CENTRE NATIONAL DE REFERENCE DES SALMONELLA ET SHIGELLA
2007
JAARVERSLAG
Nationaal Referentiecentrum voor Neisseria meningitidis
Neisseria meningitidis stammen afgezonderd in België in 2007
NATIONAAL REFERENTIECENTRUM VOOR NEISSERIA MENINGITIDIS Jaarverslag 2007
Afdeling Bacteriologie J. Wytsmanstraat, 14 1050 Brussel | België www.iph.fgov.be
Bacteriologie | Juni 2008 | Brussel, België Depotnummer of ISSN: D/2008/2505/29
Ing. Françoise Carion Nationaal referentiecentrum voor Neisseria meningitidis WIV | Afdeling Bacteriologie J. Wytsmanstraat 14 1050 Brussel T + 32 2 642 50 89 F + 32 2 642 52 40 E-mail: franç
[email protected] www.iph.fgov.be/bacterio
Dit project werd gefinancierd door
Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.
2
Dankbetuigingen Graag danken wij de instanties die ons financieren en de Gezondheidsinspecties die regelmatig aangifte doen van de meningitisgevallen. Tevens danken wij de laboratoria die, door het versturen van hun stammen, meewerken aan het toezicht op besmettelijke ziekten en bijdragen tot een betere kennis van de meningokokkeninfecties in België. Wij danken ook Dr. Sophie Bertrand voor de uitvoering van de moleculaire diagnose en typering van de meningokokken.
© Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, Brussel 2008 Dit rapport mag niet gereproduceerd, gepubliceerd of verdeeld worden zonder akkoord van het WIV. 3
Inhoudstafel Inleiding ................................................................................................................................................ 5 Groep 1: Meningitis en sepsis............................................................................................................... 5 Verdeling volgens de aard van het staal en van de infectie .............................................................. 5 Verdeling per maand ........................................................................................................................ 5 Verdeling per leeftijdsgroep en geslacht........................................................................................... 6 Verdeling in serogroepen ................................................................................................................. 6 Verdeling per leeftijdsgroep en serogroep ........................................................................................ 6 Geografische verspreiding................................................................................................................ 7 Verdeling in serotypes en subtypes .................................................................................................. 9 Gevoeligheid voor antibiotica............................................................................................................ 9 Retrospectieve 1991-2007.............................................................................................................. 10 Commentaar en besluit .................................................................................................................. 10 Groep 2: Gezonde dragers ................................................................................................................. 12 Groep 3: Broncho-pulmonaire infecties............................................................................................... 12 Groep 4: Diverse oorsprong................................................................................................................ 12 Bijlage................................................................................................................................................. 13 Lijst van de laboratoria die stammen verstuurd hebben.................................................................. 13 Formulier voor de verzending van een stam................................................................................... 14
© Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, Brussel 2008 Dit rapport mag niet gereproduceerd, gepubliceerd of verdeeld worden zonder akkoord van het WIV. 4
Jaarverslag 2007
Referentiecentrum voor meningokokken
Inleiding In 2007 stuurden 73 laboratoria voor klinische biologie 181 stalen naar het referentielaboratorium (WIV | Afdeling Bacteriologie). Deze stalen kunnen worden ingedeeld in 4 groepen afhankelijk van hun klinische vorm en oorsprong: • Groep 1: 164 stalen (161 stammen, 3 LV) genomen bij patiënten met meningitis of sepsis; • Groep 2: 4 stammen geïsoleerd bij gezonde dragers; • Groep 3: 11 stammen geïsoleerd bij patiënten met een broncho-pulmonaire infectie; • Groep 4: 2 stammen van diverse oorsprong (oog, urethraal/vaginaal secreet…). De volgende analyses werden uitgevoerd: • biochemische identificatie van de stam; • bepaling van de serogroep door agglutinatie met de antisera A, B, C, X, Y, Z, W135 en 29E; • diagnose en bepaling van de serogroep met behulp van PCR op LV of bloedstalen indien de bacteriële cultuur negatief is; • bepaling van de serotypes (1, 2a, 2b, 4, 15, 21) en subtypes (P1.1, P1.2, P1.3, P1.4, P1.5, P1.6, P1.7, P1.9, P1.10, P1.12, P1.13, P1.14, P1.15, P1.16) van de meningokokken door middel van een ELISAtechniek met monoklonale antilichamen geleverd door het National Institute for Biological Standards and Control (Potters Bar, UK); • bepaling van de gevoeligheid voor 6 antibiotica (MIC) met de Etest®: penicilline G, ampicilline, cefotaxime, chloramphenicol, rifampicine, ciprofloxacine.
