Liturgieën voor Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Paaswake voor de wijkgemeente Ambacht-Oost in de Bethelkerk,Vlaardingen, 5-7 april 2012 Inleiding In dit boekje zijn de liturgieën opgenomen voor de drie vieringen, die aan de Paasmorgen voorafgaan. In deze diensten proberen we te raken aan het geheim van Christus’ lijden, sterven en opstaan. We gedenken de weg van verlossing die Jezus Christus gegaan is. De weg door het donker van angst, gebrokenheid en dood naar het licht van de opstanding en bevrijding tot een nieuw leven. Gedenken betekent niet alleen herinneren van gebeurtenissen uit het verleden. Door te gedenken, halen we het verleden naar het heden en verbinden wij ons met Christus die ook vandaag de Levende Aanwezige is. Deze vieringen gaan terug op de manier van vieren in de eerste Christelijke gemeenten. Op Witte Donderdag vieren wij (de instelling) van de Maaltijd van de Heer. We gedenken hoe Jezus met zijn leerlingen de joodse paasmaaltijd (Pascha) vierde. Daarbij wordt de bevrijding uit Egypte gevierd, een bevrijding die Jezus oppakt en een nieuwe dimensie geeft met inzet van zijn eigen leven. Daarnaar verwijzen het brood (“Dit is mijn lichaam”) en de wijn in de beker (“Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed”) Op Goede Vrijdag staat het evangelie van het lijden en sterven van Jezus centraal. Dit jaar laten we bij de lezingen afbeeldingen zien van een Oecumenische kruisweg uit 2009 en luisteren naar een korte meditatie bij ieder afbeelding. Het thema van de kruisweg is “Zie je mij?”. De Nederlandse kunstenares Cynthia Tokaya (1969) gebruikte vrolijke kleuren om de kruisweg van Jezus te schilderen. Als kind heeft zij veel donkere en duistere Kruiswegen gezien, maar het gaat er volgens haar niet om te verkondigen dat het lijden zinvol is; “In werkelijkheid gaat het om de blijde 1
boodschap: het gaat verder, de dood is overwonnen”. Het zijn afbeeldingen die uitnodigen om de ogen te openen! In de paaswake op Stille Zaterdag komen wij in het donker naar de stille kerk. Nog is de dood niet overwonnen. In deze dienst stellen we ons de vraag: ‘Waarom is deze nacht anders dan alle andere nachten?’. En wij antwoorden: 'dit is een dag van gedenken….' Het donker verdwijnt, het licht begint te schijnen. Eerst alleen de nieuwe paaskaars, later verdeelt het licht zich over de kerk. Wie een huispaaskaars of doopkaars heeft, wordt van harte uitgenodigd deze mee te nemen en aan te steken aan de paaskaars. Wij gedenken onze doop en vernieuwen de doopgelofte en belijden met elkaar dat wij als nieuwe mensen in verbondenheid met elkaar willen leven. En dan is het Pasen. De klok luidt voluit: ‘De Heer is waarlijk opgestaan! Witte Donderdag19.30 uur voorganger ds. Guus A.V. Fröberg en pastor Marja Griffioen organist Kees van den Berg zanggroep Ambacht Oost o.l.v. Ed Saarloos Goede Vrijdag voorgangers organist
19.30 uur ds. Guus A.V. Fröberg en pastor Marja Griffioen Guus Korpershoek
Stille Zaterdag voorganger organist zanggroep
22.00 uur ds. Guus A.V. Fröberg Kees van den Berg Ambacht Oost o.l.v. Ed Saarloos
Pasen
08.30 uur paasontbijt 09.45 uur zingen van paasliederen 10.00 uur
voorganger organist trompettisten
ds. Guus A.V. Fröberg Guus Korpershoek Sabine van der Dusse en Chantal Vermeer
2
Witte Donderdag 5 april 2012 Wij bereiden ons in stilte voor op de dienst. In de consistorie wordt het consistoriegebed gebeden. Liturgische schikking Veertig dagen, tijd van inkeer. Tijd van eten met elkaar. Hij, die Ene wast de voeten, zit in ons midden, staat voor ons klaar. Heel zijn leven wil hij delen met brood en wijn. Brood en druiven, opgerolde doeken een kan en water. Witte viooltjes als teken van dienstbaarheid. De kaarsen worden aangestoken
Welkom We gaan staan en zijn stil Wij zingen 178 vers 1, 2, 4 en 5 Bemoediging V. A. V. A.
