Locatieplan 2013-2014
Visser ’t Hooft Lyceum Locatie Leiderdorp 2013-2014
Inhoudsopgave Inleiding
3
Missie en visie Visser ’t Hooft Lyceum
4
Visie op onderwijs locatie Leiderdorp
5
Speerpunten
7
Werkwijze
8
Monitoring en evaluatiecyclus
8
BIJLAGEN
2
De organisatie
10
Balance Scorecard 2013-2014
13
Uittreksel ICT beleidsplan
15
Inleiding De locatie Leiderdorp van het Visser ’t Hooft Lyceum is sinds 1 augustus 2012 onderdeel van SCOL, Stichting Confessioneel Onderwijs Leiden. Deze organisatie telt 10 scholen voor primair onderwijs en 8 locaties voor voortgezet onderwijs. Binnen het kader van het centrale schoolplan leggen de verschillende scholen hun voornemens vast in een locatieplan. Dit is het plan van de locatie Leiderdorp voor het schooljaar 2013/2014. In dit plan worden onze speerpunten op het gebied van onderwijs en organisatie beschreven en uitgewerkt. Dit plan sluit aan op het onderwijsplan 2011-2012. In het voorjaar van 2013 heeft het Locatie management team (lmt) een SWOT analyse gemaakt. De uitkomst hiervan is de basis geweest voor een brede bespreking in de organisatie. Er is overleg geweest met de docenten, de onderwijsgroep, de ouders (via het ouderplatform) en de leerlingen (via het leerlingenparlement). Op dit moment is het plan in bespreking met de recent opgerichte DMR. Daarnaast zijn de prestatieafspraken van het bestuursakkoord VO voor 2015 opgenomen: - hogere prestaties van leerlingen - verbetering van de onderwijskwaliteit - vergroting van de kwaliteit van leraren en schoolleiders. De Balance Scorecard (bijlage II) biedt een overzicht van het geheel van speerpunten, indicatoren, normen en benodigde acties. De resultaten worden alleen behaald als we rekening houden met de kritische succesfactoren.
Het locatieplan omvat de volgende onderdelen: de missie en visie van het Visser 't Hooft Lyceum en de visie van de locatie Leiderdorp op het onderwijs als vertrekpunt een beschrijving van de speerpunten voor het komend schooljaar een uitwerking van de beoogde werkwijze om de doelen te halen richtlijnen en termijnen voor de evaluatie van de resultaten van het onderwijsplan en het bepalen van het vervolg daarop Als bijlagen worden aan het locatieplan toegevoegd: Bijlage I De organisatie van de locatie Bijlage II De Balance Scorecard 2013-2014 Bijlage III Uittreksel uit het ICT-beleidsplan
3
Missie en visie Visser ’t Hooft Lyceum Het Visser ’t Hooft Lyceum is een school waar we in de persoonlijke ontmoeting leren van elkaar. We geven leerlingen kansen en dagen hen uit hun talenten te ontdekken en te ontwikkelen. We hebben een protestants-christelijke identiteit, met als kernwaarden zorg en respect voor elkaar en voor de aarde.
De school… is een plek waar iedereen in zijn waarde wordt gelaten. is een plek waar iedereen zich erkend en veilig voelt. Onderwijs inhoudelijk De school… biedt kwalitatief goed onderwijs. stimuleert een actieve, zelfstandige en kritische manier van leren. verzorgt een breed scala aan opleidingen en vakken. integreert maatschappelijke ontwikkelingen in het onderwijsaanbod. integreert nadrukkelijk sport en kunst in het onderwijsaanbod. besteedt binnen het lesprogramma aandacht aan levensbeschouwelijke vraagstukken. besteedt binnen het lesprogramma aandacht aan maatschappelijke vraagstukken. stimuleert de ontwikkeling van de leerling tot wereldburger. Onderwijs didactisch De school… verzorgt onderwijs vanuit persoonlijke betrokkenheid bij de leerling. realiseert een optimale leeromgeving. zorgt voor afwisseling in didactische werkvormen. laat de samenhang tussen vakken zien. stemt het onderwijs af op persoonlijke capaciteiten en behoeften. biedt waar gewenst verdieping en verrijking. biedt waar nodig extra begeleiding. zet eigentijdse voorzieningen in. Onderwijs pedagogisch De school… probeert het beste uit leerlingen te halen. komt leerlingen in hun persoonlijke leerdoelen optimaal tegemoet. is te allen tijde aanspreekbaar op het didactisch en pedagogisch handelen. bereidt leerlingen zo goed mogelijk voor op een dynamische samenleving. Organisatie De school… zorgt voor een uitnodigend, aantrekkelijk gebouw. onderhoudt een optimale communicatie met de ouders. erkent verschillen in onderwijsaanbod, didactiek en cultuur van de locaties. buit de voordelen uit van de ligging in een Randstedelijke omgeving. hecht belang aan een duurzame bedrijfsvoering. Medewerkers De school… streeft voortdurend naar goed gekwalificeerde en competente medewerkers. zorgt voor een gestructureerde begeleiding van medewerkers. stimuleert ontwikkeling en groei van medewerkers.
