Lesbrief docent Deze lessenreeks is in principe bedoeld voor de onderbouw van het vmbo. Door simpele aanpassingen kan hij gebruikt worden voor alle niveaus in de onderbouw. De serie kan als introductie op literatuuronderwijs dienen, maar hij is in deze vorm geschikter om aan het begin van het tweede jaar uit te voeren. De lessen vereisen enige voorkennis van literaire begrippen. De lessenreeks kenmerkt zich door een omgekeerde werkwijze. De leerlingen zoeken eerst een boek en verzamelen daarna zoveel mogelijk informatie bij dat boek, dus ook de boekverslagen die ze normaal gesproken achteraf ‘raadplegen’ bij het maken van een boekverslag. Door verschillende opdrachten vormen ze zich vooraf zo goed mogelijk een beeld van de inhoud van het boek. Die informatie delen ze vervolgens met elkaar en hierna kunnen ze nog een keer wisselen van keuze. Uiteraard moet het boek dan gelezen worden. De serie eindigt met een keuze uit verschillende eindopdrachten, van het opvoeren van een passage uit het boek, alleen of met anderen, tot het herschrijven van een passage. Deze aanpak is gebaseerd op de theorie over meervoudige intelligenties. De algemene doelen van deze lessen zijn: – De leerling kan informatie zoeken over jeugdliteratuur, voornamelijk op internet – De leerling kan informatie over boeken delen met medeleerlingen – Aan de hand van alle informatie kan de leerling zich een beeld vormen van de inhoud van een boek – De leerling kan de kennis van de inhoud van een boek verwerken op een manier die past bij zijn intelligentie Les 1 Zoek een boek De leerlingen gaan in de eerste les op zoek naar een boek. De een zal snel een boek vinden of zelfs direct weten welk boek zij wil lezen. De ander zal iets meer tijd nodig hebben. De keuze maken voor een boek staat centraal, samen met de zoektocht naar informatie over een boek. Via verschillende aanbevolen internetsites kan de leerling op zoek naar informatie. De docent helpt leerlingen bij het zoeken waar nodig. Benodigdheden: Voor iedere leerling een computer met internetverbinding en een kopie van het werkboek literatuur. Beginsituatie: De leerlingen hebben al jeugdliteratuur behandeld in de klas, een boek gelezen en hier een of meerdere opdrachten bij gemaakt. Ze zijn bekend met de termen recensie, personage, thema en andere basisbegrippen van jeugdliteratuur. Algemeen lesdoel: – De leerling leert informatie op het internet opzoeken over jeugdliteratuur en die informatie ordenen met behulp van een werkblad. Concrete lesdoelen: – De leerling kan aan de hand van digitaal verkregen informatie een keuze maken voor een boek – De leerling kan informatie over een boek geordend verwerken met behulp van taalsteun – De leerling kan zich een beeld vormen van de inhoud van een boek, zonder de gehele inhoud te kennen 1. Start van de les (5 min)
De les start met een korte inventarisatie van wie liefhebbers zijn van lezen en wie minder enthousiaste lezers zijn. Stel vragen als: – Wie leest er graag/ niet graag? – Wat lees je en waarom/waarom lees je liever niet? – Hoe kies je een boek? Vooral de laatste vraag is van groot belang, hier kan wat langer op doorgegaan worden. Hierna wordt de bedoeling en invulling van de komende literatuurlessen aan de klas uitgelegd.
