Liturgieën voor Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Paaswake voor de wijkgemeente Ambacht-Oost in de Bethelkerk,Vlaardingen, 28-30 maart 2013 Inleiding In dit boekje zijn de liturgieën opgenomen voor de drie vieringen, die aan de Paasmorgen voorafgaan. In deze diensten proberen we te raken aan het geheim van Christus’ lijden, sterven en opstaan. We gedenken de weg van verlossing die Jezus Christus gegaan is. De weg door het donker van angst, gebrokenheid en dood naar het licht van de opstanding en bevrijding tot een nieuw leven. Gedenken betekent niet alleen herinneren van gebeurtenissen uit het verleden. Door te gedenken, halen we het verleden naar het heden en verbinden wij ons met Christus die ook vandaag de Levende Aanwezige is. Deze vieringen gaan terug op de manier van vieren in de eerste Christelijke gemeenten. Op Witte Donderdag vieren wij (de instelling) van de Maaltijd van de Heer. We gedenken hoe Jezus met zijn leerlingen de joodse paasmaaltijd (Pascha) vierde. Daarbij wordt de bevrijding uit Egypte gevierd, een bevrijding die Jezus oppakt en een nieuwe dimensie geeft met inzet van zijn eigen leven. Daarnaar verwijzen het brood (“Dit is mijn lichaam”) en de wijn in de beker (“Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed”) Op Goede Vrijdag staat het evangelie van het lijden en sterven van Jezus centraal. Dit jaar luisteren we naar de passie volgens Johannes. Daartussen worden een aantal delen uit de Crucifixion van John Stainer, in een vertaling van Sytze de Vries door de cantorij gezongen. Het is prachtige muziek, gecomponeerd in 1887 en het geheel is meditatie over het lijden van Jezus. Het werk volgt in de opbouw de traditionele passie, waarbij de bijbelse tekst onderbroken wordt door reflectieve passages en momenten van aanbidding. De teksten van Sytze de Vries zijn poëtische herdichtingen. Door zijn vrije vertalingen wordt het werk dichterbij ons gebracht, omdat het 1
Engels van 19e eeuw en de theologie van het werk niet altijd even helder meer zijn. In de paaswake op Stille Zaterdag komen wij in het donker naar de stille kerk. Nog is de dood niet overwonnen. In deze dienst lezen we op weg naar het feest van de opstanding het verhaal van Jona. Het donker verdwijnt, het licht begint te schijnen. Eerst alleen de nieuwe paaskaars, later verdeelt het licht zich over de kerk. Wie een huispaaskaars of doopkaars heeft, wordt van harte uitgenodigd deze mee te nemen en aan te steken aan de paaskaars. Wij gedenken onze doop en vernieuwen de doopgelofte en belijden met elkaar dat wij als nieuwe mensen in verbondenheid met elkaar willen leven. En dan is het Pasen. De klok luidt voluit: ‘De Heer is waarlijk opgestaan! Witte Donderdag19.30 uur voorganger ds. Guus A.V. Fröberg en pastor Marja Griffioen organist Kees van den Berg Goede Vrijdag voorgangers organist cantorij
19.30 uur ds. Guus A.V. Fröberg en pastor Marja Griffioen Guus Korpershoek o.l.v. Ed Saarloos
Stille Zaterdag voorganger organist cantorij
22.00 uur ds. Guus A.V. Fröberg Kees van den Berg o.l.v. Ed Saarloos
Pasen
08.30 uur paasontbijt 09.45 uur zingen van paasliederen 10.00 uur ds. Guus A.V. Fröberg Guus Korpershoek
voorganger organist
2
Witte Donderdag 28 maart 2013 Wij bereiden ons in stilte voor op de dienst. In de consistorie wordt het consistoriegebed gebeden. Liturgische schikking Dienstbaar en zorgzaam Vanuit het oude testament: de matses (haastbrood) Vanuit het Nieuwe testament: Jezus wast de voeten van zijn leerlingen als teken van dienstbaarheid. (witte bloemetjes)
Welkom (We gaan staan)
3
Wij zingen 'Zo vriendelijk en veilig als het licht'
2 Want waar ben ik, als Gij niet wijd en zijd waakt over mij en over al mijn gangen. Wie zou ik worden, waart Gij niet bereid om, als ik val, mij telkens op te vangen. Ik leef niet echt, als Gij niet met mij zijt. Ik moet in lief en leed naar U verlangen.