4
Kwaliteit De school… evalueert met regelmaat de kwaliteit van het onderwijs en de organisatie. evalueert met regelmaat het welbevinden van de medewerkers en leerlingen. doet met regelmaat onderzoek naar de tevredenheid van ouders.
Visie op onderwijs locatie Leiderdorp De locatie Leiderdorp heeft op basis van de missie en visie van de school een 'eigen' visie op onderwijs geformuleerd. Deze visie is een gevolg van de initiatieven die de afgelopen jaren vanuit het locatieteam zijn ontwikkeld.
Het ontwikkelingsperspectief van de locatie Van visie op onderwijs naar uitwerking Het onderwijsprogramma richt zich op het aanleren van kennis en vaardigheden, maar ook op gedrag en houdingsaspecten. Het aanbod houdt rekening met verschillen tussen leerlingen door altijd de mogelijkheid tot zowel hulp als verdieping aan te bieden. Er is variatie in werkvormen. Deze werkvormen passen bij de onderwijsinhoud, zijn activerend en motiverend en benutten de voordelen van de omgeving waarin ze worden uitgevoerd. Samenhang wordt onder meer vormgegeven door middel van een projectweek en in toenemende mate ook daarbuiten tijdens de reguliere lesuren, in het lokaal en op het plein. Voor een doorlopende leerlijn onderhouden we goede contacten met basisscholen en vervolgopleidingen. Voor de interne doorstroom van onderbouw naar bovenbouw maken we gebruik van de bestaande interne overlegorganen (sectie en Werkgroep DrieVier). We volgen de ontwikkeling van de leerlingen die de school verlaten en betrekken die ontwikkeling bij de evaluatie van ons onderwijs. We evalueren ons onderwijs regelmatig, onder meer met het doel het onderwijs aan te passen aan de veranderingen in de samenleving. We willen een leerling opleiden die zowel zelfwerkend als samenwerkend kan plannen en leren. Een leerling die verantwoordelijkheid ontwikkelt voor zijn leerproces en daar sturing aan geeft, die zijn zelfstandigheid en eigen leerstijl ontdekt en inzet, die taakgericht is en hulp vraagt als het nodig is. Een leerling die gemotiveerd raakt voor zijn schoolwerk door variatie in aanbod van activerende werkvormen, die samenhang ervaart in zijn schoolvakken en die zich daardoor kan oriënteren op wie hij is, wat hij kan en wat hij wil. Een leerling die ervaart dat hij samen met ons werkt aan zijn ontwikkeling. De leerling laat zien dat hij verantwoordelijkheid ontwikkelt voor zijn leerproces door systematisch te werken met de studieplanner, zelf te starten met zijn geplande werkzaamheden tijdens pleinuren, zelf initiatief te nemen om vragen te stellen, maar ook om antwoorden te vinden. Hij leert door individueel ontdekken én door samenwerking met leeftijdgenoten. Hij ziet de docent als vakman en coach, en weet deze ook zo te benaderen: als bron van vakinhoudelijke informatie, maar ook als begeleider van het leerproces. In gesprekken met de mentor toont de leerling ontwikkeling in het reflecteren op wie hij is, wat hij kan en wat hij wil. Kortom, de leerling ontwikkelt zich op het gebied van kennis, vaardigheden en houding.
