Nieuwsbrief 3e periodiek 2014, jaargang 3
Kamerbrief Pensioen in eigen beheer
Net voor de zomer heeft Staatssecretaris Wiebes heeft Kamervragen beantwoord betreffende pensioen in eigen beheer. Hoewel er lang naar de respons van de staatssecretaris werd uitgekeken, is er op dit moment nog weinig duidelijkheid. De staatssecretaris geeft aan dat hij nog geen pasklare oplossing heeft, maar deelt wel zijn gedachten over de kwestie. Wij verwachten rond Prinsjesdag een significante koersverandering als het gaat om pensioen in eigen beheer, waarbij de DGA zich meer (zou) moet(en) richten op verzekeren van de pensioenrisico’s ‘langleven – overlijden – arbeidsongeschiktheid’. Voor pensioenadviseurs is het taak hier nu al op voor te sorteren.
Structurele regelgeving Volgens Wiebes is er maar één uitgangspunt: een aanpassing van de regeling voor pensioen in eigen beheer is alleen zinvol als de regelgeving structureel eenvoudiger en begrijpelijker wordt voor zowel de DGA als de Belastingdienst. We moeten – als het even kan – af van de ingewikkelde verschillen tussen de fiscale en civiele waarderingsregels bij het eigen beheer. Hierbij stelt de staatssecretaris wel een aantal randvoorwaarden. In de eerste plaats is het volgens hem van belang dat de door de directeur-grootaandeelhouder ingelegde middelen beschikbaar kunnen blijven voor (de financiering van) de eigen onderneming. Verder moet het mogelijk blijven dat iets geregeld kan worden voor de (potentiële) nabestaanden. Ten slotte moet een aanpassing budgettair haalbaar zijn.
Oplossingsrichtingen In de brief die zijn voorganger op 6 december 2013 aan de Kamer stuurde, zijn al drie oplossingsrichtingen geschetst, namelijk: 1. 1.De fiscale waardering van de pensioenverplichting vindt plaats op commerciële grondslagen. 2. 2.De fiscale pensioenverplichting vormt het uitgangspunt voor de herrekening van de pensioenaanspraken (afstempelen). Algemene disclaimer: "Hoewel wij ernaar streven om correcte en actuele informatie te verschaffen, kunnen wij niet garanderen dat de vermelde informatie juist is op het moment waarop deze gepubliceerd wordt of na verloop van tijd nog steeds juist is. Op grond van de aangeboden informatie dienen derhalve géén acties te worden ondernomen zonder voorafgaand deskundig advies." ©Pensioendesk Nederland Alle rechten voorbehouden.
Nieuwsbrief 3e periodiek 2014, jaargang 3 3. Er wordt een geheel nieuw systeem ingevoerd: een fiscale reserve in eigen beheer voor de oude dag.
Naar aanleiding daarvan werd onder andere door de Werkgroep Ondernemerspensioen nog een vierde variant aangedragen: 4.Een beschikbare premieregeling met een vast oprentingspercentage.
Oplossingsvarianten De conclusies ten aanzien van de oplossingsvarianten uit de brief van 6 december 2013 zijn niet veranderd. Variant 1 valt af omdat deze budgettair niet haalbaar is. Variant 2 is een incidentele aanpassing met grote juridische bezwaren en maakt de regeling bovendien voor de langere termijn niet eenvoudiger. Variant 3, de fiscale reserve voor pensioen, biedt objectief de meeste aanknopingspunten voor een echte vereenvoudiging en voldoet volgens de staatssecretaris tevens aan alle genoemde randvoorwaarden. Wiebes werkt dan ook aan een verdere uitwerking van deze variant.
Beschikbarepremieregeling Bij de vierde variant – de beschikbare premieregeling met een vast oprentingspercentage – heeft Wiebes twijfels of dit werkelijk tot een vereenvoudiging kan leiden; in ieder geval niet in de voorgestelde vorm, aldus de staatssecretaris. Een beschikbare premieregeling met een vast oprentingspercentage is volgens de beleidsman sowieso een contradictio in terminis. Intrinsiek aan beschikbare premieregelingen is namelijk dat de premie weliswaar vast staat, maar het rendement onzeker is. Als het rendement wordt vastgesteld op een bepaald niveau, dan is er in feite weer sprake van een gegarandeerde toezegging, waardoor in wezen geen sprake meer is van een definedcontributionregeling maar van een definedbenefitregeling.
