Competentieprofiel van de Docent
Utrecht, september 2005
Competentieprofiel van de docent
2
Competentieprofiel van de docent
COLOFON Samenstelling van de werkgroep •
M.M.L. Beek VOHA-UMCN
•
G.T.J.M. Essers LUMC
•
M. Hoekstra (projectmedewerker) PVH, Utrecht
•
D. Janssen UMCG
•
C.A.L. van der Kluit-Dijken (voorzitter) AMC-UVA
•
E.M.P. Oosterling (projectleider) PVH, Utrecht
•
B.I.H.M. Smit Erasmus MC
•
D. van Veenendaal UM
3
Competentieprofiel van de docent
4
Competentieprofiel van de docent
VOORWOORD Om een competente huisarts af te leveren is het zaak het leerproces van de aios competentiegericht te begeleiden. Competentiegericht begeleiden veronderstelt een competentieprofiel en een daarbij behorend scholingsplan en personeelsbeleid.
De vakinhoudelijke kwaliteiten van de docenten worden op beheersingsniveau verondersteld als een medewerker, hetzij huisarts, hetzij gedragswetenschapper, in dienst treedt. Deze kwaliteiten worden niet door ons beschreven, deze worden getoetst in het sollicitatiebeleid van de betreffende afdeling. In dit profiel beschrijven we de competenties waarover een bekwame docent behoort te beschikken.
In het scholingsplan worden voorstellen gedaan hoe deze competenties te verwerven. Zo ontstaat een traject van een aantal jaren om van beginnend tot gevorderd docent te geraken.
Natuurlijk geldt voor de echt competente docent dat deze nooit uitgeleerd is, ‘education permanente’ is immers oneindig. C.A.L. van der Kluit-Dijken (voorzitter) september 2005
5
Competentieprofiel van de docent
6
Competentieprofiel van de docent
INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING..................................................................................................................................................... 9 1.1 AANLEIDING ................................................................................................................................................. 9 1.2 OPDRACHT................................................................................................................................................... 9 1.3 COMPETENTIEPROFIEL VAN DE DOCENT IN DE HUISARTSOPLEIDING ............................................................. 9
1.4 BRONNEN ..................................................................................................................................................... 9 2. BESCHRIJVING VAN HET COMPETENTIEPROFIEL........................................................................ 11 2.1 HET LEREN VAN DE AIOS IN DE PRAKTIJK ALS UITGANGSPUNT ..................................................................... 11 2.2 REALISEREN VAN EEN KRACHTIGE LEEROMGEVING ALS DOEL ....................................................................... 11
2.3 VERANTWOORDING ..................................................................................................................................... 11 2.4 AANBEVELINGEN.......................................................................................................................................... 12 3. COMPETENTIEPROFIEL VAN DE DOCENT ....................................................................................... 13 3.1 COMPACT COMPETENTIEPROFIEL................................................................................................................. 13 3.2 COMPETENTIEPROFIEL VAN DE DOCENT
PER TAAKGEBIED
.......................................................................... 14
4. BIJLAGEN ...................................................................................................................................................... 19 4.1 AFKORTINGEN ............................................................................................................................................. 19
7
Competentieprofiel van de docent
8
Competentieprofiel van de docent
1. INLEIDING
1.1 Aanleiding De Huisartsopleiding is een beroepsgerichte opleiding. Het onderwijs wordt verzorgd door opleiders en docenten. Docenten worden op de opleidingsinstituten ook huisartsbegeleiders (HAB’s) en
gedragswetenschappers (GW-ers) genoemd. Wanneer zij in dienst treden, zijn zij vakinhoudelijk
geschoold en hebben relevante werkervaring. De benodigde docentcompetenties moeten doorgaans in het werk ontwikkeld worden. Daarom rekent de Huisartsopleiding het tot haar taak te voorzien in de
benodigde scholing, zodat docenten bekwaam zijn om competentiegericht onderwijs te realiseren.
1.2 Opdracht Het bestuur van het Project Vernieuwing Huisartsopleiding [PVH] heeft namens de convenantspartners - de opleidingsinstituten, de SBOH en de HVRC - een projectgroep ingesteld die tot taak heeft een voorstel te maken voor landelijke scholing van docenten.
