KHK Turnhout Bedrijfsmanagement Financie –en Verzekeringswezen
KMO-Project
CAMPUS Turnhout
Erik Corluy Jasper De Kinderen Yannick Stoffelen
3 FiVe Academiejaar 2011-2012
3
Inhoud 1
INLEIDING ........................................................................................... 5
2
STAPPENPLAN ...................................................................................... 6
2.1 2.2 2.3
Inleiding .............................................................................................. 6 Uit te voeren stappen ........................................................................... 6 Aan het werk ........................................................................................ 6
3
HET ONDERNEMINGSPROJECT STRUCTUREREN ................................... 7
3.1
Concept ................................................................................................ 7
4
RECHTSVORM ....................................................................................... 8
4.1 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4 4.2.5
Inleiding .............................................................................................. 8 Een vennootschap ................................................................................ 8 Algemeen................................................................................................8 Voor- en nadelen .....................................................................................8 De naamloze vennootschap (NV) ...............................................................9 De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (BVBA) ................9 Besluit .................................................................................................. 10
5
STARTVOORWAARDEN ....................................................................... 11
5.1 5.2 5.3 5.3.1 5.3.2 5.4
Handelingsbekwaamheid ................................................................... 11 Nationaliteit ....................................................................................... 11 Kennis bedrijfsbeheer ........................................................................ 11 Getuigschrift of diploma .......................................................................... 11 Ervaring ................................................................................................ 12 Beroepsbekwaamheid ........................................................................ 12
6
ADMINISTRATIEVE FORMALITEITEN.................................................. 13
6.1 6.2 6.3 6.3.1 6.3.2
Het financiële plan ............................................................................. 13 De zichtrekening ................................................................................ 13 De oprichtingsakte ............................................................................. 13 Het opstellen van de oprichtingsakte ........................................................ 14 De registratie van de oprichtingsakte bij een registratiekantoor van de FOD Financiën .............................................................................................. 14 De neerlegging van de oprichtingsakte bij de griffie van de rechtbank van koophandel ........................................................................................... 14
6.3.3
4
6.4 6.5 6.6 6.7
Inschrijving bij een ondernemingsloket ............................................. De bekendmaking .............................................................................. De btw-identificatie ........................................................................... Het sociale statuut van de zelfstandigen ............................................
16 17 17 17
7
AANVULLENDE VERZEKERINGEN ........................................................ 18
8
SOCIALE ZEKERHEID .......................................................................... 19
9
FISCALITEIT ...................................................................................... 20
10
FINANCIEEL PLAN .............................................................................. 24
10.1
Financiering ........................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
BESLUIT/SLOT .......................................... FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD. 11
BIBLIOGRAFIE ................................................................................... 26
12
BIJLAGEN ........................................................................................... 27
5
1
INLEIDING
Een eigen zaak opstarten. Zelf iets opbouwen. Je eigen baas zijn. Veel mensen dromen ervan om een succesvolle onderneming uit te bouwen. Bij het opstarten van een zaak komt echter heel wat kijken. Daarom is het belangrijk om jezelf goed voor te bereiden op de grote stap die je gaat zetten. Je moet stil staan bij de verplichtingen die je aangaat, de voor- en nadelen van elke keuze afwegen en een duidelijk stappenplan opstellen en navolgen om met succes een onderneming op te starten. Wij willen een consulting/Financial planning-bedrijf opstarten en doorlopen in dit document alle stappen die nodig zijn voor de oprichting van onze zaak.
6
2
STAPPENPLAN
2.1
Inleiding
Iedereen in België mag in principe een zaak opstarten. Wel zijn er een aantal voorwaarden en beperkingen opgelegd door de wet. Daarnaast moeten er een aantal formaliteiten vervuld worden alvorens je echt aan het werk kan in je eigen zaak. Om al deze zaken in orde te krijgen is het aangewezen om een stappenplan te volgen.
2.2
Uit te voeren stappen
1. Je ondernemingsproject structureren. 2. Een juridisch statuut kiezen. 3. Controleren of je voldoet aan de algemene startvoorwaarden die vervuld moeten worden om een bedrijf op te mogen starten. 4. Een zichtrekening op naam van de vennootschap openen. 5. Een oprichtingsakte laten opstellen bij een notaris. 6. Voorleggen van de oprichtingsakte bij de griffie van de rechtbank van koophandel. 7. Aanvraag van de eventueel benodigde voorafgaande vergunningen voor het opstarten van de zaak. 8. Inschrijving in een ondernemingsloket. a. Activeren van de BTW-hoedanigheid. b. Aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds. c. Aansluiten bij een ziekenfonds. 9. De nodige verzekeringen afsluiten. 10. De financiering van je onderneming regelen.
2.3
Aan het werk
Verder in dit document overlopen we alle nodige stappen uit dit stappenplan één voor één. We bespreken hoe we elke stap gaan uitvoeren om onze onderneming op te starten.
7
3
HET ONDERNEMINGSPROJECT STRUCTUREREN
3.1
Concept
Zoals in de inleiding al is aangehaald willen we een consultancy bedrijf starten dat mensen helpt met hun financiële planning. Het bedrijf moet klanten een goed overzicht geven van welke middelen ze ter beschikking hebben en wat de mogelijkheden daar mee zijn. Het maakt dan een financieel plan op maat voor elke klant. Dit financieel plan houdt rekening met de wensen van de klant en kan helpen privébezittingen te beschermen. Voor dit plan kijken we naar vier financiële aspecten van de mensen: hun inkomen, vermogen, pensioen en nalatenschap. Op basis van de deze willen we hun toekomst verzekeren.
