Vinden mannen vrouwen leuker die moeilijk te veroveren zijn? ‘Playing hard-to-get’ eindelijk experimenteel onderzocht
Monique Pollmann 0003905 Katholieke Universiteit Nijmegen
Naam: Monique Pollmann Studentnummer: 0003905 Afstudeerrichting: Sociale Psychologie Begeleider: Roos Vonk Onderwijsinstelling: Universitair Onderwijsinstituut voor Psychologie en Cognitiewetenschap Katholieke Universiteit Nijmegen Datum: 26 juli 2004
Vinden mannen vrouwen leuker die moeilijk te veroveren zijn?
Inhoudsopgave Samenvatting
………………………………………………………………………. 3
Inleiding
………………………………………………………………………. 3
Methode
………………………………………………………………………. 10
Procedure
………………………………………………………………………. 10
Materiaal
……………………………………………………………………….13
Proefpersonen ……………………………………………………………………….16
Resultaten
……………………………………………………………………….17
Discussie
……………………………………………………………………….24
Referentielijst
……………………………………………………………………….32
Monique Pollmann 0003905
2
Vinden mannen vrouwen leuker die moeilijk te veroveren zijn?
Samenvatting ‘Playing hard-to-get’ is volgens populaire bronnen een goede manier voor vrouwen om mannen aan zich te binden. Dit komt doordat de man veel moeite moet doen en daardoor de vrouw meer gaat waarderen. Dit ligt in lijn met diverse sociaal-psychologische theorieën. In dit onderzoek werd voor het eerst experimenteel onderzocht of een vrouw die zich ‘hard-toget’ gedraagt meer succes heeft een man aan zich te binden. Vrijgezellen werden aan elkaar gekoppeld en de helft van de vrouwen kreeg de opdracht om zich ‘hard-to-get’ te gedragen. Er bleken geen significante verschillen te zijn in de mate van commitment, die de mannen voor de twee groepen vrouwen voelden. Dit kan eraan liggen dat ‘playing hard-to-get’ toch niet het beoogde effect heeft, maar er zijn ook twijfels of de vrouwen de opdracht goed uitvoerden, omdat ze er vaak niet helemaal achter stonden. Verder is uit exploratieve analyses gebleken dat mannen en vrouwen verschillen in onder andere hun indruk van elkaar.
Inleiding Vrouwen die verliefd zijn krijgen vaak van hun moeder of vriendinnen de tip niet te hard van stapel te lopen. Het zou beter zijn om je terughoudend op te stellen en bijvoorbeeld niet meteen te bellen wanneer hij een dag niet belt. Anders bestaat de kans dat je overkomt als wanhopig en te makkelijk te krijgen. Mannen willen juist een vrouw die ze moeten veroveren. Dit advies werd zelfs al door Socrates gegeven, die benadrukte dat iets pas leuk wordt gevonden als erom gevraagd moet worden. Dingen die worden aangeboden voordat de behoefte ernaar bestaat, worden volgens hem altijd minder gewaardeerd (Xenophon, 1923, in Walster, Walster, Piliavin, & Schmidt, 1973). En ook in veel liefdesromans zijn stukken te vinden waarin afwachtend gedrag als middel wordt genoemd om een man te veroveren: “‘Mannen als Sam zijn niet gewend niet te krijgen wat ze willen hebben. Ik zal hem verblinden en boeien en hoe langer hij moet wachten, hoe happiger hij zal worden. Het wordt ontiegelijk leuk.’ ‘Hoe weet je dat nou?’ … ‘Maak je geen zorgen,’ zei Izzy onverstoorbaar, ‘het werkt altijd. Dat heb ik in een vrouwenblad gelezen.’” (Mansell, 1994) Vrouwen moeten zich dus niet aan een man aanbieden, maar wachten totdat de man hen vraagt en dan toestemmen. Dit terughoudende gedrag ten opzichte van een man die als potentiële partner wordt gezien wordt ook wel ‘playing hard-to-get’ genoemd. Gerelateerde psychologische theorieën Waar het idee vandaan komt dat dit soort gedrag tot meer succes van de vrouw leidt is niet bekend. Sommige populaire tijdschriften schrijven dit toe aan het feit dat de man vroeger een jager was en vrouwen op de daar bijbehorende instincten een beroep moeten doen. Door het jagersinstinct te activeren zou de man trots zijn op zijn veroveringen en er heel tevreden
Monique Pollmann 0003905
3
Vinden mannen vrouwen leuker die moeilijk te veroveren zijn?
mee zijn. Dit is echter wetenschappelijk niet te onderbouwen, aangezien dit jagen alleen betrekking had op voedsel en de vrouwen ook honderdduizend jaar geleden niet met netten of pijl en boog gevangen werden. Op deze manier is niet te verklaren, waarom een vrouw ‘hardto-get’ zou moeten spelen om aantrekkelijk voor een man te zijn. Er zijn echter nog andere psychologische theorieën te bedenken die aanwijzingen geven, waarom ‘playing hard-to-get’ zou kunnen werken en waarom daardoor de interesse van de man gewekt wordt en de waarde van de vrouw verhoogd. Zo geldt bijvoorbeeld volgens de ‘cognitive dissonance theory’ van Festinger (1957, in Brehm, Kassin, Fein, 1999) dat wanneer ergens heel veel energie in geïnvesteerd is, het automatisch leuker wordt gevonden om zo de moeite te rechtvaardigen. Dit zou ook voor de man kunnen gelden die probeert een vrouw te veroveren die ‘hard-to-get’ is. Hij moet daarvoor heel veel moeite doen en rechtvaardigt dit door haar onbewust steeds leuker te gaan vinden. Verder geldt ook dat wat moeilijk te krijgen is vaak geassocieerd wordt met ‘waardevol’ (Lynn & Bogert, 1996). Dit wordt vaak van kinds af aan geconditioneerd door bijvoorbeeld flippo’s die minder vaak in de zakken chips te vinden zijn en die je daarom tegen twee andere moet ruilen, of postzegels waar maar enkele exemplaren van op de wereld te vinden zijn en die daarom miljoenen waard zijn. Een vrouw die ‘hard-to-get’ is en dus niet door iedereen te verkrijgen zou volgens deze theorie iets bijzonders kunnen zijn, en daarmee de moeite waard om te veroveren. Een derde theorie die hiermee samenhangt, is het fenomeen van psychologische ‘reactance’ (Brehm, 1966, in Cialdini, 2000). Dit fenomeen houdt in dat, wanneer de keuzevrijheid van mensen wordt beperkt, hun behoefte deze te behouden groter wordt en daarmee ook de behoefte aan het object dat daarmee in verband staat. Als dus een tekort of een verbod een object minder toegankelijk maakt dan gaan mensen het begeerlijker vinden dan voorheen. Een voorbeeld hiervan is het Romeo-en-Julia-effect. Door het verbod van de ouders om elkaar te zien werd hun liefde zo groot dat ze ervoor stierven. Dit effect is ook al aangetoond bij echte tieners. Hierbij rapporteerden tieners waarvan de ouders de relatie afkeurden een grotere mate van verliefdheid dan tieners waarvan de ouders de relatie goedkeurden. Voor een man die verliefd is op een vrouw die ‘hard-to-get’ gedrag vertoond zou dit kunnen betekenen dat hij haar juist omdat zij moeilijk te bereiken is aantrekkelijker vindt en meer gemotiveerd is om het toch te proberen. Er bestaan dus in ieder geval een aantal aanwijzingen ervoor dat ‘playing hard-to-get’ zou kunnen werken. Daarom is het fenomeen zeker een wetenschappelijke benadering waard. Monique Pollmann 0003905
4
Vinden mannen vrouwen leuker die moeilijk te veroveren zijn?
Wetenschappelijk onderzoek naar het effect van ‘playing hard-to-get’ Het duo Walster en Walster heeft hierin een belangrijke rol gespeeld. Zij schreven in 1973 samen met Piliavin en Schmidt een artikel waarin ze de belangrijkste uitkomsten van hun onderzoeken naar het fenomeen ‘playing hard-to-get’ op een rij zetten en ook nieuwe conclusies trokken (Walster, Walster, Piliavin, & Schmidt, 1973). Het eerste onderzoek in die reeks was in 1971 (Lyons, Walster, & Walster, in Walster, Walster, Piliavin, & Schmidt, 1973). Zij wierven toen vrouwen, die deelnamen aan een matchingservice via de computer als deelnemers aan hun onderzoek. Ze gaven de vrouwen instructies over hoe ze moesten reageren, wanneer een man die ook mee deed aan de matchingservice maar niets wist van het onderzoek om een date vroeg. De ene helft van de vrouwen kreeg de opdracht om drie seconden te wachten met hun antwoord en de andere helft mocht meteen antwoorden. Door het aarzelen moest het lijken alsof de vrouw eerst na moest denken en dus niet zomaar ja zei. Er werden geen verschillen gevonden in de waardering van de man voor de twee groepen vrouwen en er was dus geen bevestiging van de hypothese dat ‘playing hard-to-get’ de waarde van een vrouw zou verhogen. De vraag is wel of het aarzelen een goede operationalisatie van ‘hard-to-get’ spelen is. Het zou gemakkelijk als desinteresse geïnterpreteerd kunnen worden waardoor de mannen hun interesse kwijtraakten. Een ander onderzoek werd gedaan samen met Berscheid (Walster, Walster, & Berscheid, 1971, in Walster, Walster, Piliavin, & Schmidt, 1973) Deze keer lieten ze jongeren beoordelen hoe sociaal ze een vrouwelijk persoon vonden waar ze een verhaal over moesten lezen. Er waren drie verhalen die varieerden wat betreft de gevoelens van die persoon tegenover een partner waar ze een aantal keer mee uit was geweest. Uit de resultaten bleek, dat personen die hun partner heel leuk vonden socialer werden gevonden dan de personen die hun partner niet echt leuk vonden en dan de personen over wie geen informatie beschikbaar was. De kanttekening die bij dit onderzoek gemaakt kan worden, is het feit dat het bij ‘playing hard-to-get’ niet erom gaat om sociaal te worden gevonden, maar aantrekkelijk als partner. Of dat zo is, daarop geeft dit onderzoek geen antwoord. Ten slotte deden Walster en Walster ook nog onderzoek met Lambert (Walster, Walster, & Lambert, 1971, in Walster, Walster, Piliavin, & Schmidt, 1973). Deze keer hadden ze de hulp van prostituees ingeroepen. Deze lieten ze tegen de helft van hun klanten zeggen dat ze niet moesten verwachten dat ze zomaar altijd langs konden komen, omdat ze het druk hadden en daarom alleen de leukste klanten konden blijven zien. Tegen de andere helft van de klanten werd niets speciaals gezegd. De afhankelijke variabele was het aantal klanten dat Monique Pollmann 0003905
5
Vinden mannen vrouwen leuker die moeilijk te veroveren zijn?