Van visie op werken binnen het team naar uitwerking
Als docent maken we vaker gebruik van individuele contacten met leerlingen en groeien we in onze rol van coach in het onderwijsproces. We willen meer onderwijs op maat bieden en onze expertise gerichter inzetten. We willen de leerling uitdagen de diepte in te gaan en hem ondersteunen op momenten van afhankelijkheid. We willen door gedeelde verantwoordelijkheid met de leerling meer betrokkenheid en motivatie ervaren. We willen ervaren dat de leerling ons nodig heeft als mens en als vakman.
5
Een docent die lesgeeft op het Visser 't Hooft Lyceum Leiderdorp is zowel een 'goede vakman' als een 'prima coach'. Dat betekent dat hij beschikt over voldoende vakinhoudelijk niveau en didactische kwaliteiten én over voldoende pedagogische kwaliteiten en kennis van leerproblemen. De docent kan daardoor tegelijkertijd zowel vakgericht als leerlinggericht werken. De docent is voldoende vaardig op ICT-gebied om de voordelen van het gebruik van ICT te benutten in het onderwijsproces. De docent is gericht op samenwerking met anderen in het kernteam en in het aandachtsgebied en is ondersteunend naar zijn collega's. Hij deelt zijn expertise met collega's en maakt ook zelf gebruik van die van zijn collega's.
Van visie op organisatie en middelen naar uitwerking Het gebouw is opgedeeld in lokalen en pleinen, die elk een eigen karakter geven aan de onderwijsactiviteit die daar plaatsvindt. Lokalen zijn voorzien van digitale schoolborden om de docenten meer mogelijkheden te bieden om variatie in de instructie te geven (bijvoorbeeld interactief, meer via beelden dan woorden). Elk plein is ingericht naar de specifieke wensen van het aandachtsgebied. Het aantal computers op het plein is in elk aandachtsgebied voldoende om op de gewenste manier te kunnen werken. Er is een elektronische leeromgeving (ELO) waar leerling en docent regelmatig gebruik van maken. Elk aandachtsgebied zet structureel onderwijsassistenten in ter ondersteuning van de docenten. Een onderwijsassistent is flexibel en breed inzetbaar en beschikt bovendien over voldoende ‘onderwijskwaliteiten’, nog uit te werken in de functieomschrijving van onderwijsassistent.
6
Speerpunten EEN FINANCIEEL GEZONDE SCHOOL
De Stichting Confessioneel Onderwijs Leiden kampt als geheel met een begrotingstekort. Dit wordt hoofzakelijk veroorzaakt door een flinke kostenstijging. Het licht dalend leerlingaantal speelt ook een rol. In dit kader voert ook de locatie Leiderdorp een grote bezuinigingsoperatie uit. Het aantal fte voor het primaire proces is verminderd van 39,9 naar 33,0, in het management van 3,4 naar 2,7 en de taakuren voor leerlingbegeleiding zijn met ruim 35% verminderd. Dit alles om een financieel gezonde school te worden. ONTWIKKELING PERSONEELSBELEID
Een complete, goed functionerende gesprekscyclus (POP-, functionerings- en beoordelingsgesprekken) is het uiteindelijke doel. De locatie zal hieraan uitvoering geven binnen de kaders van de Stichting. Op de locatie is de follow-up van het traditionele functioneringsgesprek een belangrijk aandachtspunt. Het LMT gaat hiermee voortvarend aan de slag. ONTWIKKELING ONDERWIJS
De speerpunten die de locatie Leiderdorp in het schooljaar 2013-2014 stelt voor het onderwijs hebben in algemene zin stuk voor stuk betrekking op het verhogen van het onderwijsrendement. We willen zorg dragen voor een kwaliteitsverbetering van het onderwijs door het aanleggen en inzetten van een rijk en gevarieerd palet aan werkvormen, in het lokaal én op het plein, waardoor iedere leerling gestimuleerd wordt het maximale uit zichzelf te halen. Ook gaan we ons verdiepen in de uitgangspunten van Opbrengstgericht werken (OGW): het systematisch evalueren van de leerresultaten van de leerlingen, gericht op het verbeteren van het lesaanbod om zo tot excellente resultaten voor iedere leerling te komen. Daarmee is didactiek het belangrijkste onderwijskundige speerpunt voor het komend schooljaar. Het is echter van groot belang in te zien dat werken aan didactiek gekoppeld is aan de pedagogische basishouding in onze samenwerking met de leerling. Het in de locatievisie beschreven gedrag van docent en leerling en het ontwikkelingsperspectief van de locatie (bijlage) blijven het vertrekpunt voor de manier waarop we de hieronder gestelde speerpunten uitwerken. DIDACTIEK SPECIFIEK