Algemene disclaimer: "Hoewel wij ernaar streven om correcte en actuele informatie te verschaffen, kunnen wij niet garanderen dat de vermelde informatie juist is op het moment waarop deze gepubliceerd wordt of na verloop van tijd nog steeds juist is. Op grond van de aangeboden informatie dienen derhalve géén acties te worden ondernomen zonder voorafgaand deskundig advies." ©Pensioendesk Nederland Alle rechten voorbehouden.
Nieuwsbrief 3e periodiek 2014, jaargang 3 Hiermee wordt alsnog het risico gelopen dat deze aanspraak voor de jaarrekening op commerciële grondslagen gewaardeerd zal moeten worden. Vanwege de eenvoud van het achterliggende principe van deze voorgestelde variant, is Wiebes wel bereid om te onderzoeken of een nieuw regime, waarin oprenting met een vast percentage een belangrijk ingrediënt is, kans van slagen heeft.
Onze opmerking De opzet voor pensioenopbouw in eigen beheer gaat veranderen. Toch begrijpt de Staatssecretaris dat vanuit de BV prima rendementen gemaakt kunnen worden en deze financieringsvorm niet verloren mag gaan. Verder zien wij veel onduidelijkheid bij pensioenpolissen, al dan niet gecombineerd met eigen beheer. Ook hier dient de adviseur kritisch te zijn op de toezeggingen uit het verleden. Een revival van pensioenverzekeringen voor de DGA lijkt in aantocht.
Moties over netto pensioen
Op 3 juli 2014 is het wetsvoorstel Verzamelwet Pensioenen 2014 door de Tweede Kamer aangenomen. Daarmee is in de wet mogelijk geworden om regels te stellen voor vrijwillige netto pensioenregelingen. Tijdens het Kamerdebat is een aantal amendementen en moties aangenomen.
Motie nr. 24 van Lodders en Van Weyenberg (VVD en D66) Zoals bekend worden vanaf 2015 het pensioengevend salaris (voor werknemers) en het pensioengevend inkomen (voor IB-ondernemers die pensioen opbouwen) afgetopt op € 100.000. Degenen met een salaris of inkomen van meer dan € 100.000 bruto per jaar kunnen dan deelnemen aan een netto regeling (pensioen of lijfrente) voor het deel van het salaris boven een ton.
Algemene disclaimer: "Hoewel wij ernaar streven om correcte en actuele informatie te verschaffen, kunnen wij niet garanderen dat de vermelde informatie juist is op het moment waarop deze gepubliceerd wordt of na verloop van tijd nog steeds juist is. Op grond van de aangeboden informatie dienen derhalve géén acties te worden ondernomen zonder voorafgaand deskundig advies." ©Pensioendesk Nederland Alle rechten voorbehouden.
Nieuwsbrief 3e periodiek 2014, jaargang 3 Met deze motie wordt de regering verzocht bij de voorhangprocedure (dan wel als er wettelijke aanpassingen nodig zijn uiterlijk bij het Belastingplan 2015) te waarborgen dat pensioenopbouw van 1,875% van het salaris per jaar kan worden gerealiseerd. De pensioenfondsen zijn al een aantal maanden in overleg met het ministerie van Financiën over de voorwaarden waaronder een netto pensioenregeling kan worden uitgevoerd. Belangrijk punt daarbij is of fiscaal gezien met een zogenoemde 3%-premiestaffel mag worden gewerkt of dat met een 4%premiestaffel (zoals Financiën wil) moet worden gewerkt. De pensioenfondsen zijn van mening dat alleen met een 3%-premiestaffel een opbouw van 1,875% per jaar kan worden gerealiseerd. Voorlopig houdt het kabinet vast aan de 4% premiestaffel.
Keuze 2e of 3e pijler De aanpassingen hebben tot doel dat werkgevers kunnen kiezen voor elke pensioenuitvoerder die (in de tweede en derde pijler) een vrijwillige netto regeling gaat uitvoeren. De motie heeft betrekking op werkgevers die vallen onder een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds.
