JAARVERSLAG 2002 Voorwoord Milieucentrum Utrecht bevind zich als belangenbarhartiger van milieu en duurzaamheid in een volop in ontwikkeling zijnde enigszins hectische en dynamische stad. Toch bestaat er ook het beeld dat utrecht achter loopt, kneuterig is en in uitstraling en functioneren als vierde stad van het land maar geen grote stad wil worden. Dynamiek en hectiek heeft een stad nodig. Groeistuipen, de druk op het ruimtegebruik en de toenemende verkeersdrukte zullen altijd een haat liefde verhouding met ecologische en milieukwaliteiten veroorzaken. In utrecht gebeurd veel, eigenlijk meer dan een Milieucentrum met een paar vaste krachten en een blik vrijwilligers allemaal volgen kan. De grootstedelijk milieuproblematiek vraagt naast erkenning en herkenning door de samenleving en politiek om kennis en accuratesse van alle betrokkenen. Het is dan ook betreurenswaardig dat juist op het moment dat een stad veel plannen ontwikkelt er bij een deel van het bestuur van de stad het beeld betstaat dat er geen milieuproblemen zijn. Het gebrek aan aandacht voor milieu en duurzaamheid en de minder voortvarende economische ontwikkelingen maakten de ruimte voor het werken aan een duurzame stad het afgelopen jaar kleiner dan noodzakelijk. Toch vindt u in dit jaarverslag en grote diversiteit aan activiteiten en projecten waarmee het Milieucentrum het afgelopen jaar heeft laten zien dat het ook anders kan! In onze visie juist door samen te werken met de gemeente en niet alleen kritisch te zijn. Echter het opdrogen van de financiële middelen en de vraag naar meer oppositie uit onze achterban maken het noodzakelijk om in de toekomst deze rollen te herijken. 2003 is voor het Milieucentrum het jaar waarin nieuw beleid voor het centrum gemaakt zal worden. Minder participatie en meer communicatie kunnen daarin een belangrijke rol gaan spelen. Utrecht, april 2003, Roland Pereboom. directeur MCU Inleiding 2002 is en jaar geweest waar we verder zijn gegaan op de ingeslagen weg voor wat betreft de uitvoering van het Beleidsplan 2000-2003. Dat wil zeggen dat we in bepaalde programma’s verder hebben gewerkt aan het uitbouwen van onze kennis en expertise, zodat er ook in complexe processen zinvolle bijdragen geleverd kunnen worden. Speciaal op het gebied van Ruimtelijke Ontwikkeling, Duurzame Herstructuring en het Gemeentlijke Milieubeleidsplan hebben we veel kennis en know-how ontwikkeld, hetgeen zich heeft vertaald in diverse projecten en producten. Daarnaast is het afgelopen jaar er een geweest waarin we verschillende van onze activiteiten krititsch hebben doorgelicht, om te komen tot een zo kwalitatief hoogstaand en effectief mogelijk pakket. Wellichtdat een en ander op korte termijn zal leiden tot
aanpassingen van beleid en uitvoering. Maar dat zijn beslag dan hoofdzakelijk in 2003 als het nieuwe beleidplan vastgesteld zal gaan worden. Organisatie Het Milieucentrum Utrecht is te onderscheiden in het MCU zelf, het Platform van Utrechtse Natuur- en Milieuorganisaties (PLU), de Milieuraad (MR) het Natuur- en Milieuplatform Leidsche Rijn (NMPLR). De activiteiten van het MCU zijn tweeledig. Aan de ene kant faciliteert zij Milieuvriendelijk gedrag door het geven en ter beschikking stellen van (milieu)informatie en het ondersteunen van milieu en natuurorganisaties. Aan de andere kant voert zij zelf projecten uit die bijdragen aan het bereiken van haar doelstelling, namelijk het streven naar een duurzame stad. De andere afdelingen worden als zelfstandige organisaties gecoördineerd vanuit het Centrum. Het Milieucentrum treedt op als rechtspersoon voor deze organisaties en verzorgt de administratie, het personeelsbeleid en de financieën. Werkwijze Het Milieucentrum probeert bovengenoemde taken en doelstellingen te bereiken door: participeren in diverse overleggen - ontwikkelen van visie over diverse milieu-items - praktisch uitvoeren van milieu-projecten. Leidraad hierbij is het beleidsplan 2000-2003 waarin als werkvelden zijn aangegeven ‘Duurzame ontwikkeling’ en ‘Stedelijke vernieuwing’. Hierin is een aantal programma’s vastgesteld waar het milieucentrum in deze tijdsperiode specifiek op zal concentreren, te weten: - Gemeentelijk Milieubeleid - Bestuurlijke agenda Duurzame ontwikkeling - Stedelijke Ruimtelijke Ordening - Herstructurering Na-Oorlogse Wijken - Integratie Groen en Blauw in de Stedelijke Ontwikkeling.
I. Reguliere activiteiten van het Milieucentrum Utrecht A. Informatievoorziening en service Naar het soort informatievoorziening die het Milieucentrum aanbiedt is nog steeds vraag. Voor veel mensen is het nog allerminst duidelijk waar men op welke (milieu)vragen antwoord kan krijgen. Juist het vinden van de juiste instantie of de plek waar het benodigde antwoord gevonden kan worden is hier een bottleneck. Op het internet valt het voor de minder geoefende zoeker niet mee om tussen het grote aanbod het gezochte te vinden. Het vinden van de juiste, meest praktische instantie is lastig. Milieucentrum Utrecht is in 2002 begonnen met een uitbreiding van haar serviceverlening die meer specifiek aan deze vraag tegemoet komst.
