2004
NATIONAAL REFERENTIECENTRUM VOOR NEISSERIA MENINGITIDIS
JAARVERSLAG NEISSERIA MENINGITIDIS STAMMEN AFGEZONDERD IN BELGIË IN 2004
http://www.iph.fgov.be/bacterio
AFDELING BACTERIOLOGIE
WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOOR VOLKSGEZONDHEID
Referentiecentrum
Rapport 2004
Neisseria meningitidis
NEISSERIA MENINGITIDIS STAMMEN GEISOLEERD IN BELGIE, IN 2004 Nationaal Referentiecentrum voor Neisseria meningitidis Afdeling Bacteriologie – Departement Microbiologie – Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid
Bronnen : Nationaal Referentiecentrum voor Neisseria meningitidis en klinische laboratoria Verslag : opgemaakt door het Nationaal Referentiecentrum voor Neisseria meningitidis (F. Carion) Web Site: http://www.iph.fgov.be/bacterio Financiering : FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, Vlaamse Gemeenschap, Franse Gemeenschap
Kopieën kunnen gevraagd worden aan : Nationaal Referentiecentrum voor Neisseria meningitidis W.I.V. /Afdeling Bacteriologie J. Wytsmanstaat, 14 1050 Brussel Tel : 02/642 50 89 Fax : 02/642 52 40 Het verslag is ook beschikbaar in pdf formaat op internet: http://www.iph.fgov.be/bacterio Depotnummer: D/2005/2505/22
W.I.V. Bacteriologie
1
Referentiecentrum
Rapport 2004
Neisseria meningitidis
DANKBETUIGINGEN Graag danken wij de Gezondheidsinspecties die regelmatig aangifte hebben gedaan van de meningitisgevallen. Tevens danken we de laboratoria die, door het zenden van hun stammen, meewerken aan het toezicht op besmettelijke ziekten en bijdragen tot een betere kennis van de meningokokkeninfecties in België. Wij danken ook Dr Sophie Bertrand voor uitvoering van de moleculaire diagnose en typering van de meningokokken.
INHOUDSTAFEL INLEIDING .......................................................................................................................................................................... 3 GROEP 1 : MENINGITIS EN SEPSIS ............................................................................................................................. 3 VERDELING VOLGENS DE AARD VAN HET STAAL EN VAN DE INFECTIE .............................................................................. 3 VERDELING PER MAAND ..................................................................................................................................................... 3 VERDELING PER LEEFTIJDSGROEP EN GESLACHT ................................................................................................................ 4 VERDELING IN SEROGROEPEN ............................................................................................................................................. 4 VERDELING PER LEEFTIJDSGROEP EN SEROGROEP .............................................................................................................. 4 GEOGRAFISCHE SPREIDING ................................................................................................................................................. 5 VERDELING IN SEROTYPES EN SUBTYPES ............................................................................................................................ 7 GEVOELIGHEID VOOR ANTIBIOTICA .................................................................................................................................... 7 RETROSPECTIEVE 1991-2004.............................................................................................................................................. 8 COMMENTAAR EN BESLUIT ................................................................................................................................................. 8 GROEP 2 : GEZONDE DRAGERS ................................................................................................................................ 10 GROEP 3 : BRONCHO-PULMONAIRE INFECTIES ................................................................................................ 10 GROEP 4 : DIVERSE OORSPRONG ............................................................................................................................ 10 LIJST VAN DE LABORATORIA DIE STAMMEN VERSTUURD HEBBEN ........................................................ 11 BIJLAGE : FORMULIER VOOR DE VERZENDING VAN EEN STAM...............................................................12
W.I.V. Bacteriologie
2
Referentiecentrum
Neisseria meningitidis
Rapport 2004
Inleiding In 2004 stuurden 88 laboratoria voor klinische biologie, verspreid over heel België, 202 stammen naar het referentielaboratorium (W.I.V. - Dienst Bacteriologie). De stammen kunnen worden ingedeeld in 4 groepen afhankelijk van hun klinische vorm en oorsprong : ¾ ¾ ¾ ¾
Groep 1 : Groep 2 : Groep 3 : Groep 4 :
158 stammen geïsoleerd bij patiënten met meningitis en/of sepsis; 14 stammen geïsoleerd bij gezonde dragers; 16 stammen geïsoleerd bij patiënten met een broncho-pulmonaire infectie; 14 stammen van diverse oorsprong (oog, urethraal/vaginaal secreet,…).