Onze hulp is in de Naam van de HEER die hemel en aarde gemaakt heeft die trouw blijft tot in eeuwigheid en niet loslaat wat zijn hand gemaakt heeft.
Groet V. A
De HEER zij met U! Ook met U zij de HEER! (gezongen) (allen gaan zitten) 3
Wij zingen met de zanggroep 'Kent gij uw goede herder'
Zanggroep vers 1,2, 4 ; allen 3 en 5 2 Want God is onnaspeurlijk en bovenmate heerlijk: Hij wees een smalle baan, een bloedspoor door de tijden. Zijn woord moest door het lijden ten dode opgeschreven staan.
4
3 Het staat in oude boeken, dat men het Woord moet zoeken in doodsangst en in pijn. O diepgekwelde zinnen, o mond die wil beminnen, daar moet Gods lieve Lichaam zijn. 4 De Herder werd geslagen; de letters zijn als schapen verstrooid uiteen gegaan. Wij razen allerwege en spreken de_aarde tegen: de duisternissen zien ons aan. 5 Maar Jezus, onze Heiland, geeft ons het groene weiland waar wij vergaderd zijn. O Kruispunt van de wegen, o Alpha en Omega, laat ons in U te lezen zijn!
Kyriegebed Dienst van het Woord Lezing Exodus 12: 15-20 Wij zingen psalm 116 vers 1, 2 en 3 Lezing Lucas 22 : 7-23
5
Wij zingen met de zanggroep
Zanggroep vers 1, 2, 4 ; allen 3 en 5 2 Toen Jezus met zijn vrienden maaltijd hield, nam Hij het brood, nam Hij de beker. Hij heeft zijn leven aan ons uitgedeeld, zijn bloed voor deze wereld prijsgegeven, teken van de geest die Hem bezielt, teken van de geest die Hem bezielt.
6
3 Ik ben de wijnstok, heeft Hij toen gezegd, gij zijt voorgoed met Mij verbonden. Ik ben uw waarheid en Ik ben de weg, Ik ben die ben, vergeving van uw zonden, vrede geef ik u, heeft Hij gezegd, vrede geef ik u, heeft Hij gezegd. 4 Toen Jezus naar zijn Vader toe zou gaan, heeft Hij gebeden voor zijn vrienden. Vader, bad Hij, bewaar hen in uw naam, mogen zij allen één zijn in de liefde, dat zij doen wat ik hun heb gedaan, dat zij doen wat ik hun heb gedaan. 5 Toen Jezus in de hof gekomen was, heeft Hij in grote angst gebeden. maar niemand was er, die Hem antwoord gaf. Een vriend heeft Hem verkocht en uitgeleverd, toen Hij in zijn uur gekomen was, toen Hij in zijn uur gekomen was.
Overdenking
7
Dienst van de tafel Wij zingen met de zanggroep Zanggroep vers 1 allen 2 en 3
8
2 Met geweld begraven werd de liefde Gods. Rest haar niets dan rusten in de harde rots? Jezus is dood, geen weg lijkt meer te gaan. Liefde groeit als koren, als het groene graan.
3 Zaad van God, verloren in de harde steen, en ons hart, in doornen vruchteloos alleen, heen is de nacht, de derde dag breekt aan. Liefde groeit als koren, als het groene graan.
Voorbeden Nodiging om een kring te vormen Gebedsgroet V. A. V. A. V. A.
De Heer is met u allen! Zijn vrede is met u! Verheft uw harten! Wij heffen ze op tot de Heer! Laten wij danken de Heer, onze God! Het past ons de Heer te danken!