Bemoediging V.: g.: V.: g.:
Onze hulp is in de Naam van de Heer die hemel en aarde gemaakt heeft die trouw is tot in eeuwigheid die niet laat varen het werk van zijn handen
4
Groet: V.: g.:
De Heer zij met u ook met u zij de heer (hierna gaan we zitten)
Wij zingen 'Zo vriendelijk en veilig als het licht' couplet 3 3 Spreek Gij het woord, dat mij vertroosting geeft, dat mij bevrijdt en opneemt in uw vrede. Ontsteek die vreugde die geen einde heeft, wil alle liefde aan uw mens besteden. Wees Gij vandaag mijn brood, zowaar Gij leeft Gij zijt toch zelf de ziel van mijn gebeden.
Kyriegebed Dienst van het Woord Lezing : Exodus 12: 15-20 Wij zingen 'Zomaar te gaan met een stok in je hand' ( tekst: Hanna Lam; melodie: Wim ter Burg), 1. Zomaar te gaan met een stok in je hand, zonder te weten wat je zult eten. Zomaar te gaan met een stok in je hand; eindeloos ver is ’t beloofde land. 2. Zomaar te gaan, wordt het leven of dood? Altijd maar banger, duurt het nog langer? Zomaar te gaan, wordt het leven of dood? In de woestijn worden kinderen groot. 3 Zomaar te gaan, met Zijn woord als bewijs, altijd maar lopen, altijd maar hopen. Zomaar te gaan met Zijn woord als bewijs: straks wonen wij in een paradijs.
Lezing Johannes 13:1-15 5
Wij zingen gezang 178 vers 2, 4, 6, 2 Heer, om uw zachtmoedigheid, vorst die op een ezel rijdt en om Sions onwil schreit, Kyrie eleison. 4 Om het brood, Heer, dat Gij breekt, om de beker die Gij reikt, om de woorden die Gij spreekt, Kyrie eleison. 6 Om het zwijgen, het geduld, waarmee Gij de wet vervult, als men vruchtloos zoekt naar schuld, Kyrie eleison.
Overdenking Wij zingen 'Gedenken wij dankbaar' (Tekst Huub Oosterhuis; Melodie 'Wilt heden nu treden') Gedenken wij dankbaar de daden des heren, zijn leven, zijn dood en verrijzenis. En dat wij oprecht tot Jezus ons bekeren, die onze God en leidsman ten leven is Hoe hadden wij onze bestemming vernomen, was Jezus de weg niet ten einde gegaan. Wie zouden wij zijn, als Hij niet was gekomen om in zijn lichaam onze dood te doorstaan Hoe zouden wij ooit voor elkaar kunnen leven, had Hij ons de liefde niet voorgeleefd, die tot de dood zich prijs heeft willen geven, die, Zoon van God, ons alles slaaf is geweest. Gij eerste der mensen, die weerloos en eenzaam als graan in de aarde gestorven zijt. Gij wordt ons brood, maak ons met U gemeenzaam, Van harte maak tot wederdienst ons bereid. 6
Dienst van de tafel Voorbeden Wij zingen 'Graan dat in de aarde'
7
2 Met geweld begraven werd de liefde Gods. Rest haar niets dan rusten in de harde rots? Jezus is dood, geen weg lijkt meer te gaan. Liefde groeit als koren, als het groene graan.
3 Zaad van God, verloren in de harde steen, en ons hart, in doornen vruchteloos alleen, heen is de nacht, de derde dag breekt aan. Liefde groeit als koren, als het groene graan.
Nodiging om een kring te vormen Gebedsgroet V. A. V. A. V. A.
De Heer is met u allen! Zijn vrede is met u! Verheft uw harten! Wij heffen ze op tot de Heer! Laten wij danken de Heer, onze God! Het past ons de Heer te danken!