De volgende analyses werden uitgevoerd : ¾ biochemische identificatie van de stam; ¾ bepaling van de serogroep van alle meningokokken door agglutinatie met de antisera A, B, C, X, Y, Z, W135 en 29E; ¾ diagnose en bepaling van de serogroep door PCR voor stalen die niet cultiveerbaar zijn ¾ bepaling van de serotypes (1, 2a, 2b, 4, 14, 15, 21) en subtypes (P1.1, P1.2, P1.3, P1.4, P1.5, P1.6, P1.7, P1.9, P1.10, P1.12, P1.13, P1.14, P1.15, P1.16) van de meningokokken van de serogroepen B en C, door middel van een ELISA-techniek met monoclonale antilichamen geleverd door het National Institute for Biological Standards and Control (Potters Bar, UK); ¾ bepaling van de gevoeligheid voor 6 antibiotica (MIC) met de Etest®: penicilline G, cefotaxime, chloramphenicol, rifampicine, ciprofloxacine, sulfadiazine.
Groep 1 : Meningitis en sepsis Het laboratorium ontving 158 stammen geïsoleerd bij patiënten met meningitis of sepsis: - 157 N. meningitidis; - 1 N. perflava. Verdeling volgens de aard van het staal en van de infectie Tabel 1 : N. meningitidis : verdeling volgens de aard van het staal (N; 2004) Lumbaal vocht 90 Bloed 64 Nasofarynx 3 Totaal
Tabel 2 : N. meningitidis : verdeling volgens de aard van de infectie (N; 2004) Meningitis 53 Meningitis + sepsis 50 Sepsis 43 Niet vermeld 11 Totaal 157
157
In 57% van de gevallen werd de stam uit LV geïsoleerd.
Als gevolg van deze infecties werden 10 doden gemeld (letaliteit: CFR = 6,4%).
Verdeling per maand In 2004 traden veel gevallen op in de winter (piek in januari) (figuur 1). 40 35 30 25
24 20
20
16
15
14
17 11
10
10
15
14 7
6 3
5 0 j
f
m
a
m
j
j
a
s
o
n
d
Figuur 1 : N. meningitidis : verdeling per maand (N; 2004)
W.I.V. Bacteriologie
3
Referentiecentrum
Neisseria meningitidis
Rapport 2004
Verdeling per leeftijdsgroep en geslacht Bij mannen werden 84 stammen geïsoleerd en bij vrouwen 73 stammen; de geslachtsverhouding M/V bedroeg 1,15. Kinderen jonger dan 5 jaar vertegenwoordigden 43% van de gevallen en jongeren tussen 15 en 19 jaar vertegenwoordigden 13% van de gevallen (tabel 3). Tabel 3 : N. meningitidis : verdeling per leeftijdsgroep en geslacht (N; 2004) Leeftijdsgroep < 1 maand 1-11 maand 1-4 jaar 5-9 jaar 10-14 jaar 15-19 jaar 20-24 jaar 25-44 jaar 45-64 jaar > 64 jaar Totaal
Mannen 0 17 18 9 2 15 3 8 7 5 84
Vrouwen
Totaal
0 9 23 9 2 6 1 9 6 8 73
0 26 41 18 4 21 4 17 13 13 157
%
Overledenen
0 16,6 26,1 11,5 2,5 13,4 2,5 10,8 8,3 8,3 100
0 2 2 0 0 1 0 3 2 0 10
Verdeling in serogroepen Van 154/157 ontvangen meningokokken kon de serogroep worden bepaald. Serogroep B werd in 81% van de stammen teruggevonden en serogroep C in 14% van de gevallen (tabel 4). Tabel 4 : N. meningitidis : verdeling in serogroepen (2004) Serogroep
N
A B C X Y W135 Totaal
%
0 124 21 1 3 5 154
0,0 80,5 13,6 0,7 2,0 3,2 100,0
