Kingdom Faith Cursus
KF08
------------------------------------------------------------------------------------------------
LIEFDE
Colin Urquhart -----------------------------------------------------------------------------------------------Week 4 De wet van liefde Welkom bij de vierde aflevering in deze serie over LIEFDE. Hoe staat het intussen met 't verbond van liefde ? Het maakt niet uit of je het beschouwt als een papieren contract of iets wat op je hart geschreven is. Waar het om gaat, is dat je leeft zoals God van jou verlangt door Zijn Woord; alleen maar naar deze cassettes luisteren is niet voldoende; je moet er ook iets mee doen ! Ik vond vroeger altijd, dat het geen zin had zo'n verbond op te schrijven; als het niet op je hart geschreven staat, heeft het net zo weinig waarde als het papier waarop het geschreven is. Maar toch kan het soms best waardevol zijn om het verbond schriftelijk vast te leggen, zodat het duidelijker wordt wat we precies met elkaar afspreken. In zekere zin staat het verbond overal in het Nieuwe Testament geschreven; het nieuwe verbond, wat door Jezus met Zijn bloed is bezegeld. Maar het helpt ons, om het in de praktijk te zien. Gebeurt dat bij jou ook inderdaad in de praktijk ? Want daar gaat het om bij God. Laten we eens gaan kijken wat God ons nog meer zegt in de eerste brief van Johannes. In hoofdstuk 4, halverwege vers 16 staat te lezen dat God is liefde. Die tekst wordt heel vaak geciteerd. God is liefde, en prijs Hem daarvoor. En in Zijn liefde heeft Hij ons geaccepteerd, ons vergeven, ons genezen, ons hersteld en ons weer aanvaardbaar gemaakt. In vers 16 zegt Johannes verder: "Wie blijft liefhebben, blijft één met God." Wanneer we één met God zijn, zullen we leven in liefde, en Gods liefde zal in ons zijn. Maar hoe kunnen we zeggen dat we gemeenschap met God hebben, als we niet in liefde leven ? Vers 17 zegt hierover: "Als de liefde in ons haar doel bereikt, kunnen wij vol vertrouwen de dag van het grote oordeel tegemoet zien, omdat wij in deze wereld leven zoals Christus er leefde." Johannes was een man op leeftijd, toen hij deze brief schreef. Hij was ook aanwezig bij het Laatste Avondmaal, toen Jezus dit gebod uitsprak: "Heb elkander lief, zoals ik jullie heb liefgehad." En dat had ongeveer vijftig jaar eerder plaats gevonden en Johannes had een leven lang die liefde gezien onder Christelijke broeders en zusters. Hij weet dus waarover hij praat, niet alleen omdat Jezus zelf hem dat geleerd had, maar ook omdat hij uit eigen ervaring weet dat Gods Woord in zijn eigen leven werkt. God wil dat wij net zo zijn als Hij, want Hij is liefde. Het is Zijn verlangen dat wij die liefde laten zien. Liefde kan heel wat kosten. Dat weet ik uit eigen ervaring. Onze mensen van Kingdom Faith Ministeries komen door hun bediening in nogal wat plaatsen in het land, om daar Evangelische campagnes te leiden. Vooral in de grote steden komen we vaak in aanraking met mensen in grote nood. Die mensen leiden dikwijls verdorven levens; levens die leeg en zonder betekenis zijn. 22
We leven te midden van verdorvenheid en menselijke ellende. De meesten van jullie kunnen zich waarschijnlijk niet eens voorstellen, dat er mensen zijn, die in deze moderne maatschappij zo'n slecht leven kunnen leiden; wanneer je ermee in aanraking zou komen, zou je diep geschokt zijn. Maar wat ons in zulke situaties het meeste pijn doet, is dat er dan zo weinig christenen zijn, die de kosten van liefhebben willen aanvaarden. Ze voelen een liefde, een zorg en een medelijden voor die mensen, en misschien bidden ze zelfs wel voor hen. Sommige christenen zijn bereid te zorgen voor voedseluitdeling onder de drugsverslaafden, en meer van dat soort dingen. Maar wat die mensen werkelijk nodig hebben -nadat ze Jezus geaccepteerd hebben in hun leven- is te worden opgebouwd in het leven van het Koninkrijk. Ze moeten