MIJN BEROEP Ga ik mijn ouders ophalen. In de stok ouwe trouwe Lancia van pa. Wat een genot, dat leer, dat hout, die motor. Geweldig elke keer weer. ‘Je mag hem lenen, maar kan je ons dan zaterdagavond in Breukelen komen ophalen?’ ‘Natuurlijk pa.’ Rijd ik dus op een droge koude, min drie graden, decemberavond van Amsterdam naar Breukelen, pa en ma ophalen van een chique partij ergens aan de Vecht. Helemaal niet slecht staat daar aan de Vecht het optrekje dat ma’s baas, de uitgever, heeft verdiend aan zijn schrijvers en tekenaars. Ma vindt het interessant om daar bij te horen, ma houdt van chique, echt of onecht. Ma houdt van uitdossen. Pa vindt het allang goed, pa hobbelt wel mee aan de zwierige arm van zijn levenslustige vrouw. Prima stel ouders, hij charmant zij elegant, niets mis mee. Bedenk ik hoe het vroeger was. Hoe ik vroeger ben begonnen als heel klein loopjongetje in de kapsalon van pa. Geld verdienen met haren aanvegen en cappuccino’s rondbrengen, in het weekend en tijdens de vakantie. Klein jochie tussen al die dames in geuren en kleuren, vooral geuren. En toen, hoe oud was ik helemaal, twaalf? dertien? achter de wasbak. Dat was wat als zo’n dame dan haar haar achterover liet glijden in de bak en ik de neksteun op de goede hoogte moest stellen. “Ligt u zo prettig mevrouw?” en dan zo’n haardos spoelen in lauw water en wassen met fijn geurende shampoo en de hoofdhuid masseren met precies de juiste druk en in het goede tempo. En nog weer later het knippen en kappen zelf, onder leiding van pa. Op mijn zeventiende kon ik alles. En ik vond het fijn en ik vind het nog fijn, de dames een beetje verwennen in papa’s salon. Het was daar gezellig. Er stond altijd vrolijke Italiaanse muziek op, we zongen vaak mee. Naast pa werkten er nog twee of drie jonge kapsters, afhankelijk van de drukte. Het was er een fijn soort reuring van komen en gaan. De dames kwebbelden en namen de laatste roddels door. Voor wie even niet mee wilde praten had pa de leesmap van de laatste week en niet zo’n verjaarde van het seizoen daarvoor. Nee, want de roddels moesten wel up to date zijn. En als de dames dan gekapt waren, liepen ze weer vol zelfvertrouwen de zaak uit en dat gaf iedereen een blij gevoel. Bedenk ik hoe het nu is. Wat een verschil. Nog steeds veel dames, dat wel, en nog steeds streef ik er naar dat de dames zich kunnen ontspannen. Maar nu stel ik de beensteunen op de juiste hoogte en is de sfeer vaak geladen en vol angst en beven. Nu ben ik gynaecoloog en nog altijd jong en veelbelovend volgens Arend, mijn professor en hoofd van de opleiding. Nu heb ik al vijf jaar de dagelijkse leiding over onze afdeling. En nu vraag ik me geregeld af of ik dit wel wil. Of ik dit kutberoep wel wil, om het maar eens even plat te zeggen. Heel plat, want we gebruiken de worden kut en vagina niet, ook niet onder elkaar. ‘Geen kut en geen vagina. Wij noemen hier het vrouwelijk geslachtsdeel pika’ heeft Arend beslist. ‘Pika is het IJslandse woord voor vagina, dat komt dus op hetzelfde neer, maar het praat een stuk makkelijker.’ Het grote verschil met de kapsalon van pa is dat ik hier niet vrolijk word. De dames zijn hetzelfde, maar ze doen anders, praten anders, zeuren anders dan in 1
een kapsalon. Elke keer als ik een dagje bij kan springen in de salon, voor de Kerstdagen bijvoorbeeld, vind ik dat een feest. Als er toch geknipt en geschoren moet worden, dan liever daar. Terwijl er daar toch ook lang en hard gewerkt wordt. Ja maar, bekijk je het niet veel te romantisch? werp ik mezelf dan weer tegen. Werk is toch werk en zo’n kapsalon heeft na vijf jaar continu ook zijn glans wel verloren, misschien. Neem ik niemand iets kwalijk. Ma niet, van wie ik zo nodig moest studeren en die me met de beste bedoelingen het artsen vak heeft ingepraat. Afkomstig uit een artsengezin heeft ze haar ambities op mij geprojecteerd. Zelf kon ze alleen maar heel goed tekenen. Bovendien zijn haar eerste twee kinderen, mijn veel oudere broer en zus, niet gaan studeren. En ik kon goed leren. Net achttien kwam ik van het gymnasium. Ma zat er bovenop. ‘Jij gaat studeren hoor, je hebt de hersens ervoor.’ Pa neem ik ook niets kwalijk. Pa vond het best, pa vond alles best. “Misschien is vrouwenarts dan een goed idee omdat je het goed doet in de salon. Je kan goed met vrouwen.” Dat was de inbreng van pa. Mijn veel oudere broertje en zusje neem ik ook niets kwalijk, bijvoorbeeld dat ze niet zijn gaan studeren. Mijzelf neem ik ook niets kwalijk, dat ik iedereen een plezier wilde doen en ook nog dacht dat ik die studie en de specialisatie interessant vond. Wist ik veel. Het is allemaal zo begrijpelijk, achteraf. Had ik voor kapper gekozen dan had ik er nu misschien de pest in dat ik geen gynaecoloog was geworden. Ma in ieder geval, dat is wel zeker. Heb ik mijn bestemming bereikt. Nu even de tomtom aan want ik kom in de buurt, ver kan het niet meer zijn. Mooi genoeg de omgeving hier. Door de sneeuw en de maanverlichte witte bomen heeft het iets sprookjesachtigs. “Aan het einde van de weg rechtsaf”. Op sommige plaatsen in het land is het buitenijs al goedgekeurd. Dit