Groep 1: Meningitis en sepsis In 2007 identificeerde het referentiecentrum: • 160 N. meningitidis; • 1 N. lactamica; • 1 N. perflava. van de 164 stalen genomen bij patiënten met meningitis of sepsis. Voor de 2 andere stalen kon de diagnose van N. meningitidis niet bevestigd worden (PCR was negatief). Verdeling volgens de aard van het staal en van de infectie Tabel 1 : N. meningitidis: verdeling volgens de aard van het staal (N; 2007).
Lumbaal vocht Bloed
Tabel 2 : N. meningitidis: verdeling volgens de aard van de infectie (N; 2007).
73 85 1 1
Nasofarynx Sputum Totaal
Meningitis Meningitis + Sepsis Sepsis Bacteriëmie Septische arthritis Niet vermeld Totaal
160
In 53% van de gevallen werd de stam uit bloed geïsoleerd en in 46% van de gevallen uit LV.
49 48 47 2 1 13 160
Als gevolg van deze infecties werden 10 doden gemeld (case fataliy rate = CFR = 6,3%).
Verdeling per maand In 2007 traden veel gevallen op in de winter en in de herfst (piek in januari en november, Figuur 1). 30 25 20 15 10 5 0
19 14
17
20 15 9
j
f
m
a
m
11
14
13
14 8
6
j
j
a
s
o
n
d
Figure 1: N. meningitidis: verdeling per maand (N; 2007).
5
Jaarverslag 2007
Referentiecentrum voor meningokokken
Verdeling per leeftijdsgroep en geslacht Bij mannen werden 73 stammen geïsoleerd en bij vrouwen 87; de geslachtsverhouding M/V bedroeg 0,84. Kinderen jonger dan 5 jaar vertegenwoordigden 43% van de gevallen en jongeren tussen 15 en 19 jaar 15% van de gevallen (Tabel 3 en Figuur 2). Tabel 3 : N. meningitidis: verdeling per leeftijdsgroep en geslacht (N; 2007).
Leeftijdsgroep < 1 maand 1-11 maand 1-4 jaar 5-9 jaar 10-14 jaar 15-19 jaar 20-24 jaar 25-44 jaar 45-64 jaar > 64 jaar Totaal
Mannen
Vrouwen
0 13 24 10 2 8 3 4 6 3 73
Totaal
1 17 14 9 5 16 2 6 7 10 87
1 30 38 19 7 24 5 10 13 13 160
%
Overledenen
0,6 18,8 23,7 11,9 4,4 15,0 3,1 6,3 8,1 8,1 100
0 2 4 0 0 0 1 1 1 1 10
Verdeling in serogroepen Serogroep B, de voornaamste serogroep, werd in 87,5% van de stammen teruggevonden en serogroep C in 10% van de gevallen (Tabel 4). Tabel 4 : N. meningitidis: verdeling in serogroepen (2007).
Serogroep
N
%
A B C Y W135 niet groepeerbaar Total
0 140 16 2 1 1 160
0,0 87,5 10,0 1,3 0,6 0,6 100,0
Verdeling per leeftijdsgroep en serogroep Voor serogroep B was het aantal infecties hoog bij jonge kinderen. Het aantal verminderde met de leeftijd, behalve bij de leeftijdsgroep 15-19 jaar. Voor serogroep C waren er meer gevallen bij volwassenen dan bij personen jonger dan 20 jaar (Tabel 5 en Figuur 3). Tabel 5 : N. meningitidis: verdeling per leeftijdsgroep en serogroep (N; 2007).
