HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD
ILS Nijmegen Mei 2009
Voorwoord: Dit voorstel voor een competentieprofiel van de spd is ontworpen op verzoek van de directies van ILSHAN en ILS-RU door de productgroep “competentieprofiel spd” tezamen met een aantal algemeen begeleiders van de school en andere betrokkenen. Een aantal ab’s heeft daarna gefungeerd als resonansgroep en op grond van deze feedback is een definitieve versie aangeboden aan de beide directies van het ILS. Deze definitieve versie is vervolgens door de directies van het ILS vastgesteld.
Karin Derksen (ILS-RU) Regie Driessen (ILS-HAN) Gerald Steverink (ILS-HAN) Peter Rongen (Onderwijsgemeenschap Venlo&omstreken) Henk van Straaten (Mondriaancollege) Fons Ras (Candeacollege) Ans de Klein (vz) (ILS-HAN)
Mei 2009
Competentieprofiel schoolpracticumdocent (spd) Inleiding: Dit voorstel voor een competentieprofiel van de spd is een bewerking van het profiel “schoolopleider” van de VELON. Er is bewust voor gekozen om het competentieprofiel van de spd te koppelen aan het profiel “schoolopleider” van de VELON. Voor het profiel van de spd is gekozen voor de formulering van zes kerncompetenties met voorbeelden van gedragsindicatoren: 1. de grondhouding, c.q. de basisvoorwaarde voor het spd-schap 2. de interpersoonlijke en de (ped)agogische competentie 3. de opleidingsdidactische competentie 4. de organisatorische competentie 5. competent in het samenwerken met collega’s (binnen en buiten de school) 6. competent in reflectie en ontwikkeling De eerste kerncompetentie is in feite geen competentie maar een grondhouding, c.q. basisvoorwaarde voor het spd-schap. Naast deze zes kerncompetenties zijn drie beroepstaken van de spd geformuleerd, namelijk: a. de beroepstaak begeleiden b. de beroepstaak beoordelen c. de beroepstaak opleiden Onder de beroepstaak “opleiden” verstaan we alle aspecten van de beroepstaak begeleiden en beoordelen met daarnaast de metacognitieve vaardigheid van het kunnen expliciteren van het hoe en waarom. Per kerncompetentie van de spd is een aantal gedragsindicatoren geformuleerd. Bij elke gedragsindicator is aangegeven binnen welke beroepstaak van de spd dit valt. De beroepstaak “begeleiden van onderzoek ” is (bewust) niet in dit profiel opgenomen. Voor het competentieprofiel van de opleider in de school wordt voorgesteld een vierde beroepstaak te reserveren, namelijk de beroepstaak “ontwikkelen”.
1
Grondhouding/basisvoorwaarde voor het spd-schap Een competente spd is een kwalitatief goede leraar. Een competente Spd heeft zicht op de ontwikkeling van leerlingen, van (aanstaande) leraren en van zichzelf. Deze spd staat open voor anderen, neemt initiatieven en is zowel kritisch als tactvol. Hierdoor fungeert de spd als voorbeeld voor anderen.
De spd 1.1
Geeft vorm aan de drieslag: - zicht hebben hoe leerlingen zich ontwikkelen; - begeleiden van de ontwikkeling van (beginnende) leraren; - sturen van de eigen ontwikkeling als opleider.
1.2
Is: - initiatiefrijk; - motiverend; - betrokken; - geïnteresseerd; - kritisch; - open; - probleemoplossend; - tactvol; - flexibel; - enthousiastmerend en doet dit in samenhang en op een evenwichtige manier.
1.3
Stelt de ontwikkeling van de (aanstaande) leraren 1 centraal, stimuleert hen om daarin eigen verantwoordelijkheid te nemen en neemt hun inbreng serieus.
1.4
Vervult een voorbeeldfunctie.
1.5
Stimuleert waardeoriëntatie bij (aanstaande) leraren en is zich bewust van zijn eigen waarden.
1.6
Demonstreert een onderzoekende houding ten aanzien van de eigen onderwijspraktijk
1.7
Gaat zorgvuldig om met informatie over de persoon en het handelen van de (aanstaande) leraar
1.8
Is bewust van zijn eigen referentiekader en de invloed hiervan op de beoordeling
1.9
Draagt bij aan de opleiding van de student op vakgebied en op het gebied van docentschap door een adequaat vakdidactisch handelingsrepertoire te hanteren bij de uitvoering van de eigen lessen (voorbeeldfunctie)
1.10
Toont zich bewust van de gevoelens en behoeften van anderen en hun omgeving en de eigen invloed en stemt de eigen gedrag/aanpak hierop af.