weekend ga ik een toertocht schaatsen. “ Na driehonderd meter heeft u uw bestemming bereikt aan de rechterkant”. Parkeer ik de Lancia naast het buiten in een weiland dat afgezet is met linten en bomvol staat met dure auto’s. Het vriest dat het kraakt en het is stralend helder. De sikkelvormige maan schijnt op de bijna dichtgevroren Vecht. Haa..wat mooi. Uit het statige Vecht-pand met grote aangebouwde tent klinkt muziek. Ik loop het weiland af en volg de fakkels en vuurkorven langs de oprijlaan naar het monumentale pand. Het feest is nog in volle gang en de muziek en het gepraat en gelach worden duidelijker. Het lijkt wel of er een band speelt, daar wordt het niet minder van. Buiten staat een aantal mensen te roken met rode neuzen van de kou en de drank. Blij dat ik niet rook. Stort ik me in het gewoel. Maak je borst maar nat daar gaan we, denk ik dan. Ma mag er van genieten voor mij hoeft het niet. Ik drink niet en dat is een handicap bij dit soort gelegenheden, je valt al gauw buiten de boot of je bent alleen goed als chauffeur. Binnen is het warm en dat moet ook, want hier is het een komen en gaan van avondjaponnen met dunne bandjes, blote schouders, blote ruggen, diepe decolletés, grote splitten met welgevormde hooggehakte lange benen en korte cocktailjurkjes. Veel duidelijk welgestelde dames met dure colliers, gelifte nekken en opgestoken kapsels. Altijd leuk om te kijken wat de kappers ervan gemaakt hebben. De gemiddelde leeftijd ligt boven de veertig maar er 2
loopt van alles rond. Wat zijn vrouwen toch veel leuker om naar te kijken dan mannen. Vooral Nederlandse mannen. Ook nu weer veel lelijke mannen, grof en kleurloos. Ben ik nooit ongelukkig geweest met mijn vijftig procent Italiaans. De heren zijn wel allemaal in smoking of rok. Daar steek ik wat eenvoudig bij af in mijn donkere pak zonder das. Eerst pa en ma maar eens zoeken. Pa zal wel ergens in een salon zitten tussen het grijze volk met sigaren. De kans dat ik hier verder bekenden tegenkom is klein. Waarschijnlijk veel belangrijke mensen uit allerlei belangrijke sectoren van de samenleving. Arend, mijn gynaecologische professor en baas zou hier helemaal op zijn plaats zijn. Het is zien en gezien worden. Veel handjes schudden en kaartjes wisselen. Even een korte klik en dan weer verder, zoveel mogelijk contacten leggen. Journalisten, televisiepresentatoren, politici, schrijvers, uitgevers en notabelen lopen hier in het wild rond. Ma voelt zich hier helemaal thuis. Daar zit pa, precies zoals ik al dacht. Zonder sigaren, dat wel. ‘Ahhh..Mario! ‘ ‘Zo ben je ma al kwijt aan een belangrijke rijke?’ ‘O ja, direkt met John vertrokken en niet meer teruggezien. ‘Gun haar de tijd en ga nog even wat drinken, dan vertrekken we over een uurtje, ok?’ ‘Ja hoor pa, ik ga wel even wat drinken.’ Word ik vlak daarna verliefd. Verlaat ik de salon, loop ik naar een bar in een andere zaal. Vraag ik een tonic met citroen. Sta ik ineens naast een prachtige bos haar, werkelijk een prachtige goudbruine krullenbos en helemaal echt, geen spatje verf te bekennen. Ze staat met haar rug naar me toe en draagt een rood getailleerd jasje boven een zwarte satijnen rok met hoge rode pumps in zwarte nylons met glitter. Zeer feestelijk. Ze bestudeert haar mobiel en kijkt dan naar mij. Ik knik en grijns. Zij knikt en grijnst. Ik steek mijn hand uit. Zij steekt haar hand uit en neemt mij enigszins verbaasd op. - Mario. - Marina. Dat klikt. - En u bent? Leuke, vriendelijke stem. - Zeg maar jij hoor, ik ben maar een chauffeur. - Wat interessant en chauffeur van wie, als ik vragen mag. - Van mijn vader en mijn moeder en wie verder mee wil rijden. - Aha, de kinderen halen de ouders op tegenwoordig? - Zo is dat. Ze is niet alleen heel mooi, ze is ook helemaal niet achterlijk. - En u? - Zeg maar jij hoor, ik ben maar een schrijfster. - O, sorry dat ik u niet heb herkend. - Geeft helemaal niet. Kan je dansen? Ik zou wel even willen dansen. - Zolang het maar geen deejay is lijkt me dat een heel goed idee. Jezus wat is ze mooi. - Wat dacht u nou van John? Een deejay? Echt niet hoor. Loopt ze voorop naar een andere ruimte met inderdaad een band, veel swingende blazers op een klein podiumpje. Mexicaanse stijl. Dansen we. - Marina, mooie naam, past bij je en wat heb je prachtig haar. - Dank je. - Goeie muziek. 3
- Ja lekker. Schieten we allebei in de lach, nergens om. - Dat maak ik niet vaak mee: een man die kan dansen. - Dan ga je met verkeerde types om. - Klopt helemaal. Heb ik goddank mijn soepele schoenen aan en niet die mooie waar ik geen poot op kan verzetten. Tjonge, wat is ze leuk. Haar gezicht is lief en grappig tegelijk. Sprankelende blauwe ogen met lichtjes erin. Straal ogen daar hou ik zo van. Kuiltjes in de wangen, mooi gevormde donkere wenkbrauwen en een mond om te zoenen. En dan ook nog dat haar, dat haar, dat haar, dat haar zo bijzonder maakt. - Wat is er te zien? - Heel veel moois en dat bijzondere haar. Ik heb er verstand van. - Want? - Kapper. - Ben je kapper? - Ook. - Ja en chauffeur natuurlijk. - Precies. De band zet een langzaam nummer in. Staat ze stil en kijkt