38 juli 2015
accentueel is een uitgave van de s t i c ht i n g a cce nt s c h o l e n g ro e p
12 Jenaplanonderwijs Bontebrugschool Even voorstellen:
3 4 6 6 7 10 14 15 15 16
Geef het stokje door … Afscheid van drie directeuren Passend onderwijs De bedrijfsarts Samen leren inhoud geven Invallen bij Accent Even voorstellen: CABO Doetinchem cao PO Gastrubriek: Martine Creemers C4-leren: Eigenheid van leerkrachten
colofon: Accentueel verschijnt 3 maal per jaar in een oplage van 800 exemplaren (bestemd voor leden van het bestuur, de schoolteams, de ouderraden, medezeggenschapsraden en leden van Accent Plus).
voorwoord
Geef het stokje door…
In deze rubriek geven Accent -collega’s elkaar het stokje door met boe iende vragen die ze graag aan een andere Accent-collega willen stellen . Alleen de laatste vraag is altijd hetzelf de: aan wie stel jij in Accentueel jouw vra gen? De vorige keer gaf Eefke Lui ten boeiende antwoorden op haar vragen ! Nu is het haar beurt om vra gen te stellen aan Ismay Bokkers, invalster voor Accent.
redactie: Wim Jansen Marco König Ben Lammers (vormgeving)
van. Het was een ontzettend leerzaam traject dat we volgend jaar hopelijk doorzetten! Een tip voor de startende leerkracht: durf te vragen!
Accentueel zomereditie
redactieadres: Accentueel Postbus 253 7120 AC Aalten e-mail:
[email protected]
de accentscholen zijn: gemeente Aalten
D
eze keer een extra dikke editie van de Accentueel, ideaal om in de vakantie die weer voor de deur staat, op de hoogte te blijven van alle ontwikkelingen in onderwijsland en met name bij Accent Scholengroep. De invalsters bij Accent komen goed aan bod. In het artikel ‘Geef het stokje door…’ is het deze keer de beurt aan Ismay Bokkers die antwoord geeft aan de vragen van Eefke Luiten. Even verderop kunt u kennismaken met een zevental invalsters bij Accent, een lastige klus maar heel belangrijk voor het onderwijs en toch ook heel verfrissend om in diverse onderwijskeukens te mogen kijken.
Als invalster kom je op veel verschillende scholen, heb je al gewerkt met het vijf gelijke dagen model en hoe kijk jij daar tegen aan? Ik heb nog niet veel ervaring met het vijf gelijke dagen model. Wel sta ik er positief in. Ik zie er de voordelen wel van.
Aan het eind van dit schooljaar nemen we afscheid van drie door de wol geverfde directeuren die hun stempel hebben gedrukt op het basisonderwijs in de Achterhoek. Na dit schooljaar beginnen aan hun vakantie-zonder-einde. Maar dat doen ze niet zonder hun wijsheden met ons te delen.
CBS Barlo De Bosmark De Broekhof Groen van Prinstererschool De Höve De Klimop nieuwHessen ‘t Möllenveld De Triangel ‘t Warmelinck
Twee Accent-scholen: De Knienenbult in Westendorp en nieuwHessen in Aalten delen een intern begeleider. Deze meerschoolse IB-rol wordt vormgegeven door Riny Kappert. Regelmatig zorgt deze ‘verbinding’ voor veel mooie gesprekken en discussies rond Passend onderwijs: waar liggen de overeenkomsten… en waar juist de verschillen? In het voorstelrondje kunt u ook kennismaken met onze bedrijfsarts Thea Kalteren, zij vertelt over haar rol in het ziekteproces. Ook de Bontebrugschool uit Silvolde stelt zich voor, het is meteen een (hernieuwde) kennismaking met de leswijze van het Jenaplanonderwijs. Vanaf februari dit jaar is er een kleinschalig kinderdagverblijf gestart in de Bontebrugschool in Silvolde: De Kleine Zeester, opgericht door Loes Bertou en Linda van Hal. Zij deelden samen deze droom en zijn het avontuur aangegaan. We blijven voorstellen, ook de CABO uit Doetinchem geeft gezicht aan haar organisatie. Zij verzorgen al geruime tijd de personele en financiële administratie voor de Accent Scholengroep.
gemeente Oost Gelre De Hoeksteen Groenlo
gemeente Oude IJsselstreek De Hoeksteen Gendringen Bontebrugschool De Meeander De Knienenbult
In de gastrubriek is deze keer het woord aan Martine Creemers, onderwijsadviseur Onderwijs Maak Je Samen over professionaliseren van leraren. We sluiten af met een artikel van Job van Essen over het C4-leren, het is één van de twaalf portretten die zijn gemaakt over goede voorbeelden van Samen Leren in het onderwijs. We wensen jullie aangenaam leesplezier en een hele fijne vakantie. Ben Lammers
gemeente Winterswijk Julianaschool Emmaschool Kon.Wilhelminaschool De Bataaf
www.accentscholengroep.nl Accent voelt zich zeer betrokken bij het werk van Artsen Zonder Grenzen. In mei 2015 is wederom een gift gestuurd van € 100,-. Uit de bedankbrief die we ontvingen blijkt dat momenteel veel aandacht wordt gegeven aan de artsen in Syrië. Een arts schrijft: “Vorige week werd hier nog een school geraakt bij een bombardement. We zitten tussen 2 frontlinies in, dus we krijgen gewonden van alle kanten; ook van andere veldhospitalen die de stroom aan gewonden niet aankunnen.” Daarom steunt Artsen Zonder Grenzen artsen zoals hij met medicijnen en medisch materiaal.
2
Ten slotte hoor ik van jou graag nog een goede tip. Wat is voor een invaller erg prettig als je komt invallen in een groep? Je werkt al invalster voor Accent, hoe bevalt jou dit en wat zijn de vooren nadelen? Als invalster bij Accent voel ik me heel welkom op scholen. Je wordt vriendelijk ontvangen, er staat altijd iemand klaar om je de weg te wijzen en je weet ook waar je terecht kunt met vragen. Ik heb de afgelopen jaren veel geleerd van het invallen. Elke school en elke klas is anders. Ik probeer vaak de positieve punten mee te nemen naar een volgende klas. Dit vind ik een voordeel; invallen is erg leerzaam. Invallen kost wel veel energie. Op elke school moet je investeren in het leren kennen van de kinderen, collega’s, ouders etc.
Je bent een startende leerkracht en binnen Accent is er nu begeleiding door middel van de “Top-Class”. Wat zijn jouw ervaringen hiermee en wat is jouw tip voor andere startende leerkrachten? Vorig jaar heb ik gesolliciteerd op een plek in de Top-Class. Het leek mij ontzettend leuk om met andere startende leerkrachten ervaringen uit te wisselen. Ik was ook erg blij toen ik hoorde dat ik mocht deelnemen aan de Top-Class. Achteraf heb ik daar absoluut geen spijt
Tegenwoordig gaat (bijna) alles via de computer dus…. de inlogcodes. Vaak als je ergens komt invallen zijn de inlogcodes die in de groepsmap staan verouderd of bestaan niet meer.. Aan wie wil jij vragen stellen? Ik wil mijn vragen graag stellen aan Sharon Oonk. Ik heb met haar op de Pabo gezeten en zou graag van haar willen weten hoe zij het vindt om bij Accent te werken.
Op De Meeander heb je al een aantal keren een langdurige inval mogen doen, hoe heb jij het werken op de Meeander ervaren? Ik heb het werken op de Meeander als heel positief ervaren. Ik heb een langdurige inval op beide locaties mogen doen, dus ik heb ook op beide locaties veel gezien. Er zijn natuurlijk verschillen tussen de twee locaties. De school in Heelweg is kleiner waardoor er een andere sfeer hangt als in Varsseveld. En het gebouw in Varsseveld heeft meer faciliteiten dan het gebouw in Heelweg.
3
Afscheid van drie directeuren
Jan: “Directeuren staan (bijna) niet meer voor de groep. Vroeger werd lesgeven en directeurschap meer gecombineerd. Tegenwoordig sturen we meer op data en kijken meer naar rendement.” Wim: “Ja dat rendement. Dat is een interessante ontwikkeling. Ik heb geleerd, dat alleen “rendementsdenken” eenzijdig is en geen recht doet aan het zich ontwikkelende kind. De kenmerken van het economisch, Rijnlands-model zijn als concept beter om te sturen op relatie en persoonlijke kenmerken om kennis en vaardigheden te vergroten en te onderhouden.”
Maar liefst drie directeuren gaan, geslepen en gepolijst door de praktijk, na dit schooljaar beginnen aan hun vakantie-zonder-einde. Maar dat doen ze niet zonder hun wijsheden met ons te delen. Het resultaat is een bonte verzameling van (ongezouten) meningen, uitspraken, inzichten en visies waar het vertrekkende trio ons mee verrijkt. Alfons Wormskamp, Jan Jolink en Wim Versluis: bedankt, namens alle trouwe lezers van Accentueel.
HEREN, WAT ZIJN WAT JULLIE BETREFT DE 3 BELANGRIJKSTE EIGENSCHAPPEN VAN EEN SCHOOLDIRECTEUR? Jan: “Goed luisteren. Heel geduldig zijn en vooral niet de baas willen spelen!” Alfons: “En betrouwbaar zijn voor iedereen, oftewel doen wat je belooft. Oh, en stressbestendig zijn, want er gebeurt altijd wel wat. En natuurlijk open staan voor nieuwe ontwikkelingen. Daarbij houd je altijd in gedachten wat goed is voor kinderen.”
