4.922 TOTALE OMZET ENECO GROEP IN MILJOEN EURO
51% VERKOCHTE ELEKTRICITEIT UIT EIGEN PRODUCTIE
24% DALING CO 2 IN BEDRIJFSVOERING T.O.V. 2007
312 INVESTERING IN NETTEN DOOR STEDIN IN MILJOEN EURO
50,7% SOLVABILITEIT
274 BEDRIJFSRESULTAAT IN MILJOEN EURO
734
100% RETAILKLANTEN MET GROENE STROOM
INVESTERINGEN ENECO GROEP IN MILJOEN EURO
6.000
2,6 VEILIGHEIDSPRESTATIE ENECO GROEP IN LTIR
CURSISTEN IN BEDRIJFSOPLEIDING JOULZ
Jaarverslag 2010 Eneco Holding N.V.
Inhoudsopgave
2
Een woord vooraf
28
Resultaten van onze kernbedrijven
6
Over Eneco
6 8 8 10 11
Kengetallen Profiel Organogram Eneco Holding N.V. Groepsstrategie Toelichting bij dit verslag
28 38 44
Energiebedrijf Eneco Stedin Joulz
48
Klimaatneutrale bedrijfsvoering
49
Rapportage CO2-emissies
53
Corporate Governance Risicoprofiel groep Risico’s per kernbedrijf Interne beheersing In Control verklaring
13
Corporate governance
13 13
Gedragscode Relaties met belanghebbenden
53 53 54 55
17
Personalia Raad van Bestuur
56
Bericht van de Raad van Commissarissen
18
Verslag Raad van Bestuur
18 19 19 20 20 22 23 24 24 24
Veiligheid Energiebedrijf Eneco Stedin Joulz Financiële resultaten 2010 Medewerkers Medezeggenschap Integriteit Security Onafhankelijk netbeheer
58
Personalia Raad van Commissarissen
61
Jaarrekening
120
Overige gegevens
122
Brandstofmix elektriciteit 2010
124
Aandeelhoudersinformatie
125
GRI-index
127
Indicatoren
131
Verklarende woordenlijst
Een woord vooraf
Duurzaamheid bindt ons Voor Eneco Holding N.V. (de Eneco groep) was 2010 een bijzonder jaar. Wij hebben ons – samen met onze aandeelhouders – intensief voorbereid op de wettelijk afgedwongen splitsing van de groep per 1 januari 2011, als gevolg van de Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON). De splitsing ging echter niet door.
Ondanks onze bezwaren zijn we volop aan de slag gegaan om
soepele transitie naar decentraal vermogen en is in onze ogen
de verandering die splitsing met zich mee zou brengen, zorgvul-
niet in het belang van onze samenleving. Bovendien is de kwali-
dig en goed door te voeren. We waren hiermee een eind op
teit en onafhankelijkheid van netbeheer al uitstekend geregeld in
streek en ook mentaal hadden we ons ingesteld op de nieuwe
onder andere bestaande wet- en regelgeving. Ten slotte, geen
situatie. Onze kernbedrijven Eneco, Stedin en Joulz zijn in 2010
enkel ander Europees land kent gedwongen splitsing!
zo ingericht dat zij hun eigen besturing, zowel financieel als operationeel, op orde hebben. Hun afzonderlijke merkkracht is groot
Groepsstrategie gericht op duurzaamheid
en groeiende. Elk bedrijf heeft een eigen competentieprofiel dat
Na de uitspraak van het Hof hebben wij besloten om niet over te
waarde toevoegt in de gehele keten van productie, levering en
gaan tot splitsing per 1 januari 2011 en de strategie van de drie
distributie van energie en warmte en de instandhouding van de
zelfstandig opererende kernbedrijven door te zetten binnen de
energie-infrastructuur. Voor de individuele klant en voor de maat-
Eneco groep. De groepsstrategie is gericht op de transitie van
schappij als geheel.
de energievoorziening. Duurzaamheid, maatschappelijk betrokken ondernemen en excellente dienstverlening aan onze klanten
De splitsing ging echter niet door. De uitspraak van het Gerechts-
zijn de verbindende elementen. Ieder kernbedrijf geeft hieraan
hof in Den Haag, die inhoudt dat wettelijke splitsing in strijd is
vanuit haar positie in de markt, haar kernactiviteiten en klanten-
met het Europese recht, stelde ons voor een nieuwe uitdaging.
kring, invulling
We hebben de nieuw ontstane situatie aangegrepen om na te denken over de beste positionering van onze kernbedrijven in
Het energiebedrijf Eneco zet vol in op duurzaamheid. In alles wat
een geïntegreerde energieonderneming. Daarbij moeten wij er
het energiebedrijf onderneemt is duurzaamheid het uitgangs-
rekening mee houden dat splitsing alsnog kan doorgaan als de
punt: leveren van energie, produceren van energie en het ontwik-
Hoge Raad zich daartoe uitspreekt, aangezien de overheid in
kelen van energieoplossingen. Duurzame energie voor iedereen
cassatie is gegaan tegen de uitspraak van het Hof.
is het uitgangspunt. Alle retailklanten zijn met ingang van 2011 overgezet op groene stroom. Om dit te realiseren, produceert
2
Tegen splitsing hebben wij goede argumenten. Als geïntegreerd
het energiebedrijf zelf groene stroom of koopt deze in. Het aan-
bedrijf hebben we een betere balanspositie en kredietwaardig-
tal groenestroomklanten bij Eneco is hierdoor in één keer ruim
heid, wat ons de basis geeft om de belangrijke investeringen te
verdubbeld. Eneco zet klanten centraal in haar strategie omdat
kunnen doen die nodig zijn voor verduurzaming van de energie-
zij een cruciale rol spelen om te komen tot een decentrale ener-
voorziening. Bovendien speelt de netbeheerder in de transitie
gievoorziening. Het energiebedrijf verandert van een traditioneel
van een centraal geregelde energievoorziening naar een decen-
nutsbedrijf naar een kennisbedrijf dat klanten hierbij volop onder-
traal model een cruciale rol. Decentrale energieproductie moet
steunt.
kunnen worden ondersteund met lokale slimme netten. Die twee
De markt voor duurzame energie in Noordwest Europa ver-
zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Splitsing hindert een
toonde een sterke groei de afgelopen jaren, een trend waarin
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Een woord vooraf
De belangrijkste succesfactor van Eneco als duurzame energieonderneming is kennisleiderschap.
Eneco voorop gaat. Eneco bouwt gestaag het duurzame produc-
Ons infrabedrijf Joulz ontwikkelt zich tot een gezond en op ter-
tiepark uit met wind op land en op zee, biomassa en zonne-
mijn zelfstandig technisch bedrijf dat de concurrentie in de vrije
energieoplossingen. Gas is de schoonste fossiele brandstof om
markt uitstekend aan kan. Commerciële ontwikkeling, kwaliteit
de periode te overbruggen totdat we volledig duurzaam kunnen
van dienstverlening en kostenreductie zijn de belangrijkste
produceren of leveren. Eneco heeft inmiddels een sterke gas-
strategische thema’s. Voor een verdere groei van Joulz kan op
positie met langjarige gecontracteerde gastoevoer en een in
termijn worden gedacht aan het aantrekken van nieuwe aandeel-
2011 startende eigen gasopslag, een eigen gascentrale, een
houders.Tot die tijd richten wij ons op het versterken van de
groot aantal omvangrijke leveringscontracten, een positie in de
financiële en operationele basis van Joulz.
Rotterdamse LNG terminal Gate, alsmede een grote portefeuille van particulieren en zakelijke afnemers. Dochteronderneming
Gemeenschappelijke ontwikkelingsperspectieven
Ecofys voegt met haar specialistische kennis van duurzame
Het belangrijkste ontwikkelingsperspectief van alle drie de kern-
energieoplossingen bewezen waarde toe.
bedrijven is gericht op kennis en ondernemerschap.
De primaire opdracht van onze netbeheerder Stedin is dat de
De belangrijkste succesfactor van Eneco als duurzame energie-
wettelijke taken goed en veilig worden uitgevoerd. Stedin is ook
onderneming is kennisleiderschap. Kennis zet ons op voorsprong
formeel de bewaker dat de wettelijke netbeheertaken objectief en
en maakt ons tot een gewilde partner. Eneco heeft de afgelopen
gelijk naar alle marktpartijen worden uitgevoerd. Veilig en continu
jaren een zeer deskundige tradingomgeving opgebouwd in
transporteren van energie over haar netten naar miljoenen klan-
Noordwest Europa, juist op het gebied van duurzame energie,
ten, nu en in de toekomst, is de missie van dit bedrijfsonderdeel.
vooral windenergie en biomassa ondersteund met gas. Ook als
Daarbij zet Stedin in op het realiseren van de hoogste kwaliteit
het gaat om het ontwikkelen van grootschalige windparken, bio-
tegen redelijke maatschappelijke kosten. Dit doet zij onder meer
massacentrales en warmte/koudeoplossingen heeft Eneco een
door steeds meer nieuwbouw en onderhoudswerk aan energie-
vooraanstaande positie in de markt. Stedin en Joulz hebben
netten aan te besteden. Daarnaast spant Stedin zich bijzonder in
grote kennis van elektriciteit- en gasinfrastructuren, op alle span-
om de band met klanten te versterken onder andere door zich
ningsniveaus en drukniveaus. Kennis van nieuwe toepassingen
steeds zichtbaarder te profileren in de markt. De duurzame com-
zoals biogas en CO2 ontwikkelt zich momenteel in hoog tempo.
ponent komt tot uitdrukking in de vrije, niet gereguleerde activitei-
We investeren dan ook gericht in het opbouwen van kennis. De
ten die Stedin Diensten ontplooit met infrastructuren voor stoom,
acquisitie van meerdere Econcern-onderdelen, waaronder Ecofys,
CO2 en biogas. Maar ook met innovaties zoals het inzetten van
een gerenommeerd internationaal energieadviesbureau, onder-
slimme meters, het ontwikkelen van slimme lokale netten en het
streept dat. We zullen die adviserende kenniscomponent zeker
faciliteren van elektrisch rijden speelt Stedin een belangrijke rol in
uitbreiden.
de verduurzaming van de energievoorziening.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
3
Een woord vooraf
Ondernemerschap is een andere succesfactor die we sterker
Verbinden met de burger
gaan ontwikkelen. De Eneco bedrijven moeten in staat zijn snel
Een van onze belangrijke drijfveren om vol in te zetten op duur-
te anticiperen op marktontwikkelingen, veranderingen in het
zaamheid is om de band met de burgers te verstevigen. Daarin
investeringsklimaat en regulering. Juist omdat voor het
slagen wij wanneer Eneco als energiebedrijf wordt gezien als een
opbouwen van duurzame productie grote financiële investerings-
belangrijk onderdeel van de omgeving waarin wij actief zijn. Een
beslissingen genomen moeten worden, zijn een solide investe-
succesvol Eneco is “ons” Eneco. Ik bedoel “ons” zoals we dat
ringsklimaat en een helder en stabiel overheidsbeleid belangrijk.
vroeger in mijn Brabantse familiekring gebruikten voor het aan-
Eneco toont nu al haar flexibiliteit door in West-Europese landen
duiden van een familielid. Ons Eneco beperkt zich niet alleen tot
te investeren waar het langetermijnperspectief het beste is om
de aandeelhouders of de medewerkers. Wij zouden willen dat
de ambities te realiseren. Deze kerncompetentie gaan we verder
alle burgers in de landen waar we actief zijn ons zo ervaren.
ontwikkelen. Vandaar dat we vol inzetten op verdere ontplooiing
Pas dan zijn we de energie-onderneming die we ook als markt-
van onze medewerkers tot ondernemende en deskundige pro-
gerichte onderneming moeten zijn. Midden in de gemeenschap
fessionals.
die we met onze duurzame energie, adviezen en diensten bedienen. Dat is niet vanzelfsprekend.
Eneco groep is intrinsiek duurzaam
Marktwerking in de energiesector heeft ervoor gezorgd dat we
In dit jaarverslag rapporteren we over onze financiële en niet-
professioneler werden, klantgerichter en efficiënter maar ook
financiële prestaties. Duurzaamheid maakt integraal deel uit van
met meer scepsis werden bekeken. Energiebedrijven werden niet
onze groepsstrategie. Daarom behandelen we dit niet als apart
langer gezien als onderdeel van de gemeenschap. Behalve dat
onderwerp onder de noemer van maatschappelijk verantwoord
duurzaamheid noodzakelijk is om de leefbaarheid op onze aard-
ondernemen (MVO). Voor ons gaat MVO veel verder dan het ver-
bol te waarborgen, is het voor Eneco juist het symbool om de
duurzamen van de bedrijfsvoering. Naast de financiële prestaties
band met de samenleving aan te halen. Decentraal en samen zijn
beschouwen wij de mate waarin wij duurzame energie kunnen
niet voor niets de twee kernwoorden die we door de jaren heen
produceren, distribueren en leveren, klanttevredenheid, veiligheid
hebben toegevoegd aan het begrip duurzaam.
en de ontwikkeling van medewerkers als graadmeters van het
4
succes van onze strategie en beleid. We zijn ons ervan bewust
We lijken redelijk goed te slagen in deze opdracht. Klanten kiezen
dat op het gebied van integraal ketenbeheer winst te behalen
voor ons om onze duurzame propositie, ze komen naar ons toe
valt. Ten aanzien van de herkomst van biomassa hebben wij het
met vragen over duurzaam decentraal opwekken. Met belangen-
ketenbeheer met eigen duurzame criteria op orde. Het is een
organisaties zoals Wereld Natuur Fonds (WNF) en Natuur &
goed voorbeeld hoe we met dit onderwerp willen omgaan. Voor
Milieu hebben we uitstekende relaties. Als nieuwe missiepartner
onze toeleveranciers zullen we ons inkoopbeleid verder aan-
van het WNF hebben we in 2010 de Climate Saver erkenning
scherpen.
van het WNF ontvangen.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Een woord vooraf
De groepsstrategie is gericht op de transitie van de energievoorziening. Duurzaamheid, maatschappelijk betrokken ondernemen en excellente dienstverlening aan onze klanten zijn de verbindende elementen.
De Climate Saver erkenning houdt onder meer in dat we duidelijk afspraken hebben gemaakt over de vermindering van de CO2-uitstoot en vergroening van ons leveringsportfolio. We zien dit als een erkenning van onze visie en onze doelstelling.
Tot slot Eneco groep gaat 2011 vol elan in. We weten wat ons te doen staat, al onze kernbedrijven hebben duidelijke doelstellingen geformuleerd, die passen bij wat klanten, aandeelhouders en samenleving van hen mogen verwachten. En waar onze medewerkers trots op zijn. In dit jaarverslag over 2010 berichten we hierover op hoofdlijnen. Ieder kernbedrijf zal zelf een uitgebreider verslag doen over de activiteiten. Samen staan we voor dezelfde opdracht: een bijdrage te leveren aan de verduurzaming van de energievoorziening in Nederland en daarbuiten.
Jeroen de Haas Voorzitter Raad van Bestuur Eneco Holding N.V.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
5
Kengetallen
2010
(bedragen in € miljoen)
2009
2008
2007
2006
4.287
Resultaten Totale opbrengsten
4.922
5.245
4.943
4.789
Opbrengst energie en energie gerelateerd*
4.722
5.018
4.635
4.542
3.943
Brutomarge energie en energie gerelateerd*
1.294
1.325
1.262
1.224
1.183 770
Bedrijfsresultaat voor afschrijvingen (EBITDA)
576
564
695
690
Bedrijfsresultaat (EBIT)
274
268
404
474
549
Nettoresultaat
141
177
272
426
311
Kasstroom uit operationele activiteiten
670
729
532
725
314
Vermogen Investeringen in materiële vaste activa
730
523
328
362
281
3.890
3.900
3.809
3.040
2.738
Rentedragende schulden
1.947
2.087
1.863
1.496
1.475
Balanstotaal
7.669
7.691
7.386
6.437
5.643
50,7%
50,7%
51,6%
47,2%
48,5%
4,8%
4,8%
7,7%
10,6%
13,2%
6,2
7,4
11,4
14,1
11,8
Aantal fte’s per jaareinde
6.545
6.628
5.563
5.299
4.987
Ziekteverzuim
4,6%
4,7%
4,9%
5,0%
5,5%
24.435
24.295
26.381
22.808
21.603
Eigen vermogen
Ratio’s Eigen vermogen/totaal vermogen Rendement op werkzaam vermogen Interest coverage rate Medewerkers
Verkoopvolumes Elektriciteit (GWh)* Gas (miljoen
m3)
Warmte (TJ) *
6.704
5.900
5.114
5.206
5.476
13.157
11.436
11.923
11.424
11.468
Gegevens 2009 voor vergelijkingsdoeleinden aangepast.
Definities Werkzaam vermogen Activa exclusief liquide middelen, minus niet-rentedragende schulden. Rendement op werkzaam vermogen Bedrijfsresultaat in percentage van werkzaam vermogen. Interest coverage rate Bedrijfsresultaat voor afschrijvingen gedeeld door financiële baten en lasten.
60
48,5
47,2
51,6
50,7
50,7
50
15
40
12
30
9
20
6
10
3
0
11,8
14,1
11,4
7,4
6,2
2006
2007
2008
2009
2010
0 2006
2007
2008
2009
2010
EIGEN VERMOGEN/TOTAAL VERMOGEN (in %)
6
18
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
INTEREST COVERAGE RATE
Kengetallen
Eneco totaal
Energiebedrijf
Stedin
Joulz
2,6
3,5
1,7
2,1
Veiligheidsprestatie in LTIR Elektriciteitsproductievermogen Eneco – Gas gestookt
56%
– Wind
40%
– Biomassa
3%
– Zon
1%
Leveringszekerheid – Elektriciteit uitval gemiddeld aantal minuten per klant
28,3
– Gas uitval gemiddeld aantal seconden per klant
31
Human resource kengetallen – FTE Ultimo 2009
6.628
3.336
770
2.482
– FTE Ultimo 2010
6.545
3.013
1.136
2.356
– M/V (%) 2009
80,2/19,8
70,9/29,1
86,2/13,8
89,6/10,4
– M/V (%) 2010
77,9/22,1
68,7/31,3
78,4/21,6
90,0/10,0
– Aantal vrouwen in een leidinggevende positie 2009
81
51
11
18
– Aantal vrouwen in een leidinggevende positie 2010
103
73
18
11
– % leidinggevende vrouwen t.o.v. totaal aantal leidinggevende 17,4%
22,8%
14,9%
7,8%
– Ziekteverzuim 2009
posities
4,7%
4,8%
3,5%
4,9%
– Ziekteverzuim 2010
4,6%
4,6%
4,5%
4,5%
100
6.000
80
4.800
60
3.600
40
2.400
20
1.200
0
Eneco totaal
Energiebedrijf
Stedin
Joulz
0
Mannen 2009 Vrouwen 2009 Mannen 2010 Vrouwen 2010
Eneco totaal
Energiebedrijf
Stedin
Joulz
VERDELING MAN/VROUW
VERDELING MAN/VROUW
Eneco totaal en per kernbedrijf (in %)
Eneco totaal en per kernbedrijf (in aantal fte’s)
100
7.500
80
6.000
60
4.500
40
3.000
20
1.500
0
Eneco totaal
Energiebedrijf
Stedin
Joulz
0
55+ jaar 45-54 jaar 35-44 jaar 25-34 jaar 15-24 jaar
Eneco totaal
Energiebedrijf
Stedin
Joulz
LEEFTIJDSOPBOUW ULTIMO 2010
LEEFTIJDSOPBOUW FTE BEZETTING
Eneco totaal en per kernbedrijf (in %)
Eneco totaal en per kernbedrijf (in aantal fte’s)
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
7
Profiel
Eneco
Raad van Commissarissen Eneco Holding N.V. Raad van Commissarissen Stedin Netbeheer Raad van Bestuur
Stedin Netbeheer Eneco Holding N.V. Stedin Diensten
Joulz
Eneco Holding N.V. is de enige geïntegreerde energiegroep in Nederland met de uitgesproken ambitie op duurzame wijze energie te produceren, te transporteren en te leveren aan klanten. Met 7.000 medewerkers bedienen we twee miljoen zakelijke en huishoudelijke klanten. De aandelen zijn in handen van 60 Nederlandse gemeenten. Het hoofdkantoor is gevestigd in Rotterdam. De groep bestaat uit het energiebedrijf Eneco, netwerkbedrijf Stedin en infrabedrijf Joulz. De niet gereguleerde activiteiten van netwerkbedrijf Stedin worden uitgevoerd door Stedin Diensten.
8
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Energiebedrijf Eneco Energiebedrijf Eneco is verantwoordelijk voor de productie, handel en inkoop, levering van (een groeiend aandeel duurzaam opgewekte) energie en de ontwikkeling van duurzame en decentrale energieoplossingen voor klanten. Vergroening van het klantenbestand is een belangrijke opdracht. Ook werkt het bedrijf continu aan een eigen duurzaam productieportfolio. Energiebedrijf Eneco is actief in Nederland, België, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. De activiteiten van het energiebedrijf zijn logisch gebundeld in functionele business units. De activiteiten die zijn overgenomen van het voormalige Econcern zijn in 2010 volledig geïntegreerd. Ecofys, het internationale energieadviesbureau, neemt een onafhankelijke positie in binnen het energiebedrijf Eneco.
Profiel
Eneco Installatiebedrijven
Eneco Warmte & Koude
Eneco Wind
Eneco Shared Energy Solutions
Raad van Bestuur
Rapportagelijn
Eneco Supply
Stedin Net
Eneco Energy Trade
Eneco Solar, Bio & Hydro
Eneco Strategic Assets
Techniek
Marktoperaties
Strategie & Regulering
Projects
GreenTec
CityTec
Ecofys
Stedin Meetbedrijf
Serviceprovider
Netwerkbedrijf Stedin
Infrabedrijf Joulz
Stedin onderhoudt, beheert en ontwikkelt gas- en elektriciteits-
Joulz is specialist in het op veilige wijze ontwerpen, aanleggen
netten voornamelijk in de randstedelijke gebieden van Utrecht en
en onderhouden van (duurzame) energie-infrastructuren. De kern-
Zuid-Holland. Alle wettelijke taken worden volledig in eigen huis
opdracht is een maximaal betrouwbare energievoorziening voor
uitgevoerd. Ook de andere wettelijke voorwaarden ten aanzien
haar klanten. Netbeheerder Stedin is en blijft de grootste
van het eigendom en beheer van de netwerken worden nage-
opdrachtgever. Joulz werkt steeds vaker ook voor andere net-
leefd zodat de netten veilig zijn en optimaal functioneren. Boven-
beheerders, grote industriebedrijven, overheden en railbedrijven.
dien neemt Stedin Netbeheer met een eigen Raad van Commis-
Joulz streeft ernaar hoge kwaliteit te leveren tegen een markt-
sarissen binnen de Eneco groep een bijzondere plaats in. Door
conforme prijs.
Stedin Netbeheer op deze wijze te positioneren wordt voldaan aan de wettelijke regels omtrent een onafhankelijk netbeheer in de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet (WON). Stedin is gegroeid. Als gevolg van de overheveling van activiteiten vanuit Eneco Services en de centrale staven naar Stedin is het aantal fte’s in 2010 toegenomen tot iets meer dan 1.100.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
9
Groepsstrategie
Naar een duurzame energievoorziening De strategie van Eneco Groep is gericht op de transitie naar een duurzame energievoorziening. De kernbedrijven hebben hun eigen groeistrategie en dragen ieder bij aan verduurzaming vanuit de eigen kernactiviteiten. De ambitie hierbij is om als drie-eenheid optimale kwaliteit te realiseren voor klanten en een gezond rendement voor de aandeelhouders. De Eneco groep heeft een duidelijke visie op de ontwikkeling van duurzame energie voor haar klanten. De ambitie is om overal waar wij actief zijn schone energie te produceren, te leveren en te distribueren. Het energiebedrijf zet de toon met de ontwikkeling van een duurzaam productie- en leveringsportfolio. Stedin en Joulz zorgen dat klanten ook werkelijk gebruik kunnen maken van duurzaam opgewekte energie. Daarnaast streven wij naar excellente dienstverlening op alle drie de kernactiviteiten. De Raad van Bestuur van Eneco Holding N.V. stuurt op hoofdlijnen op de volgende onderwerpen om de gezamenlijke ambities te realiseren: • Veiligheidsprestatie • Financieel resultaat • Verduurzaming van de energievoorziening • Klanttevredenheid • Leveringszekerheid • Medewerkerstevredenheid • Ontplooiing en ontwikkeling medewerkers • Diversiteit • Klimaatneutrale bedrijfsvoering
10
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Toelichting bij dit verslag
Eén geïntegreerd verslag In dit geïntegreerde jaarverslag informeren wij onze belanghebbenden over de financiële, sociale en duurzame prestaties van de Eneco groep in 2010.
Scope Voor de scope van de financiële prestaties wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde jaarrekening op pagina 61. Voor de niet-financiële prestaties rapporteert de Eneco groep over de entiteiten waarover zij beslissende zeggenschap heeft en waarin zij 100% kapitaalbelang heeft. Het verslag beslaat
De financiële prestaties zijn geconsolideerd naar groepsniveau.
het kalenderjaar 2010.
De financiële resultaten van de kernbedrijven zijn als segment gepresenteerd in de geconsolideerde jaarrekening die is gecertifi-
Gemaakte keuzes
ceerd door de externe accountant.
De niet-financiële KPI’s zijn geselecteerd op basis van significantie in relatie tot onze strategie en tot onze maatschappelijke ver-
De duurzame prestaties van Eneco zijn integraal onderdeel van
antwoordelijkheid. In de toekomst willen we onze belanghebben-
de strategie van de groep en worden in dit verslag op hoofdlij-
den meer betrekken in het selectieproces. De reikwijdte van deze
nen behandeld. De kwaliteit en betrouwbaarheid van de gas- en
onderwerpen is in onderstaande tabel aangegeven.
elektriciteitsnetwerken vallen binnen de activiteiten van Stedin. De sociale prestaties omvatten het human resources-beleid van
Veiligheid: De LTIR (Lost Time Injury Rate) wordt op groepsni-
de Eneco groep en de uitkomsten daarvan. Veiligheid wordt op
veau gerapporteerd en op niveau van de kernbedrijven. De LTIR
groepsniveau gemeten.
wordt berekend door het aantal ongevallen met verzuim van eigen medewerkers en ingeleend personeel, inclusief leerlingen en stagiaires te vermenigvuldigen met 1.000.000 en te delen door het product van aantal gewerkte uren (1.560 uur) en het
NIET-FINANCIËLE PRESTATIES Eneco
Stedin
Joulz
Veiligheid
√
√
√
Leveringszekerheid
–
√
–
Klanttevredenheid
√
√
–
Verduurzaming energievoorziening
√
√
–
Medewerkerstevredenheid
√
√
√
Ontplooiing en ontwikkeling medewerkers
√
√
√
Diversiteit
√
√
√
Klimaatneutrale bedrijfsvoering
√
√
√
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
11
Toelichting bij dit verslag
aantal fte’s (eigen medewerkers). Stedin neemt ook de veilig-
leidinggevende posities hebben wij ons ten doel gesteld om op
heidsincidenten van aannemers, waaronder Joulz, mee in haar
de vrijgekomen managementposities in 1 op de 3 gevallen een
rapportage.
vrouw te benoemen in de komende 3 jaar.
Leveringszekerheid: De leveringszekerheid betreft de gemiddelde
Klimaatneutrale bedrijfsvoering: De besparingen worden bere-
onderbrekingsduur van de energienetten, voor elektriciteit uitge-
kend per medewerker en de energie voor ruimteverwarming
drukt in minuten per jaar per klant, en voor gas in seconden per
wordt gecorrigeerd voor graaddagen, zodat een goede vergelij-
jaar per klant.
king met onze klimaatvoetafdruk van 2007 (nulmeting) mogelijk
Klanttevredenheid: Energiebedrijf Eneco meet de klanttevreden-
wordt. Sinds 2008 kennen wij een klimaatneutrale bedrijfsvoe-
heid van retailklanten op basis van de internationaal erkende Net
ring. Dit betekent dat wij zo veel mogelijk besparen en daar waar
Promotor Score-methodiek. Stedin heeft over het algemeen min-
dat nog niet volledig kan wij onze CO2-emissies compenseren
der klantcontact over de dienstverlening dan het energiebedrijf.
door aanschaf van Gold Standard CO2-certificaten. Voor een ver-
Daarom meet de netbeheerder de klantontevredenheid, nadat de
dere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf ‘Klimaatneu-
klant contact heeft gehad met Stedin. Bijvoorbeeld na een aan-
trale bedrijfsvoering’ op pagina 48.
vraag voor een aansluiting of een storingsmelding. Joulz maakt met klanten resultaatgerichte afspraken. Hier is geen generieke
GRI-richtlijn
tevredenheidsmeting aan gekoppeld.
Naast deze onderwerpen rapporteren we over een groter aantal
Verduurzaming energievoorziening: De verduurzaming van de
niet-financiële KPI’s. Wij hanteren de G3-richtlijn van het Global
energievoorziening wordt uitgedrukt in huishoudens. Het gecon-
Reporting Initiative (GRI). Achter in dit verslag is op pagina 125
tracteerd duurzaam vermogen wordt volgens de omrekentabel
een GRI-index opgenomen waarin alle geselecteerde KPI’s zijn
op pagina 31 omgerekend naar huishoudens.
opgenomen. De index dient als leeswijzer voor degenen die dit
Medewerkerstevredenheid: Eens per twee jaar meten onze kern-
verslag willen lezen als duurzaamheidverslag. G3 onderscheidt
bedrijven de medewerkerstevredenheid en vergelijken de uitkom-
verschillende toepassingsniveaus. Voor dit verslag hanteren wij
sten met de nationale tevredenheidsindex. Of onze medewer-
het zogenaamde ‘B’-toepassingsniveau. Wij hebben GRI
kers voldoende tevreden zijn blijkt uit het verloopcijfer en de
gevraagd het toepassingsniveau (application level B) volgens de
hoogte van het ziekteverzuim. In 2010 is geen onderzoek
G3 Richtlijnen van Global Reporting Initiative (GRI) te controleren
gehouden.
(zie pagina 52 voor verklaring GRI).
Ontwikkeling en ontplooiing: Kennisleiderschap, deskundigheid en vakmanschap zijn voor onze kernbedrijven leidende principes. Wij investeren in de ontwikkeling van management en medewerkers. Voor 2010 hebben wij hiervoor geen doelstelling geformuleerd. Diversiteit: Eneco groep streeft voor de diversiteit van het medewerkersbestand naar een goede afspiegeling van de samenleving waarin wij actief zijn. Wij hebben hiervoor geen doelstellingen geformuleerd. Voor wat betreft vrouwen in
12
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Corporate Governance
Integer en transparant handelen Eneco Holding N.V. is een structuurvennootschap, met een tweelaags besturingsmodel. De besturing van de groep is in handen van de Raad van Bestuur. Zij is verantwoordelijk voor strategie en beleid. De Raad van Commissarissen ziet daarop toe. Integer en transparant handelen, maar ook goed toezicht hierop en het afleggen van verantwoording over het uitgeoefende toezicht is de kern van de Corporate Governance bij Eneco.
Eneco conformeert zich aan de regels voor goed ondernemings-
ders en zakelijke relaties. De code geeft voor elk van deze rela-
bestuur zoals die zijn vastgelegd in de Nederlandse Corporate
ties aan welk gedrag Eneco voorstaat en welke regelgeving
Governance code, op enkele regels na die specifiek zijn voor
Eneco hanteert. Eneco heeft een Compliance Officer die de orga-
beursgenoteerde ondernemingen. Er is ook een afwijking ten
nisatie ondersteunt bij het bespreekbaar maken en toepassen
opzichte van private ondernemingen, aangezien onze activiteiten
van de nieuwe gedragscode.
deels privaat en deels gereguleerd zijn. De netbeheerder Stedin
De volledige gedragscode is te vinden op de website van Eneco
kan zijn wettelijke taken onafhankelijk uitvoeren. De eigen Raad
(http://corporatenl.eneco.nl/Organisatie/Codes-en-reglementen).
van Commissarissen van de netbeheerder, die in meerderheid uit onafhankelijke derden bestaat, ziet daarop toe.
Relaties met belanghebbenden Een uitgebreide toelichting over hoe de Eneco groep haar governance heeft ingericht, is gepubliceerd op de Eneco website
In de keten van productie, levering en distributie van energie en
www.eneco.nl/corporate.
de instandhouding van de energie-infrastructuur zien wij klanten, medewerkers, aandeelhouders en overheden als onze belangrijkste belanghebbenden. Verbinding met de maatschappij is de
Gedragscode
opdracht van de Eneco groep. Vandaar dat wij de samenleving nadrukkelijk tot onze belanghebbenden rekenen. Ieder kernbedrijf
In 2010 heeft de Raad van Bestuur een nieuwe Gedragscode
geeft de dialoog en relatie met haar groep belanghebbenden
vastgesteld voor energiebedrijf Eneco. Joulz en Stedin passen in
vorm afhankelijk van de activiteiten die het betreft. Wij geven
2011 de code aan voor hun kernactiviteiten. Kern van de code is
hier meer inzicht in de initiatieven die zij ondernemen.
dat medewerkers zich te allen tijde houden aan de wet en handelen volgens de interne normen en waarden. De merkwaarden
Relaties met klanten
van de kernbedrijven zijn daarbij leidend. De Gedragscode kent
Eneco kernbedrijven zijn voor klanten een betrouwbare leveran-
een indeling op basis van ‘relaties’. Eneco heeft relaties met ver-
cier van energie en energiegerelateerde producten en diensten.
schillende stakeholders zoals klanten, medewerkers, aandeelhou-
Klanten mogen van ons verwachten dat wij hen uitstekend
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
13
Corporate Governance
Verbinding met de maatschappij is de opdracht van de Eneco groep. Vandaar dat wij de samenleving, klanten, medewerkers, aandeelhouders en de overheid, nadrukkelijk tot onze belangrijkste belanghebbenden rekenen. bedienen. Dit uit zich in klantgerichte communicatie, professio-
• De drie kernbedrijven voeren periodiek een medewerkermoti-
neel klachtenmanagement, vakkundigheid, en eerlijke en volle-
vatie-onderzoek uit onder de eigen medewerkers. Verbeter-
dige informatievoorziening.
punten worden vastgesteld en de uitwerking daarvan bekend-
Het contact met klanten biedt voor Eneco richting om de dienstverlening blijvend te verbeteren. Ieder kernbedrijf zoekt actief
gemaakt via interne media en in werkoverleggen. • De ondernemingsraad van Eneco is op groepsniveau ingericht
dat contact op met zijn klantenkring:
en per kernbedrijf. Er is regelmatig overleg met bestuurders
• Het energiebedrijf heeft klantpanels aan wie zij nieuwe vor-
over de veranderingen die het bedrijf doormaakt en de rol van
men van dienstverlening of commerciële acties presenteert.
de medewerkers daarin. Via interne communicatie blijven de
De feedback hieruit helpt om tot aanscherping of verbetering
medewerkers op de hoogte van de belangrijkste gebeurtenis-
te komen. Daarnaast onderzoekt het energiebedrijf maande-
sen.
lijks de tevredenheid van klanten over de dienstverlening. Naar aanleiding hiervan worden gerichte maatregelen genomen om
Relatie met aandeelhouders
de service te verbeteren. De Installatiebedrijven onderzoeken
Eneco wil aandeelhouderswaarde creëren op een manier die de
de tevredenheid van klanten na een bezoek van de monteur
belangen van alle stakeholders meeweegt. Eneco Holding N.V.
en stellen naar aanleiding van de uitkomst de servicelevels bij.
heeft publieke overheden als aandeelhouders. Wij zorgen voor
• Stedin meet de klanttevredenheid over de belangrijkste klant-
energiezekerheid en zetten ons samen met de aandeelhouders
processen, aansluiten, verhuizen en switchen en voert een
in om de energievoorziening in hun regio te verduurzamen. De
actief beleid om die processen steeds verder te verbeteren.
aandeelhouders zijn sterk betrokken bij de onderneming. Naast
Daarnaast zoekt Stedin grote opdrachtgevers op om zo goed
de officiële ontmoetingen in de Algemene Vergadering van Aan-
te kunnen anticiperen op toekomstige infrastructurele
deelhouders die twee maal per jaar wordt gehouden, is er perio-
wensen.
diek individueel overleg met alle aandeelhouders.
• Joulz spreekt met haar opdrachtgevers prestatieniveaus af. Via diverse digitale en gedrukte media informeren wij klanten
Relatie met de overheid
over de duurzame strategie van de Eneco groep.
• Eneco heeft een relatie met de overheid als toezichthouder. De energiesector staat onder toezicht van diverse nationale
Relatie met onze medewerkers
en internationale toezichthouders. Zij zien toe op allerlei werk-
Eneco wil medewerkers die zich willen ontwikkelen en ontplooien
terreinen van Eneco en hebben daardoor aanzienlijke invloed.
graag aan zich binden. We vinden het belangrijk dat mede-
Eneco investeert proactief en doelgericht in deze relatie en
werkers hun loopbaan de richting kunnen geven die ze voor ogen hebben. Onze loopbaanadviseurs staan medewerkers terzijde bij loopbaanontwikkeling en interne mobiliteit. Eneco stimuleert
zame energie en het CO2 prijssysteem is de overheid mede
medewerkers in hun ontwikkeling onder meer door het beschik-
bepalend voor de snelheid, omvang en betaalbaarheid van
baar stellen van een learning centre waar medewerkers terecht
een duurzame energieopbouw. Overheidsbeleid heeft daar-
kunnen voor opleidingsvragen, het zoeken en boeken van oplei-
mee directe invloed op onze investeringkeuzes.
dingen en trainingen. Wij bieden onze medewerkers een integere, stimulerende en veilige werkomgeving en bevorderen hun gezondheid. Eneco streeft naar een personeelsbezetting die een afspiegeling is van de maatschappij.
14
voorziet toezichthouders van relevante informatie. • Met het vergunningenbeleid, het stimuleringsbeleid voor duur-
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Corporate Governance
Eneco staat voor duurzaam ondernemen en kan zo een belangrijke bijdrage leveren aan de maatschappij.
Wij treden daarom graag en veelvuldig in overleg met de over-
• Ook is Eneco hoofdsponsor van de Nederlandse Dag van de
heid. Bij de ontwikkeling en uitvoering van energiebeleid willen
Duurzaamheid van Urgenda. Op deze dag, (11 november)
wij de partner zijn van de overheid. Als ambitieus duurzaam ener-
organiseren bedrijven, particulieren, organisaties, gemeenten,
giebedrijf, met de benodigde kennis en innovatiekracht hebben
scholen en provincies honderden duurzame activiteiten
wij immers wat te bieden. We gaan vanuit een positieve basis-
verspreid over heel Nederland.
houding de dialoog aan. Op Europees, op nationaal en ook op lokaal niveau. Onze kernboodschap is daarbij altijd dezelfde. We roepen op duurzame ambitie te tonen. Consistent en daadkrachtig.
• Via het lidmaatschap van Meer met Minder en Slim met Gas zet Eneco zich in voor energiebesparing. • De Eneco-kernbedrijven zijn lid van verschillende brancheorganisaties, zoals UNETO/VNI, Energie Nederland, Netbeheer Nederland, de Groene Zaak en Eurelectric.
Relatie met de samenleving
• Verder onderhoudt de onderneming intensieve contacten
Eneco staat voor duurzaam ondernemen en kan juist op dit punt
met omwonenden van energieprojecten, zoals bij de ontwikke-
een belangrijke bijdrage leveren aan de maatschappij. Eneco
ling van windenergieprojecten, om draagvlak en betrokkenheid
vindt het van groot belang om haar duurzame ambities en
hiervoor te vergroten.
prestaties te toetsen aan wat leeft in de maatschappij en tracht gehoor te vinden voor haar opinies op dit gebied. • De relatie met NGO’s wordt belangrijker en sterker. Met het WNF zijn wij een driejarig missie partnership aangegaan. Eneco en het WNF zien verduurzaming van energie als een voorwaarde voor verbetering van het leefklimaat voor mens, dier en natuur. Met Natuur & Milieu werkt Eneco nauw samen in Zeekracht. • Eneco werkt samen met gerenommeerde (kennis) instituten zoals ECN, TNO en KEMA en heeft structurele banden met een aantal Nederlandse universiteiten. Eneco heeft een strategisch partnerschap met de Technische Universiteit van Delft. Wij werken samen in onderzoek en onderwijs door het delen van kennis en mensen op het vlak van toekomstige duurzame energie systemen en offshore windenergie. Eneco doet dit onder andere door het ondersteunen van een leerstoel bij de TU Delft, te weten Future Energy Systems. • Samen met fair trade organisatie Max Havelaar en ICCO onderzoekt Eneco of het mogelijk is om jatropha-olie te certificeren volgens de fair trade normen. Dit onderzoek wordt gesubsidieerd door de Nederlandse overheid. • Met de certificeringinstanties NEN en Control Union bereidt de Sustainability Office van Eneco momenteel een advies voor over de duurzaamheid van het wood pellet-project dat Eneco uitvoert in Vietnam. Wood pellets zijn korrels die worden gemaakt uit restafval in de houtindustrie, zoals zaagsel.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
15
Raad van Bestuur
Sturen op hoofdlijnen 16
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Drs. H.J. (Jeppe) Machielsen (1960)
Mr. J.F. (Jeroen) de Haas (1959)
Ir. C.J. (Kees-Jan) Rameau (1962)
Drs. ing. D.J. (Douwe) Kras (1948)
Lid Raad van Bestuur Eneco Holding N.V.
Voorzitter Raad van Bestuur Eneco Holding N.V.
Lid Raad van Bestuur Eneco Holding N.V.
Lid Raad van Bestuur Eneco Holding N.V.
Jeppe Machielsen is per 1 juni 2005 benoemd in de Raad van Bestuur van Eneco als Chief Financial Officer. Machielsen werkte vanaf 1999 bij Deutsche Post in diverse functies, laatstelijk als Divisional Board Member F & A van DHL Express Europe. Machielsen begon zijn loopbaan in 1985 bij Akzo NV en groeide door tot hoofd Controlling van Akzo Coatings Nederland voordat hij in 1991 overstapte naar Koninklijke Nedlloyd in Rotterdam, waarvan hij in 1999 afscheid nam als directeur Concern Controlling. Machielsen behaalde zijn doctoraal Bedrijfseconomie aan de universiteit te Groningen.
Jeroen de Haas is per 1 januari 2007 voorzitter van de Raad van Bestuur. Hij is sinds juli 2000 lid van de Raad van Bestuur en per 2006 vice-voorzitter. Hij was daarvoor sinds 1996 directeur van Enercom, de coöperatie van energiebedrijven, waarvan een zestal leden in juli 2000 met Eneco fuseerde. Eerder was De Haas directeur van RCCIVEV, een onderdeel van Roccade. Hij studeerde Nederlands recht in Utrecht.