In 2002 hebben we een database ontwikkeld waarmee de baliemedewerkers met thematisch of op trefwoorden zoeken uitkomen bij (een) instantie(s) die direct een antwoord op de gestelde vraag kan/kunnen geven. Het ontwikkelen hiervan en vooral de test- en invoerfase hebben meer tijd gekost dan in eerste instantie gedacht. Voorjaar 2003 denken we dit verwijssysteem operationeel te hebben. We denken hiermee een zinvolle bijdrage te leveren aan een duurzaam Utrecht. Balie & receptie Het Milieucentrum Utrecht heeft een door vrijwilligers gerunde balie metn een open deur, waarbij bezoekers kunnen binnenlopen, hun vragen stellen, rondneuzen tussen folders van publicaties over allerhande onderwerpen of gewoon een ja/nee sticker op te halen. Het afgelopen heeft geen verandering wat betreft dit beleid opgeleverd. Het blijkt ook dat nog steeds veel vrijwilligers gemotiveerd zijn om dit (soort) werk te doen. Bibliotheek en documentatieafdeling ‘De bibliotheek van Milieucentrum Utrecht heeft een uitgebreide collectie boeken en artikelen over milieu en is zeer up to date’. Geen lofuiting van onszelf, maar een citaat uit de internetsite van Vereniging Milieudefensie. Het is een mooi compliment van 'kenners'. Het bezoek aan de - openbare - bibliotheek en documentatieafdeling zou naar ons idee nog wat beter kunnen en we zijn bezig met een doelgroepenonderzoek en PR-plan ten aanzien hiervan. Dit hopen we dan begin 2003 te kunnen uitvoeren. We hopen het Milieucentrum Utrecht - inclusief haar bibliotheek - beter op de kaart te zetten als een toegankelijk, praktisch, betrouwbaar en goed geoutilleerd milieuinformatiepunt. De collectie van de bibliotheek en documentatieafdeling omvat inmiddels ruim 3000 milieuboeken, zo'n 120 milieutijdschrifttitels en een omvangrijk krantenknipselarchief. Het spreekt vanzelf dat binnen deze collectie, die wordt beheerd en geactualiseerd door drie medewerkers/vrijwilligers, milieu in de stad en de stedelijke ontwikkeling van Utrecht ruimschoots is vertegenwoordigd. MCU-NU 2002 was het jaar waarin de MCU-NU, een nieuwsbrief van het Milieucentrum het licht zag. Er waren er al andere publicaties (knipselkrant en [mede uitgever van] OM!) die vanuit het Milieucentrum verzorgt werden, maar we voelden toch de behoefte aan een medium waarbij onze achterban wat meer geïnformeerd over en wellicht betrokken zou zijn bij de activiteiten en meningen van het MCU, het PLU en de MR. De frequentie is voorlopig vastgesteld op vier keer per jaar, elke keer rond de wisseling van het seizoen. De verspreiding gaat via de post en via verspreidingspunten waar een aantal exemplaren neergelegd wordt om mee te nemen. MCU-NU is dit jaar geproduceerd in oplagen van ruim 500 stuks. Er zijn er in 2002 vier verschenen. Knipselkrant De lezer van de knipselkrant krijgt iedere maand een representatief overzicht van de gebeurtenissen op het gebied van natuur en milieu in de stad Utrecht en de wijde omgeving. In de beperking van het aantal onderwerpen ligt de zeggingskracht van de krant. Met opzet wordt niet gestreefd naar volledigheid in de berichtgeving. Bij de
behandelde onderwerpen ligt de nadruk op intrigeren en verrassen. Ook dit jaar is de oplage ongeveer 250 exemplaren. Er blijkt dus een vast aantal inwoners van de stad te zijn dat prijsstelt op deze gratis service van het Milieucentrum . OM! blad over duurzame ontwikkeling in de stad Utrecht Het blad OM!, dat het Milieucentrum sinds 1997 samen met de gemeente verzorgt, is in 2002 vier keer verschenen. Voor OM! was 2002 een moeilijk jaar. Door onduidelijkheden rond de gemeente subsidie is het voorjaarsnummer komen te vervallen. Gelukkig zijn we er in geslaagd om samen met de twee ander uitgevers (DSO afdeling Milieu en Duurzaamheid en DSB groep Natuur en Milieucommunicatie) weer middelen voor een heel jaar veilig te stellen. Om de toekomst van het blad en te kunnen beoordelen is er in november 2002 een lezersonderzoek gehouden. Dat werd met name noodzakelijk omdat na vier jaar onduidelijk was wie de lezers waren. De resultaten van dat onderzoek waren zeer positief voor het blad maar geven ons nog geen garanties voor een langer voortbestaan in de komende jaren. De budgettering voor OM! is inmiddels ondergebracht bij de fondsen voor de bestuurlijke agenda duurzame ontwikkeling. Het is echter onduidelijk of OM! ook past binnen het daar bij horende werkplan. Verder speelt voor het Milieucentrum dat we in onze krimpende begroting met moeite de eigen bijdrage voor het blad kunnen opbrengen. OM! kost het Milieucentrum naast de uren voor het secretariaat dus ook geld. Wel vinden we OM! juist vanwege de samenwerking met de gemeente een duurzaam en uniek blad. En daarmee ook de moeite van het behouden waard! Website Milieuplein Met het Milieuplein, het virtuele plein waar Natuur- en Milieuorganisaties hun kraampje hebben, heeft het Milieucentrum een goed ogende site, die een schat aan informatie biedt, zowel over het Milieucentrum als over milieuzaken in de stad Utrecht. Dit jaar hebben we de formule zoals die er ligt geevalueerd en we zullen waarschijnlijk de opzet van de site enigszins aanpassen, aangezien de technische- en communicatie ontwikkelingen er voor hebben gezorgd dat onderdelen aanpassing nodig hebben. Ook willen we de site meer betrekken in onze PR-activiteiten, omdat we er van overtuigd zijn dat de site meer bezoekers verdiend dan dat er nu komen. Om praktische redenen hebben we besloten om de uitvoering van de aanpassing van de site door te schuiven naar 2003. Anti-reclamedrukwerkstickerverspreiding In opdracht van de gemeente verzorgt het Milieucentrum al jarenlang de distributie van de bekende ja/nee en nee/nee stickers. Zowel voor de individuele gebruiker, die ze gewoon bij de balie af kan halen, als voor verschillende organisaties . Net als vorig jaar was er een probleem bij de aanlevering. De hoofddistributeur van de stickers ging in 2002 failliet en vanaf ongeveer september konden we slechts mondjesmaat aan de vraag voldoen. De verwachting is dat dit probleem in de loop van 2003 zal zijn opgelost. Er is nog steeds een aanzienlijke vraag naar dit product, hoewel de afname enigszins stabiliseert. In 2003 zal er een evaluatie van de serviceverlening plaatsvinden en zal gekeken worden hoe er in de toekomst mee zal worden omgegaan.