Wim: “Een beetje autistisch zijn.” “Huh, autistisch?” (red.) “Ja, een lichte vorm van autisme om vooral op eigen koers te blijven varen en daarbij te blijven letten op de bakens en vuurtorens, die je onderweg tegenkomt. Maar ook kennis over de fasen van ontwikkeling van het mensenkind (over het ontwikkelen van individuele, sterke kanten. En natuurlijk samenwerken zien als sterke factor, aanwezig bij kuddedieren.”
WAT MOET JE VOORAL LATEN ALS SCHOOLDIRECTEUR? Jan: ”Als mensen (kinderen / volwassenen) iets gaan doen je daarmee bemoeien, omdat je het beter denkt te weten. Mensen mogen fouten maken. Laat ze ontdekken.” Alfons: “Ja! Dat vind ik ook: denken alles beter te weten.”
Alfons Wormskamp, directeur van basisschool ’t Möllenveld in Haart, Jan Jolink, directeur van de Bontebrugschool in Bontebrug en Wim Versluis, directeur van de Triangel in Aalten gaan met ingang van 1 augustus 2015 met pensioen. Voor deze scholen zijn inmiddels nieuwe directeuren gevonden. In dit artikel leest u hierover meer.
Wim: “Denken dat je het beter weet, is inderdaad een grote valkuil. Dit geldt voor alle niveaus: College van Bestuur, collegadirecteuren, collega’s, ouders en kinderen. En dat alles onder het motto: “Ich bin kein Klugscheisser, ich weiß es wirklich besser!”. Bovendien vind ik ook dat je niet moet denken dat je een ondernemer bent; het onderwijsbedrijf voldoet niet aan de voorwaarden van een profit-bedrijf.”
Gerrit-Jan Houwers, de huidige directeur van basisschool De Hoeksteen Gendringen en basisschool Barlo, is vanaf 1 augustus 2015 de nieuwe meerschoolse directeur van basisschool ’t Möllenveld op de Haart en basisschool Barlo.
WAT IS DE BELANGRIJKSTE VERANDERING GEWEEST VAN DE AFGELOPEN JAREN IN JULLIE VAK?
Job van Essen, de huidige directeur van de Hoeksteen in Groenlo, wordt per 1 augustus 2015 de nieuwe meerschoolse directeur van de Bontebrugschool in Bontebrug en de Hoeksteen in Gendringen. Jeroen Bloemenkamp, directeur van de speciale basisschool nieuwHessen, is per 1 augustus benoemd tot meerschools directeur van nieuwHessen en de Hoeksteen in Groenlo.
Alfons: “Voor mij is de omgang met leerlingen gelukkig de meest opvallende verandering geweest die plaats gevonden heeft in het onderwijs. Toen ik mijn carrière startte in januari 1976 (“WOW!”,red.), was er toch meer sprake van autoritair gedrag van onderwijsgevenden. Tegenwoordig nemen we kinderen gelukkig veel serieuzer en luisteren we goed naar wat zij te zeggen hebben.”
Nieuwe directeuren vanaf 1 augustus 2015
Marco König, de huidige directeur van de KWS, start met ingang van 1 augustus 2015 als directeur van de Triangel. André Grevers, op dit moment nog directeur van de Julianaschool, volgt Marco König op als directeur van de KWS. Jolanda te Winkel, de huidige directeur van De Höve in De Heurne, is benoemd als directeur van de Julianaschool. De vacature bij De Höve zal binnenkort worden ingevuld.
4
WAT WENS JE HET ONDERWIJS TOE? Wim: “Dat de Rijksoverheid inziet hoe belangrijk onderwijs is. Als je bijvoorbeeld in de Derde Wereld een bevolking opbouwt, begin je met het uitdelen van voedsel, dan het verlenen van zorg voor de gezondheid en direct daarna het mogelijk maken van onderwijs. In Nederland zijn we al jaren van het rechte pad en besteden we niet het beloofde percentage van ons Bruto Nationaal Product aan onderwijs. Door de politiek wordt gepreekt: Nederland distributieland, Nederland diensteneconomie, Nederland kennisland. De realiteit: Nederland staat in de file en de trein is ontspoord, diensten zijn gebureau-
cratiseerd en onderwijs is verworden tot een rendementsklus waar alleen opbrengsten nog tellen. Ik wens het onderwijs in Nederland toe, dat er een gedreven, deskundige en visionaire minister het onderwijs toegang verschaft tot een systeem dat ruimschoots voldoet in de 21e eeuw.” Jan: “Ik wens het onderwijs heel veel Gung ho!!!!! Dat iedereen weet dat hij/zij waardevol werk doet voor de gemeenschap. Dat elke bijdrage aan dat werk belangrijk is. Dat we elkaar blijven aanmoedigen en complimenten geven. Dat we blijven geloven in de ontwikkeling van kinderen. Dat ze het kunnen. Niet opgeven. Blijf luisteren.” Alfons: “Jazeker! En voor zowel de kinderen als de personeelsleden zou ik graag een veel grotere mate van vrijheid wensen. De ontwikkelingen op ICT-gebied gaan zo snel, dat je je moet afvragen of alles nog wel via school aangeleerd moet gaan worden. Heel veel kennis kun je op een andere manier opdoen.”
WAT GA JE HET MEEST MISSEN ALS JE STRAKS DIRECTEURAF BENT? Alfons: “Het contact met de kinderen. Ik heb al die jaren ontzettend genoten van het vertrouwen dat ik van de kinderen mocht ontvangen. Voor alle kinderen op mijn school bestond er geen “drempelvrees” om mijn kantoortje binnen te lopen om iets te vragen, iets te laten zien, of om even aan mijn bureau wat werk af te maken (en dan stiekem hopen dat meester wel een beetje zal helpen).” Wim: “Relaties. De basis van het werken als basisschooldirecteur bestaat wat mij betreft voor 80% uit het aangaan en onderhouden van relaties met kinderen, collega’s, ouders en externe contacten.” Jan: “Het leren van kinderen. Ik kan ontzettend genieten als kinderen dingen leren. Niet alleen bij taal en rekenen, maar vooral als ze zelfstandiger worden, dingen durven, stappen zetten.”
* Van de redactie: hier is toch een beetje uitleg nodig. “Gung Ho” is een methode die zorgt voor motivatie en betrokkenheid van werknemers. De Gung Ho methode, die bestaat uit 3 principes, is beschreven in het gelijknamige boek “Gung Ho”. De indiaan Andy Longclaw observeerde de natuur en formuleerde daaruit de 3 principes van Gung Ho. Het boekje is een aanrader voor nog geen 20 euro.
Taakspelbegeleider Oorspronkelijk had Riny Kappert een artikel aangeleverd met als doel om medewerkers te vragen voor dit onderdeel. Deze vraag is inmiddels ingevuld. De redactie neemt de vrijheid om het beschrijvende deel toch op te nemen als informatief artikel. Taakspel is een middel om taakgericht gedrag bij kinderen te doen toenemen d.m.v. operante conditionering. Door probleemgedrag direct en veel aandacht te geven blijft probleemgedrag in stand of neemt het toe (negatieve controle op gedrag). Het Taakspel maakt gebruik van de positieve controle op gedrag waarbij het gewenste gedrag direct en veel aandacht krijgt en het ongewenste gedrag zoveel mogelijk wordt genegeerd. Om de omschakeling van een negatieve controle naar een positieve controle op gedrag door de leerkracht mogelijk te maken is het Taakspel bedacht. Het Taakspel wordt tijdens de reguliere lessen gespeeld, dus het gaat niet ten koste van de onderwijstijd voor de leerlingen. Taakspel moet precies volgens de regels worden gespeeld, anders kan het een negatieve uitwerking hebben. Om Taakspel goed te implementeren is begeleiding nodig.
Scholen kunnen als team het Taakspel invoeren. Voordat een team gaat starten wordt er met de school voor de zomervakantie een intake gedaan, waarbij duidelijke informatie over Taakspel wordt gegeven. Het team volgt drie keer een training gedurende een middag in een jaar: de invoeringstraining in september, de uitbreidingstraining in januari en de generalisatietraining in april. De leerkrachten krijgen tijdens het eerste jaar tien keer een klassenobservatie met nagesprek, zodat de leerkrachten het Taakspel op de juiste manier gaan vormgeven. Als de leerkrachten na tien observaties hebben laten zien dat ze het Taakspel op de goede manier kunnen spelen, worden ze gecertificeerd. De intern begeleider wordt getraind gedurende twee jaar om de leerkrachten goed te begeleiden en het Taakspel goed te borgen op school. Ook kunnen nieuwe leerkrachten een training volgen. Riny Kappert
5
Passend onderwijs ...