Dankzegging eindigend met de woorden: ’met allen, die ons hebben voorgezongen, durven ook wij opnieuw onze stem te verheffen:’
8
Tafelgebed Vg. Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker, verkondigen wij de dood van de Heer, totdat hij komt! Allen: Maranatha! Avondmaalsgebed Onze Vader (oecumenische versie) Onze Vader die in de hemel zijt, uw naam worde geheiligd; uw koninkrijk kome; uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood en vergeef ons onze schulden. zoals ook wij onze schuldenaars vergeven; en leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen 9
Lam Gods:
Vredegroet V. De vrede van Christus met u allen! A Zijn vrede zij met u! Wij wensen elkaar de vrede van Christus toe. Inzettingswoorden voor het brood Rondgang van het brood Inzettingswoorden voor de wijn Rondgang van de wijn Dankgebed
10
Slotlied :
'Blijf bij mij en waak hier met mij, wakend en biddend, wakend en biddend' (Taizé)
Zending en zegen Collecte voor de diaconie bij de uitgang
Wilt u dit boekje a.u.b weer terugleggen, opdat we er t./m. zaterdag genoeg hebben?
11
Goede Vrijdag 29 maart 2013
Inleiding De dag van Christus‘ sterven en begrafenis is een boetedag. Daarom zijn de kaarsen op tafel gedoofd (deze zullen in de Paasnacht weer aan de nieuwe paaskaars worden ontstoken) en wordt het orgel slechts bespeeld om de gemeentezang te ondersteunen. Het is de verootmoediging die de lezingen en de gebeden stempelt. Op deze dag concentreren we ons geheel en al op het lijden en sterven van Jezus Christus. Maar wij mogen vandaag óók leven uit hetgeen de Heer voor ons heeft volbracht; het is tenslotte Góéde Vrijdag. De Goede Vrijdagliturgie kent geen intochtslied, geen bemoediging, geen groet, noch lofprijzing. De gemeente blijft dus gewoon zitten als de ambtsdragers de kerk binnenkomen. Pas wanneer zij, aan het einde van de dienst de kerk verlaten hebben, kunnen ook de gemeenteleden die dit wensen de kerk verlaten. We doen dit eveneens in stilte! Op Goede vrijdag is er geen collecte. Gedurende delen van de diensr zien we beelden uit een kruiswegstatie van Jan Toorop
Voorbereiding in stilte. Liturgische schikking Oneindige liefde De kleur voor goede vrijdag is rood: de kleur van het bloed van Christus dat geofferd is . Een zwarte doek als teken van de dood van Jezus.
Binnenkomst van de ambtsdragers
12
Wij zingen: Psalm 22 vers 1 en 2
2 Nochtans, op U, o God die heilig zijt en troont op lofgezangen, U gewijd door Israël dat Gij hebt uitgeleid, steunt ons vertrouwen, immers, de vaadren bleven op U bouwen, dat Gij hen naamt in heilige bescherming: Gij hebt, als zij U riepen om ontferming, hen niet beschaamd.
Inleiding op de Goede Vrijdag Gebed 13
Wij zingen: Psalm 22 vers 9 en 10 9 Gij hebt verhoord! O God, mijn Heer, ik zal U loven voor mijn broeders overal en in de kring van uw verkoren tal uw naam verkonden: `O broeders, die den HERE hebt gevonden, laat Hem uw spel, o zaad van Jakob, prijzen, en wil Hem vol ontzag uw eer bewijzen, o Israël!' 10 Want geenszins achtte mij de HEER gering, die lag vernederd in vernedering. Hij heeft mijn leven aan vernietiging niet prijsgegeven! Hij heeft zijn aanschijn over mij verheven en op mijn woord, dat met geween en klagen oprees tot Hem om zijne hulp te vragen, heeft Hij gehoord!
Dienst van het Woord Lezing Johannes 18 : 1-11 Wij zingen gezang 180 vers 1 t/m 4
14
2 Hoe dichtbij is de hof, waar Gij gewaakt hebt; verstaanbaar is de klacht, die Gij geslaakt hebt. Nog leeft de haat, die U kwam overvallen: zo zijn wij allen. 3 Wie heeft gewaakt van die het naaste stonden? Hij heeft hen driemaal slapende gevonden. Hij ging terug en heeft alleen geleden, eenzaam gebeden: 4 Laat Vader, deze beker Mij voorbijgaan; waar zijn de englen die Mij kunnen bijstaan? Maar, zo Ik niet dit lijden mag ontvlieden, uw wil geschiede.
Lezing Johannes 18 : 12-16 De cantorij en allen zingen : 'Kruis van Christus, hout der schande' (The Mystery of the Divine Humiliation)
Cantorij vers 1, 2, 5, 6, 9 ; allen 3, 4, 7, 8 en 10 1. Kruis van Christus, hout der schande, aan u kleeft onschuldig bloed, nu god zelf door mensenhanden aan u hangt en bloeden moet. 2. Die als koning der getijden troonde in het eeuwig licht, is hier toonbeeld van het lijden dat wij hebben aangericht.