belde om nog een keer langs te komen. Hierbij werd geen significant verschil gevonden. Er zijn dus ook hier geen aanwijzingen gevonden dat ‘playing hard-to-get’ de waarde van de vrouw verhoogt. Wat er echter op dit onderzoek aan te merken valt, is het gebruik van prostituees als vrouwen die ‘hard-to-get’ gingen spelen. Bij prostituees gaat het toch voornamelijk om snelle bevrediging en zijn mannen waarschijnlijk niet geneigd om naast het geld dat ze moeten betalen ook nog moeite voor haar te doen. Dit, omdat er volgens de theorie van Buss (1994) bij prostituees alleen maar korte termijn strategieën worden gebruikt. Dat betekend met zo veel mogelijk vrouwen seks hebben zonder veel te investeren. Pas als mannen lange termijn strategieën gebruiken en dus plannen om langer bij een vrouw te blijven, gaan zij in de vrouw en eventuele kinderen investeren. Ook dit onderzoek kan dus geen antwoord geven op de vraag of de waarde van een vrouw die een potentiële partner is en waar de man graag moeite voor wil doen niet toch wordt verhoogd doordat zij ‘hard-to-get’ gaat spelen. Nadat het duo Walster meerdere keren geen bevestiging had gevonden voor de hypothese dat een vrouw die ‘hard-to-get’ speelt waardevoller is dan een vrouw die makkelijk te veroveren is, veranderden zij de hypothese gedeeltelijk. Uit vragenlijsten met open vragen die zij bij mannen afnamen bleek namelijk dat er ook nadelen zitten aan een vrouw die doet alsof ze moeilijk te veroveren is. Het risico om bij haar in eerste instantie afgewezen te worden is groot en dat is niet goed voor de zelfwaardering van de man. Verder is het ook waarschijnlijk dat deze vrouw in het algemeen onvriendelijker en minder sociaal is dan een vrouw die wel met veel mannen uitgaat. Walster en Walsters nieuwe hypothese werd daarom dat een vrouw die selectief ‘hard-to-get’ is, dus ‘hard-to-get’ voor andere mannen, maar niet voor een bepaalde man, door die man het leukst wordt gevonden. Deze hypothese werd onderzocht door mannen zogenaamd deel laten nemen aan een dating-onderzoeksproject. Hierbij kregen ze profielen van vrouwen te zien met wie ze uit konden gaan. Deze vrouwen hadden de man zogenaamd al beoordeeld aan de hand van een eerder ingevulde vragenlijst en aangegeven of ze graag met hem uit wilden. Deze beoordeling hadden ze ook voor vier andere mannen gemaakt. Er waren profielen van vrouwen die ‘hard-to-get’ in het algemeen waren (wilden met geen van de vijf mannen uit), selectief ‘hard-to-get’ (wilden graag uit met de proefpersoon maar niet met de andere vier mannen) en ‘easy-to-get’(wilden graag uit met alle vijf mannen). In dit onderzoek werd de hypothese wel bevestigd, de proefpersonen beoordeelden de vrouw die selectief ‘hard-to-get’ was en dus eigenlijk helemaal niet ‘hard-toget’ voor henzelf het meest positief (Walster, Walster, Piliavin & Schmidt, 1973). Hieruit kan de conclusie worden getrokken dat het voor een vrouw wel degelijk van belang kan zijn om Monique Pollmann 0003905
6
Vinden mannen vrouwen leuker die moeilijk te veroveren zijn?
duidelijk te maken dat ze niet zomaar met iedereen uit wil, als ze daarbij maar ook duidelijk maakt dat ze het met de man op wie ze doelt juist wel wil. Volgens Walster, Walster, Piliavin en Schmidt komt dit vooral doordat het voor de zelfwaardering van de man goed is dat juist hij degene is die met de vrouw uit mag en niemand anders. Dit komt overeen met een hoge distinctiviteit in de attributietheorie van Kelley (Brehm, Kassin & Fein, 1999). Als de distinctiviteit hoog is, dus als alleen maar voor één specifieke persoon wordt gekozen en voor geen andere, dan kan men met grote zekerheid de oorzaak van de keuze toeschrijven aan de persoon waar de keuze betrekking op heeft. De mannen weten daardoor dus zeker dat zij zelf de reden zijn waarom de vrouw hun kiest en dat het bijvoorbeeld niet eraan ligt dat de vrouw gewoon gek is op mannen. Door deze zekerheid gaat de man zich goed voelen over zichzelf. En aangezien de vrouw de bron daarvan is vindt hij haar vervolgens leuker. Hierop gingen in 1979 Matthews, Rosenfield en Stephan verder in. Zij kozen voor een soortgelijk experiment, waarin proefpersonen te horen krijgen of iemand hen leuk vindt of juist niet en ook hoeveel anderen die persoon leuk vindt. Matthews e.a. ontdekten dat de proefpersonen de mensen leuk vonden door wie zij ook leuk werden gevonden. Hierbij maakte het niet uit of zij de enigen waren, die deze persoon leuk vond of een van drie. In dit onderzoek werd dus niet bevestigd dat mensen bijzonder leuk worden gevonden wanneer deze een exclusieve voorkeur voor de beoordelaar hadden. Dus ook de kwestie of selectief ‘hardto-get’ spelen werkt kan niet eenduidig worden beantwoord. ‘The Rules’ In de jaren ’90 kwam de discussie over ‘playing hard-to-get’ weer helemaal terug met het verschijnen van het populaire boek ‘The Rules’ van Ellen Fein en Sherry Schneider (1995). Hierin geven zij adviezen over hoe vrouwen een man aan de haak moeten slaan en wat ze moeten doen om hem ook vast te houden. Dit boek was een bestseller met meer dan 2 miljoen verkochte exemplaren in 27 talen. Logisch dat er daarom nog meer soortgelijke boeken kwamen en er verschenen de titels: ‘The Rules II’(Fein & Schneider, 1997), ‘The Rules for marriage’(Fein & Schneider, 2001) en ‘The Rules for Online Dating’(Fein & Schneider, 2002). Deze boeken werden in veel tijdschriften zoals het ‘People magazine’, de ‘New York Times’ maar ook bijvoorbeeld de Nederlandse ‘Telegraaf’ besproken. Verder kan men zich op de website van Fein en Schneider op een nieuwsbrief abonneren, hulpgroepen in de buurt zoeken of zelf een vertegenwoordiger worden van de regels. Er kan dus gesproken worden van een groot succes van de regels van Fein en Schneider. Blijkbaar hebben vrouwen behoefte aan richtlijnen en tips voor de omgang met mannen. Volgens Fein en Schneider is Monique Pollmann 0003905
7
Vinden mannen vrouwen leuker die moeilijk te veroveren zijn?
het voor een vrouw die op zoek is naar een huwelijkspartner gunstig om ‘hard-to-get’ te gaan spelen. Dit, omdat het de betrokkenheid van de man verhoogt zodat hij heel veel voor de vrouw over heeft en bijvoorbeeld nooit vreemd zal gaan. Om dit te bereiken hebben zij 34 regels geformuleerd waaraan een vrouw zich absoluut moet houden. Deze schrijven onder andere voor dat je als vrouw een potentiële partner nooit uit jezelf mag bellen en ook niet meteen moet terugbellen. Ook mag je niet binnen vier dagen beschikbaar zijn voor een afspraakje. Je moet telefoongesprekken en afspraakjes als eerste beëindigen en niet wachten tot de man dit doet. En uiteraard moet je de man de rekening laten betalen en wachten met de seks. Als dat lukt, garanderen Fein en Schneider dat de man de vrouw als een koningin zal behandelen. Je hoeft ook nooit meer bang te zijn om te worden verlaten, omdat je door ‘hardto-get’ te zijn in de ogen van de man de mooiste vrouw ter wereld wordt. Dit komt volgens hen, doordat de regels ervoor zorgen dat de man veel moeite en tijd moest investeren om de vrouw te veroveren. Daardoor wordt deze vrouw erg kostbaar en zal de man bang zijn haar kwijt te raken. Dit komt overeen met de ‘dissonance theory’ die al eerder is genoemd, dus Fein en Schneider zouden wel eens gelijk kunnen hebben. Wat opvalt aan de adviezen van Fein en Schneider is de manier waarop vrouwen volgens hen ‘hard-to-get’ moeten spelen. In de eerder besproken onderzoeken werd het ‘hardto-get’ zijn vaak geoperationaliseerd door vrouwen niet echt geïnteresseerd in de man te laten lijken. Hierdoor lijkt de oorzaak voor het ‘hard-to-get’ gedrag intern te zijn, het ligt eraan dat de vrouw niet zo veel voelt voor de man. Daarom komt zij niet enthousiast over en is ze volgens de onderzoekers ‘hard-to-get’. Maar volgens Fein en Schneider moeten de vrouwen er juist voor zorgen dat voor de man duidelijk is dat de oorzaak van hun gedrag extern is. Dat betekent dat het niet aan een tekort aan interesse ligt als de vrouw een keer niet toestemt om uit te gaan, maar aan het drukke leven van de vrouw. Als de man bijvoorbeeld voor een afspraak belt en hij doet dat volgens de regels te laat (minder dan vier dagen voor de dag van de afspraak), dan mag ze niet toestemmen. Dit moet ze echter niet laten blijken door te twijfelen, zoals het bij Lyons,Walster en Walster gebeurde (1971), maar door meteen te zeggen dat ze die dag al plannen heeft. De vrouw moet dit wel op een zo beminnelijk mogelijke toon zeggen en duidelijk maken dat ze het jammer vindt. Op deze manier kan niet het vermoeden ontstaan dat ze geen interesse heeft, want de oorzaak voor de afwijzing ligt extern. En dit is belangrijk, want zoals Shanteau en Nagy (1979) en Matthew e.a. (1979) aantoonden, ga je eerder moeite doen voor mensen van wie je weet dat ze interesse in jou
Monique Pollmann 0003905
8
Vinden mannen vrouwen leuker die moeilijk te veroveren zijn?