3.2
Motivering
Met het opstellen van een financieel plan helpen we mensen met hun verdere vermogensplanning tot aan de nalatenschap. Door goed financieel en fiscaal advies brengt dit voor onze klanten meer op dan de kost en ze hoeven er zelf nog maar weinig tijd in steken en hebben geen uitgebreide kennis nodig van alle mogelijkheden. Zo staan we mensen bij in hun financiële planning en creëren de mogelijkheid hun toekomstplannen financieel te realiseren. We worden zo een duurzame lange termijn levenskwaliteit verrassingen.
3.3
dus niet alleen een bureau dat financieel advies geeft. We bouwen ook relatie op met onze klanten en ons doel is een vertrouwenspersoon op te zijn. Zo verbeteren we eigenlijk op lange termijn de algemene van de klanten door een goede financiële planning zonder onaangename
Concurrentie
In België zijn er al bedrijven die gelijkaardige diensten aanbieden. Door een totaalpakket aan te bieden en de persoonlijke aanpak dat een klein bedrijf kan bieden menen wij een voordeel te hebben tegenover onze concurrenten. Door een jong team te hebben dat zichzelf continu bijschoolt over de laatste ontwikkelingen weet de klant ook zeker dat wij met innovatieve en up-to-date oplossingen werken. Wat we lijken te missen aan ervaring maken we dus goed met een parate kennis van financiële planning.
8
4
RECHTSVORM
4.1
Inleiding
Vooraleer je als zelfstandige een onderneming opstart, moet je een belangrijke keuze maken. Zo moet je kiezen tussen twee stelsels: Dat van de natuurlijke persoon enerzijds, of dat van de vennootschap anderzijds. Als je ervoor kiest je onderneming als handelszaak te organiseren, spreekt men van een eenmanszaak. In dit geval ontstaat er een onderneming die geen aparte rechtspersoonlijkheid bezit. Een groot nadeel van dit stelsel is dat er geen duidelijk onderscheid gemaakt wordt tussen je privé-vermogen en het vermogen van de zaak. Bovendien starten wij onze zaak op met drieën. Wij zullen er dus voor kiezen om een vennootschap op te richten.
4.2
Een vennootschap 4.2.1
Algemeen
Een vennootschap wordt opgericht door middel van een contract waarvan twee of meerdere personen overeenkomen iets in gemeenschap te brengen met als doel één of meer omschreven activiteiten uit te oefenen en met het oogmerk aan de vennoten een vermogenstelsel te bezorgen. Dit kan rechtstreeks of onrechtstreeks. Een vennootschap kan opgericht worden door een rechtshandeling uitgaande van één persoon die goederen bestemt tot één of meer nauwkeurig omschreven activiteiten.1 4.2.2
Voor- en nadelen
Kiezen voor een vennootschap brengt zowel voor- als nadelen met zich mee. Voordelen De vennootschap is een rechtspersoon. Dit betekent dat je privévermogen en dat van je onderneming duidelijk van elkaar te onderscheiden zijn. Voor bepaalde vennootschapsvormen (bijvoorbeeld een BVBA) geldt een beperkte aansprakelijkheid. Het belastbaar resultaat van je onderneming wordt belast in het stelsel van de vennootschapsbelasting. In dit stelsel kunnen ondernemers hun inkomsten zo organiseren dat ze zo weinig mogelijk belastingen moeten betalen. Alle afspraken die je met je partners maakt staan duidelijk op papier. De vennootschap biedt een aantal interessante mogelijkheden om vóór het overlijden een goede opvolgingsregeling te regelen.
1
Wetboek van vennootschappen, boek 1, art. 1
9
Nadelen De besluitvorming moet steeds formeel en volgens bepaalde procedures worden uitgevoerd. Je onderneming heeft meer administratieve, boekhoudkundige en juridische verplichtingen en dus ook meer kosten. Er bestaan een aantal verschillende vennootschapsvormen. De voorkomende vormen zijn de naamloze vennootschap (NV) en vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (BVBA). 4.2.3
twee meest de Besloten
De naamloze vennootschap (NV)
De naamloze vennootschap is een vennootschap die ‘anoniem’ kapitaal aantrekt om haar activiteiten uit te kunnen voeren. Sinds 1 januari 2008 is het aangetrokken kapitaal niet meer daadwerkelijk anoniem. Er mogen namelijk alleen nog maar gematerialiseerde effecten of aandelen op naam uitgegeven worden. De NV kent een aantal voor- en nadelen. Voordelen Alle vennoten zijn slechts aansprakelijk ten belope van hun inbreng. Aandelen zijn in principe vrij overdraagbaar. Er kunnen winstbewijzen worden uitgegeven. Nadelen
Notariële akte nodig voor de oprichting van een NV. Minder goede waarborgen voor het behoud van het familiale karakter. Vrij ingewikkelde besluitvorming en zware boekhoudkundige verplichtingen. Hoog startkapitaal vereist (min. 61.500 EUR) 4.2.4
De besloten (BVBA)
vennootschap
met
beperkte
aansprakelijkheid
Vroeger bestonden er een heleboel belangrijke verschillen tussen een NV en een BVBA. Ondertussen zijn een groot deel van deze verschillen door een reeks wetswijzigingen vervaagd. Het belangrijkste juridisch verschilpunt tussen de twee vennootschapsvormen is het besloten karakter van de BVBA. Dit betekent dat er aan de overdracht van aandelen strikte regels gebonden zijn. Bovendien ligt het vereiste minimumkapitaal om te starten heel wat lager. Ook de BVBA geniet enkele voor- en nadelen. Voordelen Een BVBA kan al opgericht worden vanaf 2 vennoten. Alle vennoten zijn slechts aansprakelijk ten belope van hun eigen inbreng. De aandelen zijn steeds op naam en slechts onder zeer strikte voorwaarden overdraagbaar aan derden. Laag startkapitaal vereist (min. 18.550 EUR) Nadelen Er is een notariële akte nodig voor de oprichting van een BVBA. De boekhoudkundige en administratieve verplichtingen zijn zwaarder dan bij een eenmanszaak.