ze me een beetje verlegen aan.. - Zullen we? - Ok. Leg ik mijn hand op haar rug. Legt zij haar hand op mijn schouder. Druk ik haar heel licht tegen mij aan. Ruik ik haar heerlijk geurende haar en herken de shampoo. - Hmmm, Yves Rocher? - Ja, klopt.. - Legt ze haar hoofd tegen mijn schouder en bewegen we zacht op de langzame muziek. Voelt het heel apart. Stopt de muziek, schrik ik wakker en kijken we elkaar, hand in hand, stil aan. Dames en heren, de band heeft een pauze van een half uur. In de serre zal uw gastheer, de heer John Graumans, een toast uitbrengen en het woord tot u richten. - O god, sorry, ik moet aan het werk. - Zoekt ze in haar tas en zet een bril op. - Alleen met lezen hoor, verder zie ik best. Zit m’n haar goed? - En met schrijven, hoop ik, je haar zit goed. Even later John Graumans. Dames en Heren, ik wil graag een toast uitbrengen op de Uitgeverij en alle medewerkers die dankzij de samenwerking met…….zo succesvol geworden zijn. En ik wil u graag voorstellen aan de nieuwste loot van ons fonds… de vrouw die uw aller harten zal stelen, niet alleen door haar prachtige debuutroman, De Verloren Dochter, maar ook door haar even opvallende verschijning. Helemaal uit Zweden….. speciaal ingevlogen, fijn dat zij hier kan zijn. Dames en heren, mag ik een hartelijk applaus voor... Marina Jansen! - Daar ga ik. Ik moet naar voren, even mijn plicht doen. Niet verdwijnen hoor. En weg is ze. Blijf ik natuurlijk kijken en luisteren. Ik ben verliefd, ik wil met haar trouwen. - Dank u wel! Ik ben erg blij met het succes van mijn eerste roman, De Verloren Dochter, en verheug me op de komende week in Nederland waar mijn boek gepresenteerd wordt. Ik ben John zeer dankbaar voor de promotie van mijn 4
boek en u uiteraard mijn lezers en lezeressen zonder wie ik geen schrijfster zou zijn. Dank u, dank u, dank u.’ Applaus. - Mario! - Ahhh mama.. - Jongen, wat zie je er goed uit. Kom hier, geef je moeder een knuffel. Drukt ze me bijna plat. Ze heeft wel iets gedronken dat is duidelijk. Mama is een charmante tamelijk grote vrouw, groter dan papa. Zoals te verwachten is ze elegant en smaakvol gekleed, daar zorgt pa’s vriendje-couturier wel voor. Ze is artistiek en levendig. Praat veel. Dat vindt pa ook. Maar hij is dat gewend en vindt het wel amusant. - Kom je ons nu al halen jongen? - Het is bijna twaalf uur mama, het wordt jullie bedtijd. - Geef je moeder dan maar een arm dan gaan we je vader opzoeken. - Ga maar vast vooruit, ik kom er aan. Ik mag nog even niet weglopen. Ze kijkt verbaasd en onderzoekend tegelijk. -O, is er.....goed, ik ga je vader opzoeken. En weg is ze. En ik zweer je dat ze Marina in de gaten had die alweer mijn kant opkomt. - Deed ik het goed? - Moet je mij niet vragen, ik ben bevooroordeeld. - Ach het is gewoon werken, moet je maar denken. - Doe ik. - Gaan we dan zo weer dansen? - Nee, sorry, deze chauffeur moet aan het werk. Ik moet mijn ouders naar Amsterdam brengen in een hele grote oude auto waar nog best iemand bij kan, als die iemand mee zou willen. Wat is hierop uw antwoord Marina Jansen? - Ja ik wil. - Kom mee dan. Wij achter mama aan. Staat ze al in de salon met pa. - Ik wil jullie graag voorstellen aan Marina Jansen en of ze met ons mee mag en als het niet mag gaat ze toch. - Maar we kennen haar toch al? - Marina, dit zijn mijn ouders, Anja en Gino Manni. - Aangenaam. - Pa kust haar hand. - Natuurlijk ga je met ons mee kindje, op naar de garderobe. Ma geeft Marina een arm en ze lopen naar de garderobe. - Vertel eens over je roman. Ga ik verliefd op weg, terug naar Amsterdam. De Lancia moet eerst gekrabd worden. Pa en ma (gaan vast in de auto zitten. Marina krabt mee. - Ik ben dit wel gewend hoor. In Zweden is het nog wel een paar graden kouder. - Wat doe je in Zweden, zit je daar om te schrijven? - Zat, ik was daar getrouwd, maar nu ben ik niet meer getrouwd en kom ik weer terug naar Nederland. - Getrouwd met een Zweed? - Ja dat zijn de meeste vrouwen daar. - Ok. 5
Ma heeft Pa voorin gezet om de achterbank met Marina te hebben. Laat dat maar aan ma over. Tijdens de autorit hoort ze Marina uit over haar werk. De dames kunnen het goed met elkaar vinden. Kijk ik steeds in mijn spiegel om haar te zien. - Altijd veel in je spiegel kijken, dat is goed,’ zegt pa ineens. En dan hebben we onze bestemming bereikt aan onze linkerkant en stappen we uit. Iedereen kust iedereen. Van ma krijg ik een extra stevige omhelzing en van pa een knipoog. Marina komt voorin zitten. - Dank voor het rijden zoon en zorg dat deze beeldschone dame veilig thuis komt. En daarna mijn auto ook alsjeblieft veilig in mijn garage en haal dat mormel van je eruit. -Ja pa, bedankt pa, ciao! - Zo.. - Zo.. - Waar breng ik jou nu heen? - Ik logeer in Americain. - Ahh, de uitgever betaalt? - Echte toppers mogen in het Amstel volgens mij. Maar dit is luxe genoeg wat mij betreft. Maarre, wat doe jij eigenlijk? - Ik breng je naar je hotel. - Nee, ik bedoel wat voor werk? - Ohh,ik ben arts. - Arts, zozo. - Tja, je moet toch wat. - Nou ja, toch mooi? - Ja hoor, het gaat best. - Mooi he die vorst. - Als je kan schaatsen, gaan