Kees-Jan Rameau is per 1 april 2008 benoemd tot lid van de Raad van Bestuur. Hij startte begin 2004 als directeur Strategie bij Eneco. Begin 2007 werd hij benoemd tot directeur Business to Business. Voordat Rameau bij Eneco in dienst trad, was hij actief op strategisch, financieel en operationeel gebied bij de Boston Consulting Group, TPG (nu TNT) en McKinsey & Company. Hij studeerde technische natuurkunde in Delft en behaalde een MBA van INSEAD in
Douwe Kras is per 1 juni 2009 benoemd tot lid van de Raad van Bestuur. Hij was van 1990 tot 2004 algemeen directeur van PRC Bouwcentrum Holding en vervolgens algemeen directeur van Arcadis Nederland. Hij studeerde Economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en behaalde zijn Bachelor of Science Architecture in Den Haag.
Nevenfunctie • Lid Raad van Commissarissen Stedin Netbeheer B.V.
Nevenfuncties • Lid Raad van Commissarissen Stedin Netbeheer B.V. • Lid Raad van Commissarissen KEMA N.V. • Lid Bestuur Energie-Nederland • Voorzitter Werkgeversvereniging WENb • Lid Economic Development Board Rotterdam • Lid Council Rotterdam Climate Initiative • Lid Raad van Toezicht Hogeschool Rotterdam • Lid Adviesraad Executive MBA in European Utility Management by Jacobs University te Bremen • Lid Raad van Advies Ecofys • Ambassadeur Clean Energy Wereld Natuur Fonds (WWF)
Fontainebleau.
Nevenfuncties • Voorzitter Raad van Commissarissen Groothandelsgebouwen N.V. • Voorzitter Raad van Toezicht Sint Franciscus Gasthuis te Rotterdam • Lid Raad van Commissarissen Blauwhoed B.V. • Lid Raad van Commissarissen Bouwbedrijf M.J. de Nijs en Zonen • Lid Raad van Commissarissen Dura Vermeer Groep N.V. • Lid van de Raad van Toezicht Concert- en Congresgebouw De Doelen Rotterdam • Lid Raad voor Economische Aangelegenheden van het Bisdom Rotterdam
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
17
Verslag Raad van Bestuur
Onverdeelde inzet voor optimaal resultaat De Eneco groep heeft in 2010 een goed resultaat bereikt. In een markt die gekenmerkt wordt door felle concurrentie, matige economische omstandigheden en sterk fluctuerende prijzen is de realisatie van een stabiel bedrijfsresultaat een prestatie waar alle medewerkers trots op kunnen zijn. 2010 werd eveneens gekenmerkt door het afblazen van de gedwongen splitsing van het energieproductie- en leveringsbedrijf en het netwerkbedrijf. De resultaten werden desondanks sterk beïnvloed door de kosten die wij moesten maken ter voorbereiding van de splitsing, die uiteindelijk niet doorging. Eneco gaat door als groep met drie kernbedrijven Eneco Energiebedrijf, Stedin en Joulz.
1 januari 2011 levert Eneco groene stroom aan al haar huishoudelijke en MKB klanten in Nederland.
Veiligheid Veiligheid staat bovenaan de agenda van de holding en de drie kernbedrijven. De Raad van Bestuur ziet hier scherp op toe. Op holdingniveau is een Corporate Coördinator Veiligheid verantwoordelijk voor de coördinatie van het veiligheidsbeleid en de monitoring ervan. Bij de kernbedrijven is het management verantwoordelijk voor de uitvoering van het veiligheidsbeleid. Eneco groep heeft een veiligheidsmanagementsysteem in de gehele organisatie geïmplementeerd. In 2010 is er meer aandacht van management gekomen voor hun rol in het verbeteren van veiligheid • Alle leden van de Raad van Bestuur en de kernbedrijfdirecteuren maken regelmatig veiligheidsrondgangen om de dialoog aan te gaan met medewerkers over veiligheid. • Alle ongevallen met verzuim worden direct aan de Raad van
In 2010 heeft Eneco groep flink geïnvesteerd in haar netten,
Bestuur gemeld en alle ongevalsonderzoeken van grotere inci-
duurzame elektriciteitsproductie en gas. Duurzame elektriciteits-
denten worden besproken in de vergadering van de Raad van
productie wordt ondersteund met flexibel inzetbare gascentrales. De Enecogen gascentrale en onze gasopslaginstallatie in Duitsland gaan een grote bijdrage leveren aan de optimalisatie
alle onderzoeken en verbeterprojecten.
van onze elektriciteitsproductie. Beide projecten bevinden zich in
In 2010 is het aantal ongevallen met verzuim van eigen perso-
een vergevorderd stadium en wij verwachten deze installaties
neel uitgekomen op 27 (2009: 40).
eind 2011 in productie te nemen. Samen met de recent afgeslo-
De veiligheidsprestatie van de groep uitgedrukt in LTIR kwam uit
ten langjarige gascontracten heeft Eneco ook haar leveringsposi-
op 2,6 (2009: 4,3).
tie aanzienlijk versterkt. Eneco heeft wezenlijke stappen gezet die het duurzame karakter van het bedrijf verankeren. Zo zijn we een driejarige samenwerking aangegaan met het Wereldnatuurfonds (WNF) en zijn we als eerste energiebedrijf ter wereld aangesloten bij het internationale Climate Saver programma van het WNF. Met ingang van
18
Bestuur. • Elk kwartaal rapporteren de kernbedrijven de voortgang van
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Verslag Raad van Bestuur
Veiligheid staat bovenaan de agenda van zowel de Raad van Commissarissen, de Raad van Bestuur als van de directies van de kernbedrijven.
Energiebedrijf Eneco
Stedin
Bij energiebedrijf Eneco werken de directies van de operationele
Veiligheid en gezondheid voor mens en milieu hebben hoge prio-
business units samen met de afdeling Veiligheid aan de verdere
riteit bij Stedin. De netbeheerder heeft als doel de veiligheids-
ontwikkeling van het veiligheidsbeleid. Er wordt ook gestreefd
prestatie jaarlijks sterk te verbeteren en streeft naar zo min
naar een eenduidige aanpak van veiligheidsvraagstukken. De
mogelijk verzuimongevallen. De intensieve aandacht voor veilig-
focus ligt op preventief handelen. Het management dient verder
heid en het grote aantal activiteiten die gericht zijn op het
‘zichtbaar’ te zijn. Het directieteam heeft meer dan 35 rondgan-
verbeteren van de veiligheid hebben een positieve invloed op de
gen gemaakt op verschillende locaties en installaties. De Lost
prestaties. Voorbeelden hiervan zijn het implementeren van
Time Injury Rate bij het Energiebedrijf is uitgekomen op 3,5
de nieuwe veiligheidsdocumenten de BEI (Bedrijfsvoering
(2009: 4,8). Eneco is erin geslaagd het aantal ongevallen met
Elektrische Installaties), in 2011 zal dit ook gebeuren voor de
verzuim te reduceren van 21 in 2009 naar 17 in 2010. Om de
VIAG (Veiligheids Instructie Aard Gas). Er is meer aandacht geko-
operationele veiligheid te verbeteren is er veel aandacht besteed
men voor toezicht op werken, het vooraf opstellen van Veilig-
aan veiligheidstudies in de ontwikkelingsfase en de ontwerppro-
heidsdocumenten bij projecten ter verbetering van de
cessen van installaties. De medewerkers van de businessunit
veiligheidsafspraken met aannemers en self assessment
Warmte en Koude zijn gecertificeerd volgens
programma’s om Stedin te kunnen vergelijken met gestandaardi-
de VeWa (Veiligheidsvoorschriften Warmte); ook van de aan-
seerde benchmarks.
nemers wordt verwacht dat zij in de loop van 2011 volledig
In de zomer is de afdeling Health, Safety, Security en Environ-
volgens VeWa werken.
ment opgericht met een team van veiligheidsdeskundigen.
6
4,3 2,6
4,8 3,5
3,9 1,7
4,8 2,1
2009 2010
5 4 3 2 1 0 Eneco Groep
Eneco
Stedin
Joulz
VEILIGHEIDSPRESTATIES (in LTIR, per kernbedrijf en Eneco Groep)
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
19
Verslag Raad van Bestuur
Tevens zijn assetmanagementcertificaten PAS55 en NTA 8120
Financiële resultaten 2010
in 2010 behaald. Het bedrijfsresultaat van Eneco groep is in 2010 uitgekomen De Lost Time Injury Rate (LTIR, inclusief de ongevallen bij aanne-
op € 274 miljoen, een niveau vergelijkbaar met dat van 2009
mers) bij Stedin is uitgekomen op 1,7 (2009: 3,9).
(€ 268 miljoen). De totale omzet liep door lagere tarieven terug van € 5.245 miljoen naar € 4.922 miljoen. Er waren hogere resultaten door streng winterweer maar die werden teniet gedaan
Joulz
door minder opbrengsten uit elektriciteitsproductiecontracten en een lagere sparkspread (de marge op centrales). De overige
Het motto bij Joulz: niet veilig = niet doen. In 2010 is het aantal
opbrengsten daalden in het verslagjaar, met name bij Joulz, door
ongevallen met verzuim gedaald naar 8 door een strakke focus
de verslechterde economische situatie. De lagere omzet is
op veilig werken. Dit is een ruime halvering ten opzichte van
gecompenseerd door scherp in te zetten op kostenbesparingen
2009 (18 ongevallen met verzuim). De Lost Time Injury Rate bij
en terughoudendheid bij het invullen van vacatures. Het aantal
Joulz is uitgekomen op 2,1 (2009: 4,8). De ernst van de ongeval-
medewerkers van Eneco groep is ten opzichte van ultimo 2009
len is bovendien afgenomen. Wel is er een toename van ongeval-
met 83 fte verminderd tot 6.545 fte. In verband met een reorga-
len door omgevingsfactoren (vallen en struikelen).
nisatie is bij Joulz een voorziening getroffen van € 12 miljoen.
Joulz heeft besloten in 2011 de thema’s Veiligheid en Integriteit
Splitsingsgerelateerde kosten
aan elkaar te koppelen om een gedragsverandering teweeg te
Ook in 2010 zijn kosten gemaakt voor het ontvlechten van
brengen die past bij een commerciële onderneming. In 2011 zal
de organisatie. Weliswaar is de splitsing van Eneco groep niet
de nieuwe Joulz gedragscode die in 2010 is opgesteld, worden
doorgegaan, maar veel ontvlechtingsactiviteiten waren op het
geïmplementeerd. Daarnaast gaat het bedrijf verder met eerder
moment van de uitspraak van de rechter al uitgevoerd of er
opgezette veiligheidscampagnes.
waren verplichtingen voor aangegaan. In het bedrijfsresultaat is € 21 miljoen aan splitsingsgerelateerde kosten opgenomen (2009: € 36 miljoen). Dit betreft onder andere advieskosten en kosten in verband met de beëindiging van cross border leases. Vooruitlopend op mogelijke splitsing werden meer liquiditeiten dan strikt noodzakelijk aangetrokken en aangehouden. De hiermee samenhangende rentelast bedraagt € 25 miljoen (2009: € 5 miljoen).
Nettoresultaat Het nettoresultaat bedraagt in 2010 € 141 miljoen (2009: € 177 miljoen inclusief een eenmalige bate van € 20 miljoen in het resultaat deelnemingen). Exclusief boven-
4.922
20
141
TOTALE OMZET 2010
NETTORESULTAAT 2010
in miljoen euro
in miljoen euro
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Verslag Raad van Bestuur
genoemde splitsing gerelateerde kosten en overige eenmalige
Het bedrijfsresultaat van het Energiebedrijf bedraagt in 2010
posten is het nettoresultaat inclusief belastingeffect
€ 120 miljoen (in 2009 € 153 miljoen). Dit lagere resultaat is het
€ 184 miljoen (vergelijkbaar resultaat 2009: € 188 miljoen).
gevolg van marktomstandigheden (met name de teruglopende marges bij centrales) en mindere windcondities. Het strenge win-
Investeringen
terweer (17% meer graaddagen dan in 2009) en een gegeven de
In 2010 heeft Eneco groep aanzienlijk meer geïnvesteerd:
sterk concurrende markten immer stabiel marktaandeel hebben
€ 734 miljoen tegen € 556 miljoen in het voorafgaande jaar.
geleid tot goede resultaten bij de leveringsactiviteiten. De
Stedin heeft € 312 miljoen geïnvesteerd (2009: € 260 miljoen)
nieuwe gasshippingactiviteiten dragen positief bij aan het resul-
ten behoeve van de vervanging en uitbreiding van de gas- en
taat
elektriciteitsnetten. Het Energiebedrijf investeert in verticale integratie in de keten en verduurzaming van de energieproductie
Stedin
voor in totaal € 413 miljoen (2009: € 282 miljoen). Ook in 2010
Bij Stedin zijn de opbrengsten in 2010 licht gedaald in vergelij-
waren de grootste projecten Enecogen, de efficiënte gasge-
king met 2009. Dit wordt mede veroorzaakt door lagere geregu-
stookte elektriciteitscentrale in het Europoort-gebied waaraan
leerde tarieven, vooral op elektriciteit. Desondanks is het
dit jaar € 175 miljoen werd uitgegeven, en Gasspeicher, de gas-
bedrijfsresultaat door kostenbesparingen € 16 miljoen hoger
opslag in het Duitse Epe waarin € 69 miljoen werd geïnvesteerd.
uitgekomen op € 200 miljoen. Dit past in het streven van Stedin
Naar verwachting gaan beide projecten eind 2011 in productie.
om de hoogste kwaliteit tegen maatschappelijk aanvaardbare
In de ontwikkeling van diverse windparken is 81 miljoen geïnves-
kosten te bereiken. Veiligheid van de netten, van de mede-
teerd en in de vervanging en uitbreiding van warmtenetten
werkers en de klanten heeft hierbij hoge prioriteit.
€ 59 miljoen.
Joulz Energiebedrijf Eneco
Joulz heeft dit jaar verder geïnvesteerd in de toekomst. In 2010
Per 1 januari 2010 zijn de overgenomen voormalige Econcern-
is een reorganisatie doorgevoerd waarmee het indirecte kosten-
activiteiten, met uitzondering van Ecofys, geïntegreerd in de
niveau structureel naar beneden is gebracht. Hierbij moest
nieuw gevormde business units Warmte & Koude, Wind en Solar,
afscheid worden genomen van circa 125 medewerkers.
Bio & Hydro binnen het Energiebedrijf. Het adviesbureau Ecofys
Ten behoeve van de daarmee gepaard gaande afvloeiingskosten
neemt een onafhankelijke positie in. De leveringsactiviteiten
is een voorziening getroffen van € 12 miljoen. Het bedrijfs-
van Eneco België zijn samen met de Nederlandse leveringsactivi-
resultaat daalde met € 17 miljoen tot € 9 miljoen negatief. De
teiten ondergebracht in de nieuwe business unit Eneco Supply.
marge-effecten als gevolg van externe omzetdaling, een lange
Met deze structuur is voor het energiebedrijf de basis gelegd om
vorstverletperiode en prijsdruk zijn hierbij deels gecompenseerd
zowel de nationale als de internationale duurzame ambitie in te
door de lagere indirecte kosten. Joulz streeft naar een marktcon-
vullen.
forme kostenbasis waarmee haar concurrentiepositie verder wordt verstevigd.
734 INVESTERINGEN ENECO GROEP
17% MEER GRAADDAGEN DAN IN 2009
in miljoen euro
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
21
Verslag Raad van Bestuur
Medewerkers
Diversiteit Eneco heeft zich een concreet doel gesteld voor het benoemen
De dynamiek van de energiemarkt biedt grote uitdagingen en
van vrouwen in managementposities. In een periode van 3 jaar
volop ontplooiingskansen. Bij energiebedrijf Eneco krijgen
wil Eneco op circa 1 op de 3 vrijgekomen managementposities
ambitieuze mensen alle gelegenheid die kansen te grijpen.
een vrouw benoemen. In 2010 zijn 4 vrouwen benoemd in
Medewerkers geven aan zich aangesproken te voelen door de
managementposities; daarmee heeft Eneco ruim tweederde van
duurzame strategie. Dat duurzame energie een structureel
het streefcijfer gerealiseerd. Het vrouwennetwerk ‘Zo Doet Ze
snelgroeiende markt is biedt interessante carriëre perspectie-
Dat’ is een intern netwerk voor mannen en vrouwen, dat aan-
ven. Bij Stedin liggen de kansen vooral in de ontwikkeling van
dacht vraagt voor en kennisontwikkeling bevordert over diversi-
het bedrijf tot een professionele opdrachtgever en asset mana-
teit in onze onderneming. In 2011 zal het onderwerp diversiteit
ger. Bij Joulz is de ontwikkeling richting de markt de belang-
breder worden uitgewerkt in een veelomvattend inclusiveness
rijkste uitdaging. We vragen van onze medewerkers een klant-
beleid. Dit past in het streven van Eneco dat de medewerkerpo-
gerichte instelling en selecteren en ontwikkelen medewerkers
pulatie een goede afspiegeling is van de samenleving.
op commerciële vaardigheden. Het samen met klanten en derde partijen participeren in duurzame projecten geeft een
Arbeidsmarktreputatie
aantrekkelijk nieuw perspectief aan het werken bij een van de
De kernbedrijven van Eneco bewegen zich actief op de arbeids-
Eneco-bedrijven.
markt. Zij richten zich op studenten, schoolverlaters en werkzoekenden met hun wervingsactiviteiten. Hiertoe worden social
Ontwikkeling
media ingezet, zoals Hyves, Linkedin en Twitter. Ook organiseren de kernbedrijven Inhouse dagen en nemen ze deel aan arbeids-
Management Development
marktevenementen. Zo was Eneco hoofdsponsor van de Eras-
Voor de verankering van de strategie in leiderschaps- en manage-
mus Recruitment Days en waren de kernbedrijven aanwezig op
mentcompetenties is een leiderschapsprofiel gebouwd dat als
de Nationale Carrièrebeurs. In mei vond een selectiedag plaats
basis gaat fungeren voor leiderschapsontwikkeling binnen de
voor het Next Generation Program, het traineeprogramma van
groep. De uitdaging waar Eneco voor staat, vraagt om leiders
Eneco Energy Trade. In december ontving het energiebedrijf
die kunnen verbinden: van business, met kennis, en mensen. De
50 studenten van de TU Delft (Faculteit Techniek, Bestuur
duurzame strategie is een kennisintensieve strategie (kennis-lei-
& Management), waaronder ook Master studenten Sustainable
derschap); Waardecreatie ontstaat door samenwerking tussen
Energy Technology.
stakeholders, partners en klanten (business-leiderschap); Voor
In mei is de nieuwe arbeidsmarktcampagne van Eneco gestart
realisatie van de strategie is de menselijke factor bepalend voor
die aansluit op de duurzame strategie van het energiebedrijf. In
de klantrelatie, de kwaliteit van dienstverlening, de intrinsieke
december 2010 lanceerde het energiebedrijf EnecoPulse, een
motivatie voor duurzaamheid en samenwerking (mens-leider-
social media platform waarop medewerkers van Eneco vertellen
schap). De ontwikkelingsagenda focust zich op teamontwikkeling
wat hun bezighoudt op en rondom het werken bij Eneco
en het leggen van verbindingen tussen medewerkers uit de ver-
(www.enecopulse.nl). Stedin heeft in 2010 eveneens een nieuwe
schillende businessunits.
arbeidsmarktcampagne gelanceerd die tot de gewenste
103 VROUWEN IN MANAGEMENTPOSITIE
MEDEWERKERS AAN HET WOORD OVER WERKEN BIJ ENECO
22
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Verslag Raad van Bestuur
instroom van nieuwe medewerkers heeft geleid. Joulz ontwik-
producten. Vanuit werkgeversperspectief draagt het Benefit
kelde in 2009 al een eigen arbeidsmarktcampagne: ‘Wordt jouw
Budget bij aan modern werkgeverschap en een levensfasebe-
energie de kracht van Joulz?’
wust personeelsbeleid, gebaseerd op de eigen verantwoordelijkheid en professionaliteit van de medewerker. Voor de medewer-
Arbeidsvoorwaarden
ker geldt dat hij beter zicht heeft op de totale waarde van het arbeidsvoorwaardenpakket en daarin meer keuzes kan maken.
CAO energie
Keuzes die passen bij de eigen levensfase en levensstijl.
In 2010 hebben vertegenwoordigers van de werkgevers en de vakorganisaties de ontvlechting van de CAO energie verder uit-
HR-organisatie
gewerkt. Op 1 mei 2011 komt er op landelijk niveau een NWB
De kernbedrijven hebben een eigen HR-beleid dat nauw aansluit
(Netwerkbedrijven) CAO en een PLB (Productie Leveringsbedrij-
op hun bedrijfsdoelen en marktsituatie. Per mei 2010 beschikken
ven) CAO. Joulz en Stedin zullen vertegenwoordigd zijn in de
de drie kernbedrijven over zelfstandig opererende HR-afdelingen.
NWB CAO en energiebedrijf Eneco en de Holding zullen in de
Op groepsniveau wordt in 2011 nog sturing en uitvoering gege-
PLB CAO vertegenwoordigd zijn. De Eneco bedrijfsCAO (Eneco,
ven aan medezeggenschap (in relatie tot de Centrale Onder-
Stedin en Joulz) zal ongewijzigd gelden tot 1 mei 2011.
nemingsraad), Management Development benoemingen op Raad van Bestuursniveau en directieposities, compensatie en remune-
Sociaal Plan
ratie, en externe HRM representatie van Eneco Holding. Ook is
Eneco heeft met de vakbonden overeenstemming bereikt over
er regulier afstemmingsoverleg tussen de HR-directeuren van de
de verlenging van het Sociaal Plan tot 31 december 2012.
kernbedrijven.
Inhoudelijk is het plan niet gewijzigd. Wél is het plan gesplitst naar kernbedrijf. Met de verlenging van het Sociaal Plan is voor de komende jaren duidelijkheid gecreëerd. Het Sociaal Plan is van
Medezeggenschap
toepassing op alle medewerkers met een arbeidsovereenkomst van Joulz, Stedin en energiebedrijf Eneco met uitzondering van
Voor de Centrale Ondernemingsraad (COR) heeft de eerste
leden van de Raad van Bestuur, directieleden en een aantal
helft van 2010 in het teken gestaan van het reorganiseren van
nader gespecificeerde groepen.
het Energiebedrijf en van het organisatorisch splitsen van Eneco. Dit, vooruitlopend op de juridische splitsing per 1 janu-
Benefit Budget
ari 2011. In juni werd bekend dat de juridische splitsing niet
Per 1 februari 2011 wordt binnen alle onderdelen van Eneco
verplicht kon worden opgelegd. Deze ging dan ook niet door.
waar de CAO energie van toepassing is het benefit budget inge-
Organisatorisch werden de bedrijven wel gesplitst.
voerd. Met het benefit budget worden jaarlijks toegekende arbeidsvoorwaarden zoals vakantiegeld en de geldwaarde van
De COR en de medezeggenschapsraden van de kernbedrijven
(bovenwettelijk) verlof, maandelijks beschikbaar gesteld in een
hebben zich actief beziggehouden met de kostenreductiepro-
budget. Dit geldbedrag kan op een individueel gewenst moment
gramma’s die daarop volgden. De COR behartigde de belangen
worden besteed, aan bijvoorbeeld verlof of fiscaal aantrekkelijke
voor het Energiebedrijf omdat de kostenreducties zowel het Energiebedrijf als de Holding raakten.
77,9% MANNEN ENECO GROEP
22,1% VROUWEN ENECO GROEP
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
23
Verslag Raad van Bestuur
Zoals eerder gedaan stelde de COR een voorbereidingscommis-
Onafhankelijk Netbeheer
sie in om het voorbereidende werk te doen en de COR een preadvies te verstrekken. Deze werkwijze hanteert de COR vaak bij
Eneco heeft haar organisatie afgestemd op alle van toepassing
belangrijke onderwerpen.
zijnde wettelijke eisen en voorwaarden. Wettelijke voorwaarden
De COR heeft zich ook nog beziggehouden met onder andere
ten aanzien van het eigendom en beheer van netwerken worden
het harmoniseren van de bedrijfsregelingen bij de Installatie-
strikt nageleefd zodat de netten veilig zijn en optimaal functio-
bedrijven, evaluatie beleid eenmalige gratificaties, onkosten-
neren. Stedin Netbeheer neemt met een eigen Raad van
vergoeding individuele en functiecontracten, en richtlijnen in het
Commissarissen binnen de Eneco groep een bijzondere plaats in.
kader van de privacy.
Door Stedin Netbeheer op deze wijze te positioneren wordt voldaan aan de regels omtrent onafhankelijk netbeheer in de Electriciteitswet 1998 en de Gaswet (Wet Onafhankelijk
Integriteit Aan het einde van het verslagjaar is de nieuwe Gedragscode voor energiebedrijf Eneco uitgekomen. Tevens is de klokkenluiderregeling geactualiseerd. De nieuwe Gedragscode voor Stedin en Joulz volgt in 2011. De gedragscodes zullen in 2011 in de werkoverleggen worden besproken. Begin 2011 wordt binnen Eneco onder alle medewerkers een ‘nulmeting integriteit’ gehouden, om een beeld te krijgen hoe men over bepaalde onderwerpen uit de gedragscode denkt en hoe het met de integriteit rond deze onderwerpen is gesteld. In 2010 heeft het meldpunt Integriteit in totaal 105 meldingen ontvangen (2009: 91) Integriteitincidenten zijn incidenten waarbij een medewerker de gedragscode heeft overtreden, ofwel incidenten waaraan een (mogelijke) sanctie is gekoppeld. Incidenten kunnen variëren van seksuele intimidatie tot fraude. De lijnverantwoordelijke handelt met ondersteuning van de Compliance Officer het incident af en neemt waar nodig maatregelen om nieuwe incidenten te voorkomen. In een aantal gevallen is een audit met een verbetertraject ingezet. Binnen Eneco is een Integriteitscommissie ingesteld die grotere incidenten afhandelt als dat voor de lijn niet meer mogelijk of juist is. De Integriteitscommissie is in 2010 niet in actie geweest. Binnen de Eneco groep zijn 2 vertrouwenspersonen aangesteld, die per kwartaal gemiddeld zeven meldingen te verwerken hebben gekregen.
Security Security betreft de bescherming van Eneco tegen dreiging van buitenaf. Belangrijke security risico’s zijn onder meer bedreigingen door klanten, koperdiefstallen, diefstal van vertrouwelijke informatie of bedrijfsspionage en hacking. In 2010 heeft het meldpunt Security in totaal 211 meldingen ontvangen (2009: 162). Een aanzienlijk gedeelte hiervan betreft kleinere security-incidenten zoals diefstal of verlies van een mobiele telefoon. In circa 70 gevallen betreft het een bedreiging of een andere vorm van verbale agressie door klanten. Eneco heeft hier een aantal maatregelen genomen, waaronder agressie-trainingen voor medewerkers en beveiligde spreekkamers voor individuele gevallen.
24
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Netbeheer).
Verslag Raad van Bestuur
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
25
Energiebedrijf Eneco
26
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Energiebedrijf Eneco bouwt in de gemeente Epe net over de
gas beschikbaar, bijvoorbeeld om haar nieuwe gascentrale extra
grens in Duitsland een gasopslagsysteem met bijbehorende
te laten draaien als het minder waait of om meer gas aan
installaties.
klanten te leveren als het hard vriest.
Daarmee kan met grote snelheid gas worden opgeslagen en onttrokken. De twee zoutcavernes op ruim 1.000 meter diepte kunnen gezamenlijk circa 150 miljoen kubieke meter gas bevatten. Begin 2011 wordt de eerste caverne gevuld. De bovengrondse installatie zorgt voor een optimaal gebruik van de opslag. Met het opslagsysteem heeft Eneco altijd een voorraad
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
27
Resultaten van onze kernbedrijven
Duurzame energie voor iedereen Energiebedrijf Eneco
Eneco redeneert vanuit de behoefte van de klant als het gaat om leveren, opwekken en bieden van oplossingen. Bij leveren draait het om het ontzorgen van de klant die vanuit een financi-
Eneco is een duurzame energieonderneming. Zij levert en produceert duurzame energie en realiseert slimme duurzame energieoplossingen. Eneco behoort tot de schoonste energieondernemingen van Europa en wil dit blijven. De ambitie is: duurzame energie voor iedereen. Betrouwbaar, betaalbaar en schoon.
eel gezond leveringsbedrijf dagelijks kan rekenen op zijn energie. Eneco investeert volop in schone opwekking van energie, zoals windparken op land en in zee, warmte en koude, zon, biomassa en waterkracht. Op weg naar volledige duurzaamheid gebruikt het energiebedrijf gas, de schoonste fossiele brandstof. Eneco heeft geen kolen- en kerncentrales. Eneco investeert zelfstandig en samen met partners in Nederland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, België en Frankrijk. Oplossingen komen steeds meer tot stand in samenwerking met
Duurzame energie biedt vanuit bedrijfseconomisch, maatschappelijk en ecologisch perspectief de beste garantie voor de continuïteit van onze energievoorziening. Deze staat onder druk door lange aanvoerlijnen, vaak uit politiek minder stabiele regio’s. Stimulering van duurzame energie is noodzakelijk om CO2 uitstoot en daarmee klimaatverandering in te dammen.
28
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
de afnemers: particulieren en bedrijven die meer en meer hun eigen energie opwekken op velerlei manieren. Dat vraagt om hoogwaardige kennis en toepassing van praktische, lokale oplossingen voor opwekking en besparing. Kennis en ervaring op deze terreinen deelt Eneco met de omgeving. Zo geeft het bedrijf invulling aan haar motto “Samen gaan we voor duurzaam”.
Resultaten van onze kernbedrijven: Energiebedrijf Eneco
Verbintenis met Wereld Natuur Fonds (WNF)
• 0,5% procent donkergroen* geleverd gas aan onze retailklanten. • Verduurzaming interne organisatie (zie pagina 48).
Eneco is een driejarige samenwerking aangegaan met het
• Ontwikkeling van een voorbeeldproject over de Stad van de
Wereld Natuur Fonds Nederland (WNF) en is nu Mission Partner.
Toekomst, een energiezuinige wijk waar burgers zelf hun ener-
WNF werkt alleen samen met bedrijven die in hun branche aan-
gie produceren.
toonbaar voorloper willen zijn en blijven op het gebied van duurzaamheid. Samen slaan zij de handen ineen om de energie-
Eneco is voornemens om over de status en voortgang van
voorziening te verduurzamen en de natuur te beschermen.
deze WNF-afspraken voor het eerst te rapporteren in het half-
Als onderdeel van de samenwerking is Eneco als eerste Neder-
jaarbericht 2011.
landse bedrijf en als eerste energiebedrijf ter wereld aangesloten bij het internationale Climate Saver Programma van het WNF.
Op een aantal punten heeft Eneco haar doelstellingen voor de
Eneco behoort bij de schoonste energieproducenten van Europa,
verduurzaming aangescherpt en in een versnelling gebracht. Eén
dit wordt gecontroleerd door het WNF. Als onderdeel van het Cli-
daarvan is het plan voor vergroening van het stroometiket door
mate Savers-programma zijn duidelijke afspraken gemaakt over
alle retailklanten groene stroom te leveren zonder toeslag. Dit
de vermindering van CO2-uitstoot en vergroening van het leve-
voornemen is per 1 januari 2011 doorgevoerd. Klanten kunnen
ringsportfolio.
daarnaast kiezen voor donkergroene stroom*.
De afspraken en bijbehorende doelstellingen voor 2013 zijn: • 20% procent duurzaam geproduceerde elektriciteit ten
Doelstellingen en resultaten
opzichte van de totale leveringsportfolio; • Minder dan gemiddeld 300 gram per kilowattuur CO2-uitstoot
De strategie van energiebedrijf Eneco was tot en met 2010
bij de door ons geproduceerde elektriciteit; • 20% procent donkergroen* geleverde elektriciteit aan onze retailklanten;
*
gericht op het uitbreiden van de duurzame productie, het verhogen van verticale integratie en het versterken van het leverings-
Weten waar de stroom vandaan komt
Bestaande duurzame bronnen, zoals
Donkergroene stroom is duurzame elektri-
waterkrachtcentrales vallen onder licht-
citeit gebaseerd op 100% traceerbare en
groene stroom.
gegarandeerde additionele duurzame bron-
Donkergroen gas is geproduceerd uit
nen. Een goed voorbeeld hiervan zijn Ene-
biomassa dat voldoet aan de eisen die
co’s investeringen in nieuwe windenergie.
zijn gesteld in de Eneco Guidelines over
Bij reguliere groene stroom (lichtgroene
biomasssa of regulier aardgas dat
stroom) is de duurzame bron en de traceer-
gecompenseerd wordt door middel
baarheid ook gegarandeerd door het stel-
van Gold Standard VER’s.
sel van garanties van oorsprong (GvO’s).
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
29
Resultaten van onze kernbedrijven: Energiebedrijf Eneco
bedrijf. De realisatie verloopt voorspoedig. Onderzoeksbureau
Eneco streeft naar optimale dienstverlening onder meer door
Somo, dat voor Greenpeace jaarlijks de ontwikkelingen in
goed te luisteren naar de klant. Daarom vragen wij de mening
Nederland analyseert op het gebied van elektriciteitsproductie,
van klanten over de kwaliteit van de dienstverlening. Bij de
kwalificeerde Eneco ook in 2010 als een van de best preste-
afhandeling van klachten van klanten wordt gebruik gemaakt van
rende duurzame elektriciteitsproductiebedrijven. In 2008 en
een integraal klachtenmanagementsysteem.
2009 werd Eneco door Greenpeace al uitgeroepen tot schoon-
Het energiebedrijf richt zich steeds meer op haar internationale
ste energieproducent in Nederland. Eneco gaat zich nog nadruk-
omgeving en wil transparant zijn in hoe de klant haar dienstverle-
kelijker richten op het duurzame karakter van haar activiteiten:
ning beoordeelt. Daarom kiest Eneco voor een internationaal
leveren, opwekken en energieoplossingen.
gebruikte maatstaf voor klanttevredenheid, de Net Promotor Score, die in 2010 is toegepast. De Net Promotor Score is een indicator voor het enthousiasme van klanten voor hun leveran-
Duurzaam leveren
cier. Het gaat om de mate waarin de klanten hun eigen leverancier aanbevelen aan hun vrienden en bekenden. Die score wordt
Een financieel gezond leverings- en handelsbedrijf is een belang-
vervolgens vergeleken met de scores van andere leveranciers. in
rijke voorwaarde voor het succes van Eneco. Meer dan 2 miljoen
de branche. De score van Eneco bedraagt –18, een score die
particuliere en zakelijke klanten in Nederland en België vertrou-
precies op het branchegemiddelde ligt.
wen dagelijks op de levering van energie. Eneco stelt de klant centraal. Dat kan enkel met een excellente service. Het bedrijf
Eneco profileert zich in de Nederlandse particuliere markt als
focust op een sterke binding met haar klanten, en die strategie
duurzame energieleverancier. Klanten kregen in 2010 groene
heeft ook in 2010 zijn vruchten afgeworpen. Het aantal klanten
stroom tegen dezelfde prijs als grijze stroom. Het aantal klanten
is stabiel gebleven, ondanks de felle concurrentie in de retail-
met Ecostroom steeg in 2010 met 25 procent van 662.000
markt.
naar 825.000. Het aantal Windstroomklanten nam toe met 81% van 10.500 naar 19.000.
Particuliere markt Het energiebedrijf zet zich in om de klant goed en snel te bedie-
Eneco betrekt klanten ook nadrukkelijk bij de koers die zij heeft
nen. Zo wil ze klanten die contact opnemen de eerste keer goed
ingezet naar een duurzame energievoorziening. En klanten stel-
en afdoende helpen. Medewerkers in het callcenter werken vol-
len dat op prijs. Naar het Dagje Vooruit dat in 2010 in Dier-
gens een vast intern protocol; zij worden getraind om klanten
gaarde Blijdorp werd gehouden, kwamen ruim 50.000 klanten.
duidelijke informatie te geven over de producten en diensten.
Met dit evenement laat Eneco haar klanten kennismaken met
Eneco werkt voortdurend aan de duidelijkheid en begrijpelijkheid
duurzame energie. Begin 2011 is een nieuwe communicatiecam-
van nota’s en andere communicatiemiddelen. Ook op de website
pagne gestart onder de titel ‘Samen gaan we voor Duurzaam’.
van het energiebedrijf is uitgebreide informatie te vinden. In
Klanten nodigen wij uit om mee te denken over nieuwe energie-
2010 heeft dat het gewenste effect opgeleverd: het aantal
oplossingen. Zij kunnen zich opgeven voor de klantenraad en
klantcontacten daalt hierdoor gestaag.
actief bijdragen aan de ontwikkelingen van nieuwe producten en diensten.
Eneco combineert duurzame elektriciteitsproductie
Sterke combinatie duurzaam en gas
met gasgestookte centrales en gasopslag om optiduurzame e-productie
male resultaten te halen. Bij veel wind is minder elektriciteit uit de centrales nodig en kan er gas naar de opslag. Bij minder wind wordt de gascentrale meer gebruikt en kan gas uit de opslag daarvoor gebruikt worden.
flexibele gasopslag 30
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
flexibele elektriciteitsproductie (gas)
Resultaten van onze kernbedrijven: Energiebedrijf Eneco
Het aantal klanten is stabiel gebleven, ondanks felle concurrentie in met name de retailmarkt. Zakelijke markt
Ook de bouw van de Enecogen-gascentrale in het Rotterdamse
In het zakelijke segment richt Eneco zich steeds meer op het
industriegebied verloopt volgens plan waarbij ook de grote aan-
bestendigen van langdurige relaties met haar klanten. Door
dacht voor veiligheid op de bouwplaats vruchten afwierp. Tijdens
investeringen in ICT, portfoliomanagement en de introductie van
de bouw zijn tot nu toe goede veiligheidsprestaties gerealiseerd.
ketengericht werken, is de organisatie nog efficiënter ingericht
De gascentrale komt in de loop van 2011 in bedrijf.
en werken we nog klantgerichter. Er zijn nieuwe gasproducten
In 2010 is een aantal belangrijke contracten gesloten voor de
ontwikkeld en door samenwerking met de klant is het aanbod
levering van gas en flexibiliteit. De eigen inkoopportefeuille gas is
duurzame oplossingen vergroot. Eneco boekt successen
aanzienlijk versterkt met contracten met onder andere Wingas,
met bespaarscans voor klanten met meerdere vestigingen,
Statoil Hydro en Gasterra. Ook wist Eneco een positie op te bou-
Eneco Windstroom®contracten en Walstroom voor binnenvaart-
wen in LNG door capaciteit te reserveren in de Gate terminal in
schepen (zie ook pagina 42).
het Europoortgebied die in september 2011 in bedrijf komt en
De gas- en elektriciteitshandel met tuinders via AgroEnergy is
door LNG leveringscontracten af te sluiten. Hiermee is nu een
toegenomen. Ondanks dat de glastuinbouw hard is getroffen,
gebalanceerde en geografisch gespreide gasportfolio ontstaan
komt AgroEnergy versterkt uit de tuinbouwcrisis, dankzij geno-
die alle klantgroepen en onze gascentrales kan bedienen.
men maatregelen. Zij speelt in op duurzame energieconcepten zoals geothermie, waarop glastuinders zich nu meer en meer
Duurzaam opwekken
richten.
De markt voor duurzame energie in Noordwest Europa laat een wisselend beeld zien. Veel landen hebben hun stimuleringsbeleid
Gas als green enabler
voor de komende jaren bijgesteld. Toch blijft de markt voor duur-
Op weg naar een volledig duurzame energievoorziening gebruikt
zame energie groeien, wereldwijd met circa 5% per jaar tot
Eneco gas als transitiebrandstof. Deze schoonste fossiele en
2020. In de landen waarin Eneco actief is bedraagt die ver-
flexibele energiebron zet het energiebedrijf in om de continuïteit
wachte groei zelfs 12% per jaar tot 2020. Eneco ziet dan ook
van levering te garanderen als het minder hard waait of de zon
goede mogelijkheden om haar strategische ambities waar te
onvoldoende schijnt. Om de fluctuaties in de gasvraag van klan-
maken en bouwt gestaag verder aan haar duurzame energieport-
ten en eigen gascentrales te kunnen opvangen, bouwt Eneco
folio. Het bedrijf bouwt eigen duurzame energie-installaties en
een eigen gasopslagfaciliteit in Epe, Duitsland. Deze gasopslag-
het sluit ook afnamecontracten met duurzame installaties van
faciliteit zal met ingang van de winter van 2011 in gebruik wor-
derden. Vooral in de sector Wind wordt flinke vooruitgang
den genomen. De beschikbaarheid van een eigen gasreserve
geboekt.
maakt Eneco minder gevoelig voor de schommeling van de spotgasprijzen in de energiemarkt.
OMREKENTABEL Eneco geeft in dit verslag weer hoeveel huishoudens
Vermogen
Levert op:
Genoeg voor
MW
MWh
huishoudens
972
met bepaalde productiemiddelen van duurzame energie kunnen worden voorzien. Daarbij wordt
Wind op zee
1
3.500
gerekend dat een huishouden gemiddeld 3.600 kilo-
Wind op land
1
2.250
625
Wattuur elektriciteit verbruikt en daarnaast 1.600
Biovergisting
1
8.200
2.278
kubieke meter gas of 30 GigaJoule warmte.
Zonne-energie
1
1.150
319
Voor de duurzame productie van elektriciteit rekenen wij met:
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
31
Resultaten van onze kernbedrijven: Energiebedrijf Eneco
Eigen vermogen elektriciteit
Eigen windproductie
Per 31 december 2010 had energiebedrijf Eneco bijna 2.200
Eneco heeft meer dan 2.500 MW aan windprojecten in ontwikkeling.
MegaWatt (MW) aan vermogen voor productie van elektriciteit tot haar beschikking. Daarvan is 56% gasgestookt vermogen en
Wind op land
44% vermogen uit duurzame bronnen als wind, zon en bio-
Het aandeel eigen windproductie is in 2010 gegroeid naar 330
massa. 18% van het vermogen bestaat uit eigen installaties,
MW. De ontwikkeling van nieuwe windparken op land verloopt
82% is langjarig gecontracteerd (PPA’s). Met het totaal beschik-
voorspoedig zowel in Nederland als in België en het Verenigd
bare vermogen kon 51% van de elektriciteitsverkoop worden
Koninkrijk. In Nederland (Heerhugowaard) en het Verenigd
gedekt.
Koninkrijk (Tullo) zijn twee parken in bedrijf genomen samen goed voor 35 MW. Voor het Britse windpark Lochluichart (51 MW)
Gascentrales
heeft Eneco de vergunning gekregen. In totaal ontving Eneco
Eneco beschikt over 1.175 MW uit centrales waarmee zij een
voor ruim 170 MW aan vergunningen in 2010. In februari 2011
afnameovereenkomst heeft (PPA’s) en over 32 MW uit eigen
werd bekend dat Eneco van de Nederlandse overheid subsidie
gasgestookte warmtekrachtcentrales. Naar verwachting wordt
(SDE) kreeg toegekend voor zeven te ontwikkelen windparken
in het vierde kwartaal van 2011 de duurzame gasgestookte cen-
met een totaal vermogen van 64 MW.
trale Enecogen in bedrijf genomen. Deze centrale heeft een vermogen van 870 MW, waarvan Eneco 435 MW in eigendom en
Wind op zee
gecontracteerd heeft.