B. Andere organisatie binnen de Stichting 1. Platform van utrecht Natuur en Milieuorganisaties (PLU) Beheer van het openbaar groen. Naar de politiek toe heeft het Platform er in april 2002 bij de gemeenteraad op aangedrongen de op dat moment voorgenomen bezuinigingen voor 2002 op het groenbeheer terug te draaien. Het ging hierbij onder meer om bezuinigingen op het maaibeheer van de hooilanden/ gazons en het uitstellen van het opstellen van een stedelijk meerjarenbeheerplan Groen. Daarnaast is aangegeven dat er structureel te weinig geld beschikbaar is voor het stedelijk groenbeheer. De gemeenteraad heeft in mei 2002 een motie aangenomen met als strekking dat de eerder voorgenomen bezuinigingen op het beheer van de openbare ruimte ongewenst zijn. Naar aanleiding hiervan zijn de voorgenomen bezuinigingen voor 2002 teruggedraaid, waaronder de bezuiniging op het maaibeheer. Ook kwam hierdoor geld beschikbaar voor het stedelijk meerjarenbeheerplan Groen. In de gemeentebegroting voor 2003 kwam de in 2002 teruggedraaide bezuiniging op hooilanden en gazons echter weer terug. Hierover is door het Platform weer een brief gestuurd naar de gemeenteraad en is contact opgenomen met een aantal raadsleden. Deze bezuiniging is bij de behandeling van de begroting voor 2003 ( november 2002) wel door de gemeenteraad aangenomen. (Echter begin 2003 weer teruggedraaid). Tijdens dezelfde begrotingsbehandeling werd als bezuinigingsvoorstel door de CDAfractie voorgesteld Round-Up (met als actieve stof Glyfosaat) te gebruiken bij de onkruidbestrijding. Hetzelfde voorstel was het jaar daarvoor door een meerderheid van de raad verworpen. Het Platform heeft in een brief aan de gemeenteraad en een persbericht de nadelige effecten van het gebruik van Glyfosaat naar voren gebracht. De motie van het CDA is door een krappe meerderheid van de gemeenteraad verworpen. Via het MAGIE heeft het Platform eens in de zes weken overleg met de gemeentelijke groene diensten: Dienst Stadsontwikkeling en Dienst Stadsbeheer. Twee van de besproken onderwerpen : 1. De aanbevelingen voor een natuurlijker groenbeheer van het Platform zijn besproken. Op grond hiervan heeft de gemeente onder meer toegezegd struiken gefaseerd te snoeien en bomen niet hoger op te kronen dan noodzakelijk. 2. De mogelijkheden die er zijn om het openbaar groen en de natuur in de stad te behouden en beter te beschermen. De werkgroep “beheerovereenkomsten” van het Platform houdt zich bezig met het openbaar groen dat via beheerovereenkomsten door (groepen van) bewoners wordt onderhouden. In 2002 heeft de werkgroep De een schriftelijke reactie geschreven op de concept-nota “Samenwerken in de openbare ruimte”. Hierin is aangegeven op welke
wijze de gemeente de komende jaren het zelfbeheer door bewoners kan stimuleren Deze concept-nota is ook besproken met de verantwoordelijke ambtenaar. Mede op grond van deze input heeft de gemeente de nota aangepast. De aangepaste nota is nog niet aangeboden aan het college van B&W. Het Platform heeft er ook bij de gemeenteraad op aangedrongen meer budget beschikbaar te stellen voor het ondersteunen van bewoners bij het beheer van het openbaar groen. Planvorming openbaar groen Het Platform is in 2002 betrokken geweest bij het opstellen van een aantal gemeentelijke inrichtings- en beheerplannen voor specifieke parken/ groengebieden. Beheervisie Singelstructuur De gemeente heeft een Beheervisie opgesteld voor het Zocherplantsoen: de “Beheervisie Singelstructuur”. Onder meer twee achtergrondrapporten m.b.t. cultuurhistorie en natuur en de adviezen vanuit de Klankbordgroep vormden hiervoor de basis. Het Platform was vertegenwoordigd in de Klankbordgroep en heeft onder meer schriftelijk gereageerd op het concept van de Beheervisie. De Beheervisie zal de komende jaren verder worden uitgewerkt : het Zocherplantsoen wordt onderverdeeld in zeven deelgebieden, per deelgebied worden concrete beheerplannen opgesteld. Bewoners- en belangenorganisaties zullen ook bij het opstellen van deze plannen betrokken worden. Groenplan Overvecht De gemeente heeft in 2002 een nieuwe Visie voor het Groenplan Overvecht opgesteld, de reeds eerder opgestelde Visie is door de gemeente ingetrokken. Het Platform heeft schriftelijk gereageerd op de nieuwe concept-visie. Helaas heeft de gemeente onze schriftelijke reactie op dit moment (april 2003) nog niet beantwoord . We maken ons zorgen wat betreft de voortgang bij het opstellen van het Groenplan Overvecht, temeer daar de gemeente reeds gestart is met het opstellen van het deelplan voor Park de Gagel en nog dit jaar zal starten met het deelplan voor Park de Watertoren. Groenplan Lunetten De gemeente heeft in 2001 aan de groene organisaties in Lunetten geld beschikbaar gesteld voor het opstellen van een inrichtings- en beheerplan voor het openbaar groen in Lunetten. Het Platform is vertegenwoordigd in de “Werkgroep groenbeheer Lunetten” die in 2001 gestart is met de voorbereiding voor het opstellen van het groenplan. Onder meer is een adviesbureau ingehuurd dat de natuur in Lunetten heeft geïnventariseerd en in samenwerking met de werkgroep het uiteindelijke groenplan zal opstellen. Begin 2003 is het uitgebreide inventarisatie-rapport betreffende de natuurwaarden in Lunetten verschenen. In de loop van 2003 zullen de Beheervisie en het Beheerplan worden opgesteld. Inrichtingsplan Park Transwijk, tweede fase
De gemeente heeft in 2002 het “Definitief ontwerp Park Transwijk, 2de fase” opgesteld.