Leeftijdsgroep < 1 maand 1-11 maand 1-4 jaar 5-9 jaar 10-14 jaar 15-19 jaar 20-24 jaar 25-44 jaar 45-64 jaar > 64 jaar Totaal
B
C
Y
W135
1 28 37 17 7 22 4 9 8 7 140
0 2 1 2 0 2 1 1 3 4 16
0 0 0 0 0 0 0 0 2 0 2
0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1
6
Jaarverslag 2007
gevallen
%
Referentiecentrum voor meningokokken
Letaliteit
Incidentie
Serogroep B
%
Serogroep C
N/100.000
50 45 40
14
60
12
50
35
10
30
8
25 20
6
15
4
10
2
5
0
0 0-4j
5-9j
10-14j
15-19j
40 30 20 10 0 0-4j
>19j
10-14j
15-19j
20-24j
25+j
Leeftijd
Leeftijd
Figuur 2 : N. meningitidis: percentage gevallen, letaliteit (CFR) en incidentie volgens leeftijdsgroep (%; N/100.000 inwoners; 2007).
5-9j
Figuur 3: N. meningitidis: verdeling volgens serogroep en leeftijdsgroep (%; 2007).
Geografische verspreiding Schatting van de incidentie per arrondissement Op arrondissementsniveau was de incidentie bijzonder hoog in Ieper: 6,7/100.000, in Thuin: 5,4/100.000, in Virton en Dinant: 3,9/100.000 en in Brugge: 3,6/100.000 (Tabel 6 en Figuur 4). Op provinciaal niveau werden de hoogste incidenties in West-Vlaanderen (2,4/100.000) en in Henegouwen (2,2/100.000) waargenomen. De nationale incidentie bedroeg 1,5/100.000 inwoners in 2007.
Figuur 4: N. meningitidis: incidentie per arrondissement (2007).
7
Jaarverslag 2007
Referentiecentrum voor meningokokken
Tabel 6 : N. meningitidis: incidentie van de serogroepen B en C per arrondissement (2007; N/100.000 inwoners).
Arrondissement Antwerpen Mechelen Turnhout Bruxelles/Brussel Halle-Vilvoorde Leuven Nivelles Brugge Diksmuide Ieper Kortrijk Oostende Roeselare Tielt Veurne Aalst Dendermonde Eeklo Gent Oudenaarde Sint-Niklaas Ath Charleroi Mons Mouscron Soignies Thuin Tournai Huy Liège Verviers Waremme Hasselt Maaseik Tongeren Arlon Bastogne Marche Neufchâteau Virton Dinant Namur Philippeville België
Notatie AW MH TH B HV LV NV BG DK IP KR OS RS TL VR AL DM EK GT OD SN AT CR MN MC SN TN TR HY LG VV WR HS MS TG AR BS MR NC VT DN NM PV
Bevolking 961.131 316.224 423.215 1.031.215 580.407 472.060 370.460 274.772 48.570 104.798 278.160 148.325 142.776 89.178 59.299 267.274 189.638 80.547 512.407 117.125 231.262 81.825 422.598 249.878 70.718 180.154 147.475 142.196 104.756 594.579 274.973 73.106 398.055 228.034 194.183 55.593 43.444 53.123 58.151 50.867 104.017 294.320 63.646 10.584.534
Aantal gevallen 11 2 4 19 8 6 6 10 1 7 5 1 3 0 0 2 2 1 9 3 2 0 8 6 0 5 8 1 1 8 3 0 0 2 3 0 1 0 1 2 4 4 1 160
Incidentie 1,14 0,63 0,95 1,84 1,38 1,27 1,62 3,64 2,06 6,68 1,80 0,67 2,10 0,00 0,00 0,75 1,05 1,24 1,76 2,56 0,86 0,00 1,89 2,40 0,00 2,78 5,42 0,70 0,95 1,35 1,09 0,00 0,00 0,88 1,54 0,00 2,30 0,00 1,72 3,93 3,85 1,36 1,57 1,50
Incidentie B 0,94 0,63 0,95 1,55 1,21 1,06 1,62 3,64 2,06 6,68 1,80 0,67 2,10 0,00 0,00 0,75 1,05 1,24 1,76 2,56 0,86 0,00 1,42 1,60 0,00 2,22 4,75 0,00 0,00 0,84 1,09 0,00 0,00 0,88 1,54 0,00 0,00 0,00 1,72 3,93 3,85 1,02 1,57 1,32
Incidentie C 0,10 0,00 0,00 0,29 0,00 0,21 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,24 0,80 0,00 0,56 0,68 0,70 0,95 0,34 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2,30 0,00 0,00 0,00 0,00 0,34 0,00 0,15
Verdeling per serogroep en per gewest 51% van de gevallen werden in Vlaanderen waargenomen, 37% in Wallonië en 12% in Brussel (Tabel 7). Serogroep B overheerste in de drie gewesten. Serogroep C was meer aanwezig in Wallonië (11 gevallen op een totaal van 16) dan in de andere gewesten. Tabel 7: N. meningitidis: verdeling per serogroep en per gewest (N; 2007).