Voor offshore wind lopen de zaken volgens plan. Vooral in het
In 2010 had Eneco daarnaast ongeveer 700 MW aan gasge-
Verenigd Koninkrijk en België, waar Eneco betrokken is bij de
stookt vermogen gecontracteerd bij tuinders in Nederland. Deze
voorgenomen bouw van grootschalige offshore windparken van
tuinders bepalen zelf wanneer ze elektriciteit produceren, op
samen circa 1.300 MW.
basis van het verschil tussen de gas- en elektriciteitsprijs. Eneco
De Nederlandse overheid heeft in 2010 een aantal SDE subsi-
levert het gas en neemt de elektriciteit af, wat in de meeste
dies uitgegeven voor windparken op zee. Eneco maakt nog kans
gevallen is vastgelegd in langjarige contracten. Eneco kan delen
op een SDE subsidie voor een offshore windpark van circa
van dit vermogen op -of afschakelen door biedingen van tuinders
120 MW. Toewijzing van deze SDE subsidie vond in 2010 nog
af te roepen.
niet plaats. Positief is dat de Tweede Kamer heeft voorgesteld dat de vergunningen voor offshore windparken in ronde 2 behou-
Wind
den kunnen blijven voor ronde 3. Daardoor blijven de reeds aan
Eneco was succesvol in het contracteren van nieuwe capaciteit
Eneco verleende vergunningen voor offshore locaties van
in Nederland en België: het totale windvermogen inclusief
waarde.
afnamecontracten duurzame energie uit wind is in 2010 uit-
Door achterblijvende windomstandigheden is de elektriciteits-
gekomen op 872 MW, goed voor 597.000 huishoudens. In 2010
opbrengst van het offshore Prinses Amaliawindpark lager dan
heeft Eneco meerdere lange termijn inkoopcontracten gesloten
begroot. In 2009 is de 50-procentmedeaandeelhouder
die de komende jaren ingaan. De belangrijkste van deze con-
(Econcern) in dit windpark failliet gegaan. Eneco overlegt met
tracten betreft een offshore windproject (circa 150 MW), eigen-
de curator of en tegen welke voorwaarden zij het resterende
dom van C-Power in België, dat in 2012/2013 van start gaat.
belang kan verwerven.
OPERATIONEEL VERMOGEN UIT WIND
WINDVERMOGEN ENECO (in MW)
Onshore Eigen assets
270 MW
PPA
452 MW
900
332
607
732
742
872
750
Offshore 600
Eigen assets
60 MW
PPA
90 MW
Totaal eigen assets
330 MW
300
Eigen productie
Totaal langjarige contracten (PPA’s)
542 MW
150
langjarig gecontracteerde
Totaal eigen assets + PPA’s
872 MW
0
450
windparken 2006
32
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
2007
2008
2009
2010
Resultaten van onze kernbedrijven: Energiebedrijf Eneco
OVERZICHT VAN PLANNEN VOOR WINDPARKEN VAN ENECO Wind op land
Capaciteit
Status
Fujifilm, Tilburg
10,0
In aanbouw
Martina Corneliapark, Middelharnis
10,0
In aanbouw
3,0
Vergund
12,5
Vergund
6,0
Vergund
Zwartenbergseweg, Halderberge
10,0
Vergund
Reusel
12,5
Vergund
Kreekrak, Reimerswaal
14,4
Vergund
Ecofactorij Apeldoorn
10,0
Vergund
9,2
In aanbouw
Nederland
Accres, Lelystad Hoevensche Beemden, Halderberge Houten
België Electricité du Bois du Prince s.a. Fosses ext., Wallonië Puurs, Vlaanderen
4,6
In aanbouw
16,1
In aanbouw
7,5
Vergund
15,0
Vergund
Hegoa ext., Wallonië
2,5
Vergund
Hoogstraten, Vlaanderen
4,0
Vergund
Maldegem, Vlaanderen
4,6
Vergund
51,0
Vergund
Capaciteit
Status
Scheveningen Buiten
212,0
In ontwikkeling
Q10
165,0
In ontwikkeling
Q4
120,0
In ontwikkeling
Brown Ridge East
282,0
In ontwikkeling
400,0
In ontwikkeling
900,0
In ontwikkeling
Arendonck, Vlaanderen Gouvy, Wallonië Ciney, Wallonië
Verenigd Koninkrijk Lochluichart
Wind op zee
Nederland
België North Sea Energy Verenigd Koninkrijk West Isle of Wight
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
33
Resultaten van onze kernbedrijven: Energiebedrijf Eneco
Biomassa
opbouwen van een eigen internationale productieportfolio van
Inclusief ruim 15 MW aan eigen assets, had Eneco in 2010 de
zon-PV installaties. Het bedrijf verwacht hiermee een stabiele en
beschikking over 68 MW aan operationeel biomassa vermogen.
voorspelbare cash flow te genereren met een relatief laag risico-
Goed voor 150.000 huishoudens. Ruim 50% van dit vermogen
profiel. Deze activiteit compenseert de meer volatiele verkoop en
bevindt zich in Nederland, de overige installaties staan in België.
installatie van zonnepanelen.
De eerste Nederlandse biomassacentrale van Eneco in Putten is
Hydro
in juni in bedrijf genomen. De ontwikkeling van de Biomassa
Eneco heeft 0,6 MW aan opwekvermogen met waterkracht in
Energie Centrale Delfzijl is overgenomen van Econcern. In 2011
Frankrijk.
wordt een definitief besluit genomen over de bouw. Na technische opstartproblemen is de productie van enkele
Stadsverwarming
biovergistingscentrales in België teruggedraaid. Het ontwerp is
Eneco is marktleider in Nederland op het gebied van stadsver-
aangepast, het streven is de installaties in 2011 weer volledig
warming. Eneco zet sterker in op verduurzaming van warmte-
operationeel te hebben.
bronnen voor haar stadsverwarmingsnetten met behulp van
Eneco heeft ruim 100 MW aan biomassa installaties in ontwikke-
geothermie, industriële restwarmte en biomassacentrales, nu de
ling voor de productie van zowel warmte als elektriciteit. Realisa-
regelgeving omtrent CO2-beprijzing van warmtekrachtcentrales is
tie van deze projecten is afhankelijk van lokale vergunningen en
aangepast. De exploitant van warmtekrachtcentrales met een
toekenning van subsidies.
vermogen van meer dan 20 MW die de warmtenetten voeden
Ketenverantwoordelijkheid met betrekking tot biomassa
ETS-handelssysteem vanaf 2013. Dit heeft consequenties voor
Eneco erkent haar ketenverantwoordelijkheid door er naar te
lopende projecten. In overleg met de gemeente Delft is besloten
streven dat biomassa alleen afkomstig is uit duurzame bronnen.
tot een andere fasering en invulling van het stadsverwarming-
Zo zijn er bijvoorbeeld instrumenten ontwikkeld om te controle-
project in deze gemeente. De aanleg van het warmtenet in de
ren of Eneco’s leveranciers aan haar duurzaamheidstandaarden
wijk Harnaschpolder loopt conform plan.
voldoen. Eneco’s Sustainability Officer heeft een onafhankelijke
Totaal groeiden Eneco’s warmtenetten in 2010 met ruim 9.000
positie binnen het bedrijf en wordt in een vroegtijdig stadium
woningequivalenten. Deze groei betreft zowel particuliere als
betrokken bij de relevante biomassa projecten.
zakelijke klanten. Het totale aantal klanten waaraan Eneco
krijgt te maken met verplichte inkoop van CO2-rechten onder het
warmte levert, is daarmee gegroeid tot ruim 130.000. Een groot Eneco participeert in het Comité van Experts van
deel van de groei komt voor rekening van de grote warmte-
NTA 8080/8081 en is een van de eerste bedrijven die heeft
netten in Rotterdam en de regio Utrecht.
ingestemd met het toepassen van de nieuwe NTA 8080 (duurzaamheidcriteria voor biomassa gebruikt voor energie-
Eneco voorziet ook in koudeoplossingen voor de particuliere
opwekking). Eneco hanteert duidelijke eigen duurzame criteria
en zakelijke markt. Hierbij wordt gebruik gemaakt van warmte/
voor biomassastromen die gebaseerd zijn op de NTA 8080. Zo
koudeopslag (WKO) in de bodem en koeling door oppervlakte-
wordt ook rekening gehouden met mogelijke indirecte effecten
water.
(zoals leefomstandigheden, voedselvoorziening en eerlijke handel) en het oorspronkeljke of mogelijk alternatieve gebruik van
In Den Haag zullen 4.000 woningen worden voorzien van
reststromen. De tekst van het duurzaamheidbeleid met betrek-
warmte door Aardwarmtebedrijf Den Haag waarin Eneco partici-
king tot biomassa is gepubliceerd op de website van Eneco.
peert. De resultaten van de twee boringen van twee kilometer diep zijn positief. De aangeboorde warmtebronnen leveren warm
Zon-PV
water van voldoende temperatuur. Dit geothermieproject in Den
Inclusief ruim 8 MW aan eigen assets, had Eneco in 2010 de
Haag is het eerste in zijn soort in Nederland. Als gevolg van het
beschikking over 17 MW aan operationele Zon-PV assets in
Deepwater incident in de Verenigde Staten is er veel aandacht
Nederland en België. Deze assets zijn zowel bij particulieren
geweest voor dit project vanuit de overheid, die het toezicht
geïnstalleerd (project Nieuwland in Amersfoort), als bij zakelijke
heeft verscherpt. De overheid is tevreden over de aanpak.
partners (zoals Nike in Laakdal, België). Dit is goed voor 5.500 huishoudens. Eneco is met zonne-energieoplossingen actief in Nederland, België, Duitsland en Frankrijk. Zij merkt de gevolgen van veranderingen in vrijwel alle stimuleringsregimes in Noordwest Europa. De subsidieverlagingen hebben een drukkend effect op de vraag naar zonnepanelen. Eneco wil een sterke positie opbouwen met energie uit zon en is gestart met het
34
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Resultaten van onze kernbedrijven: Energiebedrijf Eneco
Het totale aantal klanten waar Eneco warmte aan levert, is gegroeid naar ruim 130.000. Duurzame energieoplossingen
Zo’n plan omvat het meetbaar maken van deze doelstellingen,
Bedrijven en consumenten produceren steeds vaker hun eigen
een nulmeting en een helder implementatieplan met een haal-
warmte en elektriciteit, onder andere door aardwarmte, biogas,
bare projectenkalender.
HRe ketels, warmtepompen, zonnepanelen en participatie in
Het vooronderzoek naar duurzame oplossingen voor het nieuwe
windmolens. Eigen energieopwek wordt steeds vaker gecombi-
stadion in Rotterdam-Zuid is afgerond en heeft veel publiciteit
neerd met andere innovaties, zoals elektrisch vervoer. Energie-
getrokken vanwege het innovatieve karakter ervan. Het onder-
voorziening wordt daardoor steeds meer een samenspel tussen
zoek maakt duidelijk dat een CO2 neutraal stadion kan, mits
energiebedrijf en klanten.
gebruik wordt gemaakt van energie-efficiency, koeling met rivier-
Eneco zoekt die nieuwe samenwerking op en zorgt voor flexibele
water, zonne-energie in een goede combinatie met windenergie.
en continue betrouwbare beschikbaarheid van schone en betaal-
Vergelijkbare onderzoeken voor een voormalig ziekenhuisterrein
bare energie. Dat vraagt om hoogwaardige kennis en toepassing
in Den Bosch en het terrein van de voormalige suikerfabriek in
van praktische, lokale oplossingen voor opwekking en besparing.
Halfweg (‘Sugar City’) zijn in volle gang. Daarnaast zijn wij met diverse gerenommeerde zakelijke klanten in gesprek over volle-
Een van de initiatieven in Nederland om klanten nauwer bij duur-
dige verduurzaming van hun bedrijfslocaties.
zame energieproductie te betrekken was het uitgeven van obligatieleningen op Windpark Burgervlotbrug. Klanten toonden hiervoor grote interesse. Eenzelfde uitgifte wil Eneco doen voor het in 2010 in gebruik genomen Windpark van Luna te Heerhugowaard. Dit initiatief is echter voorlopig uitgesteld nu de Nederlandse regering het beleid rondom groenfinanciering heeft veranderd. Dit kan van invloed zijn op het rendement van
Ecofys, onafhankelijke positie binnen energiebedrijf Eneco
Windpark van Luna. Eneco beziet nog of een uitgifte van obligaties mogelijk blijft om meer betrokkenheid van omwonenden te
Het energieadviesbureau Ecofys, dat een onafhankelijke positie
realiseren.
inneemt met Eneco als 100% aandeelhouder, is wereldwijd actief en loopt voorop in de ontwikkeling van duurzame energie
Hoewel ook de Eneco installatiebedrijven last hebben van de
en energiebesparing. Kennis en innovatie zijn de sleutelfactoren.
economische situatie op de nieuwbouwmarkt, is de portefeuille
Ecofys heeft klanten in de publieke sector, de universitaire
woningrenovatieprojecten redelijk gevuld. De verhuur en het
wereld, het bedrijfsleven en de energiebranche, en onderhoudt
onderhoud van cv-toestellen lopen goed mede doordat de markt
goede relaties met NGO’s.
samen met het Eneco leveringsbedrijf wordt bewerkt. Deze activiteit maakt de installatiebedrijven stabieler en minder
Zowel op globaal als lokaal niveau speelt Ecofys een gewaar-
conjunctuurgevoelig. Zij bieden samen met de andere business-
deerde adviesrol. Het bureau adviseert over onder andere ener-
units binnen Eneco ook steeds meer succesvolle duurzame
giebesparing, CO2-reductie, verduurzaming van de energie-infra-
concepten aan, zoals sale & lease back van duurzame energie-
structuur en duurzame energievoorziening. Ecofys is als adviseur
installaties en de installatie van zonnepanelen. Ook de vraag
betrokken bij de invulling van de duurzame strategie van een
naar warmte/koudeoplossingen stijgt gestaag.
aantal grote steden, zoals Amsterdam, Rotterdam en Hamburg. Zij ontwikkelde een testmethodiek voor de nieuwste generatie
Eneco Shared Energy Solutions, de centrale ingang voor klanten
zeer hoge windturbines die inmiddels wordt toegepast op het
die integrale duurzame energieoplossingen in eigen beheer zoe-
terrein van Universiteit Wageningen in Lelystad, Europa’s groot-
ken, heeft inmiddels een aantal productconcepten ontwikkeld
ste testsite (ACRRES).
voor specifieke marktsegmenten. Zo hebben wij het Masterplan
Verder heeft Ecofys een succesvolle proef gedaan met getijden-
voor Gemeenten dat voorziet in een mix van oplossingen om tot
energie. De proef verliep in samenwerking met het consortium
verduurzaming van de energievoorziening te komen. Dit is een
C-Energy. ‘Energie uit water’ is wereldwijd een veelbelovende
plan dat voorziet in een mix aan oplossingen waarmee de
technologie.
gemeentelijke duurzaamheidsdoelstellingen worden ingevuld.
De vergelijkingssite Energieprijzen.nl, ontwikkeld door Ecofys, is in 2010 verkocht aan de internationale uitgever Sanoma.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
35
Netbeheerder Stedin
36
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Stedin is in 2010 gestart met het plaatsen van slimme energiemeters voor de gemeente Dordrecht. Circa 600 conventionele energiemeters worden vervangen door de op afstand uitleesbare variant. Het gaat hierbij om aansluitingen bij gemalen, verkeersregelinstallaties, (sport)complexen en gemeentelijke gebouwen. Door het vervangen van de meters krijgt de gemeente Dordrecht continu inzicht in het energieverbruik. Dit inzicht kan na analyse leiden tot energiebesparing.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
37
Hoogste kwaliteit, aanvaardbare maatschappelijke kosten Netwerkbedrijf Stedin
Doelstellingen en resultaten
Stedin zorgt ervoor dat klanten altijd over energie kunnen beschikken door de capaciteit van de netwerken tijdig aan te passen aan de vraag. Veilig en continu transporteren van energie over haar netten naar miljoenen klanten, nu en in de toekomst, is de missie van het bedrijf. Het streven is de hoogste kwaliteit tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten te bereiken. Veiligheid van de netten, van de medewerkers en de klanten, heeft hoge prioriteit. Stedin faciliteert duurzame ontwikkeling van de energievoorziening door de netten hiervoor geschikt te maken.
Verbeterde dienstverlening In 2010 stond de klant bij Stedin meer dan ooit centraal. Uit gesprekken bleek dat grote zakelijke klanten en gemeenten behoefte hebben aan één aanspreekpunt. Met de aanstelling van drie key accountteams (Industrie & Tuinbouw, Gemeenten & Openbare Verlichting en Intermediairs & Zakelijke Professionals) speelt Stedin daar inmiddels op in. Elke grote klant heeft nu zijn eigen accountmanager, die optreedt als contactpersoon en regisseur. Naast verbeterde bereikbaarheid is ook hard gewerkt aan verbeterde betrouwbaarheid. Zo verloopt het klantaanvraagtraject voor grootzakelijke klanten inmiddels op een uniforme wijze, waardoor de doorlooptijd van de aanvraag in een aantal gevallen is versneld. Particuliere en zakelijke klanten die geen accountmanager hebben, merken ook dat Stedin proactief bezig is om de dienstverlening te verbeteren. De klantenservice is beter bereikbaar, levert snellere response en deskundiger advies. Op de website www.stedin.net is bovendien een rubriek met veelgestelde vragen en antwoorden geplaatst.
38
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Resultaten van onze kernbedrijven: Netbeheerder Stedin
Stedin heeft in 2010 circa 20% van het werkpakket openbaar aanbesteed. Het streven is om dit verder uit te breiden om de hoogste kwaliteit tegen aanvaardbare maatschappelijke kosten te bereiken.
Uiteindelijk moet dit alles leiden tot een groeiende klanttevre-
leg van ondergrondse infrastructuur te optimaliseren. Partijen
denheid in 2011. Deze klanttevredenheid wordt vanaf 2011
hebben afspraken gemaakt over een duidelijke én uniforme
gemeten volgens een nieuwe systematiek. In 2010 is klantonte-
manier om de aanleg van de infrastructuur voor nieuwbouwpro-
vredenheid gemeten. Die is ten opzichte van 2009 verbeterd en
jecten voor te bereiden.
komt uit op de doelstelling van ten minste 85% tevreden klan-
Veiligheid & betrouwbaarheid van de netten
ten.
Stedin is verantwoordelijk voor een veilig en betrouwbaar transOpenbare verlichting staat, mede vanwege het veiligheidsgevoel
port van energie. Het verzorgingsgebied van Stedin is zeer divers
van burgers, hoog op de agenda van gemeenten en provincies.
en varieert van dicht bebouwde woonwijken via complexe indus-
Stedin heeft de afhandeling van storingen in de openbare ruimte
triële objecten tot uitgestrekte agrarische gebieden. Voor wat
strak geregeld. Gemeenten, Stedin, Joulz en CityTec zijn in 2010
betreft veiligheid en betrouwbaarheid stelt Stedin hoge eisen
samen acties gestart om de hersteltijd van storingen aan de
aan haar uitgestrekte en complexe infrastructuur. Zij neemt deze
openbare verlichting te verkorten. De gemiddelde doorlooptijd
eisen serieus en heeft dan ook diverse maatregelen getroffen
voor het herstellen van de infrastructuur is teruggebracht van
om haar verantwoordelijkheid op een goede manier in te vullen.
gemiddeld 8 naar 4-5 werkdagen.
De elektriciteits- en gasnetten van Stedin behoren qua betrouw-
Vanaf november is de status van elke storing in de openbare
baarheid en veiligheid tot de beste van Europa.
verlichting actueel en online beschikbaar op
Op basis van een kwaliteits- en capaciteitsplan stelt Stedin jaar-
www.stedin.net/ovstoring.
lijks een investeringsplan op voor het tijdig vervangen en vernieuwen van de netten en de aansluitingen. Daarnaast heeft Stedin
Stedin werkt met netbeheerders van andere nutsvoorzieningen
ook tal van beheersmaatregelen getroffen om de veiligheid en
in de provincie Zuid-Holland samen om de voorbereiding en aan-
betrouwbaarheid te kunnen borgen. Een van deze maatregelen
ONDERBREKINGSDUUR
2010
Laagspanningsnet Middenspanningsnet Hoogspanningsnet Totaal
2009
2008
2007
5,1
4,0
4,5
4,4
17,4
19,2
12,9
16,6
5,8
4,9
3,3
1,8
28,3
28,1
19,7
22,9
De ontwikkeling van de onderbrekingsduur in elektriciteitsnetten van Stedin over de laatste jaren (in minuten). De gemiddelde uitval in 2010 in Nederland was 34 minuten.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
39
Resultaten van onze kernbedrijven: Netbeheerder Stedin
is bij storingen samen optrekken met de veiligheidsregio’s in het
kaart is een wapen in de strijd tegen illegale hennepteelt.
verzorgingsgebied van Stedin.
Bewoners leren de geur van hennep te herkennen en daarmee onveilige situaties door hennepteelt te signaleren.
De kwaliteit van de netten komt onder meer tot uitdrukking in de jaarlijkse cijfers die Stedin rapporteert over onderbrekingsduur
Efficiënter werken, verbeteren kostenbasis
ten gevolge van storingen.
In 2010 lag de focus op kostenefficiënt werken. De doelstelling om 10 miljoen euro te besparen, is gerealiseerd. De aansluit- en
In 2010 is de onderbrekingsduur van de elektriciteitsnetten
transporttarieven voor 2011 zijn gestegen. Ook in 2011 moeten
hoger uitgevallen dan was ingeschat. Dit is vooral toe te schrij-
de operationele kosten verder omlaag. Voor 2011 geldt
ven aan twee grote onderbrekingen op Goeree-Overflakkee. Als
wederom een besparingsdoelstelling van 10 miljoen euro.
gevolg hiervan heeft Stedin besloten de middenspanningsnetten
De Energiekamer heeft de kortingsfactor op de transporttarieven
in dit gebied versneld te vervangen. Zo is ter versteving van het
voor gas en elektriciteit voor de komende reguleringsperiode van
netwerk 30 kilometer kabel aangelegd. De aanpassingen zijn in
2011 tot en met 2013 negatief vastgesteld. Deze kortingsfac-
de loop van 2011 afgerond. Ook zijn investeringen gedaan in de
tor is gerelateerd aan de efficiëntie van netbeheerders. Uit
vervanging van middenspanningsstations. Verder worden op
onderzoek van de Energiekamer is gebleken dat de omzetten
afstand uitleesbare storingsverklikkers geplaatst in de midden-
van de netbeheerders de kosten niet meer dekten. Door de
spanningsnetten zodat Stedin sneller kan reageren op een sto-
negatieve kortingsfactor stijgt het transporttarief voor de klant.
ring. Deze aanpassingen worden in de loop van 2011 afgerond. In het gebied rondom de gemeente De Ronde Venen bij Utrecht
Aanbesteden en prestaties 2010
dat ook storingsgevoelig blijkt te zijn, heeft Stedin dezelfde
Stedin streeft ernaar in de toekomst honderd procent van het
maatregelen getroffen om de kans op uitval te verminderen.
infrastructurele werk aan netten en installaties openbaar aan te
Verder is in 2010 een analyse gemaakt van de oorzaak van
besteden en daarmee de hoogste kwaliteit te bereiken tegen
een hogere storingsfrequentie op sommige locaties. Waar nodig
aanvaardbare maatschappelijke kosten. In 2010 is ruim 80 mil-
zullen in 2011 netwerkelementen worden vervangen.
joen euro aan opdrachten succesvol aanbesteed. Dit is circa 20 procent van het budget.
Ook bij de gasnetten houdt Stedin de vinger aan de pols. De
Het betreft enkele gasvervangingsprojecten, de opstart van een
onderbrekingsduur steeg in 2010 naar gemiddeld 31 seconden
Service Provider op Goeree-Overflakkee voor onder meer sto-
per klant (2009: 21 seconden per klant). Om de veiligheid van de
rings- en onderhoudswerkzaamheden, de bouw van een nieuw
gasnetten, die al op een bijzonder hoog niveau zit, nog verder te
hoogspannings-schakelstation voor Maasvlakte 2 en diverse
waarborgen, voert Stedin verschillende projecten uit: verouderde
schakelstations in het tuindersgebied Oostland om teruglevering
gasaansluitingen worden vervangen.
mogelijk te maken. In 2010 zijn enkele honderden kilometers kabel in de grond gelegd.
Maatschappelijke of sociale veiligheid Samen met de gemeenten Rotterdam en Den Haag en de Task-
Als aanbesteder dient Stedin een opdracht goed te specificeren.
force Aanpak Georganiseerde Hennepteelt van Politie en Justitie
Ook zal Stedin de regie voeren over de uitvoering van het werk.
heeft Stedin de Hennepgeurkaart geïntroduceerd. Deze kras-
Daarvoor moet de netbeheerder zelf ook over de juiste informa-
80 RUIM 80 MILJOEN EURO AANBESTEED IN 2010
40
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
85% TEVREDEN STEDIN KLANTEN
Resultaten van onze kernbedrijven: Netbeheerder Stedin
Stedin doet met diverse partijen een pilot met een smart grid bij een appartementencomplex met warmte/koudeopslag.
tie beschikken. Stedin is goed op weg het opdrachtgeverschap
dat boeren met een mestvergister op de dertig kilometer lange
verder te professionaliseren.
biogasleiding tussen Dokkum en Leeuwarden hun biogas kunnen
Stedin heeft van de Energiekamer een bindende aanwijzing
afzetten. De biogasleiding voert naar een grote centrale opwerk-
gekregen om de beschikbare informatie over de netwerkcompo-
installatie. Die brengt het ruwe biogas op aardgaskwaliteit
nenten te verbeteren. Dit is van belang vanwege de veiligheid,
waarna het ontstane groen gas op het aardgasnetwerk wordt
maar ook voor de aannemers, die moeten werken met de juiste
gevoed. Stedin werkt aan dit project samen met agrariërs, de
specificaties. Het dataverrijkingsproject dat Stedin hiervoor is
provincie Friesland, de gemeente Leeuwarden, Essent en Enexis.
gestart zal in september 2011 afgerond zijn. In 2010 is 90 pro-
Onlangs heeft het project subsidie uit het Waddenfonds gekre-
cent van de data aangevuld met de gewenste informatie. In
gen.
2011 zullen de resterende gegevens worden verzameld. In Den Haag doet Stedin met diverse partijen een pilot met een
New business en innovatie
smart grid (slim netwerk), bij een appartementencomplex dat
Het project Maasvlakte II, uitbreiding van de Rotterdamse haven,
gebruik gaat maken van warmte/koudeopslag. Er wordt onder-
is één van de meest indrukwekkende infrastructuur projecten in
zocht of de warmtepompen in de woningen intelligent kunnen
Nederland. Stedin levert het energienetwerk voor dit nieuwe uit
worden aangestuurd.
zee gewonnen gebied. Met de oplevering van een nieuwe schakelinstallatie en de aanleg van een laagspanningsvoorziening is
Als enige netbeheerder participeert Stedin in drie innovatieve
de eerste fase van de werkzaamheden afgerond.
projecten op het gebied van elektrisch rijden. Samen met Eneco, de gemeente Rotterdam en een taxibedrijf in Utrecht wordt
Stedin onderscheidt zich met innovatieve projecten en produc-
onder meer praktijkervaring opgedaan met elektrisch rijden, maar
ten. Internationaal is er grote belangstelling voor de mede door
ook in gebruik, beheer en onderhoud van elektrische voertuigen.
Stedin ontwikkelde Bio2Net. De Bio2Net is een apparaat dat als
De projecten maken deel uit van de zogenaamde proeftuinen
poortwachter van het openbare gasnet fungeert en waarmee op
van het ministerie van Infrastructuur en Milieu.
gecontroleerde wijze groen gas in het openbare gasnet kan worden ingevoed. Stedin heeft in 2010 enkele Bio2Net-systemen
Stedin participeert met het Havenbedrijf Rotterdam en Visser
verkocht. Bio2Net is succesvol toegepast bij de grote biovergis-
Smit Hanab in een consortium dat samen met potentiële klanten
tinginstallatie van de visafslag in Spakenburg, waar visafval
werkt aan de ontwikkeling van een stoomnetwerk in het Botlek-
wordt omgewerkt tot groen gas.
gebied. Het doel is dat bedrijven in dit gebied efficiënter gebruik
Verder is Stedin betrokken bij het realiseren van een grootscha-
maken van energie: bedrijven die stoom leveren en bedrijven die
lige biogasleiding in Noordoost- Friesland. Het is de bedoeling
stoom afnemen worden met elkaar in verbinding gebracht.
10 MILJOEN EURO KOSTENBESPARING DOOR EFFICIËNTER WERKEN
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
41
Infrabedrijf Joulz
42
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
In de Amsterdamse Haven worden kasten geplaatst waar binnenvaart- en riviercruiseschepen walstroom kunnen afnemen. Doordat schepen hun dieselmotoren niet meer hoeven te laten draaien voor hun eigen elektriciteitsvoorziening, scheelt dat veel in uitstoot van vervuilende stoffen en CO2. Joulz zorgde voor de aanleg van de kasten en de bekabeling. In de eerste fase werden 16 van de 41 walstroomkasten geplaatst. De scheepsbemanning zorgt zelf dat een schip op een walstroomkast wordt aangesloten. Dat is heel eenvoudig: een stekker in het stopcontact en de stroomtoevoer starten. Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
43
Ontwerpen, aanleggen, onderhouden Intrabedrijf Joulz
Doelstellingen en resultaten
Joulz is voor klanten een partner in het realiseren van energie-infrastructuren tegen de laagste Total-Cost-of-Ownership. Joulz ontwerpt, legt aan en onderhoudt in de hele keten van energie-infrastructuren. Doordat Joulz haar vakmanschap hoog houdt, kan ze de expertise bieden die klanten verwachten. Joulz biedt continuïteit in de energievoorziening aan onder andere netbeheerders. Door een hoge mate van efficiency realiseert het infrabedrijf een concurrerende prijs-kwaliteitverhouding. Veilig werken is een basisvoorwaarde voor het werken aan de gas- en elektriciteitsnetten. Joulz past de beste beschermingsmiddelen, apparatuur en voertuigen toe en hanteert strikte werkprocedures om een veilige werkomgeving te creëren voor haar 2.400 medewerkers.
Joulz ontwikkelt zich tot een zelfstandig bedrijf dat zich onderscheidt door het leveren van hoge kwaliteit tegen zo laag mogelijke kosten. Joulz zet daarmee de weg die zij in 2006 is ingeslagen onverminderd voort. De hoofdthema’s van de strategie zijn commerciële ontwikkeling, kwaliteit van dienstverlening en kostenreductie. Met gemotiveerde medewerkers, een veilige werkomgeving en zorg voor de omgeving als essentiële randvoorwaarden.
Kwaliteit van dienstverlening Het afgelopen halfjaar heeft Joulz sterk ingezet op het verder verbeteren van de dienstverlening. Het infrabedrijf is diverse initiatieven gestart om de kwaliteit te verhogen. Met succes. Zo is de administratieve afhandeling van geplaatste en verwijderde elektriciteits- en gasmeters volledig op orde. Er is een aanzienlijke verbetering bereikt met betrekking tot de doorlooptijd van de storingsafhandeling bij Openbare Verlichting in gemeenten die deze dienstverlening direct aan Joulz hebben uitbesteed. De technische leverbetrouwbaarheid van projecten is sterk verbeterd. Joulz besteedt eveneens veel aandacht aan het verbeteren van de administratieve leverbetrouwbaarheid van projecten. Ook ligt de focus op het tijdig aansluiten van grootverbruikers.
44
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Resultaten van onze kernbedrijven: Infrabedrijf Joulz
Om de motivatie van medewerkers en het vakmanschap op het hoogste niveau te houden, zet Joulz in op voortdurende opleiding en ontwikkeling.
Marktpositie uitbreiden
Ziggo Dome, inclusief een onderhoudscontract voor een periode
Joulz breidt haar marktpositie steeds verder uit. Dat doet ze met
van 10 jaar, voor haar rekening. Verder vervangt Joulz twee
opdrachten van Stedin, en meer en meer met opdrachten van
transformatorstations van het Ikazia Ziekenhuis in Rotterdam,
andere netbeheerders, grote industriebedrijven, railbedrijven en
waardoor het energievermogen wordt opgeschroefd. Joulz zal
overheden en in de utiliteitsbouw.
ook de bestaande middenspanningsinstallatie verzwaren bij het KNMI in De Bilt.
Joulz heeft bij alle grote netbeheerders in Nederland opdrachten gewonnen. Bij Alliander is Joulz gestart met gasvervangingspro-
CityTec, een van de business units van Joulz, is zeer succesvol
jecten. Sindsdien wordt Joulz veelvuldig door Alliander ingescha-
geweest in het winnen van aanbestedingen voor de openbare
keld voor zowel de uitvoering als de engineering van gas- en
verlichting in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag.
elektriciteitsprojecten. Voor Westland Infra verlegt Joulz de infrastructuur bij een grote rotonde. Verder gaat Joulz de storings-
Kosten marktconform
dienst van Enexis versterken.
Joulz streeft naar een marktconforme kostenbasis waarmee
Joulz behaalt 88 procent van de relevante omzet met opdrach-
haar concurrentiepositie verder kan worden verstevigd.
ten van Stedin. Stedin gaat de komende jaren steeds meer
Het bedrijf heeft een kostenbesparingsprogramma van
opdrachten op de markt aanbieden. Joulz streeft ernaar om
20 miljoen euro per jaar vastgesteld. Daartoe is in 2010
zoveel mogelijk opdrachten die Stedin op de markt aanbesteedt,
een aantal efficiëntiemaatregelen genomen. Een daarvan is
in concurrentie te winnen. In 2010 heeft Joulz verschillende
een reorganisatie met onder andere als gevolg dat circa 125
opdrachten van Stedin gewonnen in concurrentie.
medewerkers het bedrijf hebben moeten verlaten. Voor deze medewerkers is een sociaal plan in werking gesteld. Onderdeel
Ook in de utiliteitsbouw heeft Joulz een aantal grote opdrachten
van de reorganisatie was ook het samenvoegen van enkele ves-
gekregen. Zo zal het infrabedrijf de complete middenspanningin-
tigingen en herinrichten van enkele andere bedrijfsonderdelen.
stallatie van twee nieuwe kantoortorens van de ministeries van
Alle maatregelen zijn per 1 juli 2010 geëffectueerd. Op sommige
Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aanleggen.
plaatsen in de organisatie zijn tijdelijk extra maatregelen getrof-
Ook neemt ze de gehele middenspanningsinstallatie van
fen om processen gaande te houden die in de problemen zouden
6.000 CURSISTEN IN BEDRIJFSOPLEIDING
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
45
Resultaten van onze kernbedrijven: Infrabedrijf Joulz
kunnen komen als gevolg van het verdwijnen van arbeidsplaat-
Sinds november beschikt Joulz over het certificaat CKB-Warmte
sen. In nagenoeg alle gevallen heeft de organisatie zich goed
(Certificatieregeling Kabelinfrastructuur en Buizenlegbedrijven).
aangepast aan de nieuwe formatie. Verder is de voorbereiding
Joulz beschikte al over CKB-certificaten met gasbuizen en kabels
gestart om enkele bedrijfsonderdelen af te stoten.
als scope, nu is Warmte hieraan toegevoegd. Joulz kan daardoor
Joulz onderzoekt op welke wijze de productiviteit verder ver-
installatie- en onderhoudswerkzaamheden verrichten voor ver-
hoogd kan worden. De uitkomsten van dit onderzoek worden in
schillende warmtebedrijven, zoals Eneco Warmte & Koude. Joulz
2011 gebruikt in een verbeterprogramma, dat is gericht op de
heeft in 2010 ook het milieucertificaat ISO14001 ontvangen.
productiviteitsverbetering van de medewerkers.
Vakmanschap hart van Joulz en haar medewerkers Om medewerkers gemotiveerd en vakmanschap op het hoogste niveau te houden, zet Joulz in op voortdurende opleiding en ontwikkeling. Met een eigen bedrijfsschool biedt Joulz haar medewerkers trainings- en opleidingsmogelijkheden. In 2010 heeft de bedrijfsschool van Joulz ruim 6.000 cursisten verwelkomd in haar leslokalen. Ook is Joulz eind 2009 gestart met een opleidingstraject in samenwerking met ROC Amsterdam via EVC (Erkenning van Verworven Competenties). Een belangrijk doel is het tekort aan WerkVerantwoordelijken op te vullen. Joulz benut hierbij de ‘eerder verworven competenties’ van de ervaren medewerkers: de leerlingen krijgen een aangepast opleidingstraject aangeboden, waarmee zij een officieel erkend diploma op MBO-niveau kunnen behalen. Joulz heeft inmiddels bijna vijftig MBO-4 diploma’s Elektriciteit en Gas op basis van EVC aan medewerkers mogen uitreiken. Een mijlpaal, omdat in heel Nederland gemiddeld per jaar maar veertig MBO-4 diploma’s Elektriciteit of Gas op basis van EVC worden uitgereikt.
Veiligheid: niet veilig = niet doen! De medewerkers van Joulz voeren veelal kritische werkzaamheden uit aan gas- en elektriciteitsnetten en installaties. Veilig werken en het verhogen van het veiligheidsbewustzijn heeft daarom voortdurend aandacht van het management en medewerkers. Voor al het werk in uitvoering gelden strenge normen en procedures die zijn vastgelegd. De monteurs zijn VCA-, BEI en/of VIAG gecertificeerd. Regelmatige werkplekinspecties en managementrondgangen zijn een standaardprocedure.
Duurzame ontwikkeling Joulz levert nadrukkelijk een bijdrage aan duurzame ontwikkeling. Het infrabedrijf heeft een nieuwe business unit GreenTec opgericht dat gaat samenwerken met Eneco Shared Energy Solutions in projecten voor decentrale energieopwekking en -infrastructuur. Het doel is een zo compleet mogelijk energieconcept aan te bieden dat is afgestemd op de wensen van de opdrachtgever. Op dit vlak wordt al samengewerkt bij onder meer Schiphol, Sugar City en Rotterdam Central District.
46
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
47
Verslag Raad van Bestuur
Wij sluiten het jaar 2010 af met een daling van 24% CO2-emissies per medewerker ten opzichte van de nulmeting in 2007.
Klimaatneutrale bedrijfsvoering
lopen jaar is geïnvesteerd in een IT-systeem om de betrouwbaarheid van de data en de rapportage verder te verhogen. Het
Klimaatvoetafdruk
systeem is in augustus naar tevredenheid in gebruik genomen
Onderdeel van onze duurzame koers is het verduurzamen van
door de drie kernbedrijven.
onze interne bedrijfsvoering. Sinds 2007 brengt Eneco de klimaatvoetafdruk van de Eneco groep in kaart op basis van het
Scope
Greenhouse Gas Protocol. Sinds 2008 is onze interne bedrijfs-
Tot onze interne bedrijfsvoering rekenen wij de bedrijfsmiddelen
voering klimaatneutraal en sinds 2009 zijn ambitieuze doelen
van de bedrijfsentiteiten van de Eneco groep waarover wij 100%
gesteld.
kapitaalbelang en 100% zeggenschap hebben. Niet in scope zijn de productie-eenheden voor elektriciteit, warmte en koude. Ook
Doelstellingen
zijn de emissies van de interne bedrijfsvoering van Ecofys niet in
De CO2-besparingsdoelstelling is herbevestigd in de afspraken
de scope opgenomen om de onafhankelijke positie van Ecofys te
met het Wereld Natuur Fonds: een 100% klimaatneutrale
benadrukken. Wel zijn de overige overgenomen Econcern-onder-
bedrijfsvoering, waarvan 50% door besparing, in 2013. De
delen Ecostream en Evelop in 2010 opgenomen in de scope. Om
besparingen worden berekend per medewerker en de energie
een goede vergelijking te waarborgen, heeft Ecofys de klimaat-
voor ruimteverwarming wordt gecorrigeerd voor graaddagen.
voetafdruk van Ecostream en Evelop over het jaar 2007 in kaart
Daardoor is een goede vergelijking met onze klimaatvoetafdruk
gebracht. Het resultaat is toegevoegd aan de nulmeting.
van 2007 (nulmeting) mogelijk. Om de lokale emissie fijnstof te reduceren is onze doelstelling
De gewenste uitbreiding van de scope met het elektriciteitsver-
dat tweederde van de dieselauto’s in ons wagenpark is voorzien
bruik in de door Eneco gebruikte datacenters van Cap Gemini en
van een roetfilter in 2013.
Schuberg Philis is niet gelukt door onvoldoende beschikbaarheid van betrouwbare gegevens. De datacenters die gebruikt worden
Organisatie
voor Eneco zijn door Cap Gemini en Schuberg Philis voorzien van
De verantwoordelijkheid voor verduurzaming van de bedrijfsvoe-
groene stroom, waardoor er geen impact is op de CO2-uitstoot.
ring is in 2010 ondergebracht bij de drie kernbedrijven. Het afge-
CO 2-EMISSIES PER MEDEWERKER
ton/medewerker
2007
2010
Mobiliteit
2,8
3,1
0,3
12%
Huisvesting
1,8
0,4
– 1,4
– 78%
Papier
0,07
0,03
Verschil
– 0,03
Verschil
*
– 51%
4,7
3,5
– 1,1*
– 24%
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Aantal medewerkers ultimo 2010 inclusief externen.
*
48
Energie voor ruimteverwarming is gecorrigeerd voor graaddagen.
2)
CO2-emissies per medewerker 1, 2
1)
Afgerond getal.
Verslag Raad van Bestuur
Rapportage CO2-emissies
Klimaatneutrale bedrijfsvoering Sinds 2008 kennen wij een klimaatneutrale bedrijfsvoering.
De gerapporteerde CO2-emissies bestaan uit drie thema’s:
Dit betekent dat wij zo veel mogelijk besparen en daar waar dat
Mobiliteit, Huisvesting en Papier.
nog niet volledig kan onze CO2-emissies compenseren. Wij com-
Onder het thema Mobiliteit vallen de bedrijfswagens, lease-
penseren door aanschaf van Gold Standard CO2-certificaten
auto’s, zakelijk gedeclareerde kilometers, zakelijk vliegverkeer
uiterlijk in het jaar volgend op het jaar waarin de CO2-uitstoot
en het woon-werkverkeer van onze eigen medewerkers en van
heeft plaatsgevonden. Gold Standard-projecten kennen strenge
inleenkrachten.
criteria, waaronder investeringen in duurzame energieprojecten
De verbruikte energie voor onder andere de verwarming, koeling,
in ontwikkelingslanden. Het gaat dan om projecten die zonder de
ventilatie en verlichting van onze panden valt onder het thema
verkoop van CO2-certificaten niet zouden zijn gerealiseerd.