Opleiden
Beoordelen
Begeleiden
Competentieprofiel schoolpracticumdocent (spd)
Opleiden
Beoordelen
Begeleiden 2
Interpersoonlijk en (ped)agogisch competent Een competente spd kan goed met mensen omgaan en kan relaties tussen zichzelf en anderen en tussen anderen onderling adequaat hanteren. De spd kan (aanstaande) leraren in een veilige werkomgeving structuur en uitdaging bieden en schept de voorwaarden voor hun groei.
De spd: 2.1
Creëert een veilige begeleidings- en beoordelingssfeer
X
X
2.3
Geeft ruimte, neemt leiding en confronteert.
X
X
2.3
Hanteert groepsdynamische processen en stimuleert de interactie tussen zichzelf en (aanstaande) leraren en tussen (aanstaande) leraren onderling.
X
2.4
Maakt gebruik van de input van (aanstaande) leraren en ontplooit initiatieven met hen.
X
2.5
Stimuleert (aanstaande) leraren om hun eigen ontwikkeling vorm te geven.
X
2.6
Ondersteunt (aanstaande) leraren in hun beroeps- en identiteitsontwikkeling.
X
2.7
Hanteert adequate gespreksinterventies
X
2.8
Begeleidt bij het ontwikkelen van een onderzoekende houding
X
2.9
Gaat zorgvuldig om met informatie over de persoon en het handelen van de (aanstaande) leraar
X
2.10
Onderkent de macht die inherent is aan de positie en toont besef van de (on)bewuste invloed die hij/zij kan uitoefenen
2.11
Is in staat om door middel van het stellen van vragen het leerproces van de (aanstaande) leraar te begeleiden
X
2.12
Stimuleert tot reflectie op ervaringen, tot het nemen van eigen verantwoordelijkheid voor het leerproces en tot zelfevaluatie
X
2.13
Weet zijn/haar oordeel te onderbouwen met concrete voorbeelden
X
2.14
Is bewust van zijn eigen referentiekader en de invloed hiervan op de beoordeling
X
2.15
Is in staat om bevindingen om te zetten in feedback op gedragsniveau (analyse)
X
X
2.16
Is in staat om het handelen van een aanstaande leraar in een specifieke situatie te zien als onderdeel van een ontwikkelproces (synthese)
X
X
2.17
Stimuleert (aanstaande) leraren hun eigen ontwikkeling en stijl vorm te geven
X
2.18
Maakt gebruik van verschillende bronnen (naast observatie) om te begeleiden
X
2.19
Draagt zorg voor de individuele begeleiding van de student op basis van vooraf vastgestelde doelen in het leerwerkplan
X
2.20
Is in staat de student te beoordelen op zijn/haar professionele bekwaamheden en zijn/haar geschiktheid voor het docentschap, daarbij gebruik te maken van instrumenten voor beoordeling.
2.21
Stelt zich open voor en luistert actief naar anderen.
X
2.22
Is in staat om vanuit contact duidelijk en transparant te communiceren.
X
X
X
X
X X
X
X
2.23
Is in staat om de rol van begeleider en beoordelaar helder te scheiden.
X
X
2.24
Is in staat om studenten van vakinhoudelijk en vakdidactisch feedback te voorzien.
X
X
2.25
Is in staat de ontwikkelingsbehoeften en –vraagstukken van de student(en) te signaleren en te vertalen in de juiste begeleidingsvorm
X
2.26
Is in staat het leerproces van de student te verwoorden
X
X
Opleiden
Beoordelen
Begeleiden 3
(Opleidings)didactisch competent Een competente spd heeft zicht op leerprocessen van leerlingen en (aanstaande) leraren, kan deze (ook theoretisch) duiden en is in staat leerprocessen te ondersteunen. Deze spd kan (aanstaande) leraren helpen zich een lerende houding eigen te maken.
De spd 3.1
Ontwikkelt en/of kent verschillende aanpakken om binnen de school op te leiden en past deze toe.
X
3.2
Maakt gehanteerde didactische aanpakken inzichtelijk, reflecteert met de (aanstaande) leraren op de didactische keuzen en daagt hen uit tot het maken van eigen keuzen.
X
X
3.3
Maakt gebruik van de ervaringen van de (aanstaande) leraren, verdiept hun ervaringen (ook met theoretische inzichten) en stimuleert hen deze ervaringen te vertalen in praktische werktheorieën.
X
X
3.4
Stimuleert (aanstaande) leraren tot reflectie op hun ervaringen, tot zelfverantwoordelijkheid voor hun leerproces en tot zelfbeoordeling van hun geschiktheid.
