN SAMENWERKING MET NUON
december 2013
U wilt lage energiekosten.
COLOFON
INHOUD
06
Daarom hebben wij Daan.
11
Daan is expert op het gebied van energie-inkoop. Samen met een team van inkoopexperts houdt hij de ontwikkelingen op de energiemarkt scherp in de gaten. Daardoor kunnen zij u als grootzakelijke
12
klant voorzien van de meest actuele marktinformatie. En u attent maken op gunstige inkoopmomenten. Als u wilt, ondersteunen ze u ook graag persoonlijk bij het bepalen van uw inkoopstrategie. Zo profiteert u optimaal van de kansen op de energiemarkt. Wilt u ook lage energiekosten? Mail naar
[email protected] of kijk op nuon.nl/energie-inkoop
14
20
05 voorwoord Duurzame energie, dat is waar iedereen beter van wordt. En dat is ook waar Nuon zich hard voor maakt in deze special. 06 rob shuter Vodafone-ceo Rob Shuter over de energie-ambities van het bedrijf. ‘We willen geen strategie voor duurzaamheid, we willen een duurzame strategie.’ 11 besparende initiatieven Drie interviews met ondernemers die hun bedrijf verduurzamen. Zie ook pagina 19 en 23. 12 amsterdam Feiten en cijfers over de energiebesparing van de stad Amsterdam. Over groei, energieverbruik, zonne- en windenergie en stadsverwarming. 14 trendsetters De deelnemers aan deze discussie, Tom Francken (Desso), Eric Boonstra (EvoSwitch) en Gerard van Gorkum (ARN), vervullen een voortrekkersrol in energiezuinige bedrijfsvoering. 20 onbenutte besparingskansen We kunnen veel meer energie besparen dan we tot nu toe duurzaam opwekken.
december 2013
MANAGEMENT SCOPE A meeting of minds, is een uitgave van Scope Business Media, Amstelzijde 85a, 1184 TZ Amstelveen. DIRECTEUR/UITGEVER Walter Vesters HOOFDREDACTIE Quinty Danko EINDREDACTIE Nicole Gommers REDACTIECOÖRDINATIE Chantal Doezie VORMGEVING Thielenpeters BEELD COVER Aad Goudappel MEDEWERKERS Marcel Bakker, Marco Bakker, Aad Goudappel, Paul Groothengel, Linda Huijsmans, Jan Douwe Kooistra, Robert Minnaard en Paul van de Werf (Shootmedia), Irene Schoemakers, Kick Smeets ADMINISTRATIE EN REDACTIE Postbus 23, 1190 AA Ouderkerk aan de Amstel, T 020 311 37 99 © 2013 Niets in deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
VOOR WOORD
ZO DUURZAAM
MOGELIJK
D
uurzame energie, iedereen wordt er beter van. En dat is ook waar Nuon, onderdeel van Vattenfall, zich hard voor maakt. Bijvoorbeeld door te investeren in wind- en zonne-energie, door gebruik te maken van waterkracht of door biomassa te gebruiken bij de productie van elektriciteit. Ook stimuleert Nuon energiebesparing. Energie niet gebruiken is immers altijd duurzamer dan het opwekken van energie. Decentrale energieopwek, waarbij particulieren en bedrijven zelf energie genereren, speelt eveneens een belangrijke rol bij het verduurzamen van de energieproductie. Het probleem van decentrale opwekking is echter dat deze vrij grillig is. Het waait niet altijd even hard en ook de zon schijnt niet vierentwintig uur per dag en altijd even sterk. Om te zorgen voor een betrouwbare levering van energie, zal er een nauwe afstemming moeten plaatsvinden tussen (lokale) duurzame opwek, energieopslag, het verminderen of verhogen van de vraag plus de inzet van fossiel gestookte centrales. Duurzame energie kan immers niet van de een op de andere dag worden gerealiseerd. Er is tijd nodig om de garantie van energielevering te waarborgen. Om vraag en aanbod van energie goed op elkaar af te stemmen, zullen de productie- en consumptiedata van alle actoren in een slim netwerk aan elkaar moeten worden gekoppeld.
Dat gebeurt door middel van smart grids: intelligente energienetwerken waaraan decentraal opgewekte energie kan worden geleverd. Deze grids zorgen ervoor dat er zo weinig mogelijk opgewekte energie verloren gaat. Nuon levert zijn bijdrage aan energie die betrouwbaar, betaalbaar en bovenal zo duurzaam mogelijk is. Inmiddels is Nuon veel meer dan een leverancier van energie alleen. Nuon is bovenal een energiepartner en adviseur geworden. Een partner die meedenkt en die waarde creëert. We wensen u veel inspiratie tot verduurzaming.
Peter Smink is Head of Sustainable Energy Projects Vattenfall AB, en cfo en plaatsvervangend ceo N.V. Nuon Energy.
Nuon special / december 2013 . 5
INTER VIEW
‘Niet voor de bühne’ Duurzaamheid moet voelbaar en zichtbaar zijn in de hele organisatie, aldus Vodafone-ceo Rob Shuter. ‘We willen een duurzame strategie.’ Interview Peter Smink Tekst Irene Schoemakers Fotografie Marco Bakker
6 . manage m e nt
scope
Nuon special / december 2013 . 7
INTERVIEW
Rob Shuter (46)
et nieuwe hoofdkantoor van Vodafone Nederland staat op het Amsterdamse Oosterdokseiland, een nieuw ontwikkeld stuk binnenstad op loopafstand van het Centraal Station. Hier bevinden zich de consumer en enterprise businessunits (marketing en sales) en een groot deel van de directie en stafafdelingen van het bedrijf. In totaal werken hier in Amsterdam zo’n vierhonderd mensen op driehonderd flexwerkplekken. Vaste werkplekken zijn er niet. Ook niet voor Shuter. En dus nemen we plaats in de red room, een vergaderruimte met rode muren, witte leren banken en uitzicht op een groene wand met Vodafonelogo. ‘Die wand is bedekt met zichzelf voedende mossoorten’, legt Shuter uit. Sinds begin 2012 is de Zuid-Afrikaan Rob Shuter verantwoordelijk voor Vodafone Nederland. Hij was slechts twee dagen ceo toen een grote brand uitbrak in een van de netwerkcentrales van het bedrijf en dataverkeer in de Randstad voor veel klanten niet mogelijk was.
°
Was u voorbereid op een calamiteit als de brand in 2012? ‘Nee, daar was ik zeker niet op voorbereid. Ik werkte hier net twee dagen. Maar ik had een goed team mensen om me heen. De brand was een feit. Daar konden we op dat moment niets meer aan doen. Maar we hebben ons uiterste best gedaan om goed te communiceren rondom het probleem en de overlast zo snel en zo goed mogelijk te beperken. Dat is gelukt.’