Huisvesting.
Bovendien geldt het criterium dat de lokale bevolking profijt
Het thema Papier beslaat de hoeveelheid ingekocht papier en is
heeft van deze projecten. De uitgifte van de certificaten
verder onderverdeeld in ‘blanco papier’, ‘briefpapier en envelop-
vindt plaats door de Gold Standard Foundation
pen’ en ‘glanzend drukwerk‘.
(http://www.cdmgoldstandaard.org/). Door deze strenge criteria zijn de Gold Standard CO2-certificaten beperkt beschikbaar. Eneco heeft Gold Standard CO2-certificaten kunnen contracteren van het ‘Mamak Landfill Gas Recovery Project’ in China. Door vergisting van organisch afval ontstaat biogas dat gebruikt wordt om groene stroom mee op te wekken. Voor de jaren 2008, 2009 en 2010 zijn de benodigde CO2-certificaten inmiddels 100% geleverd vanuit dit project en door Eneco betaald.
Daling CO2-emissies Het jaar is afgesloten met een daling van 24% CO2-emissies per medewerker van de Eneco groep ten opzichte van onze nulmeting in 2007.
Rekenmethodiek
Onze absolute CO2-emissies zijn met 17% gedaald ten opzichte
Voor een toelichting van de gehanteerde methodiek zie
van onze nulmeting in 2007. Gecorrigeerd voor graaddagen is de
http://corporatenl.eneco.nl/visie/pages/klimaatafdruk.aspx.
besparing 20%, daar 2007 een bovengemiddeld warm jaar was.
ABSOLUTE CO 2-EMISSIES ENECO GROEP
kton
2007
2010
Verschil
Mobiliteit
19,9
23,4
3,6*
18%
Huisvesting
12,8
3,8
– 9,0
– 70%
0,5
0,2
– 0,2*
– 49%
33,1
27,4
– 5,7
– 17%
Papier Absolute CO2-emissies
Verschil
*
Afgerond getal.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
49
Verslag Raad van Bestuur
Het energiebedrijf Eneco heeft een duurzaam inkoopbeleid voor niet primaire goederen, waarvoor duurzaamheidscriteria gelden.
De besparing is veroorzaakt door de inzet van 100% Wind-
Het aandeel van het thema Mobiliteit beslaat met 85% het
stroom© en 15% Ecogas© in onze panden. Ook de daling in het
grootste gedeelte van de totale CO2-emissies. Om deze reden
aantal vierkante meters van onze kantoren en magazijnen draagt
wordt veel aandacht besteed aan dit thema bij het realiseren of
hieraan bij, evenals verschillende energiebesparende maatrege-
implementeren van maatregelen die leiden tot CO2-reductie.
len.
Mobiliteit De besparing is ongeveer gelijk aan de gerealiseerde besparing in
Eneco zet volop in op elektrisch vervoer. Eneco wil de komende
2009. Dit is conform verwachting. De ingezette veranderingen
drie jaar 25% van haar bedrijfswagenpark omzetten naar elektri-
zijn lange termijn trajecten, waarvan de effecten in 2012 en
sche voertuigen. Deze doelstelling lijkt moeilijk te realiseren door
2013 zichtbaar gaan worden.
een langzamere ontwikkeling van elektrische voertuigen (EV’s) dan verwacht. De eerste inkooporder heeft een behoorlijke ver-
De belangrijkste ingezette veranderingen om de doelstelling
traging gekend, waarbij ook de kwaliteit niet altijd op het
te realiseren zijn:
gewenste niveau was. De komende periode wordt ervaring
• De verhuizing van het Energiebedrijf naar Eneco World in
opgedaan met de geleverde EV’s. Op basis van deze ervaringen
Rotterdam, het nieuwe duurzame hoofdkantoor (A++), waarin
willen wij bezien in hoeverre het ambitieniveau te realiseren is.
Het Nieuwe Werken wordt toegepast (gepland voorjaar 2012).
Door de snelle opkomst van zuinige (hybride) auto’s lijken er toch volop mogelijkheden om de gewenste C02-reductie te
• De verhuizing van Stedin naar A+-level kantoorgebouw
realiseren.
Blaak 8 in Rotterdam (gepland voorjaar 2012). • De verduurzaming van de bedrijfsregelingen van energiebedrijf Eneco op het gebied van mobiliteit (leaseregeling, regeling
Het brandstofverbruik van ons wagenpark is sinds 2007 geste-
woon-werkverkeer, regeling zakelijk verkeer en het parkeer-
gen met 27% door de toename van het aantal auto’s met 32%.
beleid). • De inzet van elektrische voertuigen in ons eigen wagenpark.
Inmiddels heeft 83% van onze leaseauto’s een A-, B- of C-label.
• De verdere inzet van duurzaam geproduceerd Ecogas© ter
De geplande verduurzaming van de leaseregeling zal hierin een
vervanging van aardgas.
verdere verbetering laten zien. De gemiddelde normemissie van het totale wagenpark is 183 gram per kilometer. Medewerkers
Het blijft onze ambitie om via bovenstaande maatregelen in
die in een leasewagen rijden, zijn verplicht tweejaarlijks de trai-
2013 50% minder CO2 uit te stoten dan in 2007.
ning Het Nieuwe Rijden te volgen. 56% van de diesel-auto’s in ons wagenpark is voorzien van een roetfilter.
BRANDSTOFVERBRUIK WAGENPARK
2007
2010
[liters]
[liters]
– Benzine
1.312.827
1.489.851
– Diesel
3.073.820
4.062.652
0
11.180
– LPG – Ethanol Totaal
50
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
0
12.505
4.386.647
5.576.188
Verslag Raad van Bestuur
Huisvesting
Het verbruik voor de verwarming per vierkante meter gecorri-
Het aandeel van het thema Huisvesting is verder gedaald door
geerd voor graaddagen is gedaald met 7% ten opzichte van
de inzet van Windstroom® (donkergroene elektriciteit, zie kader
2007. Het absolute energieverbruik voor de ruimteverwarming
WNF, pagina 29) voor 100% van de totale elektriciteitsvoorzie-
van onze panden is gedaald met 9% ten opzichte van 2007.*
ning van onze panden. Dit jaar is voor de eerste maal een gedeelte van het aardgas vervangen door groen geproduceerd
Hoewel het jaar 2007 met 2.567 graaddagen 31% warmer is
Ecogas®. Het aandeel groen geproduceerd Ecogas® omvat 15%
geweest dan het jaar 2010 met 3.374 graaddagen, zorgen een
van de totale gasvoorziening van onze panden. Het elektriciteits-
kleinere gebruiksoppervlakte en efficiënte benutting voor een
verbruik is bovendien gedaald door een vermindering van het
daling. Onderstaande tabel geeft de verschillende waarden weer.
aantal vierkante meters kantoren en magazijnen.
ENERGIEVERBRUIK VOOR VERWARMING
Verbruik Ecogas® [%] Verbruik Ecogas®
[m3]
Gasverbruik [m3] Warmteverbruik [GJ]
2007
2010
0%
15%
0
220.000
1.347.957
1.207.972
Verschil
31.303
29.265
2.336.365
2.132.045
Graaddagen
2.567
3.374
31%
Verbruik per oppervlakte [m3 a.e./m2]
12,51
11,66
– 7%
2007
2010
Verschil
16%
100%
Windstroom® [kWh]
3.563.656
18.432.639
Grijze stroom [kWh]
18.076.538
0
Totaal [kWh]
21.640.194
18.432.639
– 15%
117
114
– 2%
Energieverbruik voor ruimteverwarming [m3 a.e.]
– 9%
Zowel het absolute elektriciteitsverbruik als het verbruik per vierkante meter is ten opzichte van 2007* gedaald met respectievelijk 15% en 2%. Zoals eerder vermeld is de inzet van Windstroom® gemaximaliseerd. Onderstaande tabel geeft de verschillende waarden weer.
ELEKTRICITEITVERBRUIK
Windstroom® [%]
Verbruik per oppervlakte [kWh/m2]
*
Jaarnulmeting.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
51
Verslag Raad van Bestuur
Papier
worden als ondergrens voor het duurzame inkoopbeleid van
Ons papierverbruik is met 50% gedaald ten opzichte van 2007.
Eneco gehanteerd. Indien financieel verantwoord zullen wij een
Het percentage FSC-papier (papier uit duurzaam beheerde bos-
stap extra zetten. Vertaald naar concrete doelstellingen bete-
sen) ten opzichte van het totale papierverbruik is 81%.
kent dit: • Vanaf 2011 koopt Eneco de indirecte goederen ten behoeve
Duurzaam inkopen Voor het energiebedrijf Eneco geldt een duurzaam inkoopbeleid.
• Vanaf 2013 heeft Eneco de ambitie volledig duurzaam in te
Dit houdt in dat bij alle inkoopcategorieën de opgestelde duur-
kopen. Dit houdt in dat wij ook voor alle directe categorieën
zaamheidcriteria worden meegenomen in nieuwe aanbestedin-
die betrekking hebben op onze primaire processen duurzaam-
gen en dat het inkoopproces op duurzame wijze verloopt.
heidscriteria willen opstellen en dat wij volgens deze criteria
Agentschap NL heeft ten behoeve van het duurzaam inkopen
willen inkopen.
van de overheden duurzaamheidcriteria opgesteld. Deze criteria
52
van de bedrijfsvoering 100% duurzaam in.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Verslag Raad van Bestuur
Een toegespitst risicomanagementsysteem per kernbedrijf doet recht aan de gedifferentieerde activiteiten van de Eneco groep. Risicoprofiel groep
hoe het hoort. Iedere medewerker van Eneco kan via een centraal meldpunt een klacht indienen of een incident melden.
Eneco-brede risico’s
Afhandeling van de klacht of het incident vindt plaats conform
De risico’s van Eneco zijn gecategoriseerd naar hun gevolgen op
het ‘Reglement inzake de melding en afhandeling van Security
het gebied van veiligheid, financiën, imago en integriteit. De kern-
Incidenten en Klachten binnen Eneco’. De Security & Compliance
bedrijven hebben deze categorisering gebruikt voor de omschrij-
Officer is verantwoordelijk voor het toezicht op een juiste toe-
ving van hun specifieke risico´s. Een aantal risico’s geldt voor
passing van het reglement en de doorzetting van de binnen-
Eneco als totaal. Op deze Eneco-brede risico’s zal nu verder
gekomen meldingen naar de juiste behandelaars. Een klacht
worden ingegaan, zonder hierbij volledigheid na te streven.
of incident wordt in beginsel decentraal door het bevoegde management behandeld. De Security & Compliance Officer
IT-risico’s
kan hierbij ondersteuning bieden. In een aantal gevallen
Een risico dat aandacht vraagt, betreft de uitval van of fouten in
zal de Centrale Klachtencommissie de afhandeling doen.
de primaire IT-systemen. Deze IT-risico’s kunnen leiden tot bij-
De Centrale Klachtencommissie heeft een onafhankelijke externe
voorbeeld onjuiste facturen en daarmee imagoschade, terwijl uit-
voorzitter.
val van de systemen ten behoeve van de energiehandel kan resulteren in aanzienlijke financiële schade. De afhankelijkheid
Overige risico’s
van de IT-systemen doet zich vooral voor in de afhandeling van
Kredietrisico, marktrisico en liquiditeitsrisico zijn uitgebreid
elektronisch berichtenverkeer, het facturatieproces en de aan de
beschreven in de jaarrekening op pagina 101 t/m 105.
energiehandel gerelateerde activiteiten. De aan energiehandel gerelateerde activiteiten draaien op een apart ICT-platform dat gefaciliteerd wordt door Schuberg Phyllis.
Risico’s per kernbedrijf
Securityrisico’s
De kernbedrijven hebben hun specifieke risico’s gecategoriseerd
Een ander risico dat speelt is het securityrisico. Het is belangrijk
volgens de Eneco-brede indeling naar veiligheid, financiën, imago
dat alle informatie binnen Eneco, de medewerkers van Eneco en
en integriteit. Hieronder zal kort worden ingegaan op een aantal
alle assets van Eneco goed worden beveiligd tegen mogelijke
specifieke risico’s per kernbedrijf. Voor de volledige omschrijvin-
interne of externe dreigingen. Risico’s die in dit verband spelen
gen van de risico’s per kernbedrijf wordt verwezen naar de
zijn bijvoorbeeld het risico van onbetrouwbare medewerkers,
afzonderlijke risicoparagrafen van de kernbedrijven. Veiligheid en
hacking, beveiligingsrisico’s van onze assets (onder meer koper-
de coördinatie en uitvoering van het veiligheidsbeleid van Eneco
diefstal of spelende kinderen), of bijvoorbeeld persoonlijke
zijn aan bod gekomen in de paragraaf Veiligheid op pagina 18.
bedreigingen door klanten en beveiligingsrisico’s van onze medewerkers in het buitenland. Om sturing te kunnen geven aan het
Energiebedrijf
beheersen van de securityrisico’s is een centrale Security & Com-
De financiële risico’s van het energiebedrijf Eneco zijn verbonden
pliance Officer aangesteld.
aan de leveringsverplichtingen die Eneco als energieleverancier heeft aan klanten enerzijds en afnameverplichtingen van leveran-
Compliancerisico’s
ciers anderzijds. Deze risico’s worden afgedekt op de (internatio-
Veranderingen in of het niet naleven van wet- en regelgeving
nale) termijnmarkten. Daarnaast worden voor eigen rekening en
kunnen gevolgen hebben voor Eneco. Eneco staat ook onder
risico handelstransacties afgesloten (proprietary portfolio), met
toezicht van een groeiend aantal toezichthouders, zoals onder
als doel te arbitreren en in te spelen op marktontwikkelingen. Dit
meer de NMa (mededingingswetgeving en de WON), de daaron-
alles binnen strikte limieten en mandaten. Aan deze posities in
der vallende Energiekamer (energiewetgeving) en het College
de energiemarkten zijn volumerisico’s, prijsrisico’s en kredietrisi-
Bescherming Persoonsgegevens (privacywetgeving). De Security
co’s verbonden.
& Compliance Officer is verantwoordelijk voor de centrale sturing op de beheersing van de compliancerisico’s.
De omzet en de brutomarge van het energiebedrijf Eneco worden beïnvloed door het weer. Daarnaast is er altijd een verschil
Integriteitsrisico’s
tussen ingekochte en geleverde energie. De grootte van dat ver-
Een belangrijk risico voor elk bedrijf vormt onethisch en contra-
schil wordt het energiebalansrisico genoemd. Door eerdere
productief gedrag van medewerkers, de integriteitsrisico’s. Door
inspanningen is dit risico echter beperkt.
middel van onze gedragscode, een aantal subgedragscodes en managementrichtlijnen weten medewerkers welk gedrag gepast
Het energiebedrijf heeft de principiële keuze gemaakt voor een
is. Daarnaast wordt er in werkoverleggen veel aandacht besteed
duurzame strategie. Voor het imago van het energiebedrijf
aan dit onderwerp. Voorbeeldgedrag van management laat zien
Eneco is het daarom van groot belang dat de keten waar Eneco
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
53
Verslag Raad van Bestuur
Door onze gedragscode en managementrichtlijnen weten medewerkers welk gedrag gepast is. Ook in het werkoverleg wordt veel aandacht besteed aan integriteitsrisico’s deel van uitmaakt, als geheel duurzaam is. Eneco werkt daarom
Interne beheersing
samen met relevante belangenorganisaties, heeft een duurzaam inkoopbeleid en werkt aan het verduurzamen van de eigen
Audit & Risk Committee holding
bedrijfsvoering. Zie pagina 48.
De Audit & Risk Committee van Eneco Holding (ARC Holding) is voor Eneco het kaderstellende en toezichthoudende orgaan op
Stedin
het gebied van Governance, Risk en Compliance (GRC)- initiatie-
Stedin is verantwoordelijk voor het verstrekken van gegevens op
ven. Deze activiteiten worden uitgevoerd voor of namens de
het gebied van aansluitregisters en meetgegevens. Allocatie en
Raad van Bestuur. De ARC Holding heeft een adviserende rol
reconciliatie van de verbruikgegevens vormen daarmee een
aan de Raad van Bestuur die betrekking heeft op de opzet, het
belangrijk onderdeel van de operationele processen. Stedin loopt
bestaan en de werking van de interne risicobeheersings- en con-
financiële risico’s gedurende het allocatie- en reconciliatieproces,
trolesystemen, die samenkomen in het Eneco Control & Risk
bijvoorbeeld door toename van het administratief netverlies als
Systeem (ECRS). De ARC Holding houdt toezicht op het totale
gevolg van fraude, contractloze aansluitingen en tekortkomingen
risicoprofiel van Eneco. Daarmee fungeert de ARC Holding
in de marktfaciliterende processen. Om de financiële risico’s
tevens als voorportaal van de Audit Committee (AC). De ARC
afdoende te kunnen mitigeren zijn juistheid, tijdigheid en volledig-
Holding wordt gevoed door rapportages van de audit en risk
heid van financiële gegevens essentieel voor Stedin.
committees van de kernbedrijven. De ARC Holding heeft onder meer als taak de Raad van Bestuur
Stedin voert een hoogwaardig asset management om de effecti-
te adviseren over het GRC-systeem en beleid gericht op internal
viteit van investeringen en het onderhoud van de netten te opti-
audits. Ook bewaakt ARC Holding de riskrapportages op kern-
maliseren. Toezichthouder de Energiekamer, onderdeel van de
bedrijfniveau, inclusief de opvolging van verbeteracties.
NMa, stelt maximum-tarieven vast waarbinnen Stedin de operationele en financiële kosten moet terugverdienen en een beperkt
Audit & Risk Committee per kernbedrijf
rendement op het geïnvesteerd vermogen kan maken. Door mid-
Elk kernbedrijf kent een eigen Audit & Risk Committee (ARC) dat
del van adequate dienstverleningsovereenkomsten wordt doel-
fungeert als voorportaal voor de ARC Holding.
matige en efficiënte bedrijfsvoering bevorderd.
Internal Audit Stedin heeft als zelfstandige netbeheerder de maatschappelijke
Eneco Internal audit voert internal audits uit binnen de Holding
verantwoordelijkheid om de energiestromen continu te garande-
en de drie kernbedrijven. De uitgangspunten en randvoorwaar-
ren, maar loopt hiermee imagorisico op het moment dat hieraan
den van de internal audit functie zijn vastgelegd in het Internal
niet wordt voldaan. De continue levering van energie wordt zo
Audit Charter dat door de Raad van Bestuur en Raad van Com-
veel mogelijk bewerkstelligd. Stedin hecht groot belang aan een
missarissen is bekrachtigd. Internal audits hebben tot doel het
veilig en betrouwbaar energietransport, maximale leverings-
verschaffen van voldoende mate van zekerheid aan de Raad van
zekerheid en streeft er daarnaast naar om minder storingsuitval
Bestuur en Raad van Commissarissen van Eneco Holding N.V.
te hebben dan de landelijke gemiddelden. www.stedin.net.
ten aanzien van interne beheersing van substantiële risicogebieden binnen de holding en de drie kernbedrijven.
Joulz
Jaarlijks worden de uit te voeren audits vastgesteld op basis van
De financiële risico’s van Joulz komen vooral voort uit de projec-
een risicoanalyse en vastgelegd in een internal audit jaarplan dat
ten die voor opdrachtgevers worden uitgevoerd. Projectbeheer-
wordt goedgekeurd door de Raad van Bestuur.
sing door strakke sturing op voortgang en projectrisico’s en sturing op werkkapitaal zijn hierbij essentieel. De risico’s van
Riskmanagementorganisatie
onvoorspelbare financiële ontwikkelingen wordt hiermee tot een
Eneco heeft de principiële keuze gemaakt de verantwoordelijk-
minimum beperkt. Joulz loopt een ondernemingsrisico, dat kan
heid voor de uitvoering van risk management te beleggen in de
uitmonden in een financieel risico, als Joulz op termijn onvol-
lijn, daar waar de risico’s ook daadwerkelijk beïnvloed kunnen
doende succesvol is op de commerciële (aanbestedings)markt.
worden. De finance-kolom is verantwoordelijk voor de coördina-
De benodigde maatregelen om dit risico te beheersen, zoals ver-
tie van risk management.
groting van commerciële slagkracht en kostenbeheersing, worden doorlopend genomen. www.joulz.nl.
Governance, Risk & Compliance raamwerk Het COSO-model uit 2004 is de wereldwijde standaard voor Enterprise Risk Management. Dit model is daarom als basis gekozen voor het interne risicobeheersings- en controlesysteem van Eneco, dat de naam Eneco Control & Risk Systeem (ECRS) draagt. De eerste versie van het ECRS is geïntroduceerd in 2005. Elk jaar wordt het ECRS aangepast om bij te blijven met
54
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Verslag Raad van Bestuur
de laatste ontwikkelingen en inzichten, zowel binnen Eneco als
In Control verklaring
daarbuiten. Dit zorgt ervoor dat het ECRS actueel en relevant blijft.
Doelstelling Eneco Control & Risk Systeem Het ECRS kan gezien worden als het systeem dat alle van significant belang zijnde beheersmaatregelen bundelt in een normenkader. De belangrijkste beheersmaatregelen voor de grootste risi-
Sinds 2007 geeft de Raad van Bestuur van Eneco Holding N.V. een In Control-verklaring. Evenzo over 2010. Samenvattend kan gesteld worden dat Eneco afgelopen jaar veel progressie heeft gemaakt.
co’s die top-down door de stafafdelingen op de holding werden gezien maakten al deel uit van het ECRS. Hierbij kan gedacht
Vanuit onze maatschappelijke verantwoordelijkheid houden
worden aan beheersmaatregelen als een goed functionerend
wij vast aan de oorspronkelijke reikwijdte van de Nederlandse
authority manual en het periodiek opstellen van een meerjarenra-
Corporate Governance code ten aanzien van interne beheersing,
ming. Eneco is echter een onderneming met zeer gedifferenti-
ofwel een adequate en effectieve werking ten aanzien van alle
eerde activiteiten.Eén ECRS voor alle organisatieonderdelen
doelstellingen van het systeem. Dat wil zeggen dat wij geen
doet onvoldoende recht aan de business. Door het bottom-up
gebruikmaken van de mogelijkheid die door de monitoring-
toevoegen van de belangrijkste beheersmaatregelen van een
commissie Corporate Governance is geboden tot beperking van
specifiek bedrijfsonderdeel aan het ECRS, wordt maatwerk
de reikwijdte tot alleen de financiële verslaggevingsrisico’s.
verkregen. Het normenkader van het Eneco Control en Risk Systeem is in
Verklaring
2010 in overleg met de normeigenaren, geactualiseerd, geratio-
De Raad van Bestuur is zich bewust van zijn verantwoordelijk-
naliseerd en verbeterd. Naast het generieke normenkader is
heid voor de interne beheersing van Eneco. De Raad van Bestuur
ruimte gecreëerd voor business unit-specifieke normen. Daar-
heeft het Eneco Control & Risk systeem ingezet als instrument
door wordt recht gedaan aan de diversiteit aan activiteiten bin-
om te waarborgen dat de realisatie van strategische, operatio-
nen Eneco. Tevens draagt het bij het vergroten van het draag-
nele en financiële doelstellingen wordt bewaakt, de verslag-
vlak voor internal control. In 2011 zal het aantal business
geving betrouwbaar is en wet- en regelgeving wordt nageleefd.
unit-specifieke normen uitgebreid worden, gebaseerd op risico-
Op basis van de resultaten van de in 2010 uitgevoerde zelf-
analyses en auditbevindingen.
controles van de verschillende kernbedrijven is de Raad van Bestuur van mening dat de interne beheersing adequaat is
Risicorapportages van de verschillende business units worden
opgezet en in 2010 effectief heeft gewerkt.
steeds meer gebruikt als stuurinformatie. Voor een aantal stafafdelingen en Eneco-onderdelen is gestart met een risk work-
Wel moet rekening worden gehouden met de inherente beperkin-
shop om de voordelen en de beste aanpak onder de aandacht te
gen die aan ieder intern risicobeheersings- en controlesysteem
brengen. De eerste workshop is in november gehouden voor de
zijn verbonden. Wij kunnen dan ook nimmer absolute zekerheid
afdeling Communicatie en Corporate Affairs. In het eerste kwar-
geven dat wij onze ondernemingsdoelstellingen realiseren of dat
taal 2011 is er een riskworkshop gepland voor Ecofys.
zich geen materiële fouten, verliezen, fraudes of overtredingen van wet- en regelgeving zullen voordoen.
Totstandkoming rapportage over niet-financiële prestaties
De in 2009 overgenomen Econcern-activiteiten zijn in 2010 vol-
Om onze duurzame koers en maatschappelijke betrokkenheid
ledig geïntegreerd in de Eneco businessunits en nemen volledig
verder te benadrukken, heeft de Raad van Bestuur besloten om
deel aan het ‘In Control’ programma.
het corporate jaarverslag over 2010 ook te laten voldoen aan de richtlijn voor niet-financiële verslaglegging van de Global Repor-
De Raad van Bestuur verklaart tevens dat, voor zover bekend:
ting Initiative (GRI-richtlijn) op het niveau van application level B.
• de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de activa en pas-
Ter voorbereiding hierop is een self assessment uitgevoerd in de
siva, de financiële positie en het resultaat;
organisatie onder supervisie van de afdeling Internal Audit. Het
• het jaarverslag een getrouw beeld geeft omtrent de toestand
rapport is vervolgens voorgelegd aan GRI Amsterdam voor een
op balansdatum en de gang van zaken gedurende het boek-
inhoudelijke beoordeling.
jaar en dat de wezenlijke risico’s in het verslag zijn beschreven.
Forward looking statement De Raad van Bestuur heeft geen aanleiding te veronderstellen dat het Eneco Control & Risk Systeem in 2011 niet naar behoren zal functioneren.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
55
Bericht van de Raad van Commissarissen
Duurzame groei Belangrijkste thema’s 2010
Deze maatregelen gelden zolang er geen definitieve uitspraak is over gedwongen splitsing.
Centraal thema in alle vergaderingen van de raad in het eerste halfjaar was de bespreking van het splitsingsplan en de – hier-
Door de raad zijn voorstellen goedgekeurd met betrekking tot
mede samenhangende – vergaande consequenties van de
het aangaan van lange termijn gasinkoopcontracten met Wingas
gedwongen splitsing van de onderneming per 1 januari 2011.
en met GasTerra, en werden besluiten goedgekeurd met betrek-
In juni 2010 heeft het Gerechtshof in Den Haag echter bepaald,
king tot het aangaan van LNG-inkoopcontracten en een lange
dat de gedwongen splitsing van de Nederlandse energiebedrij-
termijn capaciteitscontract met Gate. Ook werden investerings-
ven in strijd is met het Europees Recht. Dit betekent, dat de
voorstellen goedgekeurd op het gebied van het bouwen van
gedwongen splitsing van Eneco per 1 januari 2011 op dit
grootschalige windenergieprojecten op zee. Deze onderwerpen
moment van de baan is.
zijn, gezien hun strategische karakter, in meerdere vergaderingen van de raad besproken. In het verslag van de Raad van Bestuur
De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie is
staan de projecten nader gepreciseerd.
tegen deze uitspraak in cassatie gegaan bij de Hoge Raad. De uitspraak (al dan niet in de vorm van een tussenarrest) van de Hoge Raad is op zijn vroegst in de loop van 2011 te verwachten.
Reguliere onderwerpen
Zolang de gedwongen splitsing van Eneco van de baan is, geldt de Aanwijzing van de Minister van Economische Zaken van
De voorstellen op het gebied van korte en lange termijn financie-
december 2009 niet die in verband met Eneco’s splitsingsplan is
ring werden goedgekeurd. Aan de hand van periodieke rapporta-
gegeven. In verband hiermee behoeft het eigen vermogen van
ges is de raad op de hoogte gehouden van belangrijke projecten
het netwerkbedrijf (bij splitsing) niet te worden versterkt en
en over de financiële positie van de onderneming. In iedere ver-
behoeven de aandeelhouders geen garantievermogen ter
gadering van de raad werd gerapporteerd in het kader van het
beschikking te stellen.
veiligheidsbeleid en over ongevallen met verzuim en over de ontwikkeling van de churn.
De uitspraak van het Hof in Den Haag geeft Eneco en haar aandeelhouders rust om vanuit het bedrijfsbelang en het aan-
De uitgebrachte financiële kwartaalrapportages zijn besproken in
deelhoudersbelang te bepalen wat de beste richting voor de
zowel de auditcommissie – waarbij ook diverse aspecten van de
toekomst is. Gestart is met een review van de algemene
bedrijfsvoering meer diepgaand werden behandeld – als in de
groepsstrategie en van de strategie van het Energiebedrijf,
raad. In de in april gehouden algemene vergadering van aandeel-
Stedin en Joulz. In november is hierover een themadag
houders werd de jaarrekening 2009 vastgesteld. Het voorstel
gehouden.
tot uitkering van dividend werd in de in september gehouden aandeelhoudersvergadering goedgekeurd.
Governance in relatie tot eventuele gedwongen splitsing
Ook in 2010 is de voortgang van zowel de strategische als de
In het voorwoord van de voorzitter van de Raad van Bestuur is
operationele speerpunten van de onderneming besproken. Een
het standpunt inzake gedwongen splitsing opgenomen. De Raad
aantal keren zijn naar aanleiding van deze onderwerpen presen-
van Bestuur heeft na de uitspraak van het Hof maatregelen
taties gegeven in de vergaderingen van de raad.
genomen op het gebied van interne governance die: • gericht zijn op de bestuurbaarheid van Eneco Holding als
De raad bespreekt in ieder geval eenmaal per jaar de strategie
groep en de verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur en
en de risico’s, verbonden aan de onderneming. In de auditcom-
Raad van Commissarissen conform de principes van de Neder-
missie worden de uitkomsten van de beoordeling door het
landse Corporate Governance Code;
bestuur van de opzet en de werking van de interne risicobeheer-
• ruimte bieden aan de strategische ontwikkeling van de kernbedrijven.
sings- en controlesystemen, alsmede eventuele significante wijzigingen hierin, besproken. Ook werd via de auditcommissie periodiek gerapporteerd over de stand van zaken met betrekking tot
56
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Bericht van de Raad van Commissarissen
De Raad van Bestuur heeft na de uitspraak van het Gerechtshof te De Haag maatregelen genomen op het gebied van interne governance die gelden tot de Hoge Raad in cassatie uitspraak over splitsen heeft gedaan.
Samenstelling commissies
cross border leases, waarvoor ten gevolge van de kredietcrisis in een aantal gevallen aanvullende zekerheden jegens de Ameri-
In 2010 fungeerden vier commissies:
kaanse investeerders moesten worden gesteld.
a) een selectie- en benoemingscommissie: Klaas Westdijk (= voorzitter), Kees van Dongen en Klaas de Vries,
In iedere vergadering werd kennis genomen van de door de
b) een remuneratiecommissie: Kees van Dongen (= voorzitter),
centrale ondernemingsraad uitgebrachte adviezen.
Mirjam Sijmons en Klaas Westdijk, c) een auditcommissie: John Lintjer (= voorzitter), Joop Drechsel
Taken en samenstelling Raad van Bestuur
en Henk Dijkgraaf, en d) een strategiecommissie: Henk Dijkgraaf (voorzitter),
De raad heeft ingestemd met de herziening van de portefeuille-
Kees van Dongen en Klaas Westdijk.
verdeling van de Raad van Bestuur per 1 november. De belang-
De strategiecommissie heeft in verband met het niet doorgaan
rijkste wijziging ten opzichte van de bestaande verdeling betreft
van de gedwongen splitsing haar werkzaamheden beëindigd per
het Energiebedrijf Eneco. Waar Kees-Jan Rameau het gehele
1 september.
Energiebedrijf Eneco in portefeuille had, heeft Douwe Kras vanaf 1 november een aantal business units overgenomen. Deze aan-
Herbenoemingen
passing zorgt voor een evenwichtiger verdeling van de portefeuilles en verantwoordelijkheden van de raad van bestuur. Tevens is – daar waar van toepassing – in het kader van de orga-
De heren ir. H.G. Dijkgraaf en prof. mr. K.G. De Vries werden op
nisatorische herinrichting en het niet doorgaan van de gedwon-
voordracht van de raad in april herbenoemd door de algemene
gen splitsing gesproken over de actualisering van de interne
vergadering van aandeelhouders voor de duur van vier jaren.
governance per 1 januari 2011. In 2010 werden door de raad negen reguliere vergaderingen De heer mr. J.F. (Jeroen) de Haas en de heer ir. C.J. (Kees-Jan)
gehouden, waarvan tweemaal gedeeltelijk buiten aanwezigheid
Rameau werden voor de duur van vier jaren en de heer drs. ing.
van de raad van bestuur. De algemene vergaderingen van aan-
(Douwe) D.J. Kras voor de duur twee jaren per 31 december
deelhouders, die door de meerderheid van de commissarissen
2010 herbenoemd als lid van de raad van bestuur.
werd bijgewoond, vonden plaats in april en in september.
AANWEZIGHEIDSOVERZICHT 29-01
26-03
21-04
28-05
25-06
27-08
15-09
12-11
C.P.G. van Dongen
X
H.G. Dijkgraaf
X
X
–
X
X
X
X
J.G. Drechsel J. Lintjer
X
X
X
X
X
X
M. Sijmons
X
X
K.G. de Vries
–
N.J. Westdijk
X
10-12
X
–
X
X
–
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
57
Raad van Commissarissen 1
2
Drs. J.G. Drechsel (1955) Mr. N.J. Westdijk MBA (1941)
1
• Voorzitter van de Raad van Commissarissen sinds 14 juli 2000 • Voorzitter van de Selectie- en benoemingscommissie • Lid van de Remuneratiecommissie • Vice-voorzitter Raad van Commissarissen VastNed Retail N.V. • Vice-voorzitter Raad van Commissarissen FD Mediagroep • Lid Raad van Commissarissen Oad Groep B.V. Voormalige hoofdfunctie: Voorzitter Raad van Bestuur Koninklijke Pakhoed (thans Vopak)
58
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Mr. J.W. Weijers (1951) • Vennootschapssecretaris
2
3
• Lid van de Raad van Commissarissen sinds 14 juli 2000 • Lid van de Auditcommissie • Voorzitter Raad van Commissarissen PCA Inc • Voorzitter Raad van Commissarissen Park Mobile International B.V. • Lid Raad van Commissarissen TRX Inc (Nasdaq) • Lid Raad van Commissarissen Telegraaf Media Groep N.V. • Lid Raad van Commissarissen Fleura Metz B.V. • Lid Raad van Advies Zeldzame Ziekten Fonds Huidige hoofdfunctie: Voorzitter Raad van Bestuur BCD N.V.
3
Drs. J. Lintjer (1943)
4
• Vice-voorzitter Raad van Commissarissen sinds 20 mei 2005 • Voorzitter van de Auditcommissie • Statutair directeur K.G. Holding N.V. • Voorzitter Philippine Netherlands Business Council • Lid Raad van Advies Plan Nederland • Lid Raad van Advies Allseas • Lid Raad van Commissarissen COVRA Vroegere hoofdfunctie: Vice-President Asian Development Bank
4
5
Ir. H.G. Dijkgraaf (1946)
6
5
• Lid van de Raad van Commissarissen sinds 25 april 2007 • Lid van de Auditcommissie • Director van Sasol Limited te Johannesburg (Z.A.), en lid van de Audit Committee, voorzitter van de Remuneration Committee en van de Risk, Safety, Health en Environment Committee • Lid Raad van Commissarissen van het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) • Vice-voorzitter en penningmeester van het Curatorium van het Nederlands Instituut voor het Nabije Oosten (NINO) Vroegere hoofdfuncties: Presidentdirecteur Shell Nederland B.V., Hoofddirecteur N.V. Nederlandse Gasunie, CEO GasTerra B.V.
Drs. M. Sijmons (1960)
7
6
• Lid van de Raad van Commissarissen sinds 25 april 2007 • Lid van de Remuneratiecommissie • Lid Bestuur Stichting Volkskrant • Lid Raad van Toezicht Zorginstelling Valente • Lid Bestuur Promotie Den Haag Marketing & Events • Lid Raad van Toezicht Universiteit van Leiden • Lid Raad van Advies Nintes Huidige hoofdfunctie: lid hoofddirectie ANWB
Mr. K.G. de Vries (1943)
Ir. C.P.G. van Dongen (1940)
7
• Lid van de Raad van Commissarissen sinds 25 april 2007 • Lid van de Selectie- en benoemingscommissie • Lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal • Lid van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa • Voorzitter Bestuursraad Centrum Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel • Lid Raad van Commissarissen Koninklijke Haskoning • Bijzonder hoogleraar ‘De praktijk en cultuur van het Nederlandse parlement’, Radboud Universiteit te Nijmegen (vanwege de Stichting Parlementaire Geschiedenis) Voormalige hoofdfuncties: Lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Voorzitter van de Sociaal Economische Raad en Hoofddirecteur van de VNG
(staat niet op de foto) • Lid van de Raad van Commissarissen sinds 1 mei 2003 • Voorzitter van de Remuneratiecommissie • Lid van de Selectie- en benoemingscommissie • Lid Raad van Commissarissen Mn Services N.V. • Lid Beleidscommissie voor sociale en juridische zaken Uneto-VNI Voormalige hoofdfunctie: Ondernemer
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
59
Bericht van de Raad van Commissarissen
De overlegvergaderingen van de centrale ondernemingsraad zijn
Advies
in de regel bij toerbeurt bijgewoond door een tweetal commissarissen. De auditcommissie kwam vier maal bijeen en de remune-
Met inachtneming van de economische situatie heeft Eneco Hol-
ratiecommissie twee maal.
ding N.V. 2010 afgesloten met een bevredigend resultaat. Dit stemt de raad tot tevredenheid. Hij is daarvoor dank verschuldigd aan het management en aan al het personeel voor het
Corporate Governance
bereiken hiervan. De raad ziet de toekomst van de onderneming – met inachtneming van de huidige marktomstandigheden – met
Eneco conformeert zich, op enkele regels na die specifiek zijn
vertrouwen tegemoet.
voor beursgenoteerde ondernemingen, aan de regels voor goed
Wij adviseren de aandeelhouders de Jaarrekening 2010 vast te
ondernemingsbestuur zoals die zijn vastgelegd in de Code Cor-
stellen.
porate Governance. Er is ook een afwijking ten opzichte van private ondernemingen, aangezien de activiteiten van Eneco deels
Namens de Raad van Commissarissen Eneco Holding N.V.
gereguleerd en deels niet-gereguleerd zijn. Wat de gereguleerde activiteiten betreft, wordt voldaan aan wat daarover in de wet- en regelgeving is vastgelegd. Eneco voert een strategie, waarbij de netbeheerder zijn wettelijke taken in volledig vrijheid kan uitvoeren. De eigen raad van commissaris-
Mr. N.J. (Klaas) Westdijk MBA
sen van de netbeheerder, die in meerderheid uit onafhankelijke derden bestaat, ziet daarop toe. Omdat Eneco Holding N.V. wel een structuurvennootschap is, maar geen beursgenoteerde onderneming, is een aantal bepalingen vanzelfsprekend niet van toepassing. Daar waar geen specifiek besluit van toepassing is, worden de desbetreffende best practice bepalingen gehanteerd. Eneco heeft een eigen webpage over corporate governance. (www.eneco.nl/corporate/corporategovernance). Naast deze webpage is er een webpage voor investor’s relations. Het remuneratierapport over 2010 wordt beschikbaar gesteld op de website van Eneco. Voorts wordt verwezen naar paragraaf 6 op bladzijde 80, waar de bezoldiging van bestuurders en commissarissen nader is beschreven.
60
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Rotterdam, 25 maart 2011
Jaarrekening 2010 Geconsolideerde jaarrekening
61
Geconsolideerde winst- en verliesrekening Geconsolideerde balans Geconsolideerd overzicht gerealiseerde en nietgerealiseerde resultaten Geconsolideerd kasstroomoverzicht Geconsolideerd mutatieoverzicht eigen vermogen
62
Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op het geconsolideerd kasstroomoverzicht
106
Toelichting per segment
107
Overzicht van dochterondernemingen, joint ventures, geassocieerde deelnemingen en overige kapitaalbelangen
111
63 64 65 66
67
Vennootschappelijke jaarrekening
115
1 Grondslagen voor de financiële verslaggeving
67
115
2 Waarderingsgrondslagen
69
Vennootschappelijke winst- en verliesrekening Vennootschappelijke balans
79
Toelichting op de vennootschappelijke jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening 3 Opbrengst energielevering, -transport en 4 5 6 7 8 9 10 11 12
116
117
1 Waarderingsgrondslagen
117
energie gerelateerde activiteiten Overige opbrengsten Personeelsbeloningen Bezoldiging bestuurders en commissarissen Resultaat geassocieerde deelnemingen Financiële baten Financiële lasten Belastingen Resultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten Overheidssubsidies
79
2 Financiële vaste activa
117
79
3 Eigen vermogen
118
79
4 Rentedragende schulden
118
80
5 Niet uit de balans blijkende verplichtingen
118
81
6 Accountantskosten
119
Toelichting op de geconsolideerde balans
84
81 82 82 83 83
13 Materiële vaste activa
84
14 Immateriële vaste activa
86
15 Bedrijfscombinaties
87
16 Geassocieerde deelnemingen
87
17 Uitgestelde belastingen
88
18 Afgeleide financiële instrumenten
89
19 Overige financiële vaste activa
92
20 Activa aangehouden voor verkoop
92
21 Handelsdebiteuren
92
22 Overige vorderingen
93
23 Liquide middelen
93
24 Eigen vermogen
94
25 Personeelsvoorzieningen
95
26 Overige voorzieningen
96
27 Rentedragende schulden
96
28 Handelscrediteuren en overige schulden
98
29 Operationele leases
98
30 Niet uit de balans blijkende verplichtingen
99
31 Transacties met verbonden partijen
101
32 Beheersing van financiële risico's
101
33 Gebeurtenissen na balansdatum
105
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
61
Geconsolideerde winst- en verliesrekening
x € 1 mln.
Toelichting
2010
2009
4.722
5.018
activiteiten *
3.428
3.693
Brutomarge *
1.294
1.325
200
227
1.494
1.552
384
360
468
526
13
279
265
14
23
31
66
102
1.220
1.284
274
268 31
Opbrengst energielevering, -transport en energie gerelateerde activiteiten *
3
Inkoop energie, transport en energie gerelateerde
Overige opbrengsten *
4
Brutomarge en overige opbrengsten * Personeelsbeloningen *
5
Uitbesteed werk en andere externe kosten * Afschrijvingen en bijzondere waardemutaties materiële vaste activa Afschrijvingen en bijzondere waardemutaties immateriële vaste activa Overige bedrijfskosten * Bedrijfskosten * Bedrijfsresultaat Aandeel in resultaat geassocieerde deelnemingen
7
1
Financiële baten
8
9
15
Financiële lasten
9
– 102
– 91
182
223
– 36
– 40
146
183
–6
–6
140
177
–1
–
141
177
Resultaat voor belastingen Belastingen
10
Resultaat na belastingen uit voortgezette bedrijfsactiviteiten Resultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten Resultaat na belastingen
Waarvan: Resultaat toe te rekenen aan minderheidsaandeelhouders Resultaat toe te rekenen aan aandeelhouders Eneco Holding N.V.