1. Woordweb (3 min) Voordat de leerlingen op het internet aan de slag kunnen, schrijven zij eerst op het werkblad waar ze graag over zouden willen lezen. Geef aan dat ze twee minuten bedenktijd krijgen, het is de bedoeling dat ze alles opschrijven wat in ze opkomt. Dit kan in een woordweb, maar het mag ook gewoon een rijtje woorden zijn. Geef voorbeelden, zoals: motorcross, paardrijden, vakantie, brugklas, maar ook algemene termen als spanning, liefde, pesten, oorlog zijn woorden die tot een boekkeuze kunnen leiden. Vraag enkele leerlingen op te noemen wat ze hebben opgeschreven 2. Zoeken (20 min) De leerlingen kunnen nu plaats nemen achter de computer en kunnen de instructie op het werkblad volgen. Geef aan dat ze maximaal vijftien minuten de tijd krijgen om tot een keuze te komen. Dit lijkt voor sommigen misschien kort, maar later kunnen zij nog een keer wisselen van keuze, het wordt in dat geval een boek wat een andere leerling gekozen heeft. • De leerlingen gaan eerst naar de volgende site: www.boekenzoeker.org Daar kiezen ze achtereenvolgens: 1. de juiste leeftijdscategorie(12-15) 2. Inloggen(rechts bovenin) en invullen gegevens. Gebruikersnaam en wachtwoord vullen ze ook op het werkblad in. 3. Info en contact en ze lezen de gebruiksaanwijzing 4. Start 5. 1, ik weet wat ik lees of 2, geef me wat ik ben. Ze krijgen even de tijd om de site te ontdekken. 6. een boek en schrijven titel en auteur op • De titel of auteur vullen ze in de zoekbalk van een van de volgende sites in: www.scholieren.com www.cyberschool.nu www.literatuurstartpagina.nl www.schrijversinfo.nl(biografieën) www.bibliotheek.nl www.schooltool.nl www.samenvattingen.com www.collegenet.nl 1. Informatie verwerken (15 min)
2
De informatie die ze hier vinden, verwerken ze in het werkboek met behulp van schrijfkaders, o.a. korte inhoud, hoofdpersonen met enkele eigenschappen, thema en info over schrijver. Als meerdere sites gebruikt worden, kunnen stukken tekst gekopieerd worden en in een wordbestand geplakt worden om de informatie bij elkaar en overzichtelijk te houden. 2. Evaluatie (5 min) Evalueer aan het einde van de les met de leerlingen de inhoud van deze les. Wie heeft snel iets kunnen vinden. Waren de internetsites bruikbaar? Welke moeilijke termen zijn zij tegengekomen? Heb je zin om het boek te gaan lezen? Bespreek manieren om aan een boek te komen: Via bibliotheek: uitleg systeem via internet/ vragen aan bibliothecaris Via sites als bol.com bestellen, ook tweedehands Kijken in de schoolbibliotheek/vragen aan familie/vrienden Geef aan wat ze de volgende les gaan doen. Het huiswerk voor de volgende les is: – Het boek in huis halen – Het werkblad verder invullen als het nog niet af is, o.a. vragen opschrijven om volgende week aan groepsleden te stellen Les 2 Deel je boek De leerlingen presenteren hun boekkeuze aan elkaar in groepjes en stellen daarover vragen. De leukste boeken worden klassikaal besproken. Hierna kunnen ze nog een keer wisselen van keuze. De docent loopt steeds bij groepen langs en biedt waar nodig ondersteuning. Houd in de gaten dat leerlingen de werkbladen invullen. Benodigdheden: werkboek literatuur, gekozen boek per leerling, tafels in groepsvorm Algemeen lesdoel – De leerling leert dat er verschillende manieren zijn om tot een keuze van een boek te komen Concrete lesdoelen: – De leerling kan zijn keuze voor een boek onder woorden brengen aan medeleerlingen – De leerling kan informatie van anderen ordenen met behulp van taalsteun – De leerling kan zich een beeld vormen van de inhoud van een boek aan de hand van de informatie van anderen 1. Start van de les (5 min) De les begint met een korte terugblik op de vorige les en de tussenliggende week. Zijn de leerlingen erin geslaagd het boek te bemachtigen? Zo niet, waarom niet? Geef advies bij de zoektocht. En hebben ze vragen kunnen bedenken om straks aan elkaar te stellen? Bespreek de inhoud van de les.