9
Dankzegging eindigend met de woorden: ’met allen, die ons hebben voorgezongen, durven ook wij opnieuw onze stem te verheffen:’
Tafelgebed Vg. Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker, verkondigen wij de dood van de Heer, totdat hij komt! Allen: Maranatha! Avondmaalsgebed
10
Onze Vader (oecumenische versie) Onze Vader die in de hemel zijt, uw naam worde geheiligd; uw koninkrijk kome; uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood en vergeef ons onze schulden. zoals ook wij onze schuldenaars vergeven; en leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen
Lam Gods:
Vredegroet V. De vrede van Christus met u allen! A Zijn vrede zij met u! Wij wensen elkaar de vrede van Christus toe. 11
Inzettingswoorden voor het brood Rondgang van het brood Tijdens de rondgang zingt de zanggroep : 'Wie kent de eenvoud van het breken' 1 Wie kent de eenvoud van het breken, de stille omgang van het brood? Wie hoort de wijn van liefde spreken, een liefde sterker dan de dood? 2 Er is een kind bereid tot delen, het komt met brood, het komt met vis, het geeft zijn voedsel aan de velen, een weldaad in de wildernis. 3 Er staat tot ons geluk geschreven dat God zeer overvloedig is, wij zijn geschapen om te geven, zo tonen wij zijn beeltenis. 4 Er is een mens ons bijgebleven, bij brood en wijn hoor ik zijn stem, als water vloeit zijn kostbaar leven, een vis is tekenend voor hem.
Inzettingswoorden voor de wijn Rondgang van de wijn Dankgebed
12
Slotlied 'In stille nacht'
Zanggroep vers 1, 3 ; allen 2, 4 en 5 2 Waarom blijft niet het laatste lied in onze harten hangen? De lofzang klonk, maar is verstomd. De dood houdt ons omvangen. 3 Een beker vol van vreugdewijn heeft Hij met ons gedronken. Een bitt're kelk vol eenzaamheid hebben wij Hem geschonken. 4 In stille nacht heeft Hij volbracht de doortocht voor ons leven. De nieuwe morgen van Gods trouw heeft Hij ons doorgegeven. 5 Tot aan het einde van de tijd zal ik zijn wachtwoord horen: Waak dan en bidt! Dan raak ik nooit meer aan de nacht verloren
13
Zending en zegen Collecte voor de diaconie bij de uitgang
Wilt u dit boekje a.u.b weer terugleggen, opdat we er t/m zaterdag genoeg hebben?
14
Goede Vrijdag 6 april 2012
Inleiding De dag van Christus‘ sterven en begrafenis is een boetedag. Daarom zijn de kaarsen op tafel gedoofd (deze zullen in de Paasnacht weer aan de nieuwe paaskaars worden ontstoken) en wordt het orgel slechts bespeeld om de gemeentezang te ondersteunen. Het is de verootmoediging die de lezingen en de gebeden stempelt. Op deze dag concentreren we ons geheel en al op het lijden en sterven van Jezus Christus. Maar wij mogen vandaag óók leven uit hetgeen de Heer voor ons heeft volbracht; het is tenslotte Góéde Vrijdag. De Goede Vrijdagliturgie kent geen intochtslied, geen bemoediging, geen groet, noch lofprijzing. De gemeente blijft dus gewoon zitten als de ambtsdragers de kerk binnenkomen. Pas wanneer zij, aan het einde van de dienst de kerk verlaten hebben, kunnen ook de gemeenteleden die dit wensen de kerk verlaten. We doen dit eveneens in stilte! Op Goede vrijdag is er geen collecte.
Voorbereiding in stilte. Liturgische schikking Veertig dagen, tijd van inkeer. Tijd van lijden, strijd en verlatenheid, vechten met elkaar. Hij die Ene in ons midden geeft zijn leven. Druppels bloed vallen neer. Hij geeft zijn Geest in Gods handen. De aarde scheurt, kreunt, breekt open. 15
Rode bloemen als druppels bloed, als tranen. Een zwarte lap symboliseert duisternis en rouw.
Binnenkomst van de ambtsdragers Wij zingen: Psalm 107: 2 en 5 Inleiding op de Goede Vrijdag Gebed Wij zingen: Psalm 107: 19 Dienst van het Woord Eerste statie "Je hoort erbij" Spreker 1:
De krachtigste momenten, die in het geheugen blijven klinken vaak niet luid. In tegendeel. De stilte klinkt luider.
Lezing : Marcus 14: 12-25 Spreker 1:
Jezus deelde brood en wijn, met allen, die bij hem waren. Met allen, ook met Judas, die hem verraden zou. Jezus deelt zonder voorwaarde vooraf. Ook met jou. Je hoort erbij. Zoals je bent. Dat doet goed.
Spreker 2:
In het teken van brood en wijn is niet alleen gemeenschap. Ook de kruisweg van Jezus is al voorafgebeeld. Wil ik er dan nog steeds bijhoren? Het is slechts een zachte kracht, die van dit teken uitgaat. Niet geschikt om oorlogen te voeren en geweld te plegen. 16
Slechts de kracht van een overtuigend visioen: Er is een weg naar God. Het is niet de gemakkelijke weg.