we morgen schaatsen bij Kortenhoef. - Ik heb geen schaatsen bij me. - Dan huren we die. Het wordt een prachtige dag. - Nou, ehh, ja hartstikke leuk, maar morgenavond moet ik naar ‘ Met het oog op morgen’ en daar moet ik wel heel aankomen. - Goed dan gaan we vroeg weg, ik haal je morgenochtend op om tien uur. Is dat ok? - Geef me je 06 dan sms ik je nog even. - Ziezo, we zijn er. Zet ik de Lancia voor Americain. - Tja, we zijn er. Het was een fijne avond. Geef ik haar mijn 06. - Heel fijn. Mag ik je kussen? - Heel graag. Geeft ze me een kus. Geef ik haar een kus. Geeft zij mij een kus. Geef ik haar een kus en geeft zij mij een kus. Wordt er op het raampje getikt of we kunnen opschieten en doorrijden, want we staan in de weg. Stapt ze uit, zwaait ze nog even en daar gaat ze met haar mooie haren door de draaideur en draait een extra rondje. Rijd ik verliefd en zingend naar pa’s garage waar ik de Lancia omwissel voor mijn Cinque Cento en rijd dan verliefd en zingend naar mijn flat. “O ma bella mora, No no mi lasciare, no mi devi rovinare, oh no no no no no.” De volgende morgen ga ik verliefd schaatsen. Via Americain, 10 uur in de morgen. 6
Sms ik: Goedemorgen schone schrijfster, ik sta voor uw hotel met mijn extra warme terminale ondergoed aan en mijn schaatsen op de achterbank. Krijg ik terug: Haha, klinkt zeer opwindend, ik kom eraan. Draait ze even later naar buiten door de draaideur. - Hoi!, met een kus. - Hoi! stapt u in, deze Cinque Cento is geen Lancia, maar wel een goeie en lekker handig in Amsterdam. Ze kijkt me stralend aan, haar krullende haar danst om haar gezicht onder een felrode wollen muts. Ze heeft een strak sluitende spijkerbroek aan en een warme Noorse trui. - Uit Zweden dus. Waar gaan we schaatsen?” - Kortenhoef, er wordt daar een tocht verreden over plassen en kleine slootjes met hier en daar wat klunen.” - Leuk, ik heb er zin in. Kunnen we daar schaatsen huren? - Ja, ik heb al gebeld maar ik wist je maat niet. - 38. - Ok, komt goed, ze hebben nog van alles. In de auto praat ze honderduit. Over haar leven in Zweden en schaatsen in Zweden en het schrijven in Zweden dat haar gered heeft. - Gered? - Ja, geestelijk. Ik ging kapot daar van eenzaamheid. Ik moest iets creëren, een mooie wereld voor mezelf in mijn hoofd. Mijn ex was eigenlijk totaal mijn type niet. Achteraf dan he. Ik zag in het begin alleen maar die grote blonde man met zijn leuke blauwe ogen en zijn vrolijke gezicht. Nou, daar ben ik wel achter gekomen. Hij was een zuipschuit. Met een slechte dronk. Voor mij een reden om helemaal niet meer te drinken. Ben blij dat we nog geen kinderen hadden. Ik wil wel graag kinderen, jij?” - Hangt ervan af met wie. Maar voor pa en ma maakt het helemaal niet uit, die hunkeren naar een kleinkind. Mijn broer en zus hebben ook nog geen kinderen. - En jij dan, heb je nooit een leuke vrouw gehad, dat moet toch wel, zo’n mooie man?” - Ja hoor, best vriendinnen gehad, maar nu dus zonder, behalve als jij mijn vriendin wilt worden. Denk er maar eens over na. Ik werk wel veel en onregelmatig en dat is niet zo gezellig, ben ik bang. Je treft me toevallig in een korte vrije periode. Ik denk trouwens wel dat ik kinderen met jou wil. - Ik zal er over nadenken. Ze bloost. Een half uur later verlaten we de provinciale weg naar Hilversum en worden in een file naar een weiland geloodst om te parkeren. - Ha, déjà vu - lacht ze - Lekker druk zeg, er zijn meer mensen op het idee gekomen om vandaag die tocht te gaan maken. Ik pak haar hand en we lopen samen lekker over de diep bevroren grond. De zon schijnt, het is praktisch windstil en het vriest. Mooier kan je het niet krijgen. We volgen de massa, bruggetje over, naar het begin van de toertocht. - Kijk, daar kan je schaatsen huren. Wij huren een paar lage noren, maat 38. Er staat een lange rij voor de kassa, maar dat deert ons niet. - Zullen we veertig kilometer doen? - Laten we eerst maar eens kijken hoe het gaat. Ik ben Zweedse schaatsen gewend. We kopen stempelkaarten. Buiten op een bankje op het ijs doen we onze schaatsen aan. 7
Ze heeft vaker geschaatst, dat zie ik meteen. Ze gaat met heel dunne sokjes in de lage noren. Zo hoort het. Ik denk bij mezelf: Goh, de eerste keer weer op het ijs. Op buitenijs dan. Zo lang geleden, in ieder geval meer dan twee winters terug. - Voorzichtig hoor, er liggen veel strootjes. Eerst krabbelen we een beetje over smalle sloten, kris kras door de weilanden. Altijd weer een prachtig gezicht, het witte land vanaf het bevroren water. De sloten worden breder ik pak haar hand en daar gaan we, steeds makkelijker schaatsend, op naar de eerste stempelpost. Op de grote plassen is het spiegelglad zwart ijs.. weinig scheuren, daar kunnen we even voluit, achter elkaar aan. Ik laat haar voorop en volg in haar slag. Ze zit diep genoeg. Ik heb een mooi uitzicht en ben verliefd. Bij de kluunplaatsen steunen we op elkaar, zodat we de beschermers onder kunnen binden. Wat is dit genieten, zo’n gezellig en zo’n sportief avontuur samen, alles zit mee. En dan besef ik: dit is nu puur gelukkig zijn en kijk nou toch hoe weinig je daarvoor