Verdeling per leeftijdsgroep en serogroep Voor de serogroep B toonde de verdeling per leeftijdsgroep een klassiek beeld, met een piek bij kinderen jonger dan 5 jaar en bij jongeren tussen 15 en 19 jaar. Voor de serogroep C was het aantal infecties hoger bij volwassenen dan bij jongeren onder 20 jaar (tabel 5 en figuur 3). Tabel 5 : N. meningitidis : verdeling per leeftijdsgroep en serogroep (N; 2004) Leeftijdsgroep < 1 maand 1-11 maand 1-4 jaar 5-9 jaar 10-14 jaar 15-19 jaar 20-24 jaar 25-44 jaar 45-64 jaar > 64 jaar Totaal
W.I.V. Bacteriologie
B
C
X
Y
W135
0 20 37 14 4 20 3 8 8 10 124
0 2 3 3 0 1 1 6 4 1 21
0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 1
0 1 0 0 0 0 0 1 0 1 3
0 2 0 1 0 0 0 2 0 0 5
4
Referentiecentrum
%
Gevallen
Neisseria meningitidis
Rapport 2004 Letaliteit
Incidentie
50
Serogroep B
%
N/100.000
25
60
20
50
Serogroep C
45 40 35 30
40
15
25
30 10
20
20
15 10
5
10
5 0
0 0-4a
5-9a
10-14a 15-19a
0
>19a
0-4a
10-14a 15-19a 20-24a 25+a Leeftijd
Leeftijd
Figuur 2 : N. meningitidis : percentage gevallen, letaliteit en incidentie volgens leeftijdsgroep (%; N/100.000 inwoners; 2004 )
5-9a
Figuur 3 : N. meningitidis: verdeling volgens serogroep en leeftijdsgroep (%; 2004)
Geografische spreiding Schatting van de incidentie per arrondissement Op arrondissementsniveau was de incidentie bijzonder hoog in Virton: 6/100.000, in Bastogne: 4,8/100.000, in Moeskroen: 4,3/100.000, in Arlen: 3,7/100.000 en in Veurne: 3,4/100.000 (tabel 6 en figuur 4). De nationale incidentie bedroeg 1,5/100.000 inwoners.
Figuur 4 : N. meningitidis : incidentie per arrondissement (2004)
W.I.V. Bacteriologie
5
Referentiecentrum
Tabel 6 :
Rapport 2004
Neisseria meningitidis
N. meningitidis : incidentie van de serogroepen B en C per arrondissement (2004; N/100.000 inwoners)
Arrondissement Antwerpen Mechelen Turnhout Bruxelles/Brussel Halle-Vilvoorde Leuven Nivelles Brugge Diksmuide Ieper Kortrijk Oostende Roeselare Tielt Veurne Aalst Dendermonde Eeklo Gent Oudenaarde Sint-Niklaas Ath Charleroi Mons Mouscron Soignies Thuin Tournai Huy Liège Verviers Waremme Hasselt Maaseik Tongeren Arlon Bastogne Marche Neufchâteau Virton Dinant Namur Philippeville België
Notatie AW MH TH B HV LV NV BG DK IP KR OS RS TL VR AL DM EK GT OD SN AT CR MN MC SN TN TR HY LG VV WR HS MS TG AR BS MR NC VT DN NM PV
Bevolking 944.921 309.865 414.026 999.899 568.791 463.113 360.717 272.987 48.109 104.030 277.126 145.701 141.306 88.330 58.213 262.945 187.328 79.464 502.492 114.801 226.690 80.302 420.528 249.054 69.719 176.409 146.211 140.977 102.709 587.033 269.366 70.497 390.212 223.902 191.672 53.648 42.097 51.998 56.687 49.690 101.705 288.659 62.492 10.396.421
Aantal gevallen 21 3 5 23 5 4 6 2 1 3 0 3 3 1 2 3 2 0 5 1 2 0 8 3 3 1 1 4 2 10 4 0 4 5 2 2 2 0 0 3 2 6 0 157