°
U bleek hier – in tegenstelling tot uw werkomgeving in Zuid-Afrika – ook geen eigen kantoor te krijgen. Was u dáár op voorbereid? ‘Toen ik hier kwam werken kreeg ik een smartphone, een laptop en een ov-chipkaart. Dat was het. Ik kreeg geen eigen kamer, geen bureau, geen stoel. In mijn vorige baan als cfo bij Vodacom in Zuid-Afrika nam ik mijn 8 . manage m e nt
scope
kinderen in het weekend wel eens mee naar mijn kantoor om hen te laten zien waar ik werkte. ‘Is je nieuwe kantoor mooi?’, vroegen ze toen ik deze baan kreeg. ‘Ik heb geen kantoor meer’, zei ik. En het went snel. Het grote voordeel van deze opzet is dat je er heel anders door gaat werken. Veel van mijn werk vindt nu plaats tussen vergaderingen door of erna. Ik spreek collega’s in de gang, ik loop makkelijk even bij hen langs en omgekeerd, en mijn deur staat niet meer open omdat ik eenvoudigweg geen deur meer heb. Dat is echt anders dan ik gewend was, maar de voordelen zijn groot. Het maakt dat ik me meer verbonden voel met de business en de mensen die hier werken.’
°
Hoe is het voor u om te werken voor een bedrijf als Vodafone en met Nederlandse werknemers? ‘Wat ik leuk vind aan dit bedrijf, is dat het ondanks de grote omvang toch klein is gebleven. Er werken in Nederland 3.200 mensen bij Vodafone: negenhonderd in customer care, vijftienhonderd in winkels en zo’n achthonderd in commerciële functies. Ik houd van de openheid en directheid van de Nederlanders. Ze zijn zeer competent. Nederland is bovendien een welvarend en veilig land om te wonen. In Zuid-Afrika was ik altijd bezorgd over de veiligheid van mijn gezin als ik van huis was. Hier heb ik die zorg niet. Dat geeft rust. Maar ik zie ook verschillen. Laat ik het voorzichtig zeggen: de mensen in Zuid-Afrika hebben minder en klagen minder, de Nederlanders hebben veel en klagen meer. Dat valt me op. Bovendien zijn Nederlanders kritisch. Nederland is na een jaar alweer uit de top-5 van meeste concurrerende economieën in de wereld gevallen, schreven de kran-
ten over de daling van Nederland in de lijst van het World Economic Forum. Ook verschillende politieke en bestuurlijke boegbeelden spraken hier op tv hun zorg over uit. Maar laten we wel zijn: het betrof een lijst van 144 landen. En Nederland zit in de top-10 daarvan. Dat is een fantastisch resultaat dat gevierd zou moeten worden.’
Opleiding Accountancy en finance aan de Universiteit van KwaZulu-Natal Commerciële economie en accounting aan de Universiteit van Kaapstad Loopbaan 2012 - heden Ceo Vodafone Nederland 2009 - 2012 Cfo Vodacom in ZuidAfrika 2000 - 2009 Managing director Nedbank retail in Zuid-Afrika 1994 - 1999 Hoofd investment banking bij Standard Bank in ZuidAfrika 1989 - 1992 Accountant bij Deloitte Zuid-Afrika
°
Vodafone staat bekend om haar aandacht voor duurzaamheid. Wat betekent duurzaamheid voor dit bedrijf? ‘We willen geen strategie voor duurzaamheid, we willen een duurzame strategie. Dat is een wezenlijk verschil. Het onderwerp duurzaamheid is geen separaat onderdeel binnen de onderneming, samengevat in een apart document of jaarverslag. Het is onderdeel van de hele business. Duurzaamheid moet geïntegreerd zijn. Dat wil zeggen dat we op ons netvlies hebben wat wij als organisatie zelf kunnen doen om duurzamer te opereren, maar ook wat duurzaamheid kan betekenen voor onze klanten en de maatschappij als geheel. Al onze kantoren proberen we zo duurzaam mogelijk in te richten. Zo hebben we flexibele werkplekken waardoor we minder vierkante meters kantooroppervlakte nodig hebben, kopen we groene stroom in, zijn er video conferencing ruimtes ingericht om met andere locaties over de hele wereld te overleggen en stimuleren we medewerkers om met het openbaar vervoer naar kantoor te komen. Het aantal leaseauto’s hebben we hierdoor kunnen terugbrengen, waardoor ons brandstofverbruik de afgelopen jaren flink is gedaald. Daarnaast, en dat is nog interessanter, lenen onze producten en diensten zich er goed voor om een bijdrage te leveren aan het verduurzamen
Interesses Hardlopen, kanoën, fietsen, poëzie, muziek en gadgets Thuis Getrouwd, drie kinderen
van de wereld. Vodafone heeft een onderzoek gedaan waaruit blijkt hoeveel het gebruik van mobiele telefoons de CO2-uitstoot kan verminderen. Dat is aanzienlijk. We hebben berekend dat mobiele telefonie alleen al in 2020 kan zorgen voor een wereldwijde reductie van de CO2-uitstoot van twintig procent. Mobiel verkeer maakt het mogelijk voor mensen om minder vaak te reizen, om machines en apparaten met elkaar te laten communiceren, om energieverbruik op afstand te monitoren, enzovoorts. Mobiele technologie kan kortom worden ingezet voor meer efficiency en minder CO2-uitstoot.’
°
‘MOBIELE TECHNOLOGIE ZORGT VOOR REDUCTIE VAN CO2-UITSTOOT’
Ziet Vodafone het ook als missie om dit model uit te dragen? ‘Ja. We realiseren ons dat we als specialist in connectivity en smartphones een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan
een duurzamere wereld. Afgezien van de CO2-besparing kunnen we ook toegang tot communicatie regelen voor bijvoorbeeld mensen met een beperking, kunnen we belangrijke innovaties in de gezondheidszorg ondersteunen en bijvoorbeeld meehelpen om de veiligheid op straat te vergroten. Deze uitdagingen willen we graag aanpakken. De werkomgeving die wij hier zelf hebben gecreëerd, kan daarnaast als voorbeeld dienen voor andere organisaties. Dat is het mooie van onze producten en dienstverlening. Ze kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het verduurzamen van andere organisaties.’