10
4.2.5
Besluit
Gezien de hoge minimumlimiet van het startkapitaal bij een NV en de beperkte aansprakelijkheid bij een BVBA, opteren we voor onze onderneming voor de BVBA. Zo beschermen we ons privévermogen in geval van failissement en is onze start-upkost lager.
11
5
STARTVOORWAARDEN
Om een onderneming op te mogen starten moet je aan een aantal belangrijke voorwaarden voldoen. Het spreekt voor zich dat je moet kunnen aantonen bekwaam te zijn om je onderneming goed te kunnen leiden.
5.1 Handelingsbekwaamheid Om een onderneming op te mogen starten moet je als handelingsbekwaam beschouwd worden. Je moet minimum 18 jaar oud zijn en al je burgerrechten bezitten. Tijdens de looptijd van een criminele straf ben je niet toegelaten om handel te drijven. Indien je wettelijk onbekwaam verklaard bent of onder juridische controle bent geplaatst, mag je geen handel drijven. Bepaalde sectoren vragen om een bewijs van goed gedrag en zeden voor te leggen indien je een onderneming wenst op te starten. Dit officiële document toont aan dat je nog nooit door een rechtbank bent veroordeeld, en kan gratis verkregen worden bij de politie of je locaal gemeentehuis.
5.2 Nationaliteit In principe moet je Belg zijn om in België een zaak op te starten. Onderdanen van een lidstaat van de Europese Unie, Noorwegen, Ijsland of Liechtenstein zijn ook toegelaten. Indien je niet tot deze groep behoort, moet je in bezit zijn van een geldige beroepskaart. Deze kan je slechts verkrijgen als je het economische nut van je activiteit kan aantonen.
5.3 Kennis bedrijfsbeheer Als je een handelsactiviteit wilt uitoefenen moet je bij de inschrijving in de Kruispuntbank voor Ondernemingen bij het ondernemingsloket je basiskennis van het bedrijfsbeheer bewijzen. Voor een vennootschap betekent dit dat de natuurlijke persoon die het dagelijks bestuur uitoefent (bv. de zaakvoerder in een BVBA) gaat moeten aantonen de elementaire kennis te bezitten om een onderneming te leiden. Deze kennis omvat onder andere ondernemend denken, ondernemerscompetenties en de elementaire kennis inzake recht, boekhoudkunde, financiën, wetgeving en commercieel beheer. Bewijzen dat je de nodige kennis inzake bedrijfsbeheer bezit kan je enerzijds door een getuigschrift of diploma voor te leggen, anderzijds door de nodige ervaring aan te tonen. 5.3.1 Getuigschrift of diploma Als geldig bewijs van je kennis bedrijfsbeheer gelden volgende documenten:
Diploma hoger onderwijs; Getuigschrift basiskennis bedrijfsbeheer; Gelijkwaardig verklaard buitenlands diploma; Bestaand vestigingsgetuigschrift; Examen middenjury; Getuigschrift versnelde cursus bedrijfsbeheer.
12
5.3.2
Ervaring
Ook de nodige ervaring in het vakgebied kan gelden als bewijs van je kennis bedrijfsbeheer: 5 jaar ervaring als zefstandige helper; Ervaring als bediende in leidinggevende functie gedurende 5 jaar; 3 of 5 jaar ervaring als dagelijks bestuurder in een vennootschap.
5.4 Beroepsbekwaamheid Naast je kennis van bedrijfsbeheer moet je voor sommige beroepen ook je beroepskennis aan kunnen tonen. Indien je een dienstverlenend, een intellectueel of een vrij beroep uitoefent, zijn er specifieke reglementeringen van toepassing. De kaderwet van 1 maart 1976 stelt dat niemand de titel van een vrij of intellectueel beroep mag drapen noch het beroep mag uitoefenen als hij niet aan de eisen van de reglementering voldoet. In grote lijnen houdt de reglementering in dat je ingeschreven moet zijn op het tableau van de beoefenaars van het beroep en dus de toestemming verkregen moet hebben om je beroep uit te voeren.
13
6
ADMINISTRATIEVE FORMALITEITEN
Eens vastgesteld dat je aan alle startvoorwaarden voldoet, heb je de toelating om een onderneming op te starten. In deze fase zal je een aantal administratieve formaliteiten moeten afhandelen. Je vennootschap is namelijk onderworpen aan een heleboel verplichtingen, zoals onder andere het voorleggen van een financieel plan, de statuten, een bankattest en de bekendmaking van bepaalde documenten. Het spreekt ook voor zich dat je een zichtrekening moet openen voor je vennootschap.
6.1
Het financiële plan
Voor je een vennootschap kan oprichten, moet je een financieel plan opstellen of laten opstellen met betrekking tot de activiteiten die je wilt uitvoeren met je onderneming. In dit plan voorzie je een gedetailleerd overzicht van de geplande financiële inkomsten en behoeften en inkomsten gedurende de eerste twee werkjaren van je vennootschap. Dit financiële plan geef je in bewaring bij een notaris. In geval van failissement binnen de eerste drie jaar en in geval van ontoereikend maatschappelijk kapitaal tijdens de eerste twee werkjaren, kan je als oprichter van de vennootschap aansprakelijk gesteld worden voor de verbintenissen die je vennootschap heeft aangegaan. Dit benadrukt dan ook het belang van een goed uitgewerkt financieel plan.
6.2
De zichtrekening
Als zelfstandige of vennootschap in België ben je verplicht een zichtrekening te hebben bij een in België gevestigde bank. Deze rekening mag uiteraard niet dezelfde zijn dan uw privérekening, en mag slechts gebruikt worden in verband met uw zelfstandige activiteit. Het rekeningnummer moet verplicht op alle handelspapieren van de onderneming vermeld worden, samen met de naam van de onderneming, die van de financiële instelling en je ondernemingsnummer. Wanneer je een vennootschap wilt oprichten moet je een bankattest kunnen voorleggen aan de notaris. Dat attest bewijst dat de vennoten een specifieke rekening geopend hebben op naam en ter beschikking van de vennootschap die ze willen oprichten. Verder moet de zichtrekening aan twee voorwaarden voldoen. Ten eerste moeten er voldoende financiële middelen op aanwezig zijn om de vennootschap in gunstige omstandigheden op te starten. Daarnaast is het ook verplicht de rekening te blokkeren tot en met de oprichting van de vennootschap.
6.3
De oprichtingsakte
Voor de oprichting van de onderneming moeten de oprichters een oprichtingsakte opmaken waarin de statuten vermeld staan. Wanneer je een BVBA, een NV, een CVBA of een commanditaire vennootschap op aandelen wilt opstarten, moet er voor een notaris een authentieke akte opgesteld worden. Hier komen dan uiteraard notariskosten aan te pas. Voor het opstarten van een vennootschap onder firma, een gewone commanditaire vennootschap of een coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid, volstaat een onderhandse akte.
14
6.3.1
Het opstellen van de oprichtingsakte
De oprichtingsakte bevat voornamelijk de statuten van de vennootschap, met al haar kenmerken en de regels over haar werking vermeld. Om de oprichtingsakte op te stellen, moet je volgende documenten voorleggen:
Een financieel plan. Dit staaft het bedrag van het maatschappelijk kapitaal van de onderneming in oprichting en raamt de benodigde middelen en verwachte inkomsten;
Voor de inbreng in contanten moet je een attest van de bank voorleggen. Dit attest bewijst het openen van een rekening op naam van de vennootschap in oprichting;
Voor de inbreng in natura moet je een verslag van de bedrijfsrevisor voorleggen. Hierin worden al je natura vermeld, onder andere gebouwen, machines, materieel, … . 6.3.2
De registratie van de oprichtingsakte bij een registratiekantoor van de FOD Financiën
Eens de oprichtingsakte is opgesteld, moet je ze laten registreren in een registratiekantoor van de Federale Overheidsdienst Financiën, meer specifiek bij de Administratie van het Kadaster, Registratie en Domeinen. Indien je een authentieke akte hebt laten opstellen, moet de notaris deze binnen de 15 dagen laten registreren. Voor een onderhandse akte krijg je meer tijd, namelijk 4 maanden. Door de registratie van de oprichtingsakte krijgt deze een vaste datum. Het bestaan van je vennootschap wordt zo op datum van de registratie onbetwistbaar. 6.3.3
De neerlegging van de oprichtingsakte bij de griffie van de rechtbank van koophandel
Naast de registratie van de oprichtingsakte, moet er ook een uittreksel van worden neergelegd op de griffie van de rechtbank van koophandel van het rechtsgebied waar de maatschappelijke zetel van je vennootschap zich bevindt. Ook dit moet gebeuren binnen de 15 dagen na datum van de oprichtingsakte. Authentieke akten worden neergelegd door de notaris en de akte zal ik het rechtspersonenregister opgenomen worden. Onderhandse akten moeten door de vennoten zelf geregistreerd worden. Bij neerlegging zal de griffier alle identificatiegegevens van de onderneming in de Kruispuntbank van Ondernemingen invoeren. Deze laatste zal aan de vennootschap een ondernemingsnummer toekennen. Bovendien zal de griffier de akte ook in het Belgisch Staatsblad laten publiceren. Dit kost 237,40 euro (tarief 1 januari 2012). Steeds meer notarissen hebben toegang tot e-depot, en kunnen de neerlegging zo volledig elektronisch uitvoeren.
15
Bij de neerlegging van de oprichtingsakte bij de rechtbank van koophandel moeten volgende gegevens vermeld worden:
De naam van de vennootschap en eventueel de afkorting van deze naam;
De rechtsvorm;
Het adres van de maatschappelijke zetel;
De datum van de oprichtingsakte;
De identiteit van de bestuurders;
De datum van ontbinding (indien er sprake is van een tijdelijke vennootschap);
De datum van de jaarlijkse algemene vergadering;
Het begin en einde van het boekjaar;
Het bedrag van het maatschappelijk kapitaal;
Na de neerligging van de oprichtingsakte heeft rechtspersoonlijkheid, een eigen ondernemingsnummer tegenstelbaar is aan derden.