Het Platform heeft schriftelijk gereageerd op de verschillende ontwerpen en de Planidentificatie en het Voorlopig Ontwerp besproken met de voor het plan verantwoordelijke ambtenaren. Het Platform heeft met name gereageerd op het gemeentelijk voornemen een groot aantal struiken en hagen in het huidige park te verwijderen. In het uiteindelijke inrichtingsplan is de gemeente daar ten dele op terug gekomen. Daarnaast heeft het Platform aangegeven dat het belangrijk is bij het opstellen van een inrichtingsplan eerst de natuurwaarden te inventariseren en vanaf het begin rekening te houden met de te behouden/ te realiseren natuurwaarden. Dit heeft bij het opstellen van het huidige inrichtingsplan niet plaatsgevonden. Bezwaar tegen aanleg sportcomplex in park Het Platform heeft samen met omwonenden bezwaar aangetekend tegen de aanleg van een sportcomplex in het park Noordpunt Oog in Al. De reden hiervoor is de waarde die de Noordpunt heeft als openbaar groengebied en het belang van het park als kerngebied in de gemeentelijke ecologische infrastructuur. Het Platform is van mening dat deze waarden onvoldoende zijn meegenomen in het besluit het sportcomplex op deze plaats aan te leggen. Bovendien vindt onvoldoende compensatie plaats voor de natuurwaarden en het openbaar groen dat verloren gaat. Tegen de velvergunning voor ruim 100 bomen is zowel bezwaar aangetekend bij de gemeente als een voorlopige voorziening aangevraagd bij de rechtbank. Het Platform heeft beide procedures verloren. De bomen zijn begin 2003 gekapt. Ook t.a.v. de bouwvergunning voor de aanleg van het sportcomplex is zowel bezwaar aangetekend als een voorlopige voorziening aangevraagd. Deze procedures lopen nog. 2. De Milieuraad Utrecht (MR) De belangrijkste activiteiten van de Milieuraad in 2002 waren: - Samen met de gemeente heeft de Milieuraad aanzetten gedaan om te komen tot een stedelijk netwerk voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Er is een aantal netwerkbijeenkomsten geweest. Dit heeft helaas niet geleid tot een stadsbreed netwerk. Wel is het initiatief voortgezet in Kanaleneiland, waar is aangesloten bij een project op het gebied van sociale infrastructuur; - De Milieuraad heeft reacties geschreven naar aanleiding van het Plan van Aanpak Stationsgebied en de Milieu-effect rapportage (MER). De Milieuraad heeft verder een notitie geschreven over een duurzaam Stationsgebied en een aantal speerpunten hiervoor op een rij gezet; - De Milieuraad heeft voor 2003 een subsidieverzoek bij de Gemeente Utrecht ingediend voor een project gebiedsgerichte innovatieagenda. Doel van dat project is te laten zien hoe een gebiedsgerichte benadering kan leiden tot duurzame ontwikkeling. GIDO heeft toegezegd te willen participeren in dat project. Afdeling Stedenbouw bekijkt op verzoek van de Milieuraad of ze het subsidieverzoek over een gebiedsgerichte innovatieagenda en handreiking duurzame herstructurering willen overnemen en in ieder geval betrokken willen zijn.
-
-
Mede op basis van een advies van de milieuraad uit 2000 heeft het college van B&W motie 5 over Duurzame Ontwikkeling overgenomen. Dit budget dient onder andere voor het ontwikkelen en gebruiken van instrumentarium voor integratie van duurzaamheid in ruimtelijke plannen, voor het op gang brengen van een proces met externen en voor het aanstellen van een duurzaamheidcoördinator. De Milieuraad heeft in de afgelopen jaren door diverse brieven en gesprekken aandacht gevraagd voor een goede besteding van dit budget. In 2001 heeft de Milieuraad een excursie georganiseerd naar Haarlem/Schalkwijk. Naar aanleiding daarvan is een Handreiking Duurzame herstructurering ontwikkeld. Afdeling Stedenbouw is geïnteresseerd en wil dat de MR een presentatie doet over duurzame herstructurering. Er zijn pogingen gedaan om bijeenkomsten voor raadsleden en voor wijkmanagers te organiseren over dit thema. Voor 2003 is een subsidieverzoek bij de gemeente Utrecht ingediend voor de verdere uitwerking en toepassing van de handreiking duurzame herstructurering.
3. Natuur- en Milieuplatform Leidsche Rijn (NMPLR) Binnen het Milieucentrum wordt het secretariaat gevoerd van dit platform. Individuele bewoners en bewonersorganisaties actief in Vleuten - de Meern participeren naast de Natuur - en Milieufederatie Utrecht in het platform. Daarnaast is er meer belangstelling gekomen vanuit nieuwe bewoners van Leidsche Rijn die affiniteit hebben met natuur en milieu. In het afgelopen jaar heeft men zich gezamenlijk ingespannen om het planvormingsproces van het nieuwe stadsdeel Leidsche Rijn te beïnvloeden. Belangrijk blijft het om met lokale kennis onder meer de ecologie van de gebieden kwaliteitsvol te bewaken. Dit heeft zich ook gemanifesteerd in het tot stand brengen van een regulair ecologie overleg met de regiestaf van het Projectbureau Leidsche Rijn. Meer en meer blijkt dat er tussen de deelplannen weinig afstemming is. Met name het respect voor bestaande landschapselementen is zeer teleurstellend. De deelnemers aan het platform zetten zich ook individueel in bij verschillende overleggen over ondermeer het gebied rondom Haarzuilens en de Haarrijnse Plas. Continue blijft er aandacht nodig voor de grootstedelijke ontwikkeling van het plangebied en de bestaande identiteit en waardevolle landschapselementen. 4. Milieuprijs Het doel van de Milieuprijs Stad Utrecht is het belonen en verder stimuleren van vernieuwende initiatieven die bijdragen aan een duurzame stad Utrecht. De Milieuprijs richt zich op initiatieven die een voorhoede functie vervullen. De prijs wordt uitgereikt als beloning voor en ter stimulering van een reeds uitgevoerd initiatief en dient om het initiatief verder te ontwikkelen of onder de aandacht te brengen. In 2002 is de Milieuprijs Stad Utrecht uitgereikt in drie categorieën te weten, personen, bedrijven en instellingen. De winnaars waren respectievelijk Tabe Tietema, Greencab en restaurant Het Hemelse Gerecht. Uit deze categoriewinnaars is op 18 november 2002 een hoofdprijswinnaar gekozen. De uitreiking vond plaats in Theater Kikker, de
avond werd gepresenteerd door Cees Grimbergen. De kandidaten hielden elk een presentatie voor het publiek en het speciaal samengestelde panel, bestaande uit vertegenwoordigers uit de politiek, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Na een spannende stemming werd Greencab als hoofdprijswinnaar gekozen en won daarmee €2000. De toekomst van de Milieuprijs Stad Utrecht is nog onzeker. Er kan op dit moment geen sluitend budget gerealiseerd worden en het initiatief is afhankelijk van gemeentegelden. Er wordt gedacht over een samenwerking met de provinciale prijs, zonder het verlies van het eigen ‘Utregse’ karakter.