°
Vodafone heeft aangegeven om een CO2-reductie te realiseren van vijftig procent in 2020 ten opzichte van 2007. Hoe gaat u dat realiseren? ‘Dat is een stevige uitdaging voor ons. De directe mi-
lieu-impact van Vodafone wordt voornamelijk veroorzaakt door ons netwerk, transport en gebouwen. Energie-efficiëntie en CO2-reductie hebben daarom onze prioriteit. De uitdaging zit hem erin dat we onze netwerken nog steeds aan het uitbreiden zijn. Steeds meer klanten stappen over op smartphones, waardoor er meer gebruik wordt gemaakt van ons netwerk. Een belangrijke manier om CO2reductie te realiseren is dan ook door onze apparatuur te moderniseren. Daar valt veel winst te behalen. Om een voorbeeld te geven: ons 2G-netwerk – het eerste digitale netwerk voor mobiele telefoons waar ook de eerste dataservices op konden worden aangeboden – bevond zich in grote containers. Toen wij overstapten van een 2G naar een sneller 3G-netwerk, werden er containers bijgeplaatst. De gezamenlijke capaciteit Nuon special / december 2013 . 9
DUUR ZAAM
INTERVIEW
was nodig om 3G aan te kunnen bieden. 3G was kortom geen vervanging van 2G, maar werd eraan toegevoegd. Het supersnelle mobiele internet met 4G, dat we afgelopen zomer hebben gelanceerd, is ook geen vervanging van de 2G- en 3G-netwerken. Maar door de apparatuur van 2G en 3G te combineren met 4G hebben we aanzienlijk minder ruimte en energie nodig. In Zuid-Afrika hebben we hiermee een besparing kunnen genereren van maar liefst veertig procent. Hier in Nederland – waar veel van de koeling gratis plaatsvindt vanwege de koelere weersomstandigheden – zijn de besparingen minder spectaculair, maar toch nog altijd twintig procent. Dat is aanzienlijk. Het samenvoegen van onze netwerkapparatuur is dus een belangrijk middel in de strijd voor CO2-reductie. Overigens gaan we onze uiteindelijke CO2-doelstelling halen door het gebruik van Nederlandse windenergie. Dat is voor een bedrijf als het onze dat in productie verdrievoudigt – met 2G, 3G en nu 4G – de enige manier.’
°
Vodafone is niet als eerste met 4G in Nederland op de markt gekomen. Was dat een bewuste keuze? ‘Wij hebben er bewust voor gekozen om 4G een half jaar later te introduceren dan we hadden kunnen doen, omdat wij onze netwerkapparatuur wilden combineren met de systemen die we al hadden. Door dat te doen konden wij die twintig procent energiereductie realiseren. De time to market was daardoor wat langer. Maar we nemen liever wat meer tijd zodat we duurzamer zijn, dan dat we de eerste zijn. In feite stellen we onszelf altijd twee vragen voordat we de time to market bepalen. Hebben we alles op orde om het product nu te lanceren? En: is dit de slimste manier om ons geld uit te geven?’ 10 . manage m e nt
scope
°
Hoe belangrijk is het om samen te werken met partners als het gaat om het bevorderen van duurzaamheid? ‘Ik geloof heel sterk in partnerships en comakership. De wereld van vandaag is te complex om als onafhankelijke entiteiten te opereren. We zullen eenvoudig samen moeten werken om betere antwoorden te kunnen vinden op de steeds grotere vragen die zich aandienen. Vroeger waren consumenten vooral geïnteresseerd in hoe ze hun telefoonrekening zo laag mogelijk konden houden en wilden bedrijven vooral weten hoe ze meer geld konden verdienen. Nu hebben zowel consumenten als bedrijven een bredere blik op de samenleving en zijn beiden geïnteresseerd in het duurzamer maken van de omgeving. Dat betekent dat bedrijven veel meer de blik op de lange termijn gericht moeten houden en de handen ineen moeten slaan met andere partijen om oplossingen te vinden voor maatschappelijke problemen. Geen bedrijf kan dat alleen. Zo werken wij bijvoorbeeld samen met The New Motion in de vorm van een machine to machine-partnership. Dit bedrijf bouwt tweehonderd elektrische laadpalen per week, zodat de elektrische auto echt kans van slagen krijgt in Nederland. Vodafone levert de simkaarten voor die laadpalen. Maar ook kunnen mobiele telefoons de verwarming, tv of verlichting aansturen. Dat kan echter alleen wanneer al die verschillende aanbieders met elkaar samenwerken.’
tiesysteem, een mp3-speler, een tv, een cassetterecorder enzovoorts. Nu zitten al deze functionaliteiten en meer in één klein apparaatje: de smartphone. En die functionaliteiten nemen alleen maar toe, waardoor de populariteit van de smartphone groter en groter zal worden. Nederland is een land met een zeer hoge penetratiegraad van smartphones. Een van de hoogste ter wereld: 66 procent bij consumenten. Maar zelfs hier hebben we dus nog eenderde van de markt te gaan. Bovendien is de penetratiegraad van smartphones bij bedrijven minder: zo’n vijftig procent. Daarnaast is Internet of Things een ontwikkeling waar we niet omheen kunnen. Hierbij worden data aan elektronica gekoppeld en kan alles met alles draadloos communiceren. Dat gaat de wereld verder veranderen.’
°
Wat gaat er volgens u vaak mis bij bedrijven die proberen het duurzame denken in hun strategie ten uitvoer te brengen? ‘Het gaat mis wanneer men het onderwerp een afzonderlijke positie toekent. En het gaat mis wanneer het slechts een verhaal is dat wordt verteld in de organisatie. Het onderwerp moet niet alleen op de score card staan, maar het moet voelbaar en zichtbaar zijn in de hele organisatie. Hypocrisie is funest. Het is slecht wanneer een bedrijf het onderwerp niet op de kaart heeft staan. Maar het is nog slechter wanneer een bedrijf zegt het onderwerp belangrijk te vinden, en dit niet meer is dan een verhaal voor de bühne. Daar trappen medewerkers niet in. You’ve got to live and breathe it.’
°
Als u de blik vooruit werpt, waar gaan de ontwikkelingen dan heen op het gebied van smartphones en connectivity? ‘Een groot thema in onze business is de rol die de smartphone kan innemen in de maatschappij. Die rol is de afgelopen jaren al exponentieel toegenomen. Vroeger had ik een telefoon, een rekenmachientje, een agenda, een naviga-
Peter Smink is Head of Sustainable Energy Projects Vattenfall AB, en CFO en plaatsvervangend CEO N.V. Nuon Energy.