Spreker 1:
Brood en wijn kunnen ons sterk maken, opdat wij kunnen zeggen: "Ja, ik wil UW weg gaan, Jezus. Ik wil door mijn leven laten zien, dat ik erbij hoor, bij U hoor
Stilte Gebed
Jezus, U hoort bij mij en ik mag bij U horen. Zend mij uw Geest, opdat mijn twijfel verdreven wordt en ik zal geloven, opdat ik woorden vind, die van U vertellen, opdat ik anderen kan inspireren om uw weg te gaan. Amen
17
Wij zingen 'Voor mensen die naamloos' (tekst Henk Jongerius ; muziek Jan Raas)
2. Voor mensen die roepend, tastend en zoekend door het leven gaan, verschijnt hier een teken, brood om te breken: wij kunnen bestaan.
3. Voor mensen die vragend, wachtend en wakend door het leven gaan, weerklinken hier woorden, God wil ons horen: wij worden verstaan.
4. Voor mensen die hopend, wankel gelovend door het leven gaan, herstelt God uit duister Adam in luister: 18
wij dragen zijn naam. Tweede statie "De keuze is aan jou"
Lezing : Marcus 14: 32-52 Spreker 1:
De keuze was aan u. U kon beslissen, leven of dood. U kon voor Jezus zijn of tegen hem. Spreker Spreker Spreker Spreker Spreker Spreker Spreker
1: 2: 1: 2: 1: 2: 1:
U hebt hem verraden. Die daar was het! U hebt hem verlaten. Laat Barrabas vrij! U hebt hem verloochend! Jezus? Nooit gezien. De keuze was aan u.
Spreker 1:
Altijd weer, altijd opnieuw, moeten mensen beslissen: Voor of tegen. De keuze is aan ons en dat is vaak moeilijk.
Spreker 2:
Je kent dat wel. Je kunt ernaar kijken of je kunt recht voor je uit kijken. Je kunt je zijn gezicht toewenden of je kunt je afwenden. Je kunt je ermee bemoeien of je kunt gewoon doorgaan, verdergaan. Je kunt doen alsof het je niet aangaat, alsof je niets gezien en niets gehoord hebt.
Spreker 1:
Aan jou de keuze. Je kunt zwijgen. Je kunt spreken. Je kunt schreeuwen: voor of tegen.
Spreker 1:
Aan jou de keuze. Je kunt je ogen sluiten. Je kunt je ogen openen. Je kunt doen alsof je slaapt. Je kunt wakker zijn.
Spreker 1:
De keuze is aan jou. Jezus heeft gezegd: wie oren heeft, die hore. 19
Spreker 2:
En laat wie ogen heeft kijken.
Spreker1:
Opdat je HEM kunt zien en nog veel meer.
Stilte Gebed
Goede God, U hebt ons ogen gegeven om te zien. U hebt ons oren gegeven, om te horen. U heeft ons een stem gegeven, om te spreken. Laat ons zien, wanneer anderen wegkijken. Laat ons luisteren, wanneer anderen om hulp roepen. Laat ons spreken, wanneer allen laf zwijgen Scherp onze blik op U. Amen
Wij zingen : Gezang 184 vers 2 en 3. Derde statie "Je houdt het uit" Lezing : Marcus 14: 55-65 Spreker1:
Jezus ziet er moe uit, de ogen half gesloten. Hij werd geslagen en bespot. De striemen zijn bloedig.
Spreker 2:
Ik word heen- en weer geslingerd. Ik word overvraagd. Iedereen heeft hoge verwachtingen. Ik zou toch iets bereiken, iets Groots presteren? Maar ik heb geen kans. Ik heb getoond, wie ik ben, zoiets is riskant. Nu ben ik tussen de linies terechtgekomen, Het maakt niet uit, wat ik doe, het is toch fout. Ze maken me af en ik kan niet weg. 20
Ik ben verkeerd begrepen. Voor de één ben ik te aangepast, voor de ander te rebels. Hoe moet ik dan zijn? Wie ben ik eigenlijk? Ik heb geen kracht meer, voel me zwak. Als slagen treffen mij de woorden van de anderen. Hoe lang houd ik dit nog uit?
