management a meeting of minds
Energie 2020
perspectief voor een duurzame bedrijfsvoering special in samenwerking met nuon
september 2010
Nuon EnergieConsultancy
De volgende stap in energiebesparing en CO2-reductie.
Kijk op www.nuon.nl/ energieconsultancy
colofon
inhoud
mark van den brink
10
Marcel R. Bakker
16
ARTIKELEN
06 research Energieverbruik 2020 Nederlandse energieverbruik en Europese energiescenario´s voor 2050. 10 expert Cyril Widdershoven De olie- en gasexpert over de toekomst van de energievoorziening. 16 Rondetafel Hans Mart Groen (Nuon) in gesprek met Carin ten Hage (TNT), Caroline Kievit (Corio) en Pablo van der Laan (Ymere). 32 Duurzame misverstanden De zeven belangrijkste drogredenen over duurzame energie op een rij. ANALYSES
Ton Hendriks
36
Erik Franssen
48
22 De menselijke factor Om onze doelstellingen voor reductie van CO2-emissie te halen is vooral volharding nodig. 30 Risicomanagement Afdekken van olierisico´s –hedgen– vergroot de voorspelbaarheid van geldstromen. INKOOPTIPS
14 24 36 46
Pieter Verberne, AkzoNobel Paul Ganzeboom, Norit AC Ludo Hollands, Vodafone Patrick de Groot, Bolletje CASES
lars van den brink
43
26 Endemol 38 De Zonnebloem 48 Plantion PIONIERS
42 43 44 45
Paul de Ruiter, zuinige gebouwen Kees de Blok, akoestische waterpomp Igor Kluin, Q-box Pelle Schlichting, OrangeGas
2010
MANAGEMENT SCOPE A meeting of minds, is een uitgave van Scope Business Media. Kerkstraat 54, 1191 JB Ouderkerk a/d Amstel directeur/uitgever Walter Vesters Hoofdredactie Peter Rikhof Eindredactie Nicole Gommers Vormgeving thielenpeters Basisontwerp/Art Direction Marjolein Rams beeld cover Aad Goudappel ADVERTENTIE VERKOOP Anouska Steenland, Solange Andreoli (sales assistant) BLADMANAGER/WEBREDACTEUR Martijn Lub ADMINISTRATIE Marjolein van Leeuwen MEDEWERKERS Tom van den Akker, Mark van Baal, Marcel Bakker, Lars van den Brink, Mark van den Brink, Renate van Drimmelen, Erik Franssen, Aad Goudappel, Rob Hartgers, Ton Hendriks, Shoot Media ADMINISTRATIE EN REDACTIE Postbus 23, 1190 AA Ouderkerk a/d Amstel, T 020 311 37 99, F 020 696 48 74 © 2010 Niets in deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt doormiddel van druk, foto-kopie of op welke andere wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
“Mijn vriendje Daan is ziek.
hij ligt al lang in het ziekenhuis. Gelukkig logeren zijn ouders in het Ronald McDonald Huis en zijn ze altijd dichtbij. Dat vindt Daan heel fijn!”
Voor €5,- per maand brengt u zieke kinderen en hun ouders dicht bij elkaar. Word nu donateur van het Ronald McDonald Kinderfonds.
www.kinderfondsknuffels.nl
voor woord
Duurzame duurzaamheid
Energie neemt in toenemende mate een prominente plaats in op de agenda van Nederlandse directies en bestuurders.
E
nergie is binnen veel bedrijven en organisaties een strategisch onderwerp geworden. Daarom zijn de laatste jaren steeds meer disciplines in het bedrijf betrokken bij het energievraagstuk. Naast de traditionele inkoper, die tegenwoordig vaak een gespecialiseerde inkoopexpert van energie is, zijn ook financiële mensen en MVO-afdelingen intensief betrokken bij de inkoop en het verbruik van energie. Maar hoe ingewikkeld de inkoop van elektriciteit en gas in een complexe energiemarkt ook is, het is maar één aspect van het totale energievraagstuk. Interessanter is het om te bekijken hoe de hoeveelheid in te kopen energie kan worden verlaagd. Alleen al door in kaart te brengen waar de energie wordt verbruikt krijgt u inzicht in processen die misschien met minder energie toekunnen. Soms eenvoudig, door bijvoorbeeld op tijd de verlichting uit te laten schakelen, soms ingrijpend, door speciaal voor uw bedrijf of organisatie een energieplan te laten maken. In deze speciale Management Scope bijlage laten we een aantal deskundigen en inkopers van energie daarover aan het woord. Zoals op veel terreinen is ook hier creativiteit
een onmisbare factor. Ter inspiratie worden daarom ook een aantal succesvolle praktijkvoorbeelden uitgebreid beschreven en in beeld gebracht. Ondernemende mensen die de zaken net even anders aanpakken en daarmee energie besparen én marktkansen creëren voor hun bedrijf. De realiteit dwingt ons ook in te zien dat het verminderen van energieverbruik stap één is in verantwoord energiebeleid, maar dat een bedrijf uiteindelijk niet zonder energie kan. Het is daarom van belang om duurzame afwegingen te maken bij het inkopen van de energie die nodig is. Duurzaamheid gaat niet alleen over energie, het heeft ook raakvlakken met vervoer, huisvesting en besef van de maatschappelijke rol die bedrijven vervullen. Het moet een integraal onderdeel van de bedrijfsvoering zijn. Alleen dan kun je zeggen dat het echt duurzaam is. Ik wens u veel leesplezier. Met vriendelijke groet, Hans Mart Groen Directeur Nuon B2B
Nuon Energie Special / 2010 . 05
Energieverbruik in Nederland
research
Overzicht van het huidige Nederlandse energieverbruik, de energieproductie en de rol van duurzame energiebronnen. Bron: EnergieNed, Energie in Nederland 2010
Miljoenen kWh
Energieverbruik in Nederland van 1975 tot en met 2009 0
500
120
1.000 PJ
110
1975 1985 1995 2005 2006 2007 2008 2009
100 90 80 70 60
1975 1985 1995 2005 2006 2007 2008 2009
30 20 10 2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
0 1993
overig
1975 1985 1995 2005 2006 2007 2008 2009
40
1992
industrie
1975 1985 1995 2005 2006 2007 2008 2009
50
1990
transport
1991
huishoudens
Herkomst van elektriciteit
Importsaldo WKK (incl. duurzame energie) Nucleaire productie Thermische productie
Productie en gebruik van elektriciteit 2009 in miljoenen kWh
Totaal elektriciteitsverbruik Productie elektriciteitscentrales 68.235
120 miljard kWh 120
Overig grootverbruik
120 120
Industrie 120
Overig kleinverbruik
120
Huishoudens 120 2000
06 .
manage m e nt scope
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
WKK 39.778
Import 15.452
Export 10.564 Netverlies 4.403 Eigen verbruik producenten 15.482 Kleinverbruik 35.388
Grootverbruik 57.628
Illustraties Shootmedia
Bronnen opwekking duurzame energie
Europees vergelijk met breakdown van de verschillende bronnen van energieopwekking Aardgas
Overig
Kolen Wind
GWh 11.000
Olie
eu 27
Uranium
Waterkracht
10.000 9.000 8.000 7.000 6.000 5.000 4.000
nederland
3.000
duitsland
2.000 1.000 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
0
2009
Overige biomassa Water Bijstoken
frankrijk
Stortgas
oostenrijk
Wind Zon
griekenland
Productie en gebruik van gas 2009 in miljoenen m³
Totaal gasverbruik
Productie 74.659
40
lektriciteitscentrales E 9.133 Import 24.323
miljard m³ 50
Export 52.717
Kleinverbruik 13.392 Grootverbruik 23.740
Overig grootverbruik
30
20
Centrales Overig kleinverbruik
10
Huishoudens 0 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
Nuon Energie Special / 2010 . 07
Europese energiescenario´s 2050 Vraag naar energie en energieproductie en de gevolgen voor temperatuur, fossiele brandstoffen en CO2-uitstoot Bron: ECF, Roadmap 2050
Vraag naar energie in 2050
Energiebronnen in 2050
Energieverbruik in de Europese Unie in 2006 was 3354 TWh per jaar. Geschat wordt dat het verbruik in 2050 4900 TWh per jaar zal zijn.
Nu
2050
Hernieuwbare technologieën zijn toegewezen aan regio’s gebaseerd op de natuurlijke oorsprong van de hernieuwbare bronnen.
eenheden in TWh per jaar
= 100 TWh per jaar
149
Windenergie on & offshore
121
Zonne-energie
Groot-brittannië & ierland
Hydropower & geothermal CCS & Biomassa Kernenergie
46
benelux & duitsland
490
398 34
57
121
28
98
106 86
784
637 5 4
707
300 60
64
575
79
369
49
iberisch schiereiland
frankrijk
Afnemend belang van fossiele brandstoffen Mtoe per jaar 1.200 1.000
Jaren 0
800
Gas
-60 - 75% Baseline
600
Steenkool
400
Olie
200 0
Jaren 2000 08 .
manage m e nt scope
2010
2020
2030
2040
2050
200
research
scandinavië
82
143
101
176 Temperatuur
10 12 5
13 16
103
84 63
31 78
2050
midden europa
38 36
44
Verwachte temperatuur in 2050 bij een Business as Usual (BaU) scenario
polen & de baltische staten
162
200
6
63
77
61
75
57
46
italië & malta
386
314
zuid-oost europa
Huidige temperatuur
Oplopende temperatuur als gevolg van het broeikaseffect
Zonder drastische CO2 reductie, zal de temperatuur van de aarde stijgen stijgen met zeker 6 graden Celsius tegen het einde van deze eeuw
400
600
800
1000
1200
1400
-12%
1600
1800
2010
2000
2200
Europese doelstelling tot CO2 reductie
-80%
2010
2015
2020
2025
2030
2035
2040
2045
2050
Nuon Energie Special / 2010 . 09
expert
10 .
manage m e nt scope
omslagpunt ‘Het ligt tussen 2020 en 2030’
Tekst Mark van Baal Fotografie Mark van den Brink
Olie- en gasexpert Cyril Widdershoven over zakendoen in het Midden-Oosten, de teloorgang van de grote internationale energiebedrijven en de toekomst van de energievoorziening. ‘Houd je opties open.’
Dr. Cyril Widdershoven (1963)
is Business Development Manager bij TNO Olie & Gas. Daarvoor was hij werkzaam bij Deloitte als senior manager Financials Advisory Services en Deloite Capital Markets. Hij studeerde geschiedenis en Midden-Oostenstudies aan de Universiteit van Nijmegen en promoveerde aan de University of London op de proliferatie van nucleaire en chemische wapens.
Dr. Cyril Widdershoven (47) heeft olie en gas door zijn aderen stromen en adviseerde vele Arabische en westerse energiebedrijven. Hij woonde jaren in het Midden-Oosten en spreekt Arabisch. In Egypte was hij head of investment and research van Artoc, het investeringsvehikel van multimiljardair Mohammed Shafik Gabr, één van de vijf rijkste Arabieren. ‘Mijn Egyptische vrouw – ze was assistente van Gabr – zegt dat ik meer Arabier ben geworden dan zij.’ Widdershoven heeft stevige meningen over de energiemarkt, die niet altijd in lijn zijn met de positie van TNO, het technologisch instituut waar hij nu Business Development Sales Manager is. Dit interview is dan ook op persoonlijke titel. Widdershoven studeerde geschiedenis en Midden-Oostenstudies aan de Universiteit van Nijmegen. ‘Ik stond als student bekend als pro-Israël. In de jaren tachtig was dat tegendraads, op mijn universiteit in Nijmegen zelfs out of order.’ Na een promotieonderzoek in Londen op de proliferatie van nucleaire en chemische wapens mocht hij zich Doctor in
Philosophy (PhD) in warstudies noemen. Hij werd Midden-Oosten consultant, onder andere bij Deloitte en Capgemini, met een groot netwerk – zijn account op netwerkwebsite LinkedIn telt 1.200 connecties. Wat voor adviezen gaf u als olie- en gasconsultant? ‘Antwoorden op de belangrijkste vragen bij de acquisitie van een olie- of gasveld: Wat is de stabiliteit van een regime? Wat is de waarde van het olie- of gasveld en krijg ik de olie- en gas niet alleen uit het veld, maar ook richting China of de Verenigde Staten? En, wie is de key-onderhandelaar? In Irak zijn er 90.000 mensen die zeggen: “ik ben de broer van, de neef van, de aangetrouwde neef van, of het schoolvriendje van de minister van olie”.’
°
Wat doet een politiek consultant nu bij een technologie-instituut? ‘TNO wil graag internationaal groeien, vooral in het Midden-Oosten. We willen technologie en consultancy verkopen. Er ligt hier heel veel technologie op de plank, die de mensen hier als oud beschouwen,
°
Nuon Energie Special / 2010 . 11
expert
maar die voor de olie- en gasindustrie het nieuwste van het nieuwste is. Ik ben binnengehaald als een soort sales manager, die deuren naar het Midden-Oosten kan openen. Er lopen bij TNO Oil & Gas vierhonderd mensen rond die enorm veel weten. Ik neem ze mee, open de deur en geef een schop onder tafel als ze even hun mond moeten houden, maar wanneer het over techniek gaat, dan houd ík mijn mond.’ Welke technologie wil TNO verkopen? ‘Nieuwe boormethoden, nieuwe technologie om olie te winnen, technologie voor het afvangen van CO2 en het scheiden van gas met veel zwavel, het zogenoemde sour gas. Een veelbelovende technologie is smart wells, waarmee je veel meer uit een olie- of gasput kunt halen. Met smart well-technologie kun je 60 tot 65 procent van de olie uit een bron halen. Nu is het 35 tot 42 procent. Wij kunnen advies geven. Niet alleen hoe je deze technologie moet installeren, maar vooral hoe de productieman op het boorplatform of bij de boorput de technologie moet gebruiken. Vaak zie je na installatie van smart well-technologie een productieverhoging, die na drie of vier dagen weer wegvalt. Er worden jaarlijks 64.000 olie- en gasboringen gedaan. Slechts 100 tot 150 zijn smart wells, dus daar ligt een grote markt open.’
°
‘Gas en olie, die lekkere zwarte rommel, zijn de meest ideale vormen van energie’
12 .
manage m e nt scope
De internationale olie- en gasbedrijven (IOC’s), zoals Shell en BP, hebben in de jaren negentig veel technici ontslagen. Zit er nog genoeg kennis bij de IOC’s? ‘We hebben ze gewaarschuwd. Als consultants adviseerden we om hun future assets niet weg te gooien. Er zijn al te weinig olie- en gasingenieurs en de helft gaat voor 2020 met pensioen. Veel ontslagen ingenieurs zijn vertrokken naar olieservicebedrijven, zoals Schlumberger, en NOC’s, staatsoliemaatschappijen van olie- en gasrijke landen. Wanneer een IOC nu gaat onderhandelen met een NOC over een olie- of gasveld, dan zitten ze tegenover hun voormalige werknemers, die precies weten hoe het bedrijf werkt en wat het bedrijf kan. Dan staat je onderhandelingspositie onder druk.’
°
Hebben de IOC’s door dat ze hun positie verliezen? ‘ExxonMobil, ConocoPhillips en Chrevron zeggen nog steeds: “We’re the best. No issue. No problem.” De toplaag en de aandeelhouders, die kijken naar productiecijfers en financiële resultaten, hebben het niet door. De managementlaag daaronder begrijpt dat er een issue is. De laag in het veld roept al jaren dat het fout gaat.’
°
Wat ziet u als de belangrijkste ontwikkelingen voor de komende tien jaar? ‘Olie en gas zullen een substantiële rol blijven spelen. De vraag blijft groeien. Alternatieven als biobrandstoffen, biomassa, zonne-energie en windenergie zullen groeien, maar nog geen concurrent worden. Het omslagpunt, waarop duurzaam goedkoper wordt dan fossiel, verwacht ik tussen 2020 en 2030. Technologisch is het allemaal mogelijk.’
