Kit voor goede praktijken voor de asielen In het kader van het Meerjarenplan Katten (stap 1)
Identificatie en registratie van katten
Inhoudstafel Inleiding ............................................................................................................... 3 1.
Middelen en procedures ................................................................................ 4 1.1. Hoe de kosten van identificatie en de registratie dekken? ........................... 4 1.2. Is bijkomend personeel nodig om de database te beheren? ........................ 4 1.3. Hoe de verhoging van de adoptiekosten van een kat verantwoorden om de potentiële adoptanten te overtuigen? ............................................... 5 1.4. Welke procedure volgen wanneer de adoptant de kosten verbonden aan de identificatie en de registratie niet wil betalen? ................................. 5
2.
Chip............................................................................................................... 6 2.1. Hoe de kwaliteit van de chiplezers evalueren? ............................................. 6 2.2. Hoe het aantal geregistreerde katten nu reeds verhogen? .......................... 6 2.3. Hoe nagaan of een zwerfkat al geïdentificeerd is?........................................ 7 2.4. Wat doen met reeds gechipte katten wier eigenaar niet gevonden wordt? 8
3.
Sensibilisering ............................................................................................... 9 3.1. Hoe de asielen en de opvanggezinnen, verbonden aan een asiel, sensibiliseren opdat zij systematisch de chips zouden aflezen? ................... 9 3.2. Hoe de opvanggezinnen sensibiliseren opdat zij systematisch de chips zouden aflezen? ............................................................................................. 9 3.3. Hoe de asielen sensibiliseren opdat zij de wet zouden respecteren? ........... 9
4.
Database ..................................................................................................... 10 4.1. Hoe een nationale database opstarten? ..................................................... 10 4.2. Hoe de kwaliteit van de database opvolgen? .............................................. 10
Goede praktijken – Identificatie en registratie, 2011
p. 2/10
Inleiding De asielen vangen steeds meer zwerfkatten, verloren of achtergelaten katten op. Om een antwoord te bieden op dit probleem heeft de dienst Dierenwelzijn van de FOD VVVL1 een strategisch plan opgesteld rond de sterilisatie van katten (beschikbaar op www.KattenPlan.be). De asielen nemen hierbij het voortouw omdat ze een voorbeeldfunctie vervullen voor de andere betrokken partijen (kwekers en particulieren). Om de uitvoering van het plan in alle asielen van België te vergemakkelijken, heeft de FOD de opstelling van drie “Kits voor goede praktijken” gecoördineerd die ideeën aandragen van asielen voor asielen. Methodologie: De vertegenwoordigers van alle asielen van België konden een hele dag (22 september 2011) aangeven welke problemen ze ondervinden of denken te zullen ondervinden bij de uitvoering van de maatregelen verbonden aan stap 1 van het meerjarenplan voor katten2. Vervolgens werden er zes werkgroepen opgericht. Vertegenwoordigers van de asielen, ondersteund door vertegenwoordigers van de FOD (experten van de dienst Dierenwelzijn en projectbeheerders) hebben oplossingen aangebracht met betrekking tot: de identificatie en de registratie, de diagnose van de goede gezondheid, de sterilisatie van katten. Deze kit is volledig gewijd aan de identificatie en de registratie van katten. De andere kits (diagnose van de goede gezondheid, sterilisatie) kunnen geraadpleegd worden op de site www.KattenPlan.be. Opmerkingen:
Het gebruik van de kits is niet verplicht en noch de auteurs, noch de FOD Volksgezondheid kunnen verantwoordelijk worden gesteld. De praktijken worden als goed beschouwd in 2011, ongeacht iedere toekomstige wetgeving of wijziging van de toestand. De indicatieve lijsten zijn niet exhaustief.
De FOD VVVL bedankt alle vertegenwoordigers van de asielen die, op welke manier dan ook, hebben meegewerkt aan het opstellen van dit document.
1 Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu 2 “Alle gezonde katten geplaatst door een dierenasiel moeten gesteriliseerd zijn of worden. Dit wil zeggen dat de sterilisatie gebeurt in het asiel, ofwel na adoptie door een dierenarts gekozen door de adoptant. De gesteriliseerde katten moeten ook geïdentificeerd worden en geregistreerd in een databank (gemeenschappelijk voor alle asielen).”