Stilte Gebed
Jezus Christus, in ogenschijnlijk uitzichtloze situaties, bent U bij mij. Wat ik nauwelijks dragen kan, houdt U vol. Waar ik alleen ben, begeleidt U mij Wanneer ik niet meer verder kan, ontdek ik uw kracht. Ik houd het vol. AMEN
Wij zingen:Gezang 181: 2 en 4 Vierde statie "Je bent getroost" Lezing : Marcus 15: 16-25 Lezing : Marcus 10: 43-45 Spreker 1:
Tumult. Een opstootje. Wat gebeurt daar? Mensen, blikken, handen. Jezus – Het kruis op zijn schouders. Door de stad gedreven. Uitgeleverd. Blootgesteld aan ons. Hij, die zo veel bemoediging heeft gegeven – zonder troost. Gebogen. Zijn gezicht in een doek.
Spreker 2:
Ik ken dat – zonder troost te zijn, terneergedrukt, gebogen, Vol verdriet, vol schaamte, aan het eind, totaal aan de grond. 21
De pijn verlamt me, verslindt me, Iedereen ziet het en ze bekijken me spottend en zonder medelijden. Ik heb geen enkele kans, kan niet wegkruipen, kan mezelf niet beschermen.
Spreker 1:
Hoe graag zou ik een arm om mij heen hebben, een hand, die mij vasthoudt, Een blik, waardoor ik weer hoop krijg. Of gewoon alleen maar, zoals bij U, Jezus, iemand die woordeloos een doek aanreikt, Die voor mij tot een beschermende deken wordt.
Stilte Gebed
Heer, wanneer ik naar troost verlang, zoek ik bij U toevlucht. Ja, U hebt u aan de troosteloosheid uitgeleverd. U hebt uw afgronden niet gemeden. Daarom kan ik op u vertrouwen AMEN
Wij zingen: Gezang 181: 5 en 6 Vijfde statie "Zie je mij?" Lezing : Marcus 15: 33-34 Spreker 1:
Zie je mij? - Ja, ik zie u. U aan het kruis. Verlaten. Eenzaam. Alleen. Met al die pijn. Die doornenkroon. Moest dat zo gaan? Kon U zich niet verweren? Hoe kon God dat nou toelaten? Ik word woedend en u blijft stom. Ik sta daar met mijn vragen. Verlaten. Zonder antwoord. Ik zou het uit willen schreeuwen. 22
Spreker 2:
Ziet u mij? Verbijsterd, ongelovig, vol vragen. Zonder antwoorden. Soms bent u me nabij, dan weer lijkt het of u dwars door me heenkijkt. Soms zie ik uw pijn, dan weer de verlossing in uw gezicht. Soms wil ik niet meer door u gezien worden, dan weer verlang ik naar niets anders dan dat.
Spreker 2:
Zie je mij? En wat zie je dan? Mag ik zijn, zoals ik ben, als je me ziet?
Stilte Gebed
Jezus Christus, hoor mij: In het donker van mijn gedachten: Ziet U mij? In de dagen van mijn onverschilligheid: Ziet U mij? In de diepte van mijn onzekerheid: Ziet U mij? In de leegte van mijn eenzaamheid: Ziet U mij? In de veelheid van mijn vragen: Ziet U mij? In het licht van uw liefde: Ziet U mij? Opnieuw luister ik naar uw vraag: Zie je mij? En ik zie U in het licht van ZIJN liefde. Amen
Zingen: Tussentijds 109: 1,2,3,5 en 6
23
2 Zoals ik ben, met al mijn strijd, mijn angsten en onzekerheid, mijn maskers en mijn ijdelheid - o Lam van God, ik kom. 3 Zoals ik ben, verdoofd, verblind, tast ik naar U, die mij bemint, bij wie mijn ziel genezing vindt - o Lam van God, ik kom. 5 Zoals ik ben, in U te zijn en Gij in mij, in brood en wijn: uw ziel, uw levenskracht wordt mijn - o Lam van God, ik kom. 6 Zoals ik ben - ja, dat ik dan de lengte, breedte, hoogte van uw diepe liefde vatten kan: o Lam van God, ik kom.
Zesde statie "Ik ben het leven" Lezing : Marcus 15: 35-39 Spreker 1:
Een levenloos gezicht. Dood. En toch – vol leven: blauw – als de hemel, als de zee. Rust en vrede liggen over het geschonden hoofd. De aanblik blijft choquerend, Ik weet immers, wat er is gebeurd! Terreur en geweld hadden het hier voor het zeggen, Geen kans voor het leven! En nu: deze rust.