De projectgroep bestond uit 4 docenten ( 2 HAB’s en 2 GW-ers), een onderwijskundige/trainer deskundigheids-bevordering (1) en een aios (1). Deze groep werd ondersteund door een projectleider en een projectmedewerker vanuit het PVH.
De projectgroep moest een eindrapport opleveren met als onderdelen: •
een competentieprofiel van de docent.
•
een landelijk scholingsplan voor docenten.
•
een implementatieadvies.
Alle producten moeten aansluiten bij landelijk geformuleerde uitgangspunten (Raamcurriculum 2005) en bij relevante producten van het Project Vernieuwing Huisartsopleiding.
1.3 Competentieprofiel van de docent in de huisartsopleiding De projectgroep heeft in oktober 2004 haar werkzaamheden aangevangen met het opstellen van een competentieprofiel voor de docent.
Doel van dit product is het beschrijven van de doelen voor de scholing tot docent van artsen in opleiding tot specialist (huisartsgeneeskunde). De scholingsdoelen worden beschreven in de vorm van competenties.
De wijze waarop de scholingsdoelen, - de competenties -, ontwikkeld kunnen worden, is uitgewerkt in een bijbehorende scholingsplan voor docenten.
In hoofdstuk twee van dit document wordt het competentieprofiel nader toegelicht.
1.4 Bronnen Het competentieprofiel van de huisarts en het landelijk opleidingsplan vormen het kader voor het competentieprofiel van de docent met bijbehorend scholingsplan.
Tijdens de productontwikkeling heeft afstemming plaatsgevonden met de producten voor de huisartsopleider.
9
Competentieprofiel van de docent
Een overzicht van documenten die de projectgroep als bron gebruikt bij haar werkzaamheden: •
Raamplan 2001.
•
Rapportage werkconferentie 2003 (Van Raamplan naar Landelijk Opleidingsplan).
•
Competentieprofiel van de huisarts, Project Vernieuwing Huisartsopleiding 2005.
•
Competentieprofiel van de opleider, Project Vernieuwing Huisartsopleiding 2005.
•
Competentiegerichte leeromgevingen. Onder redactie van: Dr. K. Schlusmans,
drs R. Slotman, drs C. Nagtegaal, drs G. Klinkhorst. Uitgevrij Lemma, Utrecht 1999. • •
De docent competent. M. Lingsma, A. Mackay, G. Schelvis. Uitgeverij H. Nelisen, Soest. Competentiegids voor startbekwame leraar voor het 2e graadsgebied. Hogeschool Rotterdam,
Lerarenopleiding VO/BVE. • •
Van wens naar werkelijkheid. Het SURF project LMS/DPF. www.surf.nl.
SBL bekwaamheidseisen VO/BVE. Stichting Beroepskwaliteit Leraren en ander onderwijspersoneel. www.lerarenweb.nl.
•
Cluitmans. J.J. (2002) In: Handboek Toetsplanontwikkeling in competentiegericht onderwijs. G. van Zutven, M. Polderdijk, M. de Volder. Stichting Digitale Universiteit, Utrecht 2004.
10
Competentieprofiel van de docent
2. BESCHRIJVING VAN HET COMPETENTIEPROFIEL
2.1 Het leren van de aios in de praktijk als uitgangspunt In de huisartsopleiding staat het werken en leren van de aios in de opleidingspraktijk centraal (Raamcurriculum 2005). De opleidingsdoelen voor de aios zijn geformuleerd in de vorm van
competenties (zie: competentieprofiel van de huisarts), het curriculum is ingericht volgens principes van competentiegericht leren (zie: Landelijk Opleidingsplan voor artsen in opleiding tot huisarts). Het handelen van de docent zal moeten passen in dit opleidingsconcept.
Logischerwijs wordt het scholingstraject van de docent dan ook ingericht volgens de principes van competentiegericht leren en de scholingsdoelen geformuleerd in de vorm van competenties.
2.2 Realiseren van een krachtige leeromgeving als doel Kern van competentiegericht begeleiden is het realiseren van een krachtige leeromgeving1 . Van een krachtige leeromgeving is sprake als een aios individueel en in groepsverband wordt
uitgedaagd tot en ondersteund in het zoeken, vergelijken en evalueren van kennis én het kritisch omgaan met eigen leergedrag.