°
Heeft u het idee dat de grote energiebedrijven zijn voorbereid op een dergelijke omslag? ‘De grootste investeerders in alternatieve energie zijn olie- en gasbedrijven. Vooral de investeringsvehikels van nationale oliemaatschappijen stoppen veel geld in groene technologiebedrijven. Die hebben alleen geen haast. Op een vat olie zit een winstmarge die geen enkele sector haalt, behalve de ICT-sector in zijn gloriedagen. Wanneer je zoals Saudi Aramco, de nationale oliemaatschappij van Saoedi-Arabië, olie produceert voor 1,5 euro per vat, terwijl de olieprijs 75 dollar per vat is, dan ligt het omslagpunt heel ver weg.’
°
Zou duurzame energie een einde aan oorlogen in het Midden-Oosten kunnen betekenen? ‘Op het moment dat we olie vervangen door biomassa krijgen we geen olie- en gasoorlogen meer, maar oorlogen om landbouwareaal. Wanneer we elektriciteit gaan produceren in de Sahara en het via leidingen naar Europa transporteren, dan weet iedereen waar die leidingen liggen, inclusief Osama Bin Laden junior. Met één aanslag leg je heel Europa plat. Voor de security of supply is dat een
°
groter gevaar dan olie of gas, waar hij elk schip zou moeten aanvallen.’ Als Europa zou overstappen op een decentraal en lokaal energiemodel, waar energie uit zon en wind dicht bij de gebruiker wordt geproduceerd, dan bestaan die gevaren niet. ‘Smart grids, die die elektriciteit dan moeten verdelen over alle gebruikers, zijn theoretisch een heel goed idee, maar niet voor de komende tien jaar. We moeten heel Europa er achter krijgen en vele miljarden investeren. We moeten reëel zijn en de tijd die we hebben – er is geen gevaar dat we op korte termijn niet genoeg olie, gas of uranium voor nucleaire energie kunnen vinden – gebruiken om de meest flexibele en meest reële optie te vinden. ’
°
Wat zou u het Nederlandse bedrijfsleven adviseren? ‘Ik zou mijn oliegaspositie proberen te hedgen, de prijs zo ver mogelijk in de toekomst vastleggen. De prijs gaat omhoog en hij staat nu redelijk laag. Wat alternatieven betreft: houd je opties open. Er is geen enkel alternatief, behalve nucleair, dat de komende tien à vijftien jaar bedrijfseconomisch haalbaar is, zeker nu subsidieregelingen onder druk staan. Nederland zou veel meer in olie en gas moeten investeren.’
°
Waarom zou Nederland nog moeten investeren in olie en gas? ‘Omdat we dat al hebben en er op een groot aantal punten leidend in zijn. Er is geen ander land met zo’n grote gasinfrastructuur en -expertise als Nederland. Op het gebied van solar en wind zijn we voorbij gelopen.
°
Is het niet erg conservatief om in te zetten op de oude bronnen en dreigt Nederland dan niet de boot te missen op het gebied van duurzame energie? ‘Ik was ook niet de eerste die een mobieltje kocht. Daardoor heb ik nu het allernieuwste en het kost me vele malen minder dan degene die het jaren geleden kocht. Indien we solar willen, is het toch simpeler om te zeggen: wij halen het beste van het beste elders, voor mijn part in China of Siberië, nemen dat niveau direct over en gaan ons onderzoek vanaf dat niveau richten.’
°
‘Nederland heeft op dit moment geen duidelijke energiestrategie’ Als we afwachten tot nieuwe energie elders in de wereld wordt ontwikkeld, kunnen we die technologie straks alleen maar importeren? ‘Dat hebben de Japanners en de Aziaten ook gedaan en die lopen nu weer voorop. Voor elke technologie krijg je te maken met de wet van de remmende voorsprong. Het gevaar is dan dat je dan op je lauweren gaat rusten.’
°
Dreigt dat dan niet te gebeuren met fossiele energie? ‘Klopt, maar wij hebben onze kennis de laatste twintig jaren niet geëxporteerd. Wij zijn leidinggevend. TNO, Gasterra, Gasunie, IHC, Heerma, noem maar op. Nergens waar ik kom op meer dan een uur vliegen kennen ze ons, maar als ik vertel wat we doen, dan weet iedereen: die lopen voorop.’
°
U pleit voor één Ministerie van Energie. Wat zou de prioriteit van de Minister van Energie moeten zijn? Nederland heeft op dit moment geen duidelijke energiestrategie. Laat één man of vrouw hier over gaan, liefst iemand zonder politieke kleur, die wordt ondersteund door een groep experts. Laat hem of haar het woord voeren in het buitenland, net als Noorwegen en de Verenigde Staten doen. De Noorse Minister van Energie gaat met een contract van de Noorse oliemaatschappij Statoil naar de staatsoliemaatschappij van Iran. Onze Minister van Energie zou op pad moeten met een koffer vol Nederlandse technologie. Wij zijn een exportland en onze olie- gassector heeft veel mogelijkheden.’
°
Zou het voor de Minister van Energie prettig zijn wanneer de elektrici-
°
teitsbedrijven weer in overheidshanden kwamen? Widdershoven lacht homerisch, benadrukt nog een keer dat hij op persoonlijke titel spreekt en gaat zachter praten. ‘Ik ben van de oude stempel en denk dat energie een nutsfunctie heeft. Ik heb me verzet tegen de privatisering. Ik adviseerde de VVD in de jaren negentig, maar ze hebben niet naar me geluisterd. Voor één grote Nederlandse speler viel wel wat te zeggen. Misschien hadden we de elektriciteitsbedrijven eerst moeten laten fuseren.’ Denkt u dat Nederland 20 procent duurzame energie in 2020 gaat halen, zoals de regering wil? ‘We zitten nu op 7 procent. Nee dus. De elektriciteitsbedrijven hebben een voortrekkersrol, maar ik begrijp volledig waarom ze een andere keuze maken. Ze zijn een commercieel bedrijf, geen filantropische instelling. Duurzaam is nog te duur.’
°
Zou de Minister van Energie dwingend moeten optreden door een percentage duurzame energie verplicht te stellen? ‘Hij zou het moeten afdwingen indien de samenleving vindt dat dit moet. Op dit moment betwijfel ik of de samenleving dat wil. Er is in ieder geval geen meerderheid voor in de Tweede Kamer, gezien het huidige aandeel van rechts.’
°
Wie denkt u dat de winnaars worden na de energietransitie van fossiel naar duurzaam? ‘De bedrijven met een heel goede verdediging, die uitgaan van de kracht die ze hebben. Indien je een olie- en gasbedrijf bent, moet je dat blijven en heel veel aandacht aan energie-efficiency geven. Daar valt nog zoveel te halen. Saudi Aramco vertelde me vorige week nog dat er 36 procent op de efficiency van automotoren kan worden bespaard. Energie-efficiency is de beste manier om CO2-emissies te reduceren. Laten we vooral daar geld in pompen. Gas en olie, die lekkere zwarte rommel, zijn de meest ideale vormen van energie. Alleen halen we er veel te weinig uit en gooien veel te veel weg.’
°
Nuon Energie Special / 2010 . 13
Pieter Verberne 14 .
manage m e nt scope
‘Overdag verkopen we elektriciteit tegen een goede prijs, ’s nachts kopen we het’
Energie van de buren AkzoNobel bespaart door in energie en CO2-emissierechten te handelen, zelf warmte en elektriciteit te produceren en door afvalwarmte van buurbedrijven af te nemen. Tekst Mark van Baal Fotografie Ton Hendriks
Dat energie voor AkzoNobel van strategisch belang is, is een eufemisme. Het chemieconcern met een omzet van 13 miljard euro (2009) besteedt jaarlijks bijna een miljard euro aan energie, vertelt Pieter Verberne. AkzoNobel verbrandt 4 procent van het in Nederland gebruikte aardgas en wekt 3 à 4 procent van de totale hoeveelheid elektriciteit op die ons land verbruikt. Verberne, van huis uit natuurkundig ingenieur werd in 2007 door een headhunter weggehaald bij APX, een energiehandelsbeurs, waar hij operationeel directeur was. Op APX (Amsterdam Power Exchange) wordt elektriciteit en gas per uur verhandeld. Kennis van deze jonge markt maakte hem waardevol voor AkzoNobel.
bron, vooral omdat elektriciteit een door de overheid gereguleerde vaste prijs had. Nu de elektriciteitsmarkt is geliberaliseerd en elektriciteit continu wordt verhandeld, onder andere op energiebeurs APX Endex – Verbernes voormalige werkgever – is de marktprijs van elektriciteit overdag hoog en ’s nachts laag. Omdat elektriciteit ’s nachts weinig oplevert, zou AkzoNobel zijn WKK’s het liefst alleen overdag laten draaien. Het probleem is echter dat de fabrieken continu hete stoom nodig hebben en WKK’s nu eenmaal én stoom én elektriciteit leveren. Laag pitje
Om de installaties ’s nachts te kunnen uitschakelen, heeft AkzoNobel een leveringcontract voor Groene stroom hete stoom gesloten met een energiebedrijf. Die faVerbernes business unit, die zout, chloor briek neemt in Eemshaven stoom af van een en andere chloorproducten produceert, vuilverbrandingscentrale. Die verbrandt verbruikt bijna de helft van de totale afval en levert door een vier kilometer Inkoop hoeveelheid energie die het concern nolange pijpleiding hete stoom aan de fatip 01 dig heeft. De fabrieken staan in Delfzijl briek. ‘Overdag maken we zelf stoom en en Hengelo, waar zout in de bodem zit. verkopen we elektriciteit tegen een goede Bij AkzoNobel handelt een team van vier prijs en ’s nachts kopen we stoom’, vat Vermensen onder leiding van Verberne in elekberne samen. De WKK’s draaien ’s nachts op triciteit, gas en CO2-emissierechten. Playing the een laag pitje. Begin 2011 gaat de fabriek in Hencarbon market heet dat laatste. Een EUA, een Eugelo op dezelfde manier opereren. Een nieuwe verropees emissierecht, is op dit moment bijvoorbeeld brandingsinstallatie van Twence, een afvalverwermeer waard dan een CER, een wereldwijd emissiekingsbedrijf, gaat dan ’s nachts hete stoom leveren. recht. De handelaars spelen hier op in. Voor kanIn de Botlek, waar vele chemische fabrieken en olieraffinaderijen staan, en waar de ene fabriek toren en kleine productielocaties, bijvoorbeeld de stoom over heeft, terwijl de andere zelf stoom proproductie van coatings, koopt AkzoNobel groene duceert, zou een dergelijke aanpak zowel energestroom in van Nuon. De grote elektriciteitscontisch als economisch gunstig zijn, denkt Verberne. tracten worden gegund via tenders. ‘Plannen voor een zogenoemde Botlekloop, een Om energiekosten te besparen bouwde Akzoringleiding voor de distributie van stoom door het Nobel in de jaren tachtig en negentig in Delfzijl Botlekgebied, bestaan al twintig jaar.’ In zijn ogen en Hengelo eigen energiecentrales, die zowel hete zou de overheid dit soort infrastructurele invesstoom als elektriciteit produceren, warmtekrachtteringen moeten doen. ‘Een investering in infrakoppelingen (WKK’s) in jargon. Deze gasgestookte structuur doe je voor 25 jaar. Industriële bedrijven WKK’s leverden zoveel elektriciteit dat AkzoNobel willen zich nu eenmaal niet langer dan vijf à tien het overschot in het Nederlandse hoogspanningsjaar committeren.’ net kon voeren. Het was een mooie inkomstenNuon Energie Special / 2010 . 15
16 .
manage m e nt scope
rondetafel
‘De enige toekomst is een duurzame toekomst’ Duurzaamheid vraagt om duidelijke keuzes, een andere manier van samenwerken en een langetermijnvisie. ‘We hebben geen tijd om te wachten op de goedkeuring van de consument.’
Interview Hans Mart Groen Tekst Rob Hartgers Fotografie Marcel R. Bakker Nuon Energie Special / 2010 . 17
rondetafel
p een bloedhete dag in juli verzamelen zich drie directeuren op het Amsterdamse hoofdkantoor van Nuon, om ruim twee uur lang door gespreksleider Hans Mart Groen – directeur B2B – aan de tand gevoeld te worden over de verschillende aspecten van duurzaamheid, met name energiebesparing. Weliswaar vertegenwoordigen Carin ten Hage (TNT), Caroline Kievit (Corio) en Pablo van der Laan (Ymere) drie totaal verschillende organisaties, toch worstelen zij met dezelfde problemen. Duurzaamheid vraagt om harde keuzes, een andere manier van werken en samenwerken, en een langetermijnvisie. Soms lijken de bedrijven daar meer mee bezig te zijn dan hun klanten, die een scherpe prijs vaak belangrijker vinden dan een duurzame service. Toch zijn de gesprekspartners stellig: energiebesparing moet, de enige toekomst is een duurzame toekomst. Vanwaar die volharding? ‘Ons duurzaamheidsbeleid is strategisch gedreven’, stelt Carin ten Hage (CtH). Binnen TNT geeft Ten Hage leiding aan Planet Me, het duurzame platform van de logistieke reus. Haar werk gaat ‘uitsluitend over duurzaamheid’, zegt ze. ‘Ik wil net zolang druk uitoefenen tot het systeem verandert. Dat zal wel moeten. Grote klanten informeren naar ons energieverbruik en willen Hans Mart Groen, Nuon Directeur B2B, verantwoordelijk voor de zakelijke klanten van Nuon. Hij begon bij Nuon in 2002 als directeur duurzame activiteiten in Europa.
‘Duurzaamheid is rechtstreeks verbonden met je licence to operate’ 18 .
manage m e nt scope
weten wat wij ondernemen om dat te managen. Overheden gaan duurzaam inkopen of roepen emissievrije zones in het leven in binnensteden. Zo langzamerhand raakt duurzaamheid aan onze licence to operate. We willen niet alleen minder energie gebruiken, maar we zoeken ook naar alternatieve oplossingen. We zijn bezig met elektrisch vervoer, dat willen we pushen. Vorig jaar hebben we een tender uitgeschreven voor drieduizend elektrische auto’s. Zo creëren en versnellen we de vraag naar alternatieven.’ Caroline Kievit (CK) is als operationeel directeur (coo) van Corio verantwoordelijk voor de exploitatie van de vastgoedportefeuille. Corio ontwikkelt en exploiteert winkelcentra. ‘We zijn ons ervan bewust dat we een enorme impact hebben op de maatschappij en het milieu’, zegt Kievit. ‘Die verantwoordelijkheid willen we niet ontlopen. Bovendien willen onze grote investeerders, zoals de pensioenfondsen en de levensverzekeringsmaatschappijen, alleen nog maar investeren in bedrijven die aantoonbaar duurzaam werken. Hun eisen worden steeds verder opgeschroefd. Als beleggingsfonds zijn wij daar erg afhankelijk van.’ Ymere is met tachtigduizend woningen een van de grootste corporaties in Nederland. Die duizenden woningen ‘moeten op de lange termijn nog wel te exploiteren zijn’, stelt directeur onderhoudsstrategie en aanbesteding Pablo van der Laan (PvdL). ‘Door duurzaam te bouwen en te verbouwen proberen we de woonlasten voor onze huurders zo laag mogelijk te houden. Dat doen we ook door voorlichting. We zijn bijvoorbeeld samen met Nuon en Cisco bezig met een proefproject waarbij we slimme energiedisplays ophangen in woningen. Op zo’n display kunnen bewoners precies zien wat hun energieverbruik is en hoeveel ze dat kost. Ze kunnen ook aangeven hoeveel ze willen besparen. Het display geeft tips om de doelstellingen te halen. CtH: ‘Alles begint met meten. Op het moment dat je energieverbruik adresseert, moet je eerst weten hoe het verbruik verspreid is over de onderdelen van de organisatie. Wij hebben gekeken naar het energieverbruik van onze voertuigen, gebouwen en vliegtuigen, gerelateerd aan de CO2-uitstoot. Vervolgens kijken we hoe we het naar beneden kunnen krijgen. Daar willen we onze 160.000 medewerkers bij betrekken. We willen ze bewuster maken van energieverbruik, ook in hun thuissituatie. Als ze thuis het licht niet uitdoen, doen ze het op hun werk ook niet. Het gaat om bewustwording. We moeten het tussen de oren krijgen.’