Spreker 2:
Ik ken dat: Er sterft iets in mij, iets gaat helemaal kapot. En niemand merkt het. Alleen ik voel het. Ik moet daar in mijn eentje mee klaarkomen, De anderen merken het niet op, weten niet hoe het aanvoelt, Maar het is zo duidelijk: in mij is iets stuk, voorbij, dood. En het wordt allemaal rechtgepraat. Ik moet functioneren, doorgaan. Hoe eerlijk mag ik eigenlijk zijn? Ken jij dat ook? Zou Jezus dat gekend hebben? 24
Stilte Gebed
Jezus, Uw gezicht is zo vredig. U hebt de pijn niet vastgehouden. De strijd is voorbij. Laat mij sterk zijn, wanneer mijn leven stuk loopt. Laat mij sterkt zijn, als ik afscheid moet nemen. Wees mij nabij, als ik u nodig heb. Dank U
Wij zingen: Gezang 183: 1 Epiloog Spreker 1:
Over en uit. Het voorhangsel is in tweeën gescheurd. De voorstelling is afgelopen, het toneelstuk is ten einde, De Schedelplaats is opgeruimd – het podium is leeg.
Spreker 2:
Slechts drie kruisen herinneren aan het lijden en sterven van Jezus.
Spreker 3:
Verraden en verkocht. Verscheurd en gekweld. Vernederd en verminkt. Opgehangen en doorboord. Door God en de wereld verlaten.
Spreker 2:
Ook nu nog. Ontelbare malen. Altijd weer. Overal.
Spreker 3:
Geen passiespel, geen vroom toneelstuk, geen monumentale 'Goede Vrijdagfilm'. Harde realiteit.
Spreker 2:
Ook nu nog. Ontelbare malen. Altijd weer. Overal. 25
Spreker 1:
Wat blijft is Zijn Geest. Levende Geest. Uitgeademd. Uitgestort. Uitgezonden.
Spreker 2:
Ook nu nog. Ontelbare malen. Altijd weer. Overal.
Stilte Gebed
Jezus, U ziet mij, Als ik buitengesloten word en als ik buitensluit U ziet mij, als ik kan kiezen en als ik geen keus heb. U ziet mij, als ik volhoud en als ik niet meer volhoud. U ziet mij en schenkt ons uw levende Geest. Amen
Wij zingen: 'Als alles duister is'
Gebeden voor de Goede Vrijdag Uitleidende woorden (allen gaan staan) Het licht van de paaskaars wordt gedoofd
26
Wij bidden: Onze Vader (oecumenische versie) Onze Vader die in de hemel zijt, uw naam worde geheiligd; uw koninkrijk kome uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood en vergeef ons onze schulden. zoals ook wij onze schuldenaars vergeven; en leid ons niet in verzoeking maar verlos ons van de boze. Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen
Stilte en inkeer Wie wil, kan nog een tijdje in de kerk blijven om stil te zijn, te lezen, of om de kruiswegstatie te gaan of bij de symbolische schikking stil te staan Gedenken is omzien in herinnering aan; stilstaan bij het dagelijkse leven en vertrouwen op de van God gegeven andere mogelijkheid die was, die is en zal blijven.
Wilt u dit boekje a.u.b weer terugleggen, opdat we er t./m. zaterdag genoeg hebben?
27
Stille Zaterdag 7 april 2012 Om in stilte te lezen 'Een mens van Licht' uit Helmert Woudenbergs: 'Jezus' Ik leef voort het Romeinse rijk heeft opgehouden te bestaan de tempel is verwoest maar in het lichaam van licht waarmee God mijn aardse lichaam dat ik nu al lang geleden heb afgelegd heeft bewoond zal ik voor altijd helder van bewustzijn en met mijn volle verstand blijven wie ik ben ik waar erin rond en kan er mensen als ze zich er voor openstellen mee doordringen om het kwaad uit hen te verdrijven of hen van ziekte te genezen dit lichtlichaam heb ik ook overgedragen op mijn leerlingen en zij weer op anderen ons aantal groeit gestaag vaak ben ik ongezien aanwezig bij een sterfbed
28
in het ene geval moet ik machteloos toezien hoe de Dood zijn werk doet en er voorgoed leven wordt beëindigd in het ander wordt het sterven tot een wedergeboorte er komt een nieuwe mens uit het stoffelijke lichaam dat er een leven lang zwanger van is geweest ter wereld een mens zoals ik een mens van licht.
