Jaarverslag 2011
Jaarverslag 2011 15e boekjaar
Stichting Pensioenfonds Staples Statutair gevestigd te Maastricht (Stichtingenregister Amsterdam nr. 41079169) Kantooradres: Hoogoorddreef 62 1101 BE AMSTERDAM
Stichting Pensioenfonds Staples
1
1
Jaarverslag
3 Kerncijfers 4 Personalia 5 Verslag van het bestuur 20 Verklaring verantwoordingsorgaan 21
Jaarrekening
22 Balans per 31 december 24 Staat van baten en lasten 25 Kasstroomoverzicht 26
Toelichting algemeen
26 Activiteiten 26 Pensioenregeling 27 Toeslagen 27 Financiering en premie 28 Herverzekering 28 Grondslagen algemeen 29 Grondslagen voor waardering van activa en passiva 31 Grondslagen voor resultaatbepaling 31 Mutatie technische voorziening 32 Grondslagen voor het kasstroomoverzicht 33
Toelichting balans
33 Activa
I n h o u ds o p g a v e
39 Passiva 41 Beleggingsportefeuille 42 Niet in de balans opgenomen verplichtingen 42 Risicobeheer 48
Toelichting staat van baten en lasten
48 Baten en lasten pensioenactiviteiten 54 Baten en lasten beleggingsactiviteiten 56
Overige informatie
56
Overige gegevens
56 Resultaatverdeling 56 Gebeurtenissen na balansdatum 57
Actuariële verklaring
2
Jaarverslag 2011
58
Controleverklaring
59
Begrippenlijst
KERNCIJFERS
Aantallen
2011
2010
2009
2008
2007
Deelnemers *)
875
814
839
1.302
1.389
Gewezen deelnemers 1) 4.995
5.181
5.443
5.684
7.366
Pensioengerechtigden 4.610
4.594
4.606
4.558
4.557
103
109
114
116
FLUIT-gerechtigden
74
Bedragen in miljoenen euro Surplus eigen vermogen
-41,9
11,6
17,7
-53,5
178,1
Technische Voorziening 653,7
610,0
559,7
556,9
511,7
Gehanteerde markt-/rekenrente 2,7%
3,4%
3,8%
3,6%
4,8%
89,7
86,3
73,7
92,1
5,8
5,7
5,6
4,0
Vereist eigen vermogen
97,5
Bruto premies en koopsommen
6,5
Beleggingsopbrengsten (totaal en na kosten)
27,7
75,6
112,0
-160,3
10,8
Uitkeringen (na aftrek van herverzekering) 2)
35,2
35,0
34,2
36,2
33,8
Totaal belegd vermogen 3) 709,3
711,3
657,5
577,1
778,1
3,8
3,1
2,3
3,0
Beleggingen voor risico van deelnemers
3,8
Beleggingen voor risico van de Stichting Pensioenfonds Staples 705,5
707,5
654,4
574,8
775,1
Dekkingsgraad 108,5%
116,6%
117,5%
103,6%
152,8%
Rendementspercentage beleggingen (op basis van balanswaarde): - direct beleggingsrendement **) 2,8%
3,0%
3,5%
3,6%
3,1%
- totaal beleggingsrendement ***) 4,5%
12,0%
20,5%
-21,1%
1,6%
1) in 2008 is het aantal gewezen deelnemers met 1.665 afgenomen door de afkoop van de kleine pensioenen 2) inclusief € 1,8 miljoen door afkoop van de kleine pensioenen in 2008 3) vanaf 2008 inclusief de onder activa opgenomen ‘vorderingen en overlopende activa’, ‘liquide middelen’ en ‘herverzekeringsdeel technische
voorziening’ en de onder passiva vermelde ‘schulden en overlopende passiva’ en ‘derivaten’
*)
inclusief de deelnemers met vrijstelling van premiebetaling wegens arbeidsongeschiktheid en met ingang van 1 augustus 2011
inclusief de nieuwe medewerkers van Staples Nederland Retail
**) voor kosten ***) inclusief ongerealiseerde marktwaarderingen
Stichting Pensioenfonds Staples
3
P E R S ON A L I A
Het bestuur per 1 mei 2012 Benoemd door de Raad van Bestuur van Staples Nederland Holding B.V. Bestuursleden Drs. W. van Dijk MTL, voorzitter
Plaatsvervangende bestuursleden Mw. mr. M.B.A. Capel (onder voorbehoud goedkeuring DNB)
Staples Nederland Holding B.V. Drs. M.Th.J. Graven, secretaris
Staples Nederland Holding B.V.
Staples Nederland Holding B.V. Mr. Drs. M.J.M. Haker, plv. voorzitter
Staples Nederland Holding B.V. T.J.W. van Varik RA Staples Nederland Holding B.V. Gekozen door de COR van Staples Nederland Holding B.V. Bestuursleden Drs. R.A.P.H. de Wolf RA
Plaatsvervangende bestuursleden Vacature
Staples Nederland Holding B.V A. J. Kraster FC, plv. secretaris
F. Bogaardt Drs. Pensioengerechtigden
Staples Nederland Holding B.V. E.R.R. Heuff Pensioengerechtigden Drs. G. Nijhuis MBA Pensioengerechtigden
Deelnemersraad Actieve deelnemers Ing. G.J. van der Kolk, secretaris
Staples Nederland Holding B.V. Mw. F.T.W. Groeneveld Staples Nederland B.V. D. de Rooij Tetterode-Nederland B.V. A. Corver
Pensioengerechtigden H.J. Vader, voorzitter F. Chr. Engelberts P.F. Lankhout Gewezen deelnemers G. Altena G. Kee, plv.voorzitter
Staples Nederland B.V.
Verantwoordingsorgaan Drs. G.M.H. Peters, voorzitter
Visitatiecommissie
Drs. B.N. Smith RC MGM Drs. J.H.H. Tuijp AAG namens de aangesloten ondernemingen Mw. drs. L.L.F. Rutgers R.W. Prommenschenckel RC namens de actieve deelnemers M. Tipker, secretaris Bestuursbureau namens de pensioengerechtigden
Beleggings- en controlecommissie
4
P.A.H. Martens, directeur
Accountant
Drs. M.Th.J. Graven, voorzitter J. Visser RA
Ernst & Young Accountants LLP
A.J. Kraster FC Drs. G. Nijhuis MBA
Certificerend- en Adviserend actuaris
Mr. H. Barbas Drs. B.P.H. Puijn RBA - extern deskundige
Mr. Dr. F.J. Ballendux - extern deskundige
Towers Watson B.V.
Jaarverslag 2011
Towers Watson B.V.
Beleggingsadviseur
V E R S L A G V A N H E T B E S T UU R
Voor u ligt het jaarverslag 2011 van de Stichting
De beleggingen voor risico van de deelnemers uit hoofde
Pensioenfonds Staples, opgesteld volgens de
van de modules Beschikbare Premie en Pensioenplus
bepalingen vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek,
worden beheerd en geadministreerd door ABN AMRO
boek 2, titel 9.
Pension Services.
Organisatie
Het Nederlands Compliance Instituut treedt op als
Het bestuur bestaat uit 8 leden, van wie 4 namens
compliance officer.
de werkgever, 2 namens de werknemers en 2 namens de pensioengerechtigden. Een werkgeverslid treedt op als voorzitter en een ander werkgeverslid is als vice-
Belangrijkste ontwikkelingen binnen het fonds
voorzitter aangesteld. Een werkgeverslid is als secretaris aangesteld en een werknemers- of gepensioneerdenlid
Naamswijziging van het fonds
is tot plaatsvervangend secretaris benoemd. Daarnaast
Het Pensioenfonds heeft als gevolg van de wijziging van
zijn er 3 plaatsvervangende bestuursleden.
de naam van de onderneming op 18 augustus 2011 haar
Per jaar vinden in de regel 4 bestuursvergaderingen
naam gewijzigd in Stichting Pensioenfonds Staples.
plaats. In 2011 hebben 5 bestuursvergaderingen plaatsgevonden.
Aangesloten ondernemingen Na de beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst
Voor de uitvoering van het door het bestuur vastgestelde
met Veenman B.V. per 31 december 2008 heeft een
beleggingsbeleid is in 2011 een beleggings- en controle-
zaak bij de kantonrechter gediend in verband met
commissie gevormd die bestaat uit interne en externe
de niet volledige betaling van de over het jaar 2008
deskundigen. BNP Paribas Investment Partners
verschuldigde premie. Wij zijn in het gelijk gesteld.
Netherlands N.V. is per 1 juli 2011 aangesteld als
Veenman B.V. heeft de nog verschuldigde premie
Fiduciair manager vermogensbeheer.
verhoogd met wettelijke rente aan ons overgemaakt.
Towers Watson B.V. treedt op als beleggingsadviseur en
Begin 2011 heeft Veenman B.V. hoger beroep
verleent ondersteunende diensten aan de beleggings-
aangetekend bij het Gerechtshof te ‘s-Gravenhage.
en controlecommissie.
Op 24 april 2012 heeft het Gerechtshof arrest gewezen. Het vonnis van de kantonrechter is vernietigd. Wij zijn
De dagelijkse uitvoering van het door het bestuur
veroordeeld tot het alsnog terugbetalen van 50% van
vastgestelde beleid wordt verzorgd door de voorzitter,
de over het jaar 2008 verschuldigde premie aan
de secretaris en de directeur van het pensioenfonds.
Veenman B.V.
De medewerkers van het bestuursbureau van het
Wijziging in de samenstelling van het bestuur
pensioenfonds zijn in dienst van Staples Nederland
Aan het einde van 2011 hebben zich de volgende
Holding B.V. Het betreft per 31 december 2011
wijzigingen voorgedaan: Mevrouw H. Lieftink en de heren drs. ir. E.A. ten Have
3 personen (2,4 op fulltime basis). De kosten van deze werknemers worden volledig doorbelast aan het pensioenfonds.
en drs. H.C. Brauckmann hebben het bestuur verlaten. De heer drs. G. Nijhuis MBA is afgetreden als bestuurslid namens de werkgever en is aansluitend
Ernst & Young Accountants LLP is als externe
benoemd tot bestuurslid namens de gepensioneerden
accountant aangesteld en Towers Watson B.V.
en heeft de plaats van de heer drs. F. Bogaardt
als certificerend en adviserend actuaris.
overgenomen. De heer Bogaardt is als plaatsvervangend bestuurslid
De uitvoering van de taken op het gebied van de pensioenrechtenvaststelling, uitkeringen en financiële
de opvolger van de heer Brauckmann. De heer drs. M. Th. J. Graven heeft de functie van
administratie zijn uitbesteed aan Blue Sky Group B.V.
secretaris van de heer Nijhuis overgenomen.
Stichting Pensioenfonds Staples
5
Begin 2012 is mevrouw mr. M.B.A. Capel benoemd
tot plaatsvervangend bestuurslid namens de werkgever. Zij volgt hiermee mevrouw Lieftink op. De heer drs. R.A.P.H. de Wolf RA treedt voorlopig op als de opvolger van de heer Ten Have.
gepensioneerden een Pensioenoverzicht ontvangen. Het vereenvoudigde “Jaarverslag in het kort 2010” is weer goed ontvangen. In 2012 zal er naast het formele “Jaarverslag 2011” weer een “Jaarverslag in het kort 2011” worden samengesteld. Eind 2011 is het driejaarlijkse tevredenheidsonderzoek
Wijziging in de samenstelling van de deelnemersraad
onder actieve deelnemers en de gepensioneerden
In de bestaande vacature is voorzien door de benoeming
uitgevoerd. De resultaten zijn in de maand april 2012
van mevrouw F.T.W. Groeneveld. Mevrouw E. Kuiper
aan de betrokkenen gecommuniceerd. Over de respons
heeft eind 2011 de deelnemersraad verlaten. De heer
van circa 30% zijn wij tevreden. De waardering van
A. Corver heeft haar plaats ingenomen.
de diverse communicatie uitingen wordt uitgedrukt in
De heer G. Altena is in maart 2012 benoemd als de
rapportcijfers die variëren van 7 tot 7,8. Op de gemaakte
vertegenwoordiger van de gewezen deelnemers.
op- en aanmerkingen is zoveel mogelijk een reactie
Hij neemt de plaats in van de heer G. Kee die zich
gegeven. Daarnaast is aan iedereen een overzicht van
bereid heeft verklaard om zijn lidmaatschap voorlopig
de veelgestelde vragen met bijbehorende antwoorden
als plaatsvervanger voort te zetten.
verstrekt. Wij hebben geconstateerd dat zowel door de actieve deelnemers als de gepensioneerden het nut van
Wijziging in de samenstelling van de beleggings- en
een lezerspanel wordt onderkend. Een aantal van hen
controlecommissie
heeft te kennen gegeven aan het lezerspanel te willen
Met ingang van 1 juli 2011 is BNP Paribas Investment
deelnemen. Wij willen nogmaals iedereen bedanken voor
Partners Netherlands N.V. benoemd tot fiduciair
de geleverde bijdrage. Dit biedt ons de gelegenheid om
manager vermogensbeheer. In samenhang hiermee is
de communicatie nog verder te verbeteren.
de bestaande beleggingscommissie omgevormd tot de beleggings- en controlecommissie. Dit heeft er toe
Compliance
geleid dat het lidmaatschap van de externe adviseur,
Onze compliance officer heeft in de rapportage over
de heer drs. L.K. Dijkstra, per 1 juli 2011 is beëindigd.
de naleving van de "Gedragscode Stichting Pensioenfonds Staples" over de periode 1 januari tot
Wijziging in de samenstelling van de
en met 31 december 2011 geconstateerd dat geen
visitatiecommissie
van de verbonden personen en insiders in strijd met
In het voorjaar van 2012 heeft zich een personele
de Gedragscode heeft gehandeld.
wijziging voorgedaan. Na een lidmaatschap van ruim
Naast de Gedragscode is sinds 2009 als onderdeel van
2 jaar hebben wij afscheid genomen van de heer
het Integriteitsbeleid de “Regeling Misstanden” van
C.Th. de Wuffel. Mevrouw drs. L.L.F. Rutgers heeft
kracht. Door de toepassing van de Compliance Chart
de plaats van de heer De Wuffel ingenomen.
wordt er regelmatig een update gegeven van de status van de diverse onderdelen die deel uitmaken van het
Wij danken alle betreffende (plaatsvervangende)
Integriteitsbeleid.
bestuursleden, het deelnemersraadslid, de leden van de beleggingscommissie en de visitatiecommissie hartelijk
Herstelplan
voor de bijdrage die zij, in enkele gevallen gedurende
Het pensioenfonds heeft ingevolge artikel 138 van
vele jaren, aan de ontwikkeling van ons pensioenfonds
de Pensioenwet een langetermijnherstelplan bij
hebben geleverd.
De Nederlandsche Bank (DNB) ingediend. Het herstelplan is erop gericht dat binnen 15 jaar het reservetekort
6
Communicatie
wordt opgeheven en het pensioenfonds weer beschikt
Evenals de afgelopen jaren hebben de actieve
over het vereist eigen vermogen. Het pensioenfonds
deelnemers een Uniform Pensioenoverzicht en de
heeft ingevolge artikel 140 van de Pensioenwet tevens
Jaarverslag 2011
een kortetermijnherstelplan bij DNB ingediend. Het
Daarnaast heeft de deelnemersraad een ongevraagd
herstelplan is erop gericht dat binnen een termijn van pensioenfonds weer beschikt over het minimaal vereist
advies gegeven over de volgende onderwerpen: De behoefte aan een gedachtewisseling over de gevolgen van het Pensioenakkoord
eigen vermogen. Mocht het herstel achterblijven
Het moment waarop helderheid wordt gegeven over
bij de verwachting, dan zal worden overgegaan op
definitieve vaststelling van de toeslagen over enig jaar
de maximum hersteltermijn voor opheffing van het
De verdere kennisverdieping van de deelnemersraad
drie jaar het dekkingstekort wordt opgeheven en het
dekkingstekort van vijf jaar. De hersteltermijn vangt aan
op het gebied van de beleggingen.
op 1 januari 2009. Er wordt uitgegaan van bestaand premiebeleid, toeslagenbeleid en beleggingsbeleid.
Verantwoordingsorgaan
Door een trager herstel van de financiële markten is
Gedurende het jaar 2011 is het verantwoordingsorgaan
ondanks de gedeeltelijke toeslagverlening en een extra
tweemaal bijeengekomen. Hierbij zijn het jaarverslag
premiestorting van de aangesloten ondernemingen
2010 en de stand van zaken rond een aantal actuele
het herstel iets minder dan was aangenomen.
onderwerpen aan de orde gekomen.
Volgens het herstelplan moet de dekkingsgraad per 31 december 2011 uitkomen op 109%, terwijl de feitelijke
Visitatiecommissie
dekkingsgraad per 31 december 2011 108,5% bedraagt.
Begin 2010 heeft de eerste volledige visitatie plaatsgevonden. Aan de hand van de 20 aanbevelingen
Governance en medezeggenschap
heeft het bestuur een actielijst samengesteld
Met ingang van 2007 zijn de bepalingen in de
waarvan de voortgang in het najaar van 2011 met
Pensioenwet voor goed bestuur en medezeggenschap
de visitatiecommissie is besproken. Inmiddels zijn
in werking getreden. Wat betreft goed pensioenfonds-
nagenoeg alle aanbevelingen uitgevoerd.
bestuur verwijst de wet naar de in 2005 opgestelde
In de loop van 2012 zal weer een nieuwe visitatie worden
Principes voor goed pensioenfondsbestuur van de
uitgevoerd. Het hiervoor samengestelde Plan van
Stichting van de Arbeid. Deze Principes betreffen voor
aanpak is door het bestuur goedgekeurd.
een deel het functioneren van het bestuur zelf, zoals zorgvuldigheid, openheid in termen van transparantie
Deskundigheid
van bevoegdheden en beleid, heldere communicatie,
Deskundigheid van pensioenfondsbesturen is
toegankelijkheid voor klachten en deskundigheid van
al verschillende jaren een onderwerp dat in de
het bestuur. Ook in 2011 is hieraan uitvoering gegeven.
belangstelling staat. In de bestaande regelgeving is
Dit betreft in het bijzonder het goed functioneren van
het een uitgangspunt dat een bestuur als geheel ten
het verantwoordingsorgaan en van intern toezicht via
minste voldoende deskundig moet zijn op de acht
een visitatiecommissie. De medezeggenschap is in ons
door De Nederlandsche Bank (DNB) geformuleerde
fonds al in 2003 gerealiseerd door het instellen van de
beleidsterreinen. Pensioenfondsen moeten over
deelnemersraad.
een deskundigheidsplan beschikken. In dit plan is vastgelegd op welke wijze de gewenste deskundigheid
Deelnemersraad
bevorderd en gewaarborgd wordt.