hebben en vind je deze ook leuker. Wanneer je als vrouw laat blijken dat je een man niet leuk vindt, is het logisch dat deze afhaakt. Wetenschappelijk onderzoek naar ‘The Rules’ Er is naar aanleiding van het boek van Fein en Schneider onderzoek gedaan door Agnew en Gephart (2000) om te kijken of de manier van ‘playing hard-to-get zoals Fein en Schneider (1995) het adviseren succesvol is. Het gaat hierbij om een correlationeel onderzoek onder mannen en vrouwen die gemiddeld negen maanden verkering hadden. Er werd aan de mannen en de vrouwen apart gevraagd of zij vinden dat de strategieën die in ‘The Rules’ worden aanbevolen effectief zijn bij het verhogen van de betrokkenheid van de man. Hieruit bleek dat de meeste strategieën als ineffectief werden beoordeeld. De tweede reeks vragen ging over het daadwerkelijke gedrag van de vrouw. De mannen en vrouwen moesten aangeven in welke mate de vrouw gebruik had gemaakt van dergelijke strategieën. Volgens hun inschatting werd er nauwelijks gebruik gemaakt van de door Fein en Schneider aangeraden regels. Tenslotte werd bij de mannen een commitment-vragenlijst afgenomen en gekeken of de mate waarin de vrouw ‘de regels’ had gebruikt, gemeten als gemiddelde van wat de mannen en de vrouwen hadden aangegeven, correleerde met de mate van betrokkenheid van de man. Hierbij werden voor een groot deel van de mogelijke gedragingen negatieve correlaties met betrokkenheid gevonden. De auteurs geven echter duidelijk aan dat er beperkingen zitten aan hun onderzoek en dat men voorzichtig moet zijn met het trekken van conclusies. Omdat het een correlationeel onderzoek was mogen er geen uitspraken worden gedaan over causale verbanden. Verder is dit onderzoek gebaseerd op zelfrapportages en blijft de vraag bestaan of de stellen zich na gemiddeld negen maanden wel goed kunnen herinneren hoe het aan het begin van de relatie liep. Tenslotte kunnen de antwoorden sociaal wenselijk zijn, want vooral voor de mannen is het natuurlijk niet leuk om toe te geven dat er een spelletje met hen werd gespeeld. Daarom is het volgens de auteurs ook noodzakelijk om meer onderzoek te doen met andere methodes. Het huidige onderzoek Dit is het doel van het huidige onderzoek. De vraagstelling is, net zoals bij de eerder besproken onderzoeken, de vraag of ‘playing hard-to-get’ de betrokkenheid van de man verhoogt. Om echte conclusies over het causale verband te kunnen trekken werd in dit onderzoek gekozen voor een experimentele aanpak met actieve manipulatie door de onderzoeker. Om dit in een natuurgetrouwe situatie te laten plaatsvinden werden vrijgezelle Monique Pollmann 0003905
9
Vinden mannen vrouwen leuker die moeilijk te veroveren zijn?
mannen en vrouwen aan elkaar gekoppeld. Daarbij kreeg de helft van de vrouwen de opdracht om ‘hard-to-get’ te spelen. Na een aantal weken werden bij de mannen en vrouwen vragenlijsten afgenomen over het eigen gedrag en de indruk die ze van de ander hadden. Er was één onafhankelijke variabele, het gedrag van de vrouw (hard-to-get en niet hard-to-get), en als belangrijkste afhankelijke variabele de mate van commitment van de man. De hypothese, die is gebaseerd op de eerder besproken theorieën, was; de mannen die contact hebben met vrouwen die ‘hard-to-get’ spelen zullen meer commitment voelen voor de vrouw en haar positiever beoordelen dan mannen die contact hebben met vrouwen die geen instructies over hun gedrag hebben gekregen.
Methode Procedure Om invloed op de beginfase van een relatie te kunnen uitoefenen werd een datingservice opgericht. Er werd een e-mail adres aangemaakt en dit werd door flyers, posters, mond-opmond reclame en doorstuurmailtjes bekend gemaakt. Geïnteresseerden konden zich aanmelden door een e-mail te sturen naar dit adres. Ze kregen vervolgens een e-mail terug met meer informatie over het onderzoek en een vragenlijst. Deze omvatte een gedeelte met vragen over demografische gegevens en een attitudevragenlijst. De demografische gegevens die gevraagd werden en ook werden gebruikt om koppelingen te maken waren leeftijd, lengte, gewicht, opleidingsniveau en woonplaats. Verder werd ook gevraagd wat de minimum- en maximumleeftijd van een potentiële partner moest zijn. De attitudevragenlijst was gebaseerd op de vragenlijst van de online datingsite www.cybersuitors.com, die werd ontwikkeld door Dr. Glenn Wilson, een psycholoog die zich op commerciële wijze met de wetenschap van liefde en attractie bezighoudt. Er waren 25 vragen die onder andere gingen over de houding ten opzichte van roken, drinken, pornografie, astrologie, huisdieren en kinderen. Verder werd gevraagd hoe men zijn eigen intelligentie, uiterlijk en libido inschat en hoe gelovig, sportief, trouw en ervaren op seksueel gebied men is. Deze vragen konden op een 5-punts-schaal worden beantwoord. Naast het invullen van de vragenlijst werd ook gevraagd een foto mee te sturen om hiermee de beoordeling van de aantrekkelijkheid betrouwbaarder te maken en zo de kans op goede combinaties te verhogen.
Monique Pollmann 0003905
10
Vinden mannen vrouwen leuker die moeilijk te veroveren zijn?
De informatie die de deelnemers over het onderzoek kregen was beperkt tot de procedure van koppeling en afname van de vragenlijsten. Het ware doel van het onderzoek werd niet verteld en voor de deelnemers leek het alsof ze deelnamen aan een onderzoek naar de best mogelijke manier van koppelen van mensen. Er werd uitgelegd dat zodra er genoeg vragenlijsten binnen waren, de best mogelijke koppelingen werden gemaakt en dat ze dan het e-mail adres van de persoon waaraan ze waren gekoppeld toegestuurd zouden krijgen. Vervolgens werd verteld dat het de bedoeling is contact op te nemen en dat ze een vragenlijst over dat contact zouden krijgen. En er werd de mogelijkheid geboden om vaker mee te doen aan de koppelingsrondes voor het geval dat de eerste koppeling niet succesvol zou zijn.
Nadat ongeveer tweehonderd mensen deze vragenlijst ingevuld en teruggestuurd hadden werd uitgerekend welke vrouw het beste bij welke man past. Dit werd volgens het onderstaande schema gedaan. 1.
De antwoorden van de attitudevragenlijst werden in de computer ingevoerd en de verschilscores van elke man met elke vrouw werden uitgerekend. Hoe kleiner de verschilscore, hoe meer overeenkomsten en hoe groter de kans dat de man en de vrouw elkaar leuk vinden. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat mensen met gelijke opvattingen elkaar aardiger vinden dan mensen met verschillende opvattingen (Byrne, Ervin & Lamberth, 1970). Omdat het voor dit onderzoek belangrijk was dat er aantrekking ontstaat tussen de man en de vrouw, werden koppels gevormd van mensen die zo veel mogelijk overeenkomsten hadden. De gemiddelde correlatie tussen de antwoorden van een man en de antwoorden van een vrouw die werden gekoppeld was r = .4849.
2.
Voor de mensen die een foto hadden mee gestuurd werd tevens door de onderzoeker een score voor aantrekkelijkheid gegeven. Deze en de score die de proefpersoon zichzelf had gegeven werden gemiddeld om de maat voor aantrekkelijkheid
betrouwbaarder
te
maken.
Omdat
overeenkomst
in
aantrekkelijkheid een bijzonder grote rol speelt bij het kiezen van een partner (Feingold, 1988) werd erop gelet dat deze scores nooit meer dan een punt van elkaar afwijken. 3.
Verder werd er zorg voor gedragen dat de man altijd langer is dan de vrouw.
4.
Met behulp van de leeftijdscategorie die de deelnemers voor een potentiële partner hadden opgegeven werd vastgelegd dat de leeftijd van de ene altijd in de gewenste leeftijdscategorie zit van de anders.
Monique Pollmann 0003905
11
Vinden mannen vrouwen leuker die moeilijk te veroveren zijn?
5.
Tenslotte werden rokende mensen niet aan mensen gekoppeld, die roken onwenselijk vinden.
De zo gevonden combinaties van mannen en vrouwen kregen van elkaar het e-mail adres om contact op te kunnen nemen. Vlak daarvoor kreeg de helft van de vrouwen een e-mail met daarin een selectie van gedragsregels uit het boek van Fein en Schneider (1995). Er werd at random bepaald welke vrouw in welke conditie terechtkwam. Wel was het zo dat een vrouw die één keer de opdracht had gekregen om ‘hard-to-get’ te spelen deze rol bleef houden. Dus ook bij latere koppelingen kregen deze vrouwen weer de regels (als herinnering) toegestuurd. De selectie van de regels die de vrouwen kregen vond plaats op basis van de toepasbaarheid van de regels op de situatie waarin dit onderzoek zich afspeelde. Zo werden bijvoorbeeld regels die betrekking hadden op een latere fase van een relatie niet gebruikt, omdat de nadruk van dit onderzoek in de beginfase van de relatie lag. Regels, die wel werden gebruikt waren onder andere niet te snel te antwoorden als de man heeft gemaild of gebeld en bij een afspraak de eerste te zijn die de afspraak beëindigt. Voor een uitgebreide bespreking van de gebruikte regels zie sectie ‘Materiaal’. In het algemeen werd van de vrouwen gevraagd om zich iets terughoudender op te stellen dan ze normaal zouden doen. Dit werd gezegd om te voorkomen dat de vrouwen het gevoel krijgen dat ze een rol aan het spelen zijn en niet zichzelf mogen zijn. Ook werd benadrukt dat ze wel mogen laten blijken dat ze de man leuk vinden (als dat zo is), dit om te voorkomen dat de vrouw algemeen ‘hard-to-get’ overkomt en daardoor oninteressant wordt. Een belangrijke regel was om aan niemand en vooral niet de partner te vertellen dat deze regels worden gebruikt. Verder gold voor deze groep vrouwen dat ze niet als eerste contact op mochten nemen. Daarom werd er een systeem bedacht om te voorkomen dat in deze groep de koppels minder snel in contact kwamen. Tegen de deelnemers werd verteld dat voor elk stel willekeurig was bepaald wie mocht beginnen met het sturen van een e-mail. In werkelijkheid werd er altijd gezegd, dat de man degene was die als eerste contact op moest nemen. Zo werd er zorg voor gedragen dat de man de eerste stap moest zetten zonder dat de mannen het gevoel kregen dat ze dat moesten doen, omdat dat dit van een man wordt verwacht. In eerste instantie werd aan de koppels gevraagd om aan te geven wanneer ze hadden afgesproken zodat ze dan een vragenlijst over dat contact toegestuurd konden krijgen. Na een tijd bleek echter dat de response-rate op deze manier heel klein was. De meeste koppels spraken niet met elkaar af, omdat ze door te mailen, te msnen en foto’s uit te wisselen al een goede indruk van elkaar hadden. In de meeste gevallen was er dan redelijk intensief contact Monique Pollmann 0003905
12
Vinden mannen vrouwen leuker die moeilijk te veroveren zijn?
geweest waarin veel was gebeurd, maar waarover geen vragenlijst was ingevuld. Maar ook de koppels die wel afspraken, gaven dit niet altijd aan de onderzoeker door en konden dus geen vragenlijst over het contact invullen. Om deze redenen werd de procedure na een tijd aangepast en kregen alle koppels na twee weken een vragenlijst toegestuurd met vragen over het contact dat ze tot dan hadden gehad. De response rate bij deze methode lag ongeveer op 56 procent. Koppels waarbij minstens één persoon had aangegeven het contact nog wel te willen voortzetten, kregen vervolgens vier weken later nog een keer een vragenlijst. In deze twee vragenlijsten werden de afhankelijke variabelen gemeten.