Inleiding
Het is stil deze zaterdag. Buiten brandt een vuur, waaraan straks de nieuwe paaskaars zal worden aangestoken. Het is stil in de kerk, die spaarzaam verlicht is. Iedereen krijgt een kaars bij de ingang. De dienstdoende ambtsdragers komen in stilte de kerk binnen. Op Stille Zaterdag is er geen collecte.
Liturgische schikking Veertig dagen, tijd van inkeer. Doortocht door het diepste donker. Tijd van donker is voorbij. Licht en toekomst overwinnen, stralen ons toe. Een groene paastuin, eerst nog bedekt. Het licht van Pasen breekt door. Een grote witte steen aan de voet van het gaffelkruis.
Wij vangen aan met het zingen van gezang 366 29
Als de diaken met de brandende paaskaars binnenkomt zingen wij met de zanggroep: ‘Wachters op de morgen'
30
NACHT VAN GEDENKEN Waarom is deze nacht anders dan alle andere nachten? Dit is de nacht van het gedenken dat hemel en aarde gemaakt zijn en de mens geroepen is uit het duister tot het licht. Daarom lezen we: Genesis 1 : 1 - 2:5 en zingen met de zangroep: 'Licht ontloken...' zanggroep couplet 1 en 3 ; allen 2, 4 en 5
2 Licht, geschapen, uitgesproken, Licht, dat straalt van Gods gelaat, Licht uit Licht, uit God geboren, groet ons als de dageraad! 3 Licht, aan liefde aangestoken, Licht, dat door het donker brandt, Licht, jij lieve lentebode, zet de nacht in vuur en vlam! 31
4 Licht, verschenen uit den hoge, Licht, gedompeld in de dood, Licht, onstuitbaar, niet te doven, zegen ons met morgenrood! 5 Licht, straal hier in onze ogen, Licht, breek uit in duizendvoud, Licht, kom ons met stralen tooien, ga ons voor van hand tot hand!
Waarom is deze nacht anders dan alle andere nachten? Dit is de nacht van het gedenken, van het vernieuwen van het verbond dat het volk van Israël ontving in de woestijn. Daarom lezen we: Deuteronomium 31: 22-30 en zingen we: gezang 7 Waarom is deze nacht anders dan alle andere nachten? Dit is de nacht van het gedenken van het profetenwoord dat de HEER zijn verbond trouw blijft, dwars door de dood heen. Daarom lezen we: Ezechiël 36 : 24 – 28.
32
en zingen met de zanggroep:'O lichaam van het Woord' zanggroep couplet 1 en 2 ; allen 3, 4
2 De lippen der natuur zijn achter U gesloten, dit is het laatste uur, het eerste uur der doden.
3 Zij gaan U tegemoet, Gij geeft hun taal en teken, Gij geeft hun vlees en bloed, zij mogen niet ontbreken.
4 Gij die verzwegen zijt, Gij kunt het roepen horen van de verleden tijd in uw gestorven oren.
Waarom is deze nacht anders dan alle andere nachten?
33
Dit is de nacht van het gedenken dat God vóór ons is en de banden van de dood verbrak en uit de dood is opgestaan. Daarom lezen we: Marcus 16 : 1-8 en zingen met de zanggroep:'Nu is het licht ontboden' Melodie gezang 214 (Johann Crüger); tekst Sytze de Vries
zanggroep couplet 1 ; allen 2 en 3
34
3. Nooit zal die vlam nog doven dank zij die ene mens die alle nacht te boven geloofd heeft, onbegrensd. Hij is het eerste licht, dat ons de dag bericht, de zon die schijnen gaat, de glans van Gods gelaat!
2. Nog kan het duister duren, het licht blijft toegezegd! Want in de zwaarste uren is onze nacht weerlegd: is Christus niet de vlam die door het duister kwam, ons aangestoken heeft met vuur dat eeuwig leeft?