*
62
Gegevens 2009 voor vergelijkingsdoeleinden aangepast.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
11
Geconsolideerde balans
Per 31 december Per 31 december
x € 1 mln.
Toelichting
2010
2009
Vaste activa Materiële vaste activa
13
5.431
5.077
Immateriële vaste activa
14
379
404 75
Financiële vaste activa
· · · ·
Geassocieerde deelnemingen
16
74
Uitgestelde belastingvorderingen
17
92
51
Afgeleide financiële instrumenten
18
91
131
Overige financiële vaste activa
19
125
118
6.192
5.856
Totaal vaste activa Vlottende activa Activa aangehouden voor verkoop
49
18
Immateriële activa *
25
16
Voorraden *
31
40
21
859
737
2
–
Overige vorderingen
22
102
239
Afgeleide financiële instrumenten
18
168
179
Liquide middelen
23
241
606
Totaal vlottende activa
1.477
1.835
Totaal activa
7.669
7.691
Handelsdebiteuren
20
Actuele belastingvorderingen
Eigen vermogen Eigen vermogen toe te rekenen aan aandeelhouders Eneco Holding N.V.
24
3.880
3.889
Minderheidsbelangen
24
10
11
3.890
3.900
27
Totaal eigen vermogen Langlopende verplichtingen Personeelsvoorzieningen
25
25
Overige voorzieningen
26
44
39
Uitgestelde belastingverplichtingen
17
203
144
Afgeleide financiële instrumenten
18
90
205
Rentedragende schulden
27
1.700
1.802
Overige schulden
28
131
41
2.193
2.258
Totaal langlopende verplichtingen Kortlopende verplichtingen Personeelsvoorzieningen
25
3
4
Overige voorzieningen
26
10
21
Afgeleide financiële instrumenten
18
174
163
Rentedragende schulden
27
247
285
Actuele belastingverplichtingen
–
13
1.152
1.047
Totaal kortlopende verplichtingen
1.586
1.533
Totaal passiva
7.669
7.691
Handelscrediteuren en overige schulden
*
Gegevens 2009 voor vergelijkingsdoeleinden aangepast.
28
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
63
Geconsolideerd overzicht gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten x € 1 mln.
2010
2009
Resultaat na belastingen
140
177
Aanpassing reële waarde netwerken gereguleerd
– 58
–
1
1
Valutakoersverschillen Ongerealiseerd resultaat kasstroomafdekkingen Uitgestelde belastingverplichtingen kasstroomafdekkingen Totaal niet-gerealiseerde resultaten Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten
Waarvan: Resultaat toe te rekenen aan minderheidsaandeelhouders Resultaat toe te rekenen aan aandeelhouders Eneco Holding N.V.
64
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
–6
65
2
– 17
– 61
49
79
226
–1
–
80
226
Geconsolideerd kasstroomoverzicht
x € 1 mln.
2010
2009
140
177
Rentebaten en -lasten in het resultaat
93
75
Belastingen ten laste van het resultaat
36
40
Resultaat geassocieerde deelnemingen
–1
– 31
Resultaat na belastingen Aanpassingen voor:
· · · · · · · ·
Activa aangehouden voor verkoop Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen Resultaat bij verkoop materiële en immateriële vaste activa Mutatie werkkapitaal
6
6
302
296
4
–
109
204
76
69
765
836
Mutatie voorzieningen, belastinglatenties, afgeleide financiële instrumenten en overige
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen dividend van geassocieerde deelnemingen en overige kapitaalbelangen Betaalde rente Ontvangen rente
4
3
– 97
– 89
11
14
Betaalde vennootschapsbelasting
– 13
– 35
Kasstroom uit operationele activiteiten
670
729
Acquisitie dochterondernemingen
–
– 28
Acquisitie geassocieerde deelnemingen
–
–8
Acquisitie overige kapitaalbelangen Investeringen materiële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa
–1
–
– 749
– 523
9
4
Investeringen immateriële vaste activa
–4
– 33
Desinvesteringen activa aangehouden voor verkoop
14
–
– 731
– 588
– 89
– 136
–
1
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Dividendbetalingen Minderheidsbelangen Aflossing langlopende rentedragende schulden
– 181
–
Aflossing kortlopende rentedragende schulden
– 284
– 710
Nieuw verkregen langlopende rentedragende schulden
23
902
Nieuw verkregen kortlopende rentedragende schulden
227
–
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
– 304
57
Mutatie liquide middelen
– 365
198
606
402
–
6
241
606
Saldo liquide middelen per 1 januari Saldo liquide middelen acquisitie dochterondernemingen Saldo liquide middelen per 31 december
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
65
Geconsolideerd mutatieoverzicht eigen vermogen Eigen vermogen toe te rekenen aan aandeelhouders Eneco Holding N.V. Gestort en opgevraagd kapitaal
Reserve kasstroomafdekkingen
Ingehouden resultaten
Onverdeeld resultaat boekjaar
Agioreserve
497
381
798
–3
– 100
1.954
272
ving netwerken gereguleerd
–
–
Valutakoersverschillen
–
–
– 36
–
–
36
–
1
–
–
–
–
–
–
65
–
–
–
–
vermogen
–
–
– 36
Resultaat na belastingen 2009
–
–
–
het boekjaar
–
–
Winstbestemming 2008
–
–
–
–
x € 1 mln. Per 1 januari 2009
HerwaarReserve derings- translatiereserve verschillen
Totaal
Minderheidsbelangen
Totaal eigen vermogen
3.799
10
3.809
–
–
–
–
–
1
–
1
–
–
65
–
65
– 17
–
–
– 17
–
– 17
1
48
36
–
49
–
49
–
–
–
177
177
–
177
– 36
1
48
36
177
226
–
226
–
–
–
136
– 136
–
–
–
–
–
–
–
– 136
– 136
–
– 136
Herclassificatie netto-afschrij-
Ongerealiseerd resultaat kasstroomafdekkingen Uitgestelde belastingverplichtingen kasstroomafdekkingen Totale baten en lasten in het boekjaar, rechtstreeks verwerkt in het eigen
Totale baten en lasten voor
Dividend met betrekking tot 2008 Kapitaalverstrekkingen door –
–
–
–
–
–
–
–
1
1
497
381
762
–2
– 52
2.126
177
3.889
11
3.900
–
–
– 58
–
–
–
–
– 58
–
– 58
ving netwerken gereguleerd
–
–
– 36
–
–
36
–
–
–
–
Valutakoersverschillen
–
–
–
1
–
–
–
1
–
1
–
–
–
–
–6
–
–
–6
–
–6
–
–
–
–
2
–
–
2
–
2
vermogen
–
–
– 94
1
–4
36
–
– 61
–
– 61
Resultaat na belastingen 2010
–
–
–
–
–
–
141
141
–1
140
het boekjaar
–
–
– 94
1
–4
36
141
80
–1
79
Winstbestemming 2009
–
–
–
–
–
88
– 88
–
–
–
–
–
–
–
–
–
– 89
– 89
–
– 89
497
381
668
–1
– 56
2.250
141
3.880
10
3.890
minderheidsaandeelhouders Per 31 december 2009 Aanpassing reële waarde netwerken gereguleerd Herclassificatie netto-afschrij-
Ongerealiseerd resultaat kasstroomafdekkingen Uitgestelde belastingverplichtingen kasstroomafdekkingen Totale baten en lasten in het boekjaar, rechtstreeks verwerkt in het eigen
Totale baten en lasten voor
Dividend met betrekking tot 2009 Per 31 december 2010
66
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening 1
Grondslagen voor de financiële verslaggeving
1.1
Algemene informatie Eneco Holding N.V. (‘de vennootschap’) is een structuurvennootschap naar Nederlands recht, statutair gevestigd te Rotterdam en houdstermaatschappij van dochterondernemingen en joint ventures (als groep aangeduid als ‘Eneco’). Eneco is werkzaam op het gebied van energievoorziening, waaronder het produceren, het in- en verkopen, transporteren, distribueren en leveren van onder meer energie, warmte en koude en voorts het aanleggen, beheren en exploiteren van netwerken, het bevorderen van doelmatig en zuinig energiegebruik en het verzorgen van voorlichting daarover en het onderzoeken en ontwikkelen van nieuwe energieproducten en energiediensten. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld door de Raad van Bestuur van de vennootschap en vrijgegeven voor publicatie op 30 maart 2011. De jaarrekening 2010 is ondertekend door de Raad van Commissarissen in hun vergadering van 25 maart 2011 en zal op 21 april 2011 ter vaststelling worden voorgelegd aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Tenzij anders vermeld, zijn alle bedragen opgenomen in de jaarrekening in miljoenen euro. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de per 31 december 2010 geldende International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals goedgekeurd door de Europese Commissie. Waar noodzakelijk zijn waarderingsgrondslagen van joint ventures en geassocieerde deelnemingen in overeenstemming gebracht met die van Eneco Holding N.V. De geconsolideerde jaarrekening is met toepassing van het continuïteitsbeginsel en het toerekeningsbeginsel opgesteld. De vennootschappelijke winst- en verliesrekening wordt op grond van artikel 402, Titel 9 Boek 2 BW in beknopte vorm weergegeven.
1.2
Nieuwe of gewijzigde IFRS standaarden 2010 De waarderingsgrondslagen in dit jaarverslag zijn consistent met de waarderingsgrondslagen in de jaarrekening 2009. De Europese Commissie heeft de volgende nieuwe of gewijzigde IFRS-standaarden en IFRICinterpretaties overgenomen die voor Eneco relevant zijn: • IFRS 3 ‘Bedrijfscombinaties’ (gewijzigde versie 2008) betekent dat gerelateerde kosten (bijvoorbeeld juridische of advieskosten) bij de overname direct als last worden genomen, alsmede is opgenomen een nadere detaillering van verplichtingen van de overgenomen entiteit en verwerking van eventuele bestaande overeenkomsten tussen beide partijen. • IAS 27 ‘Geconsolideerde jaarrekening en enkelvoudige jaarrekening’ (gewijzigde versie 2008) geeft nadere aanwijzingen voor het verkrijgen en verliezen van zeggenschap over deelnemingen. In het boekjaar heeft deze aanpassing geen invloed op het vermogen en resultaat. • IFRIC 18 ´De verwerking van activa, ontvangen van cliënten´ betekent dat de ontvangen aansluitvergoedingen van klanten niet langer worden verminderd op de aanschafwaarde van de materiële vaste activa. Deze vergoedingen worden afzonderlijk gepresenteerd in de balans als schulden en vallen vrij over de verwachte loopduur van de aansluiting. De interpretatie heeft geen invloed op het vermogen en resultaat. • Verbeteringenproject voor bestaande standaarden en interpretaties die gelden vanaf het huidige boekjaar. Deze verbeteringen hebben geen invloed op het vermogen en resultaat. Wijzigingen en interpretaties die op 25 maart 2011 nog niet door de Europese Commissie waren goedgekeurd zijn niet nader toegelicht.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
67
1.3
Grondslagen voor de consolidatie De geconsolideerde jaarrekening omvat Eneco Holding N.V., haar dochterondernemingen en het proportionele deel van haar joint ventures, alsmede niet-geconsolideerde geassocieerde deelnemingen en overige kapitaalbelangen. Dochterondernemingen Een dochteronderneming is een onderneming waarover de vennootschap beslissende zeggenschap heeft. Dit houdt in dat de vennootschap direct dan wel indirect de financiële en operationele bedrijfsvoering van die onderneming beheerst met als doel economische voordelen te verkrijgen uit de activiteiten van die onderneming. Over het algemeen heeft de vennootschap meer dan de helft van de aandelen van haar dochterondernemingen. De jaarrekening van een dochteronderneming wordt volgens de integrale consolidatiemethode in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen vanaf de datum dat beslissende zeggenschap is verworven tot het moment dat die beslissende zeggenschap niet meer bestaat. Bij de bepaling of sprake is van beslissende zeggenschap worden ook potentiële stemrechten meegenomen die onmiddellijk kunnen worden uitgeoefend. Volgens de integrale consolidatiemethode worden in de geconsolideerde jaarrekening de activa, passiva, baten en lasten van dochterondernemingen voor 100% opgenomen. Balansposities, intercompany-transacties en resultaten op dergelijke transacties tussen dochterondernemingen worden geëlimineerd. Minderheidsbelangen (aandeel derden) bestaan uit het kapitaalbelang toebehorend aan de minderheidsaandeelhouders van de reële waarde van de activa en passiva die identificeerbaar waren bij de overname van een dochteronderneming en het minderheidsbelang in de veranderingen van het eigen vermogen die daarna hebben plaatsgevonden. Minderheidsbelangen van derden in het eigen vermogen en het resultaat van dochterondernemingen worden afzonderlijk gepresenteerd. Joint ventures Een joint venture is een onderneming waarvoor contractueel met één of meerdere partijen is overeengekomen, dat zij gezamenlijke beslissende zeggenschap hebben over die onderneming. De jaarrekening van een joint venture wordt op basis van proportionele consolidatie in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen volgens de waarderingsgrondslagen van Eneco Holding N.V. vanaf de datum dat gezamenlijke zeggenschap is verkregen tot het moment dat die gezamenlijke zeggenschap niet meer bestaat. Volgens de proportionele consolidatiemethode worden in de geconsolideerde jaarrekening de activa, passiva, baten en lasten van joint ventures opgenomen naar evenredigheid van het kapitaalbelang in die joint venture. Geassocieerde deelnemingen Een geassocieerde deelneming is een onderneming waarop invloed van betekenis wordt uitgeoefend op het financiële en operationele beleid, maar waarbij geen beslissende zeggenschap aanwezig is. Over het algemeen betreft dit een aandeel van 20% tot 50% van de stemrechten in de geassocieerde deelneming. Het aandeel in geassocieerde deelnemingen wordt in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode. Hierbij vindt eerste opname plaats tegen historische kostprijs waarbij de boekwaarde wordt aangepast met het aandeel in het resultaat. Ontvangen dividenden worden op de boekwaarde in mindering gebracht. Geassocieerde deelnemingen worden opgenomen vanaf het moment dat invloed van betekenis is verworven tot het moment dat die invloed niet meer bestaat. Resultaten van transacties met geassocieerde deelnemingen worden geëlimineerd naar rato van het kapitaalbelang in de geassocieerde deelneming. Eventuele bijzondere waardeverminderingen van geassocieerde deelnemingen worden niet geëlimineerd. Verliezen op geassocieerde deelnemingen worden verwerkt tot het bedrag van de netto-investering in de deelneming, waarin naast de boekwaarde ook eventueel verstrekte leningen aan de deelneming zijn begrepen. Voor het aandeel in verdere verliezen wordt alleen een voorziening opgenomen indien Eneco zich daarvoor aansprakelijk heeft gesteld. Overige kapitaalbelangen Overige kapitaalbelangen zijn investeringen in ondernemingen waarin Eneco een belang heeft en geen beslissende zeggenschap of invloed van betekenis kan uitoefenen. Deze belangen worden gewaardeerd tegen reële waarde. Indien de reële waarde niet betrouwbaar te bepalen is, wordt het kapitaalbelang gewaardeerd tegen historische kostprijs. Dividenden worden verantwoord in het resultaat op het moment dat deze opeisbaar zijn.
68
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
2 2.1
Waarderingsgrondslagen Algemeen Hierna worden de belangrijkste grondslagen voor waardering en resultaatbepaling samengevat die zijn gehanteerd bij het opstellen van de jaarrekening 2010. Schattingen, aannames en veronderstellingen Voor het opmaken van deze jaarrekening zijn schattingen, aannames en veronderstellingen gehanteerd die van invloed zijn op verantwoorde bedragen en op de niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen. Dit betreft in het bijzonder de opbrengst van verkopen aan kleinverbruikers, de gebruiksduren van materiële vaste activa, de bepaling van de reële waarde van de relevante activa en verplichtingen, bijzondere waardeverminderingen van activa en de omvang van voorzieningen. De schattingen, aannames en veronderstellingen die zijn gemaakt, zijn gebaseerd op marktgegevens, kennis, ervaring uit het verleden en andere factoren die onder de gegeven omstandigheden als redelijk worden beschouwd. De werkelijke resultaten kunnen echter afwijken van de gemaakte schattingen. Schattingen, aannames en veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Schattingswijzigingen worden verwerkt in de periode waarin de schattingen worden herzien indien de wijzigingen alleen op deze periode betrekking hebben. Indien de schattingswijziging tevens betrekking heeft op toekomstige perioden vindt wijziging prospectief plaats in de hiertoe relevante perioden. Eventuele bijzonderheden ten aanzien van schattingen, aannames en veronderstellingen zijn hierna opgenomen bij de toelichtingen van de resultaat- en balansposten. Voor vergelijkingsdoeleinden is een aantal vergelijkende cijfers 2009 aangepast. Het verstrekte inzicht verandert hierdoor niet wezenlijk. Bijzondere waardevermindering van activa Van een bijzondere waardevermindering is sprake indien de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde van een actief is gelijk aan de hoogste van de verkoopprijs minus verkoopkosten of de bedrijfswaarde. De bedrijfswaarde van een actief wordt bepaald op basis van de contante waarde van de geschatte toekomstige kasstromen. Deze contante waarde wordt berekend met een disconteringsvoet vóór belastingen waarin de tijdswaarde van geld en de specifieke risico’s van het actief tot uitdrukking komen. Voor activa die niet zelfstandig kasstromen genereren en afhankelijk zijn van de kasstromen van andere activa of groepen van activa, wordt de realiseerbare waarde bepaald voor de kasstroomgenererende eenheid waarvan de betreffende activa deel uitmaken. Een kasstroomgenererende eenheid is de kleinst identificeerbare groep activa die zelfstandig kasstromen genereert die grotendeels onafhankelijk zijn van de kasstromen uit andere activa of groepen van activa. Kasstroomgenererende eenheden worden onderscheiden op basis van de economische samenhang tussen activa en het genereren van externe kasstromen en niet op basis van afzonderlijke juridische entiteiten. Goodwill wordt bij eerste vaststelling toegewezen aan een of meerdere kasstroomgenererende eenheden, in overeenstemming met de wijze waarop intern de goodwill door het management wordt beoordeeld. Halfjaarlijks wordt beoordeeld of er aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingen. Als een dergelijke aanwijzing bestaat, wordt de realiseerbare waarde bepaald voor het betreffende actief of de kasstroomgenererende eenheid. Voor goodwill wordt jaarlijks de realiseerbare waarde bepaald. Als de boekwaarde van aan kasstroomgenererende eenheden toegewezen activa hoger is dan de realiseerbare waarde wordt de boekwaarde tot de realiseerbare waarde teruggebracht. Deze bijzondere waardevermindering wordt ten laste van het resultaat gebracht. Een bijzondere waardevermindering van een kasstroomgenererende eenheid wordt eerst in mindering gebracht op de goodwill die aan de desbetreffende eenheid (of groepen van eenheden) is toegewezen en vervolgens naar rato in mindering gebracht op de boekwaarde van de overige activa van de betreffende eenheid (of groepen van eenheden).
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
69
Een eerder verantwoorde bijzondere waardevermindering kan worden teruggenomen ten gunste van het resultaat als de oorzaak van vermindering die daarvoor bestond niet langer bestaat of is veranderd. Een bijzondere waardevermindering wordt slechts teruggenomen tot het bedrag van de oorspronkelijke boekwaarde, verminderd met reguliere afschrijvingen. Bijzondere waardeverminderingen op goodwill worden niet teruggenomen. Vreemde valuta De euro (€) is de functionele valuta van Eneco en is eveneens de valuta waarin de jaarrekening wordt gepresenteerd. Transacties in vreemde valuta worden omgerekend in euro tegen de wisselkoers op de datum waarop deze transacties plaatsvinden. In vreemde valuta luidende monetaire activa en verplichtingen op balansdatum worden omgerekend in euro tegen de wisselkoers op balansdatum. Valutakoersverschillen die optreden bij de omrekening worden verwerkt in het resultaat. Indien de functionele valuta van buitenlandse dochterondernemingen, joint ventures of geassocieerde deelnemingen afwijkt van de euro, worden de koersverschillen als gevolg van omrekening verantwoord onder translatieverschillen in het eigen vermogen. Het cumulatieve translatieverschil wordt ten gunste, respectievelijk ten laste van het resultaat gebracht bij eventuele verkoop van een buitenlandse dochteronderneming, joint venture of geassocieerde deelneming. Saldering Actief- en passiefposten worden per tegenpartij gesaldeerd indien sprake is van een contractueel recht tot salderen en tevens sprake is van intentie tot saldering. Indien de intentie of daadwerkelijke gesaldeerde afwikkeling ontbreekt, wordt per contract bepaald of sprake is van een actief- of een passiefpost.
2.2
Opbrengsten Opbrengsten worden verantwoord wanneer het waarschijnlijk is dat de economische voordelen aan Eneco toekomen en de opbrengst op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld. Opbrengsten worden verantwoord onder aftrek van kortingen, belastingen en heffingen, zoals energieen omzetbelasting. Bedragen die worden gefactureerd en geïncasseerd voor derden worden niet als opbrengst verantwoord. Energielevering en transport Opbrengsten uit de verkoop van energie en transportdiensten aan eindverbruikers worden opgenomen op het moment van levering. Bij levering worden de voordelen van het eigendom en het risico van een eventuele waardevermindering overgedragen aan de afnemer. Diensten en projecten in opdracht van derden Zodra opbrengsten voldoende zeker zijn, worden deze in het resultaat verwerkt volgens de methode van winstneming naar rato van de verrichte prestaties (percentage of completion). De mate waarin prestaties zijn verricht wordt bepaald op basis van de verhouding tussen de geboekte kosten en de totaal verwachte kosten dan wel aan de hand van beoordeling van verrichte werkzaamheden. Handel in energiecommodities en CO2-emissierechten In- en verkoopcontracten van energiecommodities en emissierechten, die niet voor eigen gebruik maar voor handelsdoeleinden zijn aangegaan, worden vrijwel gelijktijdig tegengesloten met verkoop- respectievelijk inkoopcontracten. Winsten of verliezen van dergelijke handelstransacties worden gesaldeerd verwerkt onder de post overige opbrengsten vanaf het moment dat de desbetreffende transacties worden afgesloten. Winsten of verliezen uit herwaardering naar reële waarde van handelscontracten worden direct in het resultaat verwerkt onder de post overige opbrengsten. Overheidssubsidies Overheidssubsidies worden opgenomen wanneer het redelijk zeker is dat aan de voorwaarden voor verkrijging is of wordt voldaan en dat de subsidies zijn of worden ontvangen. Exploitatiesubsidies ter compensatie voor kosten worden als opbrengsten verantwoord in de periode waarin die kosten worden gemaakt. Investeringssubsidies ter compensatie van de kosten van een actief worden op de kostprijs van dat actief in mindering gebracht en vervolgens gedurende de gebruiksduur van dat actief meegenomen in de berekening van de afschrijvingen.
70
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
2.3
Inkoopkosten energie De inkoopkosten van energiecontracten en -commodities die bestemd zijn voor eigen gebruik worden in dezelfde periode verantwoord als de periode waarin de opbrengst van de verkoop wordt gerealiseerd.
2.4
Financiële baten en lasten De financiële baten en lasten omvatten de rentebaten van belegde en uitstaande middelen, dividendopbrengsten, rentelasten van opgenomen gelden, valutakoersresultaten en winsten en verliezen op financiële afdekkingsinstrumenten die in het resultaat worden verwerkt. Rentebaten en -lasten worden opgenomen volgens de effectieve rentemethode. Dividendopbrengsten van overige kapitaalbelangen worden verantwoord zodra deze opeisbaar zijn.
2.5
Belastingen op het resultaat Belastingen op het resultaat omvatten de actuele belastingen en de mutaties in de uitgestelde belastingen. Deze bedragen worden ten laste van het resultaat gebracht, tenzij het posten betreffen die rechtstreeks in het eigen vermogen worden opgenomen. De actuele belastingen betreffen de bedragen die waarschijnlijk verschuldigd en verrekenbaar zijn over het fiscale resultaat van het verslagjaar. Deze zijn berekend op basis van de geldende belastingwetgeving en -tarieven. Belastingen op het resultaat omvatten alle belastingen die zijn gebaseerd op fiscale winsten en verliezen, inclusief belastingen die door dochterondernemingen, geassocieerde deelnemingen of joint ventures zijn verschuldigd op uitkeringen aan Eneco Holding N.V. Additionele belastingen op het resultaat voor dividenduitkeringen worden gelijktijdig verwerkt met de verplichting om het betreffende dividend uit te keren.
2.6
Materiële vaste activa Netwerken en netwerkgerelateerde activa in het gereguleerde domein De netwerken en netwerkgerelateerde activa in het gereguleerde domein worden gewaardeerd tegen reële waarde. De reële waarde wordt verminderd met cumulatieve afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen. De reële waarde van deze netwerkactiva wordt periodiek vastgesteld. De waardebepaling geschiedt door externe, onafhankelijke waarderingsspecialisten. Indien de reële waarde tussentijds significant afwijkt van de boekwaarde, zal een aanpassing van de herwaardering plaatsvinden. Een toename van de boekwaarde als gevolg van een herwaardering van netwerken en netwerkgerelateerde activa in het gereguleerde domein, wordt rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt via de herwaarderingsreserve. Een afname van de boekwaarde wordt eveneens rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt via de herwaarderingsreserve, voor zover deze afname een voorafgaande toename van hetzelfde actief niet overschrijdt. Indien wel sprake is van een overschrijding, wordt deze verantwoord ten laste van het resultaat. Periodiek wordt het verschil tussen afschrijving op basis van de geherwaardeerde boekwaarde en de afschrijving op basis van de oorspronkelijke kostprijs, onder aftrek van uitgestelde belastingen, overgeboekt van de herwaarderingsreserve naar de reserve ingehouden resultaten. Overige materiële vaste activa De overige materiële vaste activa worden opgenomen tegen kostprijs verminderd met cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De kostprijs omvat de initiële aankoopprijs vermeerderd met alle rechtstreeks toerekenbare kosten. De kostprijs van activa die in eigen beheer worden vervaardigd bestaat uit kosten van materiaal en diensten, kosten van directe manuren en overige direct toerekenbare kosten. Kostenbijdragen van derden en overheidssubsidies worden op de kostprijs in mindering gebracht, voorzover dit geen bijdragen van afnemers betreffen. Mits daarvoor een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting toe bestaat wordt in de kostprijs een contant gemaakte schatting opgenomen van het bedrag dat naar verwachting bij het einde van het gebruik van het actief nodig is voor ontmanteling, sloop, verwijdering en herstel tot de oorspronkelijke staat van de locatie waar het actief is gesitueerd.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
71
Financieringskosten (bouwrente) die direct toerekenbaar zijn aan de verwerving, bouw of productie van een in aanmerking komend actief worden in de kostprijs opgenomen. Als een actief uit meerdere significante componenten met onderscheiden gebruiksduren bestaat, worden deze componenten afzonderlijk opgenomen. Uitgaven na eerste opname Latere uitgaven worden alleen aan de boekwaarde van een actief toegevoegd indien en voor zover daardoor de toestand van het actief is verbeterd ten opzichte van zijn oorspronkelijk geraamde prestatienorm. Reparatie en onderhoud worden als last genomen in de periode dat de betreffende kosten ontstaan. Afschrijvingen Afschrijvingen worden ten laste van het resultaat gebracht volgens de lineaire methode op basis van de geschatte gebruiksduur, rekening houdend met de geschatte restwaarde. De gebruiksduur en restwaarde worden jaarlijks beoordeeld, eventuele aanpassingen worden prospectief verwerkt. Op grond, terreinen en activa in aanbouw wordt niet afgeschreven. De volgende gebruiksduren worden toegepast:
Gebruiksduur
Categorie
in jaren
Grond en bedrijfsgebouwen Bedrijfsgebouwen
25 – 50
Machines en installaties Transport- en distributiemiddelen warmte
25 – 50
Transportautomatisering
10
Meters warmte
10
Netwerken gereguleerd Transport- en distributiemiddelen elektriciteit
25 – 50
Transport- en distributiemiddelen gas
25 – 40
Transportautomatisering Meters elektriciteit Meters gas Overige activa netwerken gereguleerd
10 15 – 30 20 10 – 50
Overige bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen decentrale productie elektriciteit Overige vaste bedrijfsmiddelen
2.7
10 – 15 3 – 25
Leases (Eneco als lessee) Lease-overeenkomsten waarbij Eneco als lessee feitelijk alle voordelen en risico’s van eigendom heeft, worden aangemerkt als financiële lease. Indien dit niet het geval is, worden deze overeenkomsten opgenomen en verwerkt als operationele lease. Materiële vaste activa, die middels financiële lease zijn verworven worden bij aanvang van de lease opgenomen tegen de reële waarde van het geleasede actief, of indien lager, de contante waarde van de leasebetalingen. De desbetreffende activa worden daarna verantwoord volgens de grondslagen voor materiële vaste activa. De leasebetalingen worden gesplitst in een rentecomponent en een aflossingscomponent. De rentecomponent is gebaseerd op de constante periodieke rente over de boekwaarde van de investering. De rentecomponent wordt in de desbetreffende periode ten laste gebracht van het resultaat en de aflossing wordt in mindering gebracht op de leaseverplichting. Betalingen uit hoofde van operationele leases worden lineair over de leaseperiode als last in het resultaat verwerkt.
72
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
2.8
Goodwill De overnameprijs van een dochteronderneming, joint venture of geassocieerde deelneming is gelijk aan het bedrag dat voor de verwerving van het kapitaalbelang is betaald. Wanneer deze overnameprijs hoger is dan het aandeel in de reële waarde op verwervingsdatum van de identificeerbare activa, passiva en voorwaardelijke verplichtingen, wordt het meerdere verantwoord als goodwill. Een eventueel negatief verschil wordt verwerkt als bate ten gunste van het resultaat (badwill). Goodwill wordt gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met bijzondere waardeverminderingen (impairments). Goodwill wordt toegerekend aan een of meerdere kasstroomgenererende eenheden. Jaarlijks wordt getoetst of goodwill een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. Betaalde goodwill bij de overname van dochterondernemingen en joint ventures wordt in de balans opgenomen onder de immateriële vaste activa. Goodwill die is betaald voor het verkrijgen van een geassocieerde deelneming is opgenomen in de verkrijgingsprijs van de geassocieerde deelneming.
2.9
Overige immateriële vaste activa Overige immateriële vaste activa betreffen klantenbestanden verworven bij overnames, software en licenties, concessies, vergunningen, rechten en ontwikkelingskosten. De kosten hiervan worden geactiveerd indien waarschijnlijk is dat deze activa economisch voordeel zullen brengen en de kosten betrouwbaar kunnen worden bepaald. Overige immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met cumulatieve afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen. Klantenbestanden Een klantenbestand dat is verkregen van een overgenomen partij wordt bij eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde. Deze waarde wordt op de overnamedatum bepaald op basis van de meest recente soortgelijke transacties mits de economische omstandigheden vergelijkbaar zijn, anders wordt de reële waarde bepaald door discontering van geschatte toekomstige netto-kasstromen van dit actief. Software Software wordt geactiveerd tegen kostprijs. Zowel voor standaardsoftware als maatwerksoftware bestaat de kostprijs uit de eenmalige kosten van licenties, verhoogd met de kosten om de software gebruiksklaar te maken. Alle toerekenbare kosten van softwareproducten, die kwalificeren als immaterieel vast actief, worden tegen kostprijs opgenomen. Kosten van onderhoud van software worden als last verwerkt in de periode waarin deze ontstaan. Ontwikkelingskosten Ontwikkelingskosten zijn gericht op de toepassing van kennis verkregen door eigen onderzoek of door derden, voor een plan of ontwerp voor de productie of toepassing van verbeterde materialen, producten, processen, systemen of diensten, voorafgaand aan het begin van commerciële productie of gebruik. Ontwikkelingskosten worden alleen geactiveerd indien deze kunnen worden aangemerkt als immaterieel vast actief, anders worden deze kosten als last genomen in de periode waarin deze zijn ontstaan. Onderzoekskosten zijn gericht op het verwerven van nieuwe wetenschappelijke of technische kennis en inzichten. Deze kosten worden in het resultaat genomen in de periode waarin deze ontstaan. Afschrijvingen Afschrijvingen worden ten laste van het resultaat gebracht op basis van de geschatte gebruiksduur en vanaf het moment dat het betreffende actief beschikbaar is voor gebruik. Overige immateriële vaste activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode. De restwaarde van deze activa is nihil.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
73
De volgende gebruiksduren worden toegepast:
Gebruiksduur
Categorie
Klantenbestanden
5 – 20
Licenties
3 – 30
Software (eenmalige licenties) Software (zelf ontwikkeld) Concessies, vergunningen en rechten Ontwikkelingskosten
2.10
in jaren
3 5 3 – 30 5
Emissierechten Emissierechten die van de overheid worden verkregen, worden bij eerste opname onderscheiden naar rechten bestemd voor eigen gebruik (own use) en rechten bestemd voor handelsdoeleinden. Emissierechten die worden aangehouden om periodiek aan de overheid te kunnen leveren voor de werkelijke CO2-uitstoot (eigen gebruik) worden opgenomen als immaterieel actief en gewaardeerd tegen kostprijs. Rechten met een vlottend karakter worden gepresenteerd als immateriële activa. Voor deze leveringsverplichting wordt een voorziening aangehouden die eveneens wordt gewaardeerd tegen kostprijs. Ingeval van een verwacht leveringstekort wordt deze voorziening ten laste van het resultaat verhoogd met de laagste van de marktwaarde van dat tekort en de boete die voor dat tekort naar verwachting verschuldigd zal zijn. Emissierechten die worden aangehouden voor handelsdoeleinden worden verwerkt als afgeleid financieel instrument. De winst of het verlies van de herwaardering naar reële waarde van deze rechten wordt direct in het resultaat verwerkt als overige opbrengsten.
2.11
Uitgestelde belastingen Uitgestelde belastingen worden berekend volgens de balansmethode toegepast op de relevante verschillen die bestaan tussen de boekwaarde en de fiscale waarde van activa en verplichtingen. Uitgestelde belastingen worden gewaardeerd op basis van de belastingtarieven die naar verwachting van kracht zullen zijn wanneer de vordering wordt gerealiseerd of de verplichting wordt afgewikkeld uitgaande van de geldende belastingwetgeving en -tarieven. Uitgestelde belastingen worden opgenomen tegen nominale waarde. Voor de voorwaartse compensatie van fiscale verliezen en de verrekening van ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden wordt een belastingvordering opgenomen indien en voor zover het waarschijnlijk is dat toekomstige fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee de niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden kunnen worden verrekend. Uitgestelde belastingverplichtingen worden opgenomen voor tijdelijke verschillen die voortkomen uit investeringen in dochterondernemingen en joint ventures, behalve wanneer het tijdstip kan worden bepaald waarop het tijdelijke verschil wordt afgewikkeld en het waarschijnlijk is dat het tijdelijk verschil in de nabije toekomst niet zal worden afgewikkeld. Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden alleen met elkaar gesaldeerd als een juridisch afdwingbaar recht op verrekening van de belastingvorderingen en -verplichtingen bestaat en de uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen verband houden met belastingen die door dezelfde belastingautoriteit op dezelfde fiscale eenheid worden geheven.
2.12
Afgeleide financiële instrumenten Bij de operationele en financieringsactiviteiten worden risico’s gelopen door ontwikkelingen in prijzen van energiecommodities (elektriciteit, gas, olie e.d.), vreemde valuta, rentestanden en emissierechten. Om deze risico’s te beheersen wordt gebruik gemaakt van afgeleide financiële
74
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
instrumenten zoals financiële optie-, termijn- en swapcontracten. Voor commoditycontracten wordt bij het aangaan van de transactie vastgesteld of het instrument bestemd is voor eigen gebruik (own use), handelsdoeleinden of risicoafdekking (hedging). Afgeleide financiële instrumenten, niet zijnde commoditycontracten, worden in principe alleen aangegaan voor risicoafdekking. Waardering en verwerking Afgeleide financiële instrumenten worden gewaardeerd tegen reële waarde. De reële waarde van afgeleide financiële instrumenten is gebaseerd op genoteerde biedprijzen voor gehouden activa of uit te geven verplichtingen en actuele laatprijzen voor te verwerven activa of gehouden verplichtingen (mark-to-market). Afgeleide financiële instrumenten met een positieve waarde worden opgenomen als kort(afwikkeling binnen een jaar) of langlopende activa (afwikkeling na een jaar). Instrumenten met een negatieve waarde worden opgenomen onder de kort- of langlopende verplichtingen. Activa en verplichtingen worden per tegenpartij gesaldeerd indien sprake is van een contractueel recht tot salderen en tevens de intentie bestaat om de contracten netto af te wikkelen. Mutaties in de reële waarde van afgeleide financiële instrumenten worden direct in het resultaat verwerkt, tenzij de afgeleide financiële instrumenten bestemd zijn voor eigen gebruik of worden gebruikt als risicoafdekking. Eigen gebruik Contracten worden aangemerkt voor eigen gebruik als deze worden afgewikkeld door middel van fysieke levering of ontvangst van energiecommodities of emissierechten in overeenstemming met de behoefte van de vennootschap. De transacties op basis van deze contracten worden in het resultaat verantwoord in de periode waarin de levering of ontvangst plaatsvindt (accrual accounting). Risicoafdekking (hedge accounting) Contracten worden aangemerkt als afdekkingsinstrument als daarmee het risico op schommelingen in (toekomstige) kasstromen die het resultaat kunnen beïnvloeden wordt afgedekt. Indien de afdekking is toe te wijzen aan een specifiek risico of aan de volledige mutatie van de transactie (energiecontracten) verbonden met een actief, een verplichting of een zeer waarschijnlijke toekomstige transactie, kunnen de daaraan toegewezen afgeleide financiële instrumenten worden verwerkt als afdekkingsinstrument. Als wordt voldaan aan de voorwaarden van hedge accounting wordt het effectieve gedeelte van mutaties in de reële waarde van de desbetreffende afgeleide financiële instrumenten rechtstreeks via de reserve kasstroomafdekkingen in het eigen vermogen verwerkt. Het nieteffectieve gedeelte wordt direct verwerkt in het resultaat. In het eigen vermogen verwerkte bedragen worden ten gunste of ten laste van het resultaat gebracht op het moment dat het afgedekte actief of verplichting wordt afgewikkeld. Wanneer een afdekkingsinstrument afloopt, wordt verkocht, beëindigd, uitgeoefend, wanneer niet langer wordt voldaan aan de voorwaarden voor deze wijze van administratieve verwerking (hedge accounting), terwijl de onderliggende toekomstige transactie nog steeds moet plaatsvinden, blijft het cumulatief resultaat in het eigen vermogen totdat de verwachte toekomstige transactie uiteindelijk plaatsvindt. Als de verwachte toekomstige transactie niet langer waarschijnlijk is, wordt het cumulatieve resultaat direct overgebracht van het eigen vermogen naar het resultaat.
2.13
Overige financiële vaste activa De overige financiële vaste activa bestaan voornamelijk uit langlopende vorderingen met een looptijd langer dan een jaar zoals leningen, vorderingen en vooruitbetalingen aan geassocieerde deelnemingen, joint ventures of externe partijen. De langlopende vorderingen, leningen en vooruitbetalingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
75
2.14
Activa aangehouden voor verkoop Activa aangehouden voor verkoop en af te stoten bedrijfsactiviteiten worden geclassificeerd als aangehouden voor verkoop zodra de boekwaarde niet wordt gerealiseerd door voortgezet gebruik maar door verkoop. Deze classificatie vindt alleen plaats als de verkoop van de activa zeer waarschijnlijk is en de activa of activiteiten in hun huidige toestand onmiddellijk beschikbaar zijn voor verkoop. De verkoop zal naar verwachting binnen een jaar zijn afgerond. Activa aangehouden voor verkoop zijn gewaardeerd op boekwaarde voorafgaand aan classificatie als aangehouden voor verkoop of lagere reële waarde verminderd met verkoopkosten.
2.15
Voorraden De voorraden worden gewaardeerd tegen kostprijs, volgens de methode van het gewogen gemiddelde of lagere opbrengstwaarde. De kostprijs is de verkrijgingsprijs inclusief direct toerekenbare kosten om de voorraden op hun huidige locatie en in hun huidige staat te brengen. De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs in het kader van normale bedrijfsvoering, verminderd met verwachte verkoopkosten. Waardeverminderingen op voorraden worden ten laste van het resultaat geboekt als de opbrengstwaarde lager is dan de boekwaarde.
2.16
Handelsdebiteuren en overige vorderingen Handelsdebiteuren en overige vorderingen zijn vorderingen met een looptijd korter dan een jaar. Deze vorderingen omvatten ook de bedragen die op de balansdatum per saldo nog moeten worden gefactureerd voor geleverde energie of transportdiensten. Vorderingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs onder aftrek van een bijzondere waardevermindering. Vorderingen met een looptijd korter dan een jaar worden niet verdisconteerd.
2.17
Liquide middelen De liquide middelen omvatten de kas- en banksaldi en opvraagbare deposito’s. Waardering vindt plaats tegen geamortiseerde kostprijs.