15
4. Zal zijn licht voor altijd doven nu het duister alles dekt? Komen wij de nacht te boven die wij zelf hebben verwekt? 5. Die van engelen en machten dag en nacht de lof ontving, gaat alleen, alsdiep verachte, hangt er als verschoppeling. 6. Die zichzelf als leven water aan de mens te drinken schonk, – nu Hij grote dorst lijdt, staat er niemand met een koele dronk. 7. Voorspoed kent vaak vele vrienden: in zijn grootheid deelden wij. Maar van allen die Hem dienden staat geen mens Hem meer terzij. 8. Die in 't Licht vanuit de hoge naar ons mensen is afgedaald, gaat onder het kruis gebogen omdat onze liefde faalt. 16
9. En tot aan het ein der tijden staat het kruis hoog opgericht. In het menselijke lijden zien wij God in het gezicht. 10.Kruis van Christus, hout der schande, aan u kleeft onschuldig bloed, nu god zelf door mensenhanden aan u hangt en bloeden moet.
Lezing Johannes 18 : 17-27 De cantorij zingt : 'Zoon van David, om de slagen' (Litany of the Passion)
allen refrein vanaf couplet 3
1. Zoon van David, om de slagen, om de eenzaamheid zo groot, waardig koninklijk gedragen in uw liefde totterdood,
3. Om uw alleszeggend zwijgen bij de klap in uw gezicht, om het vals, onwaar getuigen in dat onterecht gericht, –
Refr. zie mij, smekeling hier staan, zie mij met ontferming aan!
Refr.
2. Om de leugens om de listen, om het vonnis, het verraad waarmee men uw lot besliste, Gij de doodsnacht binnengaat, –
4. Om de geest door U gegeven, liefde als uw laatste woord. – zelfs een moordenaar mag leven omdat Gij zijn vragen hoort –
Refr.
Refr. 17
5. Om dit schandhout van het lijden, deze last zwaar op de rug, levensboom van jood en heiden, bloeiend hout vol goede vrucht, – Refr.
Lezing Johannes 18 : 28-40 Wij zingen gezang 181 vers 1 en 3
3 Zeg mij, waarom men U aldus gehoond heeft, U dus, mijn vorst, gescepterd en gekroond heeft! Om voor mijn schuld verzoening te verwerven, moest Gij dùs sterven?
Lezing Johannes 19 : 1-7
18
De cantorij zingt: 'Als de Gekruisigde kijk Hij mij aan' (The Mystery of the Intercession)
Allen refrein vanaf couplet 2
1. Als de Gekruisigde kijkt Hij mij aan, omdat ook ik Hem dit aan heb gedaan. Hij wordt veracht, wordt vervloekt en bespot, lijkt in de nacht zelfs verlaten door God. Ik zweeg Hem dood, maar zijn ogen vol licht houdt Hij nog altijd op mij gericht. Refr. Hoe zou ik ooit nog vrijuit kunnen gaan? Jezus, gekruisgde, zie mij aan! 2. Ik heb U met al mijn leugens verkocht. Ik heb alleen maar mijzelf gezocht. Ik heb ook zelf U met doornen gekroond, kon niet geloven dat God in U woont. Toch wordt mijn schuld door U dubbel betaald, hebt Ge met liefde mijn naam herhaald. Refr. 3. Jij was mij in mijn doodsnood nabij, koos voor het donker, bleef niet aan mijn zij. Al heb je mij ook ten dode verwond en mij gesmaad in je hart, met je mond, toch is mijn liefde voor jou nooit gedoofd, in Gods genade heb ik geloofd. Refr. 19
4. Jezus gaat zwijgen de dood tegemoet. Nu wordt het donker, zijn angstzweet wordt bloed. Harde verwijten en bittere spot doden de mens die leefde met God. Uw laatste woord sprak een moordenaar vrij. Geldt uw genadewoord ook voor mij? Refr.
Lezing Johannes 19 : 9-16 Wij zingen 183 vers 1 en 2
20
2 O hoofd zo hoog verheven, o goddelijk gelaat, waar werelden voor beven, hoe bitter is uw smaad! Gij, eens in 't licht gedragen, door engelen omstuwd, wie heeft U zo geslagen, gelasterd en gespuwd?