Voorganger : De Heer is waarlijk opgestaan! Allen : Ja waarlijk opgestaan! Wij begroeten elkaar met deze woorden. Paars wordt wit Het laatste schilderij van de kruiswegstatie , dat van Pasen, krijgt een plaats Zonder licht geen schaduw, zonder licht geen dag, zonder licht geen donker; iedereen van slag. Zonder licht geen blijdschap zonder licht geen groei, zonder licht is alles somber; niets staat dan in bloei. Zonder licht geen uitzicht, zonder licht is er niets aan. Zonder licht geen hand voor ogen, weet je niet waar je moet gaan. Zonder licht geen zomer, zonder licht word je gauw bang zonder licht duurt alles altijd even lang. God heeft daarom eerst het licht gegeven. Daarna kon het leven komen; scheen de zon en ’s nachts de maan. 35
Maar bij licht hoort altijd donker, naast de vreugde ook verdriet. Weet, het licht zal altijd winnen, ook al denk je soms van niet. vrij naar Anneke van Wijngaarden
Overdenking DELEN VAN HET LICHT Bij het doorgeven van het licht van de paaskaars zingen wij met de zanggroep:
Wie een doopkaars of huispaaskaars bij zich heeft, wordt van harte uitgenodigd deze aan de paaskaars aansteken en deze bij de paaskaars te plaatsen om later het licht van de Pasen thuis te delen. DOOPGEDACHTENIS Vg. Dit is de nacht waarin wij worden teruggebracht naar de bronnen van ons geloof. De uittocht uit het angstland is ons op het lijf geschreven met het water van de doop. Wij zijn opgestaan uit de nacht, kinderen van Abraham geworden en de Zoon van Israël neemt ons mee door water en door duisternis, een nieuwe geboorte, met een nieuwe naam genoemd, als reisgenoten naar ongeziene verten. Zoals de apostel Paulus schreef aan de gemeente in Rome: (Romeinen 6 : 3-5) 36
3 4
5
Weet jullie dan niet dat wij allen, gedoopten in Christus Jezus, gedoopt zijn in zijn dood? Wij zijn dus met Hem mee begraven door de onderdompeling in de dood, om, evenals Christus is opgewekt van de doden door de glorie van de Vader, ook zo in een vernieuwd leven onze weg te gaan. Want waar ons sterven lijkt op het zijne dan zullen wij dat ook zijn in zijn opstanding.
Vg.
Daarom willen wij nu onze doopgelofte hernieuwen.
We gieten water in het doopvont We gedenken de doop door onze doopgelofte opnieuw (staande) uit te spreken : Vg. : Willen jullie de Heer uw God dienen en naar Zijn stem alleen horen? Allen : Ja, dat willen wij! Vg. : Allen Vg. : Allen
Willen jullie je verzetten tegen alle machten en krachten die als goden over ons kunnen gaan heersen? : Ja, dat willen wij! Willen jullie je telkens opnieuw omkeren naar Christus en hopen op de van God gegeven toekomst voor alle mensen? : Ja, dat willen wij!
37
Geloofsbelijdenis (door allen gezegd) Wij geloven in een gemeenschap van Christenen, waarin we er zijn voor elkaar. Wij geloven in het licht, dat wij aan elkaar door kunnen geven. Wij geloven in het water, dat ons bindt en nieuw leven geeft. Wij geloven in deze tekens van hoop en leven, dat we elkaar de dood niet willen aandoen, maar elkaar het leven geven. Wij geloven dat we samen waar kunnen maken, dat oog om oog en tand om tand niet de laatste waarheid is. Wij willen geloven in de liefde die verdraagt, in de weg van mens tot mens. Wij willen geloven in de nieuwe mens, n een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Wij willen geloven in Gods goedheid, die geen einde heeft. Slotgebed
38
Slotlied : 'Licht dat ons aanstoot'
39
2 Licht, van mijn stad de stedehouder, aanhoudend licht dat overwint. Vaderlijk licht, steevaste schouder, draag mij, ik ben jouw kijkend kind. Licht, kind in mij, kijk uit mijn ogen of ergens al de wereld daagt waar mensen waardig leven mogen en elk zijn naam in vrede draagt. 3 Alles zal zwichten en verwaaien wat op het licht niet is geijkt. Taal zal alleen verwoesting zaaien en van ons doen geen daad beklijft. Veelstemmig licht, om aan te horen zolang ons hart nog slagen geeft. Liefste der mensen, eerstgeboren, licht, laatste woord van Hem die leeft.
Zending en zegen We verzamelen ons op het plein voor de kerk want de klok luidt :
‘De Heer is waarlijk opgestaan’. Na afloop bent u van harte uitgenodigd om met paasbrood en een glas sap van de druiven (gegist of ongegist) het feest van de opstanding te vieren.
40