de en
vennootschap een oprichtingsakte die
16
6.4
Inschrijving bij een ondernemingsloket
Dankzij de neerlegging van de oprichtingsakte bij de rechtbank van koophandel is de vennootschap al opgenomen in de Kruispuntbank. Daarnaast moet je de onderneming ook inschrijven bij een ondernemingsloket. In België zijn momenteel 9 organisaties erkend als ondernemingsloket, met meer dan 200 kantoren in België. De keuze van organisatie is volledig vrij en een overzicht is beschikbaar op www.economie.fgov.be. Een aantal formaliteiten kunnen tegen betaling door het ondernemingsloket uitgevoerd worden. Hiermee bedoelt men onder andere de aanvraag van vergunningen, toelatingen, e.a. Een onderneming kan zich bij het ondernemingsloket inschrijven onder de hoedanigheid van een handels –en ambachtsonderneming of als een niet-handelsonderneming naar privaatrecht. Handels –en ambachtsondernemingen Het ondernemingsloket zal onderzoeken of de vennootschap voldoet aan de uitoefeningsvoorwaarden voor het beroep en voldoende beroepsbekwaamheid bezit. Niet-handelsondernemingen naar privaatrecht Het ondernemingsloket zal de hoedanigheid van de onderneming in de Kruispuntbank inschrijven. Indien de onderneming een vergunning of erkenning nodig heeft bij een orde of instituut, moet deze na de inschrijving bij het ondernemingsloket contact opnemen met deze orde of dat instituut. Het ondernemingsloket kan dit tegen betaling ook doen. Voor de inschrijving voorgelegd worden:
bij
het
ondernemingsloket van
alle
moeten
oprichters,
volgende
documenten
De identificatiegegevens gevolmachtigden;
mandatarissen
De maatschappelijke (en eventueel commerciële) naam van de onderneming;
De rechtsvorm;
Het ondernemingsnummer;
De contactgegevens van alle vestigingseenheden;
De bedrijfsactiviteiten;
De datum van aanvang van de bedrijfsactiviteiten;
De publicatiedatum van de oprichtingsakte in het Belgisch Staatsblad;
Het rekeningnummer van de vennootschap bij een financiële instelling;
De bijzondere vergunningen;
Een uittreksel van de statuten en een attest van beheermandaat.
en
17
Handels –en ambachtsondernemingen moeten ook het bewijs van de basiskennis bedrijfsbeheer voorleggen. De inschrijving bij het ondernemingsloket brengt voor een handelsonderneming naar privaatrecht geen kosten met zich mee. Voor handels- en ambachtsondernemingen kost de inschrijving 77 euro (1 vestigingseenheid inbegrepen), plus 77 euro per bijkomende vestigingseenheid. De inschrijving bij het ondernemingsloket heeft een aantal gevolgen:
De onderneming moet haar ondernemingsnummer gebruiken bij al haar contacten met administratieve en gerechtelijke instellingen. Het ondernemingsnummer telt ook als btw-nummer;
Het ondernemingsnummer moet vermeld worden op alle akten, facturen, brieven, orders, mededelingen en andere stukken;
Op alle gebouwen, stalletjes en vervoersmiddelen die gebruikt worden voor handels- of ambachtsactiviteiten moet het woord rechtspersonenregister of de afkorting “RPR” vermeld staan, gevolgd door het ondernemingsnummer.
6.5
De bekendmaking
Vennootschappen zijn bij wet verplicht om een aantal akten of documenten openbaar te maken (door indiening griffie van de rechtbank van koophandel. De publicatie van de akten van je vennootschap is een essentiële formaliteit. Indien je dit vergeet kan de akte niet aan derden worden tegengeworpen.
6.6
De btw-identificatie
Wanneer je geregeld en zelfstandig goederen of diensten levert, ben je btw-plichtig. Het maakt niet uit of je dit doet met of zonder winstoogmerk, en dan wel hoofdzakelijk of aanvullend. Artsen, advocaten, acteurs en een aantal andere activiteiten vallen niet onder de btw-regeling, maar de meeste wel. Er bestaan momenteel drie btwregelingen: de gewone regeling, de forfaitaire regeling end e vrijstellingsregeling. Wanneer je een keuze van een btw-stelsel gemaakt hebt moet je deze voorleggen aan het plaatstelijke btw-controlekantoor. Om je ondernemingsnummer ook als btw-nummer te activeren moet je je ook tot het plaatselijke btw-kantoor wenden. Dit kan ook tegen betaling door het ondernemingsloket gedaan worden. Adressen van alle btw-kantoren kunnen teruggevonden worden op fiscus.fgov.be .
6.7
Het sociale statuut van de zelfstandigen
Wanneer je zelfstandige bent in hoofdberoep val je niet onder een arbeidsovereenkomst of een statuut. Je bent niet ondergeschikt aan anderen. Daarom heeft een zelfstandige een eigen sociaal statuut en is hij aan een specifieke regeling over sociale zekerheid onderworpen. Een zelfstandige in bijberoep geniet van sociale voorzieningen via de activiteit die ze in loondienst uitoefenen (minstens halftijds) of via een ander statuut (bv. het statuut van gepensioneerde).