Staatssecretaris Klijnsma heeft tijdens het Kamerdebat toegezegd te kijken naar de mogelijkheid om werkgevers vrij te stellen van deelname aan de netto pensioenregeling van het bedrijfstakpensioenfonds. Die vrijstelling zou alleen kunnen als een werkgever elders een netto regeling kan afsluiten die minimaal gelijkwaardig is aan de netto regeling van het verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfonds.
Amendement Omtzigt De netto pensioenregeling valt onder de tweede pijler (PW en Wvb). Het is daarom beter om in de wet te spreken over netto pensioen en niet over netto lijfrente. Dit amendement regelt dat het begrip “netto lijfrente als bedoeld in afdeling 5.3A van de Wet inkomstenbelasting 2001” in de PW en Wvb wordt vervangen door het begrip “netto pensioen”.
Algemene disclaimer: "Hoewel wij ernaar streven om correcte en actuele informatie te verschaffen, kunnen wij niet garanderen dat de vermelde informatie juist is op het moment waarop deze gepubliceerd wordt of na verloop van tijd nog steeds juist is. Op grond van de aangeboden informatie dienen derhalve géén acties te worden ondernomen zonder voorafgaand deskundig advies." ©Pensioendesk Nederland Alle rechten voorbehouden.
Nieuwsbrief 3e periodiek 2014, jaargang 3 Het is de bedoeling dat een netto pensioenregeling ook in fiscale zin een pensioenregeling als bedoeld in de Wet op de loonbelasting wordt, met alle (pensioenwet) gevolgen van dien.
Motie Lodders (VVD) Met deze motie wordt de regering verzocht bij de uitwerking van de AMVB over de netto pensioenregeling duidelijkheid te creëren over de 10% werkgeversbijdrage. Er bestaat namelijk onduidelijkheid over in hoeverre er in verband met de taakafbakeningsregels bij de uitvoering van de netto pensioenregeling sprake is of moet zijn van een verplichte 10% werkgeversbijdrage. Er is inmiddels een alternatief gevonden voor de 10% werkgeversbijdrage. Bij beëindiging zou – in plaats van de 10% werkgeversbijdrage – ook gekozen kunnen worden voor omzetting van het netto kapitaal in een aanspraak.
Onze opmerking Het wetsvoorstel is in ontwerp en er zijn geen extra voorwaarden voor vrijwilligheid opgenomen. De vrijwilligheid is reeds voldoende gewaarborgd, doordat in de Pensioenwet geregeld is dat een netto pensioen alleen als vrijwillige pensioenregeling mag worden uitgevoerd. Daarnaast volgt uit de fiscale wetgeving dat als een werkgeversbijdrage voor het netto pensioen wordt verstrekt, de werkgever deze bijdrage ook moet verstrekken aan vergelijkbare werknemers die niet kiezen voor het netto pensioen. Hiermee wordt voorkomen dat de keuze voor deelname aan het netto pensioen indirect wordt gestimuleerd via een bijdrage van de werkgever. De keuze netto pensioen in de 2e of 3e pijler blijft een interessant onderdeel voor de pensioenadviseurs.
Algemene disclaimer: "Hoewel wij ernaar streven om correcte en actuele informatie te verschaffen, kunnen wij niet garanderen dat de vermelde informatie juist is op het moment waarop deze gepubliceerd wordt of na verloop van tijd nog steeds juist is. Op grond van de aangeboden informatie dienen derhalve géén acties te worden ondernomen zonder voorafgaand deskundig advies." ©Pensioendesk Nederland Alle rechten voorbehouden.
Nieuwsbrief 3e periodiek 2014, jaargang 3
Herleving wettelijk recht op waardeoverdracht
De Tweede Kamer heeft een amendement van Van Weyenberg (D66) bij de Verzamelwet Pensioenen 2014 aangenomen. Het amendement biedt duidelijkheid over de herleving van het recht op waardeoverdracht. Veel pensioenfondsen zijn de afgelopen periode uit een situatie van onderdekking gekomen. Hierdoor zijn de eerder opgeschorte waardeoverdrachten weer opgestart. In de praktijk blijkt echter onduidelijkheid te bestaan over deze herleving van het recht op waardeoverdracht. Indien de overdragende uitvoerder, of zowel de overdragende als de ontvangende uitvoerder, een pensioenfonds is, dan herleeft de 6-maandstermijn waarbinnen een deelnemer een opgave moet aanvragen en daarna verzoek tot waardeoverdracht moet doen. De termijn gaat in op het moment dat de deelnemer informatie ontvangt dat er géén onderdekking meer aanwezig is.