Materiaal Voor de manipulatie van de onafhankelijke variabele werd gebruik gemaakt van de regels uit het boek van Fein en Schneider (1995). Van de 34 regels van het boek werden negen regels geselecteerd die in het kader van dit onderzoek het belangrijkst en meest van toepassing waren. Deze regels waren: 1. Niet als eerste contact opnemen 2. Niet als eerste voorstellen om te gaan bellen of afspreken 3. Je bij een afspraak of telefoongesprek terughoudend opstellen 4. Niet zelf bellen (dus alleen terugbellen) 5. Niet te lang bellen en het gesprek zelf beëindigen. Dit echter niet te kortaf doen en niet doen alsof je hem niet leuk vindt 6. Niet toestemmen om af te spreken als hij niet minstens drie dagen van tevoren belt. 7. Een afspraak op tijd beëindigen en daarbij zeggen dat je het druk hebt 8. Niet op de eerste afspraak zoenen en ook later altijd iets langer wachten met alles dan je normaal zou doen 9. Niet vaker dan één of twee keer per week afspreken
Deze regels kreeg de helft van de vrouwen ca. één dag voor het ontvangen van het e-mail adres van hun koppeling toegestuurd. Er werd hierbij verteld dat er aanwijzingen zijn dat het toepassen van deze regels leidt tot een verhoging van de commitment van de man en dat het daarom van voordeel kan zijn om zich eraan te houden. Dit werd gedaan om de motivatie van de vrouwen te verhogen om de regels echt toe te passen. Verder werd benadrukt dat ze niemand over deze regels mogen vertellen, in het bijzonder niet de partner met wie ze gaan daten. Om te voorkomen dat vrouwen denken dat ze toneel moeten spelen en daarom niet
Monique Pollmann 0003905
13
Vinden mannen vrouwen leuker die moeilijk te veroveren zijn?
zouden willen meewerken, werd uitgelegd dat het vooral erom gaat om iets terughoudender te zijn dan ze normaal zouden zijn. Ze mochten de regels dus toepassen om een manier die bij hen past. Hierbij mochten ze wel laten blijken dat ze de man leuk vinden en dus complimenten geven, alleen de tijdsinvestering moest kleiner zijn dan normaal. Tenslotte werd erop gewezen dat bij vragen over de regels of bezwaar ertegen ten aller tijde met de onderzoeker contact op kon worden genomen.
De afhankelijke variabelen werden gemeten met behulp van een zelf samengestelde vragenlijst met daarin vragen over het contact met de ander en over de indruk die men had van de ander. Deze werd twee weken na de koppeling naar de deelnemers toegestuurd. Hierbij werden iets verschillende versies gemaakt voor mannen, vrouwen die hard-to-get speelden en vrouwen die daartoe geen opdracht hadden gekregen. De vragen worden onderstaand besproken. Een groot deel hiervan werd gemeten die op een 7-punts-schaal, bij deze vragen zijn alleen de uiteinden van de schaal genoemd en ze zijn gemarkeerd met een * .
De vragen die voor iedereen gelijk waren, waren: 1. Hebben jullie al contact gehad?
ja/nee waarom niet?
2. Wat voor soort contact hebben jullie tot nu toe gehad? email / msn / bellen / sms / ontmoet / anders 3. Hoe vaak hebben jullie contact gehad? ___keer email / ___minuten msn / ___minuten gebeld / ___keer sms / ___minuten ontmoet 4. Wie heeft over het algemeen het initiatief genomen voor het contact? man / vrouw 5. Hoe verliep dit contact? * gespannen / ontspannen ongemakkelijk / soepel saai / leuk moeizaam / prettig 6. Wat is de indruk van je datingpartner? * onaantrekkelijk / aantrekkelijk onaardig / aardig saai / leuk past niet bij mij / past goed bij mij afwachtend / initiatiefrijk Monique Pollmann 0003905
14
Vinden mannen vrouwen leuker die moeilijk te veroveren zijn?
gewoon / bijzonder makkelijk te veroveren / moeilijk te veroveren 7. Als je het in geld zou moeten uitdrukken, hoeveel euro zou je ervoor betalen om hem/haar (nog) een keer te kunnen zien/spreken? ____euro 8. Denk je dat je spijt zou krijgen als je het contact nu niet voortzet? * Helemaal niet / ja, heel veel 9. Hoe was je houding tijdens jullie contact? * gesloten / open ongeïnteresseerd / geïnteresseerd afwachtend / initiatiefrijk 10. Neem je normaal gesproken in de liefde meestal zelf het initiatief of neem je eerder een afwachtende houding in? * heel erg afwachtend / altijd initiatief nemen 11. Heb je de indruk dat zij/hij jou leuk vindt? * helemaal niet leuk / heel erg leuk 12. Ben je van plan om nog een keer iets met hem/haar af te spreken? ja, al gedaan / ja, zeker / ja, waarschijnlijk / misschien / neen 13. Wil je nog verder meedoen aan dit onderzoek? ja, ik ga nog door met deze koppeling / ja, ik wil graag aan iemand anders worden gekoppeld / nee, ik wil stoppen
Bij de mannen werd daarnaast nog gevraagd hoeveel complimenten zij hadden gekregen. Dit gebeurde omdat bij de uitleg voor de vrouwen die ‘hard-to-get’ spelen erbij stond dat ze wel complimentjes mochten geven en ervoor gecontroleerd moest worden of ze dat niet in te sterke mate hadden gedaan. De vraag luidde dus: -
Heb je complimenten van haar gekregen?* helemaal geen / heel veel
Bij de vrouwen in de ‘playing hard-to-get’ conditie werden vragen gesteld over het toepassen van de regels. Dit om achteraf te kunnen controleren of en hoe de regels werden gebruikt: -
Vond je het moeilijk om je aan de gedragsregels te houden? * heel erg makkelijk / heel erg moeilijk
-
In hoeverre denk je, is het je gelukt om je eraan te houden? *
Monique Pollmann 0003905
15
Vinden mannen vrouwen leuker die moeilijk te veroveren zijn?
helemaal niet gelukt / volledig gelukt -
Waren er bepaalde regels waarbij je het bijzonder moeilijk vond om je eraan te houden? nee/ja welke?
Bij de vrouwen in de controleconditie werden vragen gesteld over strategieën die zij mogelijk hebben toegepast om de man te veroveren. Dit gebeurde om te kijken in hoeverre de strategieën die in het boek worden omschreven natuurlijk zijn en misschien sowieso al door vrouwen worden gebruikt.: -
Heb je gebruik gemaakt van bepaalde trucjes/technieken om ervoor te zorgen dat je partner je leuk vindt? Opmaken / mooie kleren aandoen / complimenten maken / bewust op afstand houden om het spannend te maken / bewust niet degene zijn die de afspraak voorstelt / de afspraak eerder beëindigen dan je eigenlijk wil om je interessant te maken / veel glimlachen/lachen / boeiende verhalen vertellen / een cadeau/bloem geven / anders
Proefpersonen In totaal stuurden 532 mensen een mail naar het voor het onderzoek aangemaakte email adres. Deze mensen kregen de attitudevragenlijst met de aanvullende informatie toegestuurd. Hiervan werden 161 door vrouwen geretourneerd en 179 door mannen. Vier vrouwen en 16 mannen bleken homoseksueel te zijn en werden daarom niet meegenomen in het onderzoek. De overgebleven mensen werden (deels meerdere keren) aan een partner gekoppeld die zo goed mogelijk bij hen past. Op deze manier werden 262 koppels gevormd. In de uiteindelijke analyse konden de data van maar 68 koppels werden gebruikt. Het verschil hiertussen komt tot stand door uitval om verschillende redenen. Hieronder is weergegeven hoeveel mensen per reden waren uitgevallen: -
bij 99 koppels stuurde geen van beiden een vragenlijst terug over het contact dat er (misschien) was geweest
-
bij 34 koppels gaf minstens één van de twee aan dat er geen contact was geweest
-
bij 34 koppels stuurde alleen de vrouw een vragenlijst terug
-
bij 23 koppels stuurde alleen de man een vragenlijst terug
-
bij 4 koppels gaven vrouwen die ‘hard-to-get’ moesten spelen aan dat het niet was gelukt om de regels toe te passen (een score lager dan vier op een 7-punts-schaal)
Monique Pollmann 0003905
16
Vinden mannen vrouwen leuker die moeilijk te veroveren zijn?
Van de overgebleven 68 koppels waren van de man en de vrouw een voldoende ingevulde en bruikbare vragenlijst aanwezig. De mannen van deze groep hadden een gemiddelde leeftijd van 22.65 jaar en de vrouwen 21.76. De leeftijden van de mannen varieerden van 18 tot 33 jaar en die van de vrouwen van 18 tot 28. Bij 32 koppels speelde de vrouw ‘hard-to-get’ en bij 36 koppels kreeg ze geen bijzondere instructie.