... niet alleen een term, maar terug te vinden in de
kwaliteit van het onderwijs! Twee Accent-scholen: De Knienenbult in Westendorp en nieuwHessen in Aalten delen een intern begeleider. Deze meerschoolse IB-rol wordt vormgegeven door Riny Kappert. Regelmatig zorgt deze ‘verbinding’ voor veel mooie gesprekken en discussies rond Passend onderwijs: waar liggen de overeenkomsten… en waar juist de verschillen? Kijkend naar Passend onderwijs, merken we dan verschil tussen voor- en na 1 augustus 2014? Jeroen Op nieuwHessen merken we dat er steeds breder gekeken moet worden naar kinderen. Enerzijds komt dit vanuit onze doelstelling: complementair aan de basisscholen én een zo breed mogelijk onderwijsaanbod bieden om thuisnabij onderwijs te realiseren. Anderzijds heeft de ‘mindset’ binnen de school ten aanzien van Passend onderwijs een bijdrage geleverd. Passend onderwijs is dus ook zeker voelbaar binnen het SBO. Riny Ik merk in het algemeen dat sommige basisscholen leerlingen langer binnen houden, maar of daar daadwerkelijk ook een goed afgestemd aanbod plaatsvindt vraag ik me af. Op de Knienenbult komen tussentijds leerlingen van andere basisscholen binnen, waarbij ik soms merk dat er op de vorige school niet voldoende op hun onderwijsbehoeften kon worden afgestemd.
op bijvoorbeeld revalidatiecentrum Mariendael geplaatst werden, kunnen nu, met het brede therapie-aanbod, gewoon in Aalten naar school. Riny De “gezonde mix” die je ziet op de Knienenbult heeft een heel positieve uitwerking. De kinderen trekken zich op aan rolmodellen. Er wordt veel gebruik gemaakt van samenwerken tussen de leerlingen onderling. Kinderen leren heel veel van elkaar. Kinderen die wat meer nodig hebben worden volledig geaccepteerd in de groep. Voor nieuwHessen ben ik heel blij dat er ook wordt samengewerkt met De Hoeksteen in Groenlo, om zo de gemiddelde ontwikkeling van kinderen niet uit het oog te verliezen.
De aanmeldingen op nieuwHessen betreffen een steeds bredere en complexere ondersteuningsbehoefte van kinderen. De ‘traditionele SBO-leerling’ is moeilijk meer te typeren binnen de school. De ondersteuningsbehoefte van kinderen wordt steeds meer leidend voor het onderwijsaanbod. Dit betreft maatwerk in de breedste zin van het woord. Door de inzet van specialisten binnen de groepen - fysiotherapeut, logopedist - die de expertise van de leerkracht vergroten om nog beter af te stemmen, kan een nog breder aanbod worden gerealiseerd. Kinderen die normaliter
6
Hoe staat het personeel erin, wat vinden zij van Passend onderwijs? Eveline Ons personeel is meegegroeid met de ontwikkelingen. Het team heeft al jaren meebeslist over de plaatsing van bijzondere leerlingen. Altijd wordt dan vooraf gekeken wat de onderwijsbehoefte is van het kind, maar ook de vraag naar wat nodig is om deze leerling een succesvolle plaatsing te bieden, speelt steeds mee. Er wordt vervolgens gekeken of wij aan deze voorwaarden kunnen voldoen. Deze kunnen liggen in de aanschaf van een andere lesmethode tot extra handen op de werkvloer. Nieuw personeel vinden valt echter niet mee. We lossen dit op door nieuwe mensen in eerste instantie altijd met een collega samen te laten werken in de unit: op dezelfde tijd met dezelfde kinderen; samen! Coaching op de werkvloer wordt door ‘nieuwtjes’ als veilig ervaren.
Hoe gaan de kinderen op je school om met Passend onderwijs? Eveline Het is een gegeven. Ze zijn niet anders gewend. Kinderen zien wel de verschillen, maar het ís zo. Grote mensen kunnen daar veel van leren. Kinderen kunnen geweldig goed ongewenst gedrag in de klas negeren. Ook kunnen diezelfde kinderen elkaar weer opzoeken als er samengewerkt moet worden of als er gesport wordt. Jeroen Binnen nieuwHessen weten de kinderen van elkaar wat ze lastig vinden en waar hun talenten liggen. Onderling begrip kweken is de sleutel tot succes wanneer het gaat om samenwerken, samen spelen en samen leren tussen leerlingen.
Heb je andere soorten aanmeldingen gekregen? Eveline Nee. De onderwijsbehoeften van onze leerlingen zijn niet echt zwaarder geworden. Wel is het zo dat het team van de Knienenbult steeds meer gewend raakt aan verschillende onderwijsbehoeften. Het Knienenbult-team verlegt ook meer de grenzen. Ik vind het wel belangrijk dat onze populatie van kinderen divers blijft. We willen graag een gezonde mix van ‘reguliere’ kinderen en ‘kinderen met een extra ondersteuningsbehoefte’. Zo leren kinderen op een natuurlijke manier met elkaar om te gaan. Alle kinderen hebben daar wat aan. Je leert om te gaan met een medeleerling met een hoog, dan wel laag IQ. Je leert bijvoorbeeld dat je mede-leerling moet knokken om te leren lezen, terwijl je misschien zelf wat meer moeite moet doen om vriendjes te maken. Het kan allemaal.
Riny Inderdaad is het heel belangrijk dat ouders bij het proces op school worden betrokken. Dat ze weten hoe er wordt lesgegeven en hoe er binnen de groep wordt gedifferentieerd. Met name voor goed Passend onderwijs is ouderbetrokkenheid een must. Ouders waarderen het dat ze er serieus bij worden betrokken.
Riny Het is duidelijk merkbaar op zowel de Knienenbult als op nieuwHessen dat de kinderen gewend zijn aan kinderen met onderling heel verschillende onderwijs- en ondersteuningsbehoeften, al lang voordat Passend onderwijs is ingegaan. Hoe gaan de ouders van jouw school om met Passend onderwijs? Eveline Iedere ouder gaat in principe voor de belangen van zijn eigen kind. “Krijgt hij dan wel voldoende begeleiding als dát kind in zijn klas geplaatst wordt” is natuurlijk een legitieme vraag. Het is daarom wel belangrijk dat je als school laat merken, vertelt en uitdraagt dat de aandacht van de leerkracht er voor álle kinderen zal zijn. Ook zijn er principiële kiezers: ouders die vinden dat het noodzakelijk is dat je een mix van onderwijsbehoeften binnen je populatie kinderen hebt. Zo leer je immers al op jonge leeftijd met de wereld om te gaan. Jeroen Op nieuwHessen bespreken we met ouders altijd de mogelijkheden m.b.t. een zo passend mogelijk aanbod voor hun kind. Hiermee doelen we naast de extra ondersteuningsmogelijkheden ook op de mogelijkheden voor bijvoorbeeld terugplaatsing in het reguliere basisonderwijs… Het uitgangspunt van zowel ouders als school is altijd; zo ‘gewoon’ mogelijk.
Jeroen Door de veranderende populatie binnen de school wordt er van leerkrachten en ondersteuners ook een andere ‘mindset’ verwacht. Collega’s die werkzaam zijn binnen de school moeten zich dan ook steeds bewust zijn van deze veranderende situatie en hun eigen ontwikkeling hierop afstemmen. Dat vergt van hen veel aandacht voor scholing op specifieke onderdelen. Naast de kennis is het ook zeer relevant dat zij steeds bij zichzelf nagaan of zij bewust blijven kiezen voor het SBO. Dit vergt dus een professionele blik op je eigen rol als leerkracht! Riny Op de Knienenbult is al lang sprake van Passend onderwijs. De leerkrachten hebben veel expertise en een open lerende houding. Er wordt heel effectief gebruik gemaakt van elkaars expertise en een creatieve manier van inzet van middelen. Ik heb veel bewondering voor het personeel dat zich in hoge mate inzet en hier ook achter staat. De leiding van de directeur speelt hierin ook een grote rol. Zo is het ook op nieuwHessen; de veranderingen zijn heel goed merkbaar i.v.m. de toelating van leerlingen met steeds complexere onderwijsbehoeften. Hierdoor worden er ook andere competenties van de leerkracht geëist en komen er ook nieuwe kansen bij. Bij de nieuwe formatie is veel rekening gehouden met het optimaal gebruiken van elkaars kwaliteiten.
Wat was een hoogtepunt van het afgelopen jaar, waar hebben jullie het meest van genoten? Eveline Het is altijd weer genieten als de school met de ouders aan het puzzelen slaat om allerlei onvolkomenheden te tackelen. Hoe zorg je er samen voor dat deze leerling/ ons kind tot zijn recht komt op onze school. Als je dit volledig samen kunt doen is dat erg mooi!! Verder hebben wij dit schooljaar het predicaat ‘excellent’ mogen ontvangen: ons excellentieprofiel ligt bij het omgaan met verschillen en het kunnen bieden van goed onderwijs aan de diverse doelgroepen. Dat was een prachtige erkenning van ons onderwijs. Riny Inderdaad heeft deze erkenning, van het vele werk dat hiervoor nodig was, gezorgd voor een competent gevoel bij het team! Wat heeft de school nog nodig om verder te komen met Passend onderwijs? Eveline In de eerste plaats natuurlijk voldoende leerlingen (haha). Scholing is belangrijk, maar ook inspiratie. Beide zijn nodig om op andere gedachten te komen en out of the box te leren denken. De inspiratie kan van verschillende kanten komen: een goed boek (‘Breindidaktiek’ van Gerjanne Dirksen was zo’n boek), een samen te volgen congres, of een gewone studiedag op school. Specifieke expertise is altijd handig. Als je dit niet binnen je team kunt vinden over een onderwerp, is het fijn terug te kunnen vallen op de OPD of een cluster. En tot slot hebben we natuurlijk altijd extra handen op de werkvloer nodig. Riny Met een open lerende houding, samenwerking en passie kom je al een heel eind. Daarnaast is de specifieke expertise die Eveline noemt bij Passend onderwijs noodzakelijk. Een stukje erkenning en waardering vormt de kroon. Wat gaat er nog meer gebeuren, zijn er al uitgezette plannen om Passend onderwijs nog beter van de grond te krijgen? Jeroen Voor nieuwHessen geldt dat het antwoord op het realiseren van nog beter Passend onderwijs ligt in de verbinding met andere scholen. Hiermee doelen we specifiek op de scholen voor SO (cl. 4 en cl. 3) maar zeker ook met het regulier basisonderwijs. Dit wordt zowel fysiek als in de vorm van intensieve samenwerking gerealiseerd om zo breed mogelijk alle beschikbare expertise in te zetten voor de leerlingen. Een ander aspect is het werken met de specialisten binnen de school zoals eerder genoemd. Dit geeft een enorme kwalitatieve impuls aan ons onderwijs. Riny Voor mij is Passend onderwijs te herleiden tot de twee bekende vragen: - Doen we de goede dingen? - Doen we de dingen goed? Ik vind dat hieraan op beide scholen flink wordt gewerkt. We kunnen nooit zeggen dat we klaar zijn, we moeten ons altijd blijven ontwikkelen. Eveline, Riny en Jeroen.
