Jaarstukken
2012 16 april 2013
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1
Inleiding
1
Jaarverslag Hoofdstuk 2
Programma’s
Programma’s inhoