Orde van dienst voor Goede Vrijdag, 18 april 2014 Kerk: Brugkerk, Kroonplein 1 te Lemelerveld Aanvang: 19:30 uur Organist: Anky Pekkeriet Ouderling van dienst: Harm Meijer ===================================================== Stilte voor de dienst Groet v: De Heer zal bij u zijn G: DE HEER ZAL U BEWAREN Inleiding op de dienst Gebed voor de Goede Vrijdag Zingen: Psalm 22 : 1, 2 en 3 (berijming ds. Wijnands) 1.
Mijn God, mijn God, waarom verlaat U mij, gaat aan mijn angst , mijn hulpgeschreeuw voorbij? 't zij dag of nacht - geen aandacht schenkt U mij, ik ga ten onder. En toch: uw volk bezingt het heilig wonder dat U hen hoorde en hen hielp ontkomen; U bent hen reddend tegemoet gekomen, hen trouw geweest.
2.
Maar ik, ik word vertrapt tot in de grond, de spot en laster gaan van mond tot mond; al wat mij heilig is gaat smalend rond, hoor wat ze zeggen: "Je kunt bij God toch al je noden leggen? Hij kan je toch uit alle macht bevrijden? We hoorden je met hart en ziel belijden: God heeft mij lief!"
3.
U bracht mijn prille leven aan de dag; eer ik gekoesterd bij mij moeder lag -1-
was ik geborgen in uw overmacht, eeuwige Vader. Nu mij van overal het onheil nadert, verlaat mij niet, geen ander kan mij helpen. Zie al de dreigingen mij overstelpen; ontferm U, Heer! Het lijdensverhaal naar de beschrijving van Matteüs met schilderijen en teksten van Ruud Bartlema (de afbeeldingen zijn te zien op de website: http://www.ruudbartlema.nl/schilderkunst/series/kruisweg) Afbeelding 1: Jezus voor Pilatus Toelichting bij het schilderij Lezing: Matteüs 27 : 1 - 14 Lied: Die rechtens God gelijk - Tussentijds 86 : 1, 2 en 3 (melodie lied 650) Die rechtens God gelijk komt van de Vader voort, de Koning van zijn Rijk, Gods beeld en scheppend woord. Hij heeft zichzelf ontdaan van alle heerschappij, Hij kwam in ons bestaan, Hij werd een mens als wij. Hij werd ons aller knecht, zijn deemoed was zo groot. Hij stond voor ons terecht, gehoorzaam totterdood. Afbeelding 2: de vrouw van Pilatus Toelichting bij het schilderij
-2-
Lezing: Matteüs 27 : 15 - 19 Lied: Hier zwijgt het hoge denken - lied 581 1.
Hier zwijgt het hoge denken: God trad in ons gemis om volheid ons te schenken, zijn dorst bracht lafenis.
2.
Die liefhad bovenmate, die zich gevangen gaf, bevrijdt ons uit ons haten, breekt onze ikzucht af.
3.
Zijn zwijgen voor de rechter wordt nog door ons gehoord: voor ons het pleit beslechtend als zijn vrijsprekend woord.
4.
Die vol was van genade is onze weg gegaan. het spoor van onze daden klaagt ons niet langer aan.
Afbeelding 3: Pilatus wast zijn handen Toelichting bij het schilderij Lezing: Matteüs 27 : 20 - 26a Lied: Zie de mens die in zijn lijden - lied 586 1.
Zie de mens die in zijn lijden teken werd voor alle tijden van wat liefde dragen kan.
2.
Weerloos heeft Hij heel zijn leven zich aan anderen gegeven – weergaloos is Hij alleen.
-3-
3.
Die hem ooit op handen droegen zijn dezelfden die hem sloegen en die vroegen om zijn dood.
4.
Maar nog is zijn hart bewogen om hun blinde onvermogen – stervende pleit hij hen vrij.
Afbeelding 4: Jezus gemarteld Toelichting bij het schilderij: Lezing: Matteüs 27 : 26b - 30 Lied: Noem d’ overtreding mij, die Gij begaan hebt - Gezang 181 : 1 en 3 (LvK) 1.
Noem de overtreding mij, die Gij begaan hebt, het kwaad, gekruiste Heer, dat Gij gedaan hebt, waaraan uw volk U schuldig heeft bevonden, noem mij uw zonden.
2.
Zeg mij, waarom men U aldus gehoond heeft, U dus, mijn vorst, gescepterd en gekroond heeft! Om voor mijn schuld verzoening te verwerven, moest Gij dus sterven?
Afbeelding 5: Jezus valt met het kruis, Simon van Cyrene Toelichting bij het schilderij Lezing: Matteüs 27 : 31 en 32 Zingen: Hoe vreemd, dat voor de schapen zijner weide - Gezang 181 : 4 (LvK) 4.
Hoe vreemd, dat voor de schapen zijner weide de herder zelf ter slachtbank zich liet leiden, de heer zich voor de schulden zijner knechten aan 't kruis liet hechten.
-4-
Afbeelding 6: Kruisiging Toelichting bij het schilderij Lezing: Matteüs 27 : 33 - 44 Zingen: O liefde die verborgen zijt - Lied 561 : 1, 2 en 3 1.
O liefde die verborgen zijt in diepe stilten eeuwigheid, erbarm u over ons bestaan, het wordt verraden en verdaan.
2.