18
7
AANVULLENDE VERZEKERINGEN
Ondernemen is risico’s nemen. Als zelfstandige loop je heel wat meer risico’s dan een loontrekkende. Het is dan ook aangewezen een overzicht op te stellen van de risico’s die je loopt. Eens dat overzicht opgemaakt is, kan je zelf beslissen welke risico’s je zelf wenst te dragen en welke je wenst te verzekeren. Een aantal verzekeringen zijn ook verplicht. Als zelfstandige kan je drie grote risicogebieden onderscheiden. Persoonlijke risico’s Zowel een zelfstandige als een loontrekkende loopt heel wat risico’s in zijn leven. Ziekte, een ongeval, overlijden, werkloosheid, pensioen, ... . Voor loontrekkenden viedt de sociale zekerheid een vangnet van uitkeringen, die toelaten om verder een leefbaar leven te leiden. Voor zelfstandigen zijn de wettelijk voorziene uitkeringen heel wat kleiner tot onbestaand. Om dit risico te dekken kan de zelfstandige een aantal persoonsverzekeringen afsluiten, zoals onder andere een persoonlijke ongevallenverzekering, een verzekering gewaarborgd inkomen, een hospitalisatieverzekering, een levensverzekering, … Aansprakelijkheidsrisico’s Volgens artikel 1382 in het Burgerlijk Wetboek is iedereen aansprakelijk voor zijn eigen daden. Artikel 1384 in het Burgerlijk Wetboek zorgt ervoor dat een zelfstandige aansprakelijk is voor de daden die zijn personeel stellen. Door een aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten kan de zelfstandige dit risico dekken. Bedrijfsschaderisico’s Naast personen werkt een onderneming vaak ook met een heleboel materiaal. Ook deze middelen worden aan allerlei risico’s blootgesteld. Gelukkig kan je als zelfstandige je gebouwen, voertuigen, machines, e.a. allemaal verzekeren aan de hand van enkele specifieke verzekeringen. (Brandverzekering, verzekering bedrijfsschade, omnium autoverzekering, …).
19
8
SOCIALE ZEKERHEID
Het aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds is wettelijk verplicht. De reden hiervoor is dat ondernemers risico’s nemen die anderen niet doen. Bij een sociaal verzekeringsfonds komt het erop neer de risico’s te beheersen en uw zaak en uw gezin te beschermen bij ziekte of ongeval. Om als zelfstandige aangesloten te zijn bij een sociaal verzekeringsfonds dient men een sociale bijdragen te betalen. Deze bijdrage zorgt ervoor dat je kan genieten van een gezinsbijslag, ziekte- en invaliditeitsverzekering, pensioen en faillissementsverzekering. Vanaf het opstarten van een zelfstandige activiteit dient men aangesloten te zijn bij een sociaal verzekeringsfonds. Hoewel het sociaal statuut enkel voor de “natuurlijke personen” georganiseerd wordt, moeten ook de vennootschappen die onder de vennootschapsbelasting vallen zich aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds. Sinds 2005 bedraagt de bijdrage verzekeringsfonds 347,50 EUR.
om
te
kunnen
genieten
van
een
sociaal
Vennootschappen met een balanstotaal (van het in 2009 afgesloten boekjaar) van meer dan 588.005,65 EUR betalen een bijdrage van 852,50 EUR. Startende vennootschappen hebben een uitzondering betreffende de sociale bijdrage: Indien alle zaakvoerders en een meerderheid van de werkende vennoten gedurende de laatste 10 jaar niet meer dan drie jaar zelfstandig geweest zijn en als het om een personenvennootschap met een commerciële activiteit gaat, krijgt de vennootschap gedurende de eerste drie jaar een vrijstelling van betaling. Opgelet: Men is wel verplicht zich aan te sluiten bij een sociaal verzekeringsfonds desondanks ze vrijgesteld zijn van betaling.
20
9
FISCALITEIT
9.1
De boekhoudkundige verplichtingen
Het is bij wet verplicht dat handelaren en handelsvennootschappen een boekhouding moeten voeren. Deze boekhoudkundige verplichten kunnen variëren naar de aard en de omvang (grootte) van de onderneming. Elke boekhouding gebeurt volgens een algemeen systeem van dagboeken en rekeningposten. Ondernemingen in België maken gebruik van het dubbele boekhoudsysteem. Zoals net gezegd te hebben, kunnen de boekhoudkundige verplichten variëren naar aard en grootte van een onderneming, maar wanneer spreekt men nu van een kleine of grote onderneming. Men spreekt van een grote onderneming indien: • Een gemiddeld personeelsbestand op jaarbasis meer dan 100 bedraagt of indien men meer dan één van de volgende drempels overschrijdt: • Jaargemiddelde van het personeelsbestand: 50; • Jaaromzet (exclusief btw): 7.300.000 euro; • Balanstotaal: 3.650.000 euro
Kleine en middelgrote ondernemingen (KMO’s) zijn ondernemingen die voor het laatste afgesloten boekjaar niet meer dan één van de volgende drempels overschrijden: • Jaargemiddelde personeelsbestand: 50 tewerkgestelden; • Jaaromzet (exclusief btw): 7.300.000 euro; • Balanstotaal: 3.650.000 euro, behalve indien er gemiddeld jaarlijks meer dan 100 werknemers tewerkgesteld worden
Worden als zeer kleine ondernemingen beschouwd, de ondernemingen die volgende voorwaarden beantwoorden:
aan de
• Natuurlijke personen die koopman zijn, vennootschappen onder firma of gewone commanditaire vennootschappen; • De omzet (exclusief btw) mag niet meer dan 500.000 euro bedragen over het laatste boekjaar Verplichtingen Middelgrote en grote ondernemingen zijn verplicht een dubbele boekhouding te voeren volgens het wettelijk schema. Deze ondernemingen moeten een jaarlijkse inventaris en een jaarrekening (balans, resultatenrekening, toelichting, sociale balans) opmaken. Na de kennisname van de jaarrekening wordt er een algemene vergadering georganiseerd en wordt de jaarrekening goedgekeurd. Binnen de 30 dagen na goedkeuring moet de jaarrekening neergelegd worden bij de Nationale Bank Van België. Deze controleert de
21
jaarrekening nog eens extra voordat hij online gepubliceerd wordt op de website van de Nationale Bank. Indien men deze termijn niet respecteert kunnen er boetes worden opgelegd door de Nationale Bank. Kleine ondernemingen voeren ook de dubbele boekhouding, maar zijn kunnen een “verkorte” jaarrekening indienen en ook moeten zij geen beheersverslag opmaken. De zeer kleine ondernemingen hebben de mogelijkheid een "vereenvoudigde" boekhouding te voeren voor zover alle verrichtingen zonder uitstel, getrouw volledig en naar tijdsorde worden geregistreerd in ten minste drie dagboeken: een financieel dagboek, een aankoopboek en een verkoopboek. Deze ondernemingen moeten ten minste eens per jaar een inventaris opmaken van alle bezittingen, vorderingen, schulden en verplichtingen en alle bronnen bestemd voor de uitbating. Voor meer informatie betreffende de boekhoudkundige verplichtingen kan men het Vademecum van de onderneming (rubriek Boekhouding en jaarrekening van de ondernemingen) op de website van de FOD Economie raadplegen (adres: http://economie.fgov.be). Men kan ook een boekhouder, accountant, bedrijfsrevisor, … raadplegen. Sinds 2005 is er een wettelijk erkenning van het elektronisch boekhouden. Dit wil zeggen dat een onderneming niet langer een papieren boekhouding moet bijhouden (zoals het vroeger was).