B. Samenwerking met andere organisaties 1. Bovenstedelijk netwerk Inmiddels zes jaar op rij nemen de milieucentra van de vier grote steden deel aan het Grootstedelijk Milieucentra Overleg. De Milieucentra van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht wisselen in dit overleg informatie uit over ontwikkelingen op gebied van het milieubeleid, werkwijzen binnen gemeenten en binnen de centra zelf. Organisatiestructuur, profilering, relatie met de politiek, maar ook product ontwikkeling en samenwerking staan hier regelmatig op de agenda. Hierbij speelt ook de gezamenlijk opgebouwde relatie met de Milieufederaties en stichting Natuur en Milieu een rol. De vier grootstedelijke Milieucentra ontvangen mede door deze samenwerking een deel-budget van het Postcodeloterij Fonds van de 12 provinciale Milieufederaties. Verder heeft het Milieucentrum al jaren een goede werkrelatie met Natuur en Milieufederatie Utrecht. Afstemming en werkverdeling heeft onder meer geleid tot de start van Duurzaam Huis Leidsche Rijn. Intensieve samenwerking is er nog steeds binnen het Natuur en Milieu Platform Leidsche Rijn, een fusie van het Vleuten de Meernse natuur en milieu overleg en ons Milieu Overleg Leidsche Rijn. Het secretariaat van dit overleg is nu volledig ondergebracht bij het Milieucentrum. Ook is er in 2002 wederzijds geparticipeerd in visie ontwikkelingen op gebied van Mobiliteit, Structuurvisie Utrecht en ideeën voor de groene mal van Utrecht. 2. Stedelijk netwerk a. Afdeling Milieu en Duurzaamheid van de Dienst Stadsontwikkeling Binnen de gemeente is de afdeling Milieu en Duurzaamheid van de Dienst Stadsontwikkeling de belangrijkste samenwerkingspartner maar ook onze subsidiepartij, sparringpartner, informant en bondgenoot. De relatie met deze gemeentepartij en frequente uitwisseling van informatie verloopt vooral op de werkvloer goed. De belangen en ambities zijn echter niet altijd gelijk aan die van het Milieucentrum. In 2001 is een start gemaakt met de ontwikkeling van een nieuw milieubeleidsplan voor Utrecht stad, het Milieucentrum heeft daar het afgelopen jaar met veel inzet en frequent overleg aan meegewerkt. Naast kritische kanttekeningen zijn een aantal van onze idealen en doelstelling terug te vinden in het nu voorliggende concept Milieubeleidsplan. Ook het
wensbeeld milieu 2030 lijkt veel op onze visie op een duurzame structuur voor Utrecht in 2030. November 2002 werd bekend wie de duurzaamheids coördinator van Utrecht zou worden. Inmiddels is kennisgemaakt en wordt er al samengewerkt aan de ontwikkeling van ideeën voor de uitvoering van de Utrechtse Duurzaamheidsagenda. b. Dienst Stadsbeheer, Groep Natuur en Milieucommunicatie Het Milieucentrum en de Groep Natuur- en Milieucommunicatie hebben elkaar in 2002 over wederzijdse activiteiten en projecten geïnformeerd. De twee organisaties spreken elkaar regelmatig in het Utrechtse netwerk Milieucommunicatie, waarin diverse stedelijke en wijkgerichte onderwerpen de revue passeren. Het Milieucentrum werkt vooral intensief samen op het gebied van communicatie. Dit gebeurt samen met de afdeling Milieu en Duurzaamheid van de gemeente, in de redactie van het kwartaalblad OM!, dat zich richt op duurzame ontwikkelingen in de stad Utrecht. Najaar 2002 zijn er ideeën voor gezamenlijke vrijwilligersactiviteiten in 2003 geïnventariseerd. c. Milieupunten Naast de afstemming van activiteiten binnen het netwerk is vooral contact op gebied van verkeer, groenbeheer en ecologische routes. Verder is er in 2002 samengewerkt aan het uitgeven van een aantal wandelgidsjes interessante stadsnatuur en onverwachtse milieutechnische ontwikkelingen in de stad. Door de wel zeer verschillende abstractieniveaus en ambities is samenwerken niet altijd even makkelijk. Positief daaraan is dat de stedelijke en bovenstedelijke benadering van milieuproblematiek door het milieucentrum in ieder geval niet conflicteert met het wijkgerichte werken van Milieupunten. d. Woonadviescommissie Het Milieucentrum participeert sedert een aantal jaren samen met woonconsumenten organisaties in de Woonadviescommisssie ( WAC). Deze commissie heeft een formele status als advies orgaan van het College van Burgemeester en Wethouders, maar heeft geen juridische status in het kader van de bouwplantoetsing. De commissie adviseert over de voorlopige ontwerpen van woningbouwprojecten en voorziet woonvisies en stedebouwkundige plannen van commentaar. Echter veel hangt af van de bereidwilligheid van de ontwikkelaar of er gehoor gegeven wordt aan de adviezen. Binnen de financiele context krijgen milieuaspecten minder gehoor. Men is nagenoeg niet bereid om boven de vereisten van het Bouwbesluit uit te ontwikkelen. Met name voor de herstructureringsopgave in de na - oorlogse wijken heeft de Gemeente Utrecht afspraken gemaakt met de ontwikkelende woningcorporaties die zeer mager zijn. Het op stedelijk niveau vastgestelde beleidskader integrale woningkwaliteit bestaande uit beleidsadviesen op het vlak van flexibiliteit, toegankelijkheid en milieu is niet opgenomen in de contracten met de woningcorporaties in het kader van De Utrechtse Opgave. ( DUO ) Advisering om te komen tot duurzame herstructurering op wijk - en woningniveau moet echt bevochten worden.
e. Andere stedelijke organisaties Naast bovengenoemde meer intensieve contacten is er ook regelmatig overleg of wederzijdse ondersteuning met; De Stedelijke Verkeersgroep, De Fietsersbond, stichting Ecologisch Advies (STEA) en het Centrum voor Ontwikkelings Samenwerking (COS) en stichting Aarde en debatcentrum Tumult.