In 2011 is de deelnemersraad in totaal drie maal bij elkaar
In het plan zijn de zogenoemde ‘eindtermen’
gekomen en hebben zij over de volgende onderwerpen
opgenomen waar een bestuurder respectievelijk na
advies gegeven: Jaarverslag 2010 Aanpassing van de statuten en huishoudelijk reglement (naamswijziging pensioenfonds)
één jaar en na drie jaar aan moet voldoen. In deze
Aanpassing pensioenreglement (per 1 augustus 2011) Vaststelling toeslagen 2012.
functionarissen aangegeven, zoals voor leden van
eindtermen wordt een onderscheid gemaakt tussen kennis en oordeelsvorming. Bij wijze van handreiking zijn in het plan van aanpak ook normen voor andere deelnemersraden en verantwoordingsorganen. Deze
Stichting Pensioenfonds Staples
7
normen zijn afgeleid van de eindtermen. Daarnaast
actieve en gewezen deelnemers als aan de pensioen-
voorziet het plan in de ontwikkeling van methoden
gerechtigden een toelichting gegeven op de gevolgen
voor toetsing van deskundigheid en certificering
van de financiële crisis.
van opleidingen. De nieuwe bestuursleden hebben de individuele toets met een goed resultaat uitgevoerd. Het des-
De nieuwe deelnemers hebben de startbrief binnen de gestelde termijn ontvangen. Voor de deelnemers aan de Beschikbare Premieregeling
kundigheidsplan is geactualiseerd. De voor een
en de per 1 januari 2008 bevroren module Pensioenplus
aantal (plaatsvervangende) bestuursleden opgestelde
is uitvoering gegeven aan onze zorgplicht met betrekking
opleidingsplannen zijn inmiddels uitgevoerd. Daarmee
tot de toetsing van de actuele beleggingsmix aan
is het benodigde kennisniveau op het gewenste peil
de gewenste mix op basis van het betreffende
gebracht.
beleggingsprofiel.
De nieuwe (plaatsvervangende) bestuursleden
Alle actieve deelnemers hebben vóór 1 oktober 2011
maken gebruik van de opleidingsmogelijkheden
het Uniform Pensioenoverzicht 2010 ontvangen.
van de Towers Watson Academy.
Dekkingsgraad Toezicht
De dekkingsgraad op grond van het Financieel Toetsingskader (FTK) bedraagt ultimo 2011 108,5%.
De Nederlandsche Bank
Het vermogen is € 55,6 miljoen hoger dan de technische
Het bestuur onderschrijft de noodzaak van goed extern
voorziening (TV). Volgens het FTK bedraagt het vereiste
toezicht op de pensioensector en hecht waarde aan
eigen vermogen ultimo 2011 € 97,5 miljoen. Gelet op
een goede, open relatie met de toezichthouder(s). Het
de richtlijnen van DNB is er ultimo 2011 sprake van een
bestuur stelt regelmatig contact met De Nederlandsche
reservetekort.
Bank (DNB) op prijs. Op grond van de wettelijke voorschriften zijn het
Continuïteitsanalyse
jaarverslag en de Actuariële- en bedrijfstechnische nota
In het kader van het herstelplan is begin 2009 een
(ABTN) ter kennis gebracht van DNB. Verder heeft het
nieuwe continuïteitsanalyse uitgevoerd, waarbij
bestuur kennisgenomen van de verschillende circulaires
rekening is gehouden met de actuele economische
van DNB en daaraan uitvoering gegeven.
veronderstellingen en de geschatte dekkingsgraad per
Het afgelopen jaar zijn aan het fonds geen dwang-
ultimo december 2008. De resultaten van deze analyse
sommen of boetes opgelegd. Er zijn door DNB geen
vormen ondermeer de basis voor de vaststelling van
aanwijzingen aan het fonds gegeven, noch is een
het zogenaamde Toeslagenlabel dat met ingang van
bewindvoerder aangesteld of is bevoegdheids-
2009 in alle uitingen aan de (gewezen) deelnemers en
uitoefening van organen van het fonds gebonden
pensioengerechtigden wordt gebruikt.
aan toestemming van de toezichthouder.
In de loop van 2012 wordt er weer een nieuwe
In verband met de vervaardiging van het korte- en
continuïteitsanalyse uitgevoerd.
langetermijnherstelplan heeft er constructief overleg plaatsgevonden met onze toezichthouder.
8
Klachten- en geschillenregeling
In de klachten- en geschillenregeling van het fonds is
Autoriteit Financiële Markten
vastgelegd dat een belanghebbende een klacht kan
Ons communicatiebeleid is vastgelegd in het
indienen.
communicatieplan. Dit plan is aangepast aan de actuele
Dit kan als de betrokkene het niet eens is met de wijze
ontwikkelingen in 2011. In mei 2009 is aan zowel alle
waarop de statuten of het pensioenreglement worden
Jaarverslag 2011
pensioengerechtigden
toegepast of van mening is onjuist behandeld te zijn. De klachtenregistratie van het fonds betreft niet alleen
van 0,35% over de per 31 december 2010 uit te
formele klachten, maar ook kritische vragen en signalen
keren pensioenen. Het percentage komt overeen
van belanghebbenden.
met 25% van de ontwikkeling van het betreffende
Een klacht wordt in eerste instantie behandeld door de
prijsindexcijfer over de periode van oktober 2009
administrateur van het fonds, waarna beroep bij het bestuur mogelijk is. Als een klager het niet eens is met het oordeel van het bestuur, kan de betrokkene zich wenden tot de Ombudsman Pensioenen. Daarnaast
tot oktober 2010.
Situatie per 1 januari 2012 In de bestuursvergadering van 9 december 2011 heeft
bestaat de mogelijkheid van de gang naar de rechter.
het bestuur besloten een voorlopige toeslag te verlenen
In 2011 zijn geen formele klachten ingediend.
aan de: actieve deelnemers
Toeslagen
van 1% over de per 31 december 2011 opgebouwde
Het fonds streeft ernaar de opgebouwde
pensioenen. Deze toeslag komt volledig voor rekening
pensioenrechten van de actieve deelnemers
van de aangesloten ondernemingen.
jaarlijks aan te passen aan de ontwikkeling van het
gewezen deelnemers
CBS-loonindexcijfer (“CAO-lonen per maand, inclusief
van 0% over de per 31 december 2011 opgebouwde
bijzondere beloningen, van particuliere bedrijven”). Het fonds streeft ernaar de opgebouwde
pensioenen. pensioengerechtigden
pensioenrechten voor de gewezen deelnemers en
van 0% over de per 31 december 2011 uit te keren
de ingegane pensioenen jaarlijks aan te passen aan
pensioenen.
de ontwikkeling van het CBS-prijsindexcijfer (“CPI voor alle huishoudens, afgeleid”).
Het bestuur zal aan het einde van 2012 aan de hand van de actuele dekkingsgraad bezien of er een mogelijkheid
Situatie per 1 januari 2011 In de bestuursvergadering van 10 december 2010 heeft
is om alsnog de per 1 januari 2012 verleende toeslagen geheel of gedeeltelijk aan te vullen tot de volledige
het bestuur besloten een voorlopige toeslag te verlenen
toeslagen.
aan de: actieve deelnemers
Financiering en premie
van 0,64% over de per 31 december 2010
De zuivere kostendekkende premie voor 2011 bedraagt
opgebouwde pensioenen. Het percentage komt
€ 6.602 miljoen. Rekeninghoudend met een rekenrente
overeen met 100% van de ontwikkeling van het
die is gebaseerd op de verwachte waarde van het
loonindexcijfer over de periode van oktober 2009
toekomstig rendement bedraagt de gedempte premie
tot oktober 2010. De aangesloten ondernemingen
€ 4.876 miljoen.
hebben 75% van de daaraan verbonden kosten voor
De ontvangen feitelijke premie bedraagt € 6.483 miljoen.
hun rekening genomen. gewezen deelnemers
Het verschil wordt grotendeels veroorzaakt door een aanvullende (onverplichte) extra premiebetaling door
van 0,35% over de per 31 december 2010
de aangesloten ondernemingen. Het verschil tussen
opgebouwde pensioenen. Het percentage komt
de zuivere kostendekkende premie en de ontvangen
overeen met 25% van de ontwikkeling van het
feitelijke premie wordt mede veroorzaakt door de
betreffende prijsindexcijfer over de periode van
mutaties in de loop van 2011, de extra incidentele
oktober 2009 tot oktober 2010.
koopsommen en de extra kosten verbonden aan de eerdere gebruikmaking van de FLUIT.
Stichting Pensioenfonds Staples
9
1,528 1,446
1,418
A dmi n istratiek o ste n
1,231 1,067
0,28 0,22
0,25
0,20
0,21
in miljoen euro percentage van de pensioenverplichtingen
2011
2009
2010
2008
2007
3,210
2,835
B ele g g i n g sk o ste n
2,604
2,229
1,724
0,45
in miljoen euro
0,40
0,40
0,29
0,30
2011
2010
2009
2008
percentage van het totale fondsvermogen
2007
Kosten
10
Pensioenuitvoeringskosten
Beleggingskosten
De totale kosten voor de pensioenuitvoering zijn
De beleggingskosten bedragen in totaal € 3,210 miljoen,
€ 1,446 miljoen, dit is circa 0,22% van de verplichtingen
dit is circa 0,45% van het totaal belegd vermogen
(2010: € 1,231 miljoen respectievelijk circa 0,20%).
(2010: € 2,835 miljoen respectievelijk circa 0,40%).
Jaarverslag 2011
Pensioenreglementen en statuten Met ingang van 1 augustus 2011 is de geharmoniseerde
pensioengevende salarissen is verschoven van
pensioenregeling 2011 van kracht. Deze regeling is een
1 januari naar 1 april.
nagenoeg ongewijzigde voortzetting van de bestaande
De statuten zijn in verband met de nieuwe naam van
N-regeling, waarbij de jaarlijkse aanpassing van de
het pensioenfonds op 18 augustus 2011 gewijzigd.
Pensioengerechtigden en uitkeringen
2011
2010
2009
2008
2007
FLUIT-gerechtigden
74
103
109
114
116
Ouderdomspensioen
2.888
2.821
2.823
2.755
2.734
Partnerpensioen
1.590
1.627
1.625
1.635
1.640
Wezenpensioen
26
29
34
34
35
Arbeidsongeschiktheidspensioen
106
1.117
124
134
1.148
4.684
4.697
4.715
4.672
4.673
Ouderdomspensioen
26,10
26,61
25,63
25,71
25,49
Partnerpensioen
7,62
7,87
7,87
7,60
Aantal pensioen- en FLUIT-gerechtigden per 31 december
Uitkeringen na aftrek van herverzekering (x 1 miljoen euro) 8,36
Wezenpensioen
0,09
0,08
0,09
0,09
0,09
Arbeidsongeschiktheidspensioen
0,39
0,41
0,52
0,24
0,35
Andere uitkeringen
0,28
0,24
0,11
2,24
0,28
Netto uitkeringen
35,22
34,96
34,22
36,15
33,81
Risicomanagement Het bestuur heeft haar beleid verwoord in de Actuariële-
Hierna volgt een nadere toelichting op de voornaamste
en bedrijfstechnische nota (ABTN).
risico’s die door het bestuur zijn onderkend, alsmede op
De risico’s die daarin genoemd worden zijn:
het beleid van het bestuur voor het beperken van
1. Beleggingsrisico’s
de risico’s:
- Marktrisico
- Rentemismatchrisico
Beleggingsrisico’s
- Valutarisico
Marktrisico
- Kredietrisico
Het marktrisico is het risico dat door de ontwikkeling
2. Verzekeringstechnische risico’s
van marktprijzen (veroorzaakt door factoren die
3. Omgevingsrisico
samenhangen met een individuele belegging,
4. Operationele risico’s
de uitgevende instelling of generieke factoren)
- Uitbestedingsrisico
waardewijzigingen plaatsvinden. Wijzigingen in
- IT-risico
marktomstandigheden hebben altijd direct invloed
- Integriteitsrisico
op het beleggingsresultaat, omdat alle beleggingen
- Juridisch risico
worden gewaardeerd op marktwaarde waarbij
Stichting Pensioenfonds Staples
11
waardewijzigingen onmiddellijk worden verwerkt in
Verzekeringstechnische risico’s
het saldo van baten en lasten. Het marktrisico wordt
Het belangrijkste verzekeringstechnische risico is het
beheerst door het aanbrengen van een goede spreiding
langlevenrisico. Dit is het risico dat deelnemers langer
binnen de portefeuille (diversificatie). Periodiek vindt een
blijven leven dan verondersteld bij de vaststelling van de
gedetailleerde risico/rendements analyse plaats van de
premie en de berekening van de Technische Voorziening
beleggingsportefeuille.
(TV). Met ingang van 2010 heeft het fonds de TV berekend op basis van de zogenaamde prognosetafel AG 2010-
Rentemismatchrisico
2060 met correcties voor ervaringssterfte. Hierdoor
Het rentemismatchrisico is het verschil in rente-
wordt rekening gehouden met de jongste inzichten
gevoeligheid tussen de portefeuille vastrentende
met betrekking tot de toekomstige verbetering van de
waarden (voornamelijk obligaties) en de technische
levensverwachting.
voorziening. De rentegevoeligheid van de pensioenverplichtingen is als gevolg van de langere looptijden
Operationele risico’s
hoger dan die van de portefeuille obligaties. Een
Het operationeel risico is het risico dat optreedt bij de
daling van de marktrente leidt tot een stijging van de
uitvoering van de pensioen- en beleggingsactiviteiten,
technische voorziening, die slechts voor een deel wordt
als gevolg van niet afdoende of falende interne
gecompenseerd door een stijging van de waarde van
processen, menselijk gedrag en systemen of als
de portefeuille obligaties. Het rentemismatchrisico is voor
gevolg van externe gebeurtenissen.
circa 60% afgedekt.
Dit risico wordt beperkt door de ISAE 3402-rapportage die het fonds van de diverse uitvoerders heeft ontvangen.
Valutarisico Het fonds belegt ook buiten het euro gebied, waardoor
Voor een nadere toelichting op de risico’s en het
het fonds gevoelig is voor koersschommelingen van
beheersingsbeleid wordt verwezen naar de paragraaf
de betreffende valuta ten opzichte van de euro. Om dit
Risicobeheer van de jaarrekening.
niet renderende risico te beperken, dekt het fonds alle vastrentende beleggingen in vreemde valuta af naar de
Beleggingen
euro. Voor alle overige beleggingen wordt in de regel de Amerikaanse dollar, het Britse pond en de Japanse
Achtergrond
yen voor 50% afgedekt naar de euro. Hierbij worden de
2011 was een turbulent jaar voor onze beleggingen. De
beleggingen in opkomende markten en het Verre Oosten
wereldeconomie verbeterde in de laatste maanden van
(exclusief Japan) gezien als beleggingen in dollars.
2010 en de eerste maanden van 2011. De groei werd echter negatief beïnvloed door een aantal factoren
Kredietrisico
waaronder de snel stijgende olieprijs als gevolg van
Het fonds sluit contracten af met tegenpartijen. Hierdoor
politieke onrust in Noord-Afrika en het Midden-Oosten,
loopt het fonds een risico, indien deze tegenpartijen hun
de grote overheidstekorten in de Verenigde Staten waar
verplichtingen tegenover het fonds niet nakomen. Het
de overheid wanbetaling op haar schuld op het laatste
tegenpartijrisico verbonden aan de inzet van afgeleide
moment voorkwam en de staatsschuldcrisis in de
financiële instrumenten wordt op marktconforme wijze
eurozone.
beheerst door het storten van onderpand bij bepaalde marktbewegingen. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt
Verenigde Staten
van verschillende tegenpartijen met een goede reputatie
De Amerikaanse economie verzwakte in de eerste
waardoor dit risico wordt beperkt.
jaarhelft na een degelijke groei in de tweede jaarhelft van 2010. Dit leek aanvankelijk een tijdelijk probleem,
12
Jaarverslag 2011
veroorzaakt door de stijgende olieprijzen en de
cijfers en de economie bleef krimpen in de tweede
onderbrekingen in de leveringen na de aardbeving
jaarhelft. Japan is andermaal in een recessie beland.
en tsunami in Japan, maar de vertraging kreeg een permanent karakter en de recessievrees laaide weer
Opkomende markten
op. Na een verlaging van de rating voor Amerikaans
In het eerste halfjaar van 2011 eiste de strijd tegen de
staatspapier kreeg het zwakke vertrouwen een nieuwe
stijgende inflatie nog alle aandacht van de centrale
deuk. Toch verbeterde de economie in het derde en
banken in de opkomende markten. De groei in veel van
vierde kwartaal, vooral omdat de consument zijn
die markten bleek niet volledig bestand tegen de recente
spaargeld aansprak om zijn uitgaven op peil te houden.
wereldwijde vertraging en de monetaire verkrapping.
De arbeidsmarkt verbeterde licht, maar niet genoeg voor
Maar met een lage of zelfs negatieve reële rente in
een duurzaam herstel.
sommige opkomende landen, is het monetaire beleid nog niet krap en de groei lijkt er veeleer te matigen dan sterk
Europa
af te nemen. Toch wijzen de voorlopende indicatoren op
De groei in de eurozone was bescheiden in de eerste
een trager momentum dan uit andere indicatoren blijkt.
jaarhelft van 2010, deels door de strenge winter in het laatste kwartaal van het jaar. Hierdoor kon de economie
Monetair beleid
van de eurozone sterk groeien in het eerste kwartaal
De laatste twaalf maanden was de staatsschuldcrisis
van 2011. Maar in het tweede kwartaal vertraagde het
één van de grootste punten van zorg voor de Europese
momentum. In het derde kwartaal is de economie van
Centrale Bank “ECB”. Om de werking van de obligatie-
België, Ierland, Nederland en Portugal zelfs gekrompen.
markten in de perifere landen te garanderen heeft
Dankzij de redelijke groei in Duitsland en tot op zekere
de ECB in totaal voor 221 miljard euro staatspapier
hoogte ook in Frankrijk, bleef de groei voor de hele
aangekocht sinds de start van het programma in
eurozone nog net positief. De staatsschuldcrisis
mei 2010. In 2011 kocht de ECB in maart beperkte
bleef aanhouden en Griekenland, Ierland en Portugal
hoeveelheden obligaties om veilingen van Spaans,
kregen financiële steun. In juli bereikten de leiders van
Italiaans en Portugees papier te ondersteunen. In
de eurozone een akkoord over onder meer een extra
augustus liepen de risicospreads op Italiaanse en
reddingspakket voor Griekenland, een uitbreiding
Spaanse obligaties op en zag de ECB zich gedwongen
van het EFSF-noodfonds van de eurozone dat ook
om op te treden. Ze bleef obligaties kopen tot het einde
meer bewegingsruimte krijgt en over minder strenge
van de periode onder verslag met een nieuwe golf van
voorwaarden voor leningen aan Griekenland, Ierland
massale inkoop in november. Banken in Griekenland,
en Portugal. Een nieuw akkoord in december dat de
Ierland en Portugal, in toenemende mate ook in andere
nadruk legde op strengere begrotingsregels maar geen
perifere landen en zelfs in een aantal kernlanden, krijgen
oplossing bood voor acute problemen zoals de hoge
steeds moeilijker financiering via de markten. De ECB
Italiaanse obligatierente maakte evenmin indruk op
moest liquiditeit verstrekken om een ineenstorting van
de markten.
het financiële systeem te voorkomen. In december kondigde de ECB een onbeperkt aanbod van driejarige
Japan
leningen aan de banksector aan. In de zomer van 2010
Het Japanse Bruto binnenlands product “Bbp” kromp
vertraagde de Amerikaanse economie en dook er
fors in het eerste kwartaal van dit jaar. De economie was
deflatiegevaar op. Daarom zette de Fed een tweede
al zwak, maar na de aardbeving en tsunami in maart
ronde van monetaire versoepeling in, een programma
kwam de activiteit bijna tot stilstand in de getroffen
voor de aankoop van schatkistpapier voor een bedrag
gebieden. Dit was duidelijk zichtbaar in de economische
van 600 miljard USD dat van november 2010 tot juni 2011 liep.