“Een goede boekhouding voeren is cruciaal voor het welslagen van uw zaak. Best doet u hiervoor een beroep op een boekhouder of accountant, een vertrouwenspersoon voor uw zaak.”
9.2
De btw-verplichtingen
De belasting over de toegevoegde waarde (btw) is een belasting op het verbruik. Het is dus de eindverbruiker die de belasting draagt, dit wil zeggen de consument die een levering of een dienst ontvangt. De btw-plichtige is een essentiële schakel in deze vorm van belasting. Hij mag btw aanrekenen aan zijn klanten, en van die btw kan hij de btw op eigen aankopen en investeringen aftrekken in verband met zijn beroepsactiveiten. Het verschil tussen de aftrekbare en verschuldigde btw wordt doorgestort aan de schatkist van de regering. De btw-tarieven variëren van 21% tot 6 of 12% bij een verlaagd tarief. De btw-verplichtigen: • Bij aanvang, wijziging of stopzetting van de activiteit binnen de maand een aangifte indienen bij een btw-controlekantoor of via een ondernemingsloket. Een dergelijke aangifte is eveneens verplicht in geval van verplaatsing van de bedrijfszetel (woonplaats van de ondernemer of maatschappelijke zetel van de onderneming), • Het btw-nummer vermelden op alle handelsdocumenten die de bedrijvigheid van de btw-plichtige betreffen;
22
• Een factuur uitreiken voor de verrichte leveringen (verkoopfactuur) en daarop btw aanrekenen, • Periodieke btw-aangiftes indienen hetzij maandelijks, hetzij per kwartaal (indien de jaaromzet niet meer bedraagt dan 500.000 euro), • De verschuldigde btw aan de staat betalen, • Jaarlijks vóór 31 maart een btw-listing indienen. Om de formaliteiten te vereenvoudigen, heeft de wetgever voor sommige btwplichtigen bijzondere regelingen uitgewerkt: Het forfaitaire btw-stelsel De administratie aanvaardt dat voor sommige beroepen de btw wordt berekend op een eenvoudige en forfaitaire wijze. De belastbare omzet wordt niet bepaald op basis van facturen maar op aankopen en geleverde prestaties. Voorwaarden voor het toepassen van de forfaitaire btw-aanslag zijn: • Het moet gaan om een natuurlijke persoon of een bvba of een vof; • Minstens 75 % van de omzet moet bestaan uit handelingen waarvoor geen factuur moet worden uitgereikt; • De jaarlijkse omzet, exclusief btw, mag niet meer bedragen dan 750.000 euro. Het stelsel van de vrijstelling Indien een onderneming een jaaromzet va minder dan 5.580 euro heeft komt deze in aanmerking voor een vrijstelling. Deze vrijstelling zorg ervoor dat de belastingplichtige geen btw-aangifte moet indienen en is vrijgesteld om btw aan te rekenen op zijn facturen. De onderneming moet echter wel de formule van vrijstelling vermelden. Indien men van de vrijstelling geniet heeft men geen recht op de aftrek van btw op goederen en diensten gebruikt om de verrichtingen van de onderneming uit te voeren. Inlichtingen: Voor concrete inlichtingen contacteer uw plaatselijk btw-kantoor.
9.3
De fiscale verplichtingen
Iedere zelfstandige moet een belastingsaangifte indienen. De personenbelasting wordt berekend op het belastbaar inkomen. Afhankelijk van de juridisch vorm van de onderneming wordt het stelsel van personenbelasting of de vennootschapsbelasting toegepast.
De belasting moet ongeveer één jaar na het afsluiten van het boekjaar betaald worden bij zelfstandigen en vennootschappen. De belastingadministratie staat toe viermaal per jaar voorafbetalingen te doen op de verwachte winsten van het lopende jaar. Deze voorafbetalingen gebeuren op 10 april, 10 juli, 10 oktober en 20 december. Deze stortingen zouden de belastingen van het lopende belastbare tijdperk ongeveer moeten dekken. Indien zij echter niet of onvoldoende gebeuren, wordt de belasting verhoogd met een belastingvermeerdering.