‘Restaurant voorziet zelf in energie’ Wie: Kristel Pinkster-Zijlstra Bedrijf: Flevonice Duurzaam: Schaatsparcours ingekort
E
en ijsbaan is per definitie niet duurzaam, stelt Kristel Pinkster-Zijlstra. Het vijf kilometer lange kunstijsparcours van Flevonice bij Biddinghuizen ging in april 2012 failliet. Kristel en haar vader Joop namen de failliete boedel over en maken vanaf november dit jaar een doorstart. Juist omdat het maken en op temperatuur houden van kunstijs zoveel energie kost, staat het duurzaam toepassen ervan hoog op hun agenda. Pinkster-Zijlstra: ‘Om te beginnen hebben we het schaatsparcours ingekort van vijf naar drie kilometer. Van ongeveer half november tot en met eind februari ligt daar ijs, maar zodra het te warm wordt, organiseren we zomeractiviteiten. Naast de ijsbaan ligt bijvoorbeeld een vijf kilometer lang asfaltparcours, waarop geskeelerd en gefietst kan worden. Daarnaast kunnen onze elektrische karts zowel op ijs als op asfalt rijden. Het restaurant wordt wat energiegebruik betreft helemaal zelfvoorzienend. Dat doen we onder andere door uitsluitend ledverlichting te gebruiken en op termijn zonnepanelen op het dak te leggen.’ Duurzame ideeën leven er genoeg bij Flevonice, maar niet alles blijkt uitvoerbaar. Het plan om de ijsbaan ook met ledlampen te verlichten is afgeblazen, omdat ze niet genoeg uren branden om die investering rendabel te maken. Ook het idee om een eigen windmolen te plaatsen ging niet door, omdat het complex in een vlieggebied ligt. Wel komen er op de grote parkeerplaats gratis oplaadpalen voor bezoekers die met een elektrische auto komen. En als het aan Pinkster-Zijlstra ligt, wordt er in de toekomst ook gekeken of de warmte van de ijsmachines opnieuw te gebruiken is, bijvoorbeeld om de binnenruimtes te verwarmen. ‘We liggen midden in de prachtige natuur, daar willen we zelf graag aan een bijdrage aan blijven leveren.’ Nuon special / december 2013 . 11
Tekst Linda Huijsmans Fotografie Kick Smeets
‘MET 4G NAMEN WE BEWUST MEER TIME TO MARKET OM DUURZAMER TE ZIJN’
AMSTERDAM & VERDUURZAMING
Zonne- en windenergie
250 MW
Singles en voordeur delers
Bijna de helft van alle Amsterdamse woningen is gebouwd voor 1945; voor deze groep woningen is aanpassing van het energiesysteem essentieel.
2006-2010: + 37.500
805
Tekst: Paul Groothengel
MW
De bevolking van Amsterdam groeit: in de periode 2006-2010 nam het aantal inwoners met 37.500 toe, tot een totaal van 800.000 inwoners; in augustus 2013 werd de stad bevolkt door ruim 805.000 inwoners.
De meeste Amsterdammers delen gebouwen met elkaar: 86% van de 427.000 huishoudens bestaat uit appartementen.
100
2010-2013: + 5.000
1945
12,1 %
In september 2012 heeft de gemeenteraad besloten om het aantal windmolens in de komende jaren ongeveer te verdubbelen tot 250 MW vermogen.
In het Westelijk Haven gebied is er ruimte voor de opwek van ongeveer 100 MW aan windenergie. Daarmee zou de gemeente ongeveer een derde van alle huishoudens in de stad van elektriciteit kunnen voorzien.
9,2 %
Wonen, excl. woning
Elektriciteit
Infographic: Shootmedia
0,7 %
Communicatie
1.000
DUIZEND
86 %
appartementen
Er wonen relatief veel ‘singles’: 229.000 appartementen hebben één inwoner.
367
Woning
160 MW
In Amsterdam is ruim 11 km2 dak geschikt voor zonnepanelen.
2,1 %
DUIZEND
Opleiding
65 %
woningcorporatie 73% van alle huizen zijn huurhuizen.
MW
3,7 %
73 %
Verbruik
26,5 %
65% van de huurhuizen is eigendom van woning corporaties zoals De Key, Ymere, Eigen Haard en Rochdale.
Energieconsumptie van een huis houden in de stad
Gas en andere brandstoffen
3,0 %
Kleding en schoeisel
De doelstelling is om in 2020 160 MW zonnestroom per jaar op te wekken.
7,9 %
Voor 2040 is het streefcijfer voor zonneenergie 1000 MW.
Benzine
HUUR
2,0% Hygiëne
Verduurzaming loont 6% van de winkelpanden en 15% van de kantoor ruimte staat leeg. Om die leegstand aan te pakken, wordt verduurzaming van winkelpanden en kantoorruimte steeds belangrijker.
200 12 . manage m e nt
scope
6% 15 %
leegstand
7,5 %
Door betere verhuurbaarheid stijgt de bezettingsgraad van deze panden met 7,5%.
19,3 % Voeding
Stadswarmte
Top-3 energieverbruik:
38,6 % gas & elektriciteit 19,3 % voeding 12,9 % wonen
Het aantal woningen met aansluiting op stadswarmte eind 2012: 58.000 woningen
stijging bezetting
Amsterdam breidt het aantal oplaadpunten uit met duizend stuks. Overheidsinitiatief MRA Elektrisch heeft een Europese aanbesteding gedaan voor 800 laadpunten; Nuon en bouwbedrijf Heijmans realiseren 200 openbare oplaadpunten; deze laadpunten leveren drie jaar lang gratis groene stroom aan ‘elektrisch’ rijdende automobilisten.
Sinds 1999 werken Nuon en de gemeente Amsterdam samen aan de uitbreiding van stadswarmte in de joint venture Westpoort Warmte. Uit studies is gebleken dat de combinatie van warmtebesparing en collectieve warmtelevering een economisch efficiënte aanpak is om bestaande gebouwen te verduurzamen en meer invloed te hebben op de energielasten van bewoners dan bij gaslevering alleen.
58
duizend
4,2 %
Verkeer, excl. benzine
De huuropbrengsten stijgen met 2-3%, verkoopprijzen kunnen 16% hoger uitkomen.
9,2 %
600
duizend
Ontspanning De potentie van stadswarmte is voor Amsterdam vastgesteld op 230.000 woningen in 2040.
230
duizend
Het gaat om aansluitingen op nieuwe en bestaande gebouwen. Dit is bijna 40% van ongeveer 600.000 woningen in de stad.
Voor dit artikel is gebruik gemaakt van de volgende bronnen: Amsterdam.nl, dienst Infrastructuur Vervoer en Verkeer; Nuon/Vattenfall; Temperatuur van het Amsterdamse Klimaat, december 2011; Onderzoek: Kok, N. en Jennen, M. (2011) ‘De waarde van energiezuinigheid en bereikbaarheid. Een analyse van de Nederlandse kantorenmarkt.’
Nuon special / december 2013 . 13
RONDE TAFEL
TRENDSETTERS
Energie-ambities zijn tegenwoordig onderwerp in elke boardroom. De deelnemers aan deze discussie vervullen een voortrekkersrol in energiezuinige bedrijfsvoering. Interview Erik Suichies Tekst Jan Douwe Kooistra Fotografie Marcel Bakker
iemand kan de energie- en duurzaamheidstransitie negeren. De deelnemers aan dit gesprek, die zo op het eerste gezicht weinig met elkaar gemeen hebben, zijn het over die stelling snel met elkaar eens. Tom Francken is financieel directeur van Desso. Zijn tapijten liggen in bankgebouwen, kantoren, winkels en scholen in heel Europa. In 2020, zo is het doel van Desso, werkt het bedrijf helemaal cradle to cradle. Dat betekent dat de tapijten recyclebaar zijn en alle verbruikte energie duurzaam is opgewekt. Gerard van Gorkum is directeur van afvalenergiecentrale ARN in Nijmegen, waar uit afval energie wordt opgewekt, maar ook compost wordt gemaakt en zoveel mogelijk afval wordt gescheiden voor hergebruik. Eric Boonstra is directeur van 14 . manage m e nt
scope
Tom Francken, Eric Boonstra, Erik Suichies en Gerard van Gorkum Nuon special / december 2013 . 15
RONDE TAFEL
EvoSwitch, leverancier van duurzame, carrierneutrale datacenter services in Nederland en de Verenigde Staten. Het gesprek heeft plaats in het CO2-neutrale datacenter van EvoSwitch in Haarlem. Een deur verderop knipperen de lampjes van de servers van Europese telecomreuzen. Als iemand in Europa, Nederland, Spanje of Zweden de online encyclopedie Wikipedia bezoekt, dan wordt in Haarlem ergens een server wakker, zo legt Boonstra uit. Erik Suichies, directeur zakelijke markt bij Nuon, leidt het gesprek.
°
‘Het rendement moet wel redelijk zijn’
Tom Francken (54) is sinds 2007
cfo bij Desso, een Nederlandse tapijtfabrikant met de missie om in 2020 volledig cradle to cradle te werken. Zo moet uiteindelijk alle energie duurzaam zijn opgewekt en moeten alle materialen die in tapijttegels van Desso zijn verwerkt, herbruikbaar of biologisch afbreekbaar zijn. 16 . manage m e nt
scope
Wat betekent energie en duurzaamheid voor jullie bedrijf? Boonstra: ‘Datacentra hebben heel veel stroom nodig. Al die computers verbruiken veel, maar ze geven ook warmte af en moeten daarom worden gekoeld. Wij verbruiken bij Evoswitch ook veel, in Haarlem dit jaar zo’n tachtig miljoen kWh, dat is ongeveer net zoveel als 23.000 huishoudens. Vanaf dag een hebben wij met elkaar afgesproken hier in Haarlem groen te werken. We proberen het energieverbruik te minimaliseren en we kopen honderd procent groene stroom in.’ Francken: ‘Desso heeft een cradle to cradle-agenda: bedrijven die grondstoffen verbruiken moeten dat op zo’n manier doen dat alles wat ze
maken hergebruikt kan worden. Dat geldt ook voor ons. Wij willen dat in 2020 alle energie die we gebruiken duurzaam is opgewekt. Nu doen we dat door groene stroom in te kopen, bij waterkrachtcentrales bijvoorbeeld. Uiteindelijk willen we zoveel mogelijk energie zelf opwekken.’ Van Gorkum: ‘Wij wekken energie – gas, elektriciteit en warmte – op uit afval. We zoeken daarbij naar nieuwe manieren om onze energie ook rechtstreeks nuttig in te zetten en er niet alleen maar elektriciteit mee te maken. Bij het verbranden van afval komt veel warmte vrij, die wordt straks deels gebruikt om vijftienduizend nieuwe woningen in de Waalsprong, een nieuwe wijk in Nijmegen, te verwarmen. Een waterzuivering in de buurt gebruikt onze restwarmte al om de bassins op te warmen om zo hun processen te kunnen optimaliseren.’
°
Jullie pakken alle drie duurzaamheid en duurzame energieopwekking heel serieus op. Wat drijft jullie? Francken: ‘Volgens mij is er gewoon geen enkele reden om het niet serieus te nemen. Bedrijven die nog niet met duurzaamheid bezig zijn, bestaan over vijf, tien jaar niet meer. Daarvan ben ik overtuigd.’ Boonstra: ‘Energie wordt steeds schaarser in de wereld en datacentra worden toch gezien als energieslurpers. Dan moet je iets doen. Zo weinig mogelijk energie gebruiken is beter voor het milieu en het is ook goede marketing. We willen milieuvriendelijk zijn en een milieuvriendelijke uitstraling hebben.’ Van Gorkum: ‘Ik denk dat je moet geloven dat het naar de toekomst toe nodig is. Als je het puur bedrijfseconomisch bekijkt, dan doe je op dit moment waarschijnlijk niet zo veel. Wij gaan nog meemaken dat Nederland zelf geen gas meer heeft. Als we niets doen, dan zijn we straks volledig afhankelijk van import uit het buitenland. Wat als Rusland dan de gaskraan dichtdraait?’
°
Is het voor jullie ook bedrijfseconomisch een logische keuze? Boonstra: ‘Omdat wij vanaf het begin hebben gezegd dat we CO2-neutraal willen zijn, verdienen we onze investeringen terug. Ja, je moet wel veel investeren en je moet beter nadenken, innoveren. Dat kost niet alleen geld, ook veel tijd. Maar die ervaring kunnen we weer gebruiken in nieuwe datacentra. En het levert ons een voorsprong op. Als je in een datacentrum even iets wilt aanpassen, lopen de kosten heel snel op. Dan is een miljoen niks. Onze concurrenten zullen zich ook snel moeten aanpassen, er komen steeds meer regels.’ Francken: ‘Het levert meer business op. Niet dat
een klant zomaar automatisch wil betalen voor wat wij investeren in onze cradle to cradle-producten, want tapijttegels met onze speciale cradle to cradle-rug zijn duurder dan de standaard tegels. Maar sommige klanten willen het wel. Uiteindelijk betaalt het zich terug. Je kunt je er ook mee onderscheiden. Maar je moet de investeringen vooraf doen.’ Boonstra: ‘Ik geef ook honderdduizenden euro’s per jaar minder uit aan energie dan mijn directe concurrenten. Dat voordeel geef ik door aan de klant. Green means cost leadership, zeg ik altijd.’ Van Gorkum: ‘Je moet als bedrijf ook trendsetter durven zijn. Door ons warmteproject gooien wij straks geen warmte meer weg: overal waar we warmte produceren, vangen we dat af. Ik heb tegen mijn commissarissen gezegd dat we deze investering nu moeten doen, omdat ik ervan overtuigd ben dat de overheid dit soort warmte-emissies in de toekomst fiscaal gaat belasten. Zo’n project duurt jaren. Als je het nu aandurft, geeft het je straks een concurrentievoordeel. Bovendien is het duurzaam en goed voor het milieu.’
Gerard van Gorkum (61)
werkt al vijfentwintig jaar bij ARN, sinds 2001 als algemeen directeur. ARN is van oorsprong een afvalenergiebedrijf, maar inmiddels ook specialist in het winnen van grondstoffen uit afval en het produceren van biogas.
°
Dat betekent dus ook durven investeren? Francken: ‘Ja, wij willen zoveel mogelijk energie zelf opwekken. Daar gaan miljoenen in om en het is voor ons ook nog eens een heel andere business.’ Van Gorkum: ‘Als je het over duurzaamheid en energie hebt, dan praat je ook nog eens over lange looptijden. Onze infrastructuur voor warmtelevering kost 150 miljoen. Dat verdien je niet terug in drie jaar. We hebben voor de afzet van warmte met Nuon, Alliander, de gemeente Nijmegen en de provincie Gelderland een contract afgesloten voor dertig jaar. Dat is uniek in de wereld. Daar hebben we wel een paar nachten van wakker gelegen, je verbindt je voor dertig jaar aan andere partijen. Maar dat is wederzijds. En wil je dit soort dingen van de grond krijgen, dan moet je partners zoeken die willen samenwerken, je moet niet alles alleen willen doen.’
°
Over het Energieakkoord. In 2020 veertien procent duurzaam opgewekte energie, meer energiebesparing, meer windparken, sluiting van oude kolencentrales, aandacht voor decentraal opwekken van energie. Wat vinden jullie van die ambities? Francken: ‘Voor een land als Nederland is het veel te dun. Welk land in de wereld had verstand van windmolens? Dat waren wij toch? Stop een deel van de gasopbrengsten toch in de energietransitie.’ Boonstra: ‘Ik vind de vergelijking met Duitsland altijd een interessante. Duitsland wekt gewoon veel en veel meer duurzame energie op dan Nederland.
‘Trendsetter zijn levert concurrentievoordeel op’
Zoveel zelfs dat ze op een mooie zomerdag hun overschot aan stroom bij ons dumpen. Vergeleken met Duitsland doen we nog helemaal niets.’
°
Hebben we dan in Nederland een sterkere stimulans vanuit de overheid nodig, zoals in Duitsland? Boonstra: ‘Dat denk ik wel, ja. Je moet bedrijven stimuleren om groen te worden, anders gebeurt er te weinig. Ik vind het bijvoorbeeld heel goed van steden als Amsterdam en Haarlem dat ze CO2-neutraal willen worden.’ Francken: ‘Neem een windmolen: die kost drie, vier miljoen euro. Op de daken van twee van onze fabrieken hebben we zonnepanelen gelegd, dat kostte drie miljoen euro. Dat zijn flinke investeringen. Probeer daar als overheid meer geld voor vrij te maken. Als de overheid daar geen schwung aan geeft, gaan we die veertien procent niet eens halen.’ Van Gorkum: ‘Ik denk ook dat diverse overheden moeten meedenken en een rol moeten hebben, anders ontstaan er problemen. Stel je voor dat iedereen zijn eigen stroom opwekt, dat ik mijn elektrische auto thuis oplaad met mijn eigen windmolen. Hoe zit dat dan fiscaal? Wie betaalt de energiebelasting die de overheid dan misloopt? Enige regulering zal nodig blijven, maar decentrale opwekking en distributie hebben de toekomst.’ Nuon special / december 2013 . 17
DUUR ZAAM
RONDE TAFEL
ging director van EvoSwitch, eigenaar van datacentra in Haarlem, Virginia en binnenkort Amsterdam-Zuidoost. Na managementfuncties bij Siemens, ABN Amro en Staples is Boonstra vijf jaar geleden overgestapt naar de voor de jurist nieuwe groeimarkt van datacenters.
°
‘Wees niet reactief en wacht niet op regeltjes’
18 . manage m e nt
scope
°
Is het voor Nederlandse bedrijven een logische stap om zelf energie op te wekken? Francken: ‘Wij hebben in Dendermonde, in België, en in Waalwijk zonnepanelen geplaatst, door subsidieregelingen was dat lonend om te doen. Het rendement moet wel redelijk zijn. We hebben ook naar biogas gekeken, maar dan zouden we drie keer zoveel gaan betalen. Dat gaat niet werken.’ Van Gorkum: ‘Als je maar blijft rekenen of je alle investeringen wel terugverdient, dan kom je er volgens mij nooit uit. Wij wekken al jaren dezelfde hoeveelheid energie op. In 2009 verdienden we daar 11,2 miljoen mee. Nu 7,8 miljoen, omdat de prijzen zijn gedaald. Stel dat ik alleen maar prognoses had gemaakt op basis van het verleden...’ Boonstra: ‘Wij hebben wel overwogen om zonnepanelen op het dak te leggen, maar dan als marketinginstrument. Als je kijkt naar wat wij nodig hebben aan elektriciteit, dan zijn die panelen bij lange na niet genoeg.’ Francken: ‘Voor ons is de vaste prijs een heel groot voordeel van het opwekken van duurzame energie. Als wij straks alleen nog maar zelf opgewekte energie gebruiken, dan weet ik precies wat energie mij de komende tien jaar kost. Dat heeft ook een waarde.’
Als jullie managers een ding mee kunnen geven, wat is dat dan? Van Gorkum: ‘Doe een energiescan, dat is bijna altijd een eyeopener. Ik denk dat veel managers misschien wel weten hoeveel ze uitgeven aan stroom, water en gas, maar niet waarvoor ze het gebruiken en of er besparingen mogelijk zijn. Dat is niet slim.’ Francken: ‘Ieder bedrijf moet een duurzaamheidsagenda hebben. Hoeveel energie verbruik ik? Met wat voor producten ben ik bezig? Zijn die verantwoord en zijn ze goed voor mensen? Als je dat niet weet, dan krijg je daar last van want de wereld is aan het veranderen.’ Boonstra: ‘Daar ben ik het helemaal mee eens. Wees niet reactief, ga vooral niet zitten wachten op regeltjes. Voer duurzaamheid door in je hele bedrijf, zorg dat het voor iedereen normaal is. Of het nu de receptioniste is of de directeur.’