Lezing Johannes 19 : 17-30 De cantorij zingt : 'U vereer ik'
(The Adoration of the Crucified)
1. U vereer ik, U vereer ik, oerbegin van al wat leeft! Zicht op God wordt ons gegeven nu Gij, aan het kruis geheven, stervend ons het leven geeft. 2. U vereer ik, U vereer ik, dankbaar kniel ik voor U neer. Want uw uitgestrekte armen spreken van uw groot erbarmen: Gij hebt mij vergeven , Heer! 3. U vereer ik, U vereer ik, mens als wij, maar hemels zaad! Al heb ik U ook verlaten, om uw liefde boven mate volg ik nu, waar Gij ook gaat.
Lezing Johannes 19 : 31-37
21
De cantorij en allen zingen : 'Naam van Jezus, hoog verheven' (For the Love of Jesus)
Cantorij couplet 1 en 3 ; allen 2, 4 en 5 1. Naam van boven alle U te loven nu Gij ons
Jezus, hoog verheven namen uit, vult ons leven, de weg ontsluit.
3. Sta ons liefdevol voor ogen, telkens als uw kruis verrijst, en om mens'lijk mededogen U met Name eer bewijst.
4. Doordat Gij u zoliet breken worden wij met U gevoed. Brood en wijn heten de tekens waarin ik U zelf ontmoet.
5. Naam van Jezus, alle talen stemmen in met dit gezang dat uw liefde blijft herhalen, van U zingt, een wereld lang!
22
Lezing Johannes 19 : 38-42 Stilte
Kruismeditatie Het beklag Gods Mijn volk, wat heb Ik u misdaan of waarmee heb ik U bedroefd? Ik heb de aarde voor de dag geroepen en aan uw handen toevertrouwd, maar van mijn tuin is een wildernis gemaakt, mijn levenswerk wordt een dodenakker. Waarom laat gij dit toe? gemeente zingt:
Ik heb u onder mijn regenboog gesteld, een teken van vrede en toekomst, maar dodelijke wapens staan gericht op mensen en bedreigen mijn dierbare schepping. Waarom laat gij dit toe? gemeente zingt:
Kyri-e, Kyri-e e-lei-son
Ik heb mij laten kennen als uw bevrijder, de bondgenoot van alle onderdrukten, maar tallozen worden getergd en geteisterd door terreur en tirannie Waarom laat gij dit toe? gemeente zingt:
Kyri-e, Kyri-e e-lei-son 23
Ik heb u met overvloed gezegend, met dagelijks brood en meer dan dat, maar op mijn akker sterven mensen onverzadigd en kinderhanden blijven ongevuld. Waarom laat gij dit toe? gemeente zingt:
Kyri-e, Kyri-e e-lei-son
Ik heb mijn woord aan u gegeven en u mijn hartsgeheimen toevertrouwd, maar afgoden vinden overal gehoor en mensen kiezen voor doodlopende wegen. Waarom laat gij dit toe? gemeente zingt:
Kyri-e, Kyri-e e-lei-son
Ik heb mijn eigen Zoon tot u gezonden, mijn sprekend evenbeeld, mijn uitgestrekte hand, maar hij is afgewezen, uitgestoten, vernederd tot de laagste dood. Ik heb hem bij u teruggebracht, de levende, de bron van alle leven, maar hij gaat dood aan alle kruisen waaraan mijn mensen worden vastgespijkerd. Waarom laat gij dit toe? gemeente zingt:
Kyri-e, Kyri-e e-lei-son
Mijn volk, wat heb Ik u misdaan of waarmee heb Ik u bedroefd? Ik heb u geëerd als kroon van de schepping, Ik heb u gezocht als mijn kostbaarste sieraad, Ik heb u bewaard in mijn hand, in mijn hart, Ik heb u mijn trots, mijn Zoon, geofferd. Wat had ik nog meer moeten doen dat ik niet heb gedaan?
24
Wij zingen gezang 195
2 De wereld gaf Hem slechts een graf, zijn wonen was Hem zwerven; al zijn onschuld werd Hem straf en zijn leven sterven.
4 't Is goed, o Heer, Gij hoeft de eer van God niet meer te staven. Leggen wij ons bij U neer, in uw dood begraven.