23
Wie voor de eerste maal een zelfstandige activiteit in hoofdberoep begint, is voor drie jaar vrijgesteld van voorafbetalingen. Bedrijfsvoorheffing Bij het uitbetalen van de lonen wordt een deel afgehouden en rechtstreeks betaald aan de fiscus. Dit bedrag noemt men de bedrijfsvoorheffing en is wettelijk verplicht voor iedere werknemer en werkgever. Bij de aangifte van de bedrijfsvoorheffing moeten verschillende documenten ingevuld worden en het is best dat de onderneming zich hiervoor laat bijstaan door een sociaal secretariaat omdat deze de specifieke wetgeving zeer goed beheersen. Vennootschapsbelasting Vennootschappen zijn onderworpen aan de vennootschapsbelasting en niet aan personenbelasting. Deze vennootschapsbelasting wordt belast op de winst (inkomsten – uitgaven). Ook dividenden die de vennootschap uitkeert zijn onderworpen aan vennootschapsbelasting. Het belastingtarief crisisbelasting.
voor
vennootschappen
bedraagt
33,99%,
inclusief
3%
Voor kleine vennootschappen bedraagt het verlaagd tarief (exclusief crisisbelasting) bij een winst: • minder dan 25.000 EUR: 24,25% • tussen 25.000 en 90.000 EUR: 31,00% • tussen 90.000 tot 322.500 EUR: 34,50% • >322.500 EUR: 33,99% Net als eenmanszaken, kunnen ook vennootschappen hun verschuldigde belastingen vooraf betalen om zo een belastingverhoging te voorkomen. Als er winst wordt uitbetaald aan de aandeelhouders of vennoten, dan moet er roerende voorheffing worden ingehouden en doorgestort worden naar de Staat. Deze voorheffing op dividenden bedraagt in principe 25% (15% in welbepaalde gevallen).
24
10
FINANCIEEL PLAN
10.1
Uitgaven en investeringen
10.1.1
Opstartkosten
Notariskosten, oprichtingskosten, kosten voor publicatie van statuten, diverse administratiekosten.
€ 1 000
Aankoop van materieel en machines.
€ 7 000
10.1.2
Bedrijfskapitaal
Aanlegging van de startvoorraad.
€ 5 000
Kasreserve.
€ 10 000
Totaal
€ 23 000
Dit zijn de geschatte kosten die direct gemaakt moeten worden bij het opstarten van de vennootschap. De opstartkosten moeten de administratieve kosten en eerste materiele kosten zoals computers, kantoormeubelen en kantoorbenodigdheden. Het bedrijfskapitaal is opgesplitst in twee delen de reserve of startvoorraad en de kasreserve. De kasreserve dient voor kosten die snel gaan komen zoals huur, betalingsuitstel, andere onvoorziene kosten, …
10.2
Financiering
Eigen kapitaal.
€ 12 400
Vreemd vermogen.
€ 10 600
Totaal
€ 23 000
Het eigen kapitaal wordt door ons zelf voorzien en draagt iedereen dus aan bij. Het vreemd vermogen gebeurt via een lening via de bank of via een lening van een overheidsinstelling. Hierbij is het laatste uiteraard interessanter omdat die rentevoeten heel laag liggen. Bijvoorbeeld Starteo 2 heeft een rentevoet van 3% op verschillende looptijden en heeft de mogelijkheid een vrijstelling van terugbetaling van kapitaal te krijgen. Alle bedragen dat hier bij het financieel plan zijn opgenoemd zijn ruwe schattingen. Voor een BVBA op te richten zijn er ook mogelijkheden die een lagere inbreng van
2
http://www.fonds.org/nl/kredietactiviteiten/starteo
25
kapitaal vragen zoals de starters BVBA of S-BVBA3. Deze vraagt maar een eigen vermogen van één euro en brengt bijgevolg minder risico’s met zich mee voor het eigen vermogen van een starter. Dan is er wel een grotere financiering via vreemd vermogen nodig en zal het moeilijker zijn om een goede lening te verkrijgen.
3
http://www.bvbastarter.be/site/bvba-starter.html
26
11
BIBLIOGRAFIE
Een onderneming oprichten. (sd). Opgeroepen op 2 12, 2011, van economie.fgov.be: http://economie.fgov.be/nl/ondernemingen/leven_onderneming/oprichting/
Programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap. (sd). Opgeroepen op 12 2, 2011, van http://www.ejustice.just.fgov.be: http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/loi_a.pl?language=nl&caller=list&cn=1998021 033&la=n&fromtab=wet&sql=dt='wet'&tri=dd+as+rank&rech=1&numero=17
Gevonden op het internet op 02/12/2011:
http://www.unizo.be/upload/Startersservice/Startersbrochure2011definitief.pdf
http://www.zwalm.be/WWW/default/83.html
http://www.zenito.be/nl/algemeen/artikel/zenito-sociaal-verzekeringsfonds
http://economie.fgov.be/nl/ondernemingen/leven_onderneming/oprichting/
http://www.sofim.be/NL/Pages/home.aspx
http://www.cursus-bedrijfsbeheer.be/ondernemingsplan/eenmanszaak-ofvennootschap-2/
http://www.fonds.org/nl/kredietactiviteiten/starteo
http://www.bvbastarter.be/site/bvba-starter.html
Wetboek van vennootschappen:
http://ccff02.minfin.fgov.be/KMWeb/document.do?method=view&id=5339ea92e6e5-4816-84ca-b4e8c566e7ba#findHighlighted
1 maart 1976 - Kaderwet tot reglementering van de bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van de dienstverlenende intellectuele beroepen. (BS 27.03.76):
http://www.bibf.be/Uploads/Documents/doc_49.pdf
27
12
BIJLAGEN