Stichting Pensioenfonds Staples
13
Valutamarkten
Aandelenmarkten
Op het einde van de periode onder verslag bedroeg de
Wereldwijde aandelen daalden met 6,5% in eurotermen.
wisselkoers van de euro tegenover de Amerikaanse dollar
Met een daling van 17,8% deden aandelen uit de
nagenoeg even veel als aan het begin van de periode:
opkomende landen het aanzienlijk slechter dan aan-
1,30 US dollar per euro aan het einde vergeleken met
delen uit de ontwikkelde landen die met 4,6% daalden.
1,33 bij aanvang. In de tussentijd deden zich echter grote
Aandelen uit de opkomende markten verzwakten
fluctuaties voor. Omdat de economie van de eurozone vrij
vanaf begin 2011 tot aan de correctie van aandelen
ongeschonden uit de Ierse reddingsoperatie in november
uit de ontwikkelde landen in maart. Stijgende inflatie
2010 leek te komen en omdat de ECB haar monetair
en aanzienlijke monetaire verkrapping wakkerden
beleid stilaan verkrapte won de euro terrein tot circa
de vrees voor een harde landing van een aantal
1,50 in mei. De Japanse yen eindigde in 2010 net
opkomende economieën aan. Maar de terugkeer
onder de 82. Vanaf dat niveau steeg de yen verder
van de risicobereidheid in april pakte gunstig uit
tegenover de Amerikaanse dollar tot 77 op het einde
voor aandelen uit de opkomende landen. Eind juli en
van de verslagperiode.
begin augustus daalden de aandelenmarkten. De staatsschuldcrisis in de eurozone verergerde en in de
Obligatiemarkten
Verenigde Staten kon een wanbetaling van de overheid
Over de verslagperiode daalde de Amerikaanse rente
maar net worden vermeden toen het land zijn zelf
van 3,4% tot 1,9%. In Duitsland was sprake van een wat
opgelegde schuldplafond naderde. Toch verlaagde een
meer bescheiden daling van 2,9% tot 1,8%. Eind 2010
van de kredietbeoordelaars de rating van Amerikaans
en de eerste maanden van 2011 verbeterde de wereld-
schuldpapier. Ondertussen kreeg de dip een meer
economie en deden risicovolle activa het dankzij een
permanent karakter. De Amerikaanse werkgelegenheid
overvloed aan liquiditeit goed. De olieprijzen stegen.
groeide niet langer en de voorlopende indicatoren
In de eerste helft van 2011 duwde de onrust in het
verzwakten significant.
Midden-Oosten en Noord-Afrika de prijzen omhoog. De obligatierente piekte in februari op 3,7% in de VS
Beleggingen 2011
en op 3,5% in Duitsland in april. Daarna daalde de rente opnieuw. De sterke dalingen in de aandelenmarkten in juli
Totaal Rendement
en augustus gaven aanleiding tot een vlucht naar veilige
Op totaal niveau bedroeg het rendement van het fonds
havens. Hierdoor daalde de obligatierente naar lang-
4,5%, een outperformance van 2.0 procentpunt ten
jarige dieptepunten. Tegen het einde van het jaar steeg
opzichte van de benchmark die 2,5% presteerde. De
het tarief marginaal, maar vanuit historisch perspectief
belangrijkste bijdrage aan de positieve performance
bleef het niveau extreem laag. De Europese obligatie-
kwam van de categorie vastrentende waarden, met
markten van de perifere landen waren gedurende de hele
name door de inzet van rente swaps. Ook de categorieën
verslagperiode volatiel. De risicospreads op staatspapier
commodities en alternatieve beleggingen droegen
uit de perifere landen van de eurozone liepen fors uit,
hieraan bij. Voornamelijk aandelen maar ook vastgoed
vooral in Griekenland en Portugal.
droegen negatief bij aan het resultaat. De dekkingsgraad is in 2011 gedaald van circa 116,6% aan het eind van 2010 naar circa 108,7% aan het eind van 2011. Dit werd met name veroorzaakt door de sterk gedaalde rente.
14
Jaarverslag 2011
Onderstaande tabel geeft het rendement van het vermogen weer gedurende het jaar 2011. Daarnaast is de performance weergegeven die in de verschillende vermogenscategorieën behaald is.
T O TA L E P O R T E F E U I L L E I N %
20,5
12,0
4,5
rendement 1,6
2011
2009
2010
2008 2008
gemiddelde rendement
2007
R e n deme n t per A sset C lass i n %
-21,1
26,8 21,2
18,7
9,4
9,1
9,3
7,2
2011 2010
n
e ard
len
de
n Aa
-7,4
d
ten
en str Va
ed
o dg
n ere
ro
On
ies
dit
a ew
o mm
Co -8,1
eb
ev
ati
rn lte
n
ge
gin
g ele
A
Stichting Pensioenfonds Staples
15
54,0
A S S E T A L L O C AT I E I N %
52,0
34,3 27,2
8,5
8,2
2011 5,1
5,4
4,8
n
ele
nd
Aa
en
ard
a ew
nd
te
n tre
d
oe
dg
n ere
Co
nro
O
s Va
ies
dit
o mm
er Alt
eb
v
tie
na
n
ge
gin
g ele
y nc
e urr
C
ay
erl
ov
n
ge
gin
g ele
eb
g
eri
Ov
2010
2,2
0,4
n ate -1,6
riv
De
Vastrentende waarden
een derde van de vastrentende portefeuille, ten koste
De vastrentende portefeuille bestond eind 2011 uit de
van de staats indexleningen portefeuille. Binnen de
volgende onderdelen: Euro staatsobligaties, Euro staats-
staats indexleningen portefeuille zijn de langste Franse
indexleningen, Euro bedrijfsobligaties, USD genoteerde
staats indexleningen verkocht. Tot slot is de rente swap
bedrijfsobligaties en de rente swap portefeuille. Het
portefeuille uitgebreid en aangepast om een betere
beheer van de vastrentende portefeuille is in de loop
aansluiting met het verplichtingenpatroon te krijgen.
van het jaar op een aantal punten gewijzigd.
Eind 2011 was circa 60% van het renterisico van
Gezien het gewijzigde risicoprofiel van Frankrijk zijn
de nominale verplichtingen afgedekt. De totale
binnen de Euro staatsobligatie portefeuille nagenoeg
vastrentende portefeuille (exclusief renteswaps)
alle Franse staatsobligaties verkocht en vervangen
behaalde een rendement van 9,1%, dit is 0,2% lager
door Nederlandse staatsobligaties en Nederlandse
dan de intern gehanteerde benchmark. Het rendement
agency obligaties. Verder zijn alle lange staatsleningen
van de vastrentende portefeuille inclusief renteswaps
(langer dan 20 jaar) vervangen door leningen met een
bedroeg 15,2%. De renteswap portefeuille, voornamelijk
kortere looptijd. De allocatie naar de Euro staatsobligatie
lange rente swaps, profiteerde van de dalende rente in
portefeuille is aan het eind van het jaar verhoogd tot circa
de tweede helft van 2011.
96,7
A L L O C AT I E V A S T R E N T E N D E WAARDEN IN %
90,0
8,6 1,1
16
Jaarverslag 2011
n
nte
tre
s Va
0,3
s en tie n ing ga bli ndse len o e e fo ds erd tie an ote iga erh en n obl nd g o s e ur ge eri Be Ov
0,3
1,9
n
rde
aa
w de
1,1
2010
ken
the
po Hy
2011
Aandelen en Vastgoed De aandelenportefeuille bestaat uit twee wereldwijde
rendement behaald van -7,4%, aanzienlijk lager dan de
portefeuilles, Global Value en Global Growth, en twee
interne benchmark van -4,9%.
‘satelliet’ portefeuilles in het Verre Oosten en Emerging Markets. De Global Value aandelen portefeuille is in
De vastgoed portefeuille rendeerde in 2011 ook nega-
2011 van actief management naar passief management
tief, -8,1%. Het rendement van de interne benchmark
gebracht. De portefeuille heeft in 2011 een negatief
bedroeg -6,0%.
45,1
38,5
A L L O C AT I E A A N D E L E N NAAR REGIO IN %
33,7
24,5
16,7 14,6
6,7
5,6 3,0
4,6
4,2
2,8
2011 2010
ten
a
rop
Eu
e igd
da
Ca
n
pa
na
Sta
Ja
n
re Ve
sia
A
ic
cif
Pa
. ex
ten
n
pa
Ja
ark
en
om
k Op
m de
A L L O C AT I E O n r o ere n d g o ed NAAR REGIO IN %
39,6 36,8
28,2
27,4 24,1 21,2
11,5 9,4
2011 1,5
a
ten
rop
Eu
e igd
Sta
n
pa
Ja
n
re Ve
A
sia
i
cif
Pa
an
ap
.J
x ce
0,3
2010
g
eri
Ov
Stichting Pensioenfonds Staples
17
Commodities
Uitvoering beleggingsbeleid
Het fonds participeert in twee beleggingen waarvan het
In het kader van het onderwerp “Toekomstverkenning
rendement is gekoppeld aan commodity (goederen)
pensioenfonds” is door het bestuur aan de stuurgroep
markten. De twee beleggingen passen verschillende
gevraagd om voorstellen te doen om de continuïteit
strategieën toe. Door aangepaste ‘trading rules’ en
en kwaliteit in de aansturing van het pensioenfonds te
allocatie naar individuele grondstoffen streven de
waarborgen.
fondsbeheerders ernaar om een beter rendement
Om de operationele risico’s op het gebied van het
te behalen dan de algemene commodity index. Het
vermogenbeheer te verkleinen is in september 2010 een
fonds slaagde ook in 2011 in deze opzet. Het behaalde
selectiecommissie gestart met een onderzoek naar de
rendement was 9,3%, tegen het rendement van de
aanstelling van een fiduciair manager vermogensbeheer.
interne benchmark van 2,1%.
De uitkomst van het selectieproces is in de bestuursvergadering van 18 maart 2011 aan het bestuur
Alternatieve beleggingen
voorgelegd.
De portefeuille bestaat eind 2011 uit drie
Het bestuur heeft BNP Paribas Investment Partners
diverse categorieën: infrastructuur, volatiliteit
Netherlands N.V. (“BNP Paribas IP”) met ingang van
(volatiliteitsprodukten), en emerging market debt
1 juli 2011 aangesteld als fiduciair manager vermogens-
(opkomende markten staatsschuld). Emerging markets
beheer. Daarnaast treedt KAS BANK N.V. per die datum
debt is in 2011 aan de alternatieve beleggingen
op als risk manager.
toegevoegd. De participatie in het “long” volatiliteit
De bestaande Beleggingscommissie is omgevormd tot
product is in september volledig verkocht. Dit
de Beleggings- en controlecommissie. De aangepaste
product heeft in principe volgens verwachting
taken zijn vastgelegd in een afzonderlijk reglement dat
gepresteerd: de waarde steeg naarmate de volatiliteit
in het najaar van 2011 is goedgekeurd.
op aandelenbeurzen toenam. Echter in de periode
De implementatie van de vermogensbeheer-
van lagere volatiliteit leverde het fonds een aanzienlijk
werkzaamheden door BNP Paribas IP is vlekkeloos
negatief rendement. Er is besloten om naar andere
verlopen.
alternatieve beleggingsproducten te kijken die redelijk bescherming bieden tegen dalende aandelenmarkten
Ontwikkelingen in 2012
maar bij een minder volatiele markt een lager negatief
In de eerste maanden van 2012 was er sprake van een
effect op het totale rendement van de portefeuille
verbetering van de aandelenmarkten. In de maanden
hebben.
mei en juni is deze grotendeels teniet gedaan. De rente
De categorie alternatieve beleggingen was in 2011
op de vastrentende markten is verder gedaald waardoor
aanzienlijk onderwogen ten opzichte van het strategisch
de waarde van deze beleggingen is gestegen. Daar staat
gewicht. De portefeuille wordt in 2012 aangevuld in lijn
tegenover dat de waarde van de pensioenverplichtingen
met het nieuwe beleggingsplan.
ook verder is gestegen. Door de renteafdekking van 60% wordt de invloed van deze rentedaling op de
Valuta
dekkingsgraadontwikkeling beperkt.
De waardeschommelingen in de portefeuille, als gevolg van vreemde valuta posities in de zakelijke waarden
Met ingang van 1 augustus 2011 zijn de nieuwe
portefeuille, worden gedempt door een strategische
medewerkers van Staples Nederland Retail opgenomen
valutabescherming van 50% toegepast op de drie
in het pensioenfonds. De overige medewerkers zijn per
grootste valutaposities (US dollar, Britse pond en
1 januari 2012 als nieuwe deelnemers in het pensioen-
Japanse yen). In 2011 heeft de valuta afdekking een
fonds opgenomen. Hierdoor neemt het aantal actieve
negatief resultaat opgeleverd. Het negatieve rendement
deelnemers met circa 1.100 toe.
werd veroorzaakt door de waardevermindering van
Ook in 2012 zal veel aandacht worden besteed aan de
de Euro ten opzichte van andere vreemde valuta,
deskundigheidsbevordering van alle disciplines die
voornamelijk de US Dollar.
bij een efficiënte en professionele uitvoering van het pensioenfonds zijn betrokken.
18
Jaarverslag 2011
Stichting Pensioenfonds Buhrmann
Wij betreuren het zeer dat er voor 2012 besloten moest worden om vooralsnog geen toeslagen op pensioenrechten van de gepensioneerden en de gewezen deelnemers te verlenen. Amsterdam, 22 juni 2012 Drs. W. van Dijk MTL, voorzitter Drs. M.Th.J. Graven, secretaris
Stichting Pensioenfonds Staples
19
V E R K L A R I NG V A N H E T V E R A N T W OO R D I NG S O R G A A N
Het verantwoordingsorgaan (VO) heeft op 25 mei 2012
Ad 4: beleggingsbeleid
overlegd met het bestuur en de directeur van het fonds.
Ook in 2011 is het beleid volgens de uitgangspunten van
Tijdens dit overleg zijn ondermeer besproken het
de ABTN naar behoren uitgevoerd.
concept-jaarverslag 2011 en het concept-actuarieel
Bij de uitvoering in de dagelijkse praktijk krijgt naar het
rapport over het boekjaar 2011. Mede op basis van de
oordeel van het VO de risicobeheersing voldoende
uitgebreide toelichting die is verkregen heeft het VO zich
aandacht.
een beeld gevormd van de uitoefening van het beleid van het bestuur over 2011. Amsterdam, 25 mei 2012 Het VO geeft hierbij over de hieronder genoemde 4 beleidsterreinen, waar het bestuur verantwoordelijk
Drs. G.M.H. Peters, voorzitter
voor is, haar oordeel.
R.W. Prommenschenckel RC M. Tipker, secretaris
1. het pensioenbeleid 2. het premiebeleid 3. het toeslagbeleid 4. het beleggingsbeleid Over het gevoerde beleid op deze gebieden zal één voor één een oordeel worden gegeven. In het algemeen kan worden gesteld dat ook over 2011 het gevoerde beleid evenwichtig en samenhangend is. Ad 1: het pensioenbeleid In 2011 waren er geen ingrijpende wijzigingen van regeling-technische aard. Het overleg met het bestuur over ondermeer de verwachtingen voor de nabije toekomst, heeft het VO als bevredigend ervaren.
J A A R R E K E N I NG
Ad 2: het premiebeleid Ook over 2011 is wederom nagenoeg de kostendekkende premie ontvangen. Voorts is besloten vanaf 1 januari 2012 altijd de volledige kostendekkende premie in rekening te brengen. Het VO kan zich vinden in dit beleid. Ad 3: het toeslagbeleid Uitgaande van de dekkingsgraad ultimo 2010 (116,6%) heeft het bestuur kunnen besluiten vanaf januari 2011 voorlopige toeslagen te verlenen vanuit het vermogen van het fonds, ter grootte van 25% van de ontwikkeling van de reglementaire indexcijfers. Het VO vindt dit een juiste uitvoering van het beleid.
20
Jaarverslag 2011
20
J A A R R E K E N I NG
Stichting Pensioenfonds Staples
21
B ala n s per 3 1 december na resultaat B E S T E M M I N G ( bedragen in dui z enden euro ’ s )
A cti v a
2 0 1 1
2010
Beleggingen voor risico pensioenfonds • Vastgoedbeleggingen (1)
54.870
59.094
• Aandelen (2)
214.128
237.106
• Vastrentende waarden (3)
379.676
386.472
• Overige beleggingen (4)
35.949
33.303
• Derivaten (5)
8.405
1.744
Totaal beleggingen voor risico pensioenfonds
693.028
717.719
3.781
3.766
Herverzekeringsdeel technische voorziening (7)
15.972
15.506
Vorderingen en overlopende activa (8)
1.936
1.364
Liquide middelen (9)
1.189
973
715.906
739.328
Beleggingen voor risico deelnemers (6)
Totaal activa
De bij de posten vermelde nummers verwijzen naar de toelichting op pagina 33 tot en met 38.
22
Jaarverslag 2011
B ala n s per 3 1 december ( B E D R A G E N I n dui z enden euro ' S )
P assi v a
2 0 1 1
2010
Stichtingskapitaal en reserves (10) • Overige reserves
101.299
Technische voorziening voor risico pensioenfonds (11)
649.875
606.214
Technische voorziening voor risico deelnemers (12)
3.781
3.766
Derivaten (5)
3.031
12.900
Schulden en overlopende passiva (13)
3.570
15.149
715.906
739.328
55.649
Totaal passiva
De bij de posten vermelde nummers verwijzen naar de toelichting op pagina's 39 en 40.
Stichting Pensioenfonds Staples
23
S taat v a n bate n e n laste n ( B E D R A G E N I n dui z enden euro ' S )
2 0 1 1
2010
BATEN EN LASTEN PENSIOENACTIVITEITEN Premies voor risico pensioenfonds (14)
5.990
5.398
Premies voor risico deelnemers (14)
493
376
234
-988
-22
-
• Pensioenopbouw (16)
-4.566
-4.239
• Toeslagen (17)
-530
-2.020
• Rentetoevoeging (18)
-7.469
-6.963
• Wijziging marktrente (19)
-68.069
-38.057 36.885
Waardeoverdrachten voor risico pensioenfonds, per saldo (15) Waardeoverdrachten voor risico deelnemers, per saldo (15) Mutatie technische voorziening voor risico pensioenfonds
• Onttrekking pensioenuitkeringen en
pensioenuitvoeringskosten (20)
36.970
• Pensioenrechten waardeoverdrachten, per saldo (21)
-194
1.144
• Wijziging actuariële grondslagen (22)
-
-26.291
• Overige mutaties technische voorziening (23)
197
-10.076
voor risico pensioenfonds
-43.661
-49.617
Pensioenuitkeringen (24)
-35.765
-36.217
voor risico deelnemers (25)
-15
-632
Herverzekeringen (26)
757
11.046
Pensioenuitvoeringskosten (27)
-1.446
-1.231
Overige baten en lasten pensioenactiviteiten (28)
-59
-112
Totaal mutatie technische voorziening
Mutatie technische voorziening
Totaal baten en lasten pensioenactiviteiten
-73.494
-71.977
BATEN EN LASTEN BELEGGINGSACTIVITEITEN Beleggingsopbrengsten voor risico pensioenfonds (29)
27.964
75.158
Beleggingsopbrengsten voor risico deelnemers (30)
-120
356
Totaal baten en lasten beleggingsactiviteiten
27.844
75.514
-45.650
3.537
Resultaat
De bij de posten vermelde nummers verwijzen naar de toelichting op pagina 48 tot en met 55.