2.18
Personeelsvoorzieningen Pensioenen De pensioenverplichtingen van bijna alle bedrijfsonderdelen zijn ondergebracht bij de bedrijfstakpensioenfondsen: Stichting Pensioenfonds ABP (ABP) en de Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT). De regeling voor flexibele uittreding voor nutsbedrijven is collectief voor de sector ondergebracht bij een verzekeraar. Voor een beperkt aantal medewerkers zijn individuele verzekerde regelingen van toepassing bij verschillende verzekeringsmaatschappijen (toegezegde-bijdrageregelingen). De regelingen van ABP en PMT voorzien (bij een volledige opbouw) in een pensioen van 70% van het pensioengevend salaris bij een leeftijd van 65 jaar. Werknemers hebben de keuze om eerder (ABP: 5 jaar, PMT: 3 jaar) of later (ABP: 5 jaar, PMT: onbepaald) dan deze leeftijd met pensioen te gaan, onder aanpassing van de hoogte van het pensioen. De regeling voor flexibele uittreding wordt afgebouwd en is vervallen voor werknemers geboren na 1949. Een toegezegde-bijdrageregeling is een regeling waarbij een vaste premie wordt betaald ten gunste van een werknemer zonder enige resterende aanspraak van of verplichting jegens die werknemer. Verplichtingen ten aanzien van bijdragen aan pensioen- en daaraan gerelateerde regelingen op basis van beschikbare premies worden als last verwerkt in de periode waarop deze betrekking hebben. Een toegezegd-pensioenregeling is een regeling waarbij aan de werknemer een pensioen wordt toegezegd, waarvan de hoogte afhankelijk is van leeftijd, salaris en dienstjaren. Zowel in 2009 als in 2010 kwalificeren de regelingen van ABP, PMT en voor flexibele uittreding als toegezegdpensioenregelingen van meerdere werkgevers. Op grond van deze regelingen bestaat een verplichting waarvan de waarde wordt bepaald door de contante waarde van de in het vooruitzicht gestelde pensioenuitkeringen op de balansdatum verminderd met de reële waarde van fondsbeleggingen, onder verrekening van niet verwerkte actuariële winsten en verliezen en nog
76
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
niet opgenomen pensioenkosten van verstreken diensttijd. De informatie die nodig is om deze verplichting per aangesloten werkgever te bepalen kan echter niet door ABP, PMT en de verzekeraar die de collectieve flexibele uittredingsregeling voor de nutsbedrijven uitvoert worden bepaald, omdat zij niet beschikken over een consistente en betrouwbare basis om fondsbeleggingen en verplichtingen van de regelingen toe te rekenen aan individuele aangesloten werkgevers. Dit vloeit voort uit de aard van de regelingen, omdat deze de aangesloten werkgevers blootstellen aan actuariële risico’s die verband houden met huidige en voormalige werknemers van andere aangesloten werkgevers. Hierdoor kan niet per werkgever worden aangegeven of overschotten of tekorten bestaan. In geval van toekomstige tekorten kunnen pensioenpremies alleen prospectief en binnen een beperkte bandbreedte door de pensioenfondsen worden bijgesteld. De betreffende regelingen zijn daarom verwerkt als toegezegde-bijdrageregelingen. Overige personeelsvoorzieningen Er wordt een voorziening opgenomen voor de verplichting bij te dragen in de ziektekostenpremie van gepensioneerde medewerkers. Verder wordt een voorziening opgenomen voor de verplichting bedragen uit te keren bij dienstjubilea en pensionering van medewerkers. Deze verplichtingen worden per rapportagedatum actuarieel berekend volgens de vergoeding/dienstjaren-methode (projected unit credit methode) met een disconteringsvoet voor belasting waarin de actuele marktbeoordeling van de tijdswaarde van geld tot uitdrukking komt.
2.19
Overige voorzieningen Een voorziening wordt opgenomen als een bestaande in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting van een onzekere omvang of met een onzeker tijdstip bestaat door een gebeurtenis in het verleden en waarvan het waarschijnlijk is, dat de afwikkeling zal leiden tot een uitstroom van middelen. Voorzieningen die binnen een jaar na balansdatum worden afgewikkeld of van beperkt materieel belang zijn worden opgenomen tegen nominale waarde. Overige voorzieningen worden opgenomen tegen de contante waarde van de verwachte uitgaven. Bij de bepaling van deze uitgaven wordt rekening gehouden met de specifieke risico’s ten aanzien van de betreffende verplichting. De contante waarde wordt berekend met een disconteringsvoet voor belasting waarin de actuele marktbeoordeling van de tijdswaarde van geld tot uitdrukking komt. Voor de bepaling van de verwachte uitgaven wordt uitgegaan van gedetailleerde plannen om daarmee onzekerheden over de omvang te beperken. Amoveringsvoorziening Voor materiële vaste activa waarvoor een verplichting bestaat om bij het einde van het gebruik de activa te ontmantelen, te slopen en te verwijderen wordt een voorziening opgenomen ter hoogte van de contante waarde van de kosten die daaraan naar verwachting zijn verbonden. De eerste opname van een amoveringsvoorziening voor een actief wordt verwerkt in de kostprijs van het betreffende actief. De amoveringsvoorziening wordt periodiek opgerent. Verlieslatende contracten Voor verlieslatende contracten wordt een voorziening gevormd indien waarschijnlijk is dat de onvermijdelijke kosten van het nakomen van de verplichtingen hoger zijn dan de economische voordelen van die contracten. Reorganisatie Een reorganisatievoorziening wordt opgenomen als een gedetailleerd reorganisatieplan is goedgekeurd waarbij tevens de belangrijkste kenmerken van dat plan aan de direct betrokkenen zijn meegedeeld.
2.20
Rentedragende schulden Rentedragende schulden worden bij eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct aan deze schulden toewijsbaar zijn, worden hieraan toegevoegd. Na eerste opname worden rentedragende schulden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
77
2.21
Leases (Eneco als lessor) Lease-overeenkomsten waarbij Eneco als lessor feitelijk alle voordelen en risico’s van eigendom heeft, worden aangemerkt als operationele lease. Indien dit niet het geval is worden deze overeenkomsten gezien als financiële lease. Materiële vaste activa die op basis van een operationele lease-overeenkomst aan derden ter beschikking worden gesteld, worden opgenomen en verwerkt volgens de grondslagen voor materiële vaste activa. Leasebaten worden zo toegewezen aan de verschillende perioden zodat jaarlijks een constant rendement over de netto-investering wordt behaald. Materiële vaste activa die op basis van een financiële lease-overeenkomst aan derden ter beschikking worden gesteld, worden als vorderingen opgenomen ter hoogte van de nettoinvestering in die activa. De leasebetalingen worden op basis van de constante periodieke rente gesplitst in een rentecomponent en een aflossingscomponent. De rentecomponent wordt in de betreffende periode ten gunste van het resultaat gebracht en de aflossing wordt in mindering gebracht op de leasevordering.
2.22
Handelscrediteuren en overige schulden Handelscrediteuren en overige financiële instrumenten worden opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs.
78
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening alle bedragen zijn in miljoenen euro tenzij anders vermeld
3.
Opbrengst energielevering, -transport en energiegerelateerde activiteiten 2010
Elektriciteit
2.300
2.549
Gas
2.014
2.095
Warmte
250
239
Energiegerelateerde activiteiten *
158
135
4.722
5.018
Totaal *
2009
Gegevens 2009 voor vergelijkingsdoeleinden aangepast.
De afrekening van verkopen aan grootverbruikers vindt maandelijks op basis van meterstanden plaats. Voor verkopen aan kleinverbruikers is de afrekening gebaseerd op meteropnames gespreid over het hele jaar. De omvang van de energie en transportdiensten die gedurende de verslagperiode aan kleinverbruikers zijn geleverd en de opbrengstwaarden daarvan worden daarom deels geschat op basis van historische verbruikgegevens, standaardklantprofielen en van toepassing zijnde energietarieven. De opbrengst is nagenoeg geheel in Nederland gerealiseerd.
4.
Overige opbrengsten 2010
2009*
Exploitatie openbare verlichting
73
80
Infrastructurele werken
43
56
Subsidie- en incassodiensten
22
23
6
17
56
51
200
227
2010
2009*
Energie- en emissiehandel Overige Totaal *
5.
Gegevens 2009 voor vergelijkingsdoeleinden aangepast.
Personeelsbeloningen
Lonen en salarissen
284
275
Sociale lasten
35
26
Pensioenpremies
35
29
Overige personeelskosten
30
30
384
360
Totaal *
Gegevens 2009 voor vergelijkingsdoeleinden aangepast.
Onder de overige personeelskosten is voor individuele vertrekregelingen € 1,9 mln. verantwoord (2009: € 0,5 mln.). Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
79
Personeelsaantallen De specificatie van het aantal personeelsleden per bedrijfssegment herleid naar fulltime equivalenten (FTE) per jaareinde is als volgt:
Per 31 december Per 31 december 2010
2009
Energiebedrijf Eneco
3.013
3.336
Stedin
1.136
770
Joulz
2.356
2.482
40
40
6.545
6.628
Overige Totaal
Het gemiddeld aantal FTE in 2010 bedraagt 6.622 (2009: 6.137).
6.
Bezoldiging bestuurders en commissarissen Bezoldiging bestuurders Het beloningsbeleid voor de Raad van Bestuur is op voorstel van de Raad van Commissarissen goedgekeurd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 20 mei 2005. De bezoldiging voor de Raad van Bestuur wordt vastgesteld door de Raad van Commissarissen op advies van de remuneratiecommissie. Het remuneratierapport over 2010 wordt beschikbaar gesteld op de website van Eneco Holding N.V. De bezoldiging van de bestuurders bestaat uit een vaste vergoeding en een variabele vergoeding. De variabele vergoeding bedraagt maximaal 20% van de totale vergoeding. De variabele vergoeding die in 2010 is uitgekeerd, is gebaseerd op het financiële resultaat dat over 2009 is behaald en op individuele taakstellingen. De pensioentoezeggingen voor de heren De Haas en Rameau zijn ondergebracht bij de reguliere pensioenregeling van Eneco Holding N.V. De heren Machielsen en Kras hebben een individuele pensioenregeling (toegezegde-bijdrageregeling). De huidige arbeidsovereenkomsten met de heren de Haas, Rameau en Machielsen zijn aangegaan voor onbepaalde tijd met een opzegtermijn van vier maanden voor de vennootschap. De heren De Haas en Rameau zijn per 1 januari 2011 herbenoemd voor een periode van vier jaren. De huidige arbeidsovereenkomst van de heer Kras is verlengd en aangegaan voor bepaalde tijd tot 1 januari 2013 met een opzegtermijn van eveneens vier maanden. Bij het gedwongen verlaten van de vennootschap hebben de heren Rameau en Machielsen recht op een uitkering van 12 maanden salaris, voor de heer De Haas betreft dit 24 maanden salaris en voor de heer Kras 3 maanden salaris. Specificatie van het totaal van de vergoedingen:
Variabele
x € 1.000
Brutosalaris
beloning
Pensioenpremie
Totaal 2010
Mr. J.F. de Haas
438
92
67
597
Drs. H.J. Machielsen
348
75
50
473
Ir. C.J. Rameau
324
64
47
435
Drs. ing. D.J. Kras
320
41
48
409
1.430
272
212
1.914
Totaal
80
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Variabele
x € 1.000
Brutosalaris
beloning
Mr. J.F. de Haas
421
Drs. H.J. Machielsen
334
Ir. C.J. Rameau Ir. J.J. Fennema (tot 15 mei 2009)
Pensioenpremie
Totaal 2009
98
64
583
79
51
464
291
61
41
393
134
75
18
227
172
–
28
200
1.352
313
202
1.867
Drs. ing. D.J. Kras (vanaf 1 juni 2009) Totaal
Bezoldiging commissarissen De bezoldiging van de voorzitter van de Raad van Commissarissen bedraagt € 35.000,- per jaar. De overige commissarissen ontvangen elk een honorarium van € 27.500,- per jaar. Commissieleden ontvangen elk extra vergoedingen voor de onderstaande commissies: • Auditcommissie € 5.000,• Strategische Commissie € 4.000,- (werkzaamheden zijn per 1/9 2010 beëindigd) • Remuneratiecommissie € 3.000,• Selectie- en benoemingscommissie € 3.000,• OR-commissie € 1.500,De vaste onkostenvergoeding bedraagt € 1.150,- per jaar.
7.
Resultaat geassocieerde deelnemingen Voor een overzicht van de geassocieerde deelnemingen wordt verwezen naar het in deze jaarrekening opgenomen overzicht van dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen.
Aandeel in het resultaat na belastingen Waardevermindering
8.
2010
2009
6
30
–6
–
Ontvangen dividend
1
1
Totaal
1
31
2010
2009
Rentebaten
9
14
Overig
–
1
Totaal
9
15
Financiële baten
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
81
9.
Financiële lasten
Rentelasten
2010
2009
97
89
Oprenting voorzieningen
2
2
Overig
3
–
Totaal
102
91
10. Belastingen De vennootschap vormt met vrijwel al haar Nederlandse dochterondernemingen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. De specificatie van de belastingen over het resultaat is als volgt:
2010
2009
Actuele belastinglasten
–5
4
Mutatie uitgestelde belastingen
55
47
Correctie belastingen over voorgaande jaren
2
–7
– 14
–4
Correctie latentie verlaging belastingtarief
–2
–
Belastingen over het resultaat
36
40
2010
2009
182
223
Deelnemingsvrijstelling
2
– 31
Fiscaal niet-aftrekbare kosten
9
8
Fiscaal afwijkende afschrijving
– 371
– 152
–
– 29
– 178
19
Voorwaartse verliescompensatie
158
–3
Fiscaal belastbaar bedrag
– 20
16
Nominaal belastingtarief
25,5%
25,5%
Actuele belastinglasten
–5
4
Correctie uitgestelde belastingen over voorgaande jaren
De specificatie van de actuele belastinglasten is als volgt:
Resultaat voor belasting
Overige Fiscaal resultaat
Van het fiscaal resultaat over 2010 wordt een bedrag van € 20 mln. verrekend met de fiscale winsten over de jaren 2007 en 2008. De verliescompensatie voor toekomstige jaren kan tot en met 2019 worden verrekend.
82
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
De specificatie van de effectieve belastingdruk uitgedrukt als percentage van het resultaat voor belastingen is als volgt:
2010
2009
25,5%
25,5%
Deelnemingsvrijstelling
0,3%
– 3,6%
Fiscaal niet-aftrekbare kosten
1,3%
0,9%
Resultaat vrij van belasting
1,0%
0,0%
– 2,2%
– 1,8%
Correctie belastingen over voorgaande jaren
– 4,4%
– 3,0%
Overige
– 1,6%
0,0%
19,9%
18,0%
Nominaal belastingtarief Effect van:
· · · · · ·
Fiscale stimuleringsmaatregelen
Effectieve belastingdruk
Bij de definitieve afwikkeling van de vennootschapsbelasting over 2008 en 2009 bleek de werkelijke last lager uit te vallen dan de opgenomen verplichting. De vrijval van de correctie belastingen over voorgaande jaren is in 2010 ten gunste gebracht van de vennootschapsbelasting in de winst- en verliesrekening.
11. Resultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten In het boekjaar is besloten om enkele activiteiten te beëindigen. De activa en verplichtingen van deze activiteiten zijn geclassificeerd als activa of verplichtingen aangehouden voor verkoop. De resultaten van deze classificatie zijn verantwoord als resultaat uit beëindigde bedrijfsactiviteiten. Het resultaat uit beëindigde bedrijfsactiviteiten bedraagt € 6 mln. Dit resultaat heeft niet tot een belastingeffect geleid.
12. Overheidssubsidies De specificatie van de overheidssubsidies die ten gunste van het resultaat zijn gebracht is als volgt:
Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie (MEP-regeling)
2010
2009
35
40
Energie-investeringsaftrek (EIA)
4
4
Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE)
2
1
Niet-industriële restwarmte infrastructuur (NIRIS)
1
–
42
45
Totaal
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
83
Toelichting op de geconsolideerde balans alle bedragen zijn in miljoenen euro tenzij anders vermeld
13. Materiële vaste activa Grond en bedrijfsgebouwen
Machines en installaties*
Netwerken
Overige
Activa in
gereguleerd
bedrijfsmiddelen
aanbouw
Totaal
Aanschafwaarde Per 1 januari 2009
130
1.400
5.319
167
35
7.051
Investeringen
4
54
189
11
265
523
Acquisities
–
40
–
3
1
44
–2
– 24
–1
– 34
–4
– 65
aangehouden voor verkoop
– 38
–9
–
–
–
– 47
Herclassificatie overig
– 23
51
23
6
– 46
11
71
1.512
5.530
153
251
7.517 – 113
Desinvesteringen Herclassificatie naar activa
Per 31 december 2009 Herwaardering netwerken gereguleerd
–
–
– 113
–
–
Investeringen
1
47
355
7
320
730
–2
–5
–8
– 14
–
– 29
–1
–4
–
–1
–2
–8
1
3
59
–
– 63
–
70
1.553
5.823
145
506
8.097
Desinvesteringen Herclassificatie naar activa aangehouden voor verkoop Herclassificatie overig Per 31 december 2010 Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
69
508
1.522
123
–
2.222
Jaarafschrijvingen
Per 1 januari 2009
3
74
179
9
–
265
Acquisities
–
7
–
1
–
8
–2
– 25
–1
– 33
–
– 61
aangehouden voor verkoop
– 19
–5
–
–
–
– 24
Herclassificatie overig
– 24
26
25
3
–
30
27
585
1.725
103
–
2.440
–
–
– 35
–
–
– 35
3
77
185
9
5
279
–1
–3
–4
–8
–
– 16
Desinvesteringen Herclassificatie naar activa
Per 31 december 2009 Herwaardering netwerken gereguleerd Jaarafschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen Desinvesteringen Herclassificatie naar activa
–
–2
–
–
–
–2
Herclassificatie overig
–1
– 34
35
–
–
–
Per 31 december 2010
28
623
1.906
104
5
2.666
Per 31 december 2009
44
927
3.805
50
251
5.077
Per 31 december 2010
42
930
3.917
41
475
5.431
aangehouden voor verkoop
Netto boekwaarde
*
84
Gegevens 2009 voor vergelijkingsdoeleinden aangepast.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
In de categorie ‘netwerken gereguleerd’ zijn ook niet-gereguleerde activa opgenomen die noodzakelijk zijn om kasstromen te genereren in het gereguleerde domein en daarmee distributie- en transportactiviteiten voor gas en elektriciteit uit te voeren. De gereguleerde netwerkactiviteiten zijn onderhevig aan regulering door de Energiekamer, een onderdeel van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa). Reële waarde netwerken gereguleerd De reële waarde van netwerken en netwerkgerelateerde activa in het gereguleerde domein is per 1 januari 2010 bepaald door een extern, onafhankelijke waarderingsspecialist gebaseerd op de ‘Gereguleerde Activa Waarde’ en de hieraan gerelateerde veronderstellingen, zoals deze worden gehanteerd in het regulatorisch kader. De reële waarde is afgeleid van een waarderingsmodel en niet van observeerbare marktprijzen. Voor de waardering is een rendementspercentage van 6,2% gehanteerd. Daarnaast is de waarde gebaseerd op toekomstige distributietarieven zoals door de Energiekamer zijn vastgesteld. De reële waarde van de netwerken gereguleerd is met € 78 mln. gedaald, hetgeen resulteerde in een daling van de herwaarderingsreserve met € 58 mln. Per 31 december 2010 bedraagt de boekwaarde tegen historische kostprijs van de netwerken gereguleerd € 3.021 mln. (2009: € 2.730 mln.). Activa in aanbouw In het boekjaar is € 14 mln. (2009: € 6 mln.) toerekenbare rente geactiveerd van materiële vaste activa in aanbouw. De gehanteerde verslaggevingstandaarden vereisen dat deze rente wordt geactiveerd. In het boekjaar is gebleken dat een aantal investeringsprojecten niet zullen worden uitgevoerd. Voor deze projecten is een bedrag van € 5 mln. afgeboekt in de activa in aanbouw. Lease-and-leaseback transacties In de jaren 1997 tot en met 2000 zijn lease-and-leaseback transacties aangegaan voor een groot deel van de gas-, elektriciteits- en warmtenetten. Het juridische en economische eigendom van deze netten ligt bij Eneco. Voor een nadere toelichting op deze leasetransacties wordt verwezen naar toelichting 30.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
85
14. Immateriële vaste activa Concessies, Goodwill*
Klanten-
Licenties en
bestanden
software
vergunningen
Ontwikkelings-
en rechten*
kosten
Totaal
Aanschafwaarde Per 1 januari 2009
134
111
97
197
5
544
Investeringen
21
–
3
4
5
33
Acquisities
27
–
1
1
1
30
Translatieverschillen
1
–
–
–
–
1
Desinvesteringen
–
–5
– 33
–
–
– 38
Herclassificatie overig
– 13
1
–2
33
–
19
Per 31 december 2009
589
170
107
66
235
11
Investeringen
–
–
1
1
2
4
Translatieverschillen
–
–
–
1
–
1
Desinvesteringen
–
–
–8
–
–1
–9
Herclassificatie overig
–
–
4
–3
–7
–6
170
107
63
234
5
579
Per 31 december 2010
Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen Per 1 januari 2009
–
37
82
68
1
188
Jaarafschrijvingen
–
6
6
18
1
31
Acquisities
–
–
1
–
2
3
Desinvesteringen
–
–5
– 32
–
–
– 37
Herclassificatie overig
–
1
–1
–
–
– 185
Per 31 december 2009
–
39
56
86
4
Jaarafschrijvingen
–
6
6
10
1
23
Desinvesteringen
–
–
–8
–
–
–8
Per 31 december 2010
–
45
54
96
5
200
Per 31 december 2009
170
68
10
149
7
404
Per 31 december 2010
170
62
9
138
–
379
Netto boekwaarde
*
Gegevens 2009 voor vergelijkingsdoeleinden aangepast.
De kasstroomgenererende eenheden voor goodwill zijn gelijk aan de bedrijfssegmenten. Alle goodwill heeft betrekking op Energiebedrijf Eneco. Een marktprijs is niet beschikbaar ter vaststelling van de reële waarde minus verkoopkosten van de kasstroomgenererende eenheden. De bedrijfswaarde van de kasstroomgenererende eenheden is gebaseerd op verwachte toekomstige kasstromen. Deze kasstromen zijn gebaseerd op de meerjarenplanning van Eneco, een constante marktconforme langetermijngroei en een disconteringsvoet die aansluit op de risico’s van de activiteiten. In deze veronderstellingen worden op korte termijn geen significante wijzigingen verwacht. Derhalve is geen gevoeligheidsanalyse opgenomen. De post klantenbestanden betreft voornamelijk het klantenbestand van REMU N.V. dat in 2003 is overgenomen. De post concessies, vergunningen en rechten bestaat uit een bedrag van € 150 mln. dat in 2005 is betaald voor de overname van een overeenkomst betreffende de levering van maxi-
86
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
maal 800 MW elektriciteit door Rijnmond Energy C.V. In 2008 is voor € 45 mln. aan vergunningen toegevoegd uit hoofde van de acquisitie van Air Energy S.A. die zijn verleend voor bestaande en nog te realiseren windparken in België.
15. Bedrijfscombinaties Op 1 februari 2011 heeft Eneco Holding N.V. het 15,3% minderheidsbelang in Air Energy Holding N.V. aangekocht voor € 23,3 mln. Door deze transactie wordt het meerderheidsbelang in Air Energy Holding N.V. uitgebreid, hetgeen in de jaarrekening 2011 zal worden verwerkt als een wijziging in de eigendomsverhouding en niet als een bedrijfscombinatie.
16. Geassocieerde deelnemingen De waarde van de geassocieerde deelnemingen heeft zich in 2010 als volgt ontwikkeld:
Boekwaarde per 1 januari
2010
2009
75
40
- Acquisities
1
8
- Aandeel in het resultaat na belastingen
6
30
- Ontvangen dividend
–3
–3
- Waardevermindering
–4
–
- Translatieverschillen
–1
–
Boekwaarde per 31 december
74
75
De samenvatting van financiële gegevens van de geassocieerde deelnemingen van Eneco is als volgt:
Per 31 december Per 31 december 2010
2009
Activa
360
337
Verplichtingen
171
169
2010
2009
560
510
21
71
Omzet Resultaat na belastingen
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
87
17. Uitgestelde belastingen De specificatie van de uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen is als volgt: Vorderingen
Verplichtingen
Per 31 december Per 31 december Per 31 december Per 31 december 2010
2009
2010
2009
Materiële vaste activa
2
–
155
108
Immateriële vaste activa
4
3
16
20
Kasstroomafdekkingen
27
28
13
12
Compensabele verliezen
51
13
19
4
Voorzieningen
7
7
–
–
Vorderingen
1
–
–
–
92
51
203
144
Totaal
De uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen die betrekking hebben op kasstroomafdekkingen worden via het eigen vermogen verwerkt. De regeling ter voorkoming van dubbele belastingheffing leidt voor de stallingsverliezen van vaste inrichtingen in het buitenland tot de gepresenteerde uitgestelde belastingverplichting onder de compensabele verliezen. De specificatie van de vervaltermijnen van verrekenbare tijdelijke verschillen per 31 december 2010 is als volgt:
Materiële vaste activa Immateriële vaste activa Kasstroomafdekkingen Compensabele verliezen Voorzieningen Vorderingen
Vorderingen
Verplichtingen
1 – 10 jr
1 – 50 jr
11 jr
1 – 30 jr
1 – 20 jr
1 – 30 jr
1 – 9 jr
1 – 5 jr
1 – 10 jr 1 jr
Voor compensabele voorvoegingsverliezen ten bedrage van € 42,1 mln. (2009: € 24,5 mln.) is geen uitgestelde belastingvordering opgenomen, omdat niet zeker is of toekomstige fiscale winsten beschikbaar zullen zijn waarmee deze verliezen kunnen worden verrekend. Volgens de fiscale regelgeving is verrekening van deze verliezen alleen mogelijk met winsten die worden gerealiseerd in de jaren 2011 tot en met 2019. Het grootste deel van deze verliezen, te weten € 22,5 mln., verdampt al in 2011.
88
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
18. Afgeleide financiële instrumenten De specificatie van de reële waarde van afgeleide financiële instrumenten is als volgt:
Per 31 december 2010 activa
Per 31 december 2009
passiva
activa
passiva
Renteswapcontracten
–
5
–
7
Valutaswapcontracten
9
15
–
80
212
220
251
241
38
24
59
40
259
264
310
368
168
174
179
163
91
90
131
205
259
264
310
368
Energiecommoditycontracten CO2-emissierechtencontracten Totaal
Classificatie Vlottend / kortlopend Vast / langlopend Totaal
De specificatie van de reële waarde van afgeleide financiële instrumenten waarvan de waardemutaties zijn verwerkt in het resultaat is als volgt:
Per 31 december 2010
Energiecommoditycontracten CO2-emissierechtencontracten Totaal
Per 31 december 2009
activa
passiva
activa
passiva
170
164
208
201
38
24
59
40
208
188
267
241
142
130
150
137
66
58
117
104
208
188
267
241
Classificatie Vlottend / kortlopend Vast / langlopend Totaal
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
89
De specificatie van de reële waarde van afgeleide financiële instrumenten waarvan de waardemutaties zijn verwerkt in het eigen vermogen via de reserve kasstroomafdekkingen is als volgt:
Per 31 december 2010 activa
Per 31 december 2009
passiva
activa
passiva
Renteswapcontracten
–
5
–
7
Valutaswapcontracten
9
15
–
80
Energiecommoditycontracten
42
56
43
40
Totaal
51
76
43
127
Classificatie Vlottend / kortlopend
26
44
29
26
Vast / langlopend
25
32
14
101
Totaal
51
76
43
127
Deze instrumenten worden gebruikt in kasstroomhedge afdekkingstransacties om rente-, valuta- en energieprijsrisico’s af te dekken. De hiërarchie van de per 31 december 2010 op reële waarde gewaardeerde afgeleide financiële instrumenten is als volgt:
31 december 2010
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Totaal
18
232
–
250
–
9
–
9
18
241
–
259
17
227
–
244
–
20
–
20
17
247
–
264
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Totaal
26
284
–
310
26
284
–
310
17
264
–
281
–
87
–
87
17
351
–
368
Activa Energiecommoditycontracten Rente- en valutaswapcontracten
Passiva Energiecommoditycontracten Rente- en valutaswapcontracten
31 december 2009
Activa Energiecommoditycontracten
Passiva Energiecommoditycontracten Rente- en valutaswapcontracten
90
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Niveau 1 Onder niveau 1 worden financiële instrumenten verantwoord waarvan de reële waarde is gebaseerd op niet aangepaste marktprijzen van gelijke instrumenten in actieve markten. Niveau 2 Onder niveau 2 worden financiële instrumenten verantwoord met een reële waarde gebaseerd op marktprijzen of prijsopgaven aangevuld met andere beschikbare informatie. Bij de waarderingsmethodiek wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van observeerbare marktprijzen. De waardering van niveau 2 energiecommoditycontracten zijn gebaseerd op marktprijzen of prijsopgaven voor liquide perioden voor onderliggende waarden als elektriciteit, gas (title transfer facility), olie gerelateerde prijzen en emissierechten. Andere contracten worden gewaardeerd middels afstemming met de tegenpartij, in deze afstemmingen worden observeerbare forwardcurves van rente en valuta gehanteerd. Illiquide contracten worden niet onder deze categorie instrumenten verantwoord. Niveau 3 Onder niveau 3 worden financiële instrumenten verantwoord die zijn gewaardeerd op basis van berekeningen waarin een of meer significante inputfactoren niet zijn gebaseerd op objectieve marktdata. In toelichting 24 is het verloopoverzicht van de reserve kasstroomafdekking opgenomen. De kasstroomafdekkingsinstrumenten betreffen afgeleide financiële instrumenten die netto tussen partijen worden afgerekend. De specificatie van de perioden waarin de kasstromen van de kasstroomafdekkingen naar verwachting zullen worden gerealiseerd is als volgt:
Per 31 december Per 31 december 2010
2009
Verwachte kasstroom Binnen 1 jaar
– 44
–4
Binnen 1 tot 5 jaar
11
– 31
Na 5 jaar
–1
– 125
– 34
– 160
Totaal
Het totaal van de kasstroomafdekkingen dat in de toekomst in het resultaat wordt verwerkt is onder aftrek van belastingen opgenomen in de reserve kasstroomafdekkingen. De specificatie van de perioden waarin de resultaten van de kasstroomafdekkingen naar verwachting zullen worden gerealiseerd is als volgt:
Per 31 december Per 31 december 2010
2009
Verwachte verwerking in het resultaat na belastingen Binnen 1 jaar
– 34
10
Binnen 1 tot 5 jaar
6
– 13
Na 5 jaar
–
– 63
– 28
– 66
Totaal
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
91
19. Overige financiële vaste activa Per 31 december Per 31 december 2010
Overige kapitaalbelangen
2009
4
5
Vorderingen op verbonden partijen
55
50
Overige vorderingen
66
63
125
118
Totaal
20. Activa aangehouden voor verkoop Per 31 december Per 31 december 2010
2009
Gebouwen
7
12
Machines en installaties
–
4
Immateriële rechten
–
2
Af te stoten activa- en verplichtingengroep
42
–
Totaal
49
18
In 2010 is Eneco gestart met de uitvoering van plannen, heeft taxaties laten uitvoeren en onderhandelingen gevoerd om vaste activa en af te stoten activa- en verplichtingengroepen te verkopen. Naar verwachting zullen deze activa binnen een jaar worden verkocht.
21. Handelsdebiteuren Per 31 december Per 31 december
Energiedebiteuren
92
2010
2009
879
681
Overige handelsdebiteuren
72
140
Af: waardeverminderingen
– 92
– 84
Totaal
859
737
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
De specificatie van de uitstaande vorderingen naar ouderdom is als volgt:
Per 31 december Per 31 december 2010
2009
736
631
tot 3 maanden
90
68
3 tot 6 maanden
16
14
6 tot 12 maanden
36
39
meer dan 12 maanden
73
69
Voor vervaldatum Na vervaldatum:
· · · ·
Nominale waarde
951
821
Af: waardeverminderingen
– 92
– 84
Totaal
859
737
Het verloop van de waardeverminderingen van de debiteuren is als volgt:
2010
2009
Per 1 januari
84
65
Toevoegingen via het resultaat
28
36
– 20
– 17
92
84
Onttrekkingen Per 31 december
De handelsdebiteuren betreffen posten met een looptijd korter dan een jaar. Gezien het kortlopende karakter van de post handelsdebiteuren is de boekwaarde gelijk aan de reële waarde.
22. Overige vorderingen Per 31 december Per 31 december 2010
2009
Overlopende activa
67
85
Zekerheidsstellingen aan handelspartijen (margin calls)
20
127
Onderhanden projecten in opdracht van derden
6
12
Overige vorderingen
9
15
102
239
Totaal
Vanwege het kortlopende karakter van de post overige vorderingen is de boekwaarde gelijk aan de reële waarde.
23. Liquide middelen De liquide middelen bestaan uit kas- en banksaldi en deposito’s en bedragen per 31 december 2010 € 241 mln. (2009: € 606 mln.). Niet direct opvraagbare deposito’s en geblokkeerde rekeningen bedragen op 31 december 2010 € 68 mln. (2009: € 48 mln.). Deze middelen staan niet ter vrije beschikking van Eneco.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
93
24. Eigen vermogen Per 31 december Per 31 december 2010
2009
Aandelenkapitaal
497
497
Agioreserve
381
381
Herwaarderingsreserve
668
762
Reserve translatieverschillen Reserve kasstroomafdekkingen Ingehouden resultaten Onverdeeld resultaat boekjaar
–1
–2
– 56
– 52
2.250
2.126
141
177
3.880
3.889
10
11
3.890
3.900
Eigen vermogen toe te rekenen aan aandeelhouders Eneco Holding N.V. Minderheidsbelangen Eigen vermogen Eneco
Aandelenkapitaal Het maatschappelijk kapitaal van Eneco Holding N.V. bedraagt € 2 mld., verdeeld in 20 miljoen aandelen met een nominale waarde van elk € 100,-. Per 31 december 2010 zijn 4.970.978 aandelen geplaatst en volgestort. In 2010 is hierin geen wijziging opgetreden. Eneco Holding N.V. heeft alleen gewone aandelen uitstaan. Agioreserve Eneco Holding N.V. is ontstaan in 2000. De toenmalige aandeelhouders van N.V. Eneco hebben een kapitaalbelang in de vennootschap verkregen door hun kapitaalbelang in N.V. Eneco in te brengen in Eneco Holding N.V. Voor zover de waarde van dat kapitaalbelang de nominale waarde van de aandelen van Eneco Holding N.V. oversteeg is dit meerdere opgenomen als agioreserve. Deze reserve is te beschouwen als gestort kapitaal. Herwaarderingsreserve De herwaarderingsreserve heeft betrekking op de waardering van netwerken en netwerkgerelateerde activa op basis van de reële waarde. De vorming van deze reserve heeft in 2008 plaatsgevonden. Het verschil tussen de afschrijvingen in het boekjaar 2010 op basis van de geherwaardeerde boekwaarde en de afschrijvingen op basis van de oorspronkelijke historische kostprijs is, gecorrigeerd voor uitgestelde belastingen, overgeboekt van de herwaarderingsreserve naar de reserve ingehouden winsten. De herwaarderingsreserve staat niet ter vrije beschikking van de aandeelhouders. Reserve kasstroomafdekkingen In de reserve kasstroomafdekkingen worden veranderingen verwerkt van de reële waarde van het effectieve deel van afgeleide financiële instrumenten die zijn aangewezen voor kasstroomafdekking waarvan de afdekkingstransactie nog niet is afgewikkeld. Eneco voldoet hierbij aan de voorwaarden van cashflow hedge accounting. Deze afdekkingsinstrumenten bestaan uit forwardcontracten die met andere marktpartijen zijn afgesloten om de marktprijsrisico’s af te dekken van de inkoop en verkoop van energiecommoditycontracten. Daarnaast is onder deze reserve het effectieve deel van de afdekking met rente- en valutaswapcontracten opgenomen. De reserve kasstroomafdekkingen staat niet ter vrije beschikking van de aandeelhouders.
94
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Onderstaand is het verloopoverzicht van de reserve kasstroomafdekkingen opgenomen:
Per 1 januari 2009 *
Energie-
Renteswap-
Valutaswap-
commodities
contracten
contracten
Totaal
– 96
–4
–
– 100
1
–
– 68
– 67
Nieuw gedefinieerde kasstroomhedges in boekjaar Mutatie reële waarde kasstroom36
–1
–
35
– 35
–
17
– 18
hedges
– 12
–
–
– 12
Beëindigde kasstroomafdekkingen
110
–
–
110
4
–5
– 51
– 52
–6
1
–
–5
–5
–1
22
16
7
–
–5
2
afdekkingen Uitgestelde belastingverplichtingen Ineffectief deel van kasstroom-
Per 31 december 2009 Nieuw gedefinieerde kasstroomhedges in boekjaar Mutatie reële waarde kasstroomafdekkingen Uitgestelde belastingverplichtingen Ineffectief deel van kasstroom-
–3
–
–
–3
Beëindigde kasstroomafdekkingen
– 14
–
–
– 14
Per 31 december 2010
– 17
–5
– 34
– 56
hedges
*
Gegevens 2009 voor vergelijkingsdoeleinden aangepast.
Uitkeerbare resultaten In 2010 is voor € 17,70 aan dividend per aandeel uitgekeerd (2009: € 27,36). Per 31 december 2010 bedraagt het niet-uitkeerbare vermogen € 778 mln. (2009: € 885 mln.).
25. Personeelsvoorzieningen Ziektekosten
Diensttijd
gepensio-
gebonden
neerden
uitkeringen
Totaal
Per 1 januari 2009
6
25
31
Dotaties
1
2
3
–1
–
–1
Vrijval
–
–2
–2
Per 31 december 2009
6
25
31
Dotaties
–
2
2
–1
–1
–2
Vrijval
–
–2
–2
Herclassificatie
–
–1
–1
Per 31 december 2010
5
23
28
Onttrekkingen
Onttrekkingen
Classificatie Kortlopend
1
2
3
Langlopend
4
21
25
Per 31 december 2010
5
23
28
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
95
De voorzieningen zijn actuarieel bepaald op basis van de volgende uitgangspunten:
2010
2009
Disconteringsvoet per 31 december
4%
5%
Toekomstige salarisstijgingen
1%
2%
Overige
Totaal
26. Overige voorzieningen Amoverings-
Verlieslatende
voorziening
contracten
Reorganisatie
Per 1 januari 2009
17
13
5
7
42
Dotaties
3
5
1
15
24
Acquisitie
2
–
–
–
2
Onttrekkingen
–
–5
–
–
–5
Vrijval
–
–2
–1
–
–3
Herclassificatie
2
4
–
–6
– 60
Per 31 december 2009
24
15
5
16
Dotaties
3
1
13
2
19
Onttrekkingen
–
–3
–7
– 10
– 20
Vrijval
–
–
–1
–5
–6
Herclassificatie
–1
–
–
2
1
Per 31 december 2010
26
13
10
5
54
Classificatie Kortlopend
–
3
7
–
10
Langlopend
26
10
3
5
44
Per 31 december 2010
26
13
10
5
54
De voorzieningen zijn in 2010 opgerent met 5% (2009: 5%). In 2010 heeft Joulz een voorziening voor reorganisatie gevormd van € 12 mln. voor de stroomlijning van de activiteiten.
27. Rentedragende schulden De rentedragende schulden zijn als volgt te specificeren:
Per 31 december Per 31 december 2010
Obligatielening Onderhandse leningen Groene en achtergestelde leningen Kasgeldleningen Totaal
2009
–
125
1.722
1.662
225
258
–
42
1.947
2.087
Voor de specificatie van de perioden waarin de aflossingen zullen plaatsvinden wordt verwezen naar toelichting 32. 96
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Per 31 december Per 31 december 2010
2009
Classificatie Kortlopend
247
285
Langlopend
1.700
1.802
Totaal
1.947
2.087
Voor de rentedragende schulden hebben geen verpandingen plaatsgevonden. De obligatielening betrof uitgegeven eurobonds onder het in 2003 geïntroduceerde Debt Issuance Programme. Deze lening stond genoteerd aan de beurs van Luxemburg en is op 10 juni 2010 afgelost. De onderhandse leningen zijn in overwegende mate verkregen van institutionele beleggers en banken. De onderhandse leningen omvatten tevens voor een bedrag van € 203 mln. in US dollars, € 185 mln. in Japanse yens en € 88 mln. in Britse ponden. De groenfonds leningen betreffen leningen voor financiering van specifieke investeringen in duurzame energie-infrastructuur. Vanwege de belastingvoordelen die beleggers in deze groenfondsen genieten ligt de verschuldigde rente onder de marktrente. De kasgeldleningen bestonden uit onderhandse kasgeldleningen en uitgegeven commercial papers. Een overzicht van de kredietfaciliteiten is opgenomen in toelichting 32. Aflossingsverplichtingen voor het eerste jaar na balansdatum worden opgenomen onder de kortlopende schulden. De rentebetalingen over een leningsbedrag van € 1.707 mln. (2009: € 1.771 mln.) zijn gebaseerd op een vast percentage (reële waarde risico). Voor de overige leningen gelden variabele rentepercentages die de ontwikkeling van de marktrente (kasstroom-renterisico) volgen. Voor deze variabele rentepercentages wordt deels gebruik gemaakt van afgeleide financiële instrumenten (renteswapcontracten). De gemiddelde rentelast en de reële waarde van de leningen kunnen als volgt worden gespecificeerd:
2010
Gemiddelde rentelast Reële waarde van de leningen
2009
4,8%
4,5%
1.995
1.872
De reële waarde van de leningen is benaderd door middel van de contante waarde methode. Hierbij is uitgegaan van een gemiddelde marktrentevoet van 4,7% (2009: 5,1%).
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
97
28. Handelscrediteuren en overige schulden Per 31 december Per 31 december 2010
2009
Handelscrediteuren
673
586
Overlopende passiva
313
314
Pensioenpremies
5
5
Overige schulden
292
183
1.283
1.088
Kortlopend
1.152
1.047
Langlopend
131
41
1.283
1.088
Totaal Classificatie
Totaal
Onder de overlopende passiva is € 30 mln. (2009: € 27 mln.) opgenomen voor waarborgsommen die zijn ontvangen als zekerheid voor nog te leveren diensten. Onder de overlopende passiva is een bedrag van € 8,6 mln. opgenomen dat betrekking heeft op de af te stoten activa- en verplichtingengroep, hiervoor wordt verwezen naar toelichting 11 en 20.
29. Operationele leases Kosten en verplichtingen van operationele leases Eneco heeft operationele lease-overeenkomsten afgesloten voor ICT-voorzieningen en het wagenpark. Daarnaast zijn huurovereenkomsten gesloten voor een aantal terreinen en bedrijfspanden. In het resultaat is hiervoor een last opgenomen van € 40 mln. (2009: € 42 mln.). De minimale verplichtingen van deze overeenkomsten vervallen als volgt:
Per 31 december 2010
Per 31 december 2009
Huur-
Lease-
Huur-
Lease-
verplichtingen
verplichtingen
verplichtingen
verplichtingen
Binnen 1 jaar
33
15
20
26
Binnen 1 tot 5 jaar
65
40
41
55
Na 5 jaar
90
28
65
2
188
83
126
83
Totaal
Opbrengsten van operationele leases Verbruikstoestellen en energie-installaties worden verhuurd voor perioden van 5 tot 15 jaar, waarbij de betreffende activa eigendom van Eneco blijven. De verhuur omvat de terbeschikkingstelling aan gebruikers inclusief het onderhoud. De verhuuropbrengsten die in het resultaat zijn verwerkt bedragen € 37 mln. (2009: € 32 mln.).