2. Groepspresentaties (35 min)
3
Verdeel de leerlingen in groepen van vier. Het is aan te bevelen om per groep een balans te vinden tussen het aantal enthousiaste en minder enthousiaste lezers. Per presentatiebeurt is er steeds een voorzitter, die voornamelijk in de gaten houdt of de presentatie bij het onderwerp blijft. Daarnaast is er een tijdsbewaker, want iedere presentatie mag niet langer duren dan vier minuten, inclusief vraagstelling en beantwoording. De derde taak is die van vragensteller of interviewer. Die ondervraagt de verteller over zijn boekkeuze. Na iedere presentatie draaien de rollen om en zo hebben alle vier groepsleden dus iedere ronde een andere functie. Aan de hand van de ingevulde werkbladen gaan de leerlingen elkaar een voor een vertellen over hun boekkeuze. Ze lezen daarbij ook de eerste bladzijde van hun boek voor. Een van de andere groepsleden stelt aan het einde vragen. Alle groepsleden schrijven op het werkblad informatie over de andere boeken op en geven een score bij ieder boek, ook apart over de eerste pagina. Als iedereen aan de beurt geweest is worden de scores per boek berekend en zo wordt het favoriete boek van de groep bepaald. Dit boek wordt nu door een van de groepsleden aan de rest van de klas beschreven. Op verschillende manieren kan gekozen worden wie dat doet, bijvoorbeeld diegene die het boek heeft uitgekozen, de persoon die het boek de hoogste score gaf of juist de persoon die de laagste score gaf. Als er leerlingen zijn die enthousiast zijn geraakt over het boek van een ander, dan mogen zij nu hun keuze nog veranderen. Iedereen vult de titel van zijn boek en de schrijver in op de lijst met definitieve keuzes. 3. Evaluatie (10 min) De les wordt geëvalueerd. Weten de leerlingen hoe anderen aan hun boekkeuze zijn gekomen? Was het lastig om te vertellen over de boekkeuze? Hoe hebben de leerlingen deze aanpak ervaren? Wie wil nog wisselen van boek en waarom? Vanaf nu gaan ze de boeken lezen. Het huiswerk voor de volgende les is dus: – Lees je boek
Les 3 Eindopdracht De leerlingen hebben hun boek uitgelezen. Ze kunnen nu beginnen aan de eindopdracht, waarbij ze keuze hebben uit verschillende mogelijkheden. De docent ondersteunt de leerling bij het maken van een keuze en houdt daarbij in het oog welke opdracht het beste past bij de intelligentie- ontwikkeling van het kind. Ruim voor de vierde les moet al begonnen worden met de inventarisatie van de keuze voor de eindopdracht. De opdrachten zijn zeer divers en om alles in goede banen te leiden moet al het benodigde materiaal aanwezig of beschikbaar zijn. In principe is de beschikbaarheid van de materialen voldoende voor de uitvoering, maar samenwerking met docenten van ckv, techniek, drama en ict kan van pas komen, afhankelijk van de vaardigheden van de docent.
Algemeen lesdoel:
4
–
De leerling leert dat je met een boek meer kunt dan alleen lezen
Concrete lesdoelen: – De leerling kan een verhaal verwerken in een opdracht die past bij zijn intelligentie of leerstijl – De leerling kan een complexe opdracht voorbereiden aan de hand van een schema, zodat de opdracht gestructureerd uitgevoerd kan worden
1. Start van de les (10 min) De les begint met een inventarisatie van de meningen over de door de leerlingen gelezen boeken. Was het lezen leuk/moeilijk/lastig/spannend etc.? Hoe kwam dat? Is het meegevallen of juist tegengevallen ten opzichte van de eerste gedachte toen je het boek uitkoos? 2. Eindopdracht kiezen en eerste voorbereiding(35 min) In het werkboek lezen de leerlingen de eindopdracht van deze cyclus. Ze kunnen kiezen uit de volgende opdrachten: –
–
–
–
–
–