Goede praktijken – Identificatie en registratie, 2011
p. 3/10
1. Middelen en procedures 1.1.
1.2.
Hoe de kosten van identificatie en de registratie dekken?
De adoptieprijs van de katten kan worden aangepast: de adoptant betaalt.
Dikwijls kan men bij de leveranciers van microchips prijsvermindering krijgen of gratis lezers (bij voorbeeld voor een bepaalde hoeveelheid aangekochte chips), aankoopbonnen,….
Meerdere asielen kunnen zich groeperen om grotere bestellingen te plaatsen en aldus beter over de prijs van de producten te onderhandelen (voorbeeld: 1 registratie gratis wanneer er 10 worden betaald,…).
De SPRA Liège beschikt over zijn eigen database voor de registratie en biedt de andere asielen aan om zich gratis aan te sluiten voor het inbrengen van hun eigen gegevens op de Luikse database (naar gelang van de beschikbare ruimte).
Gewoonlijk rekenen de dierenartsen niets aan voor het plaatsen van een chip wanneer gelijktijdig een sterilisatie wordt gedaan.
Dikwijls is het mogelijk te discussiëren met de dierenarts om een betere prijs te bekomen.
Het identificeren en registreren van katten op het ogenblik van hun adoptie laat toe deze uitgave te vermijden voor de katten die misschien nooit zullen worden geadopteerd.
Sommige gemeentes of provincies geven subsidies aan de asielen. De asielen kunnen onder elkaar vergelijken wat ze ontvangen en zich aldus beter bewapenen wanneer ze met hun eigen gemeentes of provincies over een tegemoetkoming discussiëren.
Is bijkomend personeel nodig om de database te beheren?
Ieder erkend asiel zou over zijn eigen login moeten kunnen beschikken om zelf de gegevens van zijn katten in de database in te brengen. Dit betekent geen bijkomende werklast voor het asiel vermits het niet langer papieren versies zoals op dit ogenblik het geval is, moet invullen. Hierdoor kan tijd worden gewonnen bij het beheer van de registraties. De asielen zouden zich moeten groeperen om onderhandelingen met de leveranciers van databases op te starten ten einde toegang tot de software te verkrijgen.
Goede praktijken – Identificatie en registratie, 2011
p. 4/10
1.3.
1.4.
Hoe de verhoging van de adoptiekosten van een kat verantwoorden om de potentiële adoptanten te overtuigen?
Duidelijk aantonen dat wanneer de adoptanten alle interventies door hun eigen dierenarts moeten laten doen, dit meer kost dan de prijs gevraagd door een asiel voor de adoptie van een gesteriliseerde en geïdentificeerde kat.
Uitleggen dat een kat gedurende haar hele leven geld kost. De stad Antwerpen heeft hieromtrent een brochure gemaakt – mogelijkheid om de brochure en een affiche te downloaden op hun site (www.antwerpen.be/eCache/ABE/81/07/990.html). Zie ook de FAQ op www.KattenPlan.be.
Uitleggen dat zelfs al is het nog niet verplicht voor de particulieren, identificatie in de toekomst een verplichting wordt. De prijs die het asiel op dit ogenblik vraagt is lager dan die welke een particulier bij een dierenarts zal moeten betalen op het ogenblik dat de verplichting voor iedereen zal gelden.
Welke procedure volgen wanneer de adoptant de kosten verbonden aan de identificatie en de registratie niet wil betalen?
De adoptant krijgt geen kat mee wanneer hij niet wil betalen.
Wanneer het gaat om een eigenaar die zijn verloren gelopen kat terug wil, moet hem worden uitgelegd dat het asiel verplicht is alle katten die het asiel buitengaan te identificeren. Wanneer de eigenaar weigert te betalen, dan kan hij zijn kat niet recupereren; hij kan alleszins niet bewijzen dat het zijn kat is.
Opgelet: De wetgeving moet evenwel nog in die zin opgesteld worden. Het is dus nog niet van toepassing.
Goede praktijken – Identificatie en registratie, 2011
p. 5/10
2. Chip 2.1.
Hoe de kwaliteit van de chiplezers evalueren?