7
De bedrijfsarts
Samen leren inhoud geven: Leren met passie bij Accent!
Bij ziekte van medewerkers wordt de bedrijfsarts, Thea Kalteren, ingeschakeld. Wie is zij en wat is de rol van de bedrijfsarts in het ziekteproces. Een vraaggesprek met Thea Kalteren.
Wat is de rol van de bedrijfsarts bij ziekmelding in het algemeen? De bedrijfsarts heeft een ondersteunende en coachende rol bij verzuim. Er wordt van de bedrijfsarts een advies gevraagd over mogelijkheden en beperkingen tijdens het verzuim in het kader van de re-integratie. Dat advies is gebaseerd op wet en regelgeving en moet passen binnen het WvPproces (Wet verbetering Poortwachter). Ook voor de niet verzuimende medewerker kan de bedrijfsarts ingezet worden betreffende een advies over de werkplek of om medisch verzuim te voorkomen (preventief spreekuur).
De werkgever zet de bedrijfsarts in als er een vraag is over arbeidsgebonden problematiek en wanneer er advies nodig is bij verzuim. Zelf zie ik de zieke medewerker liefst zo spoedig mogelijk na aanvang van het verzuim, zodat ik de zieke medewerker zo goed mogelijk kan begeleiden. Voor mij is het belangrijk dat de medewerker snel de juiste hulp krijgt wat tot verbetering van klachten en dus de gezondheid kan leiden. Ziekte brengt mensen uit hun normale balans en als het langer duurt in een isolement. Contact houden met het werk, op welke manier dan ook, is belangrijk om de drempel laag te houden. Een belangrijk punt is dat ik niet oordeel over ziekte maar over arbeidsongeschiktheid vanuit arbeidsmogelijkheden.
Hoe gaat de bedrijfsarts om met psychische klachten? Verzuim met psychische klachten is 70% van mijn werk. We leven in een hectische wereld en er wordt veel van ons gevraagd. We leven ook in een wereld waar de mensen steeds individualistischer worden. We moeten zo veel van ons zelf (dat leggen we onszelf op, maar niet meedoen met de wereld om ons heen kan haast niet meer). De werkdruk en sociale druk nemen toe en de mentaliteit in het onderwijs “Je laat je toch niet kennen?” kan leiden tot mentale overbelasting. Als er dan te weinig ruimte is voor herstel gaat het mis en raakt men overspannen. Het is dan de kunst om de balans terug te vinden, al dan niet met hulp, en op een gezonde manier verder te gaan. Daarvoor is ook een werkgever nodig die mee kan en wil denken in de werkbelasting en het opbouwplan. Vaak is het ook een kwestie van een keuze maken op het vlak van werk en privé. Wat kan er geschrapt worden of anders ingevuld en wil en kan ik wel zo doorgaan.
Hoe zit het met privacy gevoelige zaken die medewerkers aan de bedrijfsarts toevertrouwen? Elke arts is BIG (Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg) geregistreerd. Alles wat ter tafel komt valt onder
8
het beroepsgeheim. Als bedrijfsarts moet ik rapporteren in termen van beperkingen, mogelijkheden, werkaanpassingen etc. Wat mij opvalt is dat mensen erg open zijn over hun medische gevoelige informatie als ze ziek zijn naar hun werkgever en collega’s. Het lastige is dat een nietmedicus weinig met deze informatie kan. Iedereen heeft wel een bekende of familielid die ook zoiets heeft (gehad), dus krijgt de zieke medewerker veel adviezen. Deze kan daar vervolgens niets mee, een situatie die verwarring oproept en onzeker maakt. Alleen begrip tonen voor de zieke is vaak al voldoende. Verder heeft elke medewerker zijn eigen ziekteproces, wat maatwerkadvies vraagt van een deskundige zoals de bedrijfsarts.
Soms ligt aan de ziekmelding een arbeidsconflict ten grondslag. Hoe gaat de bedrijfsarts hiermee om? Arbeidsconflicten zijn vaak uitingen van al langer bestaande onderliggende spanningsvelden die nooit echt goed op tafel gekomen zijn en dan vaak om iets kleins escaleert. Daarbij lopen de emoties vaak hoog op en voor je het weet worden over en weer nare woorden gezegd. De opkomende emoties van boosheid en onmacht zijn begrijpelijk en ook heel normaal. Het is echter geen ziekte maar een begrijpelijke reactie op een situatie. Vaak wordt ik gevraagd mee te kijken en advies te geven of er wel sprake is van ziekte. Ik pas dan de ‘Stecr’ werkwijze toe. Het belangrijkste daarin is: Emoties tonen mag en is normaal, maar de kern is samen praten en proberen tot een oplossing te komen. Lukt dit niet dan kan een onafhankelijke externe bemiddelaar daarbij helpen.
I
n het Strategisch Beleidsplan 2013-2017 “Recht doen aan kinderen” is de strategische doelstelling “Iedere Accentmedewerker maakt deel uit van een Professionele Leer Gemeenschap” opgenomen. Dit houdt voor Accent in dat “LEREN” centraal staat. Voor leerlingen, leerkrachten, directeuren en het bestuur draait het om maximale en continue ontplooiing. Samen leren om samen verder te komen in ontwikkeling. “Leren van en met elkaar” loopt als een rode draad door alle scholen van Accent. Dit betekent dat we steeds de volgende vragen stellen: - Leerlingen: is de leerling succesvol aan het leren? - Leerkrachten: zorgt de leerkracht dat leerlingen leren, zodat zij optimaal presteren in een uitdagende leeromgeving? - Directeuren: creëert de directeur een professionele leergemeenschap? - Bestuur: faciliteert het bestuur een lerende organisatie? Om het samen leren meer handen en voeten te geven realiseert Accent schooloverstijgende vormen van collegiaal leren (Collegiale Intensieve Ondersteuning en denktanks) en voert zij een professionele dialoog over de inhoud, de houding en de verhouding.* De directeuren leren samen met behulp van Multileren (intervisie) en professionele werkbezoeken. De directeuren en de internbegeleiders leren in koppels (Tandemleren). Zij introduceren vormen van collegiaal leren in de schoolteams en realiseren een ondersteunende structuur waarin samen leren wordt aangemoedigd. De internbegeleider, de directeuren en het bestuur zijn dit schooljaar een aantal keren bij elkaar gekomen om het samen leren te versterken (zie de foto-impressie). Reinoud Buijs en Martine Creemers van School aan Zet zorgden, samen met het bestuur en de Stuurgroep OnderwijS, voor de voorbereiding. In het schooljaar 2015-2016 zetten we verdere stappen. Hiervoor zijn kernwaarden opgesteld: Passie, Vertrouwen en Verantwoorden. Met Passie, Vertrouwen en Verantwoorden werken we aan de lerende Accentorganisatie. Samen maken we “Recht doen aan kinderen!” waar.
Mijn advies: Laat het niet zo ver komen. Zorg dat knelpunten op tijd worden besproken zodat de basis gezond blijft. Goede evaluatie en functioneringsgesprekken zijn daarbij belangrijk.
9
* Schematische weergave: Accent voert de dialoog over de inhoud, de houding en de verhouding”
Wie is de bedrijfsarts van Accent? Mijn naam is Thea Kalteren. Ik heb in Amsterdam aan de VU mijn geneeskunde opleiding gevolgd. In die periode was het lastig een baan te vinden, dus ben ik eerst een half jaar naar Transkei geweest en heb, met veel plezier, in een zendingshospitaal gewerkt. Terug in Nederland kon ik bij het GAK aan de slag en heb mijn draai daar wel gevonden en het vak geleerd. Ik had alle ruimte en gelukkig geen nachtdiensten, want dat is niet echt mijn ding. In 1996 ben ik overgegaan naar de wereld van de arbodienst. Verzuimbegeleiding doe ik nog steeds met veel plezier. Ik ben getrouwd en heb 4 (inmiddels grote) kinderen.
“Samen leren” versterkt het onderwijskundig handelen van de professional en heeft direct invloed op de schoolontwikkeling.
Invallen bij Accent
Elise Zwitser:
ik werk 1 jaar met heel veel plezier als invalleerkracht voor Accent. Elke dag is anders: verschillende scholen, kinderen en teams. Je neemt van elke school de goede dingen mee, zo leer je elke dag weer iets nieuws. Natuurlijk heb je ook wel mindere momenten: de dag-planning is niet ingevuld, de klassenplattegrond is niet actueel, je wordt later op de dag gebeld om te werken, of je moet tijdens je werkdag opeens met de bus naar de gymzaal. Voordeel is dat je heel flexibel wordt… mocht je dit nog niet zijn. Ik had het geluk dat het schooljaar voor mij vooral bestond uit langere invalperiodes. Je kan dan echt wat opbouwen en je kunt de kinderen letterlijk en figuurlijk zien groeien. Volgend schooljaar wacht een nieuwe uitdaging: Vierslagleren. Ook daar heb ik ontzettend veel zin in!
Naast onze vaste leerkrachten zijn collega’s nodig voor het invalwerk. Best lastig, maar heel belangrijk voor het onderwijs. In dit artikel schrijven enkele invallers over hun ervaringen en hun beeld van Accent.
Sanne Jentink:
ik ben nu bijna vier jaar invaller bij Accent. In deze tijd heb ik ontzettend veel geleerd. Ik ben ingevallen op alle Accentscholen in alle jaargroepen en gewerkt met veel verschillende methodes en groepsplannen. Het is fijn om te merken dat je als invaller echt welkom bent op een school en dat er veel collega`s zijn die je graag willen helpen. Dit schooljaar heb ik deelgenomen aan de TopClass. Het is erg interessant om samen met andere startende leerkrachten te praten over problemen of vraagstukken waar we tegenaan lopen. Door al deze ervaringen krijg je als starter een goed beeld van je eigen visie op het onderwijs. Natuurlijk heb ik het liefst een eigen groep, maar tot die tijd blijf ik met veel plezier invallen.
Elise Molenaar: Daar sta je dan, klaar met je opleiding om te beginnen met invalwerk. Hoe zal het verlopen; op welke scholen; voor welke groep; doe ik het wel goed en wat vinden ze van me??? Allemaal vragen die in mijn hoofd rondspookten toen ik begon. Een dagje invallen begint al bij het vroege opstaan. Om 7 uur zit je klaar en wacht je tot je eventueel gebeld zal worden. Helaas wordt je ook wel eens niet gebeld. Door het gebruik van de vervangingsmanager weet je vaak een dag van tevoren al naar welke school je moet en voor welke groep je moet staan. Dit geeft de gelegenheid om even contact op te nemen. Toch is het soms improviseren om er met de kinderen een leuke dag van maken. Het verschil in scholen is ook altijd een puntje; wat verwachten ze van me? Op de ene school word je beter begeleid en op de andere is de feedback weer beter. En na zo’n dag vraag je jezelf dan weer af of je teruggevraagd wordt. Wat is het dan fijn als je gebeld wordt en er wordt gevraagd of je voor langere tijd mag vallen. Dit geeft vastigheid; je hebt weer een groep waar je je in kan verdiepen. Al met al is het invalwerk een leerzaam proces. Je leert verschillende scholen, collega’s en kinderen kennen. Je werkt met verschillende methodes, lestijden etc. Zo kom je er achter wat je zelf fijn vindt werken en wat niet, voor welke groep je het liefst staat en welke uitdagingen je aan wilt gaan, zodat je een betere leerkracht wordt.
Lieneke van Toor: In 2013 heb ik me bij verschillende invalpools aangemeld, omdat ik graag als leerkracht aan het werk wilde gaan. Helaas is er nog geen zicht op een vaste baan. Ik ben er in gerold bij MatchPoint AccEss en werk voor zowel Accentscholen als scholen van Essentius. Het is plezierig en leerzaam; je leert langzaam je eigen weg kennen. Ik neem de werkwijze en ideeën over die bij mij passen en word steeds meer gevormd door alle ervaringen. Het is positief om in alle groepen van de basisschool te werken. Je leert pas wanneer je ‘echt’ de werkvloer op gaat. Meestal word ik warm door scholen onthaald en voel me welkom. Je kunt op deze manier meer in een doorgaande lijn aan de slag met de groep. Kinderen leren met en van elkaar. Hopelijk biedt de toekomst mij meer zekerheid in het onderwijs met een vaste baan waarbij ik mijn ervaringen en creativiteit de vrije loop kan laten en kan werken aan een fijne klassensfeer. Dat is toch wat iedere leerkracht, ouder en kind als wenselijk ervaart?!
Sharon Nekkers-Oonk Invalleerkracht in het basisonderwijs is een mooi en afwisselend beroep! Geen dag is hetzelfde en dat maakt het werk interessant. Van kleuters tot en met groep 8, van kringactiviteiten tot zaakvakken en van groepsbesprekingen tot aan oudergesprekken. Alles komt voor in het leven van een invaller! In de afgelopen 2,5 jaar heb ik erg veel ervaring opgedaan inverschillende scholen. Ik zie het invalwerk als een soort portfolio dat ik steeds kan aanvullen met lesideeën, interessante werkvormen, cursussen, werkervaring in alle groepen, verschillende methodes, tips van collega’s en ga zo maar door. In de toekomst hoop ik het portfolio open te slaan op een vaste werkplek om daar mijn ervaring toe te passen en aan te vullen. Na een periode van langdurig invalwerk weet je dat het moment van afscheid komt. De band die je hebt opgebouwd met kinderen, ouders en collega’s moet je loslaten. Maar op een andere school ligt er al gauw weer een nieuwe uitdaging te wachten. Telkens weer opnieuw starten met nieuwe collega’s en een nieuwe klas ervaar ik als intensief, maar tevens erg interessant en leerzaam!
Riemke Jentink: Dit is mijn eerste schooljaar als invalster bij Accent. Ik heb er zelf voor gekozen om maar bij één invalpoule te werken zodat ik me hier volledig voor kan inzetten; dat bevalt mij prima. Doordat je op veel verschillende scholen komt leer je veel over andere manieren van werken. Hierdoor kun je een goed beeld creëren van wat je wel een fijne of juist een minder fijne manier van werken vindt. Je leert om sterk en zelfverzekerd voor de klas te staan. Het is niet altijd makkelijk wanneer je ’s ochtends hoort waar je naar toe mag en wanneer je bijna geen tijd hebt om je voor te bereiden. Maar gelukkig zijn er op alle scholen fijne en behulpzame collega’s die je op weg helpen.
Lisette Timmer: Ik vind dat er een fijne sfeer hangt binnen de Accentscholen. Er wordt naar je geluisterd en je inzet wordt beloond. Het is fijn dat er binnen de Accentscholen vaak op dezelfde manier wordt gewerkt. Ik zie veel terug uit “Teach like a champion”. Doordat deze aanpak op veel scholen wordt gebruikt, wordt het invallen wat makkelijker, omdat je gebruik kunt maken van een soortgelijke aanpak. Ik heb het erg naar mijn zin bij Accent!
De redactie wenst de invallers het allerbeste toe. Petje af voor jullie bijzondere werk.
10
11
Even voorstellen: Bontebrugschool
Kinderdagverblijf De Kleine Zeester
D
e Bontebrugschool ligt op een prachtige plek tussen Silvolde en Ulft. In 1891 werd deze school opgericht en in 1970 koos de school om een andere richting in te slaan: namelijk die van het Jenaplanonderwijs. Peter Petersen is grondlegger van deze vorm van onderwijs, waarin het kind centraal staat en de vaardigheden taal, lezen en rekenen ten dienst staan van de wereldoriëntatie: het hart van het onderwijs. Een Jenaplanschool hanteert een ritmisch programma met vier pedagogische situaties: Gesprek, werk, viering en spel. Deze situaties keren gedurende een schooldag steeds terug en alle vier nemen ze een belangrijke plek in en zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Op allerlei manieren proberen wij de kinderen verantwoordelijk te maken voor hun eigen leerproces. Zo heeft ieder kind zijn eigen portfolio en is aanwezig (bovenbouw) bij het rapportgesprek.
Robert Heezen, Jan Jolink, Annelies van Rijssen, Marja Niesink, Nicole Mateman, Louise van de Kamp, Margré Tanis, Martien Beekema (concierge). Op de foto ontbreken Puck Tombergen, (onderwijsassistent) en Petra Hubers (interieurverzorgster)
Leren van, en mèt elkaar Omdat we vinden dat kinderen van verschillende leeftijden van elkaar kunnen leren, kiezen we voor stamgroepen waar meerdere leerjaren bij elkaar zitten. Zo ben je als kind een keer de jongste in een groep, maar ook een keer de oudste. De grotere (oudere) kinderen zorgen ook voor de jongere kinderen. Elke ochtendpauze zijn er twee 8e jaars die ‘pleinwacht’ hebben bij de kleuters, samen met een leerkracht. Alle kinderen komen
een keer aan de beurt. Kinderen uit de bovenbouw lezen de kleintjes regelmatig voor. Wanneer we een spellendag (Koningsdag) hebben, maken we groepjes met kinderen van alle leeftijden. Zo kent iedereen elkaar. Ook zie je oudere en jongere kinderen tijdens verschillende pauzes in onze dierentuin. Daar houden we konijnen, duiven en kippen. Zij dragen met elkaar de verantwoordelijkheid voor het wel en wee van deze beestjes.