Gewest Vlaanderen Brussel Wallonië Totaal
B 78 16 46 140
C 2 3 11 16
Y 0 0 2 2
W135 1 0 0 1
Anderen 1 0 0 1
Totaal 82 19 59 160
% 51,2 11,9 36,9 100
Incidentie* 1,3 1,8 1,7 1,5
* Incidentie: N/100.000 inwoners.
8
Jaarverslag 2007
Referentiecentrum voor meningokokken
Verdeling in serotypes en subtypes Het serotype en het subtype werden bepaald voor 135 van de 140 stammen van serogroep B. In serogroep B werden serotype 4 (47%) en subtypes P1.4 (38%) en P1.14 (21%) het frequentst waargenomen (Tabel 8). De combinatie van serotype 4 met subtype P1.4 (B:4:P1.4) werd aangetroffen in 27% van de stammen van serogroep B en de stammen B:21:P1.14 en B:NT:P1.14 in respectievelijk 7 en 13% van de Bstammen. Tabel 8 : N. meningitidis: verdeling in serotypes en subtypes - Serogroep B (N; 2007).
Subtypes P1.1,7 P1.2 P1.2,5 P1.3,7 P1.4 P1.4,7 P1.4,12 P1.5 P1.6 P1.7 P1.7,16 P1.10 P1.12,13 P1.13 P1.14 P1.15 P1.16 Niet subtypeerbaar
1 1 1 1 -
2a -
2b 1 1 -
Serotypes 4 15 3 1 1 36 1 9 2 1 2 1 1 5 1 1 3 -
21 3 10 1 -
Niet typeerbaar 2 1 2 10 1 2 2 1 2 1 1 18 2 3
6 1 4 1 51 10 2 2 3 3 2 1 1 2 29 8 3 6
Totaal
3
0
2
63
14
48
135
5
Totaal
In de serogroep C werden serotype 2a (63%) en subtype P1.5 (56%) het frequentst waargenomen. De combinatie van serotype 2a met subtype P1.5 (C:2a:P1.5) werd aangetroffen in 44% van de stammen van serogroep C (Tabel 9). Het serotype 2b werd in 13% van de stammen C aangetroffen. Tabel 9 : N. meningitidis: verdeling in serotypes en subtypes - Serogroep C (N; 2007).
Subtype P1.1,5 P1.2 P1.2,5 P1.5 Niet subtypeerbaar
1 -
2a 1 1 0 7 1
2b 2 -
Totaal
0
10
2
Serotypes 4 15 0
0
Totaal 21 -
Niet typeerbaar 2 2
1 1 2 9 3
0
4
16
De stammen van de serogroepen Y en W135 waren niet typeerbaar (Y:NT:P1.5 en W135:NT:P1.3,6). Gevoeligheid voor antibiotica Het referentiecentrum heeft de gevoeligheid van 152 meningokokkenstammen getest voor penicilline G, ampicilline, cefotaxime en chloramphenicol (behandelingsantibiotica), rifampicine en ciprofloxacine (profylaxeantibiotica). Tabel 10 : N. meningitidis: gevoeligheid voor antibiotica (2007).
Antibiotica
Penicilline G Ampicilline Céfotaxime Chloramphénicol Rifampicine
Remmingsconcentratie (MIC) in µg/ml Gevoeligheidsdrempel * Min. en max. 50% waarden ≤0,06 ≤0,12 ≤0,12 ≤2 ≤0,5
0,008 - 0,5 0,016 - 0,25 0,002 - 0,016 0,5 - 2 0,004 - 8
0,032 0,032 0,004 1 0,016
% gevoeligheid 90% 0,25 0,25 0,008 2 0,064
78 79 100 100 99
9
Jaarverslag 2007 Ciprofloxacine
Referentiecentrum voor meningokokken ≤0,03
0,002 - 0,008
0,004
0,004
100
*CLSI M100-S17, 2007
Alle geteste stammen waren gevoelig voor chloramphenicol, cefotaxime en ciprofloxacine (Tabel 10). Eén stam was resistent tegen rifampicine (MIC ≥ 2 µg/ml), alle anderen waren gevoelig. Achtenzeventig percent van de stammen waren gevoelig voor penicilline. Onder de 34 stammen met een verminderde gevoeligheid voor penicilline (24B en 10C) waren 28 stammen (21%) intermediair (0,12 ≤ MIC ≤ 0,25 µg/ml) en 2 stammen (1%) resistent (MIC ≥ 0,5 µg/ml). Negenenzeventig percent van de stammen waren gevoelig voor ampicilline en 21% intermediair (0,25 ≤ MIC ≤ 1 µg/ml). Retrospectieve 1991-2007 Tabel 11 : N. meningitidis: incidentie en verdeling van de stammen in serogroepen (1991-2007).