Carin ten Hage, TNT Verantwoordelijk voor het programma Planet Me, het duurzame platform van TNT.
° Duurzaamheid is rechtstreeks verbonden met je licence to operate. Het moet onderdeel zijn van je
strategische planning op langere termijn. Maar geen enkele organisatie is van de ene op de andere dag duurzaam. Hoe begin je zo’n transformatie? CtH: ‘Ons nieuwe hoofdkantoor in Hoofddorp, dat we binnenkort betrekken, is een van de groenste hoofdkantoren ter wereld. We kunnen er CO2-neutraal of zelfs CO2-positief werken. Daar gaat een krachtig signaal van uit. Het kantoor is ook ingericht op het flexibele werken. We willen minder mensen in de file.’
Er moet me iets van het hart. Iedereen in Nederland lijkt enorm begaan met het milieu. Waarom wil dan niet iedereen groene energie? Het is net als met biologische producten. Bijna iedereen is het erover eens dat die beter zijn voor onze leef- en werkomgeving, maar weinig mensen zijn bereid om daar meer voor te betalen. Waarom is dat? PvdL: ‘Een herkenbaar probleem. Als wij een euro huurverhoging vragen voor een energiebesparende actie, dan oogsten we enorm veel weerstand, terwijl de huurders er per saldo op vooruitgaan. Het is heel lastig om mensen te overtuigen van de noodzaak van energiebesparing. Als wij een groot renovatieproject doen, moet 70 procent van de bewoners akkoord gaan. Een paar grote projecten zijn stilgelegd omdat we de belangrijkste stakeholders – de bewoners – niet konden overtuigen. Dat brengt ons in een lastig parket. Energiebesparende maatregelen zijn voor ons bijna een bedrijfsmatige noodzaak. We hebben niet alleen een maatschappelijke verantwoordelijkheid, we moeten ook de kosten beheersen. Bovendien moeten we rekening houden met de wensen van toekomstige huurders.’
°
Is het een communicatieprobleem? Mensen associëren duurzaamheid vaak met verandering en met ongemak. CK: ‘De meeste van onze huurders zijn retailers. Die zijn niet zo bewust met duurzaamheid bezig – uitzonderingen als Ahold daargelaten. Bij veel retailers leeft het onderwerp helemaal niet. Zij zien vooral het kostenaspect. Wij hebben laatst een aantal grote retailers geïnterviewd om te kijken waar onze gezamenlijke belangen liggen. Toen bleek dat veel retailers behoorlijk wat doen aan energiebesparing. Zij noemen dat kostenbesparing, niet duurzaamheid.’
°
De duurzaamheidsvraagstukken waar jullie mee worstelen zijn zo complex dat je ze niet
°
‘We moeten van een concurrentiemodel naar een coöperatiemodel, dus ook samenwerken met de concurrent’
in je eentje kunt oplossen. Zijn jullie hierdoor gedwongen om meer in allianties en netwerken te gaan werken? PvdL: ‘Dat klopt. Duurzaamheidsvraagstukken dwingen ons om over onze bedrijfsgrenzen heen te kijken. Dat is wennen. Bij iedere stap die we zetten, moeten we goed nadenken over de consequenties in de keten. Stel dat je een perfect geïsoleerd nieuwbouwhuis neerzet. Zo’n huis koelt niet snel af als het eenmaal warm is. Dat heeft tot gevolg dat de bewoners koelunits uit de bouwmarkt in hun energiezuinige huis installeren. Die units vreten energie, waarmee het effect van de isolatie volstrekt tenietgedaan is.’ CK: ‘Voorheen was in onze sector iedereen – de beleggers, de ontwikkelaars, de vastgoedmanagers – bezig om het wiel uit te vinden. Op een gegeven moment zijn mensen uit vastgoed en retail bij elkaar gaan zitten. We moeten wel. Duurzaamheid dwingt partijen tot samenwerking.’ CtH: ‘Ik kan dat alleen maar beamen. We moeten van een concurrentiemodel naar een coöperatiemodel. Wij praten ook met onze grootste concurrent DHL. Sommige mensen vinden dat heel spannend. Ik zie het anders. We hebben een gedeeld probleem, namelijk dat we met ongelofelijk veel onderaannemers werken, vaak kleinere bedrijven. Wij houden ons bezig met onze ecoNuon Energie Special / 2010 . 19
rondetafel
Pablo van der Laan, Ymere Directeur onderhoudsstrategie en aanbesteding. Verantwoordelijk voor het beheer van de bestaande voorraad, maar ook voor het ergiebesparingsprogramma van de bestaande voorraad.
logische voetafdruk, maar doen de onderaannemers dat ook? Juridisch gezien is het lastig om subcontractors iets op te leggen. Voor je het weet beschouwt de wetgever je als werkgever. DHL worstelt met hetzelfde probleem. We proberen nu samen een model te ontwikkelen op basis waarvan we kunnen samenwerken met subcontractors om ook hun milieuprestaties te verbeteren. Ik vind het helemaal niet zo vreemd om samen te werken met onze grootste concurrent. De succesvolle bedrijven van de toekomst zijn bedrijven die goed kunnen samenwerken en snel kunnen schakelen. Het tijdperk van iets verzinnen, dat voor jezelf houden en daarmee veel geld verdienen, is voorbij.’ Hebben jullie de kennis over duurzaamheid binnen jullie organisaties geconcentreerd in een apart onderdeel? CK: ‘We hebben enkele mensen vrijgemaakt om zich alleen maar met duurzaamheid bezig te houden. Zij initiëren projecten die door anderen worden opgepakt. Het is de bedoeling dat dit denken over enkele jaren bij iedereen in de organisatie business as usual is. Wij zijn met honderdvijftig medewerkers een kleine organisatie. Toch is het lastig om mensen in beweging krijgen. We zijn de samenwerking met Nuon aangegaan omdat we een aantal zaken heel zichtbaar willen maken, zodat onze mensen iets hebben om trots op te zijn. Binnen een jaar lichten we onze hele vastgoedportefeuille door. We streven naar 30 procent energiebesparing in onze winkelcentra. Dat streven is zo ambitieus, dat het mensen als vanzelf mobiliseert.’ CtH: ‘Planet Me was nodig om de eerste stappen te zetten. Dat hebben we centraal gedaan, maar wel direct met mensen uit de operatie. Die mensen heb ik gemobiliseerd om aan de slag te gaan met duurzaamheidsvraagstukken. Zo proberen we innovatietrajecten te versnellen. Uiteindelijk zal Planet Me gewoon weer verdwijnen.’ PvdL: ‘Wij hebben een interne stuurgroep duurzaamheid. En op elke vestiging komen ambassadeurs duurzaamheid. We willen ideeën vanuit de operatie over hoe het anders kan. Duurzaamheid moet vanuit de werkvloer komen, niet vanuit de ivoren toren van de directie.’ CtH: ‘Bij TNT werken 150.000 mensen. Ik heb geleerd dat je een abstract onderwerp als duurzaamheid dichtbij de mensen moet brengen. Daarom organiseren we één keer per jaar de “beste chauffeur van de wereld”-competitie. Wie het meest zuinig, klantvriendelijk en veilig kan
°
20 .
manage m e nt scope
‘Als we een euro huurverhoging vragen voor een energiebesparende actie, oogsten we enorm veel weerstand’
rijden wint. De boodschap is dat de rechtervoet van onze chauffeurs rechtstreeks bijdraagt aan het resultaat van TNT. We hebben duurzaamheid ook verankerd in de bonusstructuur van onze topmanagers. Hun bonus is mede afhankelijk van CO2-efficiëntie en gezondheids- en veiligheidsdoelstellingen. Zo maken we duidelijk dat we die doelen net zo serieus nemen als onze financiële resultaten.’ Zouden deze ontwikkelingen sneller gaan als jullie voor jullie groene gedrag beloond zouden worden door jullie klanten? PvdL: ‘Het zou zeker helpen als de motivatie onder de gemiddelde gebruiker of leverancier groter was. In onze nieuwe strategie staat duurzaamheid niet op één. Dat is omdat andere onderwerpen hoger scoren bij onze stakeholders.’ CK: ‘In de kantorensector stellen eindgebruikers hoge eisen aan hun huisvesting. Het effect is dat kantorenbeleggers oude gebouwen opknappen en duurzamer maken, anders raken ze ze niet kwijt. In onze sector werkt dat helaas anders. Wij proberen onze huurders te verleiden om mee te doen met investeringen door ze met de neus op de besparingen te drukken en ze te wijzen op de positieve effecten van duurzaamheid. We gaan ook voorzichtig dwingen. Op enig moment zullen er duurzame clausules in de huurcontracten
°
komen. We kunnen huurders in nieuwe projecten bijvoorbeeld verplichten om gebruiksgegevens aan ons te geven. We zouden zelfs kunnen verplichten om alleen bepaalde materialen te gebruiken, maar dat vinden we nu nog te ver gaan. De retailer wil dat soort bemoeienis niet.’ Hoe ambitieus zijn jullie? Wat zijn jullie groene doelstellingen? CtH: ‘Wij zijn in 2020 45 procent energie-efficiënter. We kunnen vooral grote slagen maken op het gebied van vervoer, door over te stappen op biobrandstof of elektrisch.’ CK: ‘Onze doelstellingen zijn vooral gericht op het terugdringen van het verbruik van energie en water. Dat laatste is vooral belangrijk in de zuidelijke landen, waar wij veel bezit hebben.’ PvdL: ‘Wij willen dat ons vastgoedbezit zo min mogelijk verbruikt. Dat betekent vooral dat we nog beter gaan isoleren. Je moet eerst besparen voordat je kunt nadenken over de inzet van duurzame energie.’
°
Komt er een kantelpunt? Zal duurzaamheid ooit een doorslaggevend argument worden voor jullie klanten? CtH: ‘Ik vind dat te veel inzoomen op de verantwoordelijkheid van de eindconsument. Grote
°
‘We willen onze verantwoordelijkheid niet ontlopen’
bedrijven en de overheid moeten ernaar streven om de consument te ontslaan van zijn verantwoordelijkheid. Ze moeten er voor zorgen dat er alleen nog maar A-labelproducten op de markt komen – of het nu gaat om gebouwen, wasmachines of auto’s – zodat consumenten niet gedwongen worden te kiezen tussen producten met een C, D of F-label.’ PvdL: ‘Er zijn nog heel veel woningen met een C-label of winkelcentra met een F-label. Er moet aanbod zijn, maar er moet ook markt zijn. Het is een vicieuze cirkel. Als de eindgebruiker kritischer zou zijn en bereid zou zijn om te betalen voor duurzaamheid, zou dat voor een enorme versnelling zorgen.’ CK: ‘Ik ben het ermee eens dat de overheid en marktpartijen die hoger in de keten staan hun verantwoordelijkheid moeten nemen, maar je kunt niet zonder de eindgebruiker. Steeds meer bedrijven nemen hun verantwoordelijkheid. Denk aan Albert Heijn, die geen paling meer wilde verkopen omdat de vangst de visstand in gevaar bracht. Het wachten is op een brede duurzame consumentenbeweging.’ CtH: ‘Daar kunnen we niet op wachten. Iedereen gaat nog naar het BP-tankstation, ondanks de olieramp in de Golf van Mexico. Onze maatschappij wordt gedreven door kortetermijndenken. Aandeelhouders willen snel resultaat en politici willen worden herkozen. We kunnen het proces versnellen door duurzaam te gaan beprijzen. Op dit moment is CO2-uitstoot niet ingeprijsd in de kosten van het transport. Het is voor Apple goedkoper om een iPod in China te laten maken dan in Europa of de VS. Als er een prijs komt op CO2, verandert het hele model en gaat Apple drie keer nadenken of ze nog wel in China kunnen produceren.’
Caroline Kievit, Corio Operationeel directeur. Verantwoordelijk voor de exploitatie van de bestaande vastgoedportefeuille. Nuon Energie Special / 2010 . 21
analyse
De menselijke factor Als meer mensen in de industrie hun nek uitsteken, halen we moeiteloos onze doelstellingen voor CO2-reductie, meent Renate van Drimmelen van Breed of Builds.
ijna een kwart van ons nationale energieverbruik komt voor rekening van de productie in industrie en landbouw. Daarbovenop komt nog het elektriciteitsverbruik in deze sector én de energie die nodig is voor transport en productie van grondstoffen. Zo komen we op ongeveer de helft van ons nationale verbruik. Hier valt nog veel winst te halen als het aankomt op het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen. Er bestaan tal van mogelijkheden om de CO2-uitstoot van bedrijven drastisch te verlagen, met wat creativiteit en de inzet van bestaande technologiën. Het ‘laaghangend fruit’, zoals spaarlampen en isolatie, wordt over het algemeen wel geplukt. Maar verdergaande ingrepen die leiden tot 22 .
manage m e nt scope
substantiële vermindering van CO2uitstoot vergen vaak investeringen die zich pas op langere termijn terugverdienen. Daarom blijven ze in de meeste gevallen liggen. Hoe krijgen we de industrie en landbouw zo ver dat ze toch investeren? Vooral bij het vervangen van oude installaties door nieuwe, energiezuinige installaties valt nog een grote slag te maken, net als bij het toepassen van duurzame warmtebronnen. Denk daarbij aan een nieuw type glasoven, het lokaal verwarmen van beton in mallen in plaats van het verwarmen van de hele productiehal met oude heteluchtbranders, of het toepassen van warmte-koudeopslag in de champignonteelt. Maar ook het delen van warmte met omliggende bedrijven is vaak een optie, net als het overstappen op een
alternatief product dat duurzaam geproduceerd kan worden. Volhouders
Om langetermijninvesteringen gedaan te krijgen, zijn ondernemende bedrijven nodig die een strategie voeren die is gericht op people planet profit. Traditioneel zijn bedrijfsstrategieën gericht op groei van omzet of winst of groei van marktaandeel, terwijl het bij deze zogenaamde 3P-strategie gaat om het tegelijkertijd nastreven van economische doelen, milieudoelen én sociale doelen. Dit beïnvloedt soms (niet altijd) op de korte termijn het economische doel, maar op middellange en lange termijn biedt het voordelen. Het verlaagt bedrijfsrisico’s ten gevolge van stijgende energieprijzen of veranderende wetgeving, het verbetert de bedrijfsreputatie, het versterkt de zogenaamde licence to operate en het vergroot de motivatie van management en werknemers. Op korte termijn kan er geld mee worden verdiend door bijvoorbeeld lagere energiekosten, lagere afvalheffingen of het binnenhalen van milieubewuste klanten. De juiste 3P-strategie uitzetten is echter nog niet genoeg. Er zijn ondernemende mensen binnen bedrijven nodig die de vernieuwing solide kunnen doorvoeren. Er is durf voor nodig, net als multidisciplinaire en vaak nieuwe kennis, die alleen het bedrijf kan worden binnengehaald door goede samenwerking met andere organisaties. Een paar voorbeelden: de ondernemende tuinder Van den Bosch die diepe geothermische warmte toepast waarbij tot 3 kilometer diep wordt geboord naar water van circa honderd graden Celsius; de ondernemer achter het bedrijf NewNRG die zelf kantoor houdt in een nul-energie woonboot (en deze woonboten ook te koop aanbiedt); de persoon binnen Corus die het voor elkaar heeft gekregen dat er een nieuwe installatie wordt gebouwd waarmee de productie van staal een stuk minder energie kost doordat er
Volhouders trekken vaak jarenlang de kar tot hun bedrijf eindelijk groener gaat produceren
direct met kolen gestookt kan worden (eerst cokes maken is niet meer nodig), de man achter het bedrijf Ballast Nedam Sustainability Services die samen met specifieke toeleveranciers binnen alle bedrijven van de Ballast Nedam Groep duurzame innovaties doorvoert, en ga zo maar door. Dergelijke ondernemende volhouders zijn keihard nodig. Deze mensen trekken vaak jarenlang de kar tot het bedrijf waar ze voor werken eindelijk groener gaat produceren. Veranderen en innoveren is altijd al een langdurig proces, maar duurzame innovaties duren zo mogelijk nog langer. Dit komt waarschijnlijk omdat het economisch voordeel, zoals eerder uitgelegd, niet altijd direct duidelijk of groot is. En voordat de vernieuwing kan plaatsvinden moet je, als je pech hebt, eerst een geheel nieuwe bedrijfsstrategie invoeren.
die de mogelijkheid hebben in hun bestaande productiefaciliteit energiebesparende innovaties door te voeren, zijn daarin van cruciaal belang. De ideeën zijn er vaak al volop. Verander als dat nodig is eerst uw bedrijfsstrategie in een 3P-strategie. Hiermee komt de focus wat minder te liggen op kortetermijnwinst, en meer op het op de lange termijn creëren van een solide fundament voor het bedrijf. Ontbreekt er nog kennis in uw organisatie, zoek dan samenwerking met andere bedrijven die die kennis wél in huis hebben. Als u zich ondernemer voelt en een nieuw bedrijf wilt opzetten, kunt u zich ook nog storten op de ontwikkeling van betaalbare duurzame energie-installaties. Bijvoorbeeld een grote low-cost industriële zonneboiler die zichzelf binnen een jaar of zeven terugverdient. Dat lijkt mij een gat in de markt.