Zelfstandigheid en verantwoordelijkheid Sinds kort zijn we gestart met een moestuin. De kinderen zijn erg enthousiast. De eerste sla is al verkocht en aardbeien al lekker opgegeten. Het schoolparlement draagt hiervoor de verantwoordelijkheid. Ook de inkoop en verkoop doet zij zelf. Omdat we vinden dat kinderen zelfstandig veel zelf kunnen, zitten ze in de schoolkrantcommissie, leiden ‘nieuwe’ ouders rond en nemen de telefoon op. Naar deze baantjes wordt door de kinderen gesolliciteerd en hoort een proeve van bekwaamheid. Op de Bontebrugschool proberen we individu, gemeenschap en onderwijs zo te koppelen dat kinderen sterk, zelfstandig en steeds nieuwsgierig nieuwe stappen zetten binnen hun eigen leerproces.
Voorlezen Afrikaanse muziek maken en op dansen
Avondvierdaagse
Nationale Gedichtendag gewonnen
Vanaf 2 februari 2015 is er een kleinschalig kinderdagverblijf gestart in de Bontebrugschool in Silvolde: De Kleine Zeester, opgericht door Loes Bertou en Linda van Hal. Zij deelden samen deze droom en zijn het avontuur aangegaan. Ze wisten wat er speelde in de kinderopvang: Te groot, veel wisselingen van leidsters en betalen voor uren die ouders niet nodig hebben. Daar wilden zij verandering in brengen. “We zitten aan de achterkant van de Bontebrugschool, hebben daar een eigen gedeelte. Maar de locatie is zo ingericht dat samenwerking met school ook goed mogelijk is. We hebben voor de Bontebrugschool gekozen omdat het heel centraal ligt. Daarbij is de school kleinschalig en dat vinden wij erg belangrijk. Doordat er enkele ruimtes beschikbaar waren, konden we redelijk snel beginnen met klussen. Er moest namelijk wel het één en ander veranderd worden om het een geschikte ruimte te laten worden voor kinderen tussen 0 – 4 jaar. Maar alles is nu afgerond en inmiddels zijn we al enkele maanden bezig. De opvang groeit met de week. De locatie bestaat uit 1 groep, met maximaal 12 kinderen per keer. De leeftijd ligt tussen 0-4 jaar. Broertjes en zusjes kunnen dus bij elkaar op de groep, dit vergroot de huiselijke sfeer die wij erg belangrijk vinden. De ruimte is ook huiselijk ingericht, met diverse hoeken die we uitdagend maken voor elke leeftijd. Aangrenzend aan het kinderdagverblijf zit een ruime natuurtuin, waar de kinderen volop op ontdekkingstocht kunnen gaan. We zijn dus vaak buiten te vinden; kinderen krijgen bij ons ook de mogelijkheid om buiten te slapen. Doordat de samenwerking met school prettig loopt, spelen de oudste peuters ook wel eens buiten met de kleuters, om ze alvast voor te bereiden op de basisschool. Zowel de kleuters als peuters genieten daarvan. Kinderopvang De Kleine Zeester onderscheidt zich met andere kinderdagverblijven in de buurt door het hanteren van een uurprijs. De tijden worden in overleg afgesproken. Heeft de ouder opvang nodig van 9.00 uur tot 16.00 uur, dan betaalt hij/zij ook van 9.00 uur tot 16.00 uur. Wij rekenen niet per dagdeel. Tevens werken wij met twee vaste pedagogisch medewerksters op de groep, met af en toe een vaste vrijwilligster/inval. Het kind ziet dus altijd dezelfde gezichten; heel vertrouwd. Doordat de pedagogisch medewerksters tevens de directie zijn, zijn de lijntjes kort. Dat willen wij graag zo houden. Daarom is de intentie er tot op heden niet om uit te breiden. We werken met het digitale programma Bitcare; daarin kunnen de ouders gedurende de dag op de telefoon of computer hun kindje op de opvang volgen. De pedagogisch medewerksters vullen daar bijvoorbeeld in wat er gedaan is en kunnen daar foto’s bijvoegen. We bieden tevens VVE-Kiki aan, om de kinderen spelenderwijs voor te bereiden op de basisschool. Kiki is een knuffelbeer die op het kinderdagverblijf woont op zijn eigen thema-tafel. Elke maand bieden we daar een thema op aan dat de kinderen aanspreekt en samen met Kiki geven we het thema verder vorm. En dit allemaal spelenderwijs! Vrij spelen blijft natuurlijk ook erg belangrijk.” Voor meer informatie: www.dekleinezeester.com Linda van Hal en Loes Bertou
Puzzelen, maar dan anders Onze dierentuin
De nieuwe moestuin
12
13
Even voorstellen: CABO Doetinchem En dan komt er op een dag een mail van Wim Jansen met de vraag of CABO wil meewerken aan een artikel in Accentueel, het nieuwsblad van Accent Scholengroep.
E
en licht en luchtig artikel, dus niet te zwaar. Wel informatief natuurlijk, en natuurlijk zou het ook leuk zijn dat de onzichtbare gezichten achter CABO (we werken nog niet met beeldtelefoon) nu eens zichtbaar worden. Alhoewel… op onze website www.cabo.nl onder het kopje personeel zijn we allemaal te zien! Ook bij CABO wordt Accentueel met plezier gelezen. Dus we weten hoe het zou moeten… een artikel schrijven. Kortom: we gaan ons voorstellen aan de lezers van Accentueel.
Centrale Administratie Bestuursbureau Onderwijs De CABO is een non-profit organisatie die zich door jarenlange ervaring heeft ontwikkeld tot een specialist op het gebied van administratieve en ondersteunende dienstverlening aan onderwijs- en welzijnsorganisaties. 34 jaar geleden begonnen met 3 medewerkers en inmiddels uitgegroeid tot een organisatie met 58 medewerkers. Enkele van onze kernkwaliteiten zijn: deskundigheid, klantvriendelijkheid, kwaliteit, doelmatigheid, tijdigheid en flexibiliteit. Het ontwikkelen en verbeteren van onze dienstverlening zien wij als een doorlopend proces. Uiteraard werken wij met toonaangevende informatiesystemen (o.a. Raet, Exact en ProActive), maar speerpunt van CABO is communicatie. Door veelvuldig persoonlijk overleg met onze klanten wordt het persoonlijk contact versterkt en is het mogelijk processen en producten met en op onze klanten af te stemmen. Wij werken dan ook met plezier bij de CABO.
CABO en Accent Inmiddels verzorgt CABO al 11 jaar de personele- en financiële administratie voor voorheen Vecoza en later Accent Scholengroep. Een aantal wisselingen ook bij CABO, maar de laatste jaren zijn de medewerkers René Bleekman, Peter Driever, Tessa te Kloeze, Miranda van Geelen en Wilma Hoftijzer de aanspreekpunten voor Accent. Verder op deze pagina zien jullie beeld bij de gezichten.
14
Miranda van Geelen kan vertellen hoe het salaris is berekend, waarom er een herrekening heeft plaatsgevonden en zij voert het beheer over de akte-administratie. Ook verzoeken voor het invullen van werkgeversverklaringen komen bij Miranda terecht net zoals het maken van ‘proforma’-berekeningen. Daarnaast onderhoudt ze een hot-line met Joke Baten.
Wilma Hoftijzer beantwoordt beleidsmatige vragen inzake cao en wet-en regelgeving, en heeft contact met UWV voor wat betreft de administratieve afhandeling van arbeidsongeschiktheid en ontslaguitkeringen. Daarnaast verzorgt ze ook het personele deel van de jaarlijkse begroting en de maandelijkse managementrapportage. Wilma heeft vaak telefonisch contact met Marjan Lohuis en Harry Nienhuis, maar met enige regelmaat bezoekt Accent CABO of andersom.
Tessa te Kloeze boekt alle facturen, zorgt dat alle bankmutaties en overige financiële mutaties correct in de boekhouding worden verwerkt.
Peter Driever verzorgt naast de jaarbegroting de jaarrekening en de financiële kwartaalrapportages en overige financiële boekingen. Tevens zorgt hij ervoor dat de juiste jaarcijfers worden aangeleverd bij het Ministerie. Dit alles in nauw overleg met Marjan Lohuis.
En last but not least, onze helicopterviewer (lees: contactfunctionaris) René Bleekman. Hij is functioneel leidinggevende van het team en behoudt het overzicht over lopende zaken, voert samen met Marjan, Harry en Wilma begrotingsbesprekingen en adviseert het bovenschoolsmanagement van Accent waar nodig. Ons CABO-team ondersteunt met veel plezier Accent Scholengroep. De samenwerking over en weer is erg plezierig! En waar nodig en mogelijk is worden naar aanleiding van evaluaties werkwijzen aangepast of wensen ingewilligd. Ook het persoonlijke contact is wat CABO betreft erg belangrijk. Wij hopen deze prettige manier van samenwerken nog lange tijd te kunnen voortzetten.
cao PO
De huidige “nieuwe” cao heeft een looptijd van 1 juli 2014 tot 1 juli 2015 en loopt dus binnenkort af. De werkgevers in het onderwijs (vertegenwoordigd door de PO-Raad) en de vakbonden hebben afgesproken om op dit moment geen nieuwe cao af te sluiten. De partijen nemen extra tijd voor de onderhandelingen en streven naar een nieuwe cao per 1 juli 2016. Wel hebben de partijen enkele afspraken gemaakt voor het schooljaar 2015-2016.