II. Project-activiteiten 2002 a. Duurzaamheidsdebatten In 2002 heeft het Milieucentrum twee duurzaamheidsdebatten georganiseerd. Het eerste, op 17 oktober, had als titel ‘Utrecht – Grenzen aan de (stads)groei?’ en handelde over de toekomstige mogelijkheden van ruimtegebruik voor een groeiende stad. Een terzake kundig panel zorgde voor een levendig debat, waarin de diverse aspecten en keuzes goed aan de orde kwamen. Het tweede debat ging over ‘Duurzaam wonen in Leidsche Rijn’. Besproken werd wat er tot nu toe terechtgekomen is van de duurzame plannen ten aanzien van dit nieuwe stadsdeel, welke fouten er gemaakt zijn ten aanzien van beleid en wat de kansen zijn voor dergelijke maatregelen in de toekomst. De debatten zelf mogen levendig en inhoudelijk genoemd worden en de publieke belangstelling met circa 70 bezoekers per avond had misschien iets groter kunnen zijn. Wel is duidelijk uit de reacties dat het publiek de debatten als goed beoordeeld en ze zeer waardeert. Inmiddels is duidelijk dat de gemeente het MCU dit jaar niet in de gelegenheid zal stellen om nogmaals twee debatten te organiseren. Het lijkt er dus op dat het gehoopte feestelijke 10e debat op zijn vroegst in 2004 zal plaatsvinden. Van beide debatten is een inhoudelijk verslag beschikbaar op aanvraag. b. Groepenboekje Op initiatief van en in samenwerking met het PLU heeft het Milieucentrum in 2002 een overzicht samengesteld van de Utrechtse natuur- en milieuorganisaties. Om het boekje zo bruikbaar mogelijk te maken is er gekozen voor een opzet die het mogelijk maakt zowel op thema, als op locatie als op een alfabetisch register te zoeken. Voorts moet het plaatsen van alle adresgegevens op de website en die actueel houden er voor zorgen dat het werk langer mee gaat dan een of twee jaar, zoals meestal het geval is met dit soort publicaties. Over het resultaat zijn we zeer tevreden en gezien de reacties van anderen zijn we niet de enigen. Het eerste exemplaar van het fraai vormgegeven boekje is vorig jaar december feestelijk uitgereikt aan wethouder Van Zanen, onder meer verantwoordelijk voor het openbaar groen. Hij gaf bij deze gelegenheid aan dat het een goede zaak is dat er, mede door deze publicatie, inzichtelijk gemaakt wordt hoeveel mensen (meestal op vrijwillige basis) eigenlijk betrokken zijn bij het onderhoud van het openbare groen. Het boekje is voor € 3,50 te verkrijgen bij het Milieucentrum, de milieupunten en boekhandel ‘De Rooie Rat’. c. Groene Voetstappen
De titel van dit project staat voor het uitzetten van twee ecologische routes door de binnenstad van Utrecht. Uitgangspunt van dit project is door deze wandeling mensen op een aangename manier te attenderen op de vele natuur die in de stad aanwezig is. Plantengroei ontwikkelt zich binnen de stadsgrenzen vaak op een specifieke manier, aangepast aan omstandigheden zoals die zich voordoen binnen de planologie van een stad. Als mensen zich realiseren wat zich aan ecologie in de stad afspeelt, zal de interesse en het bewustzijn hierover toenemen. Het project heeft geresulteerd in een prachtige wandeling, in een bijzonder fraai boekwerkje, waarin de verschillende bijzonderheden die men onderweg tegenkomt beschreven en geïllustreerd zijn. Het boekje is een fraai voorbeeld van een vereniging van het nuttige en het plezierige en is voor € 3,- te verkrijgen bij het Milieucentrum en verschillende verkooppunten in de stad. Het betrof hier een pilotproject waaraan volgens de planning een vervolg zal worden gegeven door de Milieupunten in 2003. Zij zullen enkele routes uitzetten in hun werkgebied. d. Stationsgebied In het kader van het op 15 mei 2002 gevoerde referendum over de toekomst van het Stationsgebied van Utrecht heeft het Milieucentrum ter voorlichting aan de bevolking een referendumkrant uitgebracht. In deze krant werd een beschrijving gegeven van de milieueffecten in kwalitatieve zin van de twee visies die gepresenteerd werden voor het referendum. Daarnaast is een duurzaamheidsvisie voor het plangebied ontwikkeld en weergegeven in deze uitgave. In de krant is welbewust geen keuze aangegeven tussen de door de gemeente ontwikkelde visie 1 en visie A. Voor de datum van het referendum is geprobeerd een milieuplatform Stationsgebied tot stand te brengen met vertegenwoordigers van bewonersorganisaties. Hierin zijn wij niet geslaagd vanwege het feit dat er een tegenbeweging ontstond die een actiecomite vormde met een oproep om te komen tot het uitbrengen van een blanco stem. Uiteindelijk is in het raadplegend referendum een keuze door de bevolking gedaan voor visie A waarin meer gespreid gebouwd zou worden. Na het referendum heeft het Milieucentrum zich meer gericht op het inhoudelijk beinvloeden van de richtlijnen voor de Milieu Effect Rapportage. Voor een echt duurzaam ontwikkelen van het plangebied blijven in het planvormingsproces van het Masterplan door de tijdsdruk en de bereidheid van de partners maar in zeer beperkte mate kwalitatieve vertaalslagen mogelijk . e. Autoloze dag 2002 In tegenstelling tot diverse grote Europese steden, zoals Rome en Brussel, was er in 2002 geen sprake van een door de gemeente gesteunde algemene Autoloze Dag in Utrecht. Wel was het mogelijk op wijkniveau te organiseren en heeft het Milieucentrum, samen met de Fietsersbond, geprobeerd om met een klein budget van de wijk ruchtbaarheid te geven aan deze dag. Daartoe was een klein informatiepunt opgezet op de kop van de Breedstraat, met live muziek en een springkussen voor de jeugd. Hoewel de sfeer goed was (enkele overspannen automobilisten die er niet door konden daargelaten) was de publieke belangstelling teleurstellend. Dat het weer niet meewerkte