De locatie Leiderdorp werkt in het schooljaar 2013-2014 aan de volgende onderwerpen: aanbod voor de getalenteerde leerling pilot 2VMBYOD verbetering resultaten Nederlands en Engels versterking bèta-profiel toetsing en RTTI Voor elk onderwerp wordt door de betrokkenen een actieplan opgesteld. De speerpunten: pilot 2VMBYOD, versterking bèta-profiel en toetsing en RTTI zijn gestart in het schooljaar 2012-2013 en krijgen hun vervolg in het huidige school jaar. AANBOD VOOR DE GETALENTEERDE LEERLING (EIGENAAR JOS NIJHOF)
De docenten die lesgeven in het vwo krijgen de opdracht om binnen hun vak een specifiek aanbod voor de getalenteerde leerling te ontwikkelen. Onder leiding van het kernteam vwo zal er een plan worden opgesteld om de structuur te bepalen waarbinnen dit aanbod kan worden uitgewerkt. Het kernteam vwo zal de bij dit onderwerp betrokken docenten tijdens het schooljaar direct aansturen.
7
PILOT 2VMBYOD (EIGENAAR JOHN VAN DER BLOM)
ICT biedt nieuwe mogelijkheden voor samenwerking en communicatie tussen leerlingen onderling, maar ook tussen leerling en docent. ICT kan dus een zeer krachtige leeromgevingzijn voor de leerling om in te leren. ( zie bijlage III uittreksel van het ICTbeleidsplan)Vanuit deze visie is er gestart met een pilot in klas 2 mavo. Deze klas draait een pilot om ervaring op te doen met Bring Your Own Device (BYOD) over een langere periode. De kernteams met een mavo-component en het ICT-coördinaat sturen de pilot aan. NEDERLANDS EN ENGELS (EIGENAAR MARIJE VELDHUIS)
Voor de vakken Engels en Nederlands blijven de examen resultaten achter bij de uitstekende scores van de andere vakken. Het gemiddeld CE cijfers behoort tot de 11% beste scholen van Nederland. Bij Engels( percentiel 3) is de score ver onder het landelijk gemiddelde. Bij Nederlands is een verbetering te zien maar nog fragiel over drie jaar genomen. De secties Nederlands en Engels krijgen de opdracht te werken aan het verbeteren van de vak resultaten. Dit alles blijkt het rapport van de afdeling kwaliteitszorg. De secties zullen daarbij aan de slag gaan volgens de methodiek van het opbrengstgericht werken. De locatiedirecteur verstrekt de opdracht en stuurt het proces aan. VERSTERKING BÈTA-PROFIEL (EIGENAAR JOHN VAN DER BLOM)
De secties in het sciencegebied van de school gaan het komend jaar werken aan versterking van het bètaprofiel van de locatie. Zowel in het mavo- als in het havo-vwo-deel van de school gaan we aan de slag met het uitwerken van de doorlopende leerlijn science (en technologie), het vergroten van de interesse van leerlingen voor bèta-profielen en het verstevigen van samenwerking met andere bètagerichte scholen en vervolgopleidingen. TOETSING EN RTTI (EIGENAAR IRIS HOUBA)
Alle docenten werken ook in het komende schooljaar aan uitbreiding van het aantal RTTItoetsen. In ieder leerjaar en in elke (cijfer)periode neemt elk vak minimaal één toets af die RTTI gescoord wordt. Voorafgaand aan de rapportvergaderingen verzamelen de teamleiders voor de klassen 1 tot en met 3 de scores. Bij de rapportvergaderingen worden de overzichten van deze scores gebruikt bij de bespreking van de prestaties van de leerlingen. Hierdoor is een beslissing over een leerling breed gefundeerd en krijgt de leerling helder zicht op zijn eigen leerproces. De verhoogt de kwaliteit van het onderwijs.