Jaar 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007
Incidentie N/100.000 1,0 1,2 1,4 1,3 2,0 2,1 2,4 2,2 2,9 2,6 3,7 2,5 2,2 1,5 1,6 1,3 1,5
Stammen N 96 119 144 133 200 210 246 229 297 267 380 262 228 157 171 138 160
A % 0,0 0,9 0,0 0,8 0,6 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
B % 84,6 80,1 76,7 81,0 86,0 91,0 84,5 75,5 71,4 64,2 47,5 63,6 75,8 80,5 83,6 82,6 87,5
Serogroepen C % 13,2 14,7 17,8 13,2 11,0 7,0 12,5 20,8 27,5 33,0 49,4 35,2 21,5 13,6 10,5 8,00 10,0
W135 % 1,1 4,3 1,6 2,5 0,0 1,5 1,7 2,3 0,4 1,6 2,8 0,4 1,4 3,2 3,5 5,8 0,6
Anderen % 0,0 0,0 3,1 2,5 2,4 0,5 1,3 1,4 0,7 1,2 0,3 0,8 1,3 2,7 2,4 3,6 1,9
Commentaar en besluit Van 1991 tot 2001 nam de incidentie van meningococcose in België toe van 1 tot 3,7 gevallen per 100.000 inwoners (Tabel 11 en Figuur 5). De stijging van de incidentie werd geassocieerd met wijzigingen: • in de leeftijdsverdeling, met meer gevallen bij adolescenten en jonge volwassenen (Figuur 7); • in de geografische spreiding, met een sterke toename van het aantal gevallen in Vlaanderen (Figuren 8 en 9); • in de verdeling per serogroep en serotype: toename van de frequentie van de isolaties van serogroep B en serotype 4:P1.4 tot 1996 en sinds 1997 toename van de frequentie van de isolaties van serogroep C en serotype 2a (Figuur 6). In 2001 overheerste serogroep C (49%). Ten gevolge van de hoge incidentie van infecties met meningokokken C (1,7/100.000 in 2001) werd beslist om een nationale vaccinatiecampagne te organiseren waarbij kinderen van 1 tot 5 jaar gratis met het geconjugeerde vaccin tegen meningokok C zouden worden ingeënt. In de Vlaamse Gemeenschap startte de campagne, die alle jongeren van 1 tot 18 jaar wil beschermen, in november 2001 en eindigde zij in december 2004. In de Duitse en Franse Gemeenschap startte de vaccinatiecampagne in maart 2002, ze eindigde in september 2002 en beoogde alleen kinderen van 1 tot 5 jaar. Sinds 2002 krijgen baby’s van 12-15 maanden het vaccin automatisch toegediend in het kader van het basisvaccinatieschema. Van 2001 tot 2004, ten gevolge van de vaccinatiecampagne, daalde het aantal infecties veroorzaakt door serogroep C met 88% in België, 93% in Vlaanderen en 78% in Wallonië. Het aantal meningokokken Cinfecties is in alle leeftijdsgroepen gedaald (Figuur 10). In de leeftijdsgroep 1-5 jaar, de doelgroep van de nationale inentingscampagne, werd een daling van 90% van de C-gevallen waargenomen. Bij de jongeren van 1 tot 18 jaar was de vermindering gelijk aan 94% en aan 78% bij de volwassenen ouder dan 18 jaar. Sinds 2004 schijnt de jaarlijkse incidentie van menigococcose rond 1,5/100.000 te fluctueren en serogroep C, verantwoordelijk voor ongeveer 10% van de gevallen, treft meer volwassenen dan jongeren. 10
Jaarverslag 2007
Totaal
N
Referentiecentrum voor meningokokken
Groep B
Groep C
B
%
400
100
350
90
B:4:P1.4
C
C:2a
80
300
70
250
60
200
50
150
40 30
100
20
50
10
0
0 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 Jaar
91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 Jaar
Figuur 5 : N . meningitidis: evolutie van meningococcose in België (N; 1991-2007).