Er bestaat een groot verschil in prijs tussen de chiplezers (van 100 tot 900€ in 2011). Uiteraard is de kwaliteit niet hetzelfde voor alle lezers. Nochtans is het over het algemeen niet noodzakelijk om een zeer dure lezer te hebben.
2.2.
Lezers kunnen foutieve meldingen geven; om zeker te zijn moet men meerdere keren controleren.
De lezers moeten alle in Europa bestaande chipsystemen kunnen lezen.
Men moet zijn noden goed inschatten: een asiel dat de identificatie van zwerfkatten moet kunnen nagaan, moet een lezer met een groter bereik hebben om “op afstand” te kunnen lezen.
Het asiel moet bij de producent informatie inwinnen over de technische karakteristieken van ieder toestel om zo datgene te kiezen dat het meest op zijn noden is afgestemd.
Men moet over voldoende reserve aan herbruikbare batterijen beschikken, en de batterijen regelmatig terug opladen want de lezers verbruiken veel energie.
Sommige lezers slaan de gelezen gegevens op en kunnen soms rechtstreeks op een computer worden aangesloten. Dit laat toe: om meerdere nummers in het geheugen op te slaan om ze later, bij terugkeer in het asiel, te behandelen; om snel gegevens te recupereren zonder risico op fouten omdat ze niet opnieuw moeten worden overgeschreven.
Hoe het aantal geregistreerde katten nu reeds verhogen?
De asielen kunnen de adoptie van een kat afhankelijk maken van het aanvaarden van clausules die zijn opgenomen in een adoptiecontract. Eén van de clausules kan zijn dat de adoptant een “waarborg” stort die hem wordt teruggegeven van zodra hij het bewijs levert dat de kat geïdentificeerd, geregistreerd en gesteriliseerd is.
De asielen kunnen de katten identificeren vóór hun adoptie. Sommige asielen doen dit reeds van zodra de kittens 7 weken oud zijn.
De asielen kunnen de katten systematisch identificeren en registreren op het ogenblik van de sterilisatie of de vaccinatie (stressbeperking).
Goede praktijken – Identificatie en registratie, 2011
p. 6/10
2.3.
De asielen kunnen het grote publiek via hun internetsite, via brochures, Facebook, meldingen op broodzakken,… sensibiliseren door hen eraan te herinneren dat de honden op dit ogenblik verplicht moeten worden geregistreerd en dat dit al even belangrijk is voor de katten.
Hoe nagaan of een zwerfkat al geïdentificeerd is?
Het meest evident is gebruik te maken van een chiplezer. Dikwijls is dit moeilijk maar wanneer de katten in een relatief donkere kooi worden geplaatst, worden ze meestal rustiger.
Omdat het moeilijk is om een zwerfkat te vangen, stellen sommige asielen voor een methode te gebruiken waardoor men ze op afstand kan herkennen: een inkeping in het linkeroor betekent dat de kat geïdentificeerd is, een inkeping in het rechteroor betekent dat ze gesteriliseerd is. Volgens het meerjarenplan zal, binnen enkele jaren, iedere gesteriliseerde kat geïdentificeerd zijn (en vice versa), één inkeping zal dus volstaan. Sommige asielen en vooral de dierenartsen kanten zich tegen een inkeping in het oor: zij beschouwen dit als verminking.
Om een onderscheid te kunnen maken tussen een inkeping in het oor en een gescheurd oor door vechten kan men een gaatje maken midden in het oor. De meest hygiënische methode is het gebruik van een biopsiepunch.
© Dieren op de Dool
OPMERKING: een insnijding of perforatie van het oor als identificatieteken is toegestaan (bijlage H van het koninklijk besluit van 17 mei 2001 betreffende de toegestane ingrepen bij gewervelde dieren, met het oog op het nutsgebruik van de dieren of op de beperking van de voortplanting van de diersoort).
Goede praktijken – Identificatie en registratie, 2011
p. 7/10
2.4.
Wat doen met reeds gechipte katten wier eigenaar niet gevonden wordt? OPMERKING: Er dient een onderscheid te worden gemaakt tussen: een zwerfkat die door sommige asielen is opgenomen voor verzorging en/of sterilisatie en die nadien terug wordt losgelaten. Zij heeft dus geen eigenaar; een verloren of achtergelaten kat die door het asiel aan zijn eigenaar wordt teruggegeven of aan een adoptant wordt verkocht en die niet wordt losgelaten. In het geval van een verloren of achtergelaten kat:
Alle gekende databases controleren (zie punt 4).