De docent is verantwoordelijk voor zijn/haar aandeel in een krachtige leeromgeving op het opleidingsinstituut. Een competente docent zal zich herkennen in het voorliggende competentieprofiel.
2.3 Verantwoording 2.3.1 Vakoverstijgende bekwaamheden Het competentieprofiel beschrijft de vakoverstijgende bekwaamheden van een staflid als docent van
een arts in opleiding tot specialist (huisartsgeneeskunde). Dit houdt in, dat er één competentieprofiel is voor de docent met huisartsgeneeskundige achtergrond (HAB) en voor de docent met een gedragswetenschappelijke achtergrond (GW-er).
Vakinhoudelijke kennis en werkervaring zijn een cruciale voorwaarde voor competent docentschap. Het
valt echter buiten de taak van de projectgroep de vakinhoudelijke competenties te beschrijven. Voor de HAB verwijzen we naar het competentieprofiel van de huisarts. Voor de GW-er is de situatie meer divers; opleidingsinstituten hanteren een eigen beleid ten aanzien van aanname, taak- en functieomschrijving van de GW-er. 1
“Een krachtige leeromgeving is een leeromgeving die zoveel mogelijk overeenkomt met de omgeving waar het geleerde toegepast moet worden, een omgeving die levensecht is, die uitnodigt tot activiteit, die
voorziet in coaching en voortdurend impulsen geeft om zelf te leren en een omgeving die ervoor zorgt dat de student zich het besef van eigen bekwaamheid eigen maakt.” (Cluitmans, J.J. 2002)
11
Competentieprofiel van de docent
Wel is een extra deelcompetentie opgenomen in het taakgebied professionaliteit:
“ Neemt deel aan opinievorming en ontwikkeling van nieuwe inzichten op het vakinhoudelijk - en het onderwijskundig vakgebied.” (zie: competentie 5.1.3)
Van elke professionele docent mag immers verwacht worden dat hij/zij vooral ook ontwikkelingen op
het eigen vakgebied bijhoudt.
2.3.2 Verschillende rollen
De HAB en GW-er kunnen ook in de rol van ontwikkelaar, vakdocent en/of HAO-trainer optreden. Deze rollen geven een verbijzondering ten opzichte van competenties van de docent.
Een vakdocent verzorgt incidenteel onderwijs in de groep. De onderscheidende vakinhoudelijke
•
deskundigheid geeft een meerwaarde voor het leerproces van de aios. Voor de vakdocent gelden met name de competenties in het taakgebied didactisch handelen, i.h.b. competentie 2.1.
De competenties van de ontwikkelaar vereisen een verbijzondering in het taakgebied didactisch
•
handelen. Toegevoegd is een ontwerp-competentie.
(zie: competentie 2.4 )
De competenties van de HAO-trainer vereisen ook een verbijzondering in het taakgebied
•
didactisch handelen. De HAO-trainer geeft immers onderwijs over onderwijs. We hebben hier te maken met een andere doelgroep (opleiders), een andere inhoud en een ander referentiekader. Een extra competentie is toegevoegd
(zie: competentie 2.5).
2.3.3 Indeling in taakgebieden
Het competentieprofiel van de docent kent een indeling in vijf taakgebieden: 1.
agogisch handelen
3.
organisatie
5.
professionaliteit.
2. 4.
didactisch handelen samenwerken
Deze indeling is tot stand gekomen na studie van het SBL-model (Stichting Beroepskwaliteit Leraren) en het competentieprofiel van de huisarts.
Het onderscheid agogisch en didactisch handelen is gemaakt om recht te doen aan respectievelijk bekwaamheden gericht op het klimaat als voorwaarde van het leerproces (zowel individueel als op groepsniveau) en bekwaamheden direct gekoppeld aan het leerproces zelf.
2.4 Aanbevelingen •
In het CHVG-Kaderbesluit 2005 ontbreekt de omschrijving voor ‘docent ’ in de begrippenlijst.