Waardeoverdracht met verzekeraar Als de overdragende uitvoerder een verzekeraar is, dan stelde deze zich in de praktijk op het standpunt dat de wet zo gelezen kan worden dat het recht van de deelnemer op waardeoverdracht niet herleeft. Het is, voor zover bekend, nooit de bedoeling van de wetgever geweest om hier onderscheid in aan te brengen, dan wel de rechten van de deelnemer te beperken. De onduidelijkheid in de wet waardoor een groep deelnemers het recht op waardeoverdracht lijkt te worden ontnomen, wordt met dit amendement weggenomen.
Onze opmerking Naar verwachting gaat per 01 juli 2015 de wettelijke regels van waardeoverdracht volledig op zijn kop en zal uitsluitend de gefinancierde waarde overgedragen worden.
Algemene disclaimer: "Hoewel wij ernaar streven om correcte en actuele informatie te verschaffen, kunnen wij niet garanderen dat de vermelde informatie juist is op het moment waarop deze gepubliceerd wordt of na verloop van tijd nog steeds juist is. Op grond van de aangeboden informatie dienen derhalve géén acties te worden ondernomen zonder voorafgaand deskundig advies." ©Pensioendesk Nederland Alle rechten voorbehouden.
Nieuwsbrief 3e periodiek 2014, jaargang 3
Wijziging van inhaal en inkoop van pensioen
In 2007 publiceerde het Centraal aanspreekpunt Pensioen (CAP) een handreiking voor de berekening van inhaal – en inkoopruimte van pensioen. Op 09 juli 2014 wijzigde het CAP die handreiking vanwege de Wet VAP (Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd) en Witteveen 2014/2015. De vraag is of er vanaf 2015 ook nog ruimte is om extra pensioen in te kopen of in te halen?
Handreiking inhaal- en inkoopruimte Als een werknemer minder pensioen opbouwt dan fiscaal maximaal is toegestaan, mag het pensioen worden aangevuld tot het fiscaal maximum. De berekening van het bedrag dat mag worden aangevuld is ingewikkeld en kan tot discussie leiden met de belastingdienst. Daarom stelde het CAP in 2007 een handreiking op. De handreiking behandelt de inhaal- en inkoopruimte van pensioen. Volgens de handreiking is sprake van:
inhaal van pensioen als bij de huidige werkgever opgebouwde pensioenaanspraken van een werknemer onder het fiscale maximum liggen;
inkoop van pensioen als er minder pensioen is opgebouwd bij vorige werkgevers dan opgebouwd had kunnen worden wanneer de pensioenregeling van de huidige werkgever had gegolden.
Zowel voor inhaal als inkoop van pensioen worden voorwaarden gesteld.
Algemene disclaimer: "Hoewel wij ernaar streven om correcte en actuele informatie te verschaffen, kunnen wij niet garanderen dat de vermelde informatie juist is op het moment waarop deze gepubliceerd wordt of na verloop van tijd nog steeds juist is. Op grond van de aangeboden informatie dienen derhalve géén acties te worden ondernomen zonder voorafgaand deskundig advies." ©Pensioendesk Nederland Alle rechten voorbehouden.
Nieuwsbrief 3e periodiek 2014, jaargang 3 Complexe toepassing Het berekenen van de maximale inhaal- en inkoopruimte is per pensioensysteem verschillend. De ruimteberekening bij een eindloonregeling is betrekkelijk eenvoudig. Dat is anders bij middelloonen beschikbare premieregelingen. Bij deze regelingen moet voor elk in te halen jaar de maximale fiscale ruimte berekend worden. Daarbij moet rekening gehouden worden met de voor die jaren geldende gegevens en het fiscale kader dat geldt in het jaar van inhaal. Inhaal en inkoop van pensioen is alleen mogelijk als de huidige pensioenregeling van de werknemer dit mogelijk maakt. Als een werknemer zijn pensioen inhaalt of inkoopt, verandert zijn factor A voor het verleden. Als hij in de jaren van inhaal/inkoop ook lijfrentepremieaftrek heeft genoten wordt de lijfrentepremieaftrek in die jaren gecorrigeerd. Vaak wegen de nadelige consequenties hiervan niet op tegen de voordelen van inhaal- of inkoop van pensioen. Alle specifieke bepalingen te samen maken het bepalen van de maximale inhaal- en inkoopruimte complex en bewerkelijk.
Inhaal/inkoop in 2014 of 2015? Vanaf 1 januari 2015 worden de pensioenopbouwpercentages aanzienlijk verlaagd en wordt het pensioengevend salaris afgetopt tot € 100.000,-. Bijna alle pensioenregelingen moet in 2014 worden aangepast omdat deze anders een fiscaal bovenmatig pensioen opleveren. Dit betekent dat vanaf 2015 de inhaalmogelijkheden zeer beperkt mogelijk zijn.
Algemene disclaimer: "Hoewel wij ernaar streven om correcte en actuele informatie te verschaffen, kunnen wij niet garanderen dat de vermelde informatie juist is op het moment waarop deze gepubliceerd wordt of na verloop van tijd nog steeds juist is. Op grond van de aangeboden informatie dienen derhalve géén acties te worden ondernomen zonder voorafgaand deskundig advies." ©Pensioendesk Nederland Alle rechten voorbehouden.
Nieuwsbrief 3e periodiek 2014, jaargang 3 Voorbeeld inhaalruimte beschikbare premie Geb. datum
Leeftijd
Tijdvak van
tot
Aantal
Jaar-
AOW-
maanden
salaris
franchise
Ruimte
Premie Inhaalruimte
01-6-1962
43
2005
2006
12
90000
11355
78645
4,40%
3.460,38
01-6-1962
44
2006
2007
12
95000
11567
83433
4,40%
3.671,05
01-6-1962
45
2007
2008
12
100000
11873
88127
5,42%
4.776,48
01-6-1962
46
2008
2009
12
105000
12209
92791
5,42%
5.029,27
01-6-1962
47
2009
2010
12
110000
12466
97534
5,42%
5.286,34
01-6-1962
48
2010
2011
12
115000
12674
102326
5,42%
5.546,07
01-6-1962
49
2011
2012
12
120000
12898
107102
5,42%
5.804,93
01-6-1962
50
2012
2013
12
125000
13062
111938
6,67%
7.466,26
01-6-1962
51
2013
2014
12
130000
13227
116773
6,67%
7.788,76 48.829,55
Indicatie te realiseren en in te halen pensioenpremie afhankelijk van pensioenregeling en toezegging (Actuariële premie-analyse, bron:@Finact Software)
Onze opmerking Aangezien de verlaging van de pensioenregeling (Witteveen 2015) in 2015 zware financiële consequenties heeft voor de werknemer, is het verstandig om in 2014 nog te beoordelen in hoeverre er inhaalmogelijkheden zijn óf eenmalige een extra inkoopruimte voor pensioen mogelijk is. Het is dus zaak om snel en adequaat te handelen.
Algemene disclaimer: "Hoewel wij ernaar streven om correcte en actuele informatie te verschaffen, kunnen wij niet garanderen dat de vermelde informatie juist is op het moment waarop deze gepubliceerd wordt of na verloop van tijd nog steeds juist is. Op grond van de aangeboden informatie dienen derhalve géén acties te worden ondernomen zonder voorafgaand deskundig advies." ©Pensioendesk Nederland Alle rechten voorbehouden.
Nieuwsbrief 3e periodiek 2014, jaargang 3
Wetsvoorstel financieel Toetsingskader
De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Jetta Klijnsma, heeft het wetsvoorstel aanpassing financieel toetsingskader (FTK) ingediend bij de Tweede Kamer. De Raad van State adviseert positief over het wetsvoorstel. De Raad onderschrijft de noodzaak en het maatschappelijk belang van de voorgestelde aanpassingen. De staatssecretaris informeert het parlement ook over de wijze van invoering van het nieuwe toetsingskader. Het nieuwe FTK, ook wel Verbeterde FTK genoemd, gaat in per 1 januari 2015, maar voor bepaalde onderdelen krijgen pensioenfondsen tot 1 juli 2015 de tijd. De Kamer ontving tegelijk met het wetsvoorstel een brief over het onderzoek naar de collectieve risicodeling binnen beschikbare premieregelingen.