24
Jaarverslag 2011
K asstr o o m o v erzicht ( B E D R A G E N I n d u i z enden e u r o ' S )
2 0 1 1
2010
KASSTROOM UIT PENSIOENACTIVITEITEN Ontvangen premies
5.700
Ontvangen waardeoverdrachten
566
370
Uitkeringen uit herverzekering
812
1.165
Betaalde pensioenuitkeringen
-35.685
-36.107
Betaalde waardeoverdrachten
-357
-1.500
Betaalde premies herverzekering
-426
-305
Betaalde pensioenuitvoeringskosten
-1.176
-1.317
Overige mutaties uit pensioenactiviteiten
-59
-112
5.171
Totaal kasstroom uit pensioenactiviteiten
-30.625
-32.635
KASSTROOM UIT BELEGGINGSACTIVITEITEN Verkopen beleggingen
561.833
425.074
Ontvangen directe beleggingsopbrengsten
21.516
20.997
Gerealiseerde waardeverandering derivaten
-7.525
-1.582
Aankopen beleggingen
-560.192
-414.227
Mutatie tegoeden en schulden kredietinstellingen
16.903
4.203
Betaalde kosten van vermogensbeheer
-1.694
-1.882
Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten
30.841
32.583
216
-52
Mutatie liquide middelen
Stichting Pensioenfonds Staples
25
T o elichti n g al g emee n
Activiteiten
Overbruggingspensioen
Het doel van Stichting Pensioenfonds Staples, statutair
Overbruggingspensioen wordt alleen nog opgebouwd
gevestigd te Maastricht (hierna: het pensioenfonds),
door deelnemers aan de V-regeling en gaat standaard
is het verlenen van pensioenaanspraken en het doen
in op de eerste dag van de maand waarin de deel-
van pensioenuitkeringen aan (aspirant-)deelnemers,
nemer 62 jaar wordt. Het overbruggingspensioen is
gewezen deelnemers en pensioengerechtigden, een
een pensioenregeling op basis van eindloon. Voor
en ander overeenkomstig de pensioenreglementen.
ieder deelnemersjaar wordt 7% van het laatste
Het beleid en de kernactiviteiten van het bestuur zijn
pensioengevend salaris opgebouwd met een maximum
beschreven in de Actuariële- en bedrijfstechnische
van 70%. Deelnemers die deelnamen aan de N-regeling
nota (ABTN).
en op 1 januari 2006 ouder dan 50 jaar waren, hebben recht op het op 31 december 2005 opgebouwde
Pensioenregeling
overbruggingspensioen bij het bereiken van de leeftijd
De pensioenregeling van het pensioenfonds geldt voor
van 62 jaar.
alle werknemers met een dienstverband bij één van de aangesloten ondernemingen.
Partnerpensioen Het partnerpensioen geldt voor de nagelaten partner
26
Ouderdomspensioen
van een deelnemer. Het partnerpensioen bedraagt
Het ouderdomspensioen kan worden opgebouwd
voor de pensioenregeling 2011 70% van het te
vanaf 21 jaar en gaat standaard in op de eerste dag
bereiken ouderdomspensioen. Voor de deelnemers
van de maand waarin de deelnemer 65 jaar wordt.
in de V-regeling wordt bij de vaststelling van het
De deelnemers kunnen binnen bepaalde grenzen
partnerpensioen ook rekening gehouden met de inbouw
kiezen wanneer zij met pensioen gaan, en wel op zijn
van de AOW waardoor het percentage afhankelijk is van
vroegst vanaf de leeftijd van 60 jaar. Tevens bestaat de
de hoogte van het pensioengevend jaarsalaris. Iedere
mogelijkheid om met deeltijdpensioen te gaan. Dat kan
deelnemer die getrouwd is, een wettelijk geregistreerd
vanaf de leeftijd van 60 jaar. Het ouderdomspensioen
partnerschap of een door het pensioenfonds erkend
is een toegezegde pensioenregeling op basis van
samenlevingsverband heeft, is automatisch voor
(voorwaardelijk) geïndexeerd middelloon. In de middel-
dit partnerpensioen verzekerd. Bij overlijden van de
loonregeling is het ouderdomspensioen gebaseerd op
deelnemer vóór het bereiken van de leeftijd van 65 jaar
het gemiddelde salaris tijdens de loopbaan en bedraagt
wordt verondersteld dat de deelneming zou hebben
voor ieder deelnemersjaar 1,625% voor de V-regeling
voortgeduurd tot de pensioendatum met behoud van
en 2,00% voor de pensioenregeling 2011 (voorheen:
het laatst vastgestelde pensioengevend salaris. Bij
N-regeling) van de pensioengrondslag zoals die geldt op
ingang van het ouderdomspensioen bestaat eenmalig
1 januari van het betreffende jaar. De pensioengrondslag
de keuze van omzetting van (een deel van) het recht
is gelijk aan het vaste jaarsalaris inclusief vakantie-
op partnerpensioen of ouderdomspensioen in een
toeslag verminderd met de franchise. Het pensioen-
verhoging van het ouderdomspensioen respectievelijk
gevend salaris is gemaximeerd.
partnerpensioen.
Beschikbare-premieregeling
Wezenpensioen
De beschikbare-premieregeling is een excedentregeling
Het wezenpensioen wordt uitgekeerd tot de 21-jarige
voor deelnemers die een salaris hebben dat boven
leeftijd. Het wezenpensioen bedraagt voor elk
het grensbedrag uitkomt. Via deze excedentregeling
gerechtigd kind in de pensioenregeling 2011 14% van
wordt over het salarisdeel boven dit bedrag een premie
het (bereikbare) ouderdomspensioen met een maximum
beschikbaar gesteld voor aankoop van extra pensioen.
van 70% in het geval van meerdere kinderen. Voor de
De premie is een percentage van het pensioengevend
V-regeling wordt het wezenpensioen bepaald aan de
salaris boven het grensbedrag.
hand van een tabel waarbij het aantal kinderen ook
Jaarverslag 2011
een rol speelt. Het wezenpensioen wordt verdubbeld
toeslagen kunnen worden verleend. Het bestuur beslist
indien er geen (bijzonder) partnerpensioen (meer) wordt
jaarlijks of de pensioenaanspraken worden aangepast.
uitgekeerd.
Daarbij hanteert het bestuur een beleidsstaffel als leidraad. Volgens de staffel wordt bij een dekkingsgraad
Arbeidsongeschiktheidspensioen
hoger dan 130% een volledige toeslag verleend, wordt
Het arbeidsongeschiktheidspensioen gaat in na het
bij een dekkingsgraad van 110% of lager geen toeslag
einde van het tweede ziektejaar. Het pensioen wordt
toegekend en wordt bij tussenliggende waarden van
uitgekeerd zolang de arbeidsongeschiktheid duurt,
de dekkingsgraad de toeslag pro rata vastgesteld.
maar uiterlijk tot de normpensioendatum. Dit is de eerste
Indien de omstandigheden dit naar het oordeel van het
dag van de maand waarin de deelnemer 65 jaar wordt.
bestuur noodzakelijk maken, kan het bestuur afwijken
Het arbeidsongeschiktheidspensioen is gelijk aan een
van de leidraad. De (voorwaardelijke) toeslagverlening
percentage van het deel van het pensioengevend salaris
wordt gefinancierd uit de overrendementen en het
dat uitgaat boven het maximum WIA-loon. Deelnemers
eigen vermogen. Een eventuele aanvulling op de
die onder de WIA meer dan 35% arbeidsongeschikt
toeslagverhoging van de actieve deelnemers tot
worden, hebben recht op premievrije voortzetting van
een maximum van de toeslag van 1% is hierop een
de pensioenopbouw tot de pensioendatum.
uitzondering. Bovendien wordt geen bestemmingsreserve
Voor alle deelnemers is een WGA-arbeidsongeschikt-
voor toekomstige toeslagen gevormd.
heidspensioen verzekerd.
Financiering en premie Pensioenspaarregeling
De aangesloten onderneming is het pensioenfonds
Tot 1 januari 2008 bestond voor alle deelnemers de
jaarlijks een premie verschuldigd voor de in dat jaar
mogelijkheid om op vrijwillige basis de niet benutte
te verwerven reglementaire aanspraken. Bij bepaling
pensioenspaarruimte te gebruiken door een percentage
van de premie wordt geen rekening gehouden met een
van het pensioengevend salaris te storten in de pensioen-
opslag ter financiering van eventuele voorwaardelijke
spaarregeling. Het opgebouwde kapitaal wordt op
onderdelen, waaronder de toeslagen. Uitzondering hierop
pensioendatum of bij eerder vertrek omgezet in een
is een eventuele aanvulling op de toeslagverhoging van
verhoging van (het recht op) ouderdomspensioen.
de actieve deelnemers tot een maximum van de totale toeslag van 1%, gefinancierd door de aangesloten
Toeslagen
ondernemingen.
Het pensioenfonds streeft ernaar de opgebouwde pensioenrechten van de actieve deelnemers jaarlijks
Premiestelling vindt plaats op basis van een kosten-
aan te passen aan de ontwikkeling van de loonindex
dekkende premie met gebruikmaking van een gedempte
zoals gepubliceerd door het CBS voor CAO-lonen per
rentevoet. Bij vaststelling van deze zogenaamde
maand inclusief bijzondere beloningen van particuliere
gedempte kostendekkende premie is de gehanteerde
bedrijven.
rekenrente gelijk aan het verwachte toekomstige rendement in plaats van de actuele marktrente.
Het pensioenfonds streeft ernaar de premievrije
Bij het bepalen van het toekomstige rendement wordt
pensioenrechten (gewezen deelnemers) en de ingegane
uitgegaan van een door het pensioenfonds opgestelde
pensioenen jaarlijks aan te passen aan de ontwikkeling
(en onderbouwde) verwachting.
van de prijsindex voor alle huishoudens afgeleid, zoals gepubliceerd door het CBS.
Met ingang van 1 januari 2012 wordt de premie niet meer gebaseerd op de gedempte kostendekkende
De toeslagverlening heeft een voorwaardelijk karakter.
premie, maar op de zuivere kostendekkende premie.
Dit betekent dat geen recht op toeslagen bestaat en
Deze premie wordt vastgesteld op basis van de
dat het niet zeker is of en in hoeverre in de toekomst
door De Nederlandsche Bank (DNB) gepubliceerde rentetermijnstructuur.
Stichting Pensioenfonds Staples
27
De zuivere en gedempte kostendekkende premie bevat
het arbeidsongeschiktheidspensioen, met een maximum
de volgende componenten: de actuarieel benodigde premie voor de inkoop van
van € 15.000 per deelnemer.
rente ter grootte van een gelijkblijvende premie die
de onvoorwaardelijke pensioenen;
een solvabiliteitsopslag voor het in stand houden van de benodigde reserves;
De dekking van de premievrijstelling omvat een jaarlijkse benodigd is voor de toekomstige pensioenopbouw op basis van de huidige pensioengrondslag.
een opslag voor pensioenuitvoeringskosten
(inclusief excassokosten).
Grondslagen algemeen
In het geval van een reservetekort dan wel
Algemeen
dekkingstekort zal het pensioenfonds een lange-
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met
dan wel kortetermijnherstelplan indienen bij DNB.
de wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen
De aangesloten onderneming kan in het kader van
in Titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, met
een eventueel herstelplan bijdragen aan het herstel
gebruikmaking van de vrijstelling inzake de vorming van
van de financiële positie van het pensioenfonds,
een reserve herwaardering volgens artikel 146 van de
maar is hiertoe niet verplicht.
Pensioenwet, en in overeenstemming met de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, in het bijzonder Richtlijn 610
Het pensioenfonds heeft een premiekortinggrens
Pensioenfondsen (RJ 610).
gedefinieerd, die wordt bereikt indien: de technische voorzieningen en het vereist eigen
De jaarrekening luidt in euro’s.
vermogen volledig door waarden zijn gedekt én de uitgevoerde continuïteitsanalyse aantoont
Presentatiewijziging
dat de gewekte verwachting ten aanzien van
De kosten van bestuur en financieel beheer worden
de toeslagverlening nu en in de toekomst naar
vanaf 2011 toegerekend aan pensioenactiviteiten
verwachting kan worden waargemaakt én
en beleggingsactiviteiten. Dit betekent dat deze
de verwachte nominale dekkingsgraad structureel boven de evenwichtssituatie blijft.
kosten voortaan voor een deel worden opgenomen onder pensioenuitvoeringskosten en voor een deel onder kosten van vermogensbeheer. Voorheen
Herverzekering
werden deze kosten volledig opgenomen onder
Het pensioenfonds heeft een herverzekerings-
pensioenuitvoeringskosten. Op deze wijze wordt
overeenkomst afgesloten ter dekking van het
het inzicht in de kostenstructuur en de samenstelling
overlijdensrisico en het risico van arbeidsongeschiktheid
van het resultaat verbeterd.
(excedent-arbeidsongeschiktheidspensioen, WGAarbeidsongeschiktheidspensioen en premievrijstelling).
In de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn de vergelijkende cijfers van 2010 aangepast aan de
Het overlijdensrisico is verzekerd op basis van
veranderde presentatie.
risicokapitalen, gelijk aan de contante waarde van een direct ingaand partnerpensioen, verminderd met de voor
Schattingen en veronderstellingen
de deelnemer gevormde voorziening met betrekking tot
Bij het opstellen van de jaarrekening is het maken van
ouderdomspensioen en partnerpensioen en verminderd
schattingen en veronderstellingen noodzakelijk. De
met een eigen behoud van € 70.000.
schattingen en veronderstellingen hebben invloed op de toepassing van grondslagen en de waardering van
28
De dekking van het excedent-arbeidsongeschiktheids-
activa en verplichtingen. De schattingen en daaraan ten
pensioen omvat een jaarlijkse rente ter grootte van 70%
grondslag liggende veronderstellingen zijn gebaseerd
van het verschil tussen het pensioengevend salaris van
op ervaringen uit het verleden en verschillende andere
de deelnemer en de maximale uitkeringsgrondslag van
factoren die gegeven de omstandigheden als redelijk
de WIA, verminderd met een eigen behoud van 20% van
worden beschouwd. Vooral de waardering van de
Jaarverslag 2011
voorziening pensioenverplichtingen en (in mindere mate)
Waardering beleggingen
de waardering van de beleggingen zijn gebaseerd op
Beleggingen (voor risico pensioenfonds en voor risico
schattingen en veronderstellingen. De schattingen en
deelnemers) worden gewaardeerd tegen marktwaarde.
onderliggende veronderstellingen worden voortdurend
De marktwaarde is het bedrag waarvoor een actief of
beoordeeld. Ten behoeve van de oordeelsvorming
een verplichting kan worden afgewikkeld tussen ter
en het maken van schattingen wordt gebruik gemaakt
zake goed geïnformeerde, tot een transactie bereid
van externe deskundigen. De aard van oordelen en
zijnde partijen die onafhankelijk zijn. De marktwaarde
schattingen en de onderliggende veronderstellingen is,
is gebaseerd op actuele marktprijzen, tenzij anders
voor zover noodzakelijk geacht voor het vereiste inzicht
vermeld.
in het vermogen, vermeld in de toelichting bij de jaarrekening.
Waardeveranderingen beleggingen Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen
Herzieningen van schattingen worden verwerkt in
gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen
de periode waarin de schatting wordt herzien. Een
van beleggingen, inclusief derivaten. Alle
herziening van een schatting heeft dikwijls ook gevolgen
waardeveranderingen, inclusief valutakoersverschillen,
voor waardering en resultaatbepaling in toekomstige
worden als opbrengst beleggingen direct in de staat van
perioden.
baten en lasten opgenomen.
Verwerking
Vreemde valuta
De belangrijkste activa en verplichtingen van het
Activa en verplichtingen in vreemde valuta worden
pensioenfonds zijn respectievelijk de beleggingen en
omgerekend naar euro’s tegen de koers per
de technische voorziening. De beleggingen bestaan
balansdatum. Transacties in vreemde valuta worden
volledig uit financiële activa en derivaten. Deze worden
omgerekend tegen de koers op transactiedatum.
in de balans opgenomen respectievelijk van de balans
Valutakoersverschillen bij de omrekening van activa
verwijderd op transactiedatum (datum van koop of
en verplichtingen worden in de staat van baten en
verkoop). Dit is het moment waarop de toekomstige
lasten opgenomen onder de post waarop de activa en
economische voordelen en de risico’s verbonden
verplichtingen betrekking hebben.
aan het financiële instrument worden overgedragen. Pensioenverplichtingen worden in de balans opgenomen op het moment van toekenning of overdracht van de
Grondslagen voor waardering van activa en passiva
pensioenrechten. Zij worden van de balans verwijderd op het moment van uitkering of overdracht van de
Vastgoedbeleggingen
pensioenrechten.
De marktwaarde van aandelen van vastgoedfondsen is gebaseerd op de beurskoers per balansdatum.
Saldering
Beleggingen in niet-beursgenoteerde participaties
Een financieel actief en een financiële verplichting
in vastgoedfondsen worden gewaardeerd tegen de
worden gesaldeerd en als nettobedrag in de balans
geschatte verkoopwaarde.
opgenomen indien sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en de
Aandelen
verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen
De marktwaarde van aandelen is gebaseerd op de
en bovendien de intentie bestaat om de posten
beurskoers per balansdatum. Indien aandelen niet-
op deze wijze af te wikkelen. De met gesaldeerd
beursgenoteerd zijn of indien de koersvorming niet
opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen
representatief is, wordt de marktwaarde getaxeerd.
samenhangende rentebaten en rentelasten worden
De taxatie is gebaseerd op recente marktinformatie.
eveneens gesaldeerd opgenomen.
Stichting Pensioenfonds Staples
29
Vastrentende waarden
Vorderingen
De marktwaarde van beursgenoteerde vastrentende
Vorderingen worden gewaardeerd tegen verkrijgings-
waarden is gebaseerd op de beurskoers per balans-
prijs onder aftrek van eventuele bijzondere waarde-
datum. De marktwaarde van andere directe vastrentende
verminderingen, indien sprake is van oninbaarheid.
beleggingen wordt bepaald door te ontvangen rente en aflossingen contant te maken op basis van actuele
Liquide middelen
marktrente, rekening houdend met het risicoprofiel en
Liquide middelen worden opgenomen voor de
de looptijd van de belegging.
verkrijgingsprijs.