X
3.5
Beoordeelt (aanstaande) leraren aan de hand van relevante criteria (indien van toepassing).
3.6
Is bekend met het beoogde kwalificatieniveau (instituut en/of school) en is in staat passende begeleiding te bieden.
3.7
Is bekend met het beoogde kwalificatieniveau en is in staat zijn beoordeling hierop te richten.
3.8
Is in staat t.b.v. de individuele student leerwerktaken te herontwerpen en te evalueren, met behulp van vastgestelde kwaliteitscriteria.
3.9
Maakt gebruik van verschillende informatiebronnen om tot een beoordeling te komen.
X
3.10
Weet zijn/haar oordeel te onderbouwen met concrete voorbeelden.
X
3.11
Verantwoordt zijn/haar oordeel vanuit de eisen die aan het beroep worden gesteld.
X
3.12
Is in staat om een verband aan te geven tussen het geobserveerde gedrag, de competenties en de criteria.
3.13
Observeert, analyseert en maakt keuzes welke interventies nodig zijn om een krachtige leeromgeving te creëren, waarbij de student centraal staat.
X
3.14
Is in staat om door de wijze van begeleiden doelmatig de autonomie en het zelflerend vermogen van de student te bevorderen
X
3.15
Is in staat om begeleidings- en beoordelingsinstrumenten correct toe te passen.
X X X X
X
X
X
X
Opleiden
Beoordelen
Begeleiden 4.
Organisatorisch Competent Een competente spd is in staat het opleiden in de school organisatorisch goed te laten verlopen. Daarbij heeft de spd oog voor wat nodig is voor de student en voor zichzelf.
De spd 4.1
Draagt mede zorg voor adequate ondersteunende leerfaciliteiten.
X
4.2
Kan het eigen werk en de eigen tijd adequaat organiseren.
X
X
4.3
Kan het eigen begeleidingswerk en de eigen begeleidingstijd adequaat organiseren
X
X
4.4
Is in staat om de activiteiten die voortvloeien uit de rol van begeleider en beoordelaar zo te organiseren dat dit ordelijk en duidelijk is voor de student.
X
X
X
4.5
Levert een bijdrage aan een geëxpliciteerde en onderbouwde visie op opleiden van (aanstaande) leraren in de school.
X
X
X
4.6
Draagt mede zorg voor (de verdere ontwikkeling van) een veilige, krachtige en inspirerende leeromgeving binnen de school.
X
X
X
Opleiden
Beoordelen
Begeleiden 5
Competent in het samenwerken met collega’s (binnen en buiten de school) Een competente spd werkt samen met collega's: collega-begeleiders, instituutsopleider(s) en vormt met hen een team. Een competente spd werkt goed samen met lerarenopleiding(en) en maakt effectief gebruik van netwerken rond het opleiden in de school.
De spd 5.1
Neemt deel aan professionalisering en overleg met mede-spd’s.
X
X
X
5.2
Onderhoudt contact met de opleiders/betrokkenen van het instituut.
X
X
X
5.3
Communiceert met het opleidingsteam van de student over het leertraject en het functioneren van de student.
X
X
X
5.4
Participeert in relevante (vakdidactische) netwerken buiten de school.
X
X
X
5.5
Is in staat een bijdrage te leveren aan het vormgeven van een gezamenlijk opleidingscurriculum
X
X
X
5.6
Toont zich bereid om collega’s te ondersteunen en te stimuleren die (een) student(en) begeleid(t)(en)
X
X
X
Opleiden
Beoordelen
Begeleiden 6
Competent in reflectie en ontwikkeling Een competente spd heeft een onderzoekende houding ten aanzien van zijn eigen functioneren als spd.
De spd 6.1
Onderbouwt het eigen handelen mede met inzichten uit relevante literatuur op het gebied van het leren van (aanstaande) leraren en opleiden.
X
X
X
6.2
Zoekt actief naar mogelijkheden om zich op grond van leervragen als spd verder te ontwikkelen.
X
X
X
6.3
Reflecteert systematisch op het eigen functioneren als spd.
X
X
X
6.4
Vraagt actief om persoonlijke feedback van schoolopleider/student(en) en doet er iets mee
X
X
X
6.5
Onderhoudt kennis en vaardigheden op het gebied van het begeleiden en beoordelen van (aanstaande) leraren en breidt deze uit.
X
X
X
6.6
Demonstreert een onderzoekende houding ten aanzien van de eigen onderwijspraktijk.
X
X
X
6.7
Kent de beperkingen van zijn functioneren als spd en vraagt tijdig hulp.
X
X
X
6.8
Denkt mee over verbeteringen en vernieuwingen binnen het eigen spd-leerdomein
X
X
X