Incidentie 2,22 0,97 1,21 2,30 0,88 0,86 1,66 0,73 2,08 2,88 0,00 2,06 2,12 1,13 3,44 1,14 1,07 0,00 1,00 0,87 0,88 0,00 1,90 1,20 4,30 0,57 0,68 2,84 1,95 1,70 1,48 0,00 1,03 2,23 1,04 3,73 4,75 0,00 0,00 6,04 1,97 2,08 0,00 1,51
B-incidentie 1,69 0,97 1,21 1,90 0,35 0,86 0,55 0,73 2,08 2,88 0,00 2,06 1,42 1,13 1,72 0,38 0,53 0,00 0,60 0,87 0,88 0,00 1,43 0,40 2,87 0,57 0,68 2,84 1,95 1,19 1,48 0,00 0,77 2,23 1,04 3,73 4,75 0,00 0,00 6,04 0,98 2,08 0,00 1,19
C-incidentie 0,32 0,00 0,00 0,30 0,18 0,00 0,55 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,71 0,00 1,72 0,38 0,53 0,00 0,20 0,00 0,00 0,00 0,48 0,40 1,43 0,00 0,00 0,00 0,00 0,17 0,00 0,00 0,26 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,98 0,00 0,00 0,20
Verdeling per serogroep en per gewest 49% van de gevallen werden in Vlaanderen waargenomen, 36% in Wallonië en 15% in Brussel (tabel 7). Serogroep B overheerste in de drie gewesten. Tabel 7 :
N. meningitidis : verdeling per serogroep en per gewest (N; 2004)
Gewest B C Vlaanderen 61 10 Brussel 19 3 Wallonië 44 8 Totaal 124 21 ** Incidentie : N/100.000 inwoners.
W.I.V. Bacteriologie
X 1 0 0 1
Y 0 1 2 3
W135 3 0 2 5
Totaal 77 23 57 157
% 49,1 14,6 36,3 100
Incidentie** 1,3 2,3 1,7 1,5
6
Referentiecentrum
Rapport 2004
Neisseria meningitidis
Verdeling in serotypes en subtypes Het serotype en het subtype werden voor 122 meningokokken B en 20 meningokokken C bepaald. In de serogroep B werden serotype 4 (46%) en subtype P1.4 (39%) het frequentst waargenomen. De combinatie van serotype 4 met subtype P1.4 (B:4:P1.4) werd terruggevonden bij 30% van de stammen van serogroep B (tabel 8). Tabel 8 : N. meningitidis : verdeling in serotypes en subtypes - Serogroep B (N; 2004) Subtype P1.1,7 P1.2,5 P1.3,6 P1.4 P1.4,7 P1.5 P1.6 P1.7 P1.7,16 P1.9 P1.10 P1.13 P1.14 P1.15 P1.16 Niet subtypeerbaar
1 1 1 5 2
2a 1 -
2b 5 1
Totaal
9
1
6
4 2 1 36 1 1 1 1 3 8 2 56
Serotypes 14 1 5 1 1 1 1 10
Totaal 15 2 1 3 4 1 11
21 1 1 5 2 9
Niet typeerbaar 2 3 1 1 1 2 4 2 4 20
1 5 1 47 1 4 4 1 4 2 5 8 8 13 6 12 122
In de serogroep C werden serotype 2a (60%) en subtype P1.2,5 (35%) het frequentst waargenomen. De combinatie van serotype 2a met subtype P1.2,5 (C:2a:P1.2,5) werd teruggevonden bij 20% van de stammen van serogroep C. Het serotype 2b werd in 35% van de meningokokken C aangetroffen en de combinatie van serotype 2b en subtype P1.2,5 (C:2b:P1.2,5) in 15% van de C-isolaties (tabel 9). Tabel 9 : N. meningitidis : verdeling in serotypes en subtypes - Serogroep C (N; 2004) Subtype P1.2 P1.2,5 P1.4,5 P1.5 P1.6 P1.10 Niet subtypeerbaar Totaal
1 0
2a 2 4 4 2
2b 3 3 1 -
4 -
12
7
0
Serotypes 14 0
Totaal 15 -
21 -
Niet typeerbaar 1 -
0
0
1
2 7 3 4 1 1 2 20