kunnen leven in een liefhebbende Christelijke omgeving, waar ze geaccepteerd worden, waar ze omringd zijn door Gods liefde. Zonder hulp redden ze het niet. Ze zijn nog niet sterk genoeg in de Heer, om dat te kunnen. Maar zo vaak zijn dat juist de momenten dat christenen zich terugtrekken, en dat christenen excuses verzinnen. Kort geleden kwam er iemand bij Kingdom Faith Ministeries, die door anderen daarheen was gestuurd; het was een jongeman, wiens leven weinig uitzicht bood. Het leek wel of niemand iets met hem te doen wilde hebben, en als hij hier niet binnengelaten zou worden, zou hij waarschijnlijk door de verkeerde mensen beïnvloed worden en terugvallen in een leven van drugs, misdaad en meer van dat soort zaken. God maakte mij duidelijk, dat de plaats van die jongen in de gemeenschap van Kingdom Faith Ministeries was, waar hij kon worden opgevangen, verzorgd worden, opgebouwd worden in geloof, bemoedigd worden en waar mensen hem konden liefhebben. Het zou natuurlijk heel mooi zijn, als iedereen op die manier opgevangen zou worden, maar dat kan één gemeenschap niet alleen. Ook vandaag de dag nog, moet naar de kosten gekeken worden, de kosten die de gemeenschap heeft bij talrijke veeleisende bedieningen, die allemaal een beroep doen op het leven en de mogelijkheden van Kingdom Faith Ministeries. Toch blijft het principe van LIEFDE voorop staan. Ik ben er van overtuigd dat deze jongeman zal groeien in de Heer en sterker zal worden; hij zal uiteindelijk veel meer teruggeven dan hij ooit ontvangen heeft. Want zo gaat God nu eenmaal te werk. Ik geloof dat God tegen mij zegt, dat er voor de jongeman gezorgd moet worden, dat hij geaccepteerd moet worden en dat we van hem moeten houden. Ongetwijfeld zal hij dan na verloop van tijd werkelijk een fantastische broeder in de Heer zijn. Zulke liefde heeft een hoge prijs, maar overal waar mensen leven zijn er altijd die behoefte hebben aan liefde en acceptatie. Ook als ze niet inwonen bij christenen, moeten ze weten dat er Christelijke huizen zijn die open staan voor hen, waar ze naar toe kunnen gaan en geaccepteerd worden, waar ze rustig kunnen zitten, samen met een gezin kunnen zijn en waar mensen van hen houden. In het Lichaam van Christus zouden geen eenzame mensen mogen zijn. De bijbel zegt ons gastvrijheid uit te oefenen; dat betekent in de praktijk dat we een open huis moeten hebben, dat we de mensen die liefde en acceptatie nodig hebben, moeten bemoedigen om bij ons te komen. Dat kan best moeilijk zijn. Mensen zullen onze liefde uitproberen; ze zullen kijken of we het werkelijk menen of niet. Maar uiteindelijk zul je zoveel terugkrijgen. Het is soms frustrerend; het lijkt dan wel of je alleen maar geeft, geeft en nogeens geeft en aan het eind krijg je alles teruggesmeten in je gezicht - zo lijkt de afspraak soms wel. Maar doen wij eigenlijk niet precies hetzelfde bij God ? 23
Hij houdt van ons, Hij houdt van ons en Hij houdt van ons en Hij vergeeft ons. Vervolgens gaan we weer ons eigen weg en gooien Hem alles terug in het gezicht. Maar we komen terug bij Hem; we komen terug bij Hem, omdat we Hem nodig hebben, en ondanks al onze ontrouw en ongehoorzaamheid houden we van Hem, omdat Hij eerst van ons heeft gehouden. Zijn er mensen die werkelijk jouw liefdevolle aanvaarding nodig hebben ? In jouw groep, bij jou thuis of in de familie ? Ik vraag echt niet van je, dat je meer doet dan je aankunt. Ik stel alleen maar een vraag. In vers 19 zegt Johannes: "Dat wij Hem liefhebben, komt doordat Hij ons eerst heeft liefgehad." In vers 18 zei hij: "In de liefde is geen plaats voor angst." Hoor je dat ? In de liefde is geen plaats voor angst. Maar volmaakte liefde verdrijft alle angst, omdat angst te maken heeft met straf. "Wie nog angst kent, kent de volmaakte liefde nog niet." Ik geloof dat het niet Gods verlangen is, dat wij bang zijn voor de prijs van