Resultaten Manipulatiecheck Om na te gaan of de manipulatie van de onafhankelijke variabele geslaagd was, werden een aantal analyses uitgevoerd met de variabelen die als manipulatiecheck dienden. Ten eerste werd gekeken naar de twee vragen die aan de vrouwen in de treatmentgroep werden gesteld over het toepassen van de regels. De vraag of het moeilijk werd gevonden om zich aan de regels te houden, werd op een 7-punt-schaal gemiddeld met een 2.4 beantwoord. Dit resultaat week significant af van 4, het middenpunt van de schaal t(35) = -7.10, p < .001. Aangezien 1 stond voor heel makkelijk en 7 voor heel moeilijk, kan worden gezegd dat de vrouwen het makkelijk vonden om zich aan de regels te houden. De tweede vraag was, of ze dachten dat het was gelukt om zich eraan te houden (1 = helemaal niet gelukt, 7 = volledig gelukt). Deze vraag werd gemiddeld met een 6.4 beantwoord. Ook deze uitkomst wijkt significant af van het middenpunt van de schaal t(35) = 22.23, p <.001. De vrouwen zeggen dus dat het grotendeels is gelukt om zich aan de regels te houden. Ten tweede werd nagegaan of de mannen op de gewenste manier reageerden en of hun indruk van de vrouwen die ‘hard-to-get’ speelden verschilde van de indruk in de controlegroep. Als de manipulatie geslaagd is, is te verwachten dat de mannen de vrouwen in de ‘treatmentgroep’ beoordelen als meer afwachtend dan de vrouwen in de controlegroep. Ook zou er een verschil moeten zijn in de beoordeling van het gemak waarmee de vrouwen te veroveren zijn. Het effect van conditie op deze twee variabelen werd getoetst met behulp van een MANOVA. Hierbij werd geen significant verschil gevonden voor de multivariate toets F(2,55) < 1. Dit houdt in dat de mannen de vrouwen in de twee groepen even makkelijk te veroveren vonden (M = 4.70, M = 4.60) en ook in gelijke mate afwachtend (M = 4.26, M = 4.13). Verder moest worden gecontroleerd of de vrouwen misschien niet te extreem zijn geweest in het toepassen van de regels. Er stond in de regels dat de vrouwen zich afwachtend moesten gedragen, maar dat ze wel mochten laten blijken dat ze de man leuk vinden (als dat
Monique Pollmann 0003905
17
Vinden mannen vrouwen leuker die moeilijk te veroveren zijn?
zo was tenminste). En misschien hebben de vrouwen dit te veel gedaan en zou daarom geen effect van ‘hard-to-get’ spelen te vinden zijn omdat de mannen juist denken dat ze heel leuk worden gevonden. Maar als de vrouwen het goed hebben gedaan dan zou er gemiddeld geen verschil mogen zijn tussen de twee groepen in de mate waarin de man denkt dat hij leuk werd gevonden en in de mate waarin ze complimenten hebben gekregen. In een tweede MANOVA werd daarom getoetst of er geen verschil was in de hoeveelheid complimenten die de vrouwen hebben gegeven en in de indruk die de mannen hadden over hoe leuk de vrouwen hun vinden. Er werden geen significante verschillen gevonden: F(2,55) < 1.083, p = .345. De mannen rapporteerden een gelijke hoeveelheid complimenten in de twee groepen (M = 3.39, M = 3.03) en hadden in gelijke mate de indruk dat de vrouwen hen leuk vonden (M = 3.89, M = 4.05). Als laatste manipulatiecheck werd gekeken of de vrouwen in de hard-to-get conditie inderdaad terughoudender waren in het opnemen van contact met de man dan de vrouwen die geen instructies hadden gekregen. Dit kon worden getoetst met behulp van de vraag wie het meeste initiatief had genomen, die de man en de vrouw beiden hadden beantwoord. Er werd voor de mannen en de vrouwen apart gekeken wie zij aanwezen als de persoon die het meeste initiatief had genomen. De mogelijke antwoorden waren man, vrouw of allebei in gelijke mate. De kruistabellen van de antwoorden van de vrouwen en mannen op deze vraag zijn weergegeven in tabel 1. Wat hierbij opvalt is dat de meeste mensen de man aanwijzen als degene die het meeste initiatief heeft genomen. Dit fenomeen is echter makkelijk ermee te verklaren dat de mannen de opdracht hadden gekregen om als eerste contact op te nemen.
Tabel 1. Beoordeling door vrouwen en mannen wie het meeste initiatief had genomen.
hard-to-get controle
man 33 24
vrouwen vrouw 1 1
evenveel 1 7
man 25 23
mannen vrouw 2 4
evenveel 9 4
Om na te gaan of de frequenties significant verschilden werd per geslacht een Chikwadraat toets uitgevoerd. Bij de vrouwen werd een marginaal significant verschil gevonden: ² = 5.80, p = .055. Dit betekent dat de vrouwen in de controleconditie vaker dan de vrouwen in de ‘hard-to-get’ conditie aangeven dat de man en de vrouw evenveel initiatief hadden genomen. Bij de mannen werden geen significant verschillende frequenties gevonden ² = 2.313, p = .315. In de populatie worden bij de twee condities even vaak de man, de vrouw en allebei aangewezen als degene die het meeste initiatief had genomen.
Monique Pollmann 0003905
18
Vinden mannen vrouwen leuker die moeilijk te veroveren zijn?
Hoofdanalyses Na de analyses voor de manipulatiecheck werd vervolgens onderzocht of de manipulatie het beoogde effect op de afhankelijke variabelen had. De variabelen om te meten of de man meer commitment voelt bij de vrouwen die ‘hard-to-get’ gedrag vertonen en of deze als waardevoller worden gezien werden opgenomen in een MANOVA. De variabelen die de mate van commitment meten, waren de beoordeling van de man over hoe open, geïnteresseerd en initiatiefrijk hij was geweest en de mate waarin de vrouw vond dat de man initiatiefrijk was geweest. De variabelen die weergeven hoe waardevol de man de vrouw vindt waren: de beoordeling van de aantrekkelijkheid, bijzonderheid, aardigheid en leukheid van de vrouw, de hoeveelheid geld die de man ervoor over zou hebben om de vrouw nog een keer te zien, de beoordeling van de man over de mate waarin hij denkt dat hij en de vrouw bij elkaar passen en de mate van spijt die de man verwacht als hij het contact niet voortzet. Een aantal van deze variabelen moesten eerst worden aangepast voordat ze in een MANOVA konden worden gebruikt. Ten eerste werd de vraag hoeveel geld de man ervoor over zou hebben om de vrouw (nog) een keer te kunnen zien met erg uiteenlopende bedragen beantwoord. Om een normaalverdeling van deze variabele te bereiken werd een logaritmische transformatie uitgevoerd. Ten tweede werd voor de variabelen die de hoeveelheid contact meetten de gemiddelden berekend tussen de antwoorden van de man en de antwoorden van de vrouw. Ten derde werden de variabelen aantrekkelijkheid, bijzonderheid, aardigheid en leukheid samengevat tot de variabele indruk. Deze subschaal had een betrouwbaarheid van α = .80. Tenslotte werden ook de variabelen die de houding van de man tijdens het contact meetten (open, geïnteresseerd en initiatiefrijk) samengevat tot de variabele ‘houding’ (α = .76). De afhankelijke variabelen die in de MANOVA werden gebruikt waren dus de variabelen ‘houding’, ‘initiatiefrijk volgens vrouw’, ‘indruk’, ‘geld’, ‘passen’ en ‘spijt’. De conditie werd wederom gebruikt als onafhankelijke variabele met de niveaus ‘hard-to-get’ en controle. De gemiddelden van deze variabelen voor de twee condities zijn weergegeven in tabel 5. Hierbij is te zien dat alleen bij de variabelen geld en initiatief van de man volgens de vrouw het verschil tussen de gemiddelden de verwachte richting heeft.
Tabel 5. De gemiddelden van de conditie hard-to-get en controle op de verschillende afhankelijke variabelen.
Monique Pollmann 0003905
19
Vinden mannen vrouwen leuker die moeilijk te veroveren zijn?
afhankelijke variabele ‘houding’ ‘initiatiefrijk volgens vrouw’ ‘indruk’ ‘geld’ ‘passen’ ‘spijt’
hard-to-get conditie 5.06 4.60 4.63 0.77 3.74 2.77
controleconditie 5.20 4.31 4.76 0.25 3.92 3.15
Er werden dan ook geen significante effecten gevonden. De multivariate F van conditie was F(6,49) < 1. En ook bij de univariatie toetsen werden nergens significante verschillen gevonden. Dit betekent ten eerste, dat de mannen die contact hadden met vrouwen die ‘playing hard-to-get’ toepasten deze vrouwen niet aardiger, aantrekkelijker, leuker of bijzonderder vonden dan de mannen die met vrouwen uit de controleconditie contact hadden gehad. Ten tweede hadden de mannen er niet meer geld voor over om hun partner (nog) een keer te zien, verwachtten ze niet meer spijt te hebben wanneer ze het contact niet zouden voortzetten, en vonden ze van zichzelf dat ze zich niet opener, geïnteresseerder en initiatiefrijker hadden opgesteld dan de mannen die in de controleconditie zaten. Ook gaven de vrouwen in beide condities even hoge scores voor de vraag hoe initiatiefrijk ze de man vonden.
Mogelijke storende variabelen Ten eerste werd bij de vrouwelijke deelnemers een mogelijke storende variabele onderzocht. Aan de vrouwen werd gevraagd of ze normaalgesproken in de liefde eerder het initiatief nemen of dat ze zich eerder afwachtend opstellen. De vrouwen werden at random aan de condities toegewezen, dus daarom zou dit geen storende variabele mogen zijn. Voor de zekerheid werd echter gekeken of de twee typen vrouwen (afwachtend/initiatiefrijk) in gelijke mate over de twee condities werden verdeeld. Hiervoor werd een Chi-square toets uitgevoerd. Hieruit bleek dat er samenhang bestaat tussen de conditie en de eigen beoordeling van initiatiefname ²(1) = 7.70, p = .006. In de ‘playing hard-to-get’ conditie zaten significant meer vrouwen die zichzelf als afwachtend inschatten (N = 21) dan in de controleconditie (N = 8). En in de ‘playing hard-to-get’ (N = 15) zaten significant minder vrouwen die zichzelf als initiatiefrijk inschatten dan in de controleconditie (N = 24). De bijbehorende kruistabel is weergegeven in tabel 6.