Overige beleggingen
Technische voorziening voor risico pensioenfonds
De hieronder opgenomen commodityfondsen worden
De technische voorziening wordt actuarieel berekend en
gewaardeerd op het aandeel in de marktwaarde van de
wordt vastgesteld op basis van de nominaal verworven
onderliggende activa en verplichtingen.
pensioenrechten, voor zover zij onvoorwaardelijk zijn. Dit betekent dat de voorwaardelijke toekomstige toeslagen
Derivaten
niet in de voorziening zijn begrepen, maar de op balans-
Derivaten zijn afgeleide financiële instrumenten, waarvan
datum toegezegde toeslagen wel in de voorziening
de waarde afhankelijk is van een of meer onderliggende
worden opgenomen. De pensioenverplichtingen worden
primaire financiële instrumenten. Derivaten bevatten
contant gemaakt tegen de nominale marktrente per
rechten en verplichtingen waardoor een of meer
balansdatum volgens de rentetermijnstructuur zoals
van de financiële risico’s waaraan de onderliggende
gepubliceerd door De Nederlandsche Bank (DNB).
primaire financiële instrumenten onderhevig zijn tussen partijen worden overgedragen. Derivaten leiden bij het
De voorziening met betrekking tot ouderdomspensioen,
aangaan van de transactie niet of tot een relatief gering
partnerpensioen en wezenpensioen is de contante
vermogensbeslag. Basisvormen van derivaten zijn
waarde van de beste inschatting van de toekomstige
swaps, forwards, futures en opties. Het onderliggende
uitgaande kasstromen die voortvloeien uit de tot
primaire financiële instrument kan onder meer een
balansdatum opgebouwde onvoorwaardelijke
renteproduct, een valutaproduct of een aandelen-
pensioenrechten. Daarin is begrepen de toekomstige
product zijn.
premievrije pensioenopbouw van arbeidsongeschikte deelnemers.
Derivaten worden gewaardeerd tegen marktwaarde. Voor beursgenoteerde contracten is dit de beursprijs
De voorziening met betrekking tot arbeidsongeschikt-
per balansdatum. Voor niet-beursgenoteerde
heidspensioen is de contante waarde van de verwachte
contracten is de waardering gebaseerd op recente
uitgaande kasstromen die voortvloeien uit de
marktinformatie, als input voor de gehanteerde gangbare
verplichtingen aan bij het pensioenfonds aangemelde
waarderingsmodellen, voornamelijk discounted cashflow
arbeidsongeschikte deelnemers, nog niet aangemelde
models.
arbeidsongeschikte deelnemers en zieke deelnemers die naar verwachting arbeidsongeschikt zullen worden
Herverzekeringsdeel technische voorziening
verklaard. Bij de vaststelling van de voorziening
Herverzekeringscontracten worden opgenomen
voor de arbeidsongeschikte deelnemers wordt geen
voor de actuarieel bepaalde contante waarde van de
rekening gehouden met revalideringskansen. Voor zieke
verzekerde uitkeringen, volgens de grondslagen van
deelnemers wordt een voorziening (IBNR) opgenomen
het pensioenfonds, onder aftrek van een eventuele
ter grootte van tweemaal de opslag in de premie.
waardevermindering, indien deze naar verwachting duurzaam is.
30
Jaarverslag 2011
De belangrijkste actuariële grondslagen zijn: marktrente rentetermijnstructuur DNB (ongewijzigd);
Schulden Schulden worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs.
levensverwachting volgens AG-prognosetafels
Grondslagen voor resultaatbepaling
2010-2060 met correctiefactoren op de
sterftekansen gebaseerd op de Towers Watson-
ervaringssterfte afzonderlijk voor hoofdverzekerde
Algemeen
en medeverzekerde (ongewijzigd);
De grondslagen voor resultaatbepaling vloeien voor
actieve deelnemers en gewezen deelnemers:
het merendeel voort uit de voor de beleggingen
volgens onbepaalde partnersysteem waarbij
en de technische voorziening gehanteerde
factoren volgens het bepaalde partnersysteem
waarderingsgrondslagen. Voor een aantal posten
worden gehanteerd; gepensioneerden: bepaalde
worden de grondslagen voor resultaatbepaling
partner (ongewijzigd);
hierna (nader) uiteengezet.
verschil leeftijd man en vrouw drie jaar (ongewijzigd); administratiekosten en excassokosten 3,0% van de
technische voorziening (ongewijzigd).
Premies Premies worden ten gunste van het resultaat gebracht in de periode waarin de daarmee samenhangende
Uit de door DNB vastgestelde en gepubliceerde
pensioenrechten worden opgebouwd. Premiekortingen
rentetermijnstructuur ultimo 2011 kan voor het
en extra premies worden verwerkt in de periode waarin
pensioenfonds een gemiddelde marktrente van
aan de daarvoor overeengekomen voorwaarden wordt
2,7% worden afgeleid (2010: 3,4%). De gehanteerde
voldaan.
rentetermijnstructuur ultimo 2011 heeft geen betrekking op de actuele marktrente, maar op een hoger
Waardeoverdrachten
driemaandsgemiddelde. Gelet op de uitzonderlijke
Waardeoverdrachten worden in de staat van baten en
marktomstandigheden en de gebrekkige liquiditeit
lasten opgenomen op het moment van overdracht van
in het lange eind van de interbancaire swapmarkt
de pensioenverplichtingen.
bestaat volgens DNB te veel onzekerheid over de vraag of op de interbancaire swapmarkt ultimo 2011 een
Mutatie technische voorziening
juiste prijsvorming heeft plaatsgevonden. DNB heeft daarom besloten een correctie toe te passen door de
Pensioenopbouw
rentetermijnstructuur ultimo 2011 te baseren op een
De pensioenopbouw met betrekking tot
driemaandsgemiddelde over de periode 1 oktober 2011
ouderdomspensioen en partnerpensioen wordt
tot en met 31 december 2011.
toegerekend aan de periode waarin de opbouw van de pensioenrechten plaatsvindt. De verplichtingen
Technische voorziening voor risico deelnemers
met betrekking tot arbeidsongeschiktheidspensioen
De technische voorziening voor risico deelnemers
worden opgenomen in de periode waarin deze ontstaan.
heeft betrekking op de beschikbare-premieregeling.
De toekomstige premievrije pensioenopbouw van
De voorziening wordt gewaardeerd op de balanswaarde
arbeidsongeschikte deelnemers wordt ten laste van
van de daarmee samenhangende beleggingen. Uiterlijk
het resultaat gebracht in de periode waarin de arbeids-
op de ingangsdatum van het pensioen wordt het
ongeschiktheid ontstaat.
opgebouwde kapitaal omgezet in pensioenrechten en opgenomen in de technische voorziening voor risico
Toeslagen
pensioenfonds.
De toevoeging aan de technische voorziening uit hoofde van toeslagverlening wordt in de staat van baten en lasten opgenomen in de periode waarin het bestuursbesluit wordt genomen.
Stichting Pensioenfonds Staples
31
Rentetoevoeging technische voorziening
Kosten
De pensioenverplichtingen worden contant gemaakt
Kosten worden ten laste van het resultaat gebracht in de
tegen de nominale marktrente op basis van de door DNB
periode waarop zij betrekking hebben.
gepubliceerde rentetermijnstructuur. Aan de technische voorziening wordt rente toegevoegd op basis van de
Grondslagen voor het kasstroomoverzicht
éénjaarsrente volgens deze rentetermijnstructuur primo
Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de
verslagperiode. De rentetoevoeging wordt berekend over
directe methode. Dit houdt in dat alle ontvangsten
het gemiddelde van de stand van de voorziening primo
en uitgaven ook als zodanig worden gepresenteerd.
periode en de stand van de voorziening
Onderscheid wordt gemaakt tussen kasstromen
ultimo periode, de laatste exclusief het effect van
uit pensioenactiviteiten en kasstromen uit
de toeslagverlening.
beleggingsactiviteiten.
Wijziging marktrente
Kasstromen in vreemde valuta worden omgerekend
Het effect van de verandering van de marktrente op de
tegen de koers op transactiedatum.
technische voorziening wordt ultimo verslagperiode in de staat van baten en lasten opgenomen.
Onder liquide middelen wordt verstaan banktegoeden die niet het karakter hebben van beleggingen.
Onttrekking pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten De vrijval van de technische voorziening wordt ten gunste van de staat van baten en lasten gebracht in de periode waarin de lasten bij de berekening van de voorziening waren voorzien. Pensioenrechten waardeoverdrachten De met waardeoverdrachten samenhangende toevoeging en onttrekking aan de technische voorziening worden in de rekening van baten en lasten opgenomen op het moment van overdracht van de pensioenverplichtingen. Wijziging actuariële grondslagen Het effect van wijzigingen in de actuariële grondslagen op de technische voorziening wordt primo verslagperiode in de staat van baten en lasten opgenomen. Pensioenuitkeringen Pensioenuitkeringen worden in de staat van baten en lasten opgenomen in de periode waarop zij betrekking hebben. Herverzekeringen Herverzekeringsuitkeringen worden in de staat van baten en lasten opgenomen in de periode waarop zij betrekking hebben. Winstaandelen worden ten gunste van het resultaat gebracht in de periode waarin zij bekend worden.
32
Jaarverslag 2011
T o elichti n g bala n s ( B E D R A G E N I n dui z enden euro ' S )
acti v a
2011
2010
54.870
59.094
Europa
19.257
23.392
Verenigde Staten
14.110
16.166
1 Vastgoedbeleggingen Totaal De portefeuille bestaat geheel uit beursgenoteerde beleggingen in vastgoedfondsen. De samenstelling naar regio is als volgt:
Japan
5.151
6.766
Pacific exclusief Japan
12.795
12.560
Overig
3.557
210
Totaal
54.870
59.094
Aandelen
140.055
155.029
Aandelenfondsen
74.073
82.077
Totaal
214.128
237.106
Beursgenoteerd
198.152
225.074
Niet-beursgenoteerd
15.976
12.032
Totaal
214.128
237.106
Financiële instellingen
22.981
26.828
Informatietechnologie
11.644
11.984
Energie
16.805
15.330
Telecommunicatie
14.282
15.701
Consument cyclisch
13.512
17.687
Consument defensief
30.981
29.344
Industrie
13.367
15.588
Basismaterialen
9.490
13.402
Nutsbedrijven
4.953
5.161
2 Aandelen
De aandelenportefeuille, inclusief de onderliggende portefeuilles van de aandelenfondsen, kan verder als volgt worden gespecificeerd:
De aandelenportefeuille, exclusief de onderliggende portefeuilles van de aandelenfondsen, kan als volgt worden gespecificeerd per sector:
Overig
2.040
4.004
Totaal
140.055
155.029
Stichting Pensioenfonds Staples
33
2011
2010
Europa
62.354
58.196
Verenigde Staten
72.267
81.660
De samenstelling naar regio is als volgt:
Canada
6.441
6.721
Japan
11.912
15.831
Overig Pacific
9.324
9.976
Opkomende markten
51.830
64.722
Totaal
214.128
237.106
281.915
239.895
Obligatiefondsen
86.126
107.766
Het fonds heeft voor € 68 duizend (2010: € 129 duizend) belegd in aandelen Staples Inc.
3 Vastrentende waarden Obligaties
Beursgenoteerde obligaties en beursgenoteerde obligatiefondsen
368.041
347.661
Hypothecaire leningen
1.151
1.203
Overige onderhandse leningen
4.199
4.207
Banktegoeden in rekening-courant
6.285
33.401
Totaal
379.676
386.472
De specificatie naar rentetype is als volgt: Inflation linked
94.874
99.569
Vaste rente
272.371
243.600
Variabele rente
12.431
43.303
Totaal
379.676
386.472
Korter dan één jaar
19.092
40.895
Vanaf één jaar tot vijf jaar
57.305
30.608
Langer dan vijf jaar
303.279
314.969
Totaal
379.676
386.472
AAA rating
271.867
171.335
AA rating
13.850
20.469
A rating
64.273
75.294
BBB rating
59.823
59.037
De resterende looptijd gebaseerd op de contractuele aflossingsdata is als volgt:
De kredietwaardigheid van de portefeuille kan als volgt worden weergegeven:
34
Lagere rating dan BBB
6.434
597
Geen rating
17.429
59.740
Totaal
379.676
386.472
Jaarverslag 2011
2011
2010
Europa
300.673
317.781
Verenigde Staten
68.990
68.691
De samenstelling naar regio is als volgt:
Opkomende markten
10.013
-
379.676
386.472
Staatsobligaties Duitsland
82.095
86.975
Staatsobligaties Frankrijk
12.779
75.612
Staatsobligaties Nederland
30.898
7.544
KFW obligaties
24.588
-
35.949
33.303
Valutaderivaten
-
1.741
Aandelenderivaten
6
3
Rentederivaten
8.399
-
Totaal
8.405
1.744
Valutaderivaten
3.031
250
Aandelenderivaten
-
2
Rentederivaten
-
12.648
Totaal
3.031
12.900
Totaal De volgende obligaties (inclusief onderliggende obligaties van beleggingsfondsen) maken meer dan 5% uit van de totale portefeuille vastrentende waarden:
4 Overige beleggingen Totaal Onder overige beleggingen zijn commoditycertificaten en commoditynotes opgenomen.
5 Derivaten Derivaten met een positieve marktwaarde zijn als een actiefpost in de balans opgenomen en derivaten met een negatieve marktwaarde zijn onder de verplichtingen opgenomen. Derivaten activa
Derivaten passiva
Stichting Pensioenfonds Staples
35
Het volgende overzicht geeft inzicht in de portefeuille derivaten per balansdatum:
C ontract-
2 0 1 1 M arkt-
C ontract-
2010 M arkt-
omvang waarde omvang waarde
Valutatermijncontracten Verkocht
180.639
-3.031
184.037
1.491
6
241
1
8.399
227.520
-12.648
Aandelenfutures Gekocht
347
Interest rate swaps Gekocht
171.120
Obligatiefutures Gekocht
6.163
-
-
-
Verkocht
8.243
-
6.336
-
De portefeuille gekochte interest rate swaps is als volgt samengesteld naar looptijden: Looptijd tot mei 2022
-
-
88.900
-2.663
Looptijd tot december 2028
24.000
463
-
-
Looptijd tot mei 2030
35.620
3.696
88.620
-3.790
Looptijd tot oktober 2036
50.500
3.048
-
-
Looptijd tot augustus 2040
30.000
525
50.000
-6.195
Looptijd tot september 2046
31.000
667
-
-
171.120
8.399
227.520
-12.648
De andere contracten hebben een looptijd korter dan een jaar. De futures zijn beursgenoteerde contracten en alle overige derivatencontracten zijn niet-beursgenoteerd. De valutatermijncontracten zijn afgesloten met het doel om het valutarisico af te dekken. Door middel van de interest rate swaps wordt het rentemismatchrisico beperkt. De futures (aandelenfutures en obligatiefutures) zijn afgesloten in het kader van een tactische assetallocatiebeslissing. In verband met het kredietrisico worden met tegenpartijen van de derivatencontracten zekerheden uitgewisseld in de vorm van staatsobligaties met een AAA-rating tot ongeveer de marktwaarde van de contracten.
36
Jaarverslag 2011
6 Beleggingen voor risico deelnemers
2011
2010
Onder beleggingen voor risico deelnemers zijn de beleggingen uit hoofde van de beschikbare-premieregeling en de pensioenspaarregeling opgenomen. De ingelegde bedragen zijn belegd voor risico van de deelnemers. Vastgoed
274
309
Aandelen
1.836
2.029
Vastrentende waarden
1.671
1.428
Totaal
3.781
3.766
De portefeuille bestaat geheel uit beursgenoteerde beleggingsfondsen en spaarrekeningen.
7 Herverzekeringsdeel technische voorziening
2011
2 0 1 0
Onder herverzekeringsdeel technische voorziening is de gekapitaliseerde waarde van de herverzekeringscontracten opgenomen. Risicoverzekering
533
617
Garantiecontracten
15.439
14.889
Totaal
15.972
15.506
15.506
5.415
Herverzekerde rechten
-
582
Rentetoevoeging
76
70
Wijziging marktrente
523
303
Uitkeringen herverzekering
-561
-486
Wijzigingen actuariële grondslagen
-
258
Overige mutaties
50
-8
15.594
6.134
Opname bestaande herverzekeringscontracten
-
9.372
Het overlijdensrisico en het arbeidsongeschiktheidsrisico zijn gedeeltelijk herverzekerd. Een gedeelte van het ouderdomspensioen en partnerpensioen met betrekking tot in het verleden gedane pensioentoezeggingen is ondergebracht bij diverse verzekeringsmaatschappijen. Het betreft garantiecontracten die premievrij zijn. Een deel van de uit de pensioentoezeggingen resulterende uitkeringen worden door de verzekeringsmaatschappijen aan het pensioenfonds uitgekeerd en een deel wordt rechtstreeks aan de pensioengerechtigde uitgekeerd. De mutaties kunnen als volgt worden weergegeven: Stand begin van het jaar
Mutaties in 2010 opgenomen herverzekeringscontracten, per saldo
378
-
Balanswaarde eind van het jaar
15.972
15.506
Stichting Pensioenfonds Staples
37
Ultimo 2010 zijn twee garantiecontracten die een rechtsvoorganger van het pensioenfonds heeft afgesloten bij verzekeringsmaatschappijen in de balans opgenomen. Deze contracten hebben eveneens uitsluitend betrekking op gewezen deelnemers en pensioengerechtigden. Deze verzekeraars betalen de pensioenuitkeringen rechtstreeks aan de pensioengerechtigden. Indien sprake is van een toeslagverlening betaalt het pensioenfonds de hiervoor benodigde koopsom aan de verzekeraars. De toeslagverlening heeft een voorwaardelijk karakter. Van de mutatie in 2011 in deze herverzekeringscontracten van € 378 duizend heeft een bedrag van € 620 duizend betrekking op de verandering in de marktrente. Het herverzekeringsdeel technische voorziening heeft een langlopend karakter.
8 Vorderingen en overlopende activa
2011
2010
Werkgevers
754
329
Herverzekeraar
-
95
Overige vorderingen en overlopende activa
96
227
Totaal vorderingen pensioenen
850
651
Af te wikkelen beleggingstransacties
656
404
Dividendbelasting
420
279
Overige vorderingen en overlopende activa
10
30
Totaal vorderingen beleggingen
1.086
713
Totaal
1.936
1.364
1.189
973
1.189
973
De vorderingen hebben een resterende looptijd korter dan een jaar.
9 Liquide middelen Liquide middelen worden onderscheiden van banktegoeden die het karakter hebben van beleggingen en direct beschikbaar zijn om te worden belegd. Deze posten zijn begrepen in vastrentende waarden. Banktegoeden in rekening-courant Totaal
De liquide middelen zijn vrij opeisbaar.
38
Jaarverslag 2011
P assi v a
2011
2010
Stand begin van het jaar
101.299
97.762
Resultaat
-45.650
3.537
Stand eind van het jaar
55.649
101.299
Actieve deelnemers
53.202
50.613
Arbeidsongeschikte deelnemers
14.038
14.427
Gewezen deelnemers
151.981
131.591
Ingegaan ouderdomspensioen (inclusief flexibele uittreding)
338.393
318.734
Ingegaan partnerpensioen
88.175
85.701
10 Stichtingskapitaal en reserves Overige reserves
Het stichtingskapitaal bedraagt (ongewijzigd) € 453,78 en is gestort bij oprichting. De vermogenspositie wordt toegelicht in de risicoparagraaf op pagina 42 tot en met 47.