Gat in de markt
Eén ding is zeker. Als meer mensen in de industrie op een verstandige manier hun nek uitsteken, dan is het zeker mogelijk om onze reductiedoelstellingen voor CO2-uitstoot te halen. Dus, ondernemend Nederland: bouw dat alternatieve energiezuinige productieproces! Dat levert niet alleen een groene, maar ook een financieel gezonde industrie op. Juist de mensen die al binnen bedrijven zitten en
Renate van Drimmelen is directeur van BreedofBuilds, een investeringsbedrijf dat winst nastreeft door het inzetten van schone technologie. Nuon Energie Special / 2010 . 23
Paul Ganzeboom 24 .
manage m e nt scope
‘Als je geen aandacht hebt voor duurzaamheid, kun je niet gezond groeien’
Groeien als kool Norit, leverancier van technologie om vloeistoffen en gassen te zuiveren, is zowel consument als producent van elektriciteit. Dit jaar wil het bedrijf zijn opwekcapaciteit uitbreiden en zelf meer energie produceren. Tekst Mark van Baal Fotografie Ton Hendriks
‘Een theelepel actieve poederkool heeft een inwendig oppervlak van een voetbalveld,’ zegt Paul Ganzeboom (46), CEO van Norit Activated Carbon (Norit AC) Europe, Asia Pacific, Africa & South America. Norit AC, onderdeel van Norit Group, produceert actieve kool uit grondstoffen als steenkool, hout, olijfpitten en kokosnootschalen. Norit AC heeft een marktaandeel van meer dan 10 procent van de wereldwijde actieve koolmarkt. Norit Group levert technologie voor het zuiveren van vloeistoffen en gassen, waarvoor actieve kool een grondstof is.
len graag een energieleverancier die meedenkt over de goede momenten om elektriciteit te kopen en te verkopen.’ Ecologische voetafdruk
Norit AC gaat in Klazienaveen een extra elektriciteitsgenerator bouwen, die draait op stoom. De stoom wordt geproduceerd met afvalgassen uit de productieovens. Vanaf de installatie van de nieuwe generator wordt Norit AC netto een leverancier van elektriciteit. De overname van Nuon door het Zweedse energiebedrijf Vattenfall ziet Ganzeboom als een mogelijkheid om grootschaliger elektriciteit en Veenkolonie gas in te kopen. ‘Ik zou graag één contract Norit Group is sinds 2007 in handen afsluiten voor onze vestigingen in Nederland, Verenigd Koninkrijk en Italië. Wij van de Engelse investeringsmaatschappij Inkoop hebben dan meer inkoopkracht.’ Het Doughty Hanson en het management. tip 02 belangrijkste criterium voor de inkoop Er werken nu ongeveer 1.700 mensen bij van energie blijft een concurrerende Norit Group (500 miljoen euro omzet), dat onder andere fabrieken heeft in Nederprijs en security of supply. ‘Wanneer onze land, Italië, China en de Verenigde Staten. ovens stilvallen, kan de inhoud niet meer In Klazienaveen, de voormalige Drentse veenworden gebruikt. Bovendien kost het opnieuw kolonie waar oorspronkelijk turf werd omgezet in opstarten soms wel een week.’ actieve kool, draaien meerdere veertig meter lanDuurzaamheid speelt een steeds belangrijkere ge ovens met een diameter van bijna vijf meter. rol in de bedrijfsvoering. ‘Op verzoek van onze In deze ovens worden de grondstoffen omgezet klanten schakelen we over op duurzame grondin actieve kool. Afvalgassen worden hergebruikt stoffen, zoals houtskool, kokosschalen en olijfpitom een elektriciteitsgenerator aan te drijven. Geten’, zegt Ganzeboom. ‘Zoals bedrijven eerst ISO middeld gebruikt Norit AC de ene helft van de 9001 certificering van hun leveranciers vroegen elektriciteit zelf en levert het de andere helft aan – kwaliteitsmanagement – vragen klanten nu om het elektriciteitsnet. ISO 14001, vastlegging van impact op het miNorit AC is op die manier zowel klant als lelieu. Er is nu aandacht voor duurzaamheid.’ De verancier van Nuon. ‘De elektriciteitsprijs lijkt ervaring van Ganzeboom is dat kwaliteit, prijs en langzaam op te lopen’, zegt Ganzeboom. ‘De inservice vaak de doorslag geven. Norit AC zit zelf koopprijs hebben we daarom vastgelegd voor in de fase waarin het kijkt naar zijn eigen ecolo2010 en een deel van 2011, maar de verkoopprijs gische voetafdruk. ‘Wanneer je duurzaamheid en alleen voor het derde kwartaal. Zolang de markt energieverbruik niet oppakt, dan kun je niet gestijgt, is het handig om even te wachten. We wilzond groeien.’ Nuon Energie Special / 2010 . 25
case 01
Tekst Mark van Baal Fotografie Erik Franssen
Een koud kunstje Het nieuwe hoofdkantoor van Endemol heeft geen conventionele airconditioning, maar koelt kantoren en studio’s met koud water uit een Amsterdams meer. Nuon levert het koude water. Met deze en andere energiebesparende maatregelen verlaagt Endemol de energiekosten met 15 procent.
D
e nieuwe Endemol-kantoren in Amsterdam Zuidoost, twee witte blokken van zeven verdiepingen en een wit blok van zes verdiepingen, staan in U-vorm. Achter de U staan drie hallen zonder ramen, waarin drie studio’s zijn ondergebracht. Vijfhonderd meter verder ligt voetbalstadion Arena. Waar nu Endemol huist, werden vroeger supporters uit bussen geladen. In de grootste van de drie studio’s nemen Linda de Mol en Robert ten Brink showprogramma’s als Miljoenenjacht en de kerstspecial van All you need is love op, met ruim duizend mensen publiek. Middenin een grote, witte serre polijst een man een ronde receptiebalie. Verhuizers richten ruime zithoeken in met paarse, rode, blauwe en groene banken en fauteuils. Het pand met een gebruiksoppervlakte 33.000 vierkante meter – een oppervlak van bijna vijf voetbalvelden – is gebouwd tussen april 2008 en mei 2010 en wordt nu opgeleverd. De kantoren bieden plaats aan zevenhonderd bureaus. Endemol brengt hiermee al zijn Nederlandse medewerkers, die verspreid zitten over vijf locaties (waaronder een 26 .
manage m e nt scope
kantoor in Hilversum en een voormalige bloemenveilinghal in Aalsmeer), naar één locatie. Duurzame energie
Paul de Man (56), directeur speciale projecten, is verantwoordelijk voor de bouw. De Man werkt bijna twintig jaar bij de televisieproducent. Aan een gloednieuwe ovalen vergadertafel in een gloednieuwe vergaderruimte met een groot televisiescherm op wielen vertelt hij over de bouw. Op de muur staat een levensgrote illustratie van een caravan met de tekst All you need is love. Toen De Man bijna twintig jaar geleden begon als adjunct-directeur, was Joop van den Ende Producties nog niet gefuseerd met het bedrijf van John de Mol en waren er een stuk of vijftig medewerkers in dienst. Bij Endemol werken nu zo’n vijfduizend mensen, verspreid over zesentwintig landen. Een directeur speciale projecten krijgt heel diverse projecten op zijn bureau, uiteenlopend van het oplossen van een conflict met Justitie over toepassing van de Wet op de Kansspelen bij bel- of sms-toepassingen tot
de eindverantwoordelijkheid over de nieuwbouw, een project van vele tientallen miljoenen. Bouwen in Nederland kan ook een juridisch gevecht zijn, vertelt De Man. De bouwplannen van Endemol leverden zo’n 174 zogenoemde zienswijzen – potentiële bezwaarschriften – van toekomstige buren op. ‘Dat kost heel veel energie.’ De Raad van State moest uiteindelijk uitspraak doen over de bouwvergunning. ‘Dat was voor mij persoonlijk de meest spannende periode. Ook al omdat we al een half jaar aan het bouwen waren.’ Commercieel conflict
De nieuwe kantoren en de nieuwe studio’s moesten efficiënt, flexibel en duurzaam worden. ‘Duurzame energie was het vertrekpunt,’ zegt De Man. Endemol wilde een hogere kwaliteit tegen lagere kosten, waaronder een lagere energierekening. Uit een lijst van 63 potentiële locaties koos Endemol voor de parkeerplaats in Amsterdam Zuidoost, waarop Projectontwikkelaar G&S Vastgoed een optie had. G&S presenteerde niet direct een perfect ontwerp, verre van dat, maar
Paul de Man
Wanneer de koeling uitvalt, wordt het in no time bloedheet in de studio’s was bereid naar de specifieke wensen van Endemol te luisteren. ‘Het klikte, het gevoel was goed’, vat De Man zijn overwegingen samen om voor G&S te kiezen. Gedurende de onderhandelingen en de bouw heeft De Man menig commercieel conflict uitgevochten, maar dat hoort er bij, zegt hij laconiek. ‘Uiteindelijk is het op tijd en binnen budget gelukt. We hadden een heel goed uitgewerkt programma van eisen’, zegt hij. Zo hebben de studiohallen een 35 centimeter dik betonnen dak om te zorgen dat er geen geluid van buiten de studio’s binnen dringt, zelfs niet van landende en stijgende vliegtuigen. In de hallen in Aalsmeer was dat wel anders. Zandafgraving
Een andere specifieke eis was 100 procent bedrijfszekerheid van de koelinstallaties van de studio’s, die achter de witte kantoorblokken liggen. ‘Wanneer de verwarming even niet werkt, kun je
nog een trui aantrekken. Koeling is bij ons bedrijfskritisch.’ De Man laat een studiohal van vijftig bij vijftig meter zien. De muren zijn zwart en aan het ruim twintig meter hoge plafond hangen tientallen rekken om lampen en camera’s op te hangen. Een heftruck verplaatst een deel van een tribune. Tegen het plafond van de ruimte naast deze studio, studio één, lopen metersbrede luchtkanalen om de studio te koelen tijdens een opname. Het duizendkoppige publiek produceert immers behalve applaus ook een enorme hoeveelheid warmte. Ook de duizenden lampen zorgen voor hitte. Wanneer de koeling uitvalt, wordt het in no time bloedheet in de studio’s. ‘Het stilleggen van een opname kost veel geld’, zegt De Man. De dagelijkse koelinstallatie heeft een bedrijfszekerheid van 99 procent. Voor een normaal gebouw is dit voldoende, maar Endemol eiste 100 procent. Nuon bouwde daarom buiten een tweede kou-
decentrale die direct kan worden gestart bij calamiteiten. Een groot deel van de besparing op energieverbruik bereikt het gebouw met de koel- en verwarmingsinstallaties. Het gebouw heeft geen installaties die koude opwekken, maar het haalt koud water uit de Ouderkerkerplas, een zandafgraving ten zuiden van Amsterdam. Het veertig meter diepe meer heeft een groot deel van het jaar een temperatuur van vijf graden Celsius. In de kelder van het gebouw staat de installatie die de besparing mogelijk maakt. Bij een conventioneel gebouw zou deze ruimte te krap zijn voor een complete airco-installatie, die erg veel ruimte in beslag neemt. Bovendien zou er op het dak een grote installatie moeten staan om de warmte kwijt te kunnen. Ook dat is bij deze installatie niet nodig. Het koude water komt met een temperatuur van een graad of zes het gebouw in, en verlaat het via de dikke, geïsoleerde pijpen als het ongeveer 16 graden Celsius is. Nuon Energie Special / 2010 . 27
case
De terugverdientijd is lang en met onzekerheden omgeven
Bewegingsmelders
Verwarming en koeling zijn dus speerpunten in de energiebesparing bij Endemol, maar het bedrijf zag meer mogelijkheden tot besparing. Na de verhuizing moesten de huisvestingskosten 25 procent lager liggen, was één van de doelstellingen. Dat bereikt Endemol door voor één locatie te kiezen – er is zo minder gependel tussen vijf panden – door minder vierkante meters te gebruiken en door een kleiner aantal, flexibele studio’s te bouwen. Het bedrijf gaat van negen naar drie studio’s. Op energie wil Endemol 14 tot 15 procent besparen, onder andere door betere isolatie. ‘De studio’s in de bloemenveiling in Aalsmeer waren zo lek als een mandje’, zegt De Man. Om elektriciteit te besparen, beschikken alle kantoorruimten over bewegingsmelders die zijn gekoppeld aan de verlichting. Alleen de vergaderruimtes zijn gevrijwaard van de melders. Forse investeringen
Marnix van Alphen (32), businessmanager Nuon Warmte, is paradoxaal 28 .
manage m e nt scope
genoeg ook verantwoordelijk voor het leveren van koude in Amsterdam Zuidoost. Nuon levert koude niet alleen aan Endemol, maar ook aan een kantoor van ING en een bedrijfsverzamelgebouw. Dit is Nuons tweede grote koudeproject. Het energiebedrijf levert ook koude aan het hoofdkantoor van ABN Amro en enkele andere kantoren aan de Amsterdamse Zuidas, met water uit De Nieuwe Meer. De energiebesparing ten opzichte van een conventionele airco-installatie is 75 procent, zegt Van Alphen. ‘We hebben 25 procent elektriciteit nodig voor het rondpompen van het water.’ De installatie, die in een gebouw naast het meer staat, en de infrastructuur van leidingen naar klanten vergen grote investeringen, ter waarde van ongeveer 40 miljoen, zegt Van Alphen. De terugverdientijd is lang en met onzekerheden omgeven. ‘Het is een langetermijninvestering’, zegt Van Alphen. ‘We geloven in de techniek.’ De drie aansluitingen gebruiken ongeveer een zesde deel van de capaciteit. Er is dus nog voldoende mogelijkheid voor andere klanten uit de omgeving om ook gebruik te
maken van deze energiezuinige vorm van koeling. Ook warmte krijgt Nuon uit onconventionele bron. Niet ver van het Endemol-kantoor, in Diemen naast de A1, staat een grote elektriciteitscentrale van Nuon. Hier is warmte in overvloed. Bij de productie van elektriciteit wordt namelijk iets meer dan de helft van de verbrandingsenergie van gas omgezet in elektriciteit. Bijna de helft van de verbrandingsenergie wordt warm water, dat normaal gesproken verloren gaat. De Nuon-centrale lever ter via leidingen aan wijken in Amsterdam Zuidoost, de oude flats in de Bijlmer, nieuwbouwhuizen op het opgespoten eiland IJburg en kantoren als dat van Endemol. De gebouwen die de warmte van Nuon afnemen, hoeven niet meer zelf te stoken. verantwoordelijkheid
Endemol moest bij de bouw van hun nieuwe onderkomen met veel rekening houden. Waarom heeft het bedrijf zich ook nog druk gemaakt over energie? ‘Endemol wil zich ontwikkelen en zoekt de uitdaging op’, antwoordt De Man. ‘Bovendien zien we dit als een vorm van maatschappelijk verantwoord ondernemen en speelt duurzame energievoorziening een belangrijke rol bij de acceptatie door lokale overheden.’ Doordat Endemol bouwde in een gebied op de grens van de gemeente Amsterdam en Ouderkerk aan de Amstel, had het met twee gemeentelijke bureaucratieën te maken. ‘Het is bovendien de perfectie die je als bedrijf en persoon nastreeft,’ besluit De Man, ‘we zijn marktleider en we willen onderscheidend zijn.’