Gezien de positie van de docent in de opleidingsdriehoek opleider–aios–docent verdient het aanbeveling de term docent op te nemen en te specificeren. •
Het Protocol Toetsing en Beoordeling 2005, vastgesteld door de HVRC, hanteert de term ‘begeleider’. Ten behoeve van consistentie zou het beter zijn die term te vervangen door de term
‘docent’.
12
Competentieprofiel van de docent
3. COMPETENTIEPROFIEL VAN DE DOCENT
3.1 Compact competentieprofiel De docent
agogisch handelen • •
realiseert een constructief leer(werk)klimaat in een groep
bouwt een constructieve relatie op met de individuele aios
didactisch handelen •
realiseert evenwichtig en uitdagend onderwijs
•
begeleidt de individuele aios naar zelfsturing in het realiseren van zijn/haar individueel leerprogramma
•
beoordeelt resultaten en adviseert over de consequenties voor de voortgang
•
realiseert middelen t.b.v. onderwijs en toetsing in een competentiegericht curriculum
•
onderbouwt het agogisch – en didactisch handelen
(ontwikkelaar)
(hao-trainer)
organisatie • •
past organisatie- en managementprincipes toe bij de realisatie van de randvoorwaarden gebruikt informatietechnologie voor optimaal onderwijs
samenwerking •
past samenwerkingsvaardigheden doelgericht toe
•
stemt het eigen handelen af met de opleider en andere betrokkenen bij de ondersteuning van de
aios
professionaliteit •
werkt systematisch en doelgericht aan verbetering van het eigen beroepsmatig functioneren
•
bewaakt de balans tussen betrokkenheid en distantie
•
houdt taken en verantwoordelijkheden van verschillende rollen gescheiden
•
handelt conform geldende ethische gedrags- en omgangsregels.
13
Competentieprofiel van de docent
3.2 Competentieprofiel van de docent per taakgebied
1 Taakgebied agogisch handelen Handelen gericht op het realiseren en onderhouden van een constructief leer(werk)klimaat waarin aios zich zowel individueel als in groepsverband kunnen ontwikkelen tot zelfsturende, vakbekwame professionals.
Competenties 1.1
De docent
realiseert een constructief leer(werk)klimaat in een groep .. stimuleert een respectvolle omgang met elkaar
.. zorgt ervoor dat onderlinge verschillen worden ervaren als bron van leren
.. bewaakt de wisselwerking tussen individuele- en groepsontwikkeling
1.2
De docent
bouwt een constructieve relatie op met de individuele aios .. realiseert voorwaarden voor een veilige omgeving .. daagt de aios steeds opnieuw uit tot dialoog
14
Competentieprofiel van de docent
2. Taakgebied: didactisch handelen Handelen gericht op het realiseren en onderhouden van een krachtige leeromgeving
(zie voetnoot pg. 8)
waarin aios zich zowel individueel als in groepsverband kunnen ontwikkelen tot zelfsturende,
vakbekwame professionals. Competenties 2.1
De docent
realiseert evenwichtig en uitdagend onderwijs
.. bereidt een reeks gerichte leeractiviteiten voor op basis van het opleidingsplan en afgestemd op het opleiden in de praktijk
.. initieert en onderhoudt leerprocessen
.. draagt leerfuncties geleidelijk over aan de groep .. evalueert proces en resultaat 2.2
De docent
begeleidt de individuele aios naar zelfsturing in het realiseren van zijn/haar leerprogramma
.. ondersteunt bij het formuleren van haalbare leerdoelen en bijbehorend plan van aanpak
.. signaleert ineffectief leergedrag en maakt dit inzichtelijk .. daagt uit tot het verleggen van grenzen en bespreekt de haalbaarheid
.. draagt leerfuncties geleidelijk over aan de individuele aios 2.3
De docent
beoordeelt resultaten en adviseert over de consequenties voor de voortgang
.. bewaakt de kwaliteit van het ontwikkelingsdossier .. biedt terugkoppeling van de leerresultaten
.. beoordeelt en legt de voortgang in het leerproces vast 2.4
De docent
2
realiseert middelen t.b.v. onderwijs en toetsing in een competentiegericht curriculum
.. ontwerpt programma’s, opdrachten en toetsen waarin
geldende agogische en didactische principes verwerkt zijn
.. schrijft teksten die doel- en doelgroepgericht zijn
.. bewaakt consistentie in opbouw en opmaak van documenten .. stelt instrumenten bij op basis van systematische evaluatie naar de efficiëntie en effectiviteit van instrumenten
2.5
De docent
3
onderbouwt het agogisch – en didactisch handelen .. analyseert en expliciteert het eigen handelen als
onderwijsgevende in relatie tot wetenschappelijke inzichten
en de context
2
extra competentie voor docent in de rol van ontwikkelaar
3
extra competentie voor docent in de rol van HAO-trainer
15
Competentieprofiel van de docent
3. Taakgebied organisatie Handelen gericht op het realiseren van randvoorwaarden zoals: tijd, informatie, middelen en inzet van mensen.