nodig hebt. Een winterlandschap, ijs en schaatsen, wat zon. En helemaal mooi als je dan verliefd bent. Ongeveer halverwege de tocht nemen we een pauze. Marina roept enthousiast: - Ha erwtensoep met worst, dat vind ik nou lekker Hollands. Snert he? - Ja, en niet vragen wat er in die worst zit, gewoon eten, het vult goed. Zitten we aan een lange houten picknicktafel op het ijs. Even de schaatsen los, pff, dat knelde behoorlijk. Allemaal vrolijke mensen met gekleurde sjaals en mutsen met pluimen en gezonde, rode wangen. Kinderen die achter stoeltjes aan krabbelen, met vallen en op staan leren ze schaatsen, zwierende echtparen met mooie halen en krullen. Helemaal Avercamp. - Lekker he, zo buiten spelen, zucht ze. - Je wordt weer even kind. Ik heb me sinds lange tijd niet zo vrolijk gevoeld, bedenk ik mij. Dankzij haar. Ze geeft me het gevoel terug dat zover weggegleden is, het gevoel dat je leeft, letterlijk tot in je tenen! Helemaal vrij en blij en ver weg van klinieken. We hebben in onze overmoed de veertig kilometer genomen. Het wordt nu wel even doorzetten. Terwijl ik het liefst nu met haar voor het haardvuur op een berenvel lekker samen heel langzaam zou willen vrijen. Met genoeg pauzes om naar haar te kunnen kijken. - De laatste stempelpost en dan zijn we er. Moe genoeg. - Wat een prestatie van ons. Ongetraind. Krijgen we een medaille?” - Natuurlijk, zonder medaille met datum gaan wij niet naar huis.” We leveren onze stempelkaarten in en krijgen onze medailles en dan kus ik haar en kust zij mij. Midden op het ijs tussen alle mensen staan wij daar te zoenen. Het is heerlijk. - Bedankt, zegt ze zacht. - Jij ook. - Kom ik breng je weg, je moet nog werken. - Ja, dat is nou jammer. - Had je maar geen gevierd schrijfster moeten worden. - Ga je luisteren naar de radio? Doe ik je de groeten. Blijf ik verliefd alleen en alleen verliefd. Gaan we zoenend uit elkaar. Het is zondagavond negen uur. We nemen afscheid bij de draaideur van Americain, nadat we snel maar heel gezellig wat gegeten hebben in een Indiaas restaurant waar ik de baas ken. 8
Zij moet vanavond nog naar het Oog op morgen. Vroeger was dat de avond van John Jansen van Galen. Dat was niet zo gek geweest. Geen idee wie er nu zit. Morgen, maandag moeten we allebei weer aan de slag. Zij op haar promotietoer met allemaal spannende mensen en ik terug naar mijn ziekenhuis. Als ik er alleen al aan denk. Gelukkig heb ik haar nu in mijn gedachten. Constant. - Wanneer zie ik je weer?” vraag ik. - O, nog veel sneller dan je lief is. Zo gauw mogelijk. We houden contact, mailend, sms-send, bellend. Maar, ik ben nu wel even helemaal bezet deze dagen. - Ik begrijp het, we houden contact. - Doen we. En weg is ze door de draaideur met een extra rondje. Maandagochtend. Onze afdeling ligt er stralend steriel bij. We beginnen met koffie en vergaderen. Patiënten doornemen, agendapunten, bestellingen van materiaal, schema’s en bijzondere gebeurtenissen. Maandag doe ik altijd mee, de rest van de week laat ik helemaal aan Joke over. Ik blijf de eindverantwoordelijke, maar zij doet dit al jaren en gaat geheel haar eigen gang. Ons team bestaat uit zes gynaecologen. Joke, onze regelaarster, heet iedereen welkom, Erica en Esmee, onze twee dynamische lesbo’s, Anneke en Pieter en mij dus. Arend, onze baas en professor, blijft baas, maar onzichtbaar en op afstand. Lichtpuntje van deze maandagochtend is de introductie van Sandra, een jonge wilde meid die net klaar is met haar specialisatie en nog niet helemaal weet hoe het hoort. “Hallo ik ben Sandra, zeg maar San, als het effe kan”. zo’n type. Moeten wij dat weer allemaal gaan intomen. Beginnen we met Sandra ‘Sandra’ te noemen. Ze heeft kort, pittig geknipt rood haar en een bleke huid met sproetjes op haar neus. Ze is klein en tenger en springerig. Ze heeft nota bene een tattoo op haar bovenarm, een hart met een grote W er doorheen. Nou ja, die kan dus bedekt. De piercing in haar oor is moeilijker. Een heel rijtje in de rand van de oorschelp. Of moet dat kunnen tegenwoordig , gepiercte artsen? Ik laat het graag aan Joke over. En ze praat een klein beetje boel plat Amsterdams. Hoor ik later van Joke dat ze gebracht is door een hele grote, ruwe bolster, zoals je ze op dart wedstrijden en sloperijen ziet. Geen idee hoe Joke dat weet, zal ze wel van de televisie hebben. Maar goed, hij heet Wesley en is uitgerust met bakkebaarden, tattoos en een grote oude BMW. - Maar het is een leuke meid, zegt Joke, - laat mij maar. Ik laat haar graag. Ook deze maandag neemt Joke kort de dag- en taakverdeling door en de patiënten. Ze herhaalt speciaal voor Sandra de drie gouden regels van onze afdeling. - Ten eerste: Het vrouwelijk geslachtsdeel heet hier' pika' en niet anders. Ten tweede: De klant is koning en heeft altijd gelijk. Ten derde: Alleen handelen als je honderd procent zeker bent van je zaak. Bij de minste aarzeling kom je naar mij toe. Als ik er niet ben, ga je naar Mario. - Begrepen- zegt Sandra. En daar gaan we dan weer in het vijfdaagse ritme van vrouwenklachten. Deze week veel controles. Uitstrijkjes, een geplande sectio op dinsdag en het overgangsspreekuur. Dat is altijd een hoop gezemel, maar ja, vrouwen krijgen het ook wel te verduren met die constante wisselingen in dat lijf en de hormonen 9