O
nderdeel van de afspraken is een éénmalige uitkering van € 328,- (naar rato van de werktijdfactor). Dit bedrag is gebaseerd op de afspraken uit het pensioenakkoord. De werkelijke pensioenpremie is dit jaar lager dan de begrote premie. Deze “vrijval” wordt gebruikt voor een éénmalige extra uitkering op de dag van de leraar, 5 oktober 2015. Het aflopen van de huidige cao betekent niet dat het primair onderwijs nu geen cao meer heeft. Door de opzegging van de huidige cao door de vakbonden treedt het artikel in werking welke bepaalt dat de huidige cao doorloopt tot het moment dat er een nieuwe cao wordt afgesloten. Hoe geeft Accent invulling aan de huidige cao PO 2014? De huidige cao PO 2014 geeft onderwijsorganisaties keuzemogelijkheden op een aantal terreinen zoals de toepassing van de werktijdenregeling, compensatie van overuren, de keuze voor het basis- of overlegmodel en hoe om te gaan met duurzame inzetbaarheid en professionalisering. Het afgelopen schooljaar 2014-2015 zijn hierin keuzes gemaakt en heeft Accent hierop beleid ontwikkeld. Hierbij de keuzes die Accent heeft gemaakt ingaande 1 augustus 2015: 1. HET BASISMODEL Accent hanteert met ingang van 1 augustus 2015 het basismodel. In het basismodel geldt een maximale lessentaak voor medewerkers met les- en behandeltaken van 930 uur bij een volledige dienstverband WTF 1. Hiervan kan worden afgeweken en worden gekozen voor een hoger aantal lesuren. Op scholen met het vijf-gelijkedagenmodel is dit aan de orde. De maximale lessentaak bij WTF 1 is hier 940 uur. De schooldirecteur maakt voor de zomervakantie afspraken met de medewerkers over de werkdagen voor het komende schooljaar binnen de beschikbare uren. Hierbij kunnen ook studiedagen worden ingeroosterd als werkdagen. 2. DE 40URIGE WERKWEEK, DE WERKTIJDENREGELING EN DE PAUZE Op alle Accentscholen worden met ingang van 1 augustus 40 werkweken van 42,5 uur gemaakt. Deze werkweek van 42,5 uur bestaat uit 2 delen. Een basistijd van 40 uur volgens de cao PO 2014 plus een extra werktijd van 2,5 uur. Elke dag wordt gewerkt van 8.00 – 17.00 uur. De extra werktijd van 2,5 uur wordt gecompenseerd met extra vakantiedagen. In de tijd van 8.00 – 17.00 uur zit de lestijd, voorbereiding en correctie, scholing en overige taken.
Iedere medewerker heeft per dag een half uur pauze. Dit half uur telt niet mee in de werktijd. Een werkdag van 8.00 – 17.00 telt dus 8,5 werkuren. In overleg en met instemming van de schooldirecteur hebben Accent-medewerkers de mogelijkheid om de werktijdenregeling (van 8.00 – 17.00 uur) op een aangepaste wijze in te vullen. 3. DUURZAME INZETBAARHEID Medewerkers van Accent hebben jaarlijks binnen de normjaartaak van 1.659 uur* recht op: - Budget duurzame inzetbaarheid voor iedereen van 40 uur. - Bijzonder budget startende leerkrachten van 40 uur. - Bijzonder budget oudere medewerkers vanaf 57 jaar van 130 uur. De uren duurzame inzetbaarheid vinden in principe plaats binnen de niet-lesgebonden uren en kunnen worden ingezet voor mobiliteit, stages, coaching, peerreview of intervisie dit in overleg met de directeur. Heb je een WTF 0,6 of hoger dan zijn er faciliteiten beschikbaar (vervanging) om hiervoor lesuren in te zetten, dit in overleg en met instemming van de directeur. De uren duurzame inzetbaarheid oudere medewerkers (130 uur + 40 uur) kunnen voor verlof worden ingezet. 4. PROFESSIONALISERING Medewerkers van Accent (met uitzondering directeuren) hebben jaarlijks binnen de normjaartaak van 1.659 uur* recht op: - Budget professionalisering van 80 uur In overleg met de directeur maak je afspraken over je professionalisering. In overleg kunnen afspraken worden gemaakt of een deel van de uren professionalisering kan worden ingezet voor teamscholing. * gebaseerd op een volledige dienstverband WTF 1. Parttimers naar rato. Alle schoolteams en de (P)GMR hebben ingestemd met de Accent invulling van de cao PO 2014. Door de keuzes die Accent heeft gemaakt ten aanzien van de werktijdenregeling, duurzame inzetbaarheid en professionalisering ontstaat een professionele leergemeenschap waarop alle medewerkers kunnen worden aangesproken maar die ook bescherming biedt tegen overbelasting. Harry Nienhuis
11 15
Er is een tijd van komen... Er is een tijd van gaan...!
GEBOORTE
Benjamin Benjamin Bosman is geboren op 30 april 2015 en is de zoon van de familie Bosman. Moeder Maureen werkt op ‘t Möllenveld op de Haart.
5 Jaar geleden werd ik gevraagd om, namens de ouders, zitting te nemen in de redactie van Accentueel. Op dat moment had ik nog geen idee wat Accentueel was. Nooit van gehoord zelfs. Op zich is dat natuurlijk niet verwonderlijk. Accentueel is immers een personeelsblad voor de werknemers van de Accent Scholengroep en niet specifiek voor de ouders. Na enige uitleg, en navraag her en der heb ik “ja” gezegd. De eerste vergadering was in IJzerlo. Tja, wat heb je daar verder te zoeken dan een gezellige school waar je prima kunt vergaderen (waarschijnlijk doe ik nu veel mensen en organisaties tekort, mijn excuses).
Fien Fien is de dochter van Simon en Anne Hengevelt en lieve zusje van Jet. Fien is geboren op 14 april 2015. Anne werkt op cbs Barlo.
Suze
Op 10 april 2015 is Suze geboren. Ze is het zusje van Kwin en dochter van de trotse ouders Arnoud Wikkerink en Evelien Klumpenhouwer. Evelien werkt op nieuwHessen in Aalten.
40 jaar Meester Hans de Vries O p 1 juni 2015 was er het heugelijke feit dat Hans de Vries 40 jaar in het onderwijs werkzaam was. Tevens was hij ook 40 jaar werkzaam op ’t Möllenveld, gelegen in de buurtschap Haart bij Aalten. Een bonte stoet kinderen liep op 2 juni ’s morgens in een lawaai-optocht naar het huis van meester Hans om hem daar feestelijk op te halen. Na het zingen van een zogenaamd “wakkermaaklied”, gingen we met z’n allen weer naar school. Op het plein kreeg meester Hans van de kinderen allerlei leuke cadeautjes aangeboden en werd er een speciaal voor hem geschreven lied gezongen. Na de pauze, waarin alle kinderen en teamleden getrakteerd werden op overheerlijke taart, werd er in drie groepen gewerkt aan het thema “Circus”. Tot slot werd meester Hans door de kinderen in een “gepimpte” auto veertig meter vooruit geduwd. ’s Middags was er nog een drukbezochte receptie, waar vele ouders, oud-leerlingen en andere belangstellenden Hans kwamen feliciteren met zijn jubileum.
16
scholennieuws
Voor mij ging er een wereld open. Ik heb nooit geweten dat de Accent Scholengroep zo groot was en dat er zoveel verbouw en nieuwbouw werd gerealiseerd. Bovendien is het interessant om te zien wat er op verschillende basisscholen gebeurt. Redactieleden namen afscheid (te druk, met pre-pensioen), en nieuwe redactieleden deden hun intrede. Voor mij is nu de tijd gekomen om ermee te stoppen. Onze jongste zoon gaat in september naar de middelbare school. Ik ben dan dus geen ouder meer van een ‘Accent-kind’.
Diep onder de indruk van de recente gebeurtenissen in het gezin van onze collega Marieke Hulshof-Gantvoort leven wij mee bij het overlijden van hun dochtertje Willemijn en de geboorte van hun zoontje Dirk. Bij de geboorte van Willemijn stelden de artsen vast dat het syndroom van Miller- Dieker van invloed zou zijn op de ontwikkelingsmogelijkheden van hun kindje. Als gevolg van complicaties moesten de ouders hun Willemijn loslaten en zich tegelijkertijd voorbereiden op de geboorte van hun derde kindje. Zelf zeggen zij hierover: “Het zijn bijzondere dagen, de blijdschap om de komst van ons mooie mannetje en het verdriet om het moeten loslaten van ons lieve meisje, maken de wereld erg tegenstrijdig. Het gevoel blijft dubbel en het is voor altijd aan elkaar gekoppeld, maar toch willen we de geboorte van Dirk vieren, net zoals we de geboorte van Kirsten en Willemijn gevierd hebben.”
Alle medewerkers van Accent, ik hoop dat jullie nog lang mogen genieten van jullie prachtige personeelsblad Accentueel. Het ga jullie goed, Hilde Haanstra
17
GASTRUBRIEK
Bij de gastrubriek krijgen mensen het woord die boeiende ervaringen en inzichten delen over het onderwijs. Hun woorden zetten aan tot denken, lachen, reflectie en soms tot ontroering. Deze keer is aan het woord Martine Creemers, onderwijsadviseur Onderwijs Maak Je Samen.