0-4 jaar
%
Figuur 6 : N . meningitidis: evolutie van de voornaamste serogroepen en serotypes (%; 1991-2007).
5-9 jaar
10-14 jaar
96
98
15-19 jaar
>19 jaar
60 50 40 30 20 10 0 91
92
93
94
95
97
99
00
01
02
03
04
05
06
07
Jaar Figuur 7: N . meningitidis: evolutie van de verdeling van de gevallen per leeftijdsgroep (%; 1991-2007).
N
Vlaanderen
Brussel
Wallonië
400
N 140
350
120
300
Vlaanderen
Brussel
Wallonië
100
250
80
200 60
150
40
100
20
50 0
0
91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 Jaar Figuur 8 : N. meningitidis: verdeling van de gevallen in de gewesten (N; 1991-2007).
96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 Jaar Figuur 9 : N. meningitidis: verdeling van de C-gevallen in de gewesten (N; 1991-2007).
11
Jaarverslag 2007
Referentiecentrum voor meningokokken
2000
N
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
60 50 40 30 20 10 0 <1 jaar
1-4 jaar
5-9 jaar
10-14 jaar
15-19 jaar
>19 jaar
Figuur 10 : N . meningitidis: evolutie van de verdeling van de C-gevallen per leeftijdsgroep (N; 2000-2007).
Dit zijn de veranderingen in 2007, in vergelijking met het voorgaande jaar: • het aantal stalen verstuurd naar het laboratorium is met 16% gestegen (138 in 2006, 160 in 2007); • het percentage meningokokken met serogroep B is lichtjes toegenomen ( 82,6% in 2006 tegenover 87,5% in 2007); • in serogroep B bleven serotype 4 en subtype P1.4 het frequentst maar subtype P1.4 is verminderd met 15% (53% in 2006 tegenover 38% in 2007) terwijl subtype P1.14 gestegen is van 10% in 2006 tot 22% in 2007; het percentage niet typeerbare stammen (NT) is ook gestegen (21% in 2006 tegenover 36% in 2007) waaronder het percentage stammen B:NT:P1.14 (4% en 2006 tegenover 13% in 2007), vooral in West-Vlaanderen waargenomen; • in serogroep C bleef serotype 2a het frequentst (63% in 2007 tegenover 82% in 2006) en het serotype 2b werd in 13% van de stammen C aangetroffen (tegenover 0% in 2006 en 33% in 2005); • de « case fatality rate » (CFR), berekend op basis van de overleden gevallen gemeld aan het referentiecentrum (10 overleden gevallen: 8B, 1C, 1W135) is geliijk aan 6,3% in 2007 tegenover 1,4% in 2006 (niet significatief) en 8,2% in 2005. Tot besluit: in 2007 was de incidentie van meningococcose, berekend op basis van de gevallen bevestigd door het referentiecentrum, gelijk aan 1,5/100.000; de gemiddelde jaarlijkse incidentie voor de periode 2004-2006 was ook gelijk aan 1,5/100.000. Serogroep B (87,5%) was dominant in het hele land en serogroep C (10%) is vooral in Wallonië aangetroffen.
Groep 2: Gezonde dragers Het laboratorium ontving 4 stammen geïsoleerd uit de nasofarynx van gezonde kiemdragers, doorgaans in de omgeving van een zieke: •
4 Neisseria meningitidis (3B, 1C).
Groep 3: Broncho-pulmonaire infecties Het laboratorium ontving 11 stammen geïsoleerd uit sputum: •