liefde. Hij wil dat wij het gewoon doen, en later de beloning en de voordelen ervan ontvangen. Het is veel beter om te geven -zelfs wanneer die liefde veel kost- dan in zelfgenoegzaamheid te blijven zitten, waar of niet ? "Wij houden van Hem, omdat Hij eerst van ons heeft gehouden." Dat moeten we dus heel goed onthouden. Johannes zegt dat op onnavolgbare wijze in het eerste deel van vers 20: "Als iemand zegt dat hij van God houdt, maar een hekel aan zijn broeder heeft, is hij een leugenaar." Het is dan ook vrij zinloos om te zeggen dat je van God houdt, of om dat in een lied te zingen, terwijl je tegelijkertijd weigert een broeder in nood te helpen, ook al laat God je die nood heel duidelijk zien. In het tweede deel van vers 20 en vers 21 zegt Johannes verder: "Als hij niet van zijn broeder houdt die hij kan zien, hoe kan hij dan van God houden Die hij nooit heeft gezien ? God heeft duidelijk gezegd dat wij niet alleen van Hem moeten houden, maar ook van onze broeder." Dit spreekt voor zichzelf en hoeft verder niet uitgelegd te worden. Het is eigenlijk heel simpel: wie niet van zijn broeder houdt, die hij ziet, kan ook niet van God houden, die hij niet ziet. Je hoeft niet te vragen wat dat betekent. Het is overduidelijk. En Hij heeft ons dit gebod gegeven: Wie van God houdt, moet ook van zijn broeder houden. Het is natuurlijk zo, dat er geen verschillende hoofdstukken waren toen deze brief geschreven werd. Het is dus logisch dat Johannes in hoofdstuk 5 gewoon verder gaat. In vers 1 zegt hij: "Ieder die gelooft dat Jezus de Christus is -dat Hij Gods Zoon en onze Redder is- is een kind van God. En ieder die van de Vader houdt, houdt dus ook van Diens kinderen." Jouw liefde voor jouw broeder is -ongeacht de nood die er is- een uiting van jouw liefde voor de Vader. Als je van de Vader houdt, zul je van Zijn kind houden, zelfs degenen in nood, zelfs degenen die het alleen niet redden en die jou nodig hebben. Niet dat jij een plaatsvervanger kan zijn van God, maar jij zal je broeder helpen om die positie van geestelijke rijpheid te bereiken, waar hijzelf God en diens persoonlijkheid gaat zoeken. In hoofdstuk 5, vers 2 staat: "Hieruit volgt dus dat wij, als wij God liefhebben en doen wat Hij zegt, ook Zijn kinderen liefhebben." Je ziet dat de twee samengaan. Als je van God houdt, hou je van Zijn kinderen, als je van Zijn kinderen houdt, hou je van God. 24
En als je van God houdt, zul je Zijn geboden gehoorzamen. Vers 3 gaat verder: "Want God liefhebben, is doen wat Hij zegt. En dat is helemaal niet zo moeilijk." God legt jou geen zware last op; laten we duidelijk stellen, dat Hij dat niet doet. Hij vraagt ons lief te hebben, Hij vraagt ons de kosten van liefhebben onder ogen te zien. Hij vraagt nooit van ons meer lief te hebben, dan waartoe wij in staat zijn. Hij is ten alle tijden bereid om ons alle bronnen van liefde te geven, zodat wij de helpende hand en zorg kunnen geven aan de mensen, die dat van ons nodig hebben. Hij zal een last op ons hart leggen. Hij zal ons echte bezorgdheid geven. Voor specifieke mensen met specifieke noden, verlangt Hij dat wij bepaalde broeders of zusters met liefde en zorg opvangen. Wanneer God zoiets doet, gebeurt dat omdat Hij weet dat we hiertoe in staat zijn, als we tenminste vertrouwen op de kracht van de Heilige Geest. Proberen we het op eigen menselijke en kwetsbare kracht, dan zal het beslist mislukken. God wil dus, dat liefde werkelijk tot uitdrukking komt in ons. God wil dat die liefde door ons aan anderen zichtbaar wordt. Het is een kwestie van gehoorzaamheid, maar gehoorzaamheid veroorzaakt altijd een crisis: houden we van God of niet ? Als we van God houden, zullen we accepteren wat Hij zegt, en Hem gehoorzaam zijn. Als we dat niet doen, laat dat duidelijk zien, dat onze liefde voor God heel erg mager is. Maar als dat zo is, is het niet Gods bedoeling dat