Kennislacunes NHG-Standaard Buikpijn bij kinderen

Kennislacunes NHG-Standaard Buikpijn bij kinderen Kennislacunes 1. Prevalentie prikkelbare darm syndroom bij kinderen met chronische buikpijn (noot 5,

15). 2. Verschil in prognose van kinderen met prikkelbare darm syndroom van de prognose van

kinderen met functionele buikpijn (noot 5). 3. Diagnostische waarde fecaal calprotectine-test bij kinderen met chronische buikpijn (noot

22). 4. Kosteneffectiviteit laboratorium diagnostiek coeliakie bij kinderen met chronische

buikpijn (noot 24). 5. Effect van eradicatie van dientamoeba fragilis op buikpijn bij kinderen met chronische

buikpijn, zonder diarree en een positieve faecestest voor dientamoeba fragilis (noot 26). 6. Invloed pijnstilling met paracetamol tablet/zetpil op diagnostiek bij kinderen met acute

buikpijn (noot 31). 7. Effect van laxantia bij kinderen met functionele buikpijn zonder obstipatie (noot 34). 8. Diagnostische criteria angst en depressie bij kinderen (noot 11, 17).

Naam richtlijn Identificatienummer Onderwerp Publicatiedatum richtlijn Verkorte titel lacune Datum lacune Achtergrond

Bron

NHG-Standaard BKI1 Prevalentie prikkelbare darm syndroom (PDS) bij kinderen met chronische buikpijn. 2012 Prevalentie prikkelbare darm syndroom bij kinderen met chronische buikpijn. Februari 2012 Bij 4 tot 18 jarigen onderscheiden de ROME III criteria vier buikpijn gerelateerde functionele gastrointestinale aandoeningen, waaronder PDS. Voor het stellen van de diagnose PDS zijn duidelijke criteria benoemd. Een deel van de volwassenen met PDS blijkt op kinderleeftijd al PDS te hebben. Het is niet duidelijk hoe vaak PDS bij kinderen met chronische buikpijn voorkomt. Noot 5, 15

Trefwoorden Uitgangsvraag

Prevalentie, kinderen, chronische buikpijn, prikkelbare darm syndroom, PDS P: kinderen met chronische buikpijn I: diagnose prikkelbare darm syndroom C:

Gewenst onderzoekontwerp Verwacht effect

Naam richtlijn Identificatienummer Onderwerp

Publicatiedatum richtlijn Verkorte titel lacune Datum lacune Achtergrond

Bron Trefwoorden Uitgangsvraag

O: aantal kinderen met PDS/aantal kinderen met chronische buikpijn Retrospectief cohortonderzoek Inzicht in voorkomen PDS bij kinderen met chronische buikpijn

NHG-Standaard BKI2 Verschil tussen de prognose van kinderen met prikkelbare darm syndroom (PDS) en de prognose van kinderen met functionele buikpijn 2012 Verschil tussen de prognose van kinderen met prikkelbare darm syndroom en de prognose van kinderen met functionele buikpijn Februari 2012 Een deel van de kinderen met functionele buikpijn heeft PDS. Vooralsnog zijn er geen redenen om de kinderen die zich bij de huisarts presenteren met functionele buikpijn op te delen in aparte functionele gastrointestinale aandoeningen. Het is niet duidelijk of PDS en functionele buikpijn een andere prognose hebben. Noot 5 Kinderen, prikkelbare darm syndroom, PDS, functionele buikpijn, prognose P: kinderen met PDS, kinderen met functionele buikpijn I: reguliere zorg C:


Naam richtlijn Identificatienummer

O: prognose Retrospectief cohort Een verschillende prognose van PDS en functionele buikpijn kan leiden ertoe leiden dat onderscheid tussen kinderen met PDS en kinderen met functionele buikpijn zinvol kan zijn. NHG-Standaard BKI3

Onderwerp Publicatiedatum richtlijn Verkorte titel lacune Datum lacune Achtergrond


Kosteneffectiviteit test fecaal calprotectine bij chronische buikpijn bij kinderen. 2012 Kosteneffectiviteit test fecaal calprotectine bij chronische buikpijn bij kinderen. Februari 2012 Er is onvoldoende bewijs voor de waarde van de fecaal calprotectine test voor diagnostiek in de eerste lijn bij kinderen met chronische buikpijn. Noot 22 Chronische buikpijn, kinderen, kosteneffectiviteit, fecaal calprotectine, test. P: kinderen met chronische buikpijn I: test op fecaal calprotectine C: geen test op fecaal calprotectine



Bron Trefwoorden

O: aanwezigheid van inflammatoire darmziekte (IBD), kosteneffectiviteit test op fecaal calprotectine Prospectief cohort Gericht(er) gebruik van bepaling van fecaal calprotectine bij kinderen met chronische buikpijn NHG-Standaard BKI4 (Kosten)effectiviteit laboratorium diagnostiek coeliakie bij kinderen met chronische buikpijn. 2012 (Kosten)effectiviteit laboratorium diagnostiek coeliakie bij kinderen met chronische buikpijn. Februari 2012 Coeliakie kan zich presenteren met verschillende symptomen, waaronder (chronische) buikpijn. Daardoor kan het soms lang duren voordat de juiste diagnose gesteld wordt. Laboratoriumdiagnostiek naar coeliakie bij alle kinderen met chronische buikpijn zou sneller duidelijkheid kunnen geven of er sprake is van coeliakie. Bij volwassen met PDS is onderzoek op coeliakie kosteneffectief. Noot 24 Kinderen, chronische buikpijn, laboratorium diagnostiek, coeliakie