3 Hoe slaapt Gij nu, die men zo ruw aan 't kruishout heeft gehangen. Starre rotsen houden U, rots des heils, gevangen.
5 Hoe wonderlijk, uitzonderlijk een sabbat is gekomen: eens voor al heeft Hij het juk van ons afgenomen.
Gebeden voor de Goede Vrijdag Uitleidende woorden (allen gaan staan) Het licht van de paaskaars wordt gedoofd 25
Wij bidden: Onze Vader (oecumenische versie) Onze Vader die in de hemel zijt, uw naam worde geheiligd; uw koninkrijk kome uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood en vergeef ons onze schulden. zoals ook wij onze schuldenaars vergeven; en leid ons niet in verzoeking maar verlos ons van de boze. Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen
Stilte en inkeer Wie wil, kan nog een tijdje in de kerk blijven om stil te zijn, te lezen, of om de kruiswegstatie van Joop van Dorp en Cor Maarleveld te gaan of bij de symbolische schikking stil te staan. Gedenken is omzien in herinnering aan; stilstaan bij het dagelijkse leven en vertrouwen op de van God gegeven andere mogelijkheid die was, die is en zal blijven.
Wilt u dit boekje a.u.b weer terugleggen, opdat we er t./m. zaterdag genoeg hebben?
26
Stille Zaterdag 30 maart 2013 Om in stilte te lezen 'Vader, in uw handen leg ik mijn geest' (Piet Schelling) Hij dreigt te bezwijken. Maar vreemd genoeg houdt het kruis hem staande, het kruis schijnt zijn redding.
Een vloed van wantrouwen welt in hem op. Met de moed der wanhoop laat hij zijn leven los.
Is het waar dat door de dood het leven verschijnt?
Met het laatste restje kracht schreeuwt hij een woord, opgediept uit een psalm:
Terwijl de duisternis om hem heen en in zijn binnenste dikker wordt 'Vader, ziet hij een verschijning, in uw handen leg ik mijn geest'. daar in de verte: iemand wacht op hem. Dan knakt het riet. Zijn adem vlucht, Even denkt hij aan het verhaal de aarde beeft, dat hij ooit zelf heeft verteld: de hemel zwijgt, de vader die op de zoon wacht, de zon gaat onder, de zoon die de handen de nacht valt. van de vader grijpt, vader en zoon Het wordt stil, die elkaar omhelzen, oorverdovend stil. voor altijd samen.
Inleiding Het is stil deze zaterdag. Buiten brandt een vuur, waaraan straks de nieuwe paaskaars zal worden aangestoken. Het is stil in de kerk, die spaarzaam verlicht is. Iedereen krijgt een kaars bij de ingang. De dienstdoende ambtsdragers komen in stilte de kerk binnen. Op Stille Zaterdag is er geen collecte.
27
Liturgische schikking Het Licht breekt door. Het Licht van de opstanding begint door te breken. We zien groen mos en lichtjes tussen de stenen.
Wij vangen aan met het zingen van gezang 366
2 Gij die het land 4 Gij zegt: wordt vrij van Kanaän en komt tot Mij, doorkruist hebt allerwege: mijn juk is licht te dragen! waarom wordt Gij niet verstaan Maar ik ga uw woord voorbij als Gij spreekt van zegen? en ik pluk de dagen. 3 Gij zegt ons: ziet 5 het woongebied dat gij met Mij zult erven! Maar mijn hart bewaart het niet, ik verzuim uw sterven. 6 Keer mij tot U opdat ik zie uw land van melk en honing: waar uw Vaders wil geschiedt is mijn spijs, mijn woning! 28
Ik zwerf en dwaal totdat ik daal in 't graf van mijn begeren, zal ik ooit uw kruis zien staan en mijn leven leren?
Als de diaken met de brandende paaskaars binnenkomt zingen wij met de catorij: ‘Wachters op de morgen'
NACHT VAN GEDENKEN Wij lezen Jona 1 Wij zingen met de cantorij gezang 40 vers 1-3
cantorij vers 1, allen 2 en 32 Geef toch een blijk van weten en vergeven! Ik roep U uit de diepten van het leven, de diepten van het dodenrijk. 3 Gij zelf deed, Heer, mij weg van voor uw ogen. Red mij! de waatren zijn om mij bewogen, breng uit de zee mijn leven weer!