Gevoeligheid voor antibiotica Het referentielaboratorium heeft de gevoeligheid van 143 meningokokkenstammen, geïsoleerd in 2003, getest voor sulfadiazine (epidemiologische merker), penicilline G, cefotaxime en chloramphenicol (behandelingsantibiotica), rifampicine en ciprofloxacine (profylaxeantibiotica). Alle geteste stammen waren gevoelig voor chloramphenicol, cefotaxime, ciprofloxacine en rifampicine (tabel 10). Drieëntachtig percent van de stammen waren gevoelig voor penicilline (MIC≤0,06 µg/ml) en 17% van de stammen toonden een verminderde gevoeligheid voor penicilline (0,06<MIC<2 µg/ml). Twaalf van deze 25 intermediaire stammen behoorden tot serogroep B, 9 tot serogroep C, 3 tot serogroep W135 en 1 tot serogroep Y. Wat betreft sulfadiazine, waren 57% van de meningokkokken gevoelig (MIC≤2 µg/ml), 14% intermediair (4≤MIC≤8 µg/ml) en 32% resistent waarvan 20% een MIC groter dan 256 µg/ml had. W.I.V. Bacteriologie
7
Referentiecentrum
Rapport 2004
Neisseria meningitidis
Tabel 10 : N. meningitidis : gevoeligheid van meningokokken voor antibiotica (2004) Antibiotica Gevoeligheidsdrempel Penicilline G Cefotaxime Chloramphenicol Sulfadiazine Rifampicine Ciprofloxacine
Remmingsconcentratie (MIC) in µg/ml Min. en max. waarden 50%
0,06 0,5 8 2 1 0,06
0,008 - 0,5 <0,002 - 0,016 0,25 - 2 0,094 - > 256 0,002 - 0,19 0,002 - 0,008
0,032 0,003 0,75 2 0,006 0,004
% gevoeligheid 90% 0,125 0,004 1 >256 0,032 0,004
83 100 100 57 100 100
Retrospectieve 1991-2004 Tabel 11 : N. meningitidis : incidentie en verdeling van de stammen in serogroepen (1991-2004) Jaar 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004
Incidentie N/100.000 1,0 1,2 1,4 1,3 2,0 2,1 2,4 2,2 2,9 2,6 3,7 2,5 2,2 1,5
Stammen N 96 119 144 133 200 210 246 229 297 267 380 262 228 157
A % 0,0 0,9 0,0 0,8 0,6 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
B % 84,6 80,1 76,7 81,0 86,0 91,0 84,5 75,5 71,4 64,2 47,5 63,6 75,8 80,5
Serogroepen C % 13,2 14,7 17,8 13,2 11,0 7,0 12,5 20,8 27,5 33,0 49,4 35,2 21,5 13,6
W135 % 1,1 4,3 1,6 2,5 0,0 1,5 1,7 2,3 0,4 1,6 2,8 0,4 1,4 3,2
Anderen % 0,0 0,0 3,1 2,5 2,4 0,5 1,3 1,4 0,7 1,2 0,3 0,8 1,3 2,7
Commentaar en besluit In België nam de incidentie van meningokokkeninfecties toe van 1 geval per 100.000 inwoners in 1991 tot 3,7 gevallen per 100.000 inwoners in 2001 (tabel 11 en figuur 5). De stijging van de incidentie werd geassocieerd met wijzigingen: ¾ in de leeftijdsverdeling, met meer gevallen bij adolescenten en jonge volwassenen (figuur 7); ¾ in de geografische spreiding, met een sterke toename van het aantal gevallen in Vlaanderen (figuren 8 en 9); ¾ in de verdeling per serogroep en serotype: toename van de frequentie van de isolaties van serogroep B en serotype 4:P1.4 tot 1996 en sinds 1997 toename van de frequentie van de isolaties van serogroep C en serotype 2a (figuur 6). In 2001 overheerste serogroep C (49%). Ten gevolge van de hoge incidentie van infecties met meningokokken C (1,7/100.000 in 2001) werd er besloten om een nationale