Erik Suichies werkt ruim tien jaar voor Nuon. Inmiddels is hij directeur voor de zakelijke markt in Nederland en sinds de overname van Nuon door Vattenfall ook voor alle zakelijke producten in Nederland, Duitsland en Scandinavië.
‘We experimenteren met energiebronnen’ Wie: Jan van den Bosch Bedrijf: Amsterdam RAI Duurzaam: Twee voetbalvelden aan zonnepanelen
B
ij de RAI denken we al vijf jaar serieus na over manieren van energiebesparing en duurzaamheid. Zonnepanelen kwamen daarbij al snel ter sprake, maar daarvoor moesten we eerst behoorlijk wat vooronderzoek doen. Kunnen onze daken het gewicht dragen, hoeveel energie levert het ons jaarlijks op, wat kost het onderhoud, welke plekken zijn geschikt en welke niet?’ Ondertussen ontwikkelde de techniek zich in sneltreinvaart; de panelen worden steeds lichter en de opbrengst steeds hoger. Van den Bosch: ‘Dit najaar beginnen we met zonnepanelen op één van de hallen langs de snelweg A10. Daar komen op een oppervlakte van ruim 12.000m2, vergelijkbaar met twee voetbalvelden, 1.632 zonnepanelen te liggen. Daarmee hebben we de grootste aaneengesloten oppervlakte zonnepanelen van Amsterdam. We hopen uiteindelijk een energiebesparing van veertigduizend euro per jaar te realiseren. Dat is 2,5 tot drie procent van onze totale energierekening. Door het karakter van de RAI hebben we te maken met piekbelastingen in ons energiegebruik. Om die pieken goed op te kunnen vangen, spreiden we onze energiebronnen zoveel mogelijk en proberen we steeds weer nieuwe ideeën uit. Zo experimenteren we momenteel met speeddeuren: buitendeuren die sneller open- en dichtgaan, waardoor er zo min mogelijk buitenlucht naar binnen stroomt. Het is onze ambitie om binnen vijf jaar de meest duurzame congres- en evenementenorganisatie in Europa te zijn. Daarom blijven we steeds nadenken over nieuwe mogelijkheden. Natuurlijk is het bij nieuwbouw gemakkelijker te realiseren. Recent zijn we gestart met de bouw van het RAI Amtrium met onder andere een kas voor cityfarming (groente verbouwen op het dak, red.). En natuurlijk heel veel zonnepanelen.’ Nuon special / december 2013 . 19
Tekst Linda Huijsmans Fotografie Kick Smeets
°
Jullie zetten flinke stappen, wat houdt andere bedrijven eigenlijk tegen? Boonstra: ‘Volgens mij is het onwetendheid.’ Francken: ‘Dat moet wel, want er is geen enkele reden voor bedrijven om niets te doen.’ Van Gorkum: ‘Ik ben er ook van overtuigd dat het te maken heeft met het management. Als de raad van commissarissen je weghoont als je een voorstel doet op het gebied van duurzaamheid, dan kom je daar geen tweede keer mee. Voor echte verandering heb je ook de leiding en de toezichthouders van het bedrijf nodig.’ Boonstra: ‘Dat klopt. Bij een concurrent van mij wilde het lokale management heel graag vergroenen, maar de directie op het hoofdkantoor gaf geen toestemming. Betalen klanten ervoor? Nee? Dan doen we het niet.’
Eric Boonstra (48) is mana-
ANALYSE
ER IS VEEL MEER BESPARING MOGELIJK Met meer flexibiliteit, controle en handel in emissierechten én marktwerking kunnen we nog meer energie besparen. Tekst Felix Gruijters Illustratie Aad Goudappel
EMOTIE STAAT MARKTWERKING IN DE WEG 20 . manage m e nt
scope
et ‘CO2-bewustzijn’ is de afgelopen jaren fors toegenomen. Politiek, bedrijven en burgers kennen de relatie ervan met fossiele brandstoffen en weten vaak ook dat er in de wetenschap een verband wordt gelegd tussen CO2-uitstoot en klimaatverandering. En met die bewustwording komt er steeds meer aandacht en ruimte voor duurzame manieren van opwek en toepassingen van energie, zoals windmolens en zonnepanelen en het gebruik van elektrische auto’s. Voor de consument en het bedrijfsleven is het belangrijk dat de energievoorziening voldoet aan drie voorwaarden: energie moet betaalbaar zijn, de levering moet zeker gesteld zijn en de energie moet zo duurzaam mogelijk zijn opgewekt. We zien dan ook dat het aandeel ‘groene energie’ elk jaar weer toeneemt. De recente opening van het Prinses Alexia
Windpark in Flevoland bij Zeewolde illustreert deze focus op duurzame energie. Met 36 windmolens is dit het grootste windmolenpark op land in Europa. BESPARINGSMOGELIJKHEDEN
In Nederland kunnen we nog veel meer energie besparen dan we tot nu toe doen. Niet-gebruikte energie is immers nog duurzamer dan het opwekken van duurzame energie. In het Energieakkoord wordt dit erkend. En terecht, want in ons land zijn er wel degelijk nog verschillende niet-benutte besparingsmogelijkheden. Onderzoek door Ecorys in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken heeft laten zien dat de partijen die deelnemen aan de Meerjarenafspraken Energie-efficiency (MJA) slechts de meest voor de hand liggende en vrij eenvoudig uit te voeren energiebesparingen hebben Nuon special / december 2013 . 21
DUUR ZAAM
ANALYSE
doorgevoerd. Er wordt kortom minder bespaard dan mogelijk is. Daarnaast kan de Wet milieubeheer in Nederland effectiever worden uitgevoerd. De wet verplicht bedrijven om een plan van aanpak op te stellen voor besparingen op het gebied van milieu. Die besparingen worden vaak keurig in kaart gebracht, maar er is onvoldoende controle en handhaving op de uitvoering van de besparingsmaatregelen. Was die controle en handhaving er wél geweest en hadden organisaties de meerjarenafspraken keurig uitgevoerd, dan had ons land meer energie bespaard dan dat we tot nu toe duurzaam hebben opgewekt. PRIJS OP CO2
Als we het er met elkaar over eens zijn dat we als maatschappij onze pijlen moeten richten op het efficiënt gebruiken van energie en daarmee op het verder terugdringen van de CO2-uitstoot, dan zal het EU handelssysteem voor CO2 van grote waarde blijken te zijn. We hebben in Europa namelijk een goed systeem opgebouwd om te handelen in CO2: het European Union Emissions Trading Scheme (EU ETS). Dit systeem is ontwikkeld om de uitstoot van broeikasgassen van bedrijven, fabrieken en energiecentrales te verminderen door organisaties gezamenlijk een gelimiteerde hoeveelheid emissierechten aan te bieden. Wie ze nodig heeft, moet ze kopen. Wie ze over heeft, kan ze verkopen. Het model zit goed in elkaar, maar vereist wel een goede prijsstelling van de CO2-emissierechten. Door een goede prijs te plakken op de CO2-uitstoot, zal de opwek van duurzame energie immers alleen maar verder worden gestimuleerd. Dit kan centraal in grote windmolenparken en grote 22 . manage m e nt