11 Technische voorziening voor risico pensioenfonds
Ingegaan wezenpensioen
443
507
Ingegaan arbeidsongeschiktheidspensioen
3.643
4.641
Totaal
649.875
606.214
Stand begin van het jaar
606.214
556.597
Pensioenopbouw actieve deelnemers
4.566
4.239
-258
-363
De mutaties in de voorziening zijn als volgt:
Arbeidsongeschiktheidspensioen en premievrije pensioenopbouw arbeidsongeschikten
Inkomende waardeoverdrachten
537
455
Uitgaande waardeoverdrachten
-343
-1.599
Rentetoevoeging
7.469
6.963
Wijziging marktrente
68.069
38.057
Toeslagverlening
530
2.020
Onttrekking voor pensioenuitkeringen
-35.902
-35.816
Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten
-1.068
-1.069
Wijziging actuariële grondslagen
-
26.291
Actuariële resultaten
-666
1.018
Omzetting pensioenspaarkapitaal in pensioenrechten
349
49
Totaal
649.497
596.842
Opname herverzekerde pensioenverplichtingen bestaande contracten
-
9.372
Mutaties in 2010 opgenomen herverzekerde pensioenverplichtingen, saldo
378
-
Stand eind van het jaar
649.875
606.214
Stichting Pensioenfonds Staples
39
In 2011 is de afgeleide nominale marktrente gedaald van 3,4% (actuele marktrente) tot 2,7% (driemaandsgemiddelde marktrente) en in 2010 gedaald van 3,8% tot 3,4%. Als gevolg van de daling van de marktrente is een bedrag van € 68.069 duizend (2010: € 38.057 duizend) aan de voorziening toegevoegd. Ultimo 2010 zijn de pensioenverplichtingen die een rechtsvoorganger van het pensioenfonds heeft herverzekerd bij twee verzekeringsmaatschappijen in de balans opgenomen. Van de mutatie in 2011 in deze herverzekerde pensioenverplichtingen van € 378 duizend heeft een bedrag van € 620 duizend betrekking op de verandering in de marktrente. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting op de actiefpost herverzekeringsdeel technische voorziening hiervoor. De technische voorziening heeft een langlopend karakter.
12 Technische voorziening voor risico deelnemers
2011
2010
Stand begin van het jaar
3.766
3.134
Inleg premies
493
376
Uitgaande waardeoverdrachten
-22
-
Beleggingsopbrengsten
-120
356
Omzetting in pensioenrechten
-336
-69
De mutaties kunnen als volgt worden weergegeven:
Overige mutaties
-
-31
Stand eind van het jaar
3.781
3.766
13 Schulden en overlopende passiva Ex- aangesloten onderneming
234
177
Pensioenuitkeringen
642
567
Belastingen en premies sociale verzekeringen
755
750
Waardeoverdrachten
-
3
Overige schulden en overlopende passiva
113
389
Totaal schulden en overlopende passiva pensioenen
1.744
1.886
Kredietinstellingen
-
10.000
Af te wikkelen beleggingstransacties
1.192
3.078
Overige schulden en overlopende passiva
634
185
Totaal schulden en overlopende passiva beleggingen
1.826
13.263
Totaal
3.570
15.149
Het onder kredietinstellingen opgenomen bedrag betreft een kortlopende lening, tijdelijk benodigd ten behoeve van de financiering van beleggingen. De schulden hebben een resterende looptijd korter dan een jaar.
40
Jaarverslag 2011
BELEGGINGSPORTEFEUILLE De totale beleggingsportefeuille bedraagt € 693.038 duizend (2010: € 696.035 duizend) en is als volgt samengesteld:
2011
2010
Vastgoedbeleggingen
54.870
59.094
Aandelen
214.128
237.106
Vastrentende waarden
379.676
386.472
Overige beleggingen
35.949
33.303
Derivaten activa
8.405
1.744
Derivaten passiva
-3.031
-12.900
Vorderingen
1.086
713
Schulden
-1.826
-13.263
Totaal voor risico pensioenfonds
689.257
692.269
Totaal voor risico deelnemers
3.781
3.766
Totaal
693.038
696.035
O verige
T otaal
Mutaties beleggingen voor risico pensioenfonds
V astgoed
A andelen
V ast-
rentende beleggingen
waarden
2011
Balanswaarde begin van het jaar 59.094
237.106
386.472
33.303
Aankopen 18.177
79.027
424.110
36.345
557.659
-15.860
-83.764
-425.260
-36.502
-561.386
Waardeveranderingen -6.541
-18.241
21.083
2.803
-896
387
387
Verkopen
715.975
Verandering lopende rente
Mutatie liquiditeiten
-27.116
-27.116
Balanswaarde eind van het jaar 54.870
214.128
379.676
35.949
684.623
379.579
27.472
652.460
2 0 1 0
Balanswaarde begin van het jaar
48.038
Aankopen
16.708
65.389
333.809
-
415.906
Verkopen
-16.391
-58.994
-349.383
-
-424.768
Waardeveranderingen 10.739
66.411
197.371
33.340
16.501
5.831
Verandering lopende rente
403
403
Mutatie liquiditeiten
5.563
5.563
Balanswaarde eind van het jaar 59.094
237.106
386.472
33.303
715.975
Derivaten zijn niet in dit overzicht opgenomen.
Stichting Pensioenfonds Staples
41
Mutaties beleggingen voor risico deelnemers
2011
2010
Balanswaarde begin van het jaar
3.766
3.134
Aankopen
647
523
Verkopen
-669
-446
Waardeveranderingen
-146
321
Mutatie spaarrekeningen
213
234
Balanswaarde eind van het jaar
3.781
3.766
NIET IN DE BALANS OPGENOMEN VERPLICHTINGEN Het pensioenfonds heeft een overeenkomst betreffende pensioenuitvoering afgesloten voor de periode tot en met 31 december 2012. De totale verplichting voor de resterende looptijd bedraagt € 818 duizend (2010: € 804 duizend).
RISICOBEHEER In het bestuursverslag worden de belangrijkste risico’s die het pensioenfonds loopt besproken en wordt ingegaan op het beleid dat wordt gevoerd om deze risico’s te beheersen. In deze paragraaf van de jaarrekening worden alleen de financiële risico’s beschreven en gekwantificeerd. Het belangrijkste risico van het pensioenfonds is het solvabiliteitsrisico. Dit is het risico dat het fonds op lange termijn de pensioenverplichtingen niet kan nakomen. De solvabiliteit wordt gemeten aan de hand van het verschil tussen het aanwezig eigen vermogen en het vereist eigen vermogen. Daarnaast wordt de dekkingsgraad als solvabiliteitsratio gehanteerd. Het vereist eigen vermogen wordt berekend op basis van een scenarioanalyse zoals gebruikt in de standaardmethode voor de solvabiliteitstoets van DNB. Dit scenario geeft een schatting van het neerwaartse risico bij een horizon van één jaar met een betrouwbaarheidsniveau van 97,5%. Dit betekent dat het vereist eigen vermogen zodanig wordt berekend dat met een zekerheid van 97,5% wordt voorkomen dat binnen een termijn van één jaar de waarde van de netto activa lager is dan de waarde van de pensioenverplichtingen.
42
Jaarverslag 2011
Het tekort van het aanwezig eigen vermogen ten opzichte van het vereist eigen vermogen, berekend op basis van de feitelijke beleggingsportefeuille bedraagt € 41.864 duizend (2010: overschot van € 11.564 duizend gebaseerd op de strategische beleggingsportefeuille):
2011
2010
Vereiste buffers Rentemismatchrisico
21.414
16.623
Vastgoedrisico en aandelenrisico
69.225
73.584
Valutarisico
46.572
26.776
Commodityrisico
7.887
9.635
Kredietrisico
13.682
5.446
18.857
17.286
Verzekeringstechnisch risico Liquiditeitsrisico
Concentratierisico
- -
-
Operationeel risico
-
-
Totaal
177.637
149.350
Diversificatie van risico’s
-80.132
-59.615
Totaal vereist eigen vermogen
97.505
89.735
Aanwezig eigen vermogen
55.649
101.299
-41.864
11.564
Tekort/surplus
De nominale dekkingsgraad is de verhouding tussen de netto activa en de technische voorziening. De nominale dekkingsgraad bedraagt 108,5% (2010: 116,6%). De met het vereist vermogen overeenkomende nominale dekkingsgraad bedraagt 115,2% (2010: 115,0%). Het minimaal vereist eigen vermogen, uitgaande van een vereiste dekkingsgraad van 104,0%, bedraagt € 25.605 duizend (2010: ongeveer € 23.874 duizend). De ontwikkeling van de nominale dekkingsgraad kan als volgt worden geanalyseerd:
2011
2010
Nominale dekkingsgraad begin van het jaar
116,6%
117,5%
Premies
0,3%
-0,1%
Pensioenuitkeringen
1,0%
1,1%
Resultaat beleggingen
4,6%
13,5%
Rentetoevoeging technische voorziening
-1,4%
-1,5%
Wijziging marktrente technische voorziening
-11,6%
-7,5%
Toeslagverlening pensioenrechten
-0,1%
-0,5%
Wijziging actuariële grondslagen
0,0%
-5,5%
Overig
-0,9%
-0,4
Nominale dekkingsgraad eind van het jaar
108,5%
116,6%%
Stichting Pensioenfonds Staples
43
Voor het bepalen van de reële dekkingsgraad worden de pensioenverplichtingen contant gemaakt tegen de reële rente. De reële rente wordt berekend door de nominale marktrente te verminderen met de geschatte inflatiecomponent. Deze benaderingswijze wordt gebruikt omdat de reële rentetermijnstructuur niet rechtstreeks kan worden gebaseerd op marktinformatie. De reële dekkingsgraad bedraagt 78,7% (2010: 87,0%) en is gebaseerd op een afgeleide reële marktrente van 0,5% (2010:1,2%). Voortgang herstelplan Het pensioenfonds heeft ingevolge artikel 138 van de Pensioenwet een langetermijnherstelplan bij DNB ingediend. Het herstelplan is erop gericht dat binnen 15 jaar het reservetekort wordt opgeheven en het pensioenfonds weer beschikt over het vereist eigen vermogen. Het pensioenfonds heeft ingevolge artikel 140 van de Pensioenwet tevens een kortetermijnherstelplan bij DNB ingediend. Het herstelplan is erop gericht dat binnen een termijn van drie jaar het dekkingstekort wordt opgeheven en het pensioenfonds weer beschikt over het minimaal vereist eigen vermogen. Er wordt uitgegaan van bestaand premiebeleid, toeslagenbeleid en beleggingsbeleid. De ontwikkeling van de dekkingsgraad in het verslagjaar ten opzichte van de prognose in het herstelplan is als volgt: R E A L I S AT I E
2 0 1 1 HERSTEL-
R E A L I S AT I E
2010 HERSTEL-
PLAN
PLAN
Dekkingsgraad begin van het jaar
116,6%
107,0%
117,5%
104,6%
Premies
0,3%
-0,2%
-0,1%
-0,2%
Pensioenuitkeringen
1,0%
0,5%
1,1%
0,3%
4,6%
5,1%
13,5%
5,1%
Resultaat beleggingen Rentetoevoeging technische voorziening
-1,4%
-3,4%
-1,5%
-2,8%
Wijziging marktrente technische voorziening
-11,6%
0,0%
-7,5%
0,0%
Toeslagverlening pensioenrechten
-0,1%
0,0%
-0,5%
0,0%
Wijziging actuariële grondslagen
0,0%
0,0%
-5,5%
0,0%
Overig
-0,9%
0,0%
-0,4%
0,0%
Dekkingsgraad eind van het jaar
108,5%
109,0%
116,6%
107,0%
In 2011 is de voorsprong op het herstelplan, uitgedrukt in de dekkingsgraad, van 9,6 procentpunten omgedraaid in een achterstand van 0,5 procentpunt. De verslechtering is vooral veroorzaakt door de sterke daling van de marktrente. Het negatieve effect daarvan bedraagt 11,6 procentpunten. Het effect van de andere factoren bedraagt per saldo 1,5 procentpunt positief. Het solvabiliteitsrisico wordt hierna toegelicht aan de hand van de in de solvabiliteitstoets van DNB onderkende risico’s. Met uitzondering van het operationele risico, worden deze risico’s aangemerkt als financiële risico’s. Rentemismatchrisico Rentemismatchrisico is het verschil in rentegevoeligheid tussen de portefeuille vastrentende waarden (voornamelijk obligaties) en de technische voorziening. De rentegevoeligheid van de pensioenverplichtingen is als gevolg van de langere looptijden hoger dan die van de portefeuille obligaties. Een daling van de marktrente leidt tot een stijging van de technische voorziening, die slechts voor een deel wordt gecompenseerd door een stijging van de waarde van de portefeuille obligaties.
44
Jaarverslag 2011
De rentegevoeligheid kan worden gemeten aan de hand van de modified duration. Dit is de met de contante waarde van rente en aflossing gewogen gemiddelde looptijd in jaren. De duration mismatch is het verschil tussen de duration van de pensioenverplichtingen en de naar omvang (ten opzichte van de pensioenverplichtingen) gewogen duration van de vastrentende waarden. De modified duration van de portefeuille vastrentende waarden, de technische voorziening en de duration mismatch zijn als volgt:
2011
2010
Vastrentende waarden inclusief rentederivaten
13,4
15,3
Gewogen ten opzichte van technische voorziening
7,8
9,8
Technische voorziening
12,9
12,2
Mismatch
5,1
2,4
Als de marktrente (rentetermijnstructuur) met één procentpunt stijgt, daalt de waarde van de vastrentende waarden en de technische voorziening ongeveer met de modified duration als percentage. Bij een rentestijging daalt de waarde van de beleggingen minder dan de waarde van de technische voorziening, waardoor de dekkingsgraad verbetert. Bij een rentedaling stijgt de waarde van de beleggingen minder dan de waarde van de technische voorziening, waardoor de dekkingsgraad verslechtert. Een daling van de nominale marktrente met één procentpunt resulteert in een daling van de nominale dekkingsgraad met ongeveer 5 procentpunten (2010: ongeveer 3 procentpunten). Een stijging van de nominale marktrente met één procentpunt daarentegen resulteert in een verbetering van de nominale dekkingsgraad met ongeveer 6 procentpunten (2010: ongeveer 3 procentpunten). Hierbij is het effect van een renteverandering op de waarde van vastgoed en aandelen buiten beschouwing gelaten. Hiervoor is ervan uitgegaan dat de marktrente voor alle looptijden in gelijke mate stijgt of daalt. Er kan echter sprake zijn van verschillen in de rentebeweging voor verschillende looptijden. De lange rente kan bijvoorbeeld sterker stijgen of dalen dan de korte rente. Veranderingen in de rentecurve worden niet gemeten aan de hand van de modified duration, maar hebben wel invloed op de rentemismatch. Vastgoedrisico en aandelenrisico Vastgoedrisico is het risico dat de waarde van vastgoed en vastgoedaandelen verandert als gevolg van veranderingen in de desbetreffende marktprijzen. Informatie over de spreiding van de portefeuille naar regio is opgenomen in de toelichting op de balanspost vastgoed. De portefeuille vastgoed maakt ongeveer 8% (2010: ongeveer 8%) uit van de totale beleggingen. Een waardedaling van deze beleggingen met 25% resulteert in een daling van de nominale dekkingsgraad met ongeveer 2 procentpunten (2010: ongeveer 2 procentpunten). Een waardestijging van deze beleggingen met 25% daarentegen resulteert in een verbetering van de nominale dekkingsgraad met ongeveer 2 procentpunten (2010: ongeveer 2 procentpunten). Aandelenrisico is het risico dat de waarde van aandelen verandert als gevolg van veranderingen in de desbetreffende marktprijzen. Informatie over de spreiding van de portefeuille naar regio is opgenomen in de toelichting op de balanspost aandelen. De aandelenportefeuille maakt ongeveer 31% (2010: 34%) uit van de totale beleggingsportefeuille. Een waardedaling van de portefeuille met 25% resulteert in een daling van de nominale dekkingsgraad met ongeveer 8 procentpunten (2010: ongeveer 10 procentpunten). Een waardestijging van de portefeuille met 25% daarentegen resulteert in een verbetering van de nominale dekkingsgraad met ongeveer 8 procentpunten (2010: ongeveer 10 procentpunten).
Stichting Pensioenfonds Staples
45
Valutarisico Valutarisico is het risico dat de waarde van beleggingen verandert als gevolg van veranderingen in valutakoersen. Van de beleggingen luidt omgerekend € 361.188 duizend (2010: € 318.604 duizend) in een andere valuta dan de euro. De valutapositie (uitgedrukt in duizenden euro’s) kan als volgt worden geanalyseerd:
V astgoed
A andelen
V ast-
O verig
T otaal
V aluta -
N etto
rentende derivaten positie
waarden
2011
Amerikaanse dollar
17.235
78.052
79.238
35.949
210.474
-153.001
57.473
5.151
11.912
44
-
17.107
-8.962
8.145
Japanse yen Britse pond
7.667
30.861
111
-
38.639
-18.676
19.963
Overige valuta
14.445
73.001
10.222
-
97.668
-
97.668
Totaal
44.498
193.826
89.615
35.949
363.888
-180.639
183.249
15.949
100.075
68.691
33.303
218.018
-153.548
64.470
6.766
15.831
-
-
22.597
-11.425
11.172
2010
Amerikaanse dollar Japanse yen Britse pond
9.050
29.527
-
-
38.577
-19.064
19.513
Overige valuta
15.793
23.619
-
-
39.412
-
39.412
Totaal
47.558
169.052
68.691
33.303
318.604
-184.037
134.567
Commodityrisico Commodityrisico is het risico dat de waarde van commoditybeleggingen verandert als gevolg van veranderingen in de marktprijzen van de onderliggende grondstoffen. Deze onder overige beleggingen opgenomen portefeuille maakt ongeveer 5% (2010: ongeveer 5%) uit van de totale beleggingen. Een waardedaling van de beleggingen met 25% resulteert in een daling van de nominale dekkingsgraad met minder dan 1 procentpunt (2010: minder dan 1 procentpunt). Een waardestijging van de portefeuille met 25% resulteert in een verbetering van de nominale dekkingsgraad met ongeveer 1 procentpunt (2010: ongeveer 1 procentpunt). Kredietrisico Kredietrisico is het risico dat tegenpartijen hun contractuele verplichtingen aan het pensioenfonds of de beleggingsfondsen waarin het pensioenfonds participeert niet nakomen. Informatie over de kredietwaardigheid van de portefeuille op basis van credit ratings en over de spreiding van de portefeuille naar regio is opgenomen in de toelichting op de balanspost vastrentende waarden. Ongeveer 57% (2010: ongeveer 44%) van de totale portefeuille heeft de hoogste rating AAA. Voor de derivaten met een positieve marktwaarde zijn zekerheden verkregen in de vorm van AAA-staatsobligaties. Verzekeringstechnisch risico Het belangrijkste verzekeringstechnisch risico is het langlevenrisico. Dit is het risico dat deelnemers langer blijven leven dan gemiddeld verondersteld bij de vaststelling van de premie en de berekening van de technische voorziening. Door toepassing van de AG-prognosetafels 2010-2060 met correcties voor ervaringssterfte wordt rekening gehouden met een toekomstige verbetering van de levensverwachting.