we ons verslagen voelen en ons neerleggen bij de situatie. Hij wil dan dat jouw liefde voor Hem, hetzelfde wordt als Zijn liefde voor jou: betrouwbaar, sterk, constant, en niet onderhevig aan emoties, behoeften of omstandigheden. Nu weet je de waarheid, dat je in Christus leeft, en dat Hij alle krachten van de Hemel voor jou beschikbaar heeft gesteld. Je weet dat Hij in jou leeft, dat Hij van jou houdt, dat Hij jou geaccepteerd heeft, dat jij Zijn kind bent, dat Hij jou de erfenis van het eeuwige leven geschonken heeft, dat je deel uitmaakt van Zijn Koninkrijk, en dat je al het gezag en alle kracht uit Zijn Koninkrijk beschikbaar hebt in je leven. Waarom ? Zodat jij de heiligheid van God in liefde kunt weerspiegelen, door Hem te gehoorzamen, door jouw broeders en zusters lief te hebben, en door de Liefde van God aan de wereld te openbaren. Is dat geen fantastische roeping ? Geen wonder dat Paulus in de brief aan de Efeziërs zegt: "Leef zoals de Heer u geroepen heeft." Laten we eindigen met onszelf te herinneren wat Paulus zegt in hoofdstuk 13 van zijn eerste brief aan de gemeente van Corinthië. Het is opvallend dat de liefde waarover hij spreekt -de agapé-liefde van God, waarmee Hij van ons houdt, en die Hij aan ons geeft door de Heilige Geest- dat die liefde altijd direct te maken heeft met de wijze waarop we met andere mensen omgaan. "Liefde is geduldig", zegt de bijbel; zowel met anderen, als met het wachten op de vervulling van Gods beloften in ons leven. De bijbel zegt ook dat "Liefde vriendelijk is". God is geduldig en vriendelijk voor jou, en jij moet diezelfde vriendelijkheid en datzelfde geduld voor anderen hebben. "Liefde is niet jaloers", want dat hoort bij de wereld; dat is één van de vele wereldse kenmerken, hebben we een vorige keer geleerd. Liefde is beslist niet jaloers. "Liefde doet niet gewichtig", zegt de bijbel; je moet niet proberen jezelf beter voor te doen dan anderen, je moet niet willen hebben wat zij bezitten, ook moet je anderen niet kleineren door zelf gewichtig te doen; liefde is geen trots. "Liefde kwetst niet", het is niet kwetsend of beledigend voor anderen.
25
"Liefde is niet egoïstisch". Je bent er niet op uit om jezelf te bevredigen en hiermee de noden van je broeders en zusters om je heen te negeren. "Liefde voelt zich nooit beledigd". Je moet dus niet in alle staten raken, omdat een broeder jou heeft beledigd. Misschien zijn er wel allerlei slechte dingen over jou gezegd, maar toch toon jij vergeving. Dat is niet altijd even gemakkelijk, want soms hebben mensen dingen over ons gezegd, die echt gemeen zijn; het lijkt dan wel of ze door de duivel geïnspireerd zijn, omdat ze vol leugens zijn. Je voelt de boosheid van binnen in je opborrelen en je wilt jezelf rechtvaardigen. Toch moet je beseffen, dat God voor Zijn kinderen opkomt. Wij moeten niet kwaad zijn, maar juist vergeving tonen. "Liefde is niet egoïstisch, liefde neemt niemand iets kwalijk, liefde houdt de fouten van anderen niet bij." Ook al zijn er mensen, waarvan je geprobeerd hebt te houden, maar die jouw liefde als het ware in je gezicht teruggegooid hebben, dan zeg je nog niet, dat je ze -vanwege hun gedragingen- nooit meer zult liefhebben. Je moet doorgaan met liefhebben, net zo goed als God dat bij jou doet. "Liefde is niet blij met onrecht, maar juist met de waarheid. Liefde beschermt altijd, heeft altijd vertrouwen, heeft altijd hoop, en zet altijd door. Liefde faalt nimmer.", staat in 1 Corinthiërs, hoofdstuk 13. En God verlangt ernaar, dat jij die liefde hebt voor anderen in jouw groep en de gemeente waar je bij hoort. Waar God jou ook neergezet heeft, voor jou wil Hij een liefde die beschermt, die vertrouwt, die het beste hoopt voor een ander, en die niet opgeeft. Een nimmer falende liefde. Vader, in de naam van Jezus vragen we U ons, die liefde voor elkaar te geven, voor Uw glorie. Amen.
26