scope
zonnecentrales, maar ook decentraal. Deze decentrale energieopwek, waarbij particulieren en bedrijven zelf energie genereren, is een belangrijke trend die hoogstwaarschijnlijk zal doorzetten. De daling van prijzen van zonnepanelen en het verhogen van hun capaciteit zullen decentrale opwek alleen maar verder stimuleren. Een prijs van minder dan 0,50 euro per wattpiek - meeteenheid om het vermogen van een zonnepaneel aan te geven - lijkt reëel voor de toekomst. SLIMME NETWERKEN
Het probleem van decentrale opwekking is echter dat deze vrij grillig is. Het waait niet altijd en ook de zon schijnt niet vierentwintig uur per dag. Om ervoor te zorgen dat het decentraal opwekken van energie samengaat met leveringszekerheid van energie, zal er dan ook een zeer nauwe afstemming moeten plaatsvinden tussen (lokale) duurzame opwek, energieopslag, het verminderen of verhogen van de vraag en de inzet van fossiel gestookte centrales. Deze afstemming tussen vraag en aanbod verloopt het best als partijen een goed inzicht hebben in de productie- en consumptiedata en alle actoren in een slim netwerk waarbij alle gegevens en informatie aan elkaar zijn gekoppeld. Hoe slim een netwerk is, is afhankelijk van de mate waarin het netwerk in staat is om gebruik te maken van de gebruiksdata van bedrijven en consumenten. De energiewereld van de toekomst wordt niet geregeerd door megawatts, maar door megabites. MARKT OF OVERHEID
Rationeel gezien is er alle reden om te veronderstellen dat marktpartijen met
elkaar zullen en kunnen concurreren om de gunst van de klant, en daarbij op basis van de gebruiksdata een voor de klant zo aantrekkelijk mogelijke aanbieding te kunnen doen. Emotioneel gezien bestaat echter de mogelijkheid dat politici de macht bij overheidsgereguleerde netwerkbedrijven willen leggen. Hetzelfde geldt voor het beheer van de energieopwekking met behulp van fossiele brandstoffen. Ook hier is er alle reden om te veronderstellen dat marktpartijen in staat zijn om met hun traditionele (gasgestookte) energiecentrales te fungeren als een achtervang voor tijdelijk gebrek aan energie. De prijzen voor deze achtervang worden dan vastgesteld door de markt. Politici met een voorkeur voor overheidsinvloed kunnen echter kiezen voor een terugkeer naar de situatie in de jaren tachtig van de vorige eeuw, toen alle centrales opereerden binnen de Samenwerkende Energie Producenten (SEP). De kosten voor de achtervang worden dan gesocialiseerd, in plaats van dat ze worden bepaald door de markt. Voor energieleveranciers in Nederland heeft de keuze voor één van beide scenario’s verregaande consequenties. Worden het overheidsdiensten of blijven het bedrijven? Voor de klanten van de energieleveranciers hoeft de keuze niet heel ingrijpend te zijn. Veel economen zullen pleiten voor marktwerking en alle positieve implicaties die dat heeft op de prijs, de innovatie en de concurrentiekracht van Nederland. Politici en kiezers zouden daar wel eens anders over kunnen denken.
Felix Gruijters is manager intermediaries en sales development bij Nuon.
‘Bezuinigen op gasverbruik is simpel’ Wie: Paul Finnegan Bedrijf: Maxsys Duurzaam: Systeem om fors te besparen op gasverbruik
E
en rechthoekig geel kastje, meer is er niet nodig om 5 tot 9,5 procent te besparen op het verbruik van gas. ‘Zoals alle geniale dingen was het eigenlijk heel simpel’, glimlacht Paul Finnegan, ceo van Maxsys. Dit Britse bedrijf verkoopt zijn Maxsys fuel system inmiddels aan industriële giganten als General Motors, Dow, Heinz en Coca Cola. Nederland is een interessante markt voor Finnegan, omdat hier relatief veel voedingsmiddelenconcerns gevestigd zijn. ‘Het maken van voedsel kost relatief veel energie. Iedere procent besparing levert een structurele kostenvermindering op.’ Hij legt gepassioneerd en tot in detail het idee uit achter het ‘kastje’. Het komt er in het kort op neer dat het gas in de yellow box behandeld wordt voor het de brander in gaat. Door middel van een magnetisch proces wordt de hoeveelheid ‘vuil’ in het gas – denk aan metaaldeeltjes van de leiding, onbrandbare mineralen en dergelijke – vermindert. Daardoor wordt het gas beter verbrand, levert dus meer bruikbare energie op én zorgt voor minder afval en dus ook minder CO2-uitstoot. Maxsys garandeert een besparing van 5 procent, maar de besparing kan oplopen tot 9,5 procent als het betreffende bedrijf nog niet al te veel andere besparende maatregelen heeft getroffen. Bovendien is de investering snel terugverdiend, stelt Finnegan: ‘De ROI is vier tot vierentwintig maanden. Het brandstofsysteem Maxsys wordt op maat gemaakt en heeft een garantie van vijf jaar maar gaat over het algemeen veertig jaar mee en is daarna honderd procent recyclebaar. Bovendien is het makkelijk aan te sluiten op alle soorten gasverbranders zoals boilers, drogers of ovens.’ Nuon special / december 2013 . 23
Tekst Linda Huijsmans Fotografie Kick Smeets
ER ZIJN VEEL ONBENUTTE BESPARINGSMOGELIJKHEDEN
U wilt kosten besparen én duurzamer ondernemen.
Daarom hebben wij Nicolette. Nicolette is expert op het gebied van energie besparen en duurzaamheid. Samen met een team van besparingsexperts geeft zij u inzicht in het energieverbruik van uw organisatie. Vervolgens worden alle besparingsmaatregelen voor u in kaart gebracht, waarbij niet alleen gekeken wordt naar kosten, maar ook naar CO 2-uitstoot. En onze experts ondersteunen u graag bij het uitvoeren van de door u gekozen maatregelen. Wilt u ook besparen en duurzaam ondernemen? Mail naar
[email protected] of kijk op nuon.nl/energiebesparing