Evenwichtige verdeling Staatssecretaris Klijnsma: 'Dit wetsvoorstel is duidelijk, evenwichtig en eerlijk voor jong en oud. Met dit voorstel zorgen wij ervoor dat het opgebouwde pensioenvermogen beter wordt geborgd. Dat er meer rust en stabiliteit komt in de pensioenopbouw en uitkering voor de mensen. En dat pensioenfondsen voldoende ruimte hebben om hun eigen indexatieambitie te bepalen, zolang het maar evenwichtig gebeurt met het oog voor de belangen van alle generaties.' Het nieuwe FTK voorziet in noodzakelijk ‘technisch onderhoud’ van het Nederlands pensioenstelsel, voor de korte en middellange termijn. De staatssecretaris ziet als belangrijkste verbeteringen dat:
financiële mee- en tegenvallers gelijkmatiger worden verspreid over de tijd. Dit zorgt voor meer stabiliteit in de uitkering van deelnemers. Ook zijn pensioenfondsen hierdoor beter in staat om een beleggingsbeleid te voeren dat gericht is op een indexatieambitie
er duidelijke, eerlijke en evenwichtige regels komen voor de indexatie van pensioenen, voor jong en oud. Het Centraal Plan Bureau heeft de integrale effecten van de maatregelen in het wetsvoorstel doorgerekend: er is sprake van evenwichtige generatie-effecten.
Algemene disclaimer: "Hoewel wij ernaar streven om correcte en actuele informatie te verschaffen, kunnen wij niet garanderen dat de vermelde informatie juist is op het moment waarop deze gepubliceerd wordt of na verloop van tijd nog steeds juist is. Op grond van de aangeboden informatie dienen derhalve géén acties te worden ondernomen zonder voorafgaand deskundig advies." ©Pensioendesk Nederland Alle rechten voorbehouden.
Nieuwsbrief 3e periodiek 2014, jaargang 3
er een stabiele kostendekkende premie komt. Om risico’s te verminderen wordt aan het rekenen met een verwacht rendement een aantal voorwaarden verbonden.
De combinatie van de aanpassing van het Witteveenkader en het FTK leidt tot een premiedaling. Het CPB gaat uit van een gemiddelde daling van 11% in de periode tot 2017.
Brede maatschappelijke dialoog Behalve het noodzakelijk technisch onderhoud van het pensioenstelsel wil staatssecretaris Klijnsma het vertrouwen in het pensioenstelsel ook herstellen door de brede maatschappelijk dialoog te starten over wat wenselijk en haalbaar is op de lange termijn als het gaat om toekomst van ons pensioenstelsel. Klijnsma informeert de Tweede Kamer nog voor de zomer over de vormgeving en invulling van deze dialoog. Deze discussie staat los van het FTK.
Onze opmerking Het ziet ernaar uit dat er nog steeds veel risico’s bij de deelnemers blijven liggen en dat voor waarborging van het pensioenvermogen de pensioenfondsen meer vrijheid krijgen. Toch zijn de pensioenfondsen niet blij met de huidige uitgangspunten. Ondanks intensieve protesten van ouderen en pensioenfondsen, houdt de Staatssecretaris stand.
Algemene disclaimer: "Hoewel wij ernaar streven om correcte en actuele informatie te verschaffen, kunnen wij niet garanderen dat de vermelde informatie juist is op het moment waarop deze gepubliceerd wordt of na verloop van tijd nog steeds juist is. Op grond van de aangeboden informatie dienen derhalve géén acties te worden ondernomen zonder voorafgaand deskundig advies." ©Pensioendesk Nederland Alle rechten voorbehouden.
Nieuwsbrief 3e periodiek 2014, jaargang 3
Onderzoek pensioenknip Uit de evaluatie van de tijdelijke regeling Pensioenknip, die het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in 2013 heeft uitgevoerd (Kamerstukken II 2013/14, 32 043, nr. 178), blijkt de behoefte om een alternatief voor de huidige ‘pensioenknip’ tussen de opbouw- en uitkeringsfase van premie- en kapitaalovereenkomsten te ontwikkelen. De tijdelijke regeling ‘ pensioenknip’ is 5 jaar geleden geïntroduceerd om de aankoop van pensioenaanspraken minder afhankelijk te maken van de actuele rente en beurskoersen De regeling is beperkt toegepast, er was de afgelopen echter geen financieel voordeel te behalen door de dalende rente. Verder was de gespreide inkoop complex en adviesgevoelig. Het beoogde doel is derhalve niet bereikt en de regeling wordt niet verlengd.