Herschrijf een gedeelte van het boek, bij voorkeur het begin, slot of een andere belangrijke gebeurtenis die de loop van het verhaal compleet verandert. Omvang minimaal 600 woorden. Volg de aanwijzingen in het werkboek. Voer alleen, of samen met anderen die hetzelfde boek gelezen hebben, een passage uit het boek op. De opvoering moet een duidelijk beeld geven van de belangrijkste personages uit het boek. De passage mag aangepast worden als dat de uitvoering ten goede komt. De opvoering mag ook elders worden gedaan en worden opgenomen, zodat er een filmpje van kan worden gemaakt, met bijvoorbeeld begeleidende tekst en muziek. Verschillende personen kunnen verschillende onderdelen van de opdracht uitvoeren. Volg de stappen in het werkboek. Geef een boekpresentatie, waarin je uitlegt: Waarom je het boek wilt presenteren Wat anderen van het boek vonden(recensies, klasgenoten etc.) Geef onderbouwd commentaar op die meningen met voorbeelden Vertel de leukste, grappigste, spannendste, interessantste passage in eigen woorden na, nadat je hebt uitgelegd waarom je die passage hebt gekozen Maak een tweedimensionale collage van de beelden die jij in je hoofd hebt gevormd tijdens het lezen van het boek. Dat kan één ding zijn, bijvoorbeeld een huis waarin zich veel afspeelde, maar het kunnen ook meerdere dingen of mensen zijn. Een voorwerp of persoon volledig in elkaar zetten op schaal zou ook kunnen, maar neemt wellicht teveel tijd in beslag. Deze opdracht kan ook door twee personen die hetzelfde boek hebben gelezen worden uitgevoerd. Volg de aanwijzingen in het werkboek. Maak een beeldverslag van het boek. Je zoekt foto’s en afbeeldingen die voor jou de gebeurtenissen van het verhaal goed weergeven. Voeg tekst, overgangen en muziek toe aan je verslag. Je kunt ook uit het boek voorlezen en dat opnemen en als tekst bij de beelden gebruiken. Eventueel kan een leerling zelf een opdracht verzinnen. Het is aan de docent om te beoordelen of de opdracht volstaat en aan welke eisen deze moet voldoen.
5
De leerlingen krijgen de tijd om te bedenken welke opdracht ze uit gaan voeren. Ze mogen uiteraard overleggen met anderen. Als de keuzes gemaakt zijn kunnen de leerlingen beginnen met de voorbereidingen op de uitvoering van de opdracht. Ze moeten daarbij de stappen doorlopen uit het werkboek. Aan het einde van de les heeft iedere leerling op het formulier(bijlage)ingevuld welke opdracht hij gaat maken en welke materialen hij nodig heeft die hij niet zelf mee kan nemen.. 1. Evaluatie(5 min) Aan het einde van de les kan de docent een rondvraag doen naar de vorderingen en het enthousiasme over de opdrachten peilen. Huiswerk volgende les: – Meenemen benodigde materialen
Les 4 Eindopdracht uitvoeren In deze les gaan de leerlingen hun opdracht verder uitvoeren en moeten zij klaar zijn om volgende les hun presentatie van de opdracht te houden. Gedurende de periode tot de volgende les mogen zij in hun eigen tijd de opdracht afronden, als er niet genoeg tijd is. Ze moeten dus tempo maken. De docent zal goed moeten bedenken hoe hij zijn aandacht verdeelt. Hij kan ervoor kiezen om rond te lopen en hulp te bieden waar dat nodigt blijkt. Hij kan ook een periode afspreken met iedere groep om te assisteren. Benodigdheden: alle materialen die de vorige les zijn opgegeven moeten beschikbaar zijn. Eventueel ondersteuning van andere docenten, ter plekke of in een ander lokaal. Algemeen lesdoel: – de leerling leert zijn ideeën over een boek tot uiting te brengen Concrete lesdoelen: – De leerling kan een verhaal verwerken in een opdracht die past bij zijn intelligentie of leerstijl – De leerling kan onder enige tijdsdruk een complexe opdracht uitvoeren aan de hand van een vooraf gemaakt schema 1. Start van de les(5 min) De les begint met een controle op de ingrediënten; heeft iedereen zijn materialen beschikbaar? Weet iedereen wat ze deze les te doen staat? 2. Uitvoer opdrachten(40 min) Verdeel de groep op een werkbare manier, zorg dat iedereen eerst de bij de opdracht behorende formulieren invult en die laat zien voor zij beginnen met de praktische uitvoering van de opdracht. 3. Evaluatie (5 min) Bespreek de vorderingen in het algemeen en de moeilijkheden bij de uitvoer. Geef feedback en moedig de leerlingen aan om tot een goed resultaat te komen, zeker als zij minder positief zijn over de verwachtingen.