11 Neisseria meningitidis (8B, 1C en 2 niet groepeerbare stammen).
Groep 4: Diverse oorsprong Het laboratorium ontving 2 stammen van verschillende oorsprong (vaginale secretie, oog, etter... ): •
2 Neisseria meningitidis (1B, en 1 niet groepeerbare stam). 12
Jaarverslag 2007
Referentiecentrum voor meningokokken
Bijlage Lijst van de laboratoria die stammen verstuurd hebben Provincie Antwerpen: • Algemeen Ziekenhuis Middelheim, Antwerpen • St.-Vincentiusziekenhuis, Antwerpen • Imeldaziekenhuis, Bonheiden • Klina A.Z., Brasschaat • U.Z. Antwerpen, Edegem • A.Z. St.-Dimpna, Geel • St.-Elisabeth, Herentals • Jan Palfijnziekenhuis, Merksem • St.-Elisabeth, Turnhout • A.Z. St.-Jozef, Turnhout Provincie Oost-Vlaanderen: • O.L.-Vrouwziekenhuis, Aalst • A.S.Z., Aalst • Labo Medina, Dendermonde • A.Z. St.-Blasius, Dendermonde • A.Z. Jan Palfijn, Gent • A.Z. St.-Lucas, Gent • A.Z. Maria Middelares, Gent • U.Z. Gent • V.Z.W. Werken Glorieux, Ronse • A.Z. St.-Nikolaas, St.-Niklaas Provincie West-Vlaanderen: • A.Z. St.-Lucas, Assebroek • A.Z. St.-Jan, Brugge • R.Z. J. Yperman, Ieper • St.-Jozefkliniek, Izegem • O.L.V. Ter Linden, Knokke-Heist • A.Z. Groeninge, Kortrijk • H. Hartziekenhuis, Roeselare • Stedelijk Ziekenhuis, Roeselare Provincie Limburg: • Z.O.L. Campus St.-Jan, Genk • Regionaal Ziekenhuis St.-Trudo, St.-Truiden • LKO-LMC, St.-Truiden • A.Z. Vesalius, Tongeren Provincie Vlaams-Brabant: • A.Z. Diest • Regionaal Ziekenhuis, Halle • H. Hartziekenhuis, Leuven • U.Z., Leuven • A.Z. H. Hart, Tienen
Brussel: • U.Z. Brussel • Kliniek St-Elisabeth • Algemene Kliniek St-Jan • A.Z. St-Luc • I.Z.Z. site J. Bracops • Erasmusziekenhuis • U.Z.. Brugmann • M.I.E. Cavell • Labo L.B.S. Provincie Waals-Brabant : • Hôpital de Braine l’Alleud/Waterloo • Clinique St-Pierre, Ottignies Provincie Henegouwen: • R.H.M.S. Ath • C.H.R. St-Joseph - Warquignies, Boussu • C.H.N.D.R.F. Charleroi • C.H.U. Charleroi • Hôpital St-Joseph, Gilly • Clinique Notre dame de Grâce, Gosselies • Hôpital de Jolimont, Haine-St-Paul • Centre Hospitalier du Grand Hornu, Hornu • Centre Hospitalier de Tivoli, La Louvière • Hôpital A. Paré, Mons • C.H.R. de la Haute Senne, Soignies • AIT- Dorcas, Tournai • Clinique Notre-Dame, Tournai Provincie Luik: • Laboratoire CHVE, Heusy • C.H.R. Huy • Clinique St-Joseph, Liège • C.H.U. Liège • Centre Hospitalier du Bois de l’Abbaye, Seraing • C.H. Peltzer- La Tourelle, Verviers Provincie Luxemburg: • Centre Hospitalier de l’Ardenne, Libramont Provincie Namen: • C.H.R. Val de Sambre, Auvelais • Clinique St-Luc, Bouge • C.H.D. Dinant • C.H.R. Namur • Clinique Ste-Elisabeth, Namur • Cliniques Universitaires de Mont-Godinne, Yvoir
13
Jaarverslag 2007
Referentiecentrum voor meningokokken
Formulier voor de verzending van een stam
14
Verantwoordelijke van het NRC F. Carion T + 32 2 642 50 89 F + 32 2 642 52 40
[email protected] | www.iph.fgov.be/bacterio
Hoofdzetel Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel | België T + 32 2 642 51 11 F + 32 2 642 50 01 SITE UKKEL Engelandstraat 642 1180 Brussel | België T + 32 2 373 31 11 F + 32 2 373 32 82
[email protected] | www.iph.fgov.be
DEPARTEMENT MICROBIOLOGIE AFDELING BACTERIOLOGIE Verantwoordelijke Uitgever Dr. Johan Peeters, Algemeen Directeur
Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.
Depotnummer: D/2008/2505/29