IN MEMORIAM
Jeep Brouwer
Professionaliseren van leraren
…met een onderzoekende houding samen leren vanuit de praktijk!
We kregen het bericht dat op 20 mei 2015 de heer Jeep Tjeerd Brouwer is overleden op de leeftijd van 74 jaar. Jeep was vele jaren directeur van onze locatie nieuwHessen, toen nog de Kon. Julianaschool. We herinneren ons Jeep als een integer, zachtmoedig en gedreven mens die zijn beste krachten heeft gegeven aan de ontwikkeling van de kinderen van ‘zijn’ school.
Martine Creemers, onderwijsadviseur Onderwijs Maak Je Samen
Van ‘deelcultuur’ naar ‘leercultuur’
‘Lerarenmarktplaats’ – halen & brengen
Het is half vier, dinsdagmiddag. Alle leraren verzamelen zich met enige vertraging in de teamkamer om de komende 2 uur te gaan vergaderen. Er wordt veelvuldig overleg gevoerd, maar men voelt ook de behoefte om praktisch aan de slag te gaan. Er ligt namelijk een lijst met zaken die nog besproken moet worden, de lentewandeling moet nog ingepland worden, de informatieavond nog voorbereid en ook de regels en afspraken voor het speelplein moeten worden herzien. En verder…? Verder hebben we het gewoon heel druk en zit het hoofd vol met vragen over hoe we de les morgen moeten aanpakken en of het gesprek met de ouders van Ilse wel gaat lukken.
Om binnen een team meer gebruik te kunnen maken van elkaar, is het noodzakelijk dat je van elkaar weet wat je binnen een bepaald ontwikkelthema kunt brengen en wilt halen. Wanneer een team bijvoorbeeld bezig is met het versterken van de instructievaardigheden, dan is de leer-, hulp of ontwikkelvraag van iedereen anders. Wanneer je met elkaar inzichtelijk maakt wat er ‘gevraagd’ en ‘aangeboden’ wordt binnen dit ontwikkelthema, dan is het team in staat om middels vormen van collegiaal leren zowel de persoonlijke- als de schoolontwikkeling te stimuleren.
Op welke momenten komen leraren samen, op welke moment werken leraren samen en op welke momenten leren leraren samen? Wanneer maken we tijd en aandacht voor elkaar om samen aan essentiële hulp-, leer- en ontwikkelvragen uit de directe praktijk te werken? Ongeacht de jaren ervaring die iemand heeft, ben je namelijk nooit klaar met leren en blijf je altijd vragen hebben over je vak. Hoe leren jullie binnen het team met en van elkaar? Is dat daadwerkelijk leren en stel je jezelf en elkaar (ontwikkel)doelen of is het meer een vorm van delen en uitwisselen?
een het schooltraject, het accent zowel op persoonlijke ontwikkeling als op schoolontwikkeling komt te liggen en er meer borging van de ontwikkeling plaatsvindt. Denk maar eens terug aan een succesvol schooltraject. Iedereen was enthousiast, had het erover en stimuleerde elkaar om zaken uit te proberen. Het werkte omdat je zag dat het effect had (op de leerlingen, op jezelf en op je collega’s en dus op de hele school). Het was succesvol omdat er aandacht was voor zowel inhoud als voor houding en verhouding. INHOUD >
Wat is het onderwerp of thema van dit ontwikkeltraject?
Hoe kunnen we elkaars professionele ontwikkeling stimuleren? En hoe bereiken we een ‘halen’ – ‘brengen’ systeem van kennis en vakmanschap binnen een school en bestuur? We willen niet langer een school met alleen maar bijzonder mooie ‘eilandjes’, we willen juist gebruik maken van de voordelen en opbrengsten van een goed georganiseerd WIJland. Het wij-gevoel en de wij-cultuur binnen een scholen WIJland dragen bij aan de kwaliteitsverbetering en het werkplezier. Men bepaalt samen wat belangrijk is en voelt zich verantwoordelijk voor 8/8e deel in plaats van 1/8e deel.
HOUDING >
Daarvoor moet je weten wat de persoonlijke hulp-, leer- of ontwikkelvraag is van jezelf en van je collega. We weten namelijk dat wanneer je aan het begin van een ontwikkel- of scholingstraject jouw persoonlijke vragen kunt koppelen aan
18
gericht op het handelen en ontwikkelen van de professional (reflectie)
Wat vraagt dit ontwikkeltraject van de professional? Welke leerhulp-of ontwikkelvraag kun je jezelf stellen en hoe ga je hier in het traject op reflecteren? VERHOUDING > gericht op het leren met elkaar als team/ organisatie Wat vraagt dit ontwikkeltraject van ons als team? Wat mag ik van collega’s verwachten en wat mogen zij van mij verwachten? Op welke wijze kunnen wij elkaar bevragen, stimuleren, ontwikkelen?
Enkelen uit onze organisatie hebben nog met Jeep samengewerkt. Na zijn pensionering ging zijn gezondheid langzaam achteruit. Ons medeleven gaat uit naar zijn vrouw en kinderen.
HALEN “Met deze vraag loop ik rond”
BRENGEN
Hier kun je
me op bevr agen”
Naam:
Naam:
gericht op het onderwerp/thema
Van eiland naar WIJland
Jeep heeft het traject begeleid van ‘mlk-school’ naar een school met verbrede toelating (combi mlklom-school). De Kon. Julianaschool was toen een pilotschool en dus één van de eersten met die combinatie. Tevens was de school één van de eerste sbo-scholen met een landelijk bekende mondelinge taalmethode; de zgn. ‘Praatboeken’ van de logopediste Joke van der Zee.
Ook een Marktplaats-poster in jullie teamkamer? Gebruik bij de huidige schoolontwikkeling bovenstaande ‘halen’ en ‘brengen’ kaarten. Laat ze individueel door alle teamleden invullen en stuur ze vervolgens in een verzameldocument op naar:
[email protected] Wij werken alle kaarten uit tot een Marktplaats-poster voor in de teamkamer. Hierop is precies te zien welke overkoepelende expertises of vragen er zijn en welke personen elkaar kunnen ondersteunen in dit traject. Het is vervolgens aan jullie om elkaar op basis van deze informatie op te zoeken en te bevragen… ‘Alleen ga je sneller, samen kom je verder!’ Martine Creemers
19
Dit artikel in overgenomen uit de brochure “Passie voor Onderwijs” uitgeven bij de jaarlijkse conferentie van School aan Zet met als thema: Samen Leren Vorm Geven. Het is één van de twaalf portretten die zijn gemaakt over goede voorbeelden van Samen Leren in het onderwijs. Job van Essen, directeur van De Hoeksteen in Groenlo, is voor deze brochure geïnterviewd over het C4-Leren.
Eigenheid van leerkrachten T
ijdens een studiereis in Canada heb ik kennisgemaakt met het C4-leren. De ‘C’ staat voor co: samen. Het gaat daarbij om het samen voorbereiden, lesgeven, evalueren en reflecteren van lessen, in een cyclisch proces. Dat model hebben we ingevoerd op De Hoeksteen. Het komt erop neer dat er bij een bepaalde les minimaal vier docenten in de klas aanwezig zijn. Eén geeft de les, één ondersteunt in de klas, één observeert de les en mag vragen stellen aan kinderen en één observeert in stilte. Op één dag houden we zo vier lessen, waarbij iedereen in elke rol aan de beurt komt.
Verschillende rollen De aanleiding om aan de slag te gaan met het C4-model ligt in de vraag hoe we ons onderwijs beter kunnen laten aansluiten bij de leerstijlen en leerbehoeften van onze leerlingen. De kracht van dit C4-model ligt in de diverse input die de verschillende rollen opleveren. Het versterkt ook de onderzoekende houding van leerkracht. De evaluatie- en reflectiegesprekken leiden tot interessante inzichten, die leerkrachten vertalen naar hun eigen lessen. Een concreet voorbeeld: we kwamen erachter dat de eerste stap van de drieslag ‘model-leren-samen doenzelf doen’ veel korter kan. De leerlingen blijken veel sneller zelfstandig aan het werk te kunnen.’
Enthousiast Onze leerkrachten vonden deze manier van professionaliseren aanvankelijk spannend, maar ze raakten al snel enthousiast. Vooral ook omdat het C4model draait om leren in de praktijk, tijdens je normale werk. Het is een eenvoudige manier om nieuwe dingen toe te passen. De leerkrachten merkten ook dat het samen voorbereiden van lessen direct effect heeft op je manier van lesgeven. Ik hoorde geregeld: “Dit ga ik ook gebruiken in mijn les!” Het mooie is ook dat je op deze manier de eigenheid van leerkrachten weer naar voren ziet komen: ze nemen een actieve rol bij het vormgeven van hun onderwijs. Dat was bij al die nadruk op rendementen een beetje ondergesneeuwd.
Lerende organisatie Dit C4-model hebben wij ook ingebracht op stichtingsniveau, waar een samenwerkingstraject van School aan Zet loopt. In een vorm van tandemleren zijn telkens de directie en ib’ers van twee scholen aan elkaar gekoppeld, waarbij iedere school een eigen best practice inbrengt. Zulke werkvormen zijn voor mij de kern van het zijn van een lerende organisatie: creëer situaties om elkaar op te zoeken en van elkaar te leren.
CO-
TEACH
CODEBRIEF
CO-
PLAN
“Creëer situaties om elkaar op te zoeken en van elkaar te leren” 20 16
CO-
REFLECT