Nadelen van de eenmalige conversie op de pensioendatum Op dit moment is een deelnemer aan een premie- of kapitaalovereenkomst verplicht om op de pensioendatum het opgebouwde pensioenkapitaal in één keer aan te wenden voor de aankoop van een levenslang vast pensioen. Dit heeft twee gevolgen. Ten eerste wordt ruim voor de pensioendatum al toegewerkt naar het ene aankoopmoment op de pensioendatum, door de beleggingen in zakelijke waarden steeds sterker te verminderen ten gunste van beleggingen in minder risicovolle vastrentende waarden (lifecycle beleggen) naarmate de pensioendatum dichterbij komt. De bedoeling daarvan is te voorkomen dat plotseling dalende beurskoersen een groot negatief effect op het aan te kopen pensioen kunnen hebben. Ten tweede laat de vereiste garantie van een vaste levenslange uitkering slechts in beperkte mate het aangaan van beleggingsrisico ná de pensioendatum toe. Immers, omdat de beleggingsresultaten kunnen fluctueren kan een vaste uitkering moeilijk realiseerbaar zijn. Hierdoor wordt zowel in de opbouwfase als in de uitkeringsfase beleggingspotentieel gemist. In de huidige economische context is dit extra merkbaar, omdat door de lage rente relatief weinig pensioen met het gespaarde pensioenkapitaal kan worden gekocht. Algemene disclaimer: "Hoewel wij ernaar streven om correcte en actuele informatie te verschaffen, kunnen wij niet garanderen dat de vermelde informatie juist is op het moment waarop deze gepubliceerd wordt of na verloop van tijd nog steeds juist is. Op grond van de aangeboden informatie dienen derhalve géén acties te worden ondernomen zonder voorafgaand deskundig advies." ©Pensioendesk Nederland Alle rechten voorbehouden.
Nieuwsbrief 3e periodiek 2014, jaargang 3
De rentevergoeding wordt in de huidige pensioenknip bovendien voor de hele uitkeringsduur van het pensioen vastgelegd, zodat een latere economische opleving geen verbetering van de uitkeringen tot gevolg zal hebben.
Beleggen op basis van de hele levenscyclus Vanuit de levenscyclus van een deelnemer bezien, is het op de pensioendatum opgebouwde pensioenkapitaal niet onmiddellijk volledig nodig voor het doen van pensioenuitkeringen. Een aanzienlijk deel van het kapitaal zou nog een flink aantal jaren risicodragend belegd kunnen blijven en zo bijdragen aan een naar verwachting hoger rendement na de pensioendatum. De eenmalige conversie op de pensioendatum van het pensioenkapitaal in een gegarandeerd pensioen blijft dan achterwege. Dit heeft tot gevolg dat vóór de pensioendatum het beleggingsrisico niet volledig hoeft te worden afgebouwd, waardoor ook in de opbouwperiode naar verwachting een beter rendement kan worden gerealiseerd. Beide effecten resulteren naar verwachting in hogere pensioenuitkeringen. Daarbij dient wel in acht genomen te worden dat het aanhouden van beleggingsrisico na de pensioendatum leidt tot uitkeringsonzekerheid. De pensioenuitkeringen worden (geheel of deels) afhankelijk van beleggingsopbrengsten en zullen als gevolg daarvan hoger of lager kunnen uitkomen dan een in euro’s gegarandeerd pensioen.
Onze opmerking Het ziet ernaar uit dat er alternatieve mogelijkheden ontstaan om de hoogte van de pensioenuitkering niet afhankelijk te laten zijn van één keuzemoment. Dit juichen wij zeker toe. De risico’s en gevolgen worden op dit moment nader onderzocht.
********************
Deze nieuwsbrief is opgesteld door: Pensioendesk Nederland (september 2014) Algemene disclaimer: "Hoewel wij ernaar streven om correcte en actuele informatie te verschaffen, kunnen wij niet garanderen dat de vermelde informatie juist is op het moment waarop deze gepubliceerd wordt of na verloop van tijd nog steeds juist is. Op grond van de aangeboden informatie dienen derhalve géén acties te worden ondernomen zonder voorafgaand deskundig advies." ©Pensioendesk Nederland Alle rechten voorbehouden.