Competenties 3.1
De docent
past organisatie- en managementprincipes toe bij de realisatie van de randvoorwaarden
.. zorgt voor een heldere taakverdeling, –afstemming en uitvoering
.. zorgt voor een actuele en effectieve informatievoorziening 3.2
De docent
gebruikt informatietechnologie voor optimaal onderwijs
.. maakt effectief gebruik van een elektronische leeromgeving en internet.
16
Competentieprofiel van de docent
4. Taakgebied: samenwerken Handelen gericht op realiseren en optimaliseren van het opleidingstraject tot huisarts door structureel
en opbouwend overleg tussen alle betrokkenen (collega’s, leidinggevenden en eindverantwoordelijken (intern/extern) en personen/instellingen buiten het opleidingsinstituut).
Competenties 4.1
De docent
past samenwerkingsvaardigheden doelgericht toe .. functioneert constructief in groepen met verschillende doelen samenstelling
.. neemt verantwoordelijkheid voor de voortgang en uitkomsten van overleg
4.2
De docent
stemt het eigen handelen af met de opleider en andere betrokkenen bij de ondersteuning van de aios
.. functioneert als gelijkwaardige gesprekspartner in de driehoek aios-opleider-docent
.. neemt verantwoordelijkheid voor consistentie en continuïteit van de ondersteuning
17
Competentieprofiel van de docent
5. Taakgebied: professionaliteit Handelen gericht op onderhoud en ontwikkeling van de eigen competenties in relatie tot veranderingen in het competentieprofiel van de docent . Competenties 5.1
De docent
werkt systematisch en doelgericht aan verbetering van het eigen beroepsmatig functioneren
.. maakt het eigen persoonlijk en professioneel functioneren bespreekbaar en stelt verbeterpunten vast op basis van
verkregen feedback
.. stelt door middel van reflectie periodiek de persoonlijke ontwikkelingsbehoefte vast, neemt planmatig deel aan deskundigheidsbevordering en evalueert het effect
.. neemt deel aan opinievorming en ontwikkeling van nieuwe inzichten op het vakinhoudelijk- en het onderwijskundig
vakgebied
.. stuurt het eigen handelen op basis van wetenschappelijke inzichten en ‘best practices’
5.2
De docent
bewaakt de balans tussen betrokkenheid en distantie .. maakt onderscheid tussen zakelijke en persoonlijke aspecten in het werk
5.3
De docent
houdt de taken en verantwoordelijkheden van verschillende rollen gescheiden (zoals: groepsdocent , mentor, beoordelaar, vakdocent, collega etc)
.. past de verschillende rollen in de juiste context toe 5.4
De docent
handelt conform geldende ethische gedrags- en omgangsregels
.. gaat integer en zorgvuldig om met eigen invloed op de aios en op het groepsproces
18
Competentieprofiel van de docent
4. BIJLAGEN 4.1 Afkortingen AIOS
: Arts in opleiding tot specialist
CCMS
: Centraal College Medisch Specialisten
GW-er
: Gedragswetenschapper
CHVG HAB
HAO
HVRC LHV
: College voor Huisartsgeneeskunde en Verpleeghuisgeneeskunde
: Huisartsbegeleider : Huisartsopleider
: Huisarts en Verpleeghuisarts Registratie Commissie : Landelijke Huisartsen Vereniging
NHG
: Nederlands Huisartsen Genootschap
RHO
: De Raad voor de Huisartsopleiding
19