vaccinatiecampagne te organiseren waarbij kinderen van 1 tot 5 jaar gratis met het geconjugeerde vaccin tegen meningokok C zouden worden ingeënt. In de Vlaamse Gemeenschap startte de campagne, die alle jongeren van 1 tot 18 jaar wil beschermen, in november 2001 en ze eindigde in December 2004. In de Duits- en Franstalige Gemeenschappen startte de vaccinatiecampagne in maart 2002, ze eindigde in september 2002 en beoogde alleen kinderen van 1 tot 5 jaar. Baby’s van 12-15 maanden krijgen het vaccin automatisch in het kader van het basisvaccinatieschema. In 2002 werd een daling (-50%) van het aantal infecties van de serogroep C geregistreerd. In 2003 werd een vermindering van deze infecties (-47%) opnieuw waargenomen. Dit zijn de veranderingen in 2004, in vergelijking met het voorgaande jaar: ¾ het aantal meningokokken verstuurd naar het laboratorium daalde met 31%; ¾ het aantal meningokokken van serogroep C is met 55% gedaald en serogroep C vertegenwoordigde 14% van de gevallen (tegen 22% in 2003) maar serotype 2a bleef dominant ( 60% van de C stammen); ¾ het aantal meningokokken van serogroep B is met 25% gedaald (-38% in Vlaanderen, -10% in Wallonië) en serogroep B vertegenwoordigde 81% van de gevallen (tegen 76% in 2003); in serogroep B is het percentage isolaties B:4:P1.4 verminderd (30% in 2004 t.o.v. 41% in 2003); W.I.V. Bacteriologie
8
Referentiecentrum
Totaal
Neisseria meningitidis
Rapport 2004
Groep B
Groep C
B
N 400
%
350 300 250 200 150 100 50 0
B:4:P1.4
C
C:2a
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04
91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04
Jaar
Jaar
Figuur 5 : N . meningitidis : evolutie van de meningokokkeninfecties (N; 1991-2004)
%
0-4 jaar
5-9 jaar
Figuur 6 : N . meningitidis : evolutie van de voornaamste serogroepen en serotypes (%; 1991-2004)
10-14 jaar
15-19 jaar
>19 jaar
00
02
60 50 40 30 20 10 0 91
92
93
94
95
96
97 98 Jaar
99
01
03
04
Figuur 7 : N . meningitidis : evolutie van de verdeling van de gevallen per leeftijdsgroep (%; 1991-2004)
Vlaanderen
Brussel
Wallonië
N 400
Vlaanderen N
350
Brussel
Wallonië
160 140
300
120
250
100
200
80
150
60
100
40
50
20
0
0
91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 Jaar
Figuur 8 : N . meningitidis : verdeling van de gevallen in de gewesten (N; 1991-2004)
W.I.V. Bacteriologie
96
97
98
99
00
01
02
03
04
Jaar
Figuur 9 : N. meningitidis : verdeling van de C-gevallen in de gewesten (N; 1991-2004)
9
Referentiecentrum
Rapport 2004
Neisseria meningitidis
de letaliteit (CFR) is gestegen: 6,4% in 2004 t.o.v 3,9% in 2003 (van de stammen verantwoordelijk voor de 10 gemelde overlijdens behoorden 5 tot de serogroep B en 4 tot de serogroep C; in één geval kon de serogroep niet bepaald worden); ¾ het percentage intermediaire stammen voor penicilline is gestegen: 17% tegen 11% in 2003.