Werkwijze WERKPLAATS DIDACTIEK
De werkplaats didactiek heeft als doel het verbeteren van het didactisch klimaat. Ofschoon de opbrengsten de inspectie tevreden stemmen willen wij de kwaliteit van het leerrendement verbeteren. Om in het komende jaar ruimte te maken voor het werken aan ons onderwijs hebben we ervoor gekozen om de dinsdagmiddag in te richten als werkplaats. Het doel van de werkplaats is om gezamenlijk lessen voor te bereiden, onderwijskundige ontwikkelingen bespreken en te werken aan professionalisering. In het jaarrooster zijn 25 middagen opgenomen waarop alle collega’s op school aanwezig zijn om met elkaar gericht te werken aan de genoemde onderwerpen. Elke werkplaatsmiddag start om 14.00 uur en eindigt om 16.30 uur. Aanwezigheid is verplicht, de verdere invulling ligt bij de docenten en de coördinatoren van het aandachtsgebied. OPBRENGSTGERICHT WERKEN
De secties Nederlands en Engels krijgen dit jaar de opdracht om hun manier van werken vorm te geven volgens de richtlijnen van het ‘opbrengstgericht werken’. De docenten in deze twee
8
vakken zullen als eersten in de school ervaring opdoen met deze methodiek. Ook de overige secties maken aan het begin van het schooljaar kennis met opbrengstgericht werken, maar zijn verder vrij om te kiezen of ze deze methodiek meteen al willen inzetten.
Monitoring en evaluatiecyclus MONITORING
De werkplaats didactiek zal 21 middagen plaats vinden. Iedere middag volgen twee eden van het LMT de gesprekken, de onderwerpen en het resultaat van die middag. Er is een format ontwikkeld wat wordt ingevuld. Het LMT publiceert na elke dinsdag in de Week-A-Vier een actueel overzicht van werkzaamheden. Zo kunnen docenten elkaar benaderen, zowel binnen als buiten het aandachtsgebied, als ze met gelijksoortige onderwerpen bezig zijn. EVALUATIECYCLUS
Op basis van de prestatienormen en prestatie indicatoren uit de Balance scorecard wordt de ontwikkeling en de resultaten gemeten. In de actieplannen van de vijf genoemde speerpunten worden evaluatiemomenten opgenomen. De manier van evalueren zal per onderwerp verschillen, maar in elk geval zullen de leerlingen en de betrokken collega’s daarin een rol spelen. Het locatieplan als geheel zal tussentijds en aan het eind van het schooljaar worden geëvalueerd vanuit het LMT, waarbij de DMR en de onderwijsgroep een actieve rol krijgen. De uitkomsten van de evaluatie zullen in de managementrapportage (MARAP) worden opgenomen ter bespreking met het bestuur.