98
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
De minimale vorderingen uit hoofde van niet-opzegbare huurovereenkomsten vervallen als volgt:
Per 31 december Per 31 december 2010
2009
Binnen 1 jaar
26
22
Binnen 1 tot 5 jaar
71
64
Na 5 jaar
41
37
138
123
Totaal
30. Niet uit de balans blijkende verplichtingen Inkoop- en verkoopverplichtingen energie Eneco heeft inkoopverplichtingen voor energie ter grootte van € 9,1 mld. (2009: € 6,0 mld.). Deze inkoopcontracten hebben betrekking op 2011 en latere jaren. De inkoopverplichtingen omvatten energiecontracten voor eigen gebruik (own use) met verschillende energieproducenten waaronder Rijnmond Energy C.V., Offshore Windpark Q7 B.V., diverse kleinere producenten van windenergie en gasproducenten. Daartegenover staan verkoopverplichtingen die betrekking hebben op 2011 en latere jaren ter grootte van € 4,6 mld. (2009: € 5,2 mld.). Eind 2010 is een langlopend gasleveringscontract aangegaan voor levering van één miljard kubieke meter aardgas per jaar tot 2030. Dit contract is afgesloten om de leveringszekerheid van aardgas te verbeteren. Daarnaast is een langlopend contract aangegaan voor de afname van duurzaam opgewekte elektriciteit. Deze contracten leiden tot een sterke stijging van de inkoopverplichtingen in 2010. Een bepaalde categorie energiecontracten is vanaf 1 januari 2010 als financiële instrumenten verwerkt. De reële waarde van deze contracten is opgenomen onder de afgeleide financiële instrumenten en is afhankelijk van marktprijzen en de contractprijzen. In voorgaande jaren was deze reële waarde niet significant. De nominale waarde van deze contracten is niet langer in de niet uit de balans blijkende verplichtingen opgenomen, hetgeen in een afname in de inkoop- en leveringsverplichtingen resulteerde (deze afname is niet waarneembaar door de hiervoor genoemde nieuw afgesloten inkoopcontracten). Voor de inkoop van warmte zijn verplichtingen ter grootte van € 0,4 mld. (2009: € 0,6 mld.) aangegaan tot en met 2020. Lease-and-leaseback transacties In de jaren 1997 tot en met 2000 zijn lease-and-leaseback transacties aangegaan voor een groot deel van de gas-, elektriciteits- en warmtenetten. Deze activa zijn voor een langdurige periode verhuurd aan derden, die dezelfde activa vervolgens hebben onderverhuurd aan Eneco. Aan het einde van de termijnen van de onderverhuur, gelegen tussen 2016 tot en met 2024, heeft Eneco het recht om de bij derden berustende rechten van onderverhuur te kopen.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
99
De specificatie van de afgesloten transacties is als volgt: Kosten Aantal
Transactie-
vroegtijdige
Waarde
transacties
waarde
beëindiging
beleggingen
Elektriciteitsnetten
7
1.602
632
460
Gasnetten
6
773
306
232
Warmtenetten
2
524
211
176
Totaal 31 december 2010
15
2.899
1.149
868
Totaal 31 december 2009
22
4.399
1.656
1.039
x USD 1 mln.
De transactiewaarden betreffen de taxatiewaarden op het moment van afsluiten van de leaseand-leaseback transacties bepaald voor Amerikaanse fiscale doeleinden, op basis van Amerikaanse fiscale waarderingsgrondslagen. In 2010 is een zevental transacties vroegtijdig beëindigd (2009: 10). De baten uit lease-and-leaseback transacties zijn verantwoord in het jaar van afsluiten van de respectievelijke transacties, onder aftrek van de destijds verwachte kosten gedurende de resterende looptijd. Deze verwachte kosten zijn in de balans opgenomen onder de overige langlopende schulden. De afgesloten lease-and-leaseback transacties kunnen de verkoopbaarheid van de activa beperken. Onder voorwaarden kunnen de activa of delen daarvan worden verkocht. Indien niet aan de voorwaarden zou worden voldaan kunnen ontbindende voorwaarden in werking treden. In verband met deze lease-and-leaseback transacties bestaan contractuele voorwaardelijke en onvoorwaardelijke verplichtingen en rechten. De financiële verplichtingen en rechten zijn per saldo aan elkaar gelijk en zijn overgedragen aan derden, waardoor deze niet in de balans worden opgenomen. Voor de verplichtingen zoals hiervoor bedoeld, heeft de vennootschap zekerheden verstrekt in de vorm van hypotheek- en pandrechten op onderdelen van de gas-, elektriciteits- en warmtenetten. Tevens heeft de vennootschap in verband met het risico van voortijdige beëindiging van de lease-and-leaseback transacties aanvullende zekerheden verstrekt in de vorm van bankgaranties (Letters of Credit) ter waarde van USD 470 mln. (2009: USD 912 mln.), die zijn gedekt met ondergeschikte zekerheidsrechten op het netwerk. Bij het aangaan van de lease-and-leaseback transacties is een deel van de ontvangen gelden belegd in Amerikaanse staatsobligaties of obligaties met een vrijwel vergelijkbare kredietwaardigheid. Deze gelden kunnen te zijner tijd worden aangewend om de rechten van onderverhuur te kopen. Op balansdatum bedraagt de marktwaarde van deze beleggingen USD 868 mln. (2009: USD 1.039 mln.). Het verschil tussen de kosten van vroegtijdige beëindiging en de waarde van de beleggingen zal zich naar verwachting in de komende jaren als volgt ontwikkelen:
x USD 1 mln.
Kosten vroegtijdige beëindiging
2011
2012
2014
2019
2024
1.161
1.171
1.188
422
156
Waarde beleggingen
900
933
1.003
343
156
Verschil
261
238
185
79
–
Het deel van de kosten van vroegtijdige beëindiging dat contractueel met bankgaranties moet worden afgedekt is afhankelijk van de corporate credit rating van Eneco. Per balansdatum is deze credit rating volgens Standard & Poor’s ‘A-’.
100
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Investeringsverplichtingen Ultimo 2010 is Eneco investeringsverplichtingen aangegaan voor een totaalbedrag van € 404 mln. (2009: € 688 mln.). Overige verplichtingen en verstrekte garanties Ultimo 2010 bedragen de bestaande overige betalingsverplichtingen € 183 mln. (2009: € 66 mln.), die vanaf 2011 voldaan moeten worden. Eneco heeft aan derden garanties verstrekt ter grootte van circa € 14 mln. (2009: € 80 mln.). Eneco heeft een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting en een fiscale eenheid voor de omzetbelasting. Eneco Holding N.V. en de dochters die deel uitmaken van een fiscale eenheid zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de belastingschuld.
31. Transacties met verbonden partijen Aan Eneco verbonden partijen zijn de geassocieerde deelnemingen, joint ventures en de partijen waarmee gezamenlijk beslissende zeggenschap wordt uitgeoefend over een entiteit, zoals in deze jaarrekening opgenomen en tevens haar bestuurders en commissarissen. De verkopen aan en inkopen van verbonden partijen hebben plaatsgevonden volgens voorwaarden die in het normale economische verkeer met derden gebruikelijk zijn. De vorderingen en schulden zijn niet zeker gesteld en zullen door bankbetalingen worden verrekend. De specificatie van de handelstransacties met de belangrijkste verbonden partijen is als volgt: Verkopen
Inkopen
2010
2009
2010
2009
Geassocieerde deelnemingen
83
81
26
22
Joint ventures
13
16
34
18
De specificatie van de vorderingen op en schulden aan de belangrijkste verbonden partijen is als volgt: Vorderingen
Schulden
Per 31 december Per 31 december Per 31 december Per 31 december 2010
Geassocieerde deelnemingen Joint ventures
2009
2010
2009
17
22
2
7
108
106
3
–
Voor de bezoldiging van de bestuurders en commissarissen wordt verwezen naar toelichting 6. Naast deze functionele relatie bestaat tussen hen en Eneco geen andere relatie dan die van klant en leverancier op basis van algemeen gebruikelijke leveringsvoorwaarden.
32. Beheersing van financiële risico’s In het kader van de normale bedrijfsvoering wordt kredietrisico, (commodity-)marktrisico en liquiditeitsrisico gelopen. Het beleid is erop gericht de negatieve gevolgen van onvoorziene omstandigheden op de financiële resultaten te minimaliseren. De doelstellingen die hiervoor zijn geformuleerd zijn afgeleid van de strategische doelstellingen. Op basis van deze doelstellingen zijn procedures en richtlijnen opgesteld die ten minste eenmaal per jaar worden geëvalueerd en indien nodig aangepast. Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
101
De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor de risicobeheersing. In dit kader worden door haar de procedures en richtlijnen vastgesteld en ziet zij toe op de naleving. De bevoegdheden om namens Eneco verbintenissen aan te gaan zijn vastgelegd in het Authority Manual. Voor alle business units zijn mandaten opgesteld die commodity (elektriciteit, gas, warmte) risico’s beheersen, zoals onder andere voor de handelsafdeling van Eneco en de verkoopkanalen van Eneco. De Raad van Bestuur bespreekt periodiek met het management de ontwikkeling van de resultaten, kengetallen zoals de ontwikkeling van het werkkapitaal en de handelspositie, de belangrijkste risico’s en de maatregelen om deze risico’s te beheersen. Elk jaar legt het management verantwoording af aan de Raad van Bestuur middels een ‘in control statement’. Een intern Audit & Risk Committee, een Commodity Risk Committee en een Investment Risk Commitee zien toe op de formulering en toepassing van het risicobeleid en adviseert de Raad van Bestuur hierover. Door bespreking van strategische plannen, budgetten, prognoses en resultaten houden de commissarissen toezicht op de gang van zaken en de beheersing van risico’s.
32.1
Kredietrisico Kredietrisico is het risico dat een verlies ontstaat omdat de tegenpartij of de bank van de tegenpartij niet aan haar contractuele verplichtingen kan of zal voldoen. Voor de beheersing van dit risico wordt onderscheid gemaakt tussen debiteurenrisico en tegenpartijrisico (counterparty risk). Debiteurenrisico Debiteurenrisico is het risico dat een debiteur een vordering niet zal voldoen. De meeste vorderingen zijn van beperkte omvang en verdeeld over een zeer groot aantal debiteuren. De Raad van Bestuur ziet hier geen concentratie van risico. Het beleid is erop gericht om aan klanten geen andere kredieten te verstrekken dan normale leverancierskredieten zoals vastgelegd in de van toepassing zijnde leveringsvoorwaarden. Daarnaast is op decentraal niveau in de organisatie beleid geformuleerd. De effectiviteit van dat beleid wordt centraal gemonitoord en zo nodig bijgestuurd. Maatregelen die worden toegepast om het debiteurenrisico te beperken zijn: • Een actief incassobeleid. • Het gebruik van kredietlimieten, bankgaranties en/of margining (cash collateral) voor zakelijke partijen. • De inzet van incassobureaus en differentiatie in incassomethoden voor actuele en historische klanten. De waarde van een vordering wordt volgens een voorgeschreven procedure aangepast. Deze is gebaseerd op de tijd dat de vordering openstaat en de kans dat deze niet volledig wordt voldaan. Voor de zakelijke klanten wordt dit aangevuld met een individuele beoordeling. Tegenpartijrisico Tegenpartijrisico is het risico dat een handelspartner niet aan haar leverings- of betalingsverplichtingen kan of zal voldoen. Dit risico heeft voornamelijk betrekking op de handel in energiecommodities, emissierechten en rente en valuta afdekkingstransacties. De basis voor de beheersing van dit risico is vastgelegd in het ‘Counterparty Mandaat’ (onderdeel van het commodity mandaat Eneco Energy Trade) en het ‘Treasury Statuut’, dat door de Raad van Bestuur is vastgesteld. Commodity instrumenten De wijze van de beheersing van het tegenpartij risico is vastgelegd in het Counterparty Mandaat dat is vastgesteld door de Raad van Bestuur. De omvang van het tegenpartijrisico wordt voornamelijk bepaald door de vervangingswaarde van de toekomstige leveringen. Deze vervangingswaarde wordt per tegenpartij dagelijks berekend op basis van de actuele marktprijzen voor toekomstige leveringen. De risicopositie wordt afgemeten aan de risicotolerantie. Deze
102
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
tolerantie wordt per contractpartij vastgesteld op basis van een beoordeling van de kredietwaardigheid van die tegenpartij volgens een openbare of interne rating. Het tegenpartijrisico wordt beperkt door: • Stellen van een bepaalde limietruimte gebaseerd op financiële sterkte counterparty. • Standaardovereenkomsten op basis van EFET- en ISDA-voorwaarden. • Margining en clearing via een derde partij. • Bilaterale margining. • Handelsrestricties per tegenpartij (positiemanagement). • Uitvoeren van exposure reducing trades met twee andere counterparties. • Stellen van additionele garanties aan counterparties, zoals bankgaranties. • Kredietverzekeringen voor de afdekking exposures buiten de limieten. Margining en clearing via een derde partij vindt plaats bij het gebruik van futures. Hierbij wordt het tegenpartijrisico van een termijncontract overgedragen aan een clearingbank. Deze bank is aangesloten bij het clearinghuis dat faciliteert in de afwikkeling van futures transacties via de handelsbeurzen, zoals ENDEX (European Energy Derivatives Exchange N.V.), EEX (European Energy Exchange A.G.) en ECX (European Climate Exchange). Het clearinghuis verrekent dagelijks tussentijdse marktwaardeveranderingen met zijn clearingbanken, die dat op hun beurt weer verrekenen met de betrokken handelspartijen (margin calls). Hierdoor wordt voor de contractpartijen het tegenpartijrisico op elkaar geneutraliseerd. Bilaterale margining impliceert eenzelfde dagelijkse verrekening, maar dan rechtstreeks met de tegenpartij van de transactie. In het contract met de tegenpartij wordt een initiële minimale waarde (threshold) afgesproken, bilaterale margining wordt alleen toegepast wanneer deze threshold overschreden wordt. Door de margining systematiek ontstaat liquiditeitsrisico (liquidity risk). Het risicobeleid is gericht op het bewaken en op elkaar afstemmen van het tegenpartijrisico door handel in forwards enerzijds en het liquiditeitsrisico door margining anderzijds. Dit wordt onder meer bereikt door bijvoorbeeld het combineren van handelslimieten met bilaterale margining of met kredietverzekeringen. Voor de beheersing van beide risico’s bestaat een systeem waarmee interne limieten worden bewaakt op basis van dagelijkse rapportages. Financieringsinstrumenten De wijze waarop de financieringsinstrumenten worden beheerd is vastgelegd in een Treasury Statuut dat is vastgesteld door de Raad van Bestuur. Bij het opnemen van gelden is het tegenpartijrisico zeer beperkt. Bij het uitzetten van gelden wordt rekening gehouden met de beoordelingscriteria zoals deze in het Treasury Statuut zijn geformuleerd. Op grond hiervan moet een tegenpartij een kredietwaardigheidskwalificatie hebben die ten minste gelijk is aan een rating ‘A+’ volgens Standard & Poor’s of ‘Aa’ volgens Moody’s. Het tegenpartijrisico wordt verder beperkt door spreiding over meerdere partijen, vastgestelde limieten per tegenpartij en maximale looptijden voor uitzettingen. Het tegenpartijrisico voor financiële instrumenten (swapcontracten) wordt beperkt door: • Het gebruik van raamovereenkomsten op basis van ISDA-voorwaarden. • Margining als gevolg van overeengekomen credit support agreements. • Procedures voor periodieke beoordeling van het tegenpartijrisico.
32.2
Marktrisico Marktrisico is het risico dat wordt gelopen over waardeveranderingen in huidige of toekomstige kasstromen en financiële instrumenten die het gevolg zijn van veranderingen in marktprijzen, marktrente en wisselkoersen. Prijsrisico Het marktprijsrisico op de commodityportefeuilles voor sourcing en levering aan klanten wordt beperkt door back-to-back-transacties voor inkoop- en verkoopverplichtingen, waarbij ook gebruik wordt gemaakt van afgeleide financiële instrumenten. Deze instrumenten worden ingezet binnen een conservatief ingerichte structuur van mandaten en limieten met permanente registratie, bewaking en analyse van de posities en de marktwaarde. Prijsrisico’s op handelsportefeuilles van energiecommodities en emissierechten worden beheerst door positielimieten, MtM-limieten, value-at-risk maatstaven (VaR) en stop-loss limieEneco Holding N.V. jaarverslag 2010
103
ten. Per business activiteit wordt bepaald welke limieten het beste gebruikt kunnen worden om de risico’s te beheersen. De VaR representeert het potentiële verlies van een slecht scenario op een portefeuille over een periode van 10 dagen, uitgaande van een betrouwbaarheid van 95%. VaR-calculaties zijn gebaseerd op een prijshistorie omvatten onder meer correlaties tussen producten, markten en tijdsperiodes. Door middel van backtesting worden berekende VaRwaarden en het gebruikte model gecontroleerd. Dagelijks wordt aan de riskmanagers en de energiehandelaren gerapporteerd over zowel de VaR per individuele portefeuille als over de handelspositie voor eigen rekening. Limietoverschrijdingen worden direct gerapporteerd. De VaR voor de handelsportefeuille voor eigen rekening als bedroeg per 31 december 2010 € 0,9 mln. (2009: € 1 mln.). Vreemde valutarisico Vreemde valutarisico is het risico dat wordt gelopen bij waardeveranderingen in financiële instrumenten als gevolg van koersveranderingen in vreemde valuta. Valutarisico’s verbonden aan de commodity instrumenten worden op portefeuilleniveau beheerd. De Corporate Treasury afdeling is verantwoordelijk voor de beheersing van de andere valutarisico van de groep. In de consolidatie opgenomen vennootschappen mogen zonder instemming van de Corporate Treasury afdeling geen open posities in vreemde valuta aanhouden die groter zijn dan € 250.000. Op basis van de totale positie in een vreemde valuta en de bijbehorende vastgestelde limiet voor open posities bepaalt de Corporate Treasury afdeling of hedging gewenst is en welke strategie daarbij zal worden gevolgd. In 2009 zijn leningen aangegaan in Amerikaanse dollars, Japanse yens en Britse ponden om in de financieringsbehoefte van de groep te voorzien. De groep heeft het valutarisico met betrekking tot deze leningen voor de hele looptijd afgedekt met cross currency swapcontracten. Renterisico Renterisico is het risico dat wordt gelopen bij waardeveranderingen in financiële instrumenten als gevolg van een renteverandering in de markt. Het renterisico wordt beheerst door de Corporate Treasury afdeling. Het renterisicobeleid is gericht op het beheersen van de netto financieringslasten door fluctuaties in de marktrente. Hiertoe wordt uitgegaan van een bepaalde bandbreedte voor de verhouding tussen vast- en variabelrentende leningen. Eneco maakt gebruik van afgeleide financiële instrumenten zoals renteswapcontracten om het gewenste risicoprofiel te bereiken Indien alle overige variabelen constant blijven, zal een algemene stijging van Euribor (voor een periode van twaalf maanden) met een procentpunt naar schatting leiden tot een daling van het resultaat vóór belastingen met € 0,1 mln. (per 31 december 2009: € 1 mln.).
32.3
Liquiditeitsrisico Eneco is een kapitaalintensief bedrijf. Het financieringsbeleid is gericht op het ontwikkelen en onderhouden van een optimale financieringsstructuur, rekening houdend met de huidige activabasis en het investeringsprogramma. Uitgangspunten zijn toegang tot de kapitaalmarkt en flexibiliteit tegen acceptabele financieringskosten. Financieringen worden centraal aangetrokken en intern aangewend. Dochterondernemingen worden gefinancierd met een combinatie van eigen vermogen en intercompany leningen. Een specifiek liquiditeitsrisico vloeit voort uit margining via clearinghuizen. Voor de beheersing van dit risico zijn limieten vastgesteld voor zowel het openstaande saldo als de gevoeligheid voor prijsmutaties. Hierover wordt dagelijks gerapporteerd aan het management en maandelijks aan de Raad van Bestuur. Op basis van de posities per 31 december 2010 zou een gemiddelde verandering van de marktprijs voor de verschillende commodities waarin wordt gehandeld met € 1 per MWh leiden tot margin calls ter hoogte van € 0,1 mln. (2009: € 6 mln.). Om te voorkomen dat Eneco niet in staat is te voldoen aan haar financiële verplichtingen wordt groot belang gehecht aan het beheersen van alle hiervoor vermelde risico’s. Daarnaast wordt de liquiditeitsbehoefte gepland op basis van lange, middellange en korte termijn kasstroomprognoses. Deze kasstroomprognoses omvatten onder meer operationele kasstromen, investeringskasstromen, dividenden, te betalen interest en aflossing van schulden. De vermogensbehoefte wordt door de Corporate Treasury afdeling afgezet tegenover de beschikbare middelen. Maandelijks wordt hierover gerapporteerd aan de Raad van Bestuur.
104
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Bij een aantal banken zijn dagelijks opzegbare kredietfaciliteiten overeengekomen voor debetstanden in rekening-courant voor een maximaal bedrag van € 115 mln. (2009: € 115 mln.). Daarnaast zijn tot februari 2013 gecommitteerde kredietfaciliteiten beschikbaar voor een maximum van € 1,5 mld. (2009: € 1,5 mld.). Er is in 2010 niet getrokken onder deze faciliteiten. De specificatie van de verwachte uitgaande nominale kasstromen met eventuele rente van financiële instrumenten gedurende de komende jaren is hieronder opgenomen. De kasstromen van de derivaten zijn gebaseerd op de prijzen en volumes in de contracten. Binnen Binnen 1 jaar
1 tot 5 jaar
Na 5 jaar
Totaal
Per 31 december 2010 Afgeleide financiële instrumenten
232
4
12
248
Rentedragende schulden
347
620
1.943
2.910
schulden
1.152
53
78
1.283
Totaal
1.731
677
2.033
4.441
Binnen 1 jaar
1 tot 5 jaar
Na 5 jaar
Totaal
Afgeleide financiële instrumenten
519
320
125
964
Rentedragende schulden*
382
781
1.971
3.134
schulden
1.047
41
–
1.088
Totaal
1.948
1.142
2.096
5.186
Handelscrediteuren en overige
Binnen
Per 31 december 2009
Handelscrediteuren en overige
*
Gegevens 2009 voor vergelijkingsdoeleinden aangepast.
33. Gebeurtenissen na balansdatum Na balansdatum is het minderheidsbelang in Air Energy Holding N.V. overgenomen, hiervoor wordt verwezen naar toelichting 15. Eneco heeft met het Britse Centrica overeenstemming bereikt over de overname van Oxxio voor een prijs van € 72 miljoen. De overname is afhankelijk van goedkeuring van de Nma. Eneco verwacht dat de transactie in het tweede kwartaal van 2011 zal worden afgerond. Vanaf 2011 zal het nominale vennootschapsbelastingtarief in Nederland dalen naar 25% (2010: 25,5%).
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
105
Toelichting op het geconsolideerd kasstroomoverzicht alle bedragen zijn in miljoenen euro tenzij anders vermeld
Het geconsolideerd kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Voor de herleiding van de mutatie in de liquide middelen wordt het resultaat na belastingen aangepast voor posten van de winst- en verliesrekening en balansmutaties die geen invloed hebben op ontvangsten en uitgaven in boekjaar 2010. In het kasstroomoverzicht wordt onderscheid gemaakt naar kasstromen uit operationele, investerings- en financieringsactiviteiten. De operationele kasstroom omvat onder andere de uitgaven voor rente en belastingen en de ontvangsten van rente en dividenden. Ontwikkelingskosten, investeringen en desinvesteringen in vaste activa (inclusief financiële belangen) worden opgenomen onder de kasstroom uit investeringsactiviteiten. De betaling van dividend wordt gezien als een uitgaande kasstroom uit financieringsactiviteiten. Mutatie werkkapitaal Het werkkapitaal omvat de voorraden en vorderingen verminderd met de kortlopende niet-rentedragende schulden. De mutatie van het werkkapitaal zoals opgenomen in de operationele kasstroom is als volgt:
2010
Mutatie immateriële vlottende activa * Mutatie voorraden * Mutatie handelsdebiteuren
*
106
2009
–9
8
9
– 23
– 122
185
Mutatie belastingvorderingen en -verplichtingen
– 37
26
Mutatie overige vorderingen
127
72
Mutatie niet-rentedragende schulden
141
– 64
Totaal
109
204
Gegevens 2009 voor vergelijkingsdoeleinden aangepast.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Toelichting per segment alle bedragen zijn in miljoenen euro tenzij anders vermeld
Gesegmenteerde informatie Bedrijfssegmenten worden onderscheiden in overeenstemming met de bestuurlijke en interne rapportagestructuur van Eneco. De bedrijfssegmenten van Eneco zijn de drie kernbedrijven: Energiebedrijf Eneco, Stedin en Joulz. Het segment Energiebedrijf Eneco omvat het inkopen, opwekken, verhandelen en verkopen van elektriciteit, gas en warmte en de aanleg, het onderhoud en het beheer van warmtenetten. Het segment Stedin betreft de netbeheerder die de gas- en elektriciteitsnetten beheert. Het segment Joulz is het infrabedrijf waarin advies, engineering, aanleg en beheer van energie-infrastructuren en onderhoud van verlichtings- en parkeerinstallaties zijn ondergebracht. De verrekenprijzen die aan de interne opbrengsten ten grondslag liggen zijn gebaseerd op marktconforme prijzen en voorwaarden. De waarderingsgrondslagen van de groep worden ook voor de segmentrapportage gehanteerd.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
107
Opbrengsten en resultaat per bedrijfssegment Segment Energiebedrijf
2010
Eliminaties en
Eneco
Segment Stedin
Segment Joulz
niet gealloceerd
Totaal
3.878
928
116
0
4.922
198
3
419
– 620
–
– 3.956
– 731
– 544
583
– 4.648
120
200
–9
– 37
274
Opbrengsten energielevering, -transport, energie gerelateerde activiteiten en overige bedrijfsopbrengsten Bedrijfsopbrengsten tussen segmenten Inkoop energie en energiegerelateerd en overige bedrijfskosten Bedrijfsresultaat Resultaat geassocieerde deelnemingen
1
Financiële baten en lasten
– 93
Resultaat voor belastingen
182
Belastingen
– 36
Resultaat na belastingen uit voortgezette bedrijfsactiviteiten
146
Resultaat na belastingen uit –6
beëindigde bedrijfsactiviteiten Resultaat na belastingen
140
Segment Eliminaties en
Energiebedrijf
2009
Eneco
Segment Stedin
Segment Joulz
niet gealloceerd
Totaal
4.170
940
135
–
5.245
283
1
432
– 716
–
– 4.300
– 757
– 559
639
– 4.977
153
184
8
– 77
268
Opbrengsten energielevering, -transport, energie gerelateerde activiteiten en overige bedrijfsopbrengsten Bedrijfsopbrengsten tussen segmenten Inkoop energie en energiegerelateerd en overige bedrijfskosten Bedrijfsresultaat Resultaat geassocieerde deelnemingen Financiële baten en lasten
31 – 76
Resultaat voor belastingen
223
Belastingen
– 40
Resultaat na belastingen uit voortgezette bedrijfsactiviteiten
183
Resultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten Resultaat na belastingen
108
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
–6 177
Balans per bedrijfssegment Segment Energiebedrijf
Per 31 december 2010
Eliminaties en
Eneco
Segment Stedin
Segment Joulz
niet gealloceerd
Totaal
3.750
4.234
266
– 655
7.595
74
–
–
–
74
3.824
4.234
266
– 655
7.669
verplichtingen
2.616
4.000
63
– 596
6.083
Kortlopende verplichtingen
1.208
234
203
– 59
1.586
Totaal passiva
3.824
4.234
266
– 655
7.669
Eneco
Segment Stedin
Segment Joulz
niet gealloceerd
Totaal
3.121
4.260
259
– 24
7.616
75
–
–
–
75
3.196
4.260
259
– 24
7.691
verplichtingen
1.802
3.962
78
316
6.158
Kortlopende verplichtingen
1.394
298
181
– 340
1.533
Totaal passiva
3.196
4.260
259
– 24
7.691
Activa Activa Geassocieerde deelnemingen Totaal activa
Passiva Eigen vermogen en langlopende
Segment Eliminaties en
Energiebedrijf
Per 31 december 2009
Activa Activa Geassocieerde deelnemingen Totaal activa
Passiva Eigen vermogen en langlopende
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
109
Overige gegevens per bedrijfssegment Segment Energiebedrijf
2010
Eneco
Segment Stedin
Segment Joulz
Totaal
413
312
9
734
104
190
8
302
Eneco
Segment Stedin
Segment Joulz
Totaal
282
260
14
556
98
190
8
296
Investeringen in materiële en immateriële vaste activa Afschrijvingen op materiële en immateriële vaste activa
Segment Energiebedrijf
2009
Investeringen in materiële en immateriële vaste activa Afschrijvingen op materiële en immateriële vaste activa
110
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Overzicht van dochterondernemingen, joint ventures, geassocieerde deelnemingen en overige kapitaalbelangen Dochterondernemingen Onderstaande dochterondernemingen zijn in hun geheel opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van Eneco. Tenzij anders vermeld, bedraagt het directe dan wel indirecte aandeel van Eneco in deze entiteiten 100%.
Naam
Aardgasservice Noord B.V.* AgroPower B.V.* Air Energy Holding N.V. (84,7%) Air Energy S.A. (84,7%) Alco Metapart B.V. BioEnergieCentrale Delfzijl B.V. BioEnergieCentrale Delfzijl I B.V. Bouw- en Loodgietersbedrijf C. van der Hoeven B.V. Brown Ridge Oost B.V. Cape Doctor S.A. (84,7%) CityTec B.V.* Cordeel-Eneco-Solar N.V. (50,2%) Delfland Elektriciteitsnetwerken B.V.* Delfland Elektriciteitsnetwerken Verhuur B.V.* Delfland Gasnetwerken B.V.* Devlieghere Eneco N.V. (82,6%) Distri Wind B.V. Echo Investments B.V. Echo Investments Deutschland GmbH Echte Energie België N.V. Ecofys Germany GmbH Ecofys Investments B.V. Ecofys Netherlands B.V. Ecofys UK Ltd. Ecofys WTTS B.V. E-Connection Offshore B.V. Econtract GmbH Ecostream Deutschland GmbH Ecostream France SAS Ecostream Investments B.V. Ecostream N.V. Ecowind Kerkrade B.V. Electrastar S.A. (84,7%) Electricité du Bois du Prince S.A. (84,7%) Electrotechnisch Bureau Van Bochove & Co B.V. EMH Lease Services B.V. Enatec Micro-Cogen B.V. (95,0%) Eneco B.V.* Eneco België B.V.* Eneco BerinGen N.V. Eneco Business B.V.* Eneco Energie Weert Lease Services II B.V. Eneco Energie Zeist Lease Services B.V. Eneco Energie Zuid-Kennemerland Lease Services B.V. Eneco Energy Trade B.V.* Eneco France B.V.* ENECO France SAS Eneco Gasspeicher B.V.*
Plaats
Dokkum Delft Brussel (B) Waver (B) Lelystad Rotterdam Utrecht Amsterdam Rotterdam Grand Leez (B) Den Haag Hoesselt (B) Rotterdam Rotterdam Rotterdam Aalter (B) Utrecht Rotterdam Keulen (D) Mechelen (B) Keulen (D) Rotterdam Utrecht Londen (VK) Rotterdam Bunnik Keulen (D) Keulen (D) Avignon (F) Rotterdam Maldegem (B) Utrecht Grand Leez (B) Grand Leez (B) Badhoevedorp Rotterdam Petten Rotterdam Rotterdam Mechelen (B) Capelle aan den IJssel Rotterdam Rotterdam Rotterdam Capelle aan den IJssel Capelle aan den IJssel Versailles (F) Rotterdam
Naam
Plaats
Eneco Gasspeicher II B.V. Eneco Geothermie B.V. Eneco Installatiebedrijven B.V.* Eneco International B.V.* Eneco Lease Services B.V. Eneco Netwerk Warmte B.V.* Eneco Retail B.V.* Eneco Round 3 Development Holding Ltd. Eneco Round 3 Development Ltd. Eneco Rozendaal B.V. Eneco Services B.V.* Eneco Solar Vlaanderen 1 BVBA Eneco Solar Vlaanderen 2 BVBA Eneco Solar, Bio & Hydro B.V. Eneco Strategic Assets B.V. Eneco Supply B.V.* Eneco Trade Support B.V.* Eneco Utilities B.V. Eneco Wabico B.V. Eneco Warmte & Koude B.V.* Eneco Warmte & Koude Leveringsbedrijf B.V.* Eneco Warmtekracht Elcon B.V. Eneco Warmtenetten B.V.* Eneco Wind B.V.* Eneco wind UK B.V.* Eneco wind UK Ltd. Eneco Windmolens Offshore B.V. Enecogen Beheer B.V. Enepro B.V. Enercen N.V.* Enfinity 3 Belgium CVBA (90%) Evelop Belgium N.V. Evelop Investments B.V. Evelop Ontwikkeling B.V. Evelop UK Ltd. Ezk Gasnetwerk B.V.* GCN Gasnetwerken I B.V.* GCN Gasnetwerken II B.V.* GEB Warmtekracht B.V. GMK Gasnetwerk B.V.* Greeneco B.V. GSU B.V.* Hegoa Wind S.A. (84,7%) Joulz B.V.* Les Vents de l'Ornoi S.A. (42,4%) Les Vents de Perwez S.A. (63,6%) Lindeman B.V. LZN Ltd.
Rotterdam Capelle aan den IJssel Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Warwick (VK) Warwick (VK) Rotterdam Rotterdam Mechelen (B) Mechelen (B) Rotterdam Capelle aan den IJssel Capelle aan den IJssel Capelle aan den IJssel Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Londen (VK) Rotterdam Rotterdam Rotterdam Houten Mechelen (B) Zaventem (B) Rotterdam Rotterdam Sheffield (VK) Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Houten Grand Leez (B) Rotterdam Grand Leez (B) Waver (B) Haarlem Londen (VK)
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
111
Naam
Plaats
MKB Energie B.V.* N.V. Eneco Beheer* N.V. Goemaere - ENECO Energie (81,5%) N.V. Mandel - Eneco Energie (82,6%) N.V. Stedin Amstelland* N.V. Stedin Midden-Holland* N.V. Stedin Midden-Kennemerland* N.V. Stedin Netten Amstelland* N.V. Stedin Netten Delfland* N.V. Stedin Netten Midden-Kennemerland* N.V. Stedin Netten Noord-Oost Friesland* N.V. Stedin Netten Schiedam* N.V. Stedin Netten Utrecht* N.V. Stedin Netten Weert* N.V. Stedin Netten Zuid-Kennemerland* N.V. Stedin Noord-Oost Friesland* N.V. Stedin Utrecht* N.V. Stedin Zuid-Kennemerland* Nike-Eneco-Solar N.V. NOF Gasnetwerk B.V.* North Sea Energy N.V. Norther S.A. (84,7%) Nutsbedrijf Amstelland Gasnetwerk B.V.* Off-Wind N.V. Q10 Offshore Wind B.V. Q4-WP B.V. REMU Elektriciteit-netwerken Noord B.V.* REMU Elektriciteit-netwerken Zuid B.V.* REMU Gas-Netwerken B.V.* REMU Warmte-Netwerken B.V.* Sap-ENECO Energie N.V. (82,6%) Scheffer’s Reclame B.V. Scheveningen Buiten B.V Sky Sweeper S.A. Societe Energetique de Cazaux de Larboust Société Hydraulique de La Saone Sprint B.V.* Stedin Diensten B.V.
Capelle aan den IJssel Rotterdam Diksmuide (B) Mechelen (B) Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Laakdal (B) Dokkum Zaventem (B) Grand Leez (B) Rotterdam Zaventem (B) Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Mechelen (B) Ridderkerk Rotterdam Grand Leez (B) Toulouse (F) Versailles (F) Capelle aan den IJssel Rotterdam
Naam
Stedin Hoogspanningsnetten B.V.* Stedin Laagspanningsnetten B.V.* Stedin Meetbedrijf B.V.* Stedin Netbeheer B.V.* Stedin Netten Elektriciteit Midden-Holland B.V.* Stedin Netten Gas Midden-Holland B.V.* Stedin Netten Zeist B.V.* Stedin Netwerk Gas B.V.* Stedin Signaalnetten B.V.* Technisch Buro Metapart B.V. Tempus B.V.* Tempus Delgas B.V.* Tempus Nederland B.V. Tivano S.A. (84,7%) Tollhouse B.V. Tullo Wind Farm Ltd. Utiliq B.V.* Vaney Klimaatservice B.V.* Verwaltung Erste Solarpark Olching GmbH Vietnam Energy Pellets B.V. Warmtebedrijf Eneco Delft B.V. i.o. (98%) Warmtenetten Utrecht B.V.* Williwaw N.V. Windpark Afrikahaven B.V. Windpark De Graaf B.V. Windpark Ecofactorij B.V. Windpark Logistiekweg B.V. Windpark Martens B.V. Windpark Martina Cornelia B.V. Windpark Oudenstaart Windpark Romerswaal B.V. Windpark Sabina-Henricka B.V. Windpark van Luna B.V. Windpark van Pallandt B.V.* Windpark Zwartenberg B.V. Wittevrongel Eneco N.V. (86,4%) Zephiros N.V. (62,7%)
Voor de dochterondernemingen aangegeven met * is door Eneco Holding N.V. een hoofdelijke aansprakelijkheidsverklaring afgegeven zoals bedoeld in artikel 403, lid 1, sub f, Titel 9 Boek 2 BW. Aan deze vennootschappen is toestemming verleend hun jaarrekening niet in overeenstemming met de voorschriften van deze titel in te richten.
112
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Plaats
Rotterdam Rotterdam Capelle aan den IJssel Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Amsterdam Schiedam Delft Rotterdam Grand Leez (B) Capelle aan den IJssel Londen (VK) Rotterdam Schiedam Keulen (D) Capelle aan den IJssel Rotterdam Rotterdam Mechelen (B) Utrecht Oosterhout Rotterdam Utrecht Oosterhout Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Utrecht Rotterdam Rotterdam Aalter (B) Mechelen (B)
Joint ventures Onderstaande joint ventures worden proportioneel opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van Eneco Holding N.V. De vermelde percentages geven het kapitaalbelang en de mate waarin de activa, verplichtingen, baten en lasten proportioneel zijn opgenomen en verwerkt in de geconsolideerde financiële overzichten.
Naam
Plaats
Burgervlotbrug Beheer B.V.
50%
Utrecht
EMCIS B.V.
55%
Groot-Ammers
ENECAL Energy v.o.f.
49%
Rotterdam
Enecogen v.o.f.
50%
Rotterdam
Rodeco Putten v.o.f.
82%
Putten
Zuid-Amsterdam (WAZA) B.V.
39%
Rotterdam
Windpark Distridam v.o.f.
50%
Terneuzen
Prinses Amaliawindpark
50%
Diverse
Warmtetransportbedrijf Amstelland
Specificatie Prinses Amaliawindpark vennootschappen:
Auster Windparken B.V. C.V. Kaver Windparken Het Windfonds voor Bedrijven N.V.
Plaats
50%
IJmuiden
100%
IJmuiden
50%
IJmuiden
Kaver Alpha Windparken B.V.
100%
Rotterdam
Kaver Beta Windparken B.V.
100%
Rotterdam
Kaver Epsilon Windparken B.V.
100%
Rotterdam
Kaver Gamma Windparken B.V.
100%
Rotterdam
Offshore Windpark Q7 B.V.
50%
IJmuiden
Ontwikkelingsmaatschappij Q7-WP B.V.
50%
IJmuiden
Telltale Windparken C.V.
50%
IJmuiden
Windpark Anderstein XIX B.V.
50%
IJmuiden
100%
Rotterdam
Windpark Equipment Leasing XLV B.V.
50%
Rotterdam
Windparken Beheer B.V.
50%
IJmuiden
Windpark Equipment Leasing XLIV B.V.
Geassocieerde deelnemingen De volgende vennootschappen worden per 31 december 2010 aangemerkt als geassocieerde deelnemingen van Eneco. De vermelde percentages betreffen het aandeel in het kapitaal:
Naam
Plaats
Aardwarmte Den Haag v.o.f.
17%
Den Haag
Bio-Energie Harmignies B.V.B.A.
25%
Schilde (B)
Bio-Energie Kemzeke B.V.B.A.
25%
Schilde (B)
Bio-Energie Libramont B.V.B.A.
25%
Schilde (B)
Depmer B.V.
50%
Dordrecht
Gasservice Kennemerland B.V.
31%
Heemskerk
Groene Energie Administratie B.V.
30%
Rotterdam
N.V. KEMA
31%
Arnhem
P.V. Ned B.V.
50%
Middelburg
SEQ Nederland B.V.
50%
Rotterdam
Steamelec B.V.
25%
Rotterdam Botlek
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
113
Overige kapitaalbelangen De volgende vennootschappen worden per 31 december 2010 aangemerkt als overige kapitaalbelangen, aangezien geen beslissende zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. De vermelde percentages geven het aandeel in het kapitaal weer:
Naam
114
Plaats
Bioshape Holding B.V.
18%
Neer
Eco Projects N.V.
26%
Diksmuide (B)
Energie Data Services Nederland (EDSN) B.V.
12%
Baarn
Eurogen C.V.
45%
Rotterdam Botlek
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Vennootschappelijke winst- en verliesrekening
x € 1 mln.
2010
2009
Resultaat dochterondernemingen
182
185
Overige resultaten na belastingen
– 41
–8
Resultaat na belastingen
141
177
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
115
Vennootschappelijke balans voor winstbestemming
Per 31 december Per 31 december
x € 1 mln.
Toelichting
2010
2009
6.330
5.257
Vorderingen op deelnemingen
488
306
Actuele belastingvorderingen
–
–
Overige vorderingen
2
9
Liquide middelen
102
424
Totaal vlottende activa
592
739
6.922
5.996
Vaste activa Financiële vaste activa
2
Vlottende activa
Totaal activa
Eigen vermogen Aandelenkapitaal
497
497
Agioreserve
381
381
Herwaarderingsreserve
668
762
Reserve translatieverschillen
–1
–2
– 56
– 52
2.250
2.126
141
177
3
3.880
3.889
6
20
4
1.549
1.625
–
91
1.555
1.736
365
252
Reserve kasstroomafdekkingen Ingehouden resultaten Onverdeeld resultaat boekjaar Totaal eigen vermogen Langlopende verplichtingen Uitgestelde belastingverplichtingen Rentedragende schulden Overige schulden Totaal langlopende verplichtingen Kortlopende verplichtingen Rentedragende schulden Schulden aan deelnemingen
116
4
1.023
40
Actuele belastingverplichtingen
79
57
Overige schulden
20
22
Totaal kortlopende verplichtingen
1.487
371
Totaal passiva
6.922
5.996
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Toelichting op de vennootschappelijke jaarrekening alle bedragen zijn in miljoenen euro tenzij anders vermeld
1.
Waarderingsgrondslagen De vennootschappelijke jaarrekening is opgesteld volgens de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW, waarbij dezelfde waarderingsgrondslagen zijn toegepast als in de geconsolideerde jaarrekening, zoals toegestaan in artikel 362 lid 8, Titel 9 Boek 2 BW. Dochterondernemingen vormen een uitzondering op het voorstaande en worden gewaardeerd op nettovermogenswaarde. De beschrijving van de activiteiten en de structuur van de onderneming, zoals opgenomen in de toelichting op de geconsolideerde jaarrekening is eveneens van toepassing op de vennootschappelijke jaarrekening.
2.