was een feit, maar de afwezigheid van pers en publiek was niet alleen daardoor te verklaren. Het is blijkbaar moeilijk om een dergelijke gebeurtenis zonder de steun van de gemeente uit de verf te laten komen. Het milieucentrum zal zich beraden hoe het met de Autoloze Dag 2003 zal omgaan. f. Advisering en participatie bij ontwikkeling gemeentelijk milieubeleidsplan De afdeling Milieu en Duurzaamheid heeft het afgelopen jaar hard gewerkt aan een nieuw ambitieus milieubeleidsplan. Het vorige is meer dan 10 jaar oud en daarmee in ieder geval in zijn benaderingswijze voor een dynamische en welvarende stad aan vervanging toe. Op hoofdlijnen zou je met de oude idealen en doelstellingen nog een heel eind komen. Maar we weten inmiddels dat we de gewenste milieueffecten niet realiseren en daarvoor ook de benodigde instrumenten missen. We lopen, ook in Utrecht, ondanks de verbeterde technologie en inzichten achter de feiten en milieuontwikkelingen aan. Mede door projectsubsidie hebben Milieucentrum en Milieuraad intensief kunnen participeren in de ontwikkeling van het nieuwe milieubeleidsplan. Naast deelname aan de klankbordgroep is er frequent overleg geweest met de projectleider en heeft het centrum kunnen werken aan haar eigen visie op een duurzame stad. Het Milieucentrum heeft zich in het project met name gericht op de ruimtelijke vertaling van milieu en duurzaamheidsdoelstellingen in de stad. Er zijn een tweetal visiedocumenten geschreven waarin de relatie tussen het milieubeleidsplan en de structuurvisie en het thema intensivering van ruimtegebruik zijn uitgewerkt. Naast een aantal bijeenkomsten met achterban en deskundigen tijdens de ontwikkeling van de visiedocumenten zijn er presentaties geweest aan de afdeling Milieu en Duurzaamheid en aan het Integraal Strategisch Beraad van de Dienst Stadsontwikkeling. Enige mate van tevredenheid put het centrum uit de overeenkomsten tussen het Gemeentelijk Milieuwensbeeld 2030, en haar eigen (eerder opgeleverde) visie op een duurzame structuurvisie 2030. Verder zijn we te spreken over de insteek naar het werken met gebiedsstreefbeelden. Een gebiedsgerichte benadering waarbij per vastgesteld stadsdeel een ontwikkelingsrichting met zijn eigen milieuambities wordt vastgesteld. Dit bied meer kansen voor inspraak en betrokkenheid van belanghebbenden. Ook wordt het zo mogelijk om de voor 2030 geformuleerde doelstellingen te vertalen in 5 jaren plannen met een gebiedsgerichte uitwerking en kaartbeeld. Het nieuwe Milieubeleidsplan van Utrecht wordt naar verwachting zomer 2003 aan de raad voorgelegd. Het Milieucentrum zal zo goed als mogelijk betrokken blijven bij de verdere ontwikkelingen. (graag de twee titels van de opgeleverde visiedocumenten opnemen in het jaarverslag) (daar zitten ook plaatjes in die in het jaarverslag kunnen...oa structuurvisie 2030) g. Ronde tafels
Uit het Duurzame Ontwikkelingsbudget (motie 5) van de gemeente Utrecht heeft het Milieucentrum Utrecht een financiële bijdrage gekregen voor het organiseren van een drietal ‘Duurzame Ontwikkelingsbijeenkomsten’. Doel van deze bijeenkomsten is om voor raadsleden en andere ‘spelers’ die invloed kunnen uitoefenen op duurzame ontwikkeling van Utrecht het begrip duurzaamheid handen en voeten te geven aan de hand van actuele (politieke) issues. Kennisoverdracht en uitwisseling over mogelijkheden om Utrecht tot een duurzamere stad te maken zijn daarbij sleutelwoorden. Het bleek in de praktijk uiterst moeilijk te zijn een gezamelijke opening te vinden in de overvolle agenda’s van de gemeenteraadsleden en inhoudelijk betrokkenen. Het Milieucentrum gaf een presentatie over de rol van milieu en duurzaamheid in Ruimtelijke Ordening en presenteerde een kaart waarin aanzetten voor een duurzame structuurvisie gedaan werden. Naar aanleiding van de presentatie is gediscussieerd over de kwaliteit van de ontwikkelingen in de stad, de mogelijkheden voor de gemeente om hierin te sturen, manieren om een structuurvisie te verankeren en de rol die een gemeenteraad hierin kan spelen. De gemeenteraadsleden gaven aan dat de discussie en de inhoudelijke input zeer welkom waren en veel opleverden voor hun werk in de raad. Ze gaven ook aan zeer geïnteresseerd te zijn in verdere duurzame ontwikkelingsbijeenkomsten. In 2003 zullen nog enkele ronde tafels gehouden worden.
h. Cursus duurzame herstructurering voor bewoners
Midden 2002 heeft het milieucentrum een project voorstel voor een cursus duurzame herstructurering voor bewoners ingediend bij het provinciale leren voor duurzaamheid fonds. Milieuraad en Milieucentrum hebben in het kader van de herstructureringsopgave in Utrecht gewerkt aan een handreiking en een veldsymposium voor uitvoerenden en betrokkenen. Uit deze activiteiten is ook het idee ontstaan om bewoners van herstructureringswijken een basiscursus duurzame herstructurering aan te bieden. Met de eind vorig jaar door ‘Leren voor Duurzaamheid’ toegekende subsidie is het mogelijk geworden om samen met ‘Stade’ invulling aan dit idee te geven. Idee is bewoners van herstuctureringswijken vanuit duurzaamheidsgedachte naar hun eigen wijk te laten kijken en ze te ondersteunen bij de mogelijkheden en kansen om mee te praten over de toekomstplannen voor hun wijk. De cursus zal vanuit wijkvisie en buurtprogrammering ingaan op de duurzame dragers en structuren in een wijk (sociaal en veilig, ruimtelijk economisch, ecologie en milieu). Wat is duurzaamheid in en wijk... en wat wil je van de bestaande wijk behouden of juist niet. Maar ook het proces van herstucturering komt aan de orde. November 2002 zijn we begonnen met de ontwikkeling en uitvoering van de cursus. i. Pilot-Project “integraal wijkgericht groenplan” De bedoeling was met dit (hoofdzakelijk getrokken door het PLU getrokken) project, het in samenwerking met de gemeente opstellen van een integraal inrichtings- en beheerplan voor een park, aan te sluiten bij het deelplan “Park de Gagel” van het
Groenplan Overvecht. Er is hierover meermalen overleg geweest tussen het Platform en de verantwoordelijke ambtenaren binnen de gemeente. De start van het deelplan voor “Park de Gagel” was voorzien voor mei/juni 2001, maar is een aantal malen uitgesteld. In september 2002 zijn schriftelijke afspraken gemaakt tussen het Platform en de Dienst Stadsbeheer betreffende de samenwerking in het deelplan “Park de Gagel”. Deze afspraken zijn echter niet meegenomen in de gemeentelijke voorbereiding bij het opstellen van het deelplan. Hierdoor bleek het niet meer mogelijk om met het Platform-project aan te sluiten bij het deelplan “Park de Gagel”. Daarop is besloten dit project te beëindigen.