Tabel 6. Kruistabel van conditie (hard-to-get / controle) * initiatief (initiatiefrijk / afwachtend)
Monique Pollmann 0003905
20
Vinden mannen vrouwen leuker die moeilijk te veroveren zijn?
hard-to-get
controle
initiatiefrijk
15
24
afwachtend
21
8
De gevonden verschillen kunnen een effect zijn van de conditie, in die zin dat vrouwen die de opdracht krijgen om ‘hard-to-get’ te spelen daardoor eerder geneigd zijn zichzelf als afwachtend in te delen. Voor de zekerheid werd echter toch gecontroleerd wat de resultaten zouden zijn als men de eigen indeling van de vrouwen als natuurlijke groepen beschouwd. De eigen indeling van de vrouwen werd daarvoor gebruikt als onafhankelijke variabele met de niveaus afwachtend en initiatiefrijk. Verder zijn er dezelfde afhankelijke variabelen gebruikt als bij de MANOVA met de gemanipuleerde groepen resp. ‘houding’, ‘initiatiefrijk volgens vrouw’, ‘indruk’, ‘geld’, ‘passen’ en ‘spijt’. Er werden ook bij deze natuurlijke groepen geen significante effecten gevonden: multivariate F (6,49) = 1.88, p = .10. De volgens eigen beoordeling afwachtende vrouwen worden dus niet aardiger, leuker, meer bijzonder of aantrekkelijker gevonden dan de van nature initiatiefrijke vrouwen. Verder hebben de mannen ook niet meer geld over voor afwachtende vrouwen, denken ze niet meer spijt te hebben als ze het contact niet voorzetten en tonen ze niet meer openheid, interesse of initiatief dan bij de vrouwen die initiatiefrijk zijn. Ten tweede zou het zo kunnen zijn dat het voor het effect van ‘playing hard-to-get’ uitmaakt in hoeverre de man uit zichzelf geneigd is om het initiatief te nemen. Het is makkelijk voor te stellen dat er mannen zijn die er niet van houden om het initiatief te moeten nemen en dit liever aan de vrouw overlaten. Als dat soort mannen in contact komen met vrouwen die ‘hard-to-get’ spelen dan zouden ze tegen hun wil in moeite moeten doen en dat zou ertoe kunnen leiden dat ze de vrouw negatiever beoordelen. Om een effect hiervan uit te sluiten werd de beoordeling van de mannen over hoe initiatiefrijk zij zichzelf vinden opgenomen in de MANOVA van de hoofdanalyse om er rekening mee te kunnen houden. De resultaten veranderden daardoor echter nauwelijks. Ook door rekening te houden met de mate waarin de man graag het initiatief neemt werden er geen significante effecten gevonden. De multivariate F van conditie was F(16,28) = 1.10, p = .402 en de multivariate F van de interactie tussen de conditie en de initiatiefindeling was F(16,28) < 1. Het effect van ‘playing hard-to-get’ is dus in gelijke mate bij initiatiefrijke mannen en afwachtende mannen aanwezig, of beter gezegd afwezig.
Monique Pollmann 0003905
21
Vinden mannen vrouwen leuker die moeilijk te veroveren zijn?
Factoren die attractie bevorderen Met de grote dataset met variabelen die beschikbaar was, werd vervolgens op een exploratieve manier gekeken welke factoren dan wel invloed kunnen hebben op de mate van attractie die tussen twee personen bestaat. De attractie werd in de onderstaande analyses gemeten met behulp van de variabelen ‘passen’ (beoordeling over hoe goed een persoon denkt dat de ander bij hem/haar past), ‘vervolg’ (de neiging van een persoon om nog een keer iets met de ander af te spreken) en ‘indruk’ (gemiddelde van de beoordeling van de aantrekkelijkheid, aardigheid, leukheid en bijzonderheid van de ander (α =.80). Ten eerste werden de variabelen onderzocht die in het begin van het onderzoek werden gebruikt om goede koppelingen te maken. Door aan te tonen dat deze variabelen van invloed zijn op attractie kan in ieder geval worden gezegd dat op een goede manier is gekoppeld. De eerste aanname die hierbij werd gemaakt was dat een grotere overeenkomst in attitudes zou leiden tot meer attractie. Om dit te toetsen werd de correlatie tussen de antwoorden op de attitudevragenlijst gebruikt als predictor voor het voorspellen van de variabelen ‘passen’, ‘vervolg’ en ‘indruk’. De correlaties, b-gewichten en t-waardes van deze regressieanalyses zijn weergegeven in tabel 7. Tabel 7. B-gewichten en t-waardes van de predictor correlatie in attitudes op de criteria ‘passen’, ‘vervolg’ en ‘indruk’.
passen bij elkaar indruk van partner vervolg van contact
correlatie .218 .155 .075
b-gewicht 1.45 0.69 0.39
t-waarde 2.54* 1.82 .843
*significante t-waardes zijn gemarkeerd met een *
Wat betreft de variabele ‘passen’ heeft het b-gewicht de verwachte richting (b = 1.45) en de gevonden t-waarde is significant (t = 2.54, p = .012). Dat betekent dat hoe groter de correlatie op de attitudevragenlijst hoe eerder mensen het gevoel hebben dat de ander bij hen past. Wat betreft de variabelen ‘indruk’ en ‘vervolg’ was dit niet het geval. Het b-gewicht van ‘indruk’ heeft wel de verwachte lading (b = 0.69), maar de t-waarde is niet significant: t = 1.82, p = .071. Het b-gewicht van ‘vervolg’ had niet de verwachte richting (b = 0.39) aangezien bij deze vraag een lagere score een grotere neiging om nog een keer iets af te spreken betekende. De t-waarde is dus niet significant (t < 1). Ten tweede werd de factor aantrekkelijkheid gebruikt. Hierbij werd ervan uit gegaan dat een grotere overeenkomst in aantrekkelijkheid zou leiden tot meer attractie. Daarom
Monique Pollmann 0003905
22
Vinden mannen vrouwen leuker die moeilijk te veroveren zijn?
werden mensen alleen maar gekoppeld als ze hooguit een punt verschilden op de 5-puntsschaal waarop ze zichzelf een score voor aantrekkelijkheid moesten geven. Dit heeft geleid tot een te kleine spreiding in de overeenkomst van aantrekkelijkheid, zodat niet kon worden getoetst of een grotere overeenkomst in aantrekkelijkheid van invloed is op de mate van attractie. Wat wel opvalt is dat van die oorspronkelijke grote overeenkomst in aantrekkelijkheid, die werd gecreëerd met behulp van de eigen beoordeling, niet veel overbleef bij een controle van de overeenkomst van de wederzijdse beoordelingen. De koppels hadden een gemiddelde correlatie van r = .59 (p < .01) in aantrekkelijkheid gemeten als eigen beoordeling. Op basis van de wederzijdse beoordeling is er nog maar een correlatie van r = .02 (n.s.) te vinden. Dat wijst erop dat er een groot verschil zit in de eigen beoordeling van aantrekkelijkheid en de beoordeling van een ander. Dit is ook terug te vinden in de kleine en niet significante correlatie tussen de eigen beoordeling van aantrekkelijkheid en de beoordeling van de ander (r = .10, n.s.). Er geldt echter op het gebied van aantrekkelijkheid en relaties ook dat mensen de voorkeur geven aan aantrekkelijke personen (Byrne, Ervin & Lamberth, 1970). Daarom werd vervolgens de aantrekkelijkheidscore die iemand aan de ander had toegekend als afhankelijke variabele gebruikt om de behoefte om het contact voort te zetten (‘vervolg’) en de indruk of men bij elkaar past (‘passen’) te voorspellen. De indruk die mensen hadden van hun partner werd niet als criterium gebruikt, omdat hierin de aantrekkelijkheid is verwerkt en deze al hoog met de andere variabelen van ‘indruk’ correleerde (zie tabel 5.). De uitgevoerde regressieanalyses met aantrekkelijkheid van de ander als predictor en ‘passen’ en ‘vervolg’ als criteria wezen uit dat er samenhang bestaat tussen de beoordeling van de aantrekkelijkheid van de ander en de indruk over hoe goed mensen denken dat de ander bij hen past (t = 8.81, p < .001). En ook wat de neiging betreft om het contact voort te zetten had het b-gewicht van aantrekkelijkheid een significant voorspellende waarde (t = -4.23, p < .001). Aangezien de bgewichten in beide gevallen ook de verwachte lading hadden (b = 0.724 en b = -0.326) kan worden gesteld dat hoe hoger de beoordeling van de aantrekkelijkheid van de ander, hoe groter het gevoel dat de ander bij je past en hoe groter de neiging om het contact voort te zetten. Zie tabel 8. voor een overzicht van de correlaties tussen de predictor en de criteria en de b-gewichten en t-waardes.
Monique Pollmann 0003905
23
Vinden mannen vrouwen leuker die moeilijk te veroveren zijn?
Tabel 8. B-gewichten en t-waardes van de predictor aantrekkelijkheid van de partner op de criteria ‘passen’ en ‘vervolg’.
passen bij elkaar vervolg van contact
correlatie .633 -.374
b-gewicht 0.724 -0.326
t-waarde 8.81* -4.23*
*significante t-waardes zijn gemarkeerd met een *
Verschillen tussen mannen en vrouwen Verder leek het ook nog interessant om te kijken of er verschillen zijn in de antwoorden die mannen en vrouwen geven op de vragenlijst over het contact dat ze hebben gehad. Hiervoor werden de items van de vragenlijst ingedeeld in drie subschalen. De eerste twee schalen zijn al eerder besproken en heten ‘indruk’ en ‘houding’ en meten de indruk die de partners van elkaar hadden en hun houding tijdens het contact. Het verschil met de eerder besproken analyses is wel dat nu uiteraard ook de ‘indruk’ die de vrouwen van de mannen hadden en de houding van de vrouwen zijn opgenomen in de analyse. De derde schaal ging over het contact zelf en werd gevormd met de variabelen die meetten hoe ontspannen, soepel, leuk en prettig de mannen en vrouwen het contact beleefden. Deze subschaal had een betrouwbaarheid van α = .77. Op deze schalen werd gekeken of mannen en vrouwen verschillen in de scores die zij geven. De t-toetsen voor gekoppelde paren wezen uit dat mannen en vrouwen significant verschillende scores geven op de schalen ‘indruk’ (t (67) = 3.86, p < .001) en ‘houding’ (t (65) = 2.18, p = .033), maar niet op ‘contact’ (t (65) <1). Mannen hebben dus een positievere indruk van de vrouwen dan de vrouwen van de mannen hebben (M = 4.76 vs. M = 4.22). En ze beoordelen hun eigen houding als opener, geïnteresseerder en initiatiefrijker dan de vrouwen (M = 5.16 vs. M = 4.82). Het verloop van het contact beoordelen ze echter allebei gelijk (M = 4.85, M = 4.82). Deze gemiddelden zijn grafisch weergegeven in Figuur 1.