Uw energiekosten verlagen?
Profiteer van de fluctuerende energieprijzen. Lagere energiekosten zijn voor elke onderneming welkom. Zeker als u grootverbruiker bent. Nuon helpt bij het bepalen van een inkoopstrategie die u in staat stelt om op het voor ú juiste moment in te kopen.
Nuon helpt. Deskundige begeleiding De experts van Nuon InkoopConsultancy volgen dagelijks de marktontwikkelingen en staan in direct contact met de handelsvloer van Nuon. Zij helpen u bij het vaststellen en uitvoeren van de beste inkoopstrategie en houden u op de hoogte van alle relevante marktontwikkelingen. Fluctuerende markt biedt kansen De energiemarkt is voortdurend in beweging en biedt kansen om uw energiekosten te verlagen. Met actuele informatie en ondersteuning van Nuon InkoopConsultancy is het mogelijk om optimaal te profiteren van fluctuaties op de energiemarkt.
Meer weten? Wilt u weten hoe u als groot verbruiker kunt profiteren van de fluctuerende energieprijzen? Neem dan contact op met Nuon via 020 562 76 50 of ga naar www.nuon.nl/inkoopconsultancy.
analyse
Risicomanagement Het afdekken van olierisico’s – hedgen – komt de nachtrust van inkopers ten goede en vergroot de voorspelbaarheid van geldstromen, meent Tom van den Akker, Manager Oil Trading bij Nuon, onderdeel van Vattenfall.
e houden ons binnen Nuon dagelijks bezig met het afdekken van olierisico’s. Als je als producent stroom verkoopt, betekent dit dat je grondstoffen moet inkopen. Dit kunnen kolen zijn, maar ook gas. Bij de keuze voor gas heb je veelal te maken met een indirect oliecontract. Toen er decennia geleden gas gevonden werd bij Slochteren, ontstond er een nieuwe situatie en moest besloten worden hoe gas het best te waarderen was. Er is toen gekozen voor een aan olie gekoppelde gasprijs. Door het verkopen van stroom aan consumenten, ontstaat er een tekort aan grondstoffen om die stroom van te maken. Dat kun je afdekken door direct grondstoffen in te kopen, of door middel van derivaten. Op het moment dat je product in levering gaat, vallen 30 .
manage m e nt scope
beide posities tegen elkaar weg, waardoor het risico wordt opgeheven. Cacaobonen
Is het verstandig voor grote bedrijven om te hedgen? Wie zich bezighoudt met het afdekken van risico’s, krijgt die vraag regelmatig. Ik antwoord daarbij altijd met een wedervraag: leidt het inkopen van energie niet af van de core business van het bedrijf in kwestie, is er voldoende kennis in huis en is er voldoende tijd om er dagelijks mee bezig te zijn? Zo ja, dan zijn de randvoorwaarden ingevuld. Belangrijk is in ieder geval dat bedrijven zich realiseren dat de risico’s soms groot zijn. Door bewust niet te hedgen, ga je op de stoel van de trader zitten, en de vraag is wat je daar voor
terugkrijgt. Soms zul je geluk hebben, maar niet zelden zal het vreselijk tegenvallen. Dat geldt overigens niet alleen voor de energiemarkt. Een actueel voorbeeld van een totaal andere sector is de cacaomarkt, die de afgelopen weken gecornered is: iemand heeft zoveel cacaobonen opgekocht dat de rest van de markt niet anders kan dan bij deze persoon aankloppen, zodat de prijs stijgt. Je moet er toch niet aan denken dat je je leidinggevende moet uitleggen dat je van plan was om in te kopen, maar dat je nog even gewacht hebt… Dit zijn de smeuïge verhalen waarop zowel traders als riskmanagers zitten te wachten. Vanuit tradingperspectief is het geweldig om de markt naar je pijpen te laten dansen. Voor riskmanagers is bovenstaande het zoveelste bewijs dat hun werk van belang is, en dat zij de verantwoordelijkheden nog meer aan banden zouden moeten leggen. De boot missen
Verder met de vraag of het nu nuttig is om te hedgen. Het is belangrijk dat je in ieder geval begrijpt wát je wilt hedgen. In principe kun je namelijk alles met elkaar afdekken. Daarover doen de meest waanzinnige verhalen de ronde. Zo kun je met stroom de aardappeltermijnmarkt afdekken. De verkoper hangt er een liquiditeitspremie aan en de koper denkt dat ’ie iets unieks heeft. Mijn advies is: houd het dicht bij huis, hedge alleen iets dat je zelf begrijpt en waarvan je kunt beoordelen of je er een redelijke premie voor betaalt. Neem bijvoorbeeld een optie – je koopt of verkoopt het recht om iets in de toekomst te leveren of geleverd te krijgen – een product dat zich weliswaar leent voor hedgen, maar waar je
‘Wie zijn risico naar iemand anders brengt, moet daarvoor betalen’ toch mee op moet passen. Als je een hoge volatiliteit hebt en je onderliggende waarde verder weg ligt, zul je vaak een flinke premie betalen om het risico af te dekken. In zo’n geval is het de moeite van het overwegen waard om een gedeelte in te dekken en het per periode te bekijken, en een gedeelte vast te zetten. Daarbij moet je ook niet vergeten een doel te stellen. Probeer in ieder geval niet te gretig te worden. Het gebeurt maar al te vaak dat zodra het geld oplevert, het niet tijdig vastgezet wordt, waardoor men alsnog de boot mist. Ook de waarde van de valuta waarin gehandeld wordt, speelt een grote rol. Met de bewegingen van de afgelopen kwartalen kun je hier ook flink over struikelen. Is hedgen ideaal? In feite niet. Wie zijn risico naar iemand anders brengt, moet daarvoor betalen. Zo geven organisaties een deel van hun beoogde marge weg. Maar dat een specialist zich over de materie buigt, is wel goed voor de nachtrust. Bovendien kan de controller een degelijke voorspelling maken van de te ontvangen en uit te keren bedragen. Toekomstverwachting
Hoe de prijzen zich ontwikkelen is onduidelijk. Veel specialisten denken
dat de energieprijs omhoog zal gaan, omdat de hoeveelheid makkelijk vindbare olie eindig is en het steeds moeilijker wordt olie uit de grond te halen, terwijl de vraag groter wordt (denk aan al die mensen in India en China die een auto aanschaffen). Dit brengt meer risico’s met zich mee. Ook het hedgen van duurzame energie is mogelijk, hoewel het moeizaam gaat. Degene die het risico overneemt, wil zich ook indekken door middel van het heffen van een flinke premie en eventueel het bouwen van een energiecentrale of windmolen. Om de brandstof daarvoor weer in te dekken, kom je uit op weerderivaten: een financieel contract op het aantal uren te verwachten wind. Al met al heel onzeker en voer voor specialisten. De energiemarkt is lastig voorspelbaar, en er zijn steeds meer invloeden die de prijs en beweging van de energie bepalen. Denk aan geopolitieke onrust, milieuwetgeving, speculanten, etc. Als inkoper wil je rustig kunnen slapen, maar niet het gevoel hebben dat je te veel weggeeft. Blijf bij je leest, verdiep je in wat je kunt begrijpen en spreid je risico.
Tom van den Akker is Manager Oil Trading bij Nuon, onderdeel van Vattenfall. Nuon Energie Special / 2010 . 31
Facts
Duurzame misverstanden Clichés, drogredenen en hardnekkige onwaarheden: over duurzame energie bestaan nogal wat misverstanden. De zeven belangrijkste op een rij.
Tekst Mark van Baal Illustratie Aad Goudappel
1
Razendsnelle transitie is een sprookje
Twintig procent duurzame energie in 2020 was één van de doelstellingen van het kabinetBalkenende IV, dat grote groene ambities had. Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) rekende voor dat dit niet zou lukken. Nederland zat in 2007 tussen 2 en 3 procent. Windturbines, zonnepanelen en andere duurzame energiebronnen kunnen nu eenmaal niet in korte tijd fossiele energiebronnen vervangen. Iedere nieuwe technologie heeft tijd nodig om oude technologie te vervangen. De industriële revolutie voltrok zich ook niet in een decennium. Bij nieuwe technologie wordt de penetratiegraad op de korte termijn vaak overschat, terwijl die op lange
32 .
manage m e nt scope
termijn juist onderschat wordt. Op deze manier hebben veel internetondernemers in de jaren negentig de penetratie van internet zowel overschat als onderschat. Ze hoopten dat binnen een paar jaar tienduizenden Nederlanders internet zouden hebben, en over tien jaar honderdduizenden. In werkelijkheid duurde het lang voor internet doorbrak. Halverwege de jaren negentig telde Nederland slechts zevenduizend internetaansluitingen. Maar dat in 2010 bijna iedere Nederlander een internetaansluiting zou hebben, hadden weinigen voorzien. De kans is groot dat duurzame energie een vergelijkbare groeicurve zal doormaken. Dit decennium gaat het langzamer dan overheid en duurzame ondernemers hopen. Het decennium erna zal het waarschijnlijk
veel sneller gaan dan ze verwachten. Heeft de omschakeling een kritisch punt bereikt – bij internet was dit vijftien procent – dan krijgt de transitie momentum en gaat het heel snel. Twintig procent duurzaam in 2020? Nee. Honderd procent in 2050? Grote kans dat het eerder is.
2
Duurzaam is duur
‘Windmolens draaien niet op wind, maar op subsidie’, is een populaire oneliner onder populisten om aan te geven dat zij duurzame energie te duur vinden. De werkelijkheid is dat fossiele energie relatief goedkoop is, en dat duurzame energie iets minder goedkoop is. Om duurzame energiebronnen een kans te geven hun achterstand op fossiele energiebronnen in te lopen, subsidieert
de overheid het verschil, dat steeds kleiner wordt. Kijk maar eens op een andere manier naar de kosten van elektriciteit: een kilowattuur, de eenheid waarin Nederlandse huishoudens elektriciteit afrekenen, kost ongeveer 22 cent. Een wasmachine gebruikt grofweg een kilowattuur per wasbeurt. Wielrenner Lance Armstrong, die in zijn hoogtijdagen als één van de weinigen in het peloton bergop een halve kilowatt kon trappen, zou twee uur op een hometrainer met dynamo moeten zitten om een kilowattuur te produceren. De arbeid die Armstrong in twee uur levert, kost uit het stopcontact dus minder dan een kwartje. Zo bezien is elektriciteit heel erg goedkoop.
Het beste bewijs dat energie goedkoop is, zijn elektrische terrasverwarmers aan de buitengevels van cafés. Zolang we energie gebruiken om de buitenlucht te verwarmen, is energie veel te goedkoop.
3
De olie- en gasvoorraden raken op
Voor wie niet gelooft in het broeikaseffect, heeft de milieubeweging een tweede argument om over te schakelen op duurzame energie: de voorraden fossiele energie raken snel op. Dit is nog maar de vraag. Het tijdperk van makkelijk winbare olie en gas is weliswaar voorbij, maar er zitten nog genoeg voorraden olie, kolen en gas onder de aardkorst. Het wordt alleen
20 procent duurzaam in 2020? Nee. 100 procent in 2050? Grote kans dat het eerder is. Nuon Energie Special / 2010 . 33
Facts
steeds moeilijker en duurder om ze te winnen. De eerste olie werd gewonnen door eenvoudigweg een gat in de grond in Texas te boren. De olie spoot er vanzelf uit en als de druk afnam, werd de put gesloten. Tweederde van de olie bleef achter in de grond. Tegenwoordig wordt olie gewonnen in steeds diepere oceanen en zeeën, zoals in de Golf van Mexico, en in steeds onherbergzamer oorden, bijvoorbeeld op het Russische Sachalin, een eiland met aardbevingsgevaar waar het 45 graden onder nul kan worden. Daarnaast zorgt nieuwe technologie ervoor dat er meer uit een veld kan worden gehaald. Bovendien zijn er zogenoemde onconventionele olie- en gasvoorraden, bijvoorbeeld olie- of teerzanden. Vroeger lieten olieconcerns die links liggen. Er was immers genoeg makkelijk winbare conventionele aardolie. De totale wereldreserves olie- of teerzanden – in Canada en Venezuela liggen de grootste reserves – zijn groter dan de conventionele aardoliereserves. Grote hoeveelheden onconventioneel aardgas, gas in leisteen- of steenkoollagen, zijn dankzij nieuwe technieken als horizontaal boren nu ook winbaar tegen aanvaardbare kosten.
Waterstof is geen energiebron en waterstof is niet per definitie duurzaam 34 .
manage m e nt scope
4
Waterstof is een duurzame energiebron
Twee misverstanden in één zin. Waterstof is namelijk geen energiebron en waterstof is niet per definitie duurzaam. Olie, gas, wind en zon zijn energiebronnen en energiedragers. Waterstof is geen energiebron, maar slechts een energiedrager. Dit is meer dan een semantische discussie. Sommige mensen denken immers dat wanneer de hele wereld in waterstofauto’s gaat rijden, het energieprobleem is opgelost. Het enthousiasme over waterstof is begrijpelijk. Het is namelijk een prachtige energiedrager. Van waterstof blijft na verbranding alleen water over, geen enkel uitlaatgas en geen CO2. Bij een auto die op waterstof rijdt, druppelt er alleen water uit de uitlaat. Bovendien kan waterstof beter worden opgeslagen dan elektriciteit, waardoor de actieradius van een waterstofauto groter is dan die van een elektrische auto. Het enige probleem is: waterstof zit nergens op aarde in grote hoeveelheden in de grond, zoals olie en gas. Om waterstof te produceren is olie of gas nodig, waarbij CO2 en andere uitlaatgassen vrijkomen. De uitstoot wordt dan verplaatst van auto naar waterstoffabriek. Waterstof is daarom onmogelijk duurzaam te noemen, tenzij het wordt geproduceerd met duurzaam opgewekte elektriciteit uit een zonnepaneel of een windturbine. Deze manier van produceren is op dit moment echter nog te duur om waterstof commercieel te kunnen toepassen.
5
Duitsers betalen zich blauw aan groene ambities
Sinds 2000 krijgt iedere Duitser die een zonnepaneel of een windturbine plaatst, subsidie voor de elektriciteit die hij hiermee opwekt en aan het net levert, een zogenoemd feed-in tarief. De kosten worden verdeeld over de elektrici-
teitsrekeningen van alle Duitsers. Als gevolg hiervan voltrok zich in Duitsland een groen Wirtschaftswunder: er ontstond een duurzame miljardenindustrie en bijna twintig procent van de Duitse elektriciteit komt nu van windturbines, zonnepanelen en andere duurzame bronnen. In Nederland staat de teller op zeven procent. Bovendien werden windturbines en zonnepanelen, dankzij de grote productievolumes, ieder jaar goedkoper. Betalen de Duitsers zich dan blauw aan de groene ambities van hun regering? Het feed-in tarief wordt niet uit de schatkist gefinancierd, maar via een groene energieheffing op de elektriciteitsrekening. Wanneer we de elektriciteitsrekeningen van 2000 en 2009 van een gemiddeld Duits gezin naast elkaar leggen, dan blijkt het volgende: ten gevolge van de groene energieheffing steeg de jaarlijkse rekening met dertig euro. In dezelfde periode steeg de elektriciteitsrekening met driehonderd euro ten gevolge van de stijging van de prijs van fossiele brandstoffen en belastingen. De schaarser wordende fossiele brandstoffen en de belastingen zorgden dus voor een veel grotere prijsstijging. Voor bedrijven, die veel minder energiebelasting betalen, drukt de groene heffing zwaarder op de energierekening, maar niet zo zwaar dat de Duitse industrie noodlijdend is.