Aan de gemeente van de laatst gekende verblijfplaats van de eigenaar vragen of zij over geactualiseerde gegevens beschikken zodat hij kan worden gecontacteerd. Wanneer zij weigert deze geactualiseerde gegevens over te maken, haar vragen dat zij zelf contact opneemt met de eigenaar. Deze informatie kan betalend zijn.
Om een betere samenwerking met de gemeenten te bekomen, kan hen persoonlijk of via een document worden uitgelegd waarom regelmatig dergelijke gegevens worden opgevraagd.
Wanneer de vroegere eigenaar is opgespoord en hij weigert zijn kat te recupereren, een schriftelijke bevestiging vragen dat hij zijn dier afstaat en hem een afstandsfactuur toesturen.
De kat registreren op naam van het asiel of van de persoon die gevraagd heeft het dier te vangen en te steriliseren. Hierdoor kan noch het asiel, noch de persoon verantwoordelijk worden gesteld voor eventuele schade die het dier zou kunnen veroorzaken.
Goede praktijken – Identificatie en registratie, 2011
p. 8/10
3. Sensibilisering 3.1.
3.2.
Hoe de asielen en de opvanggezinnen, verbonden aan een asiel, sensibiliseren opdat zij systematisch de chips zouden aflezen?
Wanneer het dier geïdentificeerd wordt, zal het sneller uit het asiel kunnen vertrekken.
Het lezen van de chip moet deel uitmaken van de procedures van elke asiel (deze informatie eventueel opnemen op de intakechecklist) en het personeel moet worden gesensibiliseerd. Er kan een herinneringsnota in de onthaalruimte worden gehangen.
Het asiel kan het aantal gechipte katten die binnenkomen, opvolgen en dit aantal vergelijken met het totaal aantal binnengekomen katten.
Wanneer de kat in een opvanggezin zit, moet het asiel ervoor zorgen dat de chip door hen of door de dierenarts gecontroleerd wordt.
Hoe de opvanggezinnen sensibiliseren opdat zij systematisch de chips zouden aflezen?
3.3.
De asielen kunnen het grote publiek sensibiliseren over het belang van de chip (en van de sterilisatie, …) via hun internetsite, hun kranten, de sociale media, …
Hoe de asielen sensibiliseren opdat zij de wet zouden respecteren?
Het is in hun belang want zij lopen de kans hun erkenning te verliezen.
De asielen kunnen elkaar helpen om de kosten te beperken evenals andere verplichtingen opgelegd bij wet.
De asielen kunnen andere helpen om een stappenplan op te stellen.
De grotere asielen kunnen de kleinere helpen door chips in het groot aan te kopen.
Goede praktijken – Identificatie en registratie, 2011
p. 9/10
4. Database 4.1.
Hoe een nationale database opstarten?
Sommige asielen hebben een eigen database.
Niet-exhaustieve lijst van de databases op 01/11/2011: België: ID-Chips: www.idchips.com - 070/233 147 NAVED: 02/524 29 15 SPRA Liège: www.srpa.net/id_consulter.php Belgisch register voor de identificatie van katten (tatoeages): 02/673.52.30 www.petfinder.be Europa: www.europetnet.com Verscheidene linken naar websites terug te vinden op www.sosveterinaires.be/identification Internationaal: Internationaal Register voor de Identificatie van de Kattenpopulatie (tatoeages): site van de Blauwe Wereldketen www.bwk-cbm.be
4.2.
Hoe de kwaliteit van de database opvolgen?
Wanneer de asielen, in plaats van de documenten per post te verzenden, de gegevens zelf zouden kunnen inbrengen, zou dit sneller gaan en met minder risico op fouten. De asielen zouden ook de mogelijkheid moeten krijgen om de gegevens te verbeteren wanneer ze merken dat ze foutief zijn. De asielen kunnen afspreken om dit samen van hun leveranciers af te dwingen.
Goede praktijken – Identificatie en registratie, 2011
p. 10/10