die hun hele wezen besturen. Ik zit er thuis niet mee, zij wel. En het kan niet leuk zijn om je hele hebben en houwen zo aan vreemden bloot te geven. Pontificaal in de beugels. Ik ben er aan gewend al die pika’s te zien in alle soorten en maten en te betasten als een soort ventiel, en technische mankementen te verhelpen. Voor mij is het dagelijkse kost, maar ik blijf een vreemde man en ik kan me enigszins indenken wat zo’n vrouw doormaakt. Hoe vaak heb ik mij niet plaatsvervangend geschaamd vanwege haar schaamte. Ze moet daar toch maar naar toe, naar de gynaecoloog. Om wat voor kutreden dan ook. Meestal is het niet prettig, zo’n onderzoek. Ik weet hoe ze zich voorbereiden, wassen en scheren. De meeste dames trekken een lang T-shirt aan dat dan nog enige bescherming biedt. Ik zie allerlei modellen voorbij komen. Van complete landingsbanen tot dichtbeboste oerwouden en alles er tussen in. Weerzinwekkende piercingen door clitorissen ter verhoging van de feestvreugde en ingekorte schaamlippen. Vrouwen die zich schamen voor hun uitgezakte schaamlippen en daar zo onder lijden dat ze zich laten besnijden. Vaak jonge meisjes nog, aan het begin van hun seks leven en dan al zo onzeker. Hoe strakker hoe mooier. Ik vind het een trieste ontwikkeling. Je ziet niet veel echte, natuurlijke vrouwen meer. Alles is maakbaar. Er zijn erbij die hun schaamhaar verven. Sommige vrouwen hebben mooie kleine krulletjes maar de meeste moeten zich behelpen met een raar bosje sprieten. Dat roept de kapper in mij naar boven, zou ik ze graag een leuker kapsel bezorgen. Maar nee, de vrolijkheid ontbreekt. Die vrouw moet daar toch maar vrijwillig gaan liggen met haar billen bloot op die bank en haar benen wijd in die steunen. Dat is wel een moment waar ze doorheen moet. En dan moet ze haar intieme delen laten betasten en mij met die handschoen naar binnen laten gaan, voelen, drukken en een eendenbek laten inbrengen en spreiden. Die eendenbek leg ik altijd op de verwarming, dat ie niet zo koud aanvoelt. Dat is prettiger. Ik zeg ook altijd precies wat ik ga doen. Dat ze kan zeggen, wacht even of een vraag kan stellen. Meestal leg ik dan even mijn hand op haar dij, in de hoop dat ze zich een beetje ontspant. Ik kijk haar niet aan, ik concentreer me op haar onderkant. Als ze wil kan ze meekijken in een spiegel. Voor mij is het in de eerste plaats techniek. Ik versta mijn vak. Ik word er niet warm of koud van. Voor mij is het een mechanisch en technisch gebeuren. Ik wil die vrouw van haar probleem afhelpen. Maar het blijft hoe dan ook uiterst gênant voor haar, denk ik. Behalve bij de enkeling, die het allemaal prima vindt en dat ook zegt. En behalve bij een bevalling. Dat is zo iets natuurlijks, het baren van een kind daar maakt het geen moer meer uit wie er bij staat. De oerkrachten van zo’n vrouw vind ik van een hogere orde. Het proces van de weeën die steeds sneller komen en het kind naar buiten drijven met het persen doen alle gevoelens van gene verdwijnen. Het hoofdje dat staat en met beleid wordt geboren is een geweldig moment waar ik altijd emotioneel van word. Netjes afwerken is dan mijn taak in de hoop dat de vrouw weer gauw kan fietsen en vrijen. Maar soms loopt het anders, scheurt ze helemaal uit of moet ik met een vacuüm of tang het kind eruit trekken en dat zijn barbaarse toestanden die ik mijn eigen vrouw niet zou gunnen. Marina, Marina, zou zij ooit mijn kind baren? Ik denk de hele dag aan haar. En dan breekt de pleuris uit, op donderdag om tien uur in de morgen. Tot die donderdag is de week probleemloos verlopen. Sandra draait al drie dagen zelfstandig en doet dat, onder Jokes directe controle, naar Jokes tevredenheid. Geen tattoo meer te zien ook. 10
Bij de werk verdeling op donderdagochtend komt Joke met een extra spoedgeval. Het gaat alleen om het verwijderen van een spiraaltje en nu Sandra zo goed mee draait kan dat wel even, straks direct bij het begin, zegt Joke. Anders wordt het januari. Tot zover niets aan de hand. Maar dan krijgt Sandra een probleem met die patiënt. Het lukt haar niet dat spiraaltje te verwijderen. Ze laat haar assistent bij de patiënt en gaat op zoek naar Joke. Maar Joke kan moeilijk weg bij haar patiënt en zegt ‘vraag Mario maar even.’ Zegt Sandra nog: -Ja maar moet je horen, die vrouw wil perse een vrouw aan haar doos, sorry pika. Zegt Joke dat die dame dan maar even haar ogen moet dichtdoen. Dit is een geval van overmacht zegt Joke en ze mag blij zijn dat ze nog zo snel geholpen kan worden. - Ga nou maar vlug naar Mario en vraag hem om hulp. Komt Sandra op mijn kamer met een rood hoofd. Lichtelijk in paniek. Zegt ze: -Mario, kun jij me helpen met een patiënt, het lukt me niet. - Wat lukt je niet? - Ik krijg het spiraal er niet uit. - Ok, ik loop wel even mee.” - Ja maar..” - Wat ja maar?” - Ja maar die mevrouw wil alleen door een vrouwelijke arts geholpen worden.” - Nou dan moet je Joke hebben." - Ja maar Joke kan niet, die zegt dat dit overmacht is. - Ok goed ik kom direct. - Dan ga ik vast even naar haar toe om te zeggen dat er iemand aankomt en dat ze maar even moet gaan ontspannen met haar ogen dicht en dan zet ik zo’n New Age-cd op met dat kalmerende water. - Goedzo Sandra. Ik kom zo bij je.” Loop ik even later nietsvermoedend de behandelkamer binnen. Zie ik een fraaie pika onder een hele mooie bos krullen. Een prachtige bos krullen . Krijg ik de schrik van mijn leven! Daar ligt Marina. Jezus, wie heeft dit bedacht? Wat moet ik doen? Marina ligt daar met gesloten ogen en een koptelefoon op en Sandra zit aan haar hoofdeinde. Sandra praat en stelt Marina gerust. En ik, wat kan ik anders, ik doe wat ik normaal gesproken ook zou doen. Handschoenen aan, voorzichtig de lippen spreiden en dan langzaam en extra zacht bij haar naar binnen. Met tederheid ja, maar ik ga altijd naar binnen met tederheid. Techniek met tederheid daar gaat het om. Ik zoek de draadjes van het spiraal. Ze zijn inderdaad zo klein dat ik ze nauwelijks kan pakken. Welke amateur heeft dit ingebracht. Gelukkig lukt het met een pincet. Ik verwijder het spiraal. Ik streel haar bovenbeen even om haar gerust te stellen, zoals ik altijd doe. Ik geef Sandra een duim omhoog dat het gelukt en klaar is en denk er rustig tussen uit te kunnen piepen, maar dan roept Sandra enthousiast:Zo je bent weer vrij hoor en ziet je nou wel, helemaal niet erg hoor door een man. Wees maar blij dat …… Verder komt ze niet. Marina is onverwacht snel overeind gekomen en staart me, een beetje duizelig, recht aan. 11
Ze schrikt en gilt het uit, haar ogen wijd opengesperd van ontzetting. Of ze een spook ziet. “WWAAAAATTTTT!!!!! JIJ????!!” Daar stond ik en probeerde iets te zeggen. Maar ze klapt haar benen dicht en krimpt in elkaar van ellende en schaamte en begint vreselijk hard te huilen. Het is zo hartstochtelijk, het gaat me door merg en been. - Marina, ik.." stamel ik. Ik wil het uitleggen en haar troosten maar ze schreeuwt: BLIJF UIT MIJN BUURT!! NOOIT meer wil ik jou zien, griezel, maniak, nooit meer! Ik ga nog liever dood. VUILAK!!“ Woest kleedt ze zich aan en ze rent de behandelkamer uit. En ze heeft gelijk, ze heeft gelijk, ze heeft gelijk. Ik kan niet anders zeggen dan dat ze gelijk heeft. De patiënt heeft altijd gelijk en deze helemaal. Sandra is totaal verrast en beduusd. Zij en de assistente sluipen weg. Daar stond ik. Dat was het. Ze had gelijk. Anders kon ik niet denken en zeggen. Ben ik lamgeslagen de behandelkamer uitgelopen. Vind ik mezelf terug achter mijn bureau. Denk ik bij mezelf: Dat was het dan, die wil mij nooit meer zien. Einde oefening, kans gemist, weg vrouw van mijn dromen. En gelijk heeft ze. Sorry Marina. En nu? Wat moet ik nu? Wat zal ik nog met mijn vakantie, met die zogenaamde feestdagen? Ik draai helemaal door zo. Probeer ik tot mezelf te komen. Besluit ik dat ik maar beter kan gaan werken dit weekend. Bel ik Joke. - Joke, laat mij maar nacht- en weekenddienst draaien.” - Ja, ehh Mario, gaat het wel?” - Nee, voor geen meter maar werken is beter. Wie heeft er nachtdienst? Geef die maar extra vrij zonder gevolgen. Heeft er nog iemand plezier van. Ik neem het over, vannacht, morgennacht, het hele weekend tot maandag en daarna alle komende werkdagen, vrije dagen en feestdagen ook. - Nou, dat bekijken we maandag dan wel. Dat lijkt me beter. Voorlopig rooster ik je in voor vannacht, morgennacht en het weekend. Zit ik ’s avonds, in plaats van uit te zijn met de liefde van mijn leven, achter mijn bureau in de kliniek te hopen op een spoedgeval. Gebeurt er niets natuurlijk. Alles verknald. Mijn leven is zinloos geworden. Ga ik even op het bed liggen. Droom ik dat Sandra ineens naast mijn bed staat. Sla ik mijn ogen op, staat Sandra naast mijn bed. Niks droom. - Hallo Sandra, dacht je dat je dienst had? Ga maar naar huis hoor, ik heb het overgenomen. Staat ze er bedremmeld en verdrietig bij. - Weet ik, ik wilde juist vragen of ik hier ook vannacht mocht blijven. - Maar waarom, je bent vrij? - Wes wil me grotere borsten geven en dat pik ik niet. Weet je wat hij zei? - Wes, dat is je vriend? Ze knikt. - Wat vind je van mijn borsten?” Ze trekt ze haar shirt om hoog, doet haar bh uit en toont haar borsten. Mooie stevige borsten, niet klein en niet groot, passen helemaal bij haar bouw. - Niks mis mee.” - Nou, dat vind ik dus ook, ze zijn prima en ik ben er tevreden mee. 12