III. Financieel Afgelopen jaar hebben de financiën in het teken gestaan van een administratieve inhaalslag. We hebben in 2002 een boekhoudsysteem aangeschaft, waardoor de administratie zelf binnenshuis wordt uitgevoerd. Dit geeft enorm veel meer mogelijkheden bij de planning, budgetbewaking en monitoring van het financieel beleid. Qua financiën is het jaar 2002, evenals de twee voorgaande jaren een moeizaam financieel jaar gebleken. Doordat de stijging van de kosten van de bedrijfsvoering geen gelijke tred houdt met de toename aan inkomsten wordt het steeds moeilijker ons takenpakket te vervullen. Aan de kant van de salarissen is niet veel te halen. De salarissen liggen al ruim onder de markt en zelfs voor een voorziening als pensioen is geen ruimte. Een en ander betekent dat het steeds moeilijker zal worden adequaat personeel aan te trekken en te houden. Ook is het vooruitzicht voor wat betreft I/D-banen voor de nabije toekomst niet direct gunstig te noemen en lopen contracten met twee WIW medewerkers in 2003 af, dus ook daar zullen moeten zien hoe we deze gaten kunnen dichten. In 2002 hebben hard getrokken aan het verwerven van andere inkomstenbronnen. Zo hebben we enkele additionele subsidies verworven voor onze projecten. De Fredfoundation voor het project Groene Voetstappen en het project “Handreiking Duurzame Herstructurering” wordt gesubsidieerd uit het fonds ‘Leren voor Duurzaamheid’ van de Provincie Utrecht. Daarnaast is het Milieucentrum Utrecht begonnen met het werven van een donateurskring. Enerzijds om de band met een (trouwe) achterban te verstevigen, anderzijds om extra inkomsten te genereren. Resultaat van dit alles is dat het Milieucentrum het jaar 2002 af heeft kunnen sluiten met een klein positief resultaat. Globaal zagen de inkomsten van het MCU er in 2002 als volgt uit: Basissubsidie 88.500 Projectsubsidie gemeente 59.000 Projectsubsidie Provincie 9.000 Subsidie Fredfoundation 3.500
Milieuprijs 8.000 Nationale Postcode Loterij 52.000 Stickerverspreiding 2.500
IV. Personeel en bezetting Wat personele bezetting betreft is er het afgelopen jaar het een en ander gebeurd. Er hebben zich enige personeelswisselingen voorgedaan, iets wat betrekkelijk normaal is voor een organisatie als het Milieucentrum. Maar het verlies aan opgebouwde kennis en vertrouwdheid in de organisatie doet zich extra zwaar gevoelen in een tijd waarop alle zeilen bijgezet moeten worden om aan verplichtingen en ambities te kunnen voldoen. Gelukkig zijn we er in geslaagd deze gaten te dichten dit jaar. We hopen dat dit volgend jaar ook het geval zal zijn. Naast de vaste krachten hadden we ook dit jaar een groot aantal vrijwilligers, die het mogelijk maakten dat het Milieucentrum haar diensten blijft aanbieden op de manier zoals dat nu gebeurt. Waarlijk een onmisbare schakel in het geheel. Actieve personen bij het MCU in 2002 Betaalde krachten Roland Pereboom (directeur) Suzan Reitsma (projectmedewerker) tot 31 januari Mirjam Koopman (secretaris Milieuraad) tot 30 november 2002 Elke Boesewinkel (projectmedewerker) van 1 maart tot 31 december 2002 Ronald Busman (coordinator PLU) Herman Kampers (RO en NMPLR) Butch Dedier (baliemedewerker) Anton van der Vlis (vormgeving) vanaf 1 juni Arie Bosma (bureau-coordinator) Vrijwilligers Balie Marion van Hoogdalem Liliane van der Weg Lenneke Bolt Patricia Ligchaam Mieke Mikmak Gerard Nijdam Joos van Velsen Mariet Schalkoort Serena Nouar
Bilbiotheek Frank Roestenburg Henk van Vught Joyce de Bruin Knipselkrant Klaas Simon Redactie Patricia Westgeest Astrid van der Plank Webredactie Marlon Schaeffers Agenda Martijn van Andel Etalage Inez de Jong Systeembeheer Maarten van Noort Michael Adamse Anton van der Vlis Verspreiding Lucie Robbe Stagiairs Tony van Dijk (Milieuprijs) Gijs de Waal (Groepenboekje) Fenneke Thors (Groene Voetstappen) Wouter Kroes (Milieuprijs) Samenstelling bestuur Sergej Bulterman (voorzitter sinds 2002) Titia Lagerveld (penningmeester –benoemd 2002) Jeroen Verbart (secretaris sinds 2002) Marcel Jeucken (afgetreden 2002) Martij Bool (interim voorzitter - afgetreden 2002) Trui Waalwijk Sylvia van der Geest (afgetreden 2002) Gerdien Dijkstra (secretaris/interim penningmeester - afgetreden 2002) Jochem van der Waals (benoemd 2002) Martien Das
Henk Hendriks (benoemd 2002) Samenstelling Milieuraad Utrecht Bouwe Taverne (voorzitter) Mirjam Koopman (secretaris) Rene Boesten Ernst Vuijk Tilly Fast Bart van Geleuken Bregje van den Brand Patrick Aelmans Jolt Oostra Samenstelling Milieuprijscommissie Pieter van Vliet (voorzitter) Mirjam Koopman (secretaris) Henk Zandvliet Maarten van Deursen Ronald de Korte Hank van der Snoek Roland Pereboom
Colofon Uitgave Milieucentrum Utrecht, april 2003. Tekst: Milieucentrum Utrecht Eindredactie: Arie Bosma Vormgeving: Anton van der Vlis Foto’s: Milieucentrum Utrecht Dit jaarverslag is vervaardigd van 100% kringlooppapier Voor meer informatie Milieucentrum Utrecht Oudegracht 60 3511 AS Utrecht tel: (030) 2 36 72 40 fax: (030) 2 30 05 89 e-mail:
[email protected] website: www.milieuplein.nl Het MCU is geopend van maandag tot en met vrijdag van 09.30 tot 17.00 uur Met dank aan:
gemeente Utrecht Nationale Postcodeloterij Provincie Utrecht Fredfoundation - Hilversum