6
Subsidies maken bedrijven lui
Wie subsidie krijgt, zou niet innoveren. De Volkskrant plaatste eerder dit jaar een ingezonden brief van minister van Economische Zaken Maria van der Hoeven met deze drogreden. ‘We moeten niet onbeperkt en tot in lengte van dagen het verschil tussen marktprijs en kostprijs blijven subsidiëren’, schreef de demissionair minister. ‘Dat kost de overheid miljarden euro’s en maakt bedrijven lui. Daar
moeten we vanaf.’ Ze serveerde daarmee de Stimuleringsregeling Duurzame Energie (SDE), die ze zelf in 2008 invoerde, af. Haar brief wekte verbazing en verontwaardiging in de politiek en de energieindustrie. De minister nam afstand van haar eigen beleid en creëerde onzekerheid bij ondernemers in duurzame energie. De Nederlandse regering heeft trouwens een reputatie als het gaat om het plotseling stopzetten van subsidies voor duurzame energie. De subsidieregeling MEP (Milieukwaliteit ElektriciteitsProductie) bijvoorbeeld, werd in 2006 van de ene op de ander dag afgeschaft met faillissementen van duurzame ondernemers als gevolg. Duitsland doet dit meer geleidelijk en verlaagt de subsidies ieder jaar. Dat stimuleert snelle innovatie: de Duitse zonnepanelenindustrie produceert ieder jaar meer cellen tegen lagere kosten.
7
Het broeikaseffect is een omstreden theorie
Klimaatsceptici noemen de opwarming van de aarde een omstreden theorie. Het argument hiervoor is dat er wetenschappers te vinden zijn die de theorie ontkennen. Het feit dat de aarde miljarden jaren oud is, is op die manier ook een omstreden theorie te noemen. Er zijn immers genoeg mensen te vinden die er heilig van overtuigd zijn dat de aarde zo’n zesduizend jaar geleden is geschapen, zoals in de Bijbel staat. De sceptische wetenschappers worden geholpen door pseudoinstituten die in het leven zijn geroepen door PR-bureaus en worden betaald door de olie-industrie. Exxon hielp bijvoorbeeld bij het opzetten van het Global Climate Science Team, dat streeft naar ‘erkenning van onzekerheden als deel van volkswijsheid’, zo staat in een gelekte interne memo. Het Global Climate Science Team bewerkt de media en financiert wetenschap-
pers die zijn positie ondersteunen. Het is een pseudo-instituut in de traditie van de Council for Tobacco Research, dat in de jaren vijftig van de vorige eeuw de link tussen kanker en roken ontkrachtte. Toegegeven, Al Gore en Greenpeace zijn ook niet vies van propaganda en er zijn onzekerheden in de klimaatmodellen, maar dat CO2 en andere broeikasgassen zorgen voor een broeikaseffect is zeker. De vraag is alleen: hoe zeker is het dat de mens verantwoordelijk is voor een versterkt broeikaseffect? Wat betreft de zekerheid van het broeikaseffect: broeikasgassen zoals CO2, waterdamp, methaan en ozon hebben een functie: ze fungeren als isolerende deken voor de aarde. Zonder broeikaseffect zouden de oceanen bevroren zijn. De gemiddelde temperatuur op aarde zou achttien graden onder het vriespunt zijn in plaats van vijftien graden boven nul. Zeker is ook dat de hoeveelheid CO2 in atmosfeer hard stijgt sinds de mensheid vanaf de industriële revolutie fossiele brandstoffen in grote hoeveelheden is gaan verbranden. De onzekerheden in de klimaatmodellen betreffen onder andere de snelheid van de opwarming van de aarde en de vraag of meer water in de atmosfeer het broeikaseffect versnelt of vertraagt. Deze onzekerheden nopen de wetenschappers van Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) van de Verenigde Naties om in hun rapport van 2007 te schrijven dat het very likely is dat de aarde opwarmt door menselijk handelen. Very likely staat voor 90 procent zekerheid. Zolang over die laatste 10 procent onzekerheid bestaat, kunnen sceptici blijven beweren dat het broeikaseffect een omstreden theorie is.
Het beste bewijs dat energie goedkoop is, zijn elektrische terrasverwarmers aan de buitengevels van cafés
Zie voor meer informatie www.europeanclimate.org
‘Als een leverancier geen groene energie kan leveren, dan houdt het op’
Ludo Hollands 36 .
manage m e nt scope
Slim en efficiënt Bij telecombedrijf Vodafone wordt bij duurzaam inkopen vooral gekeken naar slimme en efficiënte inzet van bestaande middelen. Tekst Rob Hartgers Fotografie Ton Hendriks
‘Inkopen doe je niet alleen’, zegt Ludo Hollands. Als inkoper van telecomgigant Vodafone, de grootste aanbieder van mobiele telefonie ter wereld, kan Hollands gebruikmaken van de kennis en ervaring van collega’s uit andere landen. Geen overbodige luxe, gezien de enorme schaal waarop Hollands energie moet inkopen. Alleen in Nederland verbruikt Vodafone jaarlijks 90 gigawatt energie. Al die energie is nodig om meer dan vierduizend zendmasten, tien telefoonverkeerscentrales en een kleine honderd winkels en kantoren te voeden. Vooral de zendmasten en de verkeerscentrales vreten energie, vertelt Hollands: ‘Zij vormen de kern van ons netwerk. Hier kunnen we de grootste stappen zetten op het gebied van verduurzaming. Door verbeterde apparatuur en slimmere en efficiëntere inzet van de computers hebben we het aantal datacenters de afgelopen jaren weten terug te brengen. Het waren er meer dan 15. Dat leverde een flinke besparing op.’
In Nederland kunnen meerdere partijen aan die voorwaarden voldoen. We vinden het verder belangrijk dat we een partnership aangaan met een leverancier, zodat ze ons bijvoorbeeld kunnen adviseren over slimme bemetering.’ Niet alleen de energieleveranciers, maar ook andere zakenpartners worden door Vodafone beoordeeld op hun duurzame prestaties. Hollands: ‘We voeren regelmatig audits uit bij leveranciers. Een Chinees bedrijf kan een aantrekkelijke financiële propositie hebben, maar wij vinden het ook belangrijk dat hun eigen bedrijfsvoering duurzaam is. Wat zijn bijvoorbeeld hun energieverbruikscijfers? Zijn zij maatschappelijk verantwoord aan het ondernemen? Al die aspecten wegen mee bij de aanbesteding – hoewel het natuurlijk wel een commercieel aantrekkelijke deal moet zijn.’ Windturbines
In het gesprek vallen regelmatig de woorden ‘slimmer’ en ‘efficiënter’. DuurAudits zaam inkopen, in combinatie met slimInkoop Duurzaam inkopen is voor Hollands me en efficiënte inzet van de bestaande tip 03 een vanzelfsprekendheid. ‘In al onze middelen, dat is volgens Hollands het aanbestedingstrajecten spelen duurzabeste recept om het energieverbruik me criteria een rol. Vroeger was dat misvan Vodafone omlaag te brengen. ‘We inschien een “moetje”, maar tegenwoordig is vesteren veel in innovatie van ons netwerk. duurzaamheid voor ons onderdeel van de gewone Zo willen we precies weten wat onze zendmasbedrijfsvoering. Grote zakelijke klanten en overheten verbruiken. Het bereik van sommige masten den verwachten dat ook van ons.’ overlapt elkaar. Als een mast in de daluren nauDe Europese inkoop van Vodafone is gecentrawelijks benut wordt, schakelen we die op afstand liseerd en wordt gecoördineerd vanuit Luxemburg. in capaciteit terug. Ook onderzoeken we of we Als er belangrijke inkoopbeslissingen genomen masten van energie kunnen voorzien met kleine moeten worden, overlegt Hollands met een klein windturbines. Vooral voor de afgelegen locaties projectteam waarin onder meer Vodafones prois dat een interessante optie.’ jectleider corporate social responsibility, een faciHet geheim van duurzaam inkopen vat Hollity manager en een technisch projectleider zitting lands in een paar zinnen kernachtig samen: ‘Keep hebben. Ook is er een vaste aanspreekpersoon die it simple, zorg voor korte lijnen, en isoleer het op de hoogte is van de ervaringen in andere onderniet binnen de organisatie.’ Een andere belangdelen van de Vodafone Group. rijke voorwaarde, stelt Hollands, is dat het duur‘Uiteraard’ koopt Vodafone groene energie in, zame beleid gedragen wordt door de top van het vertelt Hollands. ‘Als een leverancier geen groene bedrijf: ‘Ons duurzaamheidsbeleid wordt straenergie met certificaten kan leveren, dan houdt het tegisch ingezet door de ceo. Het heeft absoluut op. Dat is sinds 2003 voor ons een afvalcriterium. prioriteit.’ Nuon Energie Special / 2010 . 37
case 02
Tekst Mark van Baal Fotografie Erik Franssen
Een energiezuinig reisje langs de Rijn Het schip De Zonnebloem nam de afgelopen jaren energiebesparende maatregelen waarmee het een kwart bespaart op brandstof.
H
et riviercruiseschip De Zonnebloem, een 115 meter lang wit schip met glas over de hele lengte, ligt afgemeerd aan een kade in Arnhem. Over de brede loopplank gaan mensen met grote rolkoffers, rollators en in rolstoelen aan boord. Over een paar uur vaart het schip stroomopwaarts richting Duitsland. Aan boord zijn dan 68 gasten, evenveel vrijwilligers en elf bemanningsleden. Vanavond meert het schip af in Duisburg. Passage van de Loreley, de hoge rots in een scherpe bocht in de Rijn voorbij Koblenz, vormt het hoogtepunt. Twintigduizend liter diesel
In een elektrische rolstoel, aan één van de tafels in de salon, zit Hilda Gerard (80) te stralen. ‘Ik kan niet vergeten hoe leuk ik het had op de vorige reis,’ zegt ze glimlachend. ‘Mijn moeder heeft veel hulp nodig,’ zegt haar dochter. ‘Op een andere manier zou ze niet op vakantie kunnen.’ Het schip, eigendom van de Vereniging De Zonnebloem, vaart jaarlijks 42 keer uit om mensen die hulp nodig hebben een vakantie te geven. 38 .
manage m e nt scope
In de machinekamer is goed te zien hoe eenvoudig een grote energiebesparing kan zijn. Tussen dieselmotoren, generatoren, pompen, leidingen, handels, kranen en buizen klinkt een snerpend gezoem van een pomp. De voorstuwingsdiesels, twee manshoge gele Caterpillars van 2,5 meter lang met acht cilinders, draaien nog niet. Toch is het er al flink warm. ‘Wanneer we varen is het hier een graad of veertig,’ zegt Ernst Balkema (64), hoofd technische dienst. Op de schouders van zijn witte overhemd zitten blauwe epauletten met vier goudkleurige strepen en een scheepsschroef. Naast een groene pomp van ruim een meter hoog staat een kleine blauwe pomp ter grootte van een wasmachinemotor. ‘Deze grote pomp draaide vroeger het hele jaar’, zegt Balkema. In de schaduw van de pomp draait nu alleen het kleine pompje. Zijn vermogen is veertig keer zo klein. De grote pomp draait nu nog alleen op warme zomerdagen, wanneer er veel koeling nodig is. ‘Alleen al door deze ingreep besparen we 3.500 euro per maand,’ zegt Balkema. Het is één van de aanpassingen die hij
deed aan de installaties om het schip energiezuiniger te maken. De Zonnebloem liep in 2006 van stapel op de werf van IHC Merwede in Hardinxveld-Giessendam. Wat Balkema direct opviel, was het hoge dieselverbruik. Het schip moest wekelijks ruim twintigduizend liter diesel tanken. Een taxi die honderdduizend kilometer per jaar rijdt, doet er jaren over om zoveel te verstoken. De scheepvaartindustrie betaalt net als de vliegtuigindustrie weliswaar geen dieselaccijns, zodat een liter slechts 60 cent kost, maar toch levert dat een kostenpost van 12.000 euro per week op. Die twintigduizend liters diesel werden voornamelijk opgeslokt door twee reusachtige voortstuwingsmotoren, die twee schroeven aandrijven, drie even grote dieselgeneratoren, die elektriciteit genereren en twee ketels, die zowel verwarmings- als kraanwater verwarmen. Uiteraard heeft een schip als De Zonnebloem veel elektriciteit nodig. De hutten van gasten zijn bijvoorbeeld voorzien van bedden die elektrisch omhoog en omlaag kunnen. ‘Het is een klein ziekenhuis’, zegt Balkema. ‘We hebben bijvoor-
Ernst Balkema
‘Het is een investering van een paar duizend euro, die je binnen een paar jaar terugverdient’ beeld ook een installatie voor medisch zuurstof aan boord.’ Monitoren
Balkema begon het energiebesparingsprogramma eenvoudig. In de salon, waar een vleugel staat, kijkt hij naar het plafond, waarin tientallen lampen zitten. ‘We hebben zestienhonderd halogeenlampen van vijftig watt vervangen door ledlampen van zeven watt. Het is een investering van een paar duizend euro, die je binnen een paar jaar terugverdient.’ Vervolgens meldde Nuon Foundation, een afdeling van Nuon die haar eigen medewerkers stimuleert vrijwilligerswerk te doen en dit financieel steunt, zich om te helpen bij energiebesparing. Medewerkers van Nuon-dochter Ebatech installeerden meetkastjes in de elektriciteitskasten van het schip. Met dit energiemonitoring-systeem konden ze via internet volgen hoeveel energie elke ruimte of machine gebruikte.