Wij lezen Jona 2
29
Wij zingen met de cantorij gezang 40 vers 4-9 cantorij vers 4, 6 en 8 allen 5, 7 en 9 4 Alleen een vis is aan haar hart geborgen, mij mensenkind, mij vogel van de morgen, mij dompelt zij in duisternis. 5 Ach Heer, geef licht wie viel in ongenade! Hoe lang vergeldt Gij 't kwade met het kwade, verhult Gij mij uw aangezicht? 6 Hebt Gij voorgoed wie U verliet verstoten, voor eeuwig achter mij de poort gesloten naar 't leven en zijn overvloed? 7 Zie mij weer aan, zie 't zeewier om mijn slapen; moet dan de krans, Heer, voor mijn hoofd geschapen, verdorren en verloren gaan? 8 Gij duldt het niet, Gij redt mij uit de golven; Gij hebt de dood zijn eigen graf gedolven, de waatren zijn uw grondgebied. 9 Wie hel en dood, wie wind en water vrezen, Gij wilt mijn God, ik mag uw mens weer wezen! Ik maak uw naam op aarde groot.
Wij lezen Jona 3
30
Wij zingen 'Jezus, Jona en het lot' vers 1-4 (tekst TH.J.M. Naastpad , melodie gezang 140) 1 Jezus, Meester aller dingen, Woord van God van den beginne, in het lot der stervelingen brengt Gij tekenen tot stand. 2 Gij weerstaat de boze machten, storm en ontij, donkre nachten en 't gevaar dat wij niet achten : richt U op en strek uw hand! 3 Mozes heeft behoud gevonden, Farao ging diep ten onder, Gij doet wonder boven wonder, draag ons naar de overkant. 4 Als wij slapen zult Gij waken; die als Jona in het water uit de diepte en verlaten riep en niets dan onheil vond.
Wij lezen Jona 4 Wij zingen 'Jezus, Jona en het lot' vers 5-7 5 Gij hebt, uit de dood verrezen, 't boos getij terecht gewezen, en het water zal U vrezen, 't water brengt ons weer aan land. 6 Hoe hebt Gij ons lot gedragen om het oude te begraven, Jezus, goede hoop en haven, uitzicht van het nieuwe land. 7 Zend uw adem, wend de steven, dat uw schepelingen leven door uw goede Geest gedreven met het loflied in de mond!
Wij lezen Marcus 16 :1-8 31
We zingen met de cantorij: 'Licht ontloken...' Cantorij couplet 1 en 3 ; allen 2, 4 en 5
2 Licht, geschapen, uitgesproken, Licht, dat straalt van Gods gelaat, Licht uit Licht, uit God geboren, groet ons als de dageraad! 3 Licht, aan liefde aangestoken, Licht, dat door het donker brandt, Licht, jij lieve lentebode, zet de nacht in vuur en vlam! 4 Licht, verschenen uit den hoge, Licht, gedompeld in de dood, Licht, onstuitbaar, niet te doven, zegen ons met morgenrood! 5 Licht, straal hier in onze ogen, Licht, breek uit in duizendvoud, Licht, kom ons met stralen tooien, ga ons voor van hand tot hand!
Voorganger : 'De Heer is waarlijk opgestaan!' 32
Allen : Ja waarlijk opgestaan! Wij begroeten elkaar met deze woorden. Terwijl wij met de cantorij zingen 'Het pure witte licht' (tekst Marijke de Bruijne: melodie Gez. 223)
Cantorij couplet 1, 3 en 5 ; Allen 2, 4 en 7 1 Het pure witte licht van Gods aanwezigheid is als een bliksemschicht, een keerpunt in de tijd.
4 Haar blij getuigenis zet zich onstuitbaar voort, dit ongeloof'lijk nieuws wordt tot vandaag verwoord.
2 In stilte, ongezien en stralend, onverwacht, herrijst de Levende uit dood en donk're nacht.
5 De werkelijkheid van God breekt in ons leven in als ruimte, perspectief, geeft alles nieuwe zin.
3 De kruiden van de dood, zij kunnen weggedaan. De Opgestane leeft en spreekt Maria aan.
6 Waar leven triomfeert, het dode overwint, daar bloeit de wereld op en heel de schepping zingt.
7 Waar Pasen wordt gevierd is dood voorbijgegaan, daar wortelt weer de hoop in 't menselijk bestaan.
wordt paars wit en krijgt het laatste schilderij van de kruiswegstatie , dat van Pasen, een plaats. Overdenking
33
De cantorij zingt : Christus in het graf geborgen (tekst Ria Borkent ; melodie Dirk Zwart) 1 Christus in het graf geborgen is verrezen in de morgen. Hij passeert de dodenwacht, breekt het zegel van de nacht, breekt de regel van de dood. Looft de Heer, want Hij is groot. 2 Christus aan het licht gekomen heeft de zijnen meegenomen. Hij verschijnt met groot gezag, draagt de doden naar de dag, draagt ons Gode tegemoet. Looft de Heer, want Hij is goed.