Hoe achtloos in ons midden wordt het kostbaar mensenbloed gestort en in het onbarmhartig licht het kruis des Heren opgericht.
3.
De minsten van de mensen zijn daar uitgestrekt in angst en pijn. Tot aan het eind der wereld lijdt Christus in hun verlatenheid.
Lezing: Matteüs 27 : 45 - 46 (tijdens de lezing blijft afbeelding 6 van de kruisweg zichtbaar) Lezing: Psalm 22 (in de bewerking van Huub Oosterhuis) (tekst op de beamer) God mijn God, waarom heb jij mij verlaten? Naar jou schreeuw ik overdag en ’s nachts, en ik wordt niet gestild. Heilige hoogtronende roemruchte jij geeft geen krimp. Mijn vader, mijn voorvaderen, geslachten lang, ze zeiden: ‘Hem kan je vertrouwen, Hij deed ons ontkomen, die doet wat Hij zegt’-5-
die waren schaamteloos zeker van jou. Maar ik ben een worm in de grond – met hun lederen hozen vertrappen ze mij, en lachen zich gek: hij heeft toch een god! Ik werd geboren en in jouw handen gelegd. Jij bent ‘mijn god’ van de moederschoot af. Weet je het nog? Ja jij weet. Stieren nemen mij op hun horens ik ben voor de leeuwen geworpen mijn hart heeft niets meer te makken mijn keel is aan scherven mij tong vastgekleefd aan mijn strot. Waarom heb je mij verlaten God mijn God? Geef mij terug aan mijn broeders, de zonen van Jakob. God van Jakob, van jou wordt gezegd dat jij vernederden ziet – wat zeg je? ‘Gestild wordt de honger der armen’? Daar hou ik je aan. ‘Wie neerligt in het stof zal Hem aanschouwen’ – ik kan ze niet denken, die woorden maar grijp ze vast. ‘Hun kinderen zullen kracht ontvangen en leven, geslachten lang’: welzalige toekomst, nieuw aarde, eeuwen der eeuwen. Lezing: Matteüs 27 : 47 - 50 (afbeelding 6 van de kruisweg weer tonen)
-6-
Na de woorden: ‘toen gaf hij de geest’ wordt een klein kaarsje op de tafel wordt eerst ontstoken en vervolgens wordt de Paaskaars gedoofd (door de ouderling) Stilte Muziek: instrumentaal: In Uwe handen, Vader (tekst op de beamer) In Uwe handen, Vader leg ik nu mijn leven
(2x)
Afbeelding 7: Het sterven van Jezus Toelichting bij het schilderij Lezing: Matteüs 27 : 51 - 56 Zingen: Die rechtens God gelijk - Tussentijds 86 : 3, 4 en 5 (melodie lied 650) Maar God heeft Hem gesteld hoog aan zijn rechterhand. God heeft zijn naam gemeld aan hemel, zee en land, opdat zijn macht verstaan al wie Hij 't aanzijn geeft, opdat in Jezus' naam zich buige al wat leeft, opdat wij met elkaar God geven alle eer, belijdend voor elkaar dat Jezus is de Heer! Lezing: Matteüs 27 : 55 - 61 (afbeelding 7 van de kruisweg blijft staan)
-7-
Lied: Nu valt de nacht - lied 590 : 1, 2, 3 en 4 1.
Nu valt de nacht. Het is volbracht: de Heer heeft heel zijn leven voor het menselijk geslacht in Gods hand gegeven.
2.
De wereld gaf Hem slechts een graf, zijn wonen was Hem zwerven; al zijn onschuld werd Hem straf en zijn leven sterven.
3.
Hoe slaapt Gij nu, die men zo ruw aan ’t kruishout heeft gehangen. Starre rotsen houden U, rots des heils, gevangen.
4.
’t Is goed, o Heer, Gij hoeft de eer van God niet meer te staven. Leggen wij ons bij U neer, in uw dood begraven.
Gebeden (Na iedere voorbede) Daarom roepen wij tot U: Kyrië eleison, wees met ons begaan doe ons weer verrijzen uit de dood vandaan.
(refrein lied 547)
Stil gebed Gezamenlijk gebed: Hoor ons als wij samen bidden om uw aanwezigheid in onze nacht HEER, blijf bij ons,
-8-
want het is avond en de nacht zal komen. Blijf bij ons en bij uw ganse kerk aan de avond van de dag, aan de avond van het leven, aan de avond van de wereld. Blijf bij ons met uw genade en goedheid, met uw troost en zegen, met uw woord en sacrament. Blijf bij ons wanneer over ons komt de nacht van beproeving en van angst, de nacht van twijfel en aanvechting, de nacht van de strenge, bittere dood. Blijf bij ons in leven en in sterven, in tijd en eeuwigheid. Amen Lied: In Uwe handen, Vader (In Manus Tuas Pater, Taizé) (we zingen dit lied een aantal malen (ongeveer 5 keer)) In Uwe handen, Vader leg ik nu mijn leven
(2x)
Zegenbede v: A: v: A:
Zegen ons en behoed ons LAAT ER LICHT ZIJN ONDANKS ALLE LEEGTE Zegen ons en behoed ons LAAT ONS NOOIT UIT UW HANDEN VALLEN
De diaken van dienst draagt de gedoofde Paaskaars naar buiten. Het avondmaalservies wordt ook uit de kerk gedragen. Wij verlaten de kerk in stilte, achter de diaken met de paaskaars aan.
-9-