9
Bijlage I De organisatie van de locatie De locatie Leiderdorp huisvest een havo-atheneum onderbouw, een gymnasiumonderbouw en een complete opleiding mavo. We werken met twee typen heterogene brugklassen: een mavo-havo brugklas en een havo-vwo brugklas. Daarnaast is er een atheneum-gymnasium brugklas. De leerlingen van de afdelingen havo, atheneum en gymnasium stromen na het derde leerjaar door naar de bovenbouw op de locatie Leiden. De mavo-leerlingen stromen na het examen grotendeels door naar het mbo, een kleine minderheid stroomt door naar 4 havo. TEAMS
Het onderwijzend personeel (OP), het docententeam van Leiderdorp, is verdeeld over vier kernteams: een kernteam brugklassen, een kernteam 2 en 3 vwo (atheneum en gymnasium), een kernteam 2 mavo en 2 en 3 havo, en een kernteam 3 en 4 mavo. Naast de kernteams zijn de docenten verdeeld over vijf aandachtsgebieden, te weten: talen (Ne, Gr, La, Fa, Du, En, Sp), science (wi, na, sk, bi, tno), mens en maatschappij (ak, gs, gd, ma), kunst (bv, mu, dr) en sport (b&s). Iedere docent maakt deel uit van een kernteam, van een aandachtsgebied en van een locatieoverstijgende vaksectie. De verdeling van de docenten over kernteams en aandachtsgebieden is in principe zo, dat in elk kernteam alle aandachtsgebieden vertegenwoordigd zijn (bij voorkeur ook alle vakken) en in elk aandachtsgebied alle kernteams. De locatie-overstijgende vaksectie wordt aangestuurd door een sectievoorzitter die verantwoordelijk is voor de afstemming van de leerstof tussen de verschillende locaties. De sectie zorgt er zo voor, dat de leerlingen van 3 havo en 3 vwo van verschillende locaties met een vergelijkbaar niveau instromen in de bovenbouw. Elk kernteam wordt aangestuurd door een teamleider. De teamleiders vormen samen met de locatiedirecteur het locatiemanagementteam (LMT). Het LMT stuurt de locatie aan op gebied van onderwijs, organisatie, personeel, financiën en beheer, begeleiding en communicatie. Elke teamleider heeft binnen het LMT bepaalde verantwoordelijkheden op deze terreinen, vastgelegd in het document Taakverdeling LMT. De aandachtsgebied coördinator coördineert zijn/haar aandachtsgebied. De coördinatoren van de aandachtsgebieden vormen samen met twee leden van het LMT (portefeuille onderwijs) de onderwijsgroep. De leden van de onderwijsgroep beheren gezamenlijk de invulling en uitvoering van het onderwijs op de locatie. Dat betekent concreet dat alles wat praktisch, organisatorisch en inhoudelijk met het onderwijs en de ontwikkeling daarvan te maken heeft, onder hun gezamenlijke aansturing valt. Alle kernteams zijn in de onderwijsgroep vertegenwoordigd. Het takenpakket van de kernteams is wezenlijk anders dan dat van de aandachtsgebieden. De kernteams dragen in principe zorg voor: de organisatie en uitvoering van alle begeleidingsaspecten van leerling tot klas (sociaalemotioneel, cognitief en pedagogisch, alg. studievaardigheden) de kwaliteit van deze begeleiding van leerlingen de organisatie en uitvoering van het mentoraat de ontwikkeling en het functioneren van de docenten de organisatie en uitvoering van introductieweek en afsluiting schooljaar de loopbaanoriëntatie en keuzebegeleiding
10
De aandachtsgebieden dragen in principe zorg voor: de organisatie van de onderwijsinhoud (didactiek, vakken in samenhang, kennis en vaardigheden) de kwaliteit van de onderwijsinhoud de organisatie van de lessen binnen het fysieke aandachtsgebied de organisatie en uitvoering van de projectweek in december Ondanks de hierboven aangegeven verdeling, zal er altijd sprake zijn van een zekere overlap in de werkzaamheden van kernteam en aandachtsgebied op het gebied van onderwijs. Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat er vanuit het kernteam de behoefte ontstaat om, specifiek voor de leerlingengroep van het kernteam, onderwijskundige accenten aan te brengen die raken aan de onderwijsinhoud die vanuit de aandachtsgebieden wordt vormgegeven. Daarnaast zit er een duidelijke overlap in de inzet en belasting van personeel. Vanuit beide teams worden opdrachten en taken verdeeld onder de teamleden. Op deze twee punten wordt afstemming en/of samenwerking tussen kernteam en aandachtsgebied als volgt georganiseerd: De samenstelling van de onderwijsgroep waarborgt grotendeels automatisch uitwisselingsmogelijkheden voor samenwerking en afstemming Ook de samenstelling van de kernteams en de aandachtsgebieden garandeert deze uitwisselingsmogelijkheden Verdeling van verantwoordelijkheden: De lijn der verantwoordelijkheden voor zowel onderwijs als personeel loopt in principe altijd via teamleider en LMT De onderwijsgroep werkt onder de directe verantwoordelijkheid van het LMT Initiatieven vanuit het kernteam op gebied van onderwijs worden door de teamleider ingebracht in het LMT en vervolgens besproken in de onderwijsgroep Inzet en belasting van personeel (en alle overige personeelszaken) vallen onder de directe verantwoordelijkheid van de teamleider De zorgteamleider valt onder de directe verantwoordelijkheid van de locatiedirecteur. Naast kernteams en aandachtsgebieden is er een zorgteam. De wijze waarop de zorg is georganiseerd, is beschreven in het zorgplan van de school. Vanuit het zorgteam vindt aansturing plaats van remedial teaching, LGF-begeleiding (‘rugzakjes’), leerlingbegeleiding, het zorg- en adviesteam (ZAT) en de coördinatie van alle overige zorgaspecten in de school. Het zorgteam wordt inhoudelijk aangestuurd door de zorg coördinator. Verder is er in de school de werkgroep ICT. Deze groep verzorgt het netwerkbeheer van de locatie Leiderdorp, zowel het administratieve netwerk als het leerlingennetwerk. De werkgroep onderhoudt de bestaande middelen en doet voorstellen ter verbetering van de digitale ondersteuning van het onderwijsleerproces. Deze werkgroep valt onder de verantwoordelijkheid van de schoolbrede ICT-coördinator Het onderwijsondersteunend personeel (OOP) van de locatie is te verdelen in twee categorieën.
11
De eerste categorie ondersteunt de locatie op facilitair en administratief gebied, zoals leerlingadministratie, absentenregistratie, kantinebeheer, EHBO, enzovoort. De tweede categorie ondersteunt voornamelijk het onderwijsproces, door TOA (Technisch Onderwijs Assistent)-werkzaamheden, assistentie in de klas en op het plein, invalwerk bij absentie van docenten, enzovoort. Het OOP valt onder verantwoordelijkheid van de locatiedirecteur.
12
Bijlage II De Balance Scorecard 2013-2014 Ingevuld naar aanleiding van de SWOT (voorjaar 2013) Visie/Missie
Nummer Doelstelling
Kwalitatief goed onderwijs waarin de leerlingen worden uitgedaagd hun talenten te ontwikkelen.
2, 3, 4, 7
Veilig pedagogisch klimaat
2, 3, 4
Professioneel docententeam
5, 6, 7
Onderwijs gerelateerde zorgstructuur
6, 7
Een financieel gezonde school
1
Perspectief Doelstelling 1.Een financieel Financieel gezonde school
Klant en Inspectie
2.Tevreden ouders 3. Tevreden leerlingen
Prestatie indicator Sluitende begroting.
Ouder tevredenheidsonderzoek
Prestatienorm Personele kosten: Verminderen fte’s van 39,9 fte per 01-08-2012 naar 33,9 fte per 01-08-2013 Overige kosten uitvoeren conform begroting
Initiatieven Tijdelijke contracten niet verlengen.
Handhaven huidige percentage tevreden ouders
Continueren ouderplatform.
Leerlingen Handhaven huidige tevredenheidsonderzoek. percentage tevreden leerlingen.
Schooltaken reduceren. Maandelijkse monitoring door financiële rapportages
Continueren leerling parlement. Evalueren PR beleid. Evalueren aannamebeleid.
Aantal nieuwe aanmeldingen Percentage geslaagde leerlingen. 4. Kwalitatief goed onderwijs
Criteria inspectie Citoscores
Minimaal 180 nieuwe aanmeldingen in mei 2014. 50% hoger dan mavo 95% Instroom en uitstroom niveau komen overeen.
Evaluatie citoscores 2 keer per jaar op: leerlingniveau, groepsniveau en schoolniveau.
Verschil in SE en CE minder dan 0,2
13
Perspectief Doelstelling Prestatie indicator Interne 5.Ontwikkeling Een complete processen personeelsbeleid gesprekken cyclus. ( pop, functionerings- en beoordelingsgesprek)
Prestatienorm Alle medewerkers hebben jaarlijks één gesprek uit de cyclus.