DELEN VAN HET LICHT Bij het doorgeven van het licht van de paaskaars zingen wij :
Wie een doopkaars of huispaaskaars bij zich heeft, wordt van harte uitgenodigd deze aan de paaskaars aansteken en deze bij de paaskaars te plaatsen om later het licht van Pasen thuis te delen.
34
DOOPGEDACHTENIS Vg. Dit is de nacht waarin wij worden teruggebracht naar de bronnen van ons geloof. De uittocht uit het angstland is ons op het lijf geschreven met het water van de doop. Wij zijn opgestaan uit de nacht, kinderen van Abraham geworden en de Zoon van Israël neemt ons mee door water en door duisternis, een nieuwe geboorte, met een nieuwe naam genoemd, als reisgenoten naar ongeziene verten. Zoals de apostel Paulus schreef aan de gemeente in Rome: (Romeinen 6 : 3-5) 3 4
5
Weet jullie dan niet dat wij allen, gedoopten in Christus Jezus, gedoopt zijn in zijn dood? Wij zijn dus met Hem mee begraven door de onderdompeling in de dood, om, evenals Christus is opgewekt van de doden door de glorie van de Vader, ook zo in een vernieuwd leven onze weg te gaan. Want waar ons sterven lijkt op het zijne dan zullen wij dat ook zijn in zijn opstanding.
Vg.
Daarom willen wij nu onze doopgelofte hernieuwen.
We gieten water in het doopvont We gedenken de doop door onze doopgelofte opnieuw (staande) uit te spreken : Vg. Allen Vg. : Allen
:
Willen jullie de Heer uw God dienen en naar Zijn stem alleen horen? : Ja, dat willen wij! Willen jullie je verzetten tegen alle machten en krachten die als goden over ons kunnen gaan heersen? : Ja, dat willen wij! 35
Vg. Allen
: Willen jullie je telkens opnieuw omkeren naar Christus en hopen op de van God gegeven toekomst voor alle mensen? : Ja, dat willen wij!
Geloofsbelijdenis (door allen gezegd) Wij geloven in een gemeenschap van Christenen, waarin we er zijn voor elkaar. Wij geloven in het licht, dat wij aan elkaar door kunnen geven. Wij geloven in het water, dat ons bindt en nieuw leven geeft. Wij geloven in deze tekens van hoop en leven, dat we elkaar de dood niet willen aandoen, maar elkaar het leven geven. Wij geloven dat we samen waar kunnen maken, dat oog om oog en tand om tand niet de laatste waarheid is. Wij willen geloven in de liefde die verdraagt, in de weg van mens tot mens. Wij willen geloven in de nieuwe mens, n een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Wij willen geloven in Gods goedheid, die geen einde heeft. Slotgebed
36
Slotlied gezang 199
2 De trouw zal bloeien als een roos en zie, gerechtigheid zal uit de hemel moeiteloos neerdalen in de tijd. 3 Voorwaar, het heil is nu nabij, uw goedertierenheid. En vol verwachting zingen wij: God roept de vrede uit! 4 Sta op, o God, en maak het waar wat heel uw kerk bezingt: dat heel uw schepping weer ontwaakt uit haar betovering. 5 Want groot zijt Gij en daden groot zijn door uw hand gedaan; het graan ontkiemt ternauwernood, het sterft om op te staan. 6 Gij hebt de groeve toegedekt waarin de korrel viel om weer te worden opgewekt: Adam met hart en ziel. 37
7 Nu is de dag van oogsten daar, het hoogste van de tijd; een koning als een korenaar staat op in majesteit.
Zending en zegen
We verzamelen ons op het plein voor de kerk want de klok luidt :
‘De Heer is waarlijk opgestaan’. Na afloop bent u van harte uitgenodigd om met paasbrood en een glas sap van de druiven (gegist of ongegist) het feest van de opstanding te vieren.
38