Uitgangsvraag

P: kinderen met chronische buikpijn (zonder andere symptomen die kunnen wijzen op coeliakie) I: laboratorium diagnostiek coeliakie C:geen laboratoriumdiagnostiek op coeliakie


Naam richtlijn Identificatienummer Onderwerp

Publicatiedatum richtlijn Verkorte titel lacune

Datum lacune Achtergrond Bron Trefwoorden Uitgangsvraag

O: (kosten)effectiviteit laboratoriumdiagnostiek coeliakie Prospectief cohort Duidelijkheid over (kosten)effectiviteit van het testen op coeliakie bij alle kinderen met chronische buikpijn NHG-Standaard BKI5 Effect van eradicatie van dientamoeba fragilis op buikpijnklachten bij kinderen met chronische buikpijn en een faecestest positief voor dientamoeba fragilis. 2012 Eradicatie van dientamoeba fragilis op buikpijn bij kinderen met chronische buikpijn en een faecestest positief voor dientamoeba fragilis Februari 2012 Over de betekenis van het aantonen van dientamoeba fragilis bij kinderen met chronische buikpijn is onvoldoende onderzoek. Noot 26 Kinderen, chronische buikpijn, dientamoeba fragilis, faecestest, klachten. P:kinderen met chronische buikpijn en middels fecesonderzoek aangetoonde dientamoeba fragilis I: eradicatie dientamoeba fragilis met antibiotica C: placebo


Naam richtlijn Identificatienummer Onderwerp Publicatiedatum richtlijn Verkorte titel lacune Datum lacune

O: buikpijn, geen buikpijn, negatieve fecestest RCT? Duidelijkheid over de klinische betekenis van dientamoeba fragilis bij kinderen met chronische buikpijn

NHG-Standaard BKI6 Invloed pijnstilling met paracetamol tablet /zetpil op diagnostiek bij kinderen met acute buikpijn 2012 Invloed pijnstilling op diagnostiek Februari 2012

Achtergrond


Eerder werd aangenomen dat het geven van pijnstilling aan kinderen met een acute buikklachten leidt tot maskeren van symptomen en tot vertraging in het stellen van de juiste diagnose. Tweedelijnsonderzoek bevestigt dit niet. Onduidelijk is wat de invloed is van pijnstilling op symptomen en derhalve op de accuratesse van de diagnostiek bij kinderen met acute buikklachten in de eerste lijn. Noot 31 Pijnstilling, acute buikpijn, diagnostiek, kinderen P: kinderen met buikpijn I: pijnstilling door paracetamol tablet /zetpil C:placebo




O: symptomen, diagnostiek Prospectief onderzoek Duidelijkheid over invloed van pijnstilling op de diagnostische accuratesse bij het kind met acute buikpijn

NHG-Standaard BKI7 Effect van laxantia bij kinderen met functionele buikpijn. 2012 Effect van laxantia bij kinderen met functionele buikpijn. Februari 2012 Huisartsen schrijven regelmatig laxantia voor aan kinderen met functionele buikpijn. Het is echter niet onderzocht of laxantia bij een kind met functionele buikpijn zonder obstipatie effect hebben op de buikpijn. Noot 34 Kinderen, functionele buikpijn, laxeermiddelen P:kinderen met functionele buikpijn I: laxantia C: placebo, gouden standaard


O: geen klachten RCT Duidelijkheid over de invloed van laxantia op de buikpijn bij kinderen met functionele buikpijn.



NHG-Standaard BKI8 Diagnostische criteria angst en depressie bij kinderen. met chronische buikpijn 2012 Diagnostische criteria angst en depressie bij kinderen. Februari 2012 Er zijn aanwijzingen dat angst- en depressieve klachten bij vader of moeder en de aanwezigheid van andere functionele klachten bij moeder of kind risicofactoren zijn voor kinderen voor het krijgen van chronische buikpijn. Onduidelijk is welke rol angst en depressie spelen bij het kind met chronische buikpijn. In de tweedelijn worden vragenlijsten voor ouders en kinderen gebruikt om angstklachten of depressie bij kinderen vast te stellen. Onduidelijk is welke diagnostische criteria in de eerstelijn bruikbaar zijn om angst en depressie bij kinderen vast te stellen. Noot 11, noot 17 Diagnostische criteria, angst, depressie, kinderen. P: Kinderen I: vragenlijst op angst en depressie, diagnostische criteria angst en depressie C:


O: diagnose angst, depressie Prospectief cohort Duidelijkheid over symptomen passend bij angst en depressie bij kinderen

Kennislacunes NHG-Standaard Buikpijn bij kinderen

Recommend Documents