6
Les 5 Presentaties eindopdrachten Uiteraard moeten de leerlingen die de presentatie- opdracht of het toneelstuk hebben gekozen, hun eindproduct aan de klas presenteren. Voor de andere opdrachten geldt enige vrijheid met betrekking tot presenteren. In principe kunnen alle opdrachten natuurlijk gepresenteerd worden. Bij de presentaties kunnen verschillende beoordelingsmethoden worden toegepast. De klas kan hierbij een rol spelen, er moeten dan wel duidelijke criteria opgesteld worden. Laat de leerlingen bijvoorbeeld een kritische vriend kiezen en laat die feedback geven op de uitvoering van het hele project. Zo krijgen de leerlingen een objectief beeld van de kwaliteit van het proces wat zij doorlopen hebben, voordat de docent beoordeelt. Er moet dan uiteraard wel ruimte geboden worden om eventueel nog onderdelen aan te vullen.
Hieronder volgt per opdracht een beoordelingsformulier. Per onderdeel zijn vijf punten te verdienen, alleen voor het werkboek in zijn geheel zijn tien punten te vergaren. Alle punten bij elkaar opgeteld en gedeeld door het aantal onderdelen geeft een eindcijfer.
Opdracht 1 Herschrijven passage Onderdeel
Cijfer kritische
Cijfer(1=laag,
vriend
5= hoog)
Hoofdpersoon komt in stuk voor Namen personages niet veranderd
7
Geen personages toegevoegd Duidelijke verandering verhaallijn Aantal woorden minimaal 750 Stroomschema volledig ingevuld Werkboek in orde (10 punten) Feedback kritische vriend(wat was goed, wat kan beter) • •
Totaal Te behalen
40
Cijfer
=aantal punten : 40, x10
Opdracht 2 Toneelstukje Onderdeel
Cijfer
Cijfer (1=
kritische
laag, 5= hoog)
vriend Stroomschema volledig ingevuld Planningsformulier volledig ingevuld
8
Stuk duurt tussen 5 en 10 minuten Duidelijke rolverdeling, ieders aandeel ongeveer gelijk Gebruik materialen Inzet Werkboek in orde (10 punten) Feedback kritische vriend(wat was goed, wat kan beter) • • Totaal Te behalen
35
Cijfer
=aantal punten : 35, x 10
Opdracht 3 Presentatie Onderdeel
Cijfer
Cijfer (1=
kritische
laag, 5= hoog)
vriend Planningsformulier volledig ingevuld Recensies aanwezig Commentaar op recensies volledig ingevuld
9
Toelichting keuze duidelijk ingevuld Werkboek in orde (10 punten) Feedback kritische vriend(wat was goed, wat kan beter) • • Totaal Te behalen
30
Cijfer
=aantal pntn:40 x10
Opdracht 4 Collage Onderdeel
Cijfer
Cijfer
kritische
docent (1=
vriend
laag, 5= hoog)
Planningsformulier volledig ingevuld Vraag/antwoordformulieren volledig ingevuld Gebruik materialen Ondergrond niet zichtbaar/ aandachtspunt aanwezig
10
Beeld geeft duidelijk gevoel weer( het zijn niet zomaar wat plaatjes) Werkboek in orde (10 punten) Feedback kritische vriend(wat was goed, wat kan beter) • • Totaal Te behalen
35
Cijfer
35 =aantal pntn:35x10
Opdracht 5 Beeldverhaal Onderdeel
Controle
Cijfer
kritische
docent (1=
vriend
laag, 5= hoog)
Planningsformulier volledig ingevuld Formulier toelichting keuzes volledig ingevuld Gebruik van effecten aanwezig Muziek/gesproken tekst aanwezig
11
Werkboek in orde (10 punten) Feedback kritische vriend(wat was goed, wat kan beter) • • Totaal Te behalen
30
Cijfer
=aantal pnt:30x10
Bijlage Formulier keuze opdracht en benodigde materialen Klas: Docent: Naam Ik kies Spullen die ik nodig heb voor de opdracht, die ik niet zelf kan opdr. meenemen nr.
12
13