46
Jaarverslag 2011
Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat onvoldoende liquide middelen beschikbaar zijn om op korte termijn aan de verplichtingen (voornamelijk de pensioenuitkeringen) te kunnen voldoen. Dit risico is onder normale omstandigheden nagenoeg afwezig, omdat de pensioenuitkeringen voor een belangrijk deel kunnen worden voldaan uit de ontvangen premies en directe beleggingsopbrengsten en bovendien verreweg het grootste deel van de beleggingsportefeuille bestaat uit liquide vermogenstitels. Dit neemt niet weg dat ingenomen derivatenposities kunnen leiden tot de contractuele verplichting tot bijstorting. Concentratierisico Concentratierisico kan optreden als een goede spreiding van beleggingen of pensioenverplichtingen ontbreekt. In het standaardmodel van DNB voor de bepaling van het vereist eigen vermogen is het concentratierisico gelijkgesteld aan nihil. Het pensioenfonds voldoet aan deze veronderstelling van een voldoende gediversifieerde beleggingsportefeuille en een voldoende evenwichtige demografische opbouw van de populatie. In de toelichting op de balanspost vastrentende waarden zijn de posten die meer dan 5% uitmaken van de totale obligatieportefeuille vermeld. Duitse, Franse en Nederlandse staatsleningen en obligaties uitgegeven door KfW maken gezamenlijk ongeveer 40% (2010: ongeveer 44%) uit van de totale obligatieportefeuille. Operationeel risico Het operationeel risico is het risico dat optreedt bij de uitvoering van de pensioen- en beleggingsactiviteiten, als gevolg van niet afdoende of falende interne processen, menselijk gedrag en systemen of als gevolg van externe gebeurtenissen. Dit risico wordt beperkt door de ISAE3402-rapportages die het fonds van de diverse uitvoerders ontvangt. Naast deze risico’s, waarvoor op grond van de toezichtregels van DNB buffers moeten worden gevormd en aangehouden, wordt het indexeringsrisico onderkend. Indexeringsrisico De toeslagverlening heeft een voorwaardelijk karakter. Het bestuur van het pensioenfonds stelt jaarlijks de toeslagverlening vast met inachtneming van de financiële positie van het pensioenfonds. Indexeringsrisico is het risico dat de ambitie met betrekking tot de toeslagverlening niet wordt gerealiseerd als gevolg van tegenvallend rendement op de beleggingen, daling van de marktrente en demografische ontwikkelingen.
Stichting Pensioenfonds Staples
47
T o elichti n g staat v a n bate n e n laste n ( bedragen in dui z enden euro ’ s )
BATEN EN LASTEN PENSIOENACTIVITEITEN 14 Premies
2011
2010
5.990
5.398
Collectieve pensioenregeling Beschikbare-premieregeling
493
376
Totaal
6.483
5.774
De premie is gebaseerd op de gedempte kostendekkende premie. In het kader van een evenwichtige belangenbehartiging hebben de aangesloten werkgevers een aanvullende premie betaald ter grootte van 75% (2010: 50%) van het verschil tussen de zuivere kostendekkende premie en de gedempte kostendekkende premie. Vanaf 1 januari 2012 wordt de premie gebaseerd op de zuivere kostendekkende premie. Van de premies betreft een bedrag van € 545 duizend (2010: € 260 duizend) extra premie ten behoeve van de financiering van een deel van de toeslagverlening van de pensioenrechten van actieve deelnemers per 1 januari van het volgende jaar. De zuivere kostendekkende premie en de gedempte kostendekkende premie volgens artikel 130 van de Pensioenwet bedragen respectievelijk € 6.602 duizend (2010: € 5.867 duizend) en € 4.876 duizend (2010: € 4.715 duizend). Het verschil tussen de feitelijke premie van € 6.483 duizend (2010: € 5.774 duizend) en de gedempte kostendekkende premie van € 4.876 duizend (201: € 4.715 duizend) bestaat voornamelijk uit de aanvullende premie, zoals hierboven beschreven. Het verschil tussen de zuivere kostendekkende premie en de gedempte kostendekkende premie wordt veroorzaakt door het verschil tussen de marktrente volgens de rentetermijnstructuur DNB en het gehanteerde verwachte rendement. De gedempte kostendekkende premie is gebaseerd op een verwacht rendement van 5,0% (2010: 5,0%). De kostendekkende premie en de gedempte kostendekkende premie zijn als volgt samengesteld:
Zuivere
K osten -
G edempte K osten -
dekkende dekkende premie premie
2 0 1 1
48
Pensioenopbouw inclusief risicodekking
4.567
3.066
Inleg Beschikbare-premieregeling
493
493
Toegezegde toeslagverlening
545
545
Opslag voor pensioenuitvoeringskosten (inclusief excassokosten)
322
322
Solvabiliteitsopslag
675
450
Voorwaardelijke toekomstige toeslagverlening
-
-
Totaal
6.602
4.876
Jaarverslag 2011
Zuivere
K osten -
G edempte K osten -
dekkende dekkende premie premie
2 0 1 0
Pensioenopbouw inclusief risicodekking
4.239
3.232
Inleg Beschikbare-premieregeling
376
376
Toegezegde toeslagverlening
260
260
Opslag voor pensioenuitvoeringskosten (inclusief excassokosten)
346
346
Solvabiliteitsopslag
646
501
Voorwaardelijke toekomstige toeslagverlening
-
-
Totaal
5.867
4.715
15 Waardeoverdrachten Hieronder is opgenomen het saldo van inkomende bedragen uit hoofde van overgenomen pensioenverplichtingen en uitgaande bedragen uit hoofde van overgedragen pensioenverplichtingen.
2011
2010
Inkomende waardeoverdrachten
566
370
Uitgaande waardeoverdrachten
-332
-1.358
Waardeoverdrachten voor risico pensioenfonds
-234
-988
Uitgaande waardeoverdrachten
-22
-
Waardeoverdrachten voor risico deelnemers
-22
-
Totaal
212
-988
16
Pensioenopbouw
Onder pensioenopbouw is opgenomen de actuarieel berekende waarde van de diensttijdopbouw. Dit is het effect op de technische voorziening van de in het verslagjaar opgebouwde nominale rechten ouderdomspensioen en partnerpensioen.
2011
2010
Totaal
-4.566
-4.239
2011
2010
Actieve deelnemers
-435
-278
17
Toeslagen
Gewezen deelnemers
-
-380
Pensioengerechtigden
-95
-1.362
Totaal
-530
-2.020
Stichting Pensioenfonds Staples
49
De pensioenrechten van de actieve deelnemers zijn per 1 januari 2012 verhoogd met 1,00% (1 januari 2011: 0,64%). De premievrije pensioenrechten en de ingegane pensioenen zijn per 1 januari 2012 niet verhoogd (1 januari 2011: 0,35%). De in 2011 verwerkte toeslagverlening van de ingegane pensioenen heeft voor het grootste deel betrekking op verhoging van de WGA- arbeidsongeschiktheidspensioenen met 1,56% conform de verhoging van de WGA-grensbedragen.
18 Rentetoevoeging technische voorziening
De pensioenverplichtingen worden contant gemaakt tegen de marktrente per balansdatum op basis van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur. Aan de technische voorziening wordt rente toegevoegd op basis van de éénjaarsrente volgens deze rentetermijnstructuur primo verslagperiode.
2011
2010
Totaal
-7.469
-6.963
De in het verslagjaar aan de technische voorziening toegevoegde rente is gebaseerd op een éénjaarsrente van 1,3% (2010: 1,3%).
19
Wijziging marktrente
De waarde van de pensioenverplichtingen verandert onder invloed van veranderingen in de marktrente.
2011
2010
Totaal
-68.069
-38.057
In 2011 is de afgeleide marktrente gedaald van 3,4% tot 2,7% en in 2010 gedaald van 3,8% tot 3,4%.
20
Onttrekking pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten
Toekomstige pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten (in het bijzonder excassokosten) worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de technische voorziening. De hieronder opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de pensioenen en kosten van de verslagperiode.
50
2011
2010
Onttrekking pensioenuitkeringen
35.902
35.816
Onttrekking pensioenuitvoeringskosten
1.068
1.069
Totaal
36.970
35.645
Jaarverslag 2011
21
Pensioenrechten waardeoverdrachten
Hieronder zijn opgenomen de toevoeging aan de technische voorziening uit hoofde van pensioenrechten met betrekking tot inkomende waardeoverdrachten en de onttrekking aan de technische voorziening uit hoofde van pensioenrechten met betrekking tot uitgaande waardeoverdrachten.
2011
Pensioenrechten inkomende waardeoverdrachten
-537
-455
Pensioenrechten uitgaande waardeoverdrachten
343
1.599
Totaal
-194
1.144
22
2010
Wijzigingen actuariële grondslagen
De actuariële grondslagen zijn de uitgangspunten en veronderstellingen waarop de berekening van de technische voorziening is gebaseerd. Onder wijziging actuariële grondslagen is het effect van aanpassing van de bestandsgrondslagen, economische grondslagen en kostengrondslagen op de voorziening opgenomen.
2011
2010
Overgang op AG-prognosetafels 2010-2060
-
-26.474
Wijziging correctie ervaringssterfte
-
-1.136
Levensverwachting
-
-27.610
Kostenvoorziening
-
1.319
Totaal
-
-26.291
2011
2010
Actuariële resultaten
666
-1.018
Arbeidsongeschiktheidspensioen en premievrije pensioenopbouw arbeidsongeschikten
258
363
Omzetting pensioenspaarkapitaal in pensioenrechten
-349
-49
Totaal
575
-704
Opname herverzekerde pensioenverplichtingen bestaande contracten
-
-9.372
Mutaties in 2010 opgenomen herverzekerde pensioenverplichtingen, saldo
-378
-
Totaal
197
-10.076
Kortlevenrisico
1.607
-729
Langlevenrisico
-953
472
Sterfte, per saldo
654
-257
Arbeidsongeschiktheid
199
-220
Flexibele keuzemogelijkheden
-442
-516
Overig
255
-25
Totaal
666
-1.018
23
Overige mutaties technische voorziening
De actuariële resultaten zijn als volgt samengesteld:
Stichting Pensioenfonds Staples
51
24 Pensioenuitkeringen
2011
2010
Ouderdomspensioen (inclusief overbruggingspensioen)
-26.426
-26.913
Partnerpensioen
-8.432
-8.376
Wezenpensioen
-85
-83
Arbeidsongeschiktheidspensioen
-543
-606
Totaal periodieke pensioenuitkeringen
-35.486
-35.978
Totaal afkopen pensioenen
-279
-239
-35.765
-36.217
2011
2010
Inleg
-493
-376
Totaal
25
Mutatie technische voorziening voor risico deelnemers
Uitgaande waardeoverdrachten
54
-
Beleggingsopbrengsten
120
-356
Omzetting in pensioenrechten
352
69
Overig
-48
31
Totaal
-15
-632
2011
2010
Premies herverzekering
-426
-305
Uitkeringen herverzekering
717
1.260
26
Herverzekeringen
Mutatie herverzekeringsdeel technische voorziening
466
719
757
1.674
Opname bestaande herverzekeringscontracten
-
9.372
Totaal
757
11.046
Ultimo 2010 zijn twee bestaande herverzekeringscontracten in de balans opgenomen. Verwezen wordt naar de toelichting op de actiefpost herverzekeringsdeel technische voorziening hiervoor.
52
Jaarverslag 2011
27
Pensioenuitvoeringskosten
Dit betreft de kosten met betrekking tot de uitvoering van de pensioenregeling. De kosten van vermogensbeheer zijn hierin niet begrepen. De kosten van bestuur en financieel beheer worden toegerekend aan pensioenuitvoering en vermogensbeheer.
2011
2010
Kosten pensioenuitvoering en bestuursondersteuning
-1.600
-1.369
Overige kosten
154
138
Totaal
-1.446
-1.231
28 Overige baten en lasten pensioenactiviteiten
2011
2010
Compensatie premie zorgverzekering
-68
-65
Toeslagen pensioenrechten contracten verzekeraars
-
-57
Totaal overige lasten
-68
-122
Overige baten
9
10
Totaal
-59
-112
Stichting Pensioenfonds Staples
53
BATEN EN LASTEN BELEGGINGSACTIVITEITEN 29 Beleggingsopbrengsten voor risico pensioenfonds Onder beleggingsopbrengsten zijn opgenomen de op de verslagperiode betrekking hebbende: directe beleggingsopbrengsten (dividend en rente); indirecte beleggingsopbrengsten (waardeveranderingen inclusief valutakoersverschillen); kosten van vermogensbeheer (inclusief kosten ten laste van beleggingsinstellingen, maar exclusief transactiekosten).
D ire c t
W aarde -
T o taa l
v erandering
2011
Vastgoedbeleggingen
1.787
-6.541
-4.754
Aandelen
4.340
-17.542
-13.202
Aandelenderivaten
-
-81
-81
Vastrentende waarden
12.671
21.247
33.918
Rentederivaten
746
18.849
19.595
Overige beleggingen
-
2.987
2.987
Valutaderivaten
-
-7.289
-7.289
Totaal vóór kosten
19.544
11.630
31.174
Kosten van vermogensbeheer
-3.210
Totaal
27.964
2010
Vastgoedbeleggingen
1.792
10.739
12.531
Aandelen
3.431
34.082
37.513
Aandelenderivaten
-
96
96
Vastrentende waarden
14.395
16.649
31.044
Rentederivaten
1.373
3.303
4.676
Overige beleggingen
-
6.006
6.006
Valutaderivaten
-
-13.873
-13.873
Totaal vóór kosten
20.991
57.002
77.993
Kosten van vermogensbeheer
-2.835
Totaal
75.158
De kosten van vermogensbeheer kunnen als volgt worden gespecificeerd:
54
Directe kosten ten laste van pensioenfonds
Toegerekende kosten bestuur en financieel beheer
2011
2010
-2.009
-1.632
-154
-138
-2.163
-1.770
Kosten ten laste van beleggingsfondsen
-1.074
-1.065
Totaal
-3.210
-2.835
Jaarverslag 2011
30 Beleggingsopbrengsten voor risico deelnemers
2011
2010
Directe beleggingsopbrengsten
26
35
Waardeveranderingen
-146
321
Totaal
-120
356
De kosten van vermogensbeheer (inclusief transactiekosten en kosten ten laste van beleggingsfondsen) zijn begrepen in de waardeveranderingen.
Stichting Pensioenfonds Staples
55
O v eri g e i n f o rmatie
Verbonden partijen
Belastingen
De aangesloten onderneming en de bestuursleden
Het pensioenfonds is op grond van de aard van de
worden aangemerkt als verbonden partijen.
activiteiten vrijgesteld van belastingheffing voor de
Tussen het pensioenfonds en de aangesloten
vennootschapsbelasting.
ondernemingen (Staples Nederland Holding B.V., Staples Nederland B.V. en Tetterode-Nederland B.V.)
Toezichthouder
is een uitvoeringsovereenkomst inzake de financiering
Evenals vorig jaar is geen sprake van door DNB
en de uitvoering van de pensioenregeling gesloten.
genomen corrigerende maatregelen ingevolge artikel 96
Een samenvatting van de uitvoeringsovereenkomst is
Pensioenwet, anders dan de vigerende herstelplannen
opgenomen in de paragraaf Financiering en premie van
(kortetermijnherstelplan en langetermijnherstelplan).
de algemene toelichting op pagina 27. Het pensioenfonds heeft geen leningen verstrekt aan
Amsterdam, 22 juni 2012
bestuursleden en heeft ook anderszins geen vorderingen op bestuursleden. Inzake de beloning van bestuurders
Drs. W. van Dijk MTL
wordt verwezen naar de paragraaf Bezoldiging
Drs. M.Th.J. Graven
bestuurders hierna.
Mr. Drs. M.J.M. Haker T.J.W. van Varik RA
Medewerkers
Drs. R.A.P.H. de Wolf RA
Het pensioenfonds heeft geen personeel in dienst.
A.J. Kraster FC E.R.R. Heuff
Bezoldiging bestuurders
Drs. G. Nijhuis MBA
De bestuurders van het pensioenfonds ontvangen geen bezoldiging.
Honorarium accountant De accountantskosten zoals bedoeld in artikel 382a Titel 9, Boek 2 BW bedragen € 33 duizend (2010: € 32 duizend). De kosten hebben nagenoeg volledig betrekking op de controle van de jaarrekening en de jaarstaten DNB.
O v eri g e G E G E V E N S
Resultaatverdeling
Gebeurtenissen na balansdatum
Het saldo over het boekjaar 2011 bedroeg - € 45.650
Op 24 april 2012 is arrest gewezen in het hoger beroep
duizend. Het bestuur heeft besloten om dit bedrag ten
dat door Veenman B.V. is ingesteld. Dit heeft tot gevolg
laste van de overige reserves te brengen.
dat er een extra last van circa € 350 duizend in de jaarrekening 2012 zal worden opgenomen.
56
Jaarverslag 2011
A C T U A R I Ë L E V E R K L A R I NG
Opdracht
Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke
Door Stichting Pensioenfonds Staples te Maastricht is
mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen
aan Towers Watson B.V. de opdracht verleend tot het
onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij
afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in
een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee
de Pensioenwet over het verslagjaar 2011.
het pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen kan nakomen, mede in aanmerking nemend
Gegevens
het financieel beleid van het pensioenfonds.
De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd,
De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan
zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder
zijn in overeenstemming met de binnen het Actuarieel
de verantwoordelijkheid van het bestuur van het
Genootschap geldende normen en gebruiken, en vormen
pensioenfonds.
naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn
Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de
oordeel.
beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de
Oordeel
jaarrekening.
De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig
In overeenstemming met de richtlijn ‘Samenwerking
de beschreven berekeningsregels en uitgangspunten,
tussen accountant en actuaris ter zake van de controle van
als geheel bezien, toereikend vastgesteld.
verantwoordingen van verzekeringsinstellingen’ heeft de
Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op
accountant van het pensioenfonds mij geïnformeerd over
de balansdatum lager dan het wettelijk vereist eigen
zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid en
vermogen, maar niet lager dan het wettelijk minimaal
de volledigheid van de administratieve basisgegevens en
vereist eigen vermogen. Gemeten naar de wettelijke
de overige uitgangspunten die voor mijn oordeelsvorming
maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan
van belang zijn.
tot de balansdatum, sprake van een reservetekort. Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij ervan
Werkzaamheden
overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met
Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is
140 van de Pensioenwet met uitzondering van artikel 132.
voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet.
De vermogenspositie van Stichting Pensioenfonds Staples
De door het pensioenfonds verstrekte administratieve
is naar mijn mening niet voldoende, vanwege
basisgegevens zijn zodanig dat ik die gegevens als
het reservetekort. Daarbij is in aanmerking genomen dat de
uitgangspunt van de door mij beoordeelde berekeningen
mogelijkheden tot het realiseren van de beoogde toeslagen
heb aanvaard.
beperkt zijn.
Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht: heb ik onder meer onderzocht of de technische
Purmerend, 22 juni 2012
voorzieningen, het minimaal vereist eigen
Drs. H. Zaghdoudi AAG
vermogen en het vereist eigen vermogen toereikend
zijn vastgesteld; en heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogens-
Verbonden aan Towers Watson B.V.
positie van het pensioenfonds.
Stichting Pensioenfonds Staples
57
C o n tr o le v erklari n g
Verklaring betreffende de jaarrekening
van controle-werkzaamheden die passend zijn in de
Wij hebben de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening
omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben
2011 voor het jaar eindigend op 31 december 2011
echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen
van Stichting Pensioenfonds Staples te Maastricht
over de effectiviteit van de interne beheersing van de
gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans
entiteit. Een controle omvat tevens het evalueren van de
per 31 december 2011 en de winst-en-verliesrekening
geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële
over 2011 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een
verslaggeving en van de redelijkheid van de door het
overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële
bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede
verslaggeving en andere toelichtingen.
een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
Verantwoordelijkheid van het bestuur
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-
Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het
informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing
opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het
voor ons oordeel te bieden.
resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming
Oordeel betreffende de jaarrekening
met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld
Wetboek (BW) en Richtlijn voor de Jaarverslaggeving 610
van de grootte en samenstelling van het vermogen van
Pensioenfondsen. Het bestuur is tevens verantwoordelijk
Stichting Pensioenfonds Staples per 31 december 2011 en
voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk
van het resultaat over 2011 in overeenstemming met Titel 9
acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te
Boek 2 BW en met Richtlijn voor de Jaarverslaggeving 610
maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg
Pensioenfondsen.
van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel
Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij
over de jaarrekening op basis van onze controle.
dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding
Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming
van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat
met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse
kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW
controlestandaarden.
is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en
Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende
met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens
ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig
vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat
plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid
kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening
wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van
zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
materieel belang bevat. Den Haag, 22 juni 2012 Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen
Ernst & Young Accountants LLP
en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten
58
Jaarverslag 2011
w.g. S.B. Spiessens RA
BEGRIPPENLIJST
Actuariële- en bedrijfstechnische nota (ABTN)
Benchmark (index)
Hierin zijn de financiële opzet van een pensioenfonds
Een objectieve maatstaf voor zowel de samenstelling
en de grondslagen waarop deze berust, gemotiveerd
als de performance van het belegde vermogen. Een
omschreven. De actuariële en bedrijfstechnische nota
benchmarkindex is een mandje van -bijvoorbeeld-
moet in ieder geval een beschrijving bevatten van de
een aantal aandelen.
financieringsmethode, de wijze van berekening van
In beginsel bepaalt de totale waarde van alle uitstaande
de bijdragen en van de toereikendheidstoets, alsmede
aandelen de waarde van een index; fluctuaties in de
een uiteenzetting van het beleggingsbeleid, een
waarde van de index worden derhalve veroorzaakt
organogram en een mandaatregeling. De actuariële en
door koersfluctuaties van de in de index opgenomen
bedrijfstechnische nota moet aan De Nederlandsche
aandelen.
Bank worden overgelegd.
Bekende voorbeelden van indices zijn AEX en MSCI.
Actuariële grondslagen
Beschikbare premieregeling
Gegevens als sterftekansen, arbeidsongeschiktheids-
Pensioenregeling waarin de hoogte van de verzekerde
kansen, rekenrente en kosten die gemaakt worden om
pensioenen afhankelijk is van de krachtens de regeling
pensioen uit te keren. Ook het vermogen dat nodig is
beschikbare premie en de daarmee te behalen
om alle pensioenen te kunnen uitkeren, wordt met deze
beleggingsopbrengsten. Met behulp van actuariële
gegevens berekend.
grondslagen en methoden wordt bij pensionering de precieze hoogte van het pensioen vastgesteld.
ALM-studie (Asset Liability Management-studie) Studie waarbij men de beleggingsmix, de verplichtingen
Beurswaarde
en het premiebeleid op elkaar afstemt. Het uitvoeren
De waarde van obligaties en aandelen tegen de op enig
van een studie helpt bij de keuze tot het maken van de
moment geldende beurskoersen.
juiste beleggingsmix en dient als basis voor het beleid. Een ALM-studie bestaat uit het in kaart brengen van
Commodities
de financiële stromen, de simulatie van toekomstige
Beleggingen in goederen en grondstoffen.
financiële posities, de samenhang met de economische omgeving en de vergelijking van beleidsvarianten.
Compliance Het woord komt van het Engelse woord to comply with,
Autoriteit Financiële Markten (AFM)
overeenstemmen met. De naleving van de wet- en
De AFM houdt toezicht op het gedrag van iedereen die
regelgeving, evenals het werken volgens de normen
actief is op de markt van sparen, lenen, beleggen en
en regels die het fonds zelf heeft opgesteld.
verzekeren. Compliance officer Beleggingsbeleid
Is een functionaris die bij veelal een financiële instelling
Een pensioenfonds is verplicht om op solide wijze te
is aangesteld om toe te zien op de naleving van wet-
beleggen. Het beleggingsbeleid van een pensioenfonds
en regelgeving binnen de organisatie. Een compliance
is enerzijds gericht op het zo veel mogelijk uitsluiten van
officer zorgt er voor dat de handelwijze van de
beleggingsrisico’s en anderzijds op het behalen van
organisatie inclusief haar personeel overeenkomt
een zo hoog mogelijk rendement. Bovendien moet de
met de door de wetgever gesteld vereisten.
afstemming van de beleggingen op de verplichtingen juist zijn: het pensioenfonds moet op het juiste moment
Contante waarde
aan haar verplichtingen kunnen voldoen.
Het bedrag dat op dit moment nodig is om in de toe-
Om optimaal aan deze uitgangspunten te voldoen is een
komst een uitkering te kunnen doen, waarbij rekening
juiste samenstelling van de beleggingsmix noodzakelijk,
is gehouden met de actuariële grondslagen.
die met behulp van een ALM-studie kan worden vastgesteld.
Stichting Pensioenfonds Staples
59
Continuïteitsanalyse
Direct rendement/totaal rendemen
Volgens de Pensioenwet moet elk fonds ten minste eens
Direct rendement heeft betrekking op de directe
in de drie jaar een continuïteitsanalyse uitvoeren.
opbrengsten uit beleggingen in de vorm van rente,
Deze analyse geeft aan of het pensioenfonds op
dividend en huren, uitgedrukt in een percentage van
lange termijn aan haar verplichtingen kan voldoen.
de waarde van die beleggingen. In het begrip totaal
De continuïteitsanalyse biedt tevens inzicht in de mate
rendement wordt ook de waardeverandering van de
waarin de voorwaardelijke toeslagverlening
beleggingen meegenomen. Bij het effectief rendement
naar verwachting kan worden toegekend.
op vastrentende beleggingen wordt ook nog rekening gehouden met het patroon van de nog te ontvangen
CPI
aflossingen en rentebetalingen.
Afkorting voor Consumentenprijsindex. Het CPI wordt maandelijks berekend en gepubliceerd
De Nederlandsche Bank (DNB)
door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het
Orgaan dat toezicht houdt op pensioenfondsen en
meet de gemiddelde prijsveranderingen in de loop der
verzekeraars. Het toezicht op pensioenfondsen is
tijd van goederen en diensten die huishoudens voor hun
geregeld in de Pensioenwet. De Pensioenwet heeft
levensonderhoud aanschaffen. Zie ook onder Toeslagen.
als doel het beschermen van de pensioenaanspraken van (gewezen) deelnemers. DNB houdt ook toezicht
Custody
op pensioenregelingen die door een werkgever
De bewaarneming van effecten.
bij een pensioenfonds of een verzekeraar worden
Waar op een bankrekening geldbedragen worden
ondergebracht.
geadministreerd, worden door een effectenbewaarder (custodian) de fysieke stukken, zoals aandelen en
Duration
obligaties bewaard.
Het cijfer dat aangeeft met hoeveel procent de waarde van een obligatie (portefeuille) stijgt of daalt bij een daling
Deelnemersraad
of stijging van één procent van de rente. De duration kan
Een adviesorgaan voor het bestuur van het pensioen-
gebruikt worden als rentegevoeligheidsmeter. Hoe hoger
fonds dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van
de duration des te groter zal de waardeverandering zijn
werknemers, gewezen deelnemers met een premievrije
bij een rentewijziging.
aanspraak (zgn. slapers) en van pensioengerechtigden. Emerging Markets (Opkomende Markten) Dekkingsgraad
Landen waarvan de aandelenmarkt en de obligatiemarkt
De verhouding van de contante waarde van het
nog niet volledig zijn ontwikkeld; bijvoorbeeld China en
belegde vermogen en de contante waarde van de
India.
pensioenverplichtingen. Dit percentage geeft aan de mate waarin het fonds buffers heeft om in de toekomst
Emerging Market Debt
aan haar verplichtingen te kunnen voldoen.
Beleggingen in obligaties uitgegeven door overheden en bedrijven in opkomende markten.
Derivaten
60
Financiële producten die alleen kunnen bestaan bij de
Fiduciair manager
gratie van een ander product ofwel de onderliggende
Fiduciair management is een integrale benadering
waarde. De prijsontwikkeling is (mede) afhankelijk van
van vermogensbeheer die ervoor zorgt dat alle
de prijsontwikkeling van de onderliggende waarde.
vermogensbeheeractiviteiten optimaal op elkaar
Een ander woord voor derivaten is afgeleid product,
worden afgestemd. De fiduciair manager begeleidt
zoals opties, futures en termijncontracten. Het zijn
het pensioenfondsbestuur bij het vaststellen van het
verhandelbare rechten en/of plichten.
beleggingsbeleid, het voeren van risicomanagement
Jaarverslag 2011
en het samenstellen van een optimale beleggings-
High yield
portefeuille. Door middel van een frequente rapportage
Bedrijfsobligaties worden onderverdeeld in twee
houdt het pensioenfondsbestuur volledig grip op alle
categorieën:
processen.
1. AAA tot en met BBB worden aangemerkt als investment grade beleggingen;
Financieel Toetsingskader (FTK)
2. BB tot en met C krijgen het predikaat ‘sub-investment
Voorschriften voor de premiehoogte en de omvang van
grade’ of ‘high yield’. Tegenover deze lagere rating staat
de reserves, als onderdeel van de Pensioenwet die op
een relatief hoog verwacht rendement. Een bijkomend
1 januari 2007 van kracht is geworden.
voordeel is dat emissies die net buiten de categorie investment grade vallen vaak extra rendement opleveren
Franchise
in verhouding tot het risico.
Het deel van het salaris waarover geen pensioen wordt opgebouwd. Gepensioneerden krijgen hiervoor in de
Integriteitsbeleid
plaats de AOW van de Sociale Verzekeringsbank.
Integriteit staat voor integer handelen en dat is zoiets als ‘doen wat van je verwacht wordt’. Daarbij gelden dan
Gedempte kostendekkende premie
de waarden en normen van 'goed burgerschap’ zoals
Dit is de kostendekkende premie waarbij rekening wordt
onafhankelijk, loyaal, betrouwbaar, dienstbaar
gehouden met een rekenrente die is gebaseerd op de
en onkreukbaar. Deels zijn deze waarden en normen
verwachte waarde van het toekomstige rendement.
uitgewerkt in gedragscodes die concreter aangeven wat wel moet en niet mag.
Gewezen deelnemer (ook wel slaper genoemd) Iemand is een gewezen deelnemer als de deelname aan
Mandaat
de pensioenregeling is gestopt doordat hij/zij niet langer
Het mandaat vermogensbeheer, ook wel beleggings-
bij een werkmaatschappij van Staples werkt.
richtlijnen of beleggingsinstructie genoemd, bevat de
beleggingstechnische afspraken over het beheer van
Governance
het vermogen. Het mandaat wordt vastgesteld onder
Het stelsel van verantwoordelijkheden van alle partijen
verantwoordelijkheid van het bestuur en bevat alle
die bij het besturen van een pensioenfonds betrokken
beperkingen waarbinnen een vermogensbeheerder
zijn, zoals bestuur en directie.
mag beleggen.
Herstelplan
Marktrente
Plan van aanpak gericht op het herstel van
Onder de marktrente verstaan we de rente die bij het
het dekkingstekort of het reservetekort bij een
verstrekken van een lening of krediet overeenkomt met
pensioenfonds. Binnen drie maanden na het ontstaan
de gemiddelde rente voor vergelijkbare leningen of
van de situatie van onderdekking dient het bestuur van
kredieten.
het pensioenfonds een herstelplan bij De Nederlandsche Bank (DNB) te hebben ingediend. Het herstelplan dient
Marktwaarde
zodanige maatregelen te omvatten, dat de situatie van
Waarde van een beleggingsobject als het op dit moment
onderdekking binnen een jaar is beëindigd.
zou worden verkocht.
De termijn die in het herstelplan mag worden aangehouden voor herstel van het reservetekort bedraagt
Nominale waarde
maximaal vijf jaar.
De hoofdsom, waarover rente wordt betaald en die uiteindelijk wordt terugbetaald aan de uitlener. Door rentebewegingen in de markt kan de marktwaarde afwijken van de nominale hoofdsom.
Stichting Pensioenfonds Staples
61
Obligatie
Rekenrente
Schuldpapier van een overheid of onderneming met een
Het rentepercentage dat in aanmerking wordt genomen
vaste of variabele rente en een vaste looptijd waarna de
bij de berekening van de contante waarde van de
schuld zal worden afgelost.
pensioenverplichtingen.
Outperformance
Rendement
Het verschil tussen het behaalde rendement en het
Het positieve of negatieve resultaat dat een
rendement van de benchmark (positief of negatief).
pensioenfonds of vermogensbeheerder behaalt met de
Dit verschil geeft aan hoeveel waarde is toegevoegd door
belegging van daartoe beschikbare middelen.
middel van actief beheer. Risk manager Pensioenaanspraak
De functionaris die controles op het beleggingsproces,
Een recht op toekomstige pensioenuitkeringen. De
het resultaat en de kwaliteit van waarderingen uitvoert.
aanspraak op pensioen wordt onderscheiden van het
Hiermee krijgt het bestuur het gewenste zicht op de
ingegane pensioen.
operationele risico’s van het onder haar verantwoording gevoerde beleggingsbeleid.
Pensioengerechtigde Degene, die krachtens de bepalingen van de statuten en
Solvabiliteit
het reglement periodieke pensioenuitkeringen ontvangt.
De mate waarin een pensioenfonds op langere termijn aan haar totale verplichtingen kan voldoen.
Pensioengrondslag Het deel van het (vaste) jaarsalaris dat resteert na aftrek
Swap (valuta/rente)
van de franchise. Over de pensioengrondslag worden de
Een valuta-/renteswap is een ruiltransactie die geschiedt
pensioenaanspraken verleend.
op de internationale financiële markt, waarbij partijen de valuta-/rentebetalingen gedurende de looptijd of
Pensioenwet
een deel van de looptijd, tegen elkaar ruilen. Na het
De Pensioenwet heeft als doel het beschermen van de
verstrijken van deze tijd worden ze weer teruggenomen
pensioenaanspraken van de werknemers. Verder regelt
en hebben beide partijen hiervan kunnen profiteren.
de Pensioenwet het toezicht op pensioenfondsen en verzekeraars door DNB.
Technische voorziening (TV) Het bedrag dat naar verwachting nodig is om alle
Performance
lopende in de toekomst aan pensioengerechtigden
Het totale rendement over het jaar verkregen uit de
uit te keren bedragen te kunnen dekken.
beleggingen. Toeslagen Prognosetafels
Verhoging van ingegane pensioenen en/of (premievrije)
Tabellen opgesteld door het Actuarieel Genootschap
pensioenaanspraken met een percentage dat gelijk blijft
op basis van waarnemingen in een bepaalde periode,
of gelijk is aan een indexcijfer. Als indexcijfer wordt vaak
aangevend per leeftijd de kans om binnen het jaar
het consumenten-prijsindexcijfer (CPI) gehanteerd.
te overlijden. Het Pensioenfonds Staples gebruikt
Indien bij een gemiddeld-salaris pensioenregeling
de zgn. Prognosetafels 2010 - 2060 met correcties
jaarlijks de pensioensalarissen uit het verleden worden
voor ervaringssterfte waardoor al rekening wordt
geïndexeerd, bijvoorbeeld met de algemene loonindex
gehouden met een toekomstige verbetering van de
volgens het CBS, is sprake van een geïndexeerd
levensverwachting als het gaat om het resterende
gemiddeld salaris pensioenregeling.
langlevenrisico.
62
Jaarverslag 2011
Valuta hedging
Waardeoverdracht
Het afdekken van valutarisico door middel van
Het overhevelen van de contante waarde van de bij de
valutatermijntransacties.
oude werkgever opgebouwde pensioenaanspraken naar de pensioenverzekeraar of het pensioenfonds van
Vastrentende waarden
de nieuwe werkgever voor inkoop van (geïndexeerde)
Verzamelnaam voor beleggingen waarop in beginsel
pensioenaanspraken.
een vaste rentevergoeding en een vaste looptijd geldt. Voorbeelden van vastrentende waarden zijn obligaties,
Zuivere kostendekkende premie
onderhandse leningen en hypotheken.
Dit is de actuarieel benodigde premie voor de inkoop van het onvoorwaardelijk deel van
Verantwoordingsorgaan
de uit het pensioenreglement voortvloeiende
De Pensioenwet verplicht pensioenfondsen tot het
pensioenverplichting, een opslag voor solvabiliteit en
instellen van een verantwoordingsorgaan waarin actieve
een opslag voor uitvoeringskosten.
deelnemers, pensioengerechtigden en de werkgever vertegenwoordigd zijn. Zij hebben als taak het controleren van het handelen van het bestuur met betrekking tot het beleid, de wijze waarop het beleid is uitgevoerd en de naleving van de bij of krachtens de wet vastgestelde principes voor Goed Pensioenfondsbestuur. Vereist eigen vermogen Is de omvang van het eigen vermogen waarover een pensioenfonds ten minste moet beschikken. Indien een fonds niet over dit vermogen beschikt, moet het een langetermijnherstelplan indienen bij DNB. Visitatiecommissie Het pensioenfonds draagt zorg voor de organisatie van het interne toezicht. Het gaat daarbij om het beoordelen van de beleids- en bestuursprocedures, de interne beheersing, de manier waarop de uitvoering van de regeling wordt bestuurd en aangestuurd en de manier waarop wordt omgegaan met risicomanagement. Het interne toezicht wordt bij ons fonds uitgevoerd door de visitatiecommissie. Volatiliteit In de financiële markten is de volatiliteit de mate van beweeglijkheid van de koers van een aandeel of een ander financieel product zoals een aandelenindex of valuta.
Stichting Pensioenfonds Staples
63
Colofon Vormgeving & realisatie Yland Design, Amsterdam Drukkerij Tuijtel BV Hardinxveld-Giessendam Prepress Heidelberg Prinect Workflow Press Heidelberg SMXL105 Papier binnenwerk 130 g/m² houtvrij silk M.C. ® FSC SCS-COC-000973 Papier omslag 250 g/m² houtvrij silk M.C. ® FSC SCS-COC-000973
klimaatneutraal natureOffice.com | NL-001-017875
gedrukt
Stichting Pensioenfonds Staples Hoogoorddreef 62 1101 BE Amsterdam