Financiële vaste activa Vorderingen
Afgeleide
Uitgestelde
Dochter-
op dochter-
Overige
financiële
belasting
ondernemingen
ondernemingen
vorderingen
instrumenten
vorderingen
Totaal
4.374
318
–
–
4
4.696
185
–
–
–
–
185
–
–
–
–
16
16
–
261
–
–
–
261
97
–
–
–
–
97
2
–
–
–
–
2
4.658
579
–
–
20
5.257
182
–
–
–
–
182
– 77
–
–
–
–
– 77
–
–
–
–
37
37
ondernemingen
–
925
–
–
–
925
Mutatie overige leningen
–
–
17
–
–
17
– 21
–
–
9
–
– 12
1
–
–
–
–
1
4.743
1.504
17
9
57
6.330
Per 1 januari 2009 Resultaat dochterondernemingen Mutatie uitgestelde belastingvorderingen Mutatie leningen aan dochterondernemingen Mutatie reële waarde financiële instrumenten in eigen vermogen Overige mutaties Per 31 december 2009 Resultaat dochterondernemingen Aanpassing reële waarde netwerken gereguleerd Mutatie uitgestelde belastingvorderingen Mutatie leningen aan dochter-
Mutatie reële waarde financiële instrumenten in eigen vermogen Translatieverschillen Per 31 december 2010
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
117
3.
Eigen vermogen Voor een toelichting op het verloop van het eigen vermogen wordt verwezen naar het geconsolideerde mutatieoverzicht eigen vermogen dat is opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening. Een toelichting op de afzonderlijke vermogenscomponenten wordt gegeven in toelichting 24 van de geconsolideerde jaarrekening.
4
Rentedragende schulden De rentedragende schulden betreffen voornamelijk de onderhandse leningen verstrekt door institutionele beleggingsinstellingen zoals vermeld in toelichting 27 van de geconsolideerde jaarrekening.
5
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Eneco Holding N.V. heeft voor haar dochterondernemingen die in het overzicht van dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen zijn gemarkeerd met * een hoofdelijke aansprakelijkheidsverklaring afgegeven zoals bedoeld in artikel 403, lid 1, sub f, Titel 9 Boek 2 BW. Voor de verplichtingen die zijn verbonden aan de lease-and-leasebacktransacties heeft de vennootschap zich garant gesteld zoals vermeld in toelichting 30 van de geconsolideerde jaarrekening. Eneco Holding N.V. vormt met vrijwel al haar dochterondernemingen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Alle vennootschappen van deze eenheid zijn hiermee hoofdelijk aansprakelijk voor de belastingschuld van de eenheid. Daarnaast maakt Eneco Holding N.V. onderdeel uit van een fiscale eenheid voor de omzetbelasting voor een deel van de groep. Alle vennootschappen van deze eenheid zijn hiermee hoofdelijk aansprakelijk voor de belastingschuld van de eenheid.
118
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
6
Accountantskosten Onderstaande honoraria zijn in 2010 ten laste van het resultaat van de vennootschap en haar dochtermaatschappijen gebracht voor accountantskosten en adviesdiensten door de externe accountant van Eneco: Deloitte Accountants B.V., zoals gedefinieerd in artikel 1.1 van de ‘Wet toezicht accountantsorganisaties’ (Wta), alsook de aan de accountantsorganisatie gelieerde entiteiten van het Deloitte-netwerk.
x € 1.000
Controle van de jaarrekening
2010
2009
1.152
876
Andere controleopdrachten
897
1.233
Andere niet-controle diensten
398
1.376
2.447
3.485
Totaal
In het honorarium voor de controle van de jaarrekening van Eneco Holding N.V. zijn de werkzaamheden voor de geconsolideerde en vennootschappelijke jaarrekening van deze vennootschap opgenomen. De overige controleopdrachten betreffen de controlewerkzaamheden voor statutaire jaarrekeningen van dochtermaatschappijen en hieraan gerelateerde opdrachten. Overige adviesdiensten en andere niet-controle diensten betreffen diensten die zijn toegestaan volgens de Wta.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
119
Overige gegevens Gebeurtenissen na balansdatum Voor de gebeurtenissen na balansdatum wordt verwezen naar toelichting 33 op de geconsolideerde jaarrekening.
Winstbestemming Volgens de statuten van de vennootschap kan het bestuur met goedkeuring van de Raad van Commissarissen een gedeelte ter grootte van maximaal de helft van de winst die voor uitkering beschikbaar is toevoegen aan de reserves. Het resterende gedeelte staat ter beschikking van de algemene vergadering van aandeelhouders. De algemene vergadering kan besluiten het resterende gedeelte geheel of gedeeltelijk uit te keren. Hetgeen niet wordt uitgekeerd wordt toegevoegd aan de reserves.
Voorstel winstbestemming 2010 Ten tijde van het opstellen van de jaarrekening is nog geen voorstel voor de winstbestemming 2010 vastgesteld.
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: De aandeelhouders van Eneco Holding N.V.
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening 2010 van Eneco Holding N.V. te Rotterdam gecontroleerd. De jaarrekening omvat de geconsolideerde en de vennootschappelijke jaarrekening. De geconsolideerde jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde winst- en verliesrekening, de geconsolideerde balans per 31 december 2010, het geconsolideerde overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, het geconsolideerde kasstroomoverzicht en het geconsolideerde mutatieoverzicht eigen vermogen over 2010 en de toelichting waarin opgenomen een overzicht van de belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. De vennootschappelijke jaarrekening bestaat uit de vennootschappelijke balans per 31 december 2010 en de vennootschappelijke winst- en verliesrekening over 2010 met de toelichting, waarin opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de vennootschap is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW), alsmede voor het opstellen van het verslag van de Raad van Bestuur in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
120
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijking van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de vennootschap. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de vennootschap gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de geconsolideerde jaarrekening Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Eneco Holding N.V. per 31 december 2010 en van het resultaat en de kasstromen over 2010 in overeenstemming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met Titel 9 Boek 2 BW. Oordeel betreffende de vennootschappelijke jaarrekening Naar ons oordeel geeft de vennootschappelijke jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Eneco Holding N.V. per 31 december 2010 en van het resultaat over 2010 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het verslag van de Raad van Bestuur, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het verslag van de Raad van Bestuur, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Rotterdam, 25 maart 2011 Deloitte Accountants B.V. Was getekend, Drs. K.G. Auw Yang RA
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
121
*
Brandstofmix elektriciteit 2010 Retail 2010
Kolen
Zakelijk 2009
2008
2007
2006
2010
2009
0,0%
0,0%
5%
3%
21%
13,9%
17,4%
Aardgas
56,2%
68,5%
69%
77%
52%
69,0%
63,7%
Nucleair
0,0%
0,0%
2%
1%
7%
3,1%
4,5%
0,0%
0,0%
1%
0%
3%
2,6%
2,0%
56%
69%
76%
81%
83%
89%
88%
12,8%
7,3%
4%
6%
5%
1,6%
2,4%
0,0%
0,0%
0%
0%
0%
0,0%
0,0%
27,7%
19,9%
17%
7%
6%
9,9%
10,0%
3,3%
4,3%
3%
6%
6%
0,0%
0,0%
44%
31%
24%
19%
17%
212
249
309
314
428
366
385
0
0
0,0000
0,0000
0,0002
0,0001
0,0001
Overig (fossiel) Hernieuwbare energiebronnen Wind Zon Waterkracht Biomassa Overig (hernieuwbaar)
0,0%
0,0% 11%
12%
Milieuconsequenties (g/kWh) CO2 Radioactief afval
122
*
Inclusief directe toedeling van de gascentrales waarover Eneco beschikt.
**
In België geproduceerde hernieuwbare energie.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Totaal 2008
2007
22%
28%
55%
53%
7%
11%
2006
2010
2009
2008
2007
2006
24%
9,2%
11,7%
16%
20%
23%
60%
61,4%
65,3%
59%
61%
57%
9%
2,0%
3,0%
5%
7%
8%
3%
4%
3%
1,7%
1,4%
2%
3%
3%
87%
96%
96%
74%
81%
83%
91%
91%
1%
0%
0%
4,6%
4,0%
2%
2%
2%
0%
0%
0%
0,0%
0,0%
0%
0%
0%
12%
4%
4%
14,3%
13,3%
14%
5%
4%
0%
0%
0%
0,9%
1,4%
1%
2%
2%
19%
17%
9%
8%
**
5,8% 13%
4%
4%
26%
418
472
496
302
340
384
419
472
0,0002
0,0003
0,0002
0,0001
0,0001
0,0002
0,0002
0,0002
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
123
Aandeelhoudersinformatie De aandelen van Eneco zijn in handen van 60 Nederlandse gemeenten.
Gemeenten
Percentage aandelen
Rotterdam
31,69%
Den Haag
16,55%
Dordrecht
9,05%
Leidschendam-Voorburg
3,44%
Lansingerland
3,38%
Delft
2,44%
Zoetermeer
2,34%
Pijnacker-Nootdorp
2,10%
Gemeenten met minder dan 2% van de aandelen Aalsmeer Achtkarspelen Alblasserdam Albrandswaard Ameland Amstelveen Barendrecht Bernisse Binnenmaas Bloemendaal Brielle Capelle aan den IJssel Castricum Cromstrijen Dirksland Dongeradeel Ferwerderadiel Giessenlanden
124
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Goedereede Gorinchem Graafstroom Haarlemmerliede & Spaarnewoude Hardinxveld-Giessendam Heemstede Hellevoetsluis Hendrik Ido Ambacht Kollumerland c.a. Korendijk Krimpen aan den IJssel Leerdam Liesveld Lingewaal Middelharnis Nederlek Nieuw-Lekkerland
Oostflakkee Oud-Beijerland Ouderkerk Papendrecht Ridderkerk Rijswijk Schiedam Schiermonnikoog Sliedrecht Spijkenisse Strijen Uithoorn Vianen Westvoorne Zandvoort Zederik Zwijndrecht
GRI-Index
Omschrijving
Toelichting
Verwijzing
Strategie en Analyse 1.1
CEO statement
Voorwoord voorzitter Raad van Bestuur
pagina 2
1.2
Belangrijke gevolgen, risico’s en mogelijkheden
Voorwoord voorzitter Raad van Bestuur
pagina 2 en 53
en Risicoprofiel
Organisatieprofiel 2.1
Naam organisatie
Eneco Holding N.V.
2.2
Voornaamste producten en/of diensten
Profiel
pagina 8
2.3
Operationele structuur
Profiel, organogram
pagina 8 en 9
2.4
Locatie hoofdkantoor
Rotterdam
2.5
Landen waar de organisatie actief is
Profiel
pagina 8
2.6
Eigendomsstructuur en rechtsvorm
Corporate Governance. Toelichting Jaarrekening
pagina 13 en 67
2.7
Afzetmarkten
Profiel
pagina 8
2.8
Omvang van de organisatie
Profiel
pagina 8
2.9
Significante veranderingen tijdens de verslagperiode
Geen veranderingen ten opzichte van 2009
m.b.t. omvang, structuur of eigendom. 2.10
Toegekende onderscheidingen
Stedin heeft de Dutch Sourcing Award 2010 gewonnen in de categorie Sustainability
Verslagparameters 3.1
Verslagperiode
1 januari 2010 t/m 31 december 2010
3.2
Datum van het meest recente verslag.
Verslagjaar 2009
3.3
Verslaggevingscyclus
Kalenderjaar
3.4
Contactpunt
zie Colofon.
laatste pagina
3.5
Proces voor de bepaling van de inhoud van het verslag.
Toelichting bij dit verslag,
pagina 11 en 54
Interne beheersing 3.6
Afbakening van het verslag.
Toelichting bij dit verslag
pagina 11
3.7
Vermelding van beperkingen voor de reikwijdte van
Toelichting bij dit verslag
pagina 11
Basis voor verslaggeving over samenwerkingsverbanden, Toelichting bij dit verslag
pagina 11
het verslag. 3.8
dochterondernemingen, gehuurde voorzieningen, uitbestede activiteiten en andere entiteiten die significante wijzigingen teweeg kunnen brengen. 3.9
Technieken en berekeningsgrondslagen voor gegevens-
Toelichting bij dit verslag, en Kengetallen
pagina 6 en 11
metingen, inclusief de manier waarop aannames en
Omrekentabel
pagina 32
schattingen tot stand zijn gekomen toegepast op de verzameling indicatoren en andere informatie in dit verslag. Verklaar iedere beslissing om substantieel af te wijken van de GRI Indicator Protocols. 3.10
3.11
Verklaring van het effect van herziene informatie verstrekt Geen herziene informatie, wel uitbreiding van de scope in eerdere verslagen en de reden van de herziening.
ten opzichte van 2009.
Significante veranderingen t.o.v. vorige verslagperiode in
Toelichting bij dit verslag
pagina 11
pagina 11
het bereik, de afbakening of berekeningsmethoden in het verslag. 3.12
GRI inhoudsopgave.
pagina 125
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
125
3.13
Omschrijving
Toelichting
Verwijzing
Beleid en huidige toepassing van het verkrijgen
Toelichting bij dit verslag
pagina 11
van externe assurance op het verslag.
Governance, Commitment, en Engagement 4.1
Governancestructuur
Corporate Governance
Organisatiestructuur: pagina 8 Samenstelling kerncommissies Raad van Commissarissen: http://corporatenl.eneco.nl/Organisatie/Bestuur/Pages/ Samenstelling-kerncommissies.aspx
4.2
Voorzitter van het hoogste bestuursorgaan vervult
Corporate Governance
een leidinggevende functie. 4.3
http://corporatenl.eneco.nl/Organisatie/Bestuur/Pages/ Default.aspx
Aantal leden van het hoogste bestuursorgaan met
Eneco Holding N.V. kent een Raad van Bestuur met vier
http://corporatenl.eneco.nl/Organisatie/Bestuur/Pages/
een onafhankelijke rol.
leden en een Raad van Commissarissen van zeven leden.
Raad_van_Commissarissen.aspx
De nevenfuncties zijn vermeld op pagina 17 en 58. 4.4
Mechanismen voor aandeelhouders en medewerkers om
Corporate Governance
aanbevelingen te doen of medezeggenschap uit te
http://corporatenl.eneco.nl/Organisatie/Bestuur/Pages/ Raad_van_Commissarissen.aspx
oefenen op het hoogste bestuursorgaan. 4.5
Koppeling tussen prestaties van de organisaties (inclusief Corporate Governance Reglementen
http://corporatenl.eneco.nl/SiteCollectionDocuments/
sociale en milieuprestaties) en vergoedingen voor leden
Corporate%20Governance/Remuneratierapportage%20
hoogste bestuursorgaan, topmanagers en leiding-
2009%20-%20v%201.2.doc.pdf
gevenden. 4.6
Processen waarmee hoogste bestuursorgaan waarborgt
Corporate Governance Reglementen
dat strijdige belangen worden vermeden. 4.7
Proces om de kwalificaties en kennis vast te stellen van
http://corporatenl.eneco.nl/Organisatie/Codes-enreglementen/Pages/Afwijkingen_van_Tabaksblat.aspx
Corporate Governance
De Raad van Commissarissen heeft drie kerncommissies
de leden van het hoogste bestuursorgaan om de strategie
ingesteld, waaronder een selectie- en benoemings-
op het gebied van economische, milieu- en sociale
commissie. Deze commissie ziet er tijdens het selectie-
onderwerpen te leiden.
proces op toe dat de leden van de Raad van Bestuur voldoende kennis en kunde hebben om de strategie op het gebied van economische, milieu- en sociale onderwerpen te leiden.
4.8
Intern ontwikkelde missies, gedragcodes,
Gedragscode
Bij Eneco nemen we verantwoordelijkheid voor ons werk.
beginselverklaringen relevant voor economische, milieu-
We houden ons onder andere aan de volgende codes en
en sociale prestaties en de status van implementatie.
reglementen: – Nederlandse Corporate Governance code (‘code Tabaksblat’) – Eneco’s eigen gedragscode: Duurzame relaties – Reglement security-incidenten en klachten binnen Eneco http://corporatenl.eneco.nl/Organisatie/Codes-enreglementen/Pages/Default.aspx
4.9
Procedures van het hoogste bestuursorgaan om toezicht Corporate Governance Gedragscode
Interne beheersing: pagina 54
te houden op de legitimatie van de organisatie en management van economische, milieu-, en sociale prestaties, inclusief relevante risico’s en kansen, en instemming of compliance met de international geaccepteerde standaarden, gedragscodes en principes. 4.10
Processen voor evalueren van eigen prestaties van
Corporate Governance
Interne beheersing: pagina 54
het hoogste bestuursorgaan, de economische, mileu-
Verslag Raad van Commissarissen
http://corporatenl.eneco.nl/Organisatie/Bestuur/Pages/
en sociale prestaties in het bijzonder. 4.11
Uitleg of en hoe het voorzorgprincipe binnen de organisatie aan de orde wordt gesteld.
126
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Samenstelling-kerncommissies.aspx Risicomanagement, Ketenverantwoordelijkheid
Risicoprofiel groep, Risico’s per kernbedrijf, Interne beheersing: pagina 53 en 54
4.12
Omschrijving
Toelichting
Verwijzing
Extern ontwikkelde economische, milieugerelateerde en
Gedragscode
– Nederlandse Corporate Governance code: Eneco houdt
sociale handvesten, principes of andere initiatieven welke
zich aan de regels voor goed bestuur, zoals verwoord in de
de organisatie onderschrijft en goedkeurt.
Nederlandse Corporate Governance code. Corporate governance betreft de verhoudingen tussen de Raad van Bestuur, de Raad van Commissarissen en de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. http://corporatenl. eneco.nl/Organisatie/Codes-en-reglementen/Pages/ Afwijkingen_van_Tabaksblat.aspx – Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens: vermeld op pagina 10 van de Gedragscode: http:// corporatenl.eneco.nl/SiteCollectionDocuments/Visie%20 en%20strategie/Eneco-gedragscode.pdf
4.13
Lidmaatschap van verenigingen en/of nationale/
4.14
Lijst van groepen stakeholders die de organisatie heeft
Relaties met belanghebbenden
Relatie met de samenleving: pagina 15
Relaties met belanghebbenden
Relaties met belanghebbenden:
internationale belangenorganisaties.
betrokken. 4.15
Basis voor de inventarisatie en selectie van groepen
pagina 13, 14, 15 Relaties met belanghebbenden
stakeholders die moeten worden betrokken. 4.16
Benadering van het betrekken van belanghebbenden,
Gemaakte keuzes: pagina 11, Relaties met belanghebbenden: pagina 13
Relaties met belanghebbenden
Relaties met belanghebbenden: pagina 13, 14, 15
Relaties met belanghebbenden
De besproken onderwerpen zijn divers en verschillende per
inclusief frequentie van het betrekken per type stakeholdersgroep. 4.17
De voornaamste onderwerpen en vraagstukken die naar voren zijn gekomen door de betrokkenheid van
groep van belanghebbende. De ontvangen feedback dient
stakeholders en hoe de organisatie hierop heeft
als input voor een continue verbeterproces dat gemeten
gereageerd.
wordt middels de vermelde niet-financiële KPI's. Meer toelichting: Relaties met belanghebbenden: pagina 13, 14, 15
Management Approach (DMAs) DMA EC
Disclosure on Management Approach Economisch
Groepsstrategie, Toelichting bij dit verslag, Internet
pagina 10, 11, 54 en 67
beheersing, Toelichting Jaarrekening DMA EN
Disclosure on Management Approach Milieu
Groepsstrategie, Resultaten kernbedrijven,
pagina 10, 28 en 48
Klimaatneutrale bedrijfsvoering DMA LA
Disclosure on Management Approach Medewerkers
Medewerkers
pagina 3 en 22
DMA HR
Disclosure on Management Approach Mensenrechten
Gedragscode, Integriteit
pagina 13 en 24
DMA SO
Disclosure on Management Approach Maatschappij
Veiligheid, Gedragscode, Integriteit
pagina 13, 18 en 24
DMA PR
Disclosure on Management Approach
Energiebedrijf Eneco, Stedin
pagina 34 standpunt biomassa
Productverantwoordelijkheid
pagina 39 en 40 Stedin
Indicatoren Indicator
Omschrijving
Toelichting
Verwijzing
Economische indicatoren EC1
Direct gegenereerde en gedistribueerde economische
De volgende financiële items over het jaar 2010 voor de
Jaarrekening
waarde, inclusief omzet, bedrijfskosten, salarissen,
Eneco groep conform de geconsolideerde jaarrekening
Kengetallen pagina 6
donaties, andere investeringen in de gemeenschap,
2010 Eneco Holding N.V.:
ingehouden winsten, en betalingen aan investeerders en
– totale omzet
overheden.
– EBIT – nettoresultaat – investeringen materiële vaste activa – dividendvoorstel
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
127
Indicator
Omschrijving
Toelichting
Verwijzing
EC8
Ontwikkeling en gevolgen van investeringen in
In 2010 gedane investeringen in materiële vaste activa
Kengetallen, Jaarrekening – investeringen pagina 6
infrastructuur en diensten die voornamelijk ten behoeve
conform de specificatie van de materiële vaste activa in de Financieel resultaat pagina 21, 65 en 110
van het algemeen nut worden geboden.
geconsolideerde jaarrekening 2010 Eneco Holding N.V. Het investeringsbedrag wordt verdeeld in de volgende categorieën: – grond en bedrijfsgebouwen – machines en installaties – netwerken gereguleerd – overige bedrijfsmiddelen – activa in aanbouw
Milieu-indicatoren: interne bedrijfsvoering EN3
Direct energieverbruik door primaire energiebron.
– Absoluut gasverbruik voor huisvesting [m3]
Klimaatneutrale bedrijfsvoering pagina 50 en 51
– Absoluut brandstofverbruik voor het totale wagenpark [l] EN4
Indirect energieverbruik door primaire energiebron.
– Absoluut elektriciteitgebruik voor huisvesting [kWh]
Klimaatneutrale bedrijfsvoering pagina 51
– Absoluut warmteverbruik voor huisvesting [GJ] EN6
Initiatieven ten behoeve van energie-efficiëntie en
– Percentage Ecostroom® [%]
Klimaatneutrale bedrijfsvoering pagina 50 en 51
duurzame energie evenals besparingen in de energievraag – Percentage Windstroom® [%] als gevolg van deze initiatieven.
– Percentage leaseauto met A,B of C–label [%] – Normuitstoot totale wagenpark [gr/km]
EN16
Totale directe en indirecte emissies van broeikasgassen naar gewicht.
– CO2–emissie per medewerker per thema en het totaal
Klimaatneutrale bedrijfsvoering pagina 48 en 49
[ton/medewerker] – CO2–besparing t.o.v. 2007 per medewerker per thema en het totaal [%] – Absolute CO2–emissie per thema en het totaal [kton] – Absolute CO2–besparing t.o.v. 2007 per thema en het totaal [%]
EN20
NOx, SOx en andere significante luchtemissies naar type en gewicht.
– Penetratiegraad roetfilters; het aantal dieselauto's met Klimaatneutrale bedrijfsvoering, Mobiliteit, pagina 48 en roetfilter (retrofit of af–fabriek) gedeeld door het aantal 50: ‘Om de lokale emissie fijnstof te reduceren is onze dieselauto’s [%]
doelstelling dat tweederde van de dieselauto’s in ons wagenpark is voorzien van een roetfilter in 2013.’ ‘Eind 2010 is 56% van de diesel-auto’s in ons wagenpark is voorzien van een roetfilter.’ De emissies van stikstofoxiden en zwaveloxide zijn niet significant binnen onze interne bedrijfsvoering en worden derhalve niet gerapporteerd.
EN 22
EN24
Totaalgewicht afval naar type en
– Papierverbruik per medewerker [kg]
afvalverwerkingsmethode.
– Percentage FSC–papier [%]
pagina 52
Gewicht van getransporteerd, geïmporteerd, geëxporteerd Gevaarlijk afval.
Gevaarlijk afval maakt geen deel uit van onze
of verwerkt afval riskant bevonden volgens de regels van
afvalstromen.
Basel Convention Annex I, II, III, and VIII, en percentage van internationaal verscheept afval. EN26
Initiatieven ter compensatie van de milieugevolgen van
– Toelichting op de wijze van compensatie van de CO2-
producten en diensten en mate van de
uitstoot, veroorzaakt door de interne bedrijfsvoering.
impactvermindering.
Compensatie vindt plaats met Gold Standard CO2certificaten uiterlijk in het jaar volgend op het jaar waarin de CO2-uitstoot heeft plaatsgevonden.
128
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Klimaatneutrale bedrijfsvoering pagina 49
Indicator
Omschrijving
Toelichting
Verwijzing
Sociale indicatoren LA7
Cijfers over letsel, beroepsziekte, uitvaldagen en
– Lost Time Injury Rate: Veiligheid pagina 19
verzuimcijfers en het aantal werkgerelateerde
– Dodelijke ongevallen:geen
sterfgevallen per regio.
– Beroepsziekte: Het aantal ongevallen met verzuim wordt separaat gemeten: pagina 19, 20. Stress e.a beroepsziekten worden niet apart gemeten omdat de oorzaak vaak niet eenduidig is vast te stellen. Het aan deze beroepsziekten gerelateerde verzuim vormt onderdeel van het ziekteverzuimpercentage. Kengetallen pagina 6
LA9
Afspraken over veiligheid in formele overeenkomsten met Veiligheid.
– CAO Energie 2010-2011, pagina 99:
vakbonden.
http://www.abvakabofnv.nl/PDF/3944/219647/caonergie-2010-2011.pdf – CAO Metaal en Techniek, pagina 15: http://www.fnvbondgenoten.nl/site/caos/28219/28230
LA13
Samenstelling van bestuurslichamen en uitsplitsing van
Leeftijdopbouw totaal en naar kernbedrijf [% FTE].
Eneco groep streeft voor de diversiteit van het
medewerkers per categorie naar geslacht, leeftijd,
Percentage vrouwen in MD-positie [%]
medewerkersbestand naar een goede afspiegeling van de
minderheden en andere indicatoren van diversiteit.
samenleving waarin wij actief zijn. Wij hebben hiervoor geen doelstellingen geformuleerd. T.a.v. minderheden wordt dit niet apart gemeten. Voor wat betreft vrouwen in leidinggevende posities hebben wij ons ten doel gesteld om op de vrijgekomen managementposities in 1 op de 3 gevallen een vrouw benoemen de komende 3 jaar. Medewerkers pagina 7, 12 en 22. Bestuur pagina 16, 17, 58 en 59.
HR 4
SO 5
Totaal aantal gevallen met discriminatie en getroffen
Eneco groep kende in 2010 geen meldingen over
maatregelen.
discriminatie
Integriteit pagina 24
Standpunten betreffende publiek beleid en deelname aan Eneco heeft op haar website standpunten gepubliceerd
Relaties met belangenhebbenden pagina 15
de ontwikkeling ervan, evenals lobbyen.
Eneco corporate website: http://corporatenl.eneco.nl/
over onder andere biomassa en kernenergie
visie/standpunten
Productverantwoordelijkheid PR1
Levensduurstadia waarin de gevolgen van producten en diensten voor gezondheid en veiligheid worden beoordeeld op optimalisaties en het percentage belangrijke producten en diensten dat dergelijke procedures heeft ondergaan.
In 2011 gaat Eneco rapporteren volgens de afspraken met WNF:
Resultaten van onze kernbedrijven, Energiebedrijf Eneco pagina 29
– Percentage van de geleverde elektriciteit in het leveringsportfolio van Retail dat zich kwalificeert als ‘Donkergroen’. [%] – Percentage van het geleverde gas in het leveringsportfolio van Retail dat door haar zelf is geproduceerd met gebruikmaking van biomassa die voldoet aan de eisen als gesteld in de Eneco Guidelines ter zake, danwel van natuurlijk gas gecompenseerd door middel van Gold Standard VER’s. [%] Over 2010 rapporteert Eneco over % geleverde duurzame elektriciteit opgewekt uit eigen productiemiddelen of uit afnamecontracten met duurzame elektriciteitsproducenten, uitgesplitst naar bron.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
129
Indicator
Omschrijving
Toelichting
Verwijzing
Productverantwoordelijkheid PR5
Beleid ten aanzien van klanttevredenheid en resultaten
Netto Promotor Score: de mate waarin de klanten hun
Relatie met belanghebbenden pagina 14
van onderzoeken naar de klanttevredenheid.
eigen leverancier aanbevelen aan hun vrienden en
Resultaten van onze kernbedrijven pagina 30 en 39
bekenden. Klant(on)tevredenheid: het percentage klanten dat (on)tevreden of heel (on)tevreden is. PR 6
Programma’s voor de naleving van wetten, standaarden
– Eneco heeft een gedragscode Gedragscode, die voor alle De gedragscode is gepubliceerd op de Eneco corporate
en vrijwillige codes met betrekking tot
kernbedrijven geldt en in 2011 voor Stedin en Joulz
website, http://corporatenl.eneco.nl/Organisatie/Codes-
marketingcommunicatie, waaronder reclame, promotie en
meer specifiek gemaakt worden.
en-reglementen
sponsoring.
De kernbedrijven hebben ieder een informatieve website voor klanten. www.eneco.nl www.stedin.net www. Joulz.nl pagina 13
Sectorspecifiek EU 1
EU2
Opgesteld productievermogen uitgesplitst naar primaire
Opgesteld vermogen in eigendom en/of met PPA’s, per
energiebron en regulatorisch regime.
technologie [MW]
Energiebedrijf Eneco pagina 32
Netto energieproductie naar primaire energiebron en
In 2011 gaat Eneco rapporteren volgens
Resultaten van onze kernbedrijven, Energiebedrijf Eneco
regulatorisch regime.
de afspraken met WNF: Percentage geproduceerde
pagina 29
elektriciteit (in eigendom en/of met PPA’s) t.o.v. het totaal leveringsportfolio, per technologie [%]. EU 4
EU 6
EU 8
Lengte van boven- en ondergronds transport en
Kilometers gasleidingen en elektriciteitsleidingen
distributienetwerk naar regulatorisch regime.
In het Stedin netgebied
Managementbenadering om de korte en lange termijn
Assetmanagement Stedin gecertificeerd volgens Pas55 en Stedin pagina 20
beschikbaarheid en betrouwbaarheid te borgen.
NTA 8120
Onderzoek- en ontwikkelingsactiviteiten en uitgaven
Investeringen
gericht op een betrouwbare elektriciteitslevering en het
Energiebedrijf Eneco pagina 32, 33 en 34 Stedin pagina 39
promoten van een duurzame ontwikkeling. EU11
Zie verder Stedin jaarverslag , www.stedin.net
Investeringen worden toegelicht in de Jaarrekening
Gemiddelde opwekefficiency van thermische productie-
In 2011 gaat Eneco rapporteren volgens de afspraken met Resultaten van onze kernbedrijven, Energiebedrijf Eneco
eenheden uitgesplitst naar energiebron en regulatorisch
WNF: Gemiddelde CO2-uitstoot van een kWh over een jaar pagina 29
regime.
die is opgewekt door een productiemiddel waarmee elektriciteit wordt opgewekt dat voor ten minste 50% in (indirect) eigendom toebehoort aan Eneco. [gr/kWh]
EU 14
Programma’s en processen om de beschikbaarheid van
Opleiding en ontwikkeling
bekwame arbeidskrachten waarborgen. EU 16
Beleid en vereisten met betrekking tot gezondheid en
Medewerkers pagina 22 Joulz pagina 46
Veiligheid staat in de Eneco groep bovenaan de agenda
Veiligheid pagina 18 en 19
– De gemiddelde onderbrekingsduur van het
Resultaten van onze kernbedrijven, Stedin pagina 39
veiligheid van werknemers en van (onder-)aannemers. EU29
Stroomonderbrekingsduur Indicator.
elektriciteitsnet in minuten per klant – De gemiddelde onderbrekingsduur van het gasnet in seconden per klant
130
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Verklarende woordenlijst
Allocatie Administratieve vaststelling welk deel van de geleverde energie voor rekening komt van welke leverancier. Door meting (in het netwerk of aan de meter van de klant) is niet vast te stellen welke leverancier de energie heeft geleverd. Voor de verrekening van de kosten voor levering en transport zijn allocatieregels vastgesteld. De allocatiemethodiek is in gebruik sinds 1 januari 2002.
EFET European Federation of Energy Traders.
Auditcommissie Commissie samengesteld uit leden van de Raad van Commissarissen dat toeziet op belangrijke financiële zaken van de onderneming.
EnergieNed De brancheorganisatie voor alle bedrijven die in Nederland actief zijn in productie, transport, handel of levering van gas, elektriciteit en/of warmte. De federatie behartigt de belangen van de aangesloten bedrijven en is aanspreekpunt voor overheid, politiek en belangenorganisaties. Namens de leden voert EnergieNed op nationaal en internationaal niveau de dialoog met deze partijen. www.energiened.nl
Biomassa Organisch materiaal met oorsprong in planten en dieren. De biomassa voor energetische doeleinden omvat teeltvegetatie en afval. Business Review Periodieke rapportage door het management van de business units aan de Raad van Bestuur. Capaciteitstarief Tarief waarbij de transportkosten voor gas en elektriciteit die door de netbeheerder in rekening worden gebracht niet afhankelijk zijn van het werkelijke verbruik, maar van het type aansluiting. Compliance Engelse term voor werken volgens het boekje, ofwel voldoen aan de regels die voortvloeien uit wet- en regelgeving of die een bedrijf en eventuele toezichthouders hebben opgesteld. Ook wel gebruikt voor afdelingen van bedrijven of beurzen die controleren of de handel volgens de regels verloopt. Convenant Overeenkomst tussen verschillende partijen. Corporate Governance Engelse term die zich moeilijk laat vertalen en daarom ook in het Nederlands als zodanig wordt gebruikt. Bekend geworden door het rapport ‘Corporate Governance’ van de commissie Peters. Er wordt ondernemingsbestuur in de meest ruime zin van het woord mee bedoeld, het stelsel van verantwoordelijkheden van alle partijen die bij het bestuur van een bedrijf betrokken (kunnen) zijn, zoals directie, commissarissen, aandeelhouders, bankiers en eventuele andere partijen die kapitaal hebben verschaft aan het bedrijf.
EFET of ISDA contracten Een (standaard) raamcontract waaronder handelspartners deals kunnen sluiten. In deze raamcontracten worden wederzijdse garanties, rechten en plichten alsook rekenregels of ‘netting’-principes gedefinieerd.
Geschillencommissie Klachten van consumenten/huishoudens kunnen in vrijwel alle gevallen voorgelegd worden aan deze commissie in Den Haag als het bedrijf de klacht heeft behandeld. Een uitspraak van deze commissie is bindend. Graaddag Een graaddag is een rekeneenheid om de (variërende) buitentemperatuur uit berekeningen over energieverbruik te halen. Groengas Gas dat wordt geproduceerd uit biomassa en met aardgaskwaliteit wordt geleverd. Hedging Het afdekken van een prijs- of koersrisico van een bepaalde beleggingspositie. ‘In control statement’ Verklaring van het bestuur dat de realisatie van doelstellingen wordt bewaakt, de verslaggeving betrouwbaar is en wet- en regelgeving wordt nageleefd. Interconnectie De verbinding van de Nederlandse gas- en elektriciteitsnetwerken met het buitenland voor import en export van energie. ISDA International Swaps and Derivatives Association.
CO2 Broeikasgas dat wordt gezien als een van de oorzaken van klimaatverandering. CO2-prijzen De kosten die industriële bedrijven moeten betalen voor de uitstoot van CO2. De prijs wordt gerekend per ton. CO2-rechten Rechten die industriële bedrijven, waaronder ook energiebedrijven, krijgen toegewezen. Deze rechten komen overeen met de norm die is gesteld aan de uitstoot van CO2. Deze norm is vastgesteld door de Europese Commissie. Stoot een bedrijf minder CO2 uit door te investeren in schonere processen, dan zijn de CO2-rechten die zij daardoor overhouden te verhandelen op de CO2-markt. Stoot een bedrijf meer uit dan de norm, dan moet het rechten bijkopen op de CO2markt. COSO Model om een structuur voor interne beheersing in te richten en te onderhouden.
ISO Non-gouvernementele organisatie die is opgericht in 1947 om internationale kwaliteitsstandaarden te promoten. ISO staat voor International Organization for Standardization. Kyoto-protocol Het Kyoto-protocol of Verdrag van Kyoto werd in 1997 opgesteld in de Japanse stad Kyoto en regelt de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Het is een vervolg op het Klimaatverdrag. Lease-and-leaseback Verhuur met een vaste looptijd van vaste activa aan buitenlandse partijen die vervolgens voor eigen gebruik worden teruggeleasd van dezelfde partijen. Leveranciersmodel In het leveranciersmodel is de leverancier het enige aanspreekpunt voor de kleinverbruiker van energie. Daarbij worden de transportkosten ook via de factuur van de leverancier in rekening gebracht.
Counterparty risico Het risico dat een handelsrelatie niet aan haar (financiële) verplichtingen kan voldoen.
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
131
LTIR Lost Time Injury Rate. Dit is het getal waarin de veiligheidsprestatie van een onderneming wordt uitgedrukt. Het wordt berekend door het aantal ongevallen met verzuim per miljoen aantal uren te nemen ten opzichte van het werkelijk aantal productieve uren. Margining en clearing Methoden om wederzijds counterparty risico te neutraliseren. Bij margining wordt periodiek (veelal dagelijks) de waardeverandering van de onderliggende contracten financieel verrekend op daartoe bestemde bankrekeningen. In geval van clearing vindt een soortgelijk proces plaats, maar dan middels een daartoe aangewezen derde party, de zgn. clearing member. ‘Marked-to-market value’ Geeft de netto contante waarde van een contract of verzameling contracten weer.
Remuneratiecommissie Commissie samengesteld uit leden van de Raad van Commissarissen dat verantwoordelijk is voor het ontwikkelen en bewaken van het bezoldigingsbeleid voor bestuurders binnen de onderneming. Rotterdam Climate Initiative (RCI) Het Rotterdam Climate Initiative biedt een platform waar overheid, organisaties, bedrijven en inwoners samenwerken aan halvering van CO2-uitstoot en versterking van de economie in de Rotterdamse regio. Shippen De verantwoordelijkheid van alle aangeslotenen op het Nederlandse gasnet om de dagelijkse productie, het transport en het verbruik van gas te plannen. Deze planning moet in de vorm van programma’s aan de landelijke netbeheerder bekend gemaakt worden. De leverancier vervult de taak van shipperverantwoordelijkheid uit naam van de klant.
MWe Eenheid voor elektrisch vermogen. MWt Eenheid voor thermisch vermogen. MWp Eenheid voor elektrisch vermogen uit zonne-energie. Netbeheer Nederland Nederlandse vereniging ter behartiging van belangen van landelijke en regionale elektriciteits- en gasnetbeheerders. Onbalans Bij elektriciteit ontstaat onbalans door verschillen tussen vooraf opgegeven programma’s en feitelijk verbruik of productie. TenneT corrigeert dit en berekent de onbalanskosten door aan degene die de onbalans veroorzaakt.
Splitsing Scheiden van het netwerkbedrijf van de productie-, handel- en leveringsactiviteiten van een energieconcern. Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie Subsidiëringsregeling voor producenten van duurzame energie die van kracht werd in 2008. Swapconstructies Ruiltransactie waarbij twee partijen elkaars verplichtingen overnemen. Wordt in de valutahandel gebruikt om aan te geven dat het gaat om de contante aan- of verkoop van valuta terwijl tegelijkertijd een gelijke hoeveelheid op termijn wordt gekocht of verkocht. TTF Het TTF (Title Transfer Facility) is een virtuele marktplaats voor gas.
Operational Excellence Strategie om processen te optimaliseren tegen de laagste kosten. Power Purchase Agreement Langjarig afnamecontract voor elektriciteit met een producent. Programmaverantwoordelijken Programmaverantwoordelijken stemmen de vraag naar elektriciteit af met het aanbod voor de volgende dag om onder-/overbelasting van het transportnet te voorkomen en bij te dragen aan de balans van het voorzieningssysteem. Dit vloeit voort uit de wettelijke verplichting van programmaverantwoordelijkheid die voor alle aangeslotenen op het elektriciteitsnet geldt. Reconciliatie Systeem voor verrekening van geplande en afgenomen hoeveelheden energie tussen programmaverantwoordelijken. Energiebedrijven met een programmaverantwoordelijkheid moeten de afname van hun klanten voor de volgende dag plannen en doorgeven aan de netbeheerder. Voor deze schatting gebruiken de bedrijven verbruiksprofielen. Afwijkingen van het patroon veroorzaken onbalans en dat brengt kosten met zich mee. Reconciliatie is de verrekening van het verschil tussen het verwachte en werkelijke verbruik.
132
Eneco Holding N.V. jaarverslag 2010
Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON) In november 2006 is de Wet Onafhankelijk Netbeheer aangenomen. Deze wet regelt dat de energiebedrijven hun netten en het beheer daarvan afsplitsen van hun commerciële activiteiten en dat de energieinfrastructuur in handen blijft van de overheid. x-factor De Energiekamer, onderdeel van de NMa, stelt de zogenaamde x-factor vast. Met deze doelmatigheidsprikkel beoogt de toezichthouder de transportbedrijven, die van nature monopolist zijn in hun gebied, efficiënter te laten werken door de tarieven ieder jaar te verlagen. De x-factoren geven aan met welk percentage de transporttarieven zullen dalen.
Uitgave
Op alle in dit jaarverslag gepubliceerde foto’s berust copyright.
Eneco Holding N.V. Communications & Public Affairs
Dit jaarverslag wordt alleen gepubliceerd op internet in een Nederlandstalige en Engelstalige versie.
Postbus 1003 3000 BA Rotterdam
Eneco, Ecostroom en Eneco Windstroom zijn geregistreerde merknamen van Eneco B.V.
Telefoon 08889 60 312 Fax 08889 60 303
Stedin en Joulz brengen een eigen jaarbericht uit.
www.eneco.nl Disclaimer Tekst en realisatie
In dit jaarverslag worden toekomstgerichte uitspraken gedaan. Deze uitspraken zijn herkenbaar aan het gebruik van
Bondt Communicatie
bewoor dingen als ‘verwacht’, ‘naar verwachting’, ‘voorziet’, ‘heeft het voornemen’, en vergelijkbare uitdrukkingen. Deze uitspraken zijn onderhevig aan risico’s en onzekerheden en de werkelijke resultaten en gebeurtenissen kunnen
Vormgeving en projectrealisatie
aanmerkelijk afwijken van de huidige verwachtingen. Factoren die daartoe kunnen leiden zijn onder meer, maar niet
C&F Report Amsterdam B.V.
uitsluitend, de algehele economische omstandigheden, de situatie op de markten waarop Eneco actief is, het gedrag van klanten, leveranciers en concurrenten, technologische ontwikkelingen en juridische bepalingen en voorschriften
Fotografie
van regelgevende instanties die consequenties hebben voor de activiteiten van Eneco. In aanvulling hierop, maar niet
Sicco van Grieken
beperkt daartoe, kunnen toekomstige resultaten beïnvloed worden door financiële risico’s, zoals valuta- en renterisico’s en liquiditeits- en kredietrisico’s. Eneco verwerpt iedere aansprakelijkheid of verplichting terzake van het bijwerken of herzien van onderhavige prognoses op basis van nieuwe informatie, toekomstige gebeurtenissen of anderszins.