‘Het grote voordeel is dat je direct ziet waar het grootverbruik zit’, zegt Balkema. Het schip bleek twee energievreters te bevatten: de klimaatinstallatie, die zorgt voor ventilatie en voor airconditioning op warme dagen, en de verwarmingsketels, die voor verwarmingswater en warm tapwater zorgen. De rol van Ebatech was vooral om de technische dienst te assisteren en aan het denken te zetten. ‘Merkwaardig dat de airco zo vaak aan en uit springt’, merkten zij op. ‘Waarom draait de airco niet alleen op warme zomerdagen, maar ook op koude winterdagen?’, vroegen de ingenieurs van Ebatech. Het antwoord was eenvoudig: de koelinstallatie koelde niet alleen de ruimten, maar ook de koelcel met proviand voor de reis en een kleine ruimte met computers, servers, geluidsinstallatie en televisieontvangers. ‘De hoofdinstallatie stond aan om die twee kleine ruimten te koelen’, zegt Balkema. De oplossing was eenvoudig en tweele-
dig: in de computerruimte installeerde Balkema een kleine airco – een model dat ook in kleine kantoorruimtes gebruikt wordt – en in de machinekamer plaatste hij de kleine pomp naast de grote pomp, zoals hij eerder liet zien. Het grootste deel van het jaar draait de kleine airco en de kleine pomp. Alleen op warme dagen gaat de grote pomp aan het werk. Gedragsverandering
Een andere grote besparingsslag is ook in de machinekamer te zien. Voor de dieselgeneratoren staan zogenoemde warmtewisselaars waarin water wordt opgewarmd met koelwater uit de dieselmotor. Door de benutting van het koelwater verbruiken de verwarmingsketels nauwelijks diesel meer en is elektrische verwarming van het tap- of verwarmingswater niet meer nodig. ‘Vroeger ging die warmte volledig verloren’, zegt Balkema. Vergelijk dit systeem met de Nuon Energie Special / 2010 . 39
case
‘Alles staat of valt met de motivatie van personeel’
verwarming in een auto: wanneer je in je auto de verwarming aanzet, gaat er geen elektrische verwarming aan, maar verwarmt de hete motor ventilatielucht, die in de auto wordt geblazen. Naast deze technische aanpassingen, maakte de bemanning een aantal organisatorische aanpassingen en probeert gedragsverandering te stimuleren. Lege ruimten worden nu niet meer gekoeld. ‘Een ruimte is binnen een half uur op temperatuur. Bovendien, zodra je een airco hoort zoemen of blazen, voelt de temperatuur in de ruimte al een stuk koeler aan.’ Ook de keuken moest er aan geloven. Een kok laat het liefst de elektrische kookplaten de hele dag aan staan. Dan kan hij altijd snel een pannetje opwarmen. De oplossing: een inductiekookplaat voor snel opwarmen. Een ander voorbeeld: wasmachines draaien alleen met een volle trommel. ‘Het valt of staat met de motivatie van het personeel’, zegt Balkema, ‘en dat is soms best moeilijk.’ Er bestaat immers veel onbegrip over energie. ‘Mensen denken: wat maakt het uit of ik het licht 40 .
manage m e nt scope
aan of uit doe, die generator draait toch.’ Hij legt regelmatig uit dat wanneer iemand een lamp of apparaat aanschakelt, de generator zwaarder wordt belast en het brandstofverbruik omhoog gaat. Een auto gaat tenslotte ook meer verbruiken wanneer een automobilist het gaspedaal indrukt. Waanzin
Op de vraag wat er nodig is om een dergelijk project van de grond te krijgen, antwoordt Balkema bescheiden. ‘Je moet je energieverbruik goed monitoren. Het is goed om een bedrijf als Ebatech in te huren, dat je wijst op de verliezen.’ Zijn enthousiaste en gedetailleerde manier van vertellen verraadt echter dat een project als dit alleen met een fanatieke kartrekker een succes wordt. Het heeft hem veel tijd gekost. ‘Het is veel rekenen en je denkt er veel over na. Het moet je persoonlijk aanspreken, maar ik vond het leuk om mijn studiekennis weer op te halen.’ Wat helpt is dat scheepspersoneel niet om vijf uur naar huis gaat. Elke avond voor hij gaat slapen, neemt Balkema een kijkje in de bloedhete machi-
nekamer. ‘Je bent hier toch dag en nacht met je werk bezig.’ De investeringen, vaak enkele duizenden euro’s, verdienen zichzelf stuk voor stuk binnen een paar jaar terug door middel van een lagere brandstofrekening. Het schip gebruikt nu een kwart minder brandstof dan het direct na de tewaterlating gebruikte, ongeveer 200 ton à 120.000 euro minder. Volgens Balkema is er veel energie te besparen als scheepsontwerpers bij nieuwbouw al zo optimaal mogelijke systemen ontwerpen. ‘Een uitgebalanceerde elektrische installatie kan al veel besparen. Dat die ene computerkast op dezelfde koelinstallatie was aangesloten als alle andere ruimten op het schip, is natuurlijk waanzin.’ Scheepsbouwers en gebruikers zouden in zijn ogen vaker met elkaar moeten praten. ‘Het is triest hoe weinig terugkoppeling er is van gebruiker naar de werf.’ Gebruikers zouden ook veeleisender kunnen zijn en bij nieuwbouw het bestek kunnen doornemen op energieverbruik. Om te voorkomen dat werven voor de goedkoopste in plaats voor de zuinigste techniek kiezen, zou een opdrachtgever het brandstofverbruik in de offerte kunnen laten opnemen. ‘Je moet bij het ontwerp al rekening houden met stijgende brandstofkosten.’ Om in de toekomst nog minder fossiele brandstoffen te gebruiken, denkt Balkema aan zonnepanelen. Op het dek kan hij gemakkelijk honderd vierkante meter kwijt. ‘We wachten nog even tot zonnepanelen een hoger rendement hebben en goedkoper zijn.’
hellemans E N E R G Y C O N S U LTA N C Y
Blauw C100-M60 + groen C70-Y100 RGB: blauw R0 G93 B168 groen R85 G171 B38 HTML: #005da8 + #55ab26 Font: Neo Sans
hellemans
Passie voor energie, een tweede natuur E N E R G Y C O N S U LTA N C Y
Voorbeeld uitvoering in zwart Font: Neo Sans
Voorbeeld huisstijlkleuren in stappen van 10% raster
C100-M60
C70-Y100
© 2009 Dadomoto
Hellemans Consultancy is al sinds 1997 actief op de energiemarkt en heeft zich door de jaren heen gespecialiseerd in het begeleiden en adviseren bij de inkoop van energie. Ons team van professionals staat opdrachtgevers bij met krachtige adviezen, waardoor zij tot aanzienlijke kostenbesparingen komen. Stuk voor stuk mensen met passie voor hun vak, die er alles aan doen om opdrachtgevers met raad en daad bij te staan. Daarnaast verzorgen wij nog tal van andere diensten op het gebied van energie. Wij zijn actief op de zakelijke markt en beschikken over een zeer gevarieerde klantenkring; van midden- en kleinbedrijf, inkoopcombinaties, gezondheidszorg en (semi-)overheidsinstellingen tot grote (industriële) concerns. Hellemans Consultancy is ook internationaal actief, en heeft deelnemingen in andere adviesbureaus in Europa.
zeker op een onzekere energiemarkt
Hellemans Consultancy BV Willem Arntszlaan 115B 3734 EE Den Dolder T +31 30 2255011 F +31 30 2288675
[email protected] www.hellemansconsultancy.nl
Inkoop
Administratie
Management
• risico analyse • strategisch inkopen
• factuurcontrole • factuurbeheer
• energiebeheer • verduurzaming
Pioniers
01
Tekst Mark van Baal Fotografie Lars van den Brink
Paul de Ruiter (47) Bedrijf Paul de Ruiter Architecten Product energiezuinige gebouwen Pionier sinds 1992
Energie wordt steeds schaarser, concludeerde architect Paul de Ruiter al jaren geleden. Daarom besloot hij gebouwen te ontwerpen die fungeren als energieproducent, in plaats van als energieconsument. Duurzaamheid op de agenda krijgen was het ideaal van architect Paul de Ruiter, maar hij kreeg dat in loondienst niet voor elkaar. Daarom besloot hij in 1992 voor zichzelf te beginnen. Vanaf dat jaar maakte hij vooral tekeningen en maquettes van energiezuinige en energieproducerende gebouwen. Slechts een enkel ontwerp werd gebouwd, meestal in opdracht van de overheid. Zo bouw-
‘Vijftien jaar lang wilde niemand luisteren’ 42 . manage m e nt
scope
de hij voor de Universiteit van Nijmegen een gebouw met een chameleon skin, een gevel die zich met zonwerend en isolerend doek aanpast aan het weer, als een kameleon in de woestijn. Het gebouw heeft hierdoor weinig koeling en verwarming nodig. Vijftien jaar lang hield Paul de Ruiter vast aan zijn visie dat gebouwen energiezuinig moeten zijn en al die tijd was bijna niemand geïnteresseerd. Nadat Al Gore eind 2006 een documentaire over het broeikaseffect had gemaakt, kwam er belangstelling uit het bedrijfsleven. In 2007 kreeg De Ruiter de opdracht om het nieuwe hoofdkantoor van TNT te ontwerpen. Het werd één van de eer-
ste twee kantoren in Nederland met het keurmerk LEED Platinum, de hoogste beoordeling voor duurzaamheid en energiezuinigheid van de United States Green Building Councel. Het nieuwe kantoor van Martinair en Transavia op Schiphol, het andere LEED-Platinum kantoor in Nederland, is ook van zijn hand. Dit gebouw wekt een deel van zijn eigen energieverbruik op met zonnepanelen op het platte dak. Terwijl de markt voor architecten in 2009 instortte, groeide De Ruiters bureau naar 24 mensen. Stap voor stap gaan ze richting De Ruiters ideale gebouw: een gebouw dat energie produceert in plaats van consumeert.
02
Kees de Blok (56) Bedrijf Aster Thermoakoestische Systemen Product Thermoakoestische elektriciteitsgenerator Pionier sinds 1985
Warmte verplaatsen met geluidsgolven, dat is een elegante oplossing, dacht Kees de Blok in 1985, toen hij hierover een wetenschappelijk artikel las. De researchmedewerker van PTT – later KPN – was op zoek naar een manier om een koelkast op zonne-energie voor derdewereldlanden te bouwen. Thuis bouwde Kees de Blok het eerste werkende prototype: een gasbrander, een ruim drie meter lange opgevouwen PVC-buis en een omgekeerde luidspreker, die warmte via geluid omzette in elektriciteit. Jaren experimenten en studeren volgden. De meeste fabrieken gebruiken veel warmte en blazen restwarmte de lucht in. Om deze afvalwarmte te kunnen hergebruiken, zijn warmtepompen nodig, apparaten die warmte verplaatsen, net als de compressor in een koelkast. Conventionele warmtepompen kunnen echter
geen hoge temperatuurverschillen aan. Een thermoakoestische warmtepomp, die geluidsgolven in plaats van koudemiddel als medium gebruikt, lukt dat wel. Sinds 2000 werkt De Blok samen met Energieonderzoek Centrum Nederland. ECN zoekt een manier om afvalwarmte uit de industrie te hergebruiken en bouwde een prototype. Bronswerk, producent van warmtewisselaars en koelmachines, ontwikkelt nu een commerciële akoestische warmtepomp, die het over twee jaar op de markt wil hebben. Voor de kartonfabriek van Smurfit Kappa in Nieuweschans bouwt De Blok nu samen met enkele bedrijven een thermoakoestische elektriciteitsgenerator,
een apparaat dat restwarmte op industriële schaal (100 kilowatt) via geluid omzet in elektriciteit. Eind 2011 wil De Blok de markt op. De toepassing ligt bij tuinders, ziekenhuizen en hotels met afvalwarmte. Ze kunnen die warmte met de generator omzetten in elektriciteit. Tegelijkertijd blijft De Blok werken aan zijn oorspronkelijke ideaal: een koelkast op zonne-energie voor ontwikkelingslanden.
‘Afvalwarmte moeten we hergebruiken’ Nuon Energie Special / 2010 . 43
Pioniers
03
Igor Kluin (37) Bedrijf Qurrent Product Q-box, kastje om duurzame elektriciteit te verdelen Pionier sinds 2005
Het energiebedrijf van de toekomst verkoopt geen energie, maar verdeelt het. Dat is de visie van Igor Kluin. In 2005 verkocht hij zijn reclamebureau en startte hij Qurrent, waar nu zes mensen werken. Qurrents product, de Q-box, is een groengeel kunststof kastje van 23 bij 23 centimeter met een internetverbinding. De Q-box is niet alleen verbonden met het elektriciteitsnet, maar ook met alternatieve bronnen uit de omgeving, zoals zonnepanelen en microgeneratoren. Via internet staan alle Q-boxen in verbinding met een besturingsprogramma, de
‘Elektriciteit wordt straks dichtbij gebruikers opgewekt’ 44 . manage managem meent nt scope scope
zogenoemde Q-server, die consumenten op drie manieren energie kan besparen. Ten eerste optimaliseert het programma het gebruik van ieder huishouden. De wasmachine gaat bijvoorbeeld draaien wanneer er goedkope windenergie is. Ten tweede zorgt de Q-server ervoor dat de Q-box energie deelt met de buren, bijvoorbeeld zonne-energie. Ten derde geeft de Q-server de gebruiker inzicht in zijn energiegebruik, waardoor hij verstandiger met zijn energie om kan gaan. De afgelopen jaren deed Qurrent een zevental pilotprojecten om de Q-boxen in de praktijk te beproeven. In Leeuwarden bijvoorbeeld rustte Qurrent alle 24 appartementen van een portiekflat met zonnepanelen op het dak uit met Qboxen.
De bottlenecks zijn meer juridisch dan technisch, ontdekte Kluin. ‘De elektriciteitswet is gebaseerd op eenrichtingsverkeer, van grote elektriciteitscentrales naar gebruikers. Door de opkomst van duurzame, decentrale opwekking wordt het kleinschalig tweerichtingsverkeer. Daar is de wet niet voor geschreven.’ Kluin bewerkt ambtenaren en politici om de wet aan te passen aan de toekomst. In zijn toekomstvisie wordt elektriciteit op vele plekken, duurzaam en dichtbij gebruikers opgewekt en verdeeld. ‘Het afgelopen jaar was ik meer lobbyist dan ondernemer.’ Rond de jaarwisseling wil Kluin de eerste Q-boxen verkopen aan particulieren met zonnepanelen en woningcorporaties.
04
Pelle Schlichting (31) Bedrijf OrangeGas Product groen gas Pionier sinds 2007
‘We willen dat iedere automobilist over anderhalf jaar binnen een straal van twintig kilometer groen gas kan tanken,’ zegt Pelle Schlichting, één van de oprichters van OrangeGas. Pelle Schlichting startte in 2007 samen met Marcel Borger en Anco Buning het bedrijf OrangeGas. De leverancier van groen gas heeft net op een tankstation in Heemskerk zijn achtste vulpunt geopend en gaat de komende anderhalf jaar ruim veertig vulpunten bijbouwen. OrangeGas kreeg hiervoor een subsidie van 2,5 miljoen euro van het ministerie van Economische Zaken. CNG Net, een dochter van bouwconcern Ballast Nedam, kreeg subsidie voor vijftien vulpunten. Groen gas heeft dezelfde chemische samenstelling als aardgas, maar is geproduceerd door het vergisten van afval, rioolslib of mest. In Nederland wordt op dit moment groen gas opgewekt op twee grote vuilstortplaatsen in Tilburg
en Wijster, bij een enkele waterzuivering en door boeren die mest vergisten. Producenten die dit gas in het Nederlandse aardgasnet pompen, mogen in ruil hiervoor groen gas-certificaten verkopen. Grijs gas wordt met een groen gas-certificaat verkocht als groen gas, zodat er per saldo even veel groen gas het gasnet in als er uit gaat. OrgangeGas koopt aardgas en groen gas-certificaten in bij Essent. De vulpunten van OrangeGas zijn aangesloten op het gewone aardgasnet. Autofabrikanten als Volkswagen, Mercedes en Fiat en leveren standaard auto’s met een benzine- en een gastank voor Compressed Natural Gas (CNG), niet te verwarren met autogas LPG. Rijden op aardgas is in Duitsland en Italië al ingeburgerd. ‘In Italië zijn meer dan
zeshonderd vulstations en rijden meer dan een half miljoen auto’s met aardgastank rond’, zegt Schlichting. Hij schat dat er in Nederland nu ongeveer drieduizend personenauto’s, bestelauto’s, taxi’s, stadsbussen en vuilniswagens op groen gas rijden. Groen gas kost, net als aardgas, ongeveer € 0,75 per kilogram, waarmee een auto ongeveer twintig kilometer rijdt.