¾
Tot besluit:
¾
in 2004 is het aantal meningokokkeninfecties in vergelijking met het voorgaande jaar verminderd. Deze daling is te verklaren door een daling met 55% van het aantal infecties te wijten aan serogroep C maar ook door een daling van het aantal infecties van serogroep B (vooral in Vlaanderen). Het aantal meningokokken C-infecties is gedaald bij alle leeftijdsgroepen behalve bij de volwassenen (figuur 10);
¾
van 2001 tot 2004, daalde het aantal infecties veroorzaakt door de serogroep C met 88% in België, 93% in Vlaanderen en 78% in Wallonië. In de leeftijdsgroep 1-5 jaar, beoogd door de nationale inentingscampagne, werd een daling van 90% van de C-gevallen waargenomen. Bij de jongeren van 1 tot 18 jaar was de vermindering gelijk aan 94% en 78% bij de volwassenen ouder dan 18 jaar. 2000
2001
2002
2003
2004
N 60 50 40 30 20 10 0 <1jaar
1-4 jaar
5-9 jaar
10-14 jaar
15-19 jaar
>19 jaar
Figuur 10 : N . meningitidis : evolutie van de verdeling van de C-gevallen per leeftijdsgroep (N; 2000-2004)
Groep 2 : Gezonde dragers Het laboratorium ontving 14 stammen geïsoleerd uit de nasofarynx van gezonde kiemdragers, doorgaans in de omgeving van een zieke : ¾ ¾
12 Neisseria meningitidis (4B, 1C, 1 Y, en 6 niet groepeerbare stammen); 2 stammen die niet meer in cultuur konden gebracht worden.
Groep 3 : Broncho-pulmonaire infecties Het laboratorium ontving 16 stammen geïsoleerd uit sputum : ¾ ¾
13 Neisseria meningitidis (5B, 2C, 1 Y, 1 29E en 4 niet groepeerbare stammen); 3 stammen die niet meer in cultuur konden gebracht worden.
Groep 4 : Diverse oorsprong Het laboratorium ontving 14 stammen van verschillende oorsprong (vaginale secretie, oog, etter ... ): ¾ ¾ ¾ ¾
8 Neisseria meningitidis (1A, 2B, 2Y, 1W135 en 2 niet groepeerbare stammen); 1 Neisseria gonorrhoeae; 5 stammen die niet meer in cultuur konden gebracht worden.
W.I.V. Bacteriologie
10
Referentiecentrum
Rapport 2004
Neisseria meningitidis
Lijst van de laboratoria die stammen verstuurd hebben Provincie Antwerpen: -Algemeen Ziekenhuis Middelheim, Antwerpen -A.Z. Stuivenberg, Antwerpen -St.-Vincentiusziekenhuis, Antwerpen -Imeldaziekenhuis, Bonheiden -KLINA A.Z., Brasschaat -O.L.V. Middelares, Deurne -U.Z.-Antwerpen, Edegem -A.Z. St.-Dimpna, Geel -St.-Elisabethziekenhuis, Herentals -Algemeen Ziekenhuis St.-Jozef, Malle -Sted. O.L.Vrouwziekenhuis, Mechelen -A.Z. St.-Maarten, Mechelen -Jan Palfijnziekenhuis, Merksem -H. Hartziekenhuis, Mol Alg. Ziekenhuis H. Familie, Reet -St.-Elisabethziekenhuis, Turnhout -St.-Camillus/St.-Augustinusziekenhuis, Wilrijk Provincie Oost-Vlaanderen: -O.L.-Vrouwziekenhuis, Aalst -A.S.Z., Aalst -A.Z. St.