Ze doet haar bh weer aan en haar shirt naar beneden. - Wat is dan je probleem?” - Mijn probleem niet,WES! Hij wilde mij verrassen met een borstvergroting. - Krijg je voor je verjaardag moppie, zei ie. -Eindelijk lekkere ballonnen om samen van te genieten. Ben ik heel kwaad geworden. - Ik, zal ik jou eens een penisvergroting cadeau doen, lul- Heb ik gezegd. Nou, toen hij ook boos. Hij vindt mij ondankbaar. - Weet je wel wat dat kost?! Heb ik een jaar voor gespaard..!” Zeg ik :- Al was ik een Chinese met anorexia, liet ik ze nog door jou niet opblazen. Nep-tieten wil ik niet. Al had je er tien jaar voor gespaard. Nou en toen ben ik weggelopen en nou wil ik niet terug. Even geen Wes. Hij bedoelt het goed hoor, maar hij moet wel rekening met mij houden, vind ik. - Liefde kan pijn doen Sandra. - Ja he, maar wat was dat nou precies met jou en die krullenbol van vanochtend? Begin ik mijn verhaal te vertellen. Zegt ze ‘wacht even’ en weg is ze. Denk ik nog dat ze naar de wc moet. Staat ze met een fles port voor me en twee plastic bekertjes. – Zoete port, zegt ze, vind ik lekker. Moet je ook nemen. - Ik drink niet. - Je moet het zien als geneesmiddel. Ze schenkt een bodempje in. - Proef maar. Het is inderdaad zoet. Ik drink het bodempje op. - Goed zo, nog een bodempje en dan voel je je een stuk beter. Heb ik ook. En nou: vertel. Stort ik mijn hart uit bij Sandra. Zegt Sandra dat ze zich schuldig voelt en schenkt nog wat port in. Maar gek genoeg zit ze er wel bij te grijnzen, lijkt het. - Als ik mijn mond gehouden had en jij was vertrokken, had die krullenbol niets gezien of gemerkt. - Kan jij ook niets aan doen.. “ - Nee natuurlijk niet. Je moet het goed gaan maken hoor, je mag haar niet laten lopen. Toch is het alsof ze grijnst. Het zal de port zijn. - Hoe dan? Ik kan haar niet onder ogen komen. - Maar natuurlijk wel. Je koopt een mooie bos bloemen en je zegt sorry en dat je van haar houdt en dat ze er toch minimaal de humor van moet inzien. - De humor? Nu kan ze haar lachen echt niet meer bedwingen. Ze proest het uit. - Jezus Mario, hoe hilarisch wil je het hebben? Later als je getrouwd bent, ga je dit verhaal nog heel vaak vertellen. Om te gillen toch. Je moet gaan hoor. Niets doen is geen optie. Je moet iets doen. Bel een taxi en dan actie. Ga maar, gewoon doen, ik blijf hier op de winkel passen. En je hoeft niet terug te komen. Je weet maar nooit. En zo zit ik even later in een taxi met een bos bloemen van een tankstation op weg naar Americain. Word ik, ver weg van Sandra’s enthousiasme, onzeker. Komt mijn verdriet terug. Loop ik niet geheel stabiel door de draaideur en de trap op naar de derde verdieping, kamer 307, dat wist ik nog. Sta ik daar voor die deur. Klop ik zachtjes aan. En nog een keer. 13
Hoor ik gerommel. Gaat die deur open. - Ja? vraagt een mij vreemde vrouw met een kort geknipt bijna jongenskopje. - O, ehh, ik kwam voor Marina. Is Marina er niet? - Marina wil niet gestoord worden. - Bent u misschien de zuster van Marina? - Inderdaad, ik ben de zuster van Marina. - O, nou, ehh, wilt u dan deze bloemen aan haar geven en zeggen dat het mij spijt, van Mario dus, en dat ik er veel verdriet van heb en dat ik van haar houd en dat ik zo graag met haar had willen trouwen en dat ze er ook wel de humor van in kan zien, toch, een beetje?” - Ik zal het doorgeven, goedenavond. - Dank u wel, ik wist niet eens dat Marina hier met haar zuster was. - Misschien weet u nog wel meer niet, goedenavond. En boem sluit ze de deur. Loop ik terug door de gang naar de trap. Neem ik een taxi terug. Nog steeds niet stabiel en weer diep ongelukkig. Ik heb port van Sandra nodig. Godverdomme. Weer mislukt. In de taxi bel ik pa. - He pa, met mij. - He jongen, hoe gaat het? Weet je wel hoe laat het is? Kom je nog langs met de kerstdagen? - Ja, ehh, weet het niet. Pa? - Zeg het eens. - Zou ik misschien, zou je het goed vinden, als ik weer in de salon kom werken? Ik mis het leven. Ik ga dood daar in die kliniek. -Ach jongen, natuurlijk, zo welkom als maar kan, van harte hoor, je kan meteen aan de slag, we hebben het druk. Bel je daarvoor op? Je weet toch dat je altijd welkom bent. -Dank je pa. Hou van jou. -Hou ook van jou jongen en alles komt goed. -Ja, alles komt goed.. -Welterusten jongen. -Welterusten Pa. Terug op de afdeling vertel ik Sandra van mijn mislukking. Zegt ze: -Ja zo gaat het soms. Ga ik mijn roes uitslapen. Word ik de volgende ochtend wakker met een steen in mijn maag. Marina.O nee, wat moet ik zonder haar? En dit hier, deze winkel hier, ik ga opzeggen, ik kan het niet meer opbrengen, dat gekut. Weg van hier. Terug naar de salon. Vrolijkheid opzoeken. Leuke blije mensen om me heen, muziek. Ja, dat zal me goed doen, zeker nu. Sta ik me aan te kleden, gaat de telefoon. -Ja? - Hallo, met Marina. - Marina! - Ja, Mario, ik wil je bedanken voor de bloemen. En mijn zuster vraagt of je vanavond met haar uit eten wilt? - Je zuster, ahh, nou, ehh, sorry, maar kan ik niet met jou? Je zuster nee, sorry. Ik wil zo graag met jou. - Zij wil het heel graag. 14
- Ja maar, nee. - Doe het dan voor mij. - Tja, nou ja, goed, als jij dat wilt, dan doe ik het voor jou. - Fijn, dat zal ze fijn vinden. - Dat hoop ik dan maar. - Ik weet het zeker. Vanavond, haal je haar op, 19.00 uur bij Americain? - Goed, doe ik. En Marina? - Ja? - Sorry. - Is goed. - Zie ik je nog? - Misschien, nou, dag. - Dag. Om 19.00 uur precies zit ik in mijn Fiat voor Americain. Daar komt ze aan door de draaideur.Ze draait een extra rondje en lacht, met haar korte koppie. Mijn Marina. “Ti volglio al piu presto sposar.” Gebruiksvoorwaarden Het werk van schrijvers en dichters op Nederland Schrijft mag gratis worden gelezen en/of gedownload voor eigen gebruik. Iedere verspreiding, openbaarmaking, verveelvoudiging of bewerking is niet toegestaan.
15