Initiatieven Scholing teamleiders Vaststellen beloningsysteem Completeren gespreksprotocol Implementeren gespreksprotocol
Externe processen
6.Implementatie passend onderwijs
Criteria zorgplan samenwerkingsverband
De basiszorg is 100% ingevoerd per 01-08-2014
Innovatie
7. Invoeren opbrengstgericht werken.
De evaluatiecyclus van OGW
Sectie Engels en Nederlands werken binnen één jaar met de evaluatie cyclus OGW
Collegiale consultatie 1 keer per drie weken in didactische werkplaatsen Evaluatie persoonlijke actieplannen 3 keer per jaar.
8. Aanbod voor de getalenteerde leerling
Onderwijsaanbod voor VWO
100 % van de leraren evalueren de leerresultaten binnen 2 jaar Aanbod gereed met ingang van 2013/2014 voor VWO
Kritische succesfactoren Tevredenheid betrokkenen: Leerlingen Ouders Inspectie Personeel Onderwijsrendement: Slagingspercentage Goede beoordeling inspectie Verschil SE en CE Imago: Behoudt marktaandeel Oordeel leerlingen Oordeel ouders Schoolklimaat: Veiligheid leerlingen Veiligheid personeel Ziekte verzuim Financieel klimaat: Gezonde financiële situatie
14
Scholing docenten in omgaan met verschillen in de klas. Scholing handelingsplannen. Scholing groepshandeingsplannen. Start bij de secties Engels en Nederlands. Scholing opbrengst gericht werken in oktober. Maken van individuele actieplannen ter implementatie van opbrengst gericht werken. Scholing werkwijze collegiale consultatie. VWO team werkt een aanbod uit voor de getalenteerde leerling
Bijlage III Uittreksel uit het ICT-beleidsplan Hieronder volgt een passage uit het ICT beleidsplan ‘Leermiddelen in 2016’. Het plan voorziet in een groeiende rol van ICT in het aanbod en gebruik van leermiddelen door docent en leerling. In het volledige plan is na te lezen hoe de locatie Leiderdorp haar visie heeft vertaald ten aanzien van leermiddelen in het algemeen en de inzet van ICT in het bijzonder.
Waarom meer ICT? We zetten als school in op een flinke vergroting van het gebruik van digitale middelen in het onderwijsproces in 2016. Om deze vergrote inzet te verantwoorden volgt hier een korte motivatie.
Visie en motivatie Onze samenleving is inmiddels doordrenkt van ICT. De computer heeft zijn weg gevonden naar alle sectoren van de maatschappij en heeft een prominente plek in de privésituatie van zowel leerlingen als docenten. Het ligt voor de hand om ook op school in toenemende mate bij het leren en werken gebruik te maken van ICT. Digitaliseren van het onderwijs is echter geen doel op zich. Het toenemen van de inzet van digitale middelen moet het onderwijs ten goede komen. Wat heeft ICT te bieden? ICT maakt in het algemeen allerlei processen sneller, efficiënter en meer maatwerkgericht. Leerlingen ervaren het gebruik van digitaal leermateriaal veelal als inspirerend, omdat het een combinatie is van tekst, beeld en geluid. Daarnaast kan digitaal materiaal interactief zijn. Dat wil zeggen dat een leerling onmiddellijk een reactie krijgt op de opdrachten die hij uitvoert. Deze directe feedback werkt motiverend en geeft bovendien inhoudelijke sturing aan het leerproces. Zo ontstaan er nieuwe mogelijkheden om het leren op maat te maken voor iedere leerling. ICT kan leerlingen op deze manier meer eigenaar maken van het eigen leren. Dit bevordert zowel de activiteit van de leerling als zijn zelfstandigheid. De docent kan door het gebruik van ICT in toenemende mate differentiëren op niveau, op leerstijl en op leerproblematiek. Ook kan hij sneller inspelen op actuele ontwikkelingen. ICT kan leerprocessen beter in beeld brengen, leerling en docent kunnen meer inzicht krijgen en daardoor meer sturing geven aan het proces. ICT biedt nieuwe mogelijkheden voor samenwerking en communicatie tussen leerlingen onderling, maar ook tussen leerling en docent. ICT kan dus een zeer krachtige leeromgeving zijn voor de leerling om in te leren.
15