Discussie Manipulatiecheck en hoofdhypothese De hoofdhypothese van dit onderzoek was de aanname dat ‘playing hard-to-get’ van een vrouw zou leiden tot een hogere mate van commitment en meer initiatief van de man. Uit de resultaten kan worden geconcludeerd dat ‘playing hard-to-get’ in dit onderzoek geen effect heeft gehad. Er werden op de verschillende afhankelijke variabelen geen significante verschillen gevonden tussen de scores, die mannen toekennen aan vrouwen die ‘hard-to-get’
Monique Pollmann 0003905
24
Vinden mannen vrouwen leuker die moeilijk te veroveren zijn?
speelden en vrouwen die geen instructies hadden gekregen. Dit geldt voor het aardig, aantrekkelijk, leuk en bijzonder vinden van de vrouwen. Maar mannen denken ook niet dat vrouwen die ‘hard-to-get’ waren beter bij hen zouden passen, ze hebben er niet meer geld voor over om de vrouw nog een keer te mogen zijn en ze denken niet dat ze meer spijt zouden krijgen wanneer ze het contact niet zouden voortzetten. Verder is er ook geen verschil te zien in het gedrag dat de mannen vertonen. Voor vrouwen die ‘hard-to-get’ zijn werd verwacht dat de mannen meer interesse en initiatief zouden tonen en dat ze zich opener op zouden stellen. Dit werd allemaal niet bevestigd. Het is dus aannemelijk om te stellen dat ‘playing hard-toget’ geen invloed heeft gehad. De metingen voor de manipulatiecheck doen echter vermoeden dat het al eerder in het onderzoek niet helemaal is gegaan zoals bedoeld. Volgens de eerste reeks variabelen die als manipulatiecheck dienden en die bij de vrouwen zelf werden gemeten lijkt het alsof ze geen problemen hadden met het toepassen van de regels. Ze geven namelijk duidelijk aan dat het makkelijk was om zich aan de regels te houden en dat dat ook is gelukt. De antwoorden op deze vraag kunnen echter sociaal wenselijk zijn. Dat is ook begrijpelijk, want de opdracht die ze van de onderzoeker kregen was om ‘hard-to-get’ te spelen en aan de vrouwen werd gevraagd om van tevoren aan te geven als zij er bezwaar tegen hadden. Dit werd bijna niet gedaan en de vrouwen hadden op deze manier dus toegestemd om het te doen. Om dan achteraf te zeggen dat het niet is gelukt zou aan de ene kant het breken van een belofte zijn en aan de andere kant het falen om een opdracht uit te voeren. Dit zijn allebei geen wenselijke uitkomsten en daarom wordt er wellicht doorgaans positief op geantwoord. Dat de vrouwen in de ‘hard-to-get’ conditie zich afwachtend hebben opgesteld is dan ook niet terug te vinden bij de vraag wie het meeste initiatief heeft genomen. Hierbij was er volgens de mannen geen verschil tussen de twee condities in de mate waarin de man of de vrouw het initiatief had genomen. Bij de vrouwen werd een marginaal significant verschil gevonden dat vooral tot stand kwam omdat vrouwen in de hard-to-get conditie minder vaak zeiden dat allebei het initiatief hadden genomen. Deze antwoorden kunnen echter ook weer sociaal wenselijk zijn. Dit vooral omdat er een klein verschil was in de beoordeling van de mannen en de vrouwen. Theoretisch zou er geen verschil mogen zijn, omdat het gaat om een observeerbaar gedrag waar ze allebei bij aanwezig waren en zelf hebben meegemaakt. Als de vrouwen zich echt aan de regels hadden gehouden zouden de mannen en de vrouwen in de ‘playing hard-to-get’ conditie vooral de man moeten hebben aangewezen als degene die het meeste initiatief nam. Op basis van deze variabele kan dus niet worden bevestigd dat er echt ‘hard-to-get’ gedrag door de vrouwen werd vertoond. Monique Pollmann 0003905
25
Vinden mannen vrouwen leuker die moeilijk te veroveren zijn?
Verder is er ook geen verschil gevonden in de beoordeling van de afwachtendheid van de vrouwen in de twee groepen. De mannen vonden de vrouwen die ‘hard-to-get’ moesten zijn even afwachtend als de vrouwen in de controlegroep. Ook was er geen verschil in de mate van veroverbaarheid voor de vrouwen in de twee condities. Als de vrouwen succesvol waren geweest in het ‘hard-to-get’ spelen, dan zouden ze de indruk moeten hebben gekweekt dat ze moeilijk te veroveren zijn. Dat is blijkbaar niet gelukt. Er is dus alleen volgens de vrouwen zelf succesvol ‘hard-to-get’ gespeeld. Dit is op twee manieren te verklaren: ofwel de vrouwen hebben niet echt hun best gedaan en de regels niet goed aangehouden, of de mannen hadden niet door dat er ‘hard-to-get’ werd gespeeld. In ieder geval moet de vraag worden gesteld waar het niet terug kunnen vinden van het effect van de ‘hard-to-get’ conditie aan kan liggen.
Verklaringen Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de vrouwen er niet genoeg van overtuigd waren dat het van voordeel kan zijn en er dus niet volledig achter stonden. Er werd aan de vrouwen weliswaar verteld dat er aanwijzingen zijn dat het werkt, maar misschien was het niet overtuigend genoeg en vonden de vrouwen het daarom raar om de regels toe te passen. Wat vooral opvalt is dat bij de koppels die echt een relatie kregen en waarbij de vrouw ‘hardto-get’ moest spelen, deze na een korte tijd aan de onderzoeker vertelden dat ze ermee waren gestopt omdat ze ‘er echt voor willen gaan’. En ook de vrouwen waarbij geen relatie ontstond gaven soms aan dat ze het onnatuurlijk vonden. Blijkbaar voelde het voor de vrouwen dus nog steeds alsof ze zich anders voor moesten doen dan ze echt zijn en vinden ze dat niet fijn. Het lijkt daarom belangrijk om ervoor te zorgen dat de vrouwen die de opdracht krijgen om ‘hardto-get’ te spelen hier ook volledig achter staan en overtuigd zijn dat het zou kunnen helpen. Een andere verklaring waarom in dit experiment geen effect van ‘playing hard-to-get’ werd gevonden kan worden gezocht in de over het algemeen lage mate van attractie die bij de meeste koppels is gemeten. Ondanks dat de koppelingen met grote zorg werden gemaakt was het succes ervan klein. In totaal zijn er maar vijf echte relaties ontstaan en gingen de meeste koppels ook niet in het echt afspreken, maar bleef het contact beperkt tot e-mailen en msnen. In dat soort gevallen was het voor de vrouwen misschien moeilijk om echt duidelijk ‘hard-toget’ gedrag te vertonen, omdat veel regels betrekking hebben op afspraken en telefoongesprekken en minder goed werken bij e-mail contact. Zo mag een vrouw bijvoorbeeld volgens de regels niet meteen terugbellen als de man heeft gebeld. Als dit wordt toepast op het e-mail contact dan zou het betekenen dat er enkele dagen moet worden gewacht Monique Pollmann 0003905
26
Vinden mannen vrouwen leuker die moeilijk te veroveren zijn?
met het beantwoorden van de mail van de man. Dit is echter bij het e-mailen helemaal niet ongebruikelijk. Het komt vaak voor dat mensen hun e-mails niet elke dag kunnen checken en ook al doen ze dat wel, dan hebben ze vaak geen tijd of zin om meteen terug te mailen. Als de vrouwen die ‘hard-to-get’ moesten spelen dus hebben gewacht met het terugmailen, totdat ze er zin en tijd voor hadden, dan was dat niet zozeer een teken van terughoudendheid maar eigenlijk normaal. Fein en Schneider hebben in 2002 een boek uitgebracht met regels voor online dating. De regels die hier in staan waren misschien meer van toepassing geweest op de opzet van dit onderzoek. Hier is niet voor gekozen om het algemener te houden maar het was achteraf misschien toch beter geweest om van deze specifiekere regels gebruik te maken. Verder heeft de lage mate van attractie ook tot gevolg dat het helemaal niet uitmaakt of de vrouw ‘hard-to-get’ speelt of niet. Bij de mannen wordt ervan uit gegaan dat er in het begin tenminste al een basisaantrekking is, die verhoogd wordt. Als er helemaal geen interesse bij de man aanwezig is, dan heeft ook ‘hard-to-get’ gedrag geen nut. Dat zeggen ook Fein en Schneider (1995) in hun boek en adviseren vrouwen alleen maar moeite voor mannen te doen die ook interesse tonen, anders is het volgens hen onbegonnen werk. Maar ook als de vrouw geen interesse heeft in de man, dan wordt het meteen onzin om ‘hard-to-get’ te gaan spelen. De regels leggen de nadruk erop dat de vrouw afspraken of telefoongesprekken eerder moet beëindigen dan ze normaalgesproken zou willen. Als ze echter bij het begin van een afspraak al denkt dat het niets wordt en dat ze het liefst meteen weer weg wil, dan kan er niet echt meer sprake zijn van ‘hard-to-get’ gedrag. Het zou ook nog kunnen zijn dat er sprake is geweest van een storende variabele. Dit omdat er meer vrouwen in de ‘playing hard-to-get’ conditie zichzelf indelen als een afwachtend type dan vrouwen in de controleconditie. Als dat zo is, dan was het misschien voor een groot deel van de vrouwen niet nodig om nog iets aan hun gedrag te veranderen omdat ze zich al terughoudend genoeg vonden en zijn ze vervolgens niet echt nog meer ‘hardto-get’ geweest dan ze normaal zijn. Er zou in dat geval dus geen sprake zijn van een echte manipulatie. En omdat er in de andere groep ook vrouwen aanwezig zijn die zichzelf afwachtend vinden wordt het verschil tussen de twee groepen vrouwen te klein om er een effect van te meten. Hierbij moet echter erop worden gewezen dat deze variabele achteraf is gemeten. De vrouwen werden dus eerst ingedeeld in de twee condities en pas op een later punt werd gevraagd hoe afwachtend c.q. initiatiefrijk zij zichzelf vinden. Het kan dus zijn dat de vrouwen die de opdracht hadden om ‘hard-to-get’ te spelen daardoor zijn beïnvloed in hun oordeel over hoe afwachtend zij normaal gesproken zijn. Dit zou gebeurd kunnen zijn, omdat bij de uitleg van de regels staat dat er aanwijzingen zijn dat het van voordeel kan zijn om zich Monique Pollmann 0003905
27
Vinden mannen vrouwen leuker die moeilijk te veroveren zijn?