‘In Italië rijdt al een half miljoen auto’s met aardgastank’ Nuon Energie Special / 2010 . 45
‘We hebben onze energieleverancier een quick scan laten uitvoeren’
Patrick de Groot 46 .
manage m e nt scope
Gezamenlijke inkoop Bij familiebedrijf Bolletje hechten ze veel waarde aan traditie. Sommige recepten gaan al decennia mee. Door gezamenlijke inkoop wordt ook de bedrijfsvoering steeds duurzamer. Tekst Mark van Baal Fotografie Ton Hendriks
kerijen verbruiken bijvoorbeeld ’s nachts ook veel Een zoetige geur van anijs en granen is niet energie, waardoor het piekverbruik van overdag te missen voor bezoekers van het Bolletje-hoofdwordt afgevlakt. Energieleveranciers vinden dat kantoor in Almelo. ‘Vandaag zijn ze roggebrood prettig, want die willen zo min mogelijk onbalans aan het maken’, verklaart inkoopmanager Patrick in hun netwerk. Het geeft ons een goede uitgangsde Groot. De lucht is zelfs doorgedrongen tot in positie in prijsonderhandelingen.’ zijn kantoor. De Groot is er inmiddels wel aan gewend. Trek krijgt hij er al lang niet meer van. Stoomketel Bolletje BV is voortgekomen uit een eenvouDuurzaamheid heeft bij het energie-inkoopdige negentiende-eeuwse bakkerswinkel. Tot op beleid nog geen prioriteit, geeft De Groot toe. ‘Bij de dag van vandaag is het bedrijf in handen van Bolletje zijn we sinds kort bezig met het ontwiknakomelingen van de oprichters, hoewel zij geen kelen van een duurzaamheidsbeleid. Als dat goed bemoeienis meer hebben met de dagelijkse leistaat, gaan we daarop ons inkoopbeleid baseren. ding. De A-merkfabrikant is groot geworden door Op dit moment kopen we bijvoorbeeld nog geen beschuit, maar maakt tegenwoordig ook houdbare groene energie in.’ Toch speelt energiebesparing al broodsoorten, biscuits, tussendoortjes, (baby) wel een rol bij de aanschaf van nieuwe machines. koekjes, zoutjes, kruidnoten en broodbeleg. JaarZoals de recente aankoop van een nieuwe stoomlijks produceert het bedrijf ongeveer 250 miljoen ketel, een investering van enkele tonnen. De ‘consumenteneenheden’. 30 procent van die Groot: ‘De ketel is van groot belang bij ons productie is bestemd voor het buitenland. productieproces van roggebrood. RoggeEen klein deel daarvan gaat naar ‘heimInkoop brood moet je conserveren, anders is het weelanden’ als Australië, Nieuw-Zeeland tip 04 en Canada, waar Nederlandse immibinnen een week bedorven. Wij hebben granten snakken naar Bolletje. daarvoor een speciaal procedé bedacht, waar geen conserveringsmiddelen aan te Inkoopcombinatie pas komen. De oude stoomketel was bijna De productie van Bolletje is verspreid over vesantiek en niet erg energiezuinig. Dankzij deze tigingen in Amsterdam, Heerde en Almelo, waarnieuwe ketel hebben we een aanzienlijke reductie van die laatste met 350 medewerkers de grootste in energieverbruik gerealiseerd. Bij iedere mais. In totaal verbruikt Bolletje op jaarbasis ruim chine die vervangen moet worden spelen dit soort overwegingen een rol.’ 10 miljoen kilowatt elektriciteit en 4,6 miljoen Niet alle besparingen vragen om grote investekubieke meter gas, vertelt De Groot. Sinds 2002 ringen, vertelt De Groot. ‘We hebben door onze is Bolletje aangesloten bij de inkoopcombinatie energieleverancier een quick scan laten doen van Columbus, een coöperatieve vereniging van vijfons productieproces. Zo kwamen we er achter dat tien bedrijven uit de voedingsmiddelenindustrie, er onnodig veel perslucht weglekt.’ waaronder bekende merken als Johma, Hak, Hero Stap voor stap wordt de bedrijfsvoering van en sinds kort Bavaria. Ook gas en energie worden via Columbus ingekocht. Dat heeft grote voordeBolletje steeds duurzamer, verwacht De Groot. len, legt De Groot uit: ‘Door de inkoopprofielen ‘We blijven zoeken naar duurzame alternatievan onze leden op elkaar te leggen worden we inven en groene oplossingen. Ik vind dat wij als Ateressanter voor gas- en elektriciteitsleveranciers. merk een maatschappelijke verantwoordelijkheid Gezamenlijk hebben wij een heel constante enerhebben. Consumenten verwachten het van ons. giebehoefte, zonder grote fluctuaties. Onze bakDuurzaamheid en kwaliteit horen bij elkaar.’ Nuon Energie Special / 2010 . 47
case 03
Tekst Rob Hartgers Fotografie Erik Franssen
Groeien, bloeien en besparen Een groene business was het veilen van bloemen en planten altijd al. Dankzij een nieuw bedrijfspand is de tuinbouwveiling nu ook duurzaam.
H
et hagelnieuwe veilingcomplex van Plantion domineert het uitzicht vanaf de A12 en de A30 tussen Veenendaal en Ede. In de wereld van de bloemen- en plantenhandel gebeurt alles op een reuzenschaal. Het veilinggebouw, dat op 1 maart in gebruik werd genomen, beslaat 70.000 vierkante meter, met een totale perceeloppervlakte van 146.000 vierkante meter. Het energieverbruik is navenant. Vanwege de bloemen en planten moet het complex dag en nacht geconditioneerd worden. Dat gebeurt onder meer met 50.000 vierkante meter vloerverwarming en diverse koelzones. Als directeur operations Peter Bakker aan het begin van de middag een rondleiding geeft, oogt de veilinghal uitgestorven. ‘Je moet om zes uur ’s ochtends komen’, zegt Bakker. ‘Dan is het spitsuur.’ Iedere ochtend voltrekt zich hier een indrukwekkende logistieke operatie. Honderdduizenden bloemen en planten, meestal de avond daarvoor aangevoerd, verschijnen dan ‘voor de klok’. Handelaren keuren de koopwaar en beslissen in een oogwenk of zij tot 48 .
manage m e nt scope
koop overgaan. De aangekochte waar wordt in de naastgelegen hal klaargezet voor transport. Tegen lunchtijd ligt een deel van de producten al in de winkel. Schaalvergroting
Plantion is ontstaan uit een fusie van de coöperaties Veiling Vleuten en Bloemenveiling Oost Nederland, begin 2008. ‘In de tuinbouwsector is schaalvergroting aan de orde van de dag’, legt Bakker uit. ‘We merkten dat we te klein werden ten opzichte van onze ketenpartijen. Tegelijkertijd werd duidelijk dat Veiling Vleuten moest vertrekken uit Leidsche Rijn, vanwege geplande woningbouw. Het lag voor de hand om samen verder te gaan op een nieuwe locatie. We konden kiezen tussen Tiel en Ede. Op basis van de geografische ligging hebben we voor Ede gekozen.’ Plantion zoekt met deze locatie zijn klanten op: ‘Traditioneel stond een veiling in een productiegebied. Door schaalvergroting en een wereldwijde spreiding van productiegebieden is dat minder belangrijk geworden. We krijgen vanuit heel de wereld bloemen en planten aan-
geleverd en showen die voor de klok. Alles wordt hier geveild en gedistribueerd. Onze afnemers bevinden zich voor het overgrote deel in een straal van honderd kilometer rondom deze veiling. Dat kunnen detaillisten zijn, tuincentra, commissionairs of een groothandel die aan tweehonderd supermarkten levert. Een exportveiling bedient grotere spelers met grotere volumes. Wij krijgen collectieve, gebundelde stromen producten binnen die vanaf hier fijnmazig verder gaan naar de eindklant.’ Een aparte categorie vormen de producten waarvoor Plantion alleen bemiddelt. Die gaan in de meeste gevallen rechtstreeks van kweker naar eindklant. Plantion brengt in zo’n geval vraag en aanbod bij elkaar en zorgt voor de kwaliteitsbewaking, de logistieke verwerking, en de financiële afrekening. Het product blijft van de kweker totdat het wordt afgeleverd bij de handelaar, waarna Plantion zijn provisie ontvangt. Fossiele brandstoffen
De nieuwbouw van Plantion is niet alleen efficiënter ingedeeld dan de ge-
Peter Bakker
‘Iedere natuurramp of gasruzie tussen Rusland en de Oekraïne voelen wij in de portemonnee.’ combineerde oppervlakte van de oude gebouwen van de fusiepartners, het pand is ook stukken groener. Met hulp van ingenieursbureau Ebatech – onderdeel van Nuon – is een duurzame veilinghal gerealiseerd. Dankzij een warmte- en koudeopslagsysteem en andere duurzame, bouwtechnische technieken, wordt zo’n 853 ton CO2 per jaar bespaard, een besparing van 31 procent ten opzichte van conventionele systemen. De keuze voor duurzaam bouwen lag voor de hand, vertelt Bakker: ‘De tuinbouwsector is sterk afhankelijk van fossiele brandstoffen. Dat is een risico, zeker gezien de grote prijsschommelingen van de laatste jaren. Op de lange termijn is het zelfs een bedreiging voor ons voortbestaan. We hebben daarom gekozen voor een gebouw met zo laag mogelijke exploitatiekosten. Dat was vanaf dag één de ontwerpeis.’ De Nederlandse tuinbouwsector moet duurzamer worden om te kunnen over-
leven, denkt Bakker: ‘De marges zijn minimaal en worden in de gehele keten steeds dunner. Dat heeft er in geresulteerd dat delen van de productie naar het buitenland zijn verplaatst. De rozenproductie vindt al voor 90 procent plaats in het buitenland. Als je een roos goed wilt laten groeien, heb je voldoende warmte nodig. Met de huidige gasprijzen is dat financieel niet rond te krijgen. Als veiling zouden we het op de oude werkwijze nog makkelijk een jaar of vijf kunnen uithouden, maar we zouden onszelf kwetsbaar maken voor schommelingen op de energiemarkt. Iedere natuurramp en iedere gasruzie tussen Rusland en de Oekraïne voelen wij in de portemonnee.’ Geen loze groene praatjes
De nieuwe huisvesting is een langetermijninvestering. Bakker verwacht dat Plantion met dit gebouw zeker twintig tot dertig jaar vooruit kan. ‘Dat zijn geen loze groene praatjes. We hebben in onze
bouwplannen de lat hoog gelegd. Zo heeft dit pand een isolatieschil met waarde 4, terwijl 2,5 verplicht is volgens het Ontwerpbesluit van Bouw- en Woningtoezicht. Het dak is zo gebouwd dat er wel noorderlicht binnenkomt, maar geen zonlicht, wat de temperatuurbeheersing ten goede komt. De hellingshoek van de daken is voorbereid op zonnepanelen. Zonnepanelen zijn voor ons nu nog te duur, mede omdat we niet zijn toegelaten tot de subsidieregelingen. Het staat wel op ons verlanglijstje. We merken dat zonnepanelen goedkoper worden en elektriciteit steeds duurder. Het wachten is op het kantelpunt. Verder vangen we regenwater op, dat we gebruiken ter irrigatie van onze verkooplocatie voor boomkwekerijproducten.’ De grootste besparing wordt behaald met de aansluiting van het complex op het collectieve warmte- en koudeopslagsysteem van het omliggende bedrijventerrein. Voor de warmteopwekking Nuon Energie Special / 2010 . 49
case
‘In het verleden draaide je aan een knop, nu is het minder eenvoudig’
is gekozen voor een systeem bestaande uit warmtepompen voor de basislast en HR-ketels om de piekbelasting op te kunnen vangen. Omdat een constante temperatuur belangrijk is voor bloemen en planten, is door het hele pand vloerverwarming aangelegd. De koelcellen en koelmachine in het complex blijven op temperatuur dankzij het koelwater, dat afkomstig is van de andere bedrijven die zijn aangesloten op de collectieve warmte- en koudeopslag. Dit water wordt eventueel nagekoeld door de koude bron van het bodemopslagsysteem van Plantion. Bakker is tevreden over de werking van het systeem, maar het is wel even wennen: ‘We zijn nu drie maanden aan de gang. Er lopen hier nog veel adviseurs rond die ons helpen met de afregeling. We hebben voor de komende jaren een onderhoudscontract afgesloten met de leverancier. Onze eigen technische dienst loopt mee om zo ervaring op te doen met het systeem. Het is een leercurve. In het verleden draaide je aan een knop en dan ging de temperatuur omhoog of omlaag. Dat is nu min50 .
manage m e nt scope
der eenvoudig. De kunst is juist om zo min mogelijk aan knoppen te draaien. Als het eenmaal goed loopt, regelt het zichzelf. We hebben al wel gemerkt dat de stabiele lucht van de vloerverwarming een onbedoeld positief bijeffect heeft; we creëren met een lagere temperatuur hetzelfde klimaatgevoel. Daar waar we op de oude locaties een minimumtemperatuur van 13 of 14 graden aanhielden, werken we hier met een minimumtemperatuur van 11 graden, met hetzelfde effect op onze medewerkers en klanten. In het begin bleek dat de bloemen en planten te warm stonden; ze begonnen ’s nachts zelfs te groeien.’ Gewaagd
Ebatech becijferde dat de duurzame investeringen binnen tien jaar zijn terugverdiend. Een subsidie uit het Europese potje voor duurzame transities (de Unieke Kansen Regeling) trok Plantion – en de leden van de coöperatie – over de streep. Het is een gewaagde investering in tijden van crisis, maar Bakker ziet de toekomst met vertrouwen tegemoet: ‘Natuurlijk hangt de kredietcrisis
ook boven ons hoofd. De export naar Rusland en Engeland is flink ingezakt. Dat zijn markten waar wij als regioveiling niet direct mee te maken hebben, maar onze collega’s wel. De productie waar zij mee blijven zitten, gaat naar de bestaande markten. Dat drukt de prijs. Vooral in 2009 ondervonden we veel hinder van overproductie en afname van de vraag. De consument is nog steeds gecharmeerd van een bloemetje, maar in de zakelijke markt is de vraag afgenomen. Het bloemetje op het bureau van de secretaresse is afgeroomd.’ Bakker is niet bang dat de prijsdruk de concurrentieverhoudingen tussen de Nederlandse veilingen op scherp zet: ‘We hebben allemaal hetzelfde einddoel, namelijk voor kwekers een optimale prijs creëren. Dat lukt ons redelijk. In de melk- en groente- en fruitsector ligt de verhouding in opbrengst tussen de primaire sector en de handel veel schever dan in onze sector.’ Ondanks de weerbarstige economische tijden, hoopt Bakker op snelle groei. De nieuwe behuizing is er op ingericht. ‘We rekenen op twee tot drie keer zoveel volume. In ons fusieplan gaan we uit van 2 tot 3 procent volumestijging de komende jaren, maar ik merk dat een nieuwe locatie nieuwe klanten trekt, dus ik denk dat het sneller kan gaan. Ik denk aan een periode van tien jaar.’ Al dagdromend oppert Bakker zelfs de mogelijkheid van een tweede veiling op een later moment van de dag. Logistiek is dat prima te realiseren, maar in het conservatieve wereldje van de bloemen en planten geldt het als een wild idee. ‘Wij zijn heel ambitieus. We willen dé regionale veiling van Nederland zijn.’
Besparen is de makkelijkste manier van geld verdienen.
Maar hoe doet u dat?
Nuon helpt. In 3 stappen. 2. Advies over energiebesparing Onze energieadviseur neemt samen met u alle besparingsmogelijkheden door. In één gesprek weet u precies hoeveel u kunt besparen op uw energierekening. Het advies is altijd exact afgestemd op uw specifieke bedrijfssituatie. Ook kan onze adviseur de uitvoering van het energiebesparingsplan begeleiden.
3. Besparen door subsidies De kans is groot dat u kunt profiteren van
1. Scherpe energieprijzen
subsidies op het gebied van energiebesparing.
Nuon biedt u scherpe energieprijzen.
Veel MKB’ers weten dit niet of maken er geen
Daarnaast geven we u als ondernemer
gebruik van. Nuon maakt inzichtelijk welke
graag advies over welk contract uw
energie- en milieusubsidies voor u interessant
bedrijf het meeste voordeel oplevert.
zijn. En hoe u deze kunt aanvragen.
Meer weten? Kijk op www.nuon.nl/mkb.
Duurzaam wonen
Oplossingen voor de professionele woningmarkt. Als professionele woningbeheerder of gemeente heeft u de taak om de CO2-uitstoot en de energielasten van uw woningbestand te verlagen. En om het wooncomfort te verhogen. Nuon heeft speciaal voor de professionele woningmarkt een doelgericht pakket diensten en producten. Hiermee helpt Nuon met het bereiken van uw besparings- en CO2-doelstellingen.
Nuon helpt. Bewoners en energie.
Energiecontracten op maat.
Ruime keuze aan bespaar-
Altijd een energiecontract op maat
producten voor bewoners
met een helder overzicht van uw
om hun energieverbruik
aansluitingen en de mogelijkheid
omlaag te brengen.
van digitale facturatie. Step2Save.
Nuon WoonOptimaal.
Bewonersadvies en een bespaarbox
Totaaloplossingen voor energie-
voor een lagere energierekening.
zuinig, comfortabel en gezond wonen.
Nuon leidt hiervoor werkloze jongeren
Van advies tot en met uitvoering.
op tot energieadviseur.
Meer weten? Kijk op www.nuon.nl/professionelewoningmarkt of bel 020 880 19 77.