-Blasius, Dendermonde -A.Z. St-Lucas, Gent -A.Z. Jan Palfijn, Gent -A.Z. Maria Middelares, Gent -U.Z., Gent -A.Z. Zusters van Barmhartigheid, Ronse -A.Z.-Maria Middelares, St.-Niklaas -Laboratorium Labomex, St-Niklaas -Alg. Ziekenhuis St.-Elisabeth, Zottegem Provincie West-Vlaanderen: -A.Z.-St Lucas, Assebroek-Brugge -A.Z.-St Jan, Brugge -R.Z. J. Yperman, Ieper -St.-Jozefskliniek, Izegem -A.Z. Groeninge, Kortrijk -A.Z. Damiaan, Oostende -Ziekenhuis H. Serruys, Oostende -H. Hartziekenhuis, Roeselare -St-Andriesziekenhuis, Tielt -St.-Augustinusklinek, Veurne Provincie Limburg: -Z.M.K., Bree -Z.O.L. Campus St.-Jan, Genk -Virga Jesse Ziekenhuis, Hasselt -Maria Middelares Ziekenhuis, Lommel -R.Z. St-Trudo, St-Truiden -A.Z. Vesalius, Tongeren ProvincieVlaams-Brabant: -U.Z., Leuven -A.Z. Jan Portaels, Vivoorde
W.I.V. Bacteriologie
Brussel: -A.Z.-V.U.B. -A.Z. St-Luc -Algemene Kliniek St-Jan -Erasmusziekenhuis -Frans Ziekenhuis -Kliniek van de Basiliek -Labo L.B.S. -M.I.E.Cavell -St.-Etiennekliniek -St.-Elisabethziekenhuis -Universitair Ziekenhuis St-Pieter -Universitair Ziekenhuis Brugmann -Ziekenhuiscentrum Etterbeek-Elsene Provincie Waals-Brabant: -Hôpital de Braine-l’Alleud-Waterloo -Clinique St Pierre, Ottignies -Laboratoire Roman Païs, Nivelles Provincie Henegouwen: -R.H.M.S., Baudour -C.H.R. St Joseph- Warquignies, Boussu -C.H.N.D.R.F., Charleroi -C.H.U., Charleroi -Hôpital St Joseph, Gilly -Clinique Notre Dame de Grâce, Gosselies -Hôpital de Jolimont, Haine-St-Paul -Centre Hospitalier du Grand Hornu, Hornu -Centre Hospitalier de Tivoli, La Louvière -Clinique St Joseph, Lobbes -Hôpital A. Paré, Mons -C.H.U. Vésale, Montigny-le-Tilleul -Refuge de la Ste Famille, Mouscron -Clinique Notre Dame, Tournai Provincie Luik: -Clinique Notre Dame des Bruyères, Chenée -Laboratoire C.D.V., Heusy -Centre Hospitalier Hutois, Huy -C.H.U., Liège -Clinique St Joseph, Liège -Hôpital de la Citadelle, Liège -entre Hospitalier du Bois de l’Abbaye, Seraing -C.H.R. La Tourelle, Verviers Provincie Luxemburg: -Laboratoire des Cliniques du Sud Luxembourg, Arlon -Hôpital Ste Thérèse, Bastogne Provincie Namen: -C.H.R. Val de Sambre, Auvelais -Clinique Universitaire de Mont-Godinne -C.H.R, Namur -Clinique Ste Elisabeth, Namur
11
Referentiecentrum
Rapport 2004
Neisseria meningitidis
Bijlage: formulier voor de verzending van een stam van Neisseria meningitidis
W.I.V. Bacteriologie
12
NATIONAAL REFERENTIECENTRUM VOOR NEISSERIA MENINGITIDIS
JAARVERSLAG 2004
AFDELING BACTERIOLOGIE
DEPARTEMENT MICROBIOLOGIE
© W I V, September 2005 Verantwoordelijke uitgever : F. Carion – J. Wytsmanstraat 14, B-1050 Brussel
WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOOR VOLKSGEZONDHEID