als vrouw terughoudend op te stellen. Daardoor kregen de vrouwen misschien de indruk dat het een wenselijke eigenschap is en beoordeelden ze zich op een later tijdstip als afwachtender. In dat geval zou het gevonden verschil dus tot stand komen door de manipulatie en is het geen storende variabele meer maar is het een effect van conditie. Er zijn ook nog methodologische problemen die ervoor hebben kunnen gezorgd dat de resultaten niet waren zoals verwacht. Zo was het door de opzet via internet niet mogelijk om in hoge mate te controleren wat er gebeurt. Het contact met de deelnemers was meestal beperkt tot het versturen en verkrijgen van vragenlijsten. Het was dus redelijk anoniem en de deelnemers voelden zich daardoor misschien minder betrokken bij het onderzoek. Voor de vrouwen die de opdracht hadden gekregen om ‘hard-to-get’ te spelen zou dat kunnen betekenen dat ze zich minder verplicht voelden om het ook echt te doen, maar vooral ook eerder geneigd waren om aan andere mensen te vertellen dat ze een opdracht hadden gekregen. Dit is aannemelijk omdat de onderzoeker soms mannen tegenkwam die deelnamen en die vroegen wat voor opdracht de vrouwen hadden gekregen. Hierbij gaat het om enkele gevallen, maar het is wel aannemelijk dat het vaker is gebeurd. Dit ook omdat veel vrouwen het spannend en grappig vonden om een opdracht te krijgen en dan is de neiging groot om het aan iemand te vertellen. Als dit echt op grote schaal is gebeurd, dan zou het kunnen dat de mannen die erachter waren gekomen dat sommige vrouwen ‘hard-to-get’ spelen hier rekening mee hebben gehouden bij het invullen van de vragenlijsten. Omdat het voor mannen niet echt leuk is als ze weten dat er een spelletje met hen wordt gespeeld, kunnen ze vrouwen waarbij ze een vermoeden hebben dat deze ‘hard-to-get’ zijn negatiever hebben kunnen beoordeeld. Wat ook de argwaan van sommige mannen kan hebben gewekt is het feit dat zij altijd degenen waren die contact op moesten nemen. Als een man meerdere keren gekoppeld werd of als hij contact had met andere mannen die ook deelnamen kon het opvallen dat het altijd de mannen waren die de opdracht kregen om het eerste mailtje te sturen terwijl het zogenaamd at random was bepaald. Daardoor werden ze misschien minder gemotiveerd om contact op te nemen en zou dit vooral in de ‘playing hard-to-get’ conditie ertoe leiden dat er weinig contact ontstaat. Al met al kan worden gezegd dat er ook in dit onderzoek helaas niet eenduidig is aangetoond of ‘playing hard-to-get’ effect heeft of niet. Misschien is het toch gewoon iets dat mannen hebben bedacht om te rechtvaardigen dat ze een blauwtje hebben gelopen. Dan kunnen ze altijd nog zeggen dat de vrouw gewoon ‘hard-to-get’ speelt maar dat ze eigenlijk heel graag wil.
Monique Pollmann 0003905
28
Vinden mannen vrouwen leuker die moeilijk te veroveren zijn?
Factoren die attractie bevorderen Wat blijkbaar wel een belangrijke factor is voor de mate van attractie die er bestaat tussen twee mensen is de mate van aantrekkelijkheid. Ook in dit onderzoek is weer bevestigd dat met de aantrekkelijkheidscore, die iemand aan de ander geeft het beste kan worden voorspeld of er sprake is van attractie of niet. Hoe aantrekkelijker je de ander beoordeelt hoe eerder je het gevoel hebt dat die ander bij je past en hoe groter de kans dat je het contact voort wil zetten. Aantrekkelijkheid lijkt dus een grotere voorspellende waarde voor de mate van attractie te hebben dan de overeenkomst in attitudes. Deze had alleen maar een significant voorspellende waarde op het gevoel dat de ander bij je past. Toch kan ervan uit worden gegaan dat de verschillende criteria die gebruikt werden om te koppelen niet voor niets zijn gehanteerd. Zonder te letten op overeenkomsten in attitudes en aantrekkelijkheid was de kans op succesvolle koppelingen nog kleiner geweest. Deels houden hier zelfs Fein en Schneider (1995) rekening mee. Ook zij weten dat aantrekkelijkheid een belangrijke factor is. Zij benadrukken dan ook meteen in de eerste twee hoofdstukken van hun boek dat vrouwen voor zichzelf moeten zorgen en er mooi uit moeten zien. Vrouwen die als minder mooi worden beoordeeld maken minder kans op een voortzetting van het contact. Vrouwen zouden dus in ieder geval ervoor moeten zorgen dat ze, eventueel met behulp van make-up en mooie kleren, het beste uit zichzelf halen. En als toevoeging kan het ook nog van voordeel zijn om bij gesprekken met een potentiële partner de overeenkomsten in attitudes te benadrukken. Ook hiermee wordt zijn gevoel dat je bij hem past versterkt. Maar dit geldt dus niet alleen voor vrouwen. De effecten van aantrekkelijkheid en attitudegelijkheid werden bij mannen en vrouwen gevonden. Dus ook voor mannen geldt dat ze meer kans bij vrouwen maken als ze aantrekkelijk zijn. Ook voor hen is het dus belangrijk om aandacht aan hun uiterlijk te besteden. En ook voor mannen geldt dat ze eerder attractie oproepen bij vrouwen die overeenkomstige attitudes hebben.
Verschillen tussen mannen en vrouwen De exploratieve analyses over verschillen tussen mannen en vrouwen in de waarneming van contact met een datingpartner wezen uit dat de twee geslachten inderdaad niet altijd gelijke beoordelingen geven. Wat betreft de indruk van de ander en de eigen houding tijdens het contact gaven mannen hogere scores dan de vrouwen. Alleen de beoordeling van het contact zelf, hoe ontspannen, soepel, leuk en prettig het was verlopen, stemden bij mannen en vrouwen overeen. Dit is ermee te verklaren dat ze hierbij allebei Monique Pollmann 0003905
29
Vinden mannen vrouwen leuker die moeilijk te veroveren zijn?
hetzelfde moesten beoordelen. Het ging om het contact dat ze allebei mee hebben gemaakt en waarvan ze gewoon weten hoe het is verlopen. Bij de andere twee variabelen gaat het om wederzijdse beoordelingen, zo moet bij de variabele ‘indruk’ de man de vrouw beoordelen en de vrouw de man. Dat hierbij verschillen ontstaan is waarschijnlijker omdat het grond van twee redenen kan gebeuren. Zo zou de positievere indruk die de mannen hadden tot stand kunnen komen omdat vrouwen inderdaad aantrekkelijker, aardiger, leuker en bijzonderder zijn dan mannen, of het kan betekenen dat mannen eerder dan vrouwen hoge scores toekennen bij de beoordeling van een ander. Het lijkt echter niet echt waarschijnlijk dat vrouwen in het algemeen aantrekkelijker, aardiger, leuker en bijzonderder zijn dan mannen, daarom is de tweede verklaring de meest plausibele. Maar dan is nog niet duidelijk waarom mannen positievere beoordelingen geven. Een verklaring hiervoor kan zijn dat ze sneller tevreden zijn dan vrouwen. Vrouwen zijn vaak kritischer bij het uitkiezen van een partner, omdat ze veel investeren wanneer ze een relatie aangaan en kinderen krijgen (Buss, 1994). Mannen kunnen gerust in meer vrouwen geïnteresseerd zijn, omdat ze altijd nog kunnen kiezen of ze bij een vrouw blijven die zwanger is of dat ze gewoon weglopen. Het tweede verschil werd gevonden bij de beoordeling van de eigen houding van het contact. Mannen geven zichzelf hogere scores voor openheid, interesse en initiatiefname dan vrouwen. Ook hier kan het verschil in beoordeling aan de ene kant eraan liggen dat mannen zich inderdaad in het algemeen anders opstellen dan vrouwen en aan de andere kant kan het zo zijn dat mannen hun eigen houding eerder positief beoordelen dan vrouwen dat over hun houding doen. Voor de eerste verklaring valt te zeggen, dat als mannen inderdaad een positievere indruk van de vrouwen hadden, het ook wel aannemelijk is, dat ze dan geïnteresseerder zijn dan de vrouwen en zich dus ook zo opstellen. Het zou dus hier inderdaad zo kunnen zijn dat mannen een andere houding aannemen bij het contact met een potentiële partner dan vrouwen, gewoon omdat ze ook echt geïnteresseerder zijn. Maar voor de tweede verklaring valt te zeggen, dat de mannen misschien consistent willen zijn in hun antwoorden. Als ze een vrouw positief beoordelen en dan vervolgens zeggen dat hun houding niet echt open, geïnteresseerd en initiatiefrijk was, dan is dat niet consistent. En mensen streven erna om zo consistent mogelijk te zijn (Festinger, 1957, in Brehm, Kassin, Fein, 1999), daarom is het ook plausibel dat de mannen niet echt een andere houding hadden dan de vrouwen, maar dat alleen maar van zichzelf vinden. Er zijn dus meerdere verklaringen te bedenken waarom mannen en vrouwen verschillen in hun oordeel over de ander en hun eigen houding. In vervolgonderzoek zou men een aantal verklaringen kunnen uitsluiten of bevestigen, door buitenstaande observatoren ook Monique Pollmann 0003905
30
Vinden mannen vrouwen leuker die moeilijk te veroveren zijn?
scores te laten geven voor de indruk die ze van beide personen hebben en van de houding die zij bij de man en de vrouw waarnemen. Door deze maat te vergelijken met de scores die de mannen en vrouwen zelf geven kan worden onderzocht of er inderdaad verschillen bestaan in de indrukken die mannen en vrouwen achterlaten en de houdingen die zij aannemen, of dat het een kwestie van vertekende eigen waarneming is.
Monique Pollmann 0003905
31
Vinden mannen vrouwen leuker die moeilijk te veroveren zijn?
Referentielijst Agnew, C.R., & Gephart, J.M.(2000). Testing the rules of commitment enhancement: Separating fact from fiction. Representative Research in Social Psychology, 24,41-47. Buss, D.M.(1994). The evolution of desire: Strategies of human mating. New York, NY: Basic Books Brehm, S.S., Kassin, S.M., & Fein, S.(1999). Social Psychology. Boston, NY: Houghton Mifflin Company Byrne, D., Ervin, C. E., & Lamberth, J. (1970). Continuity between the experimental study of attraction and real-life computer dating. Journal of Personality and Social Psychology, 16,157-165. Fein, E.,& Schneider, S.(1995). The Rules. Time-tested secrets for capturing the heart of Mr. Right. New York, NY: Warner Books Fein, E., & Schneider, S.(2002). The Rules for online dating: Capturing the heart of Mr. Right in cyberspace. New York, NY: Warner Books Feingold, A. (1988). Matching for attractiveness in romantic partners and same-sex friends: A meta-analysis and theoretical critique. Psychological-Bulletin, 104, 226-235 Lynn, M., & Bogert, P.(1996). The effect of scarcity on anticipated price appreciation. Journal of Applied Social Psychology, 26, 1978-1984 Mansell, J. (1994). Tophit. Amsterdam, Luitingh Shaneau, J., & Nagy, G.F.(1979). Probability of acceptance in dating choice. Journal of Personality and Social Psychology, 37, 522-533 Walster, E., Walster, W., Piliavin, J., & Schmidt, L. (1973). Playing hard to get: Understanding an elusive phenomenon. Journal of Personality and Social Psychology, 26, 113-121. www.therulesbook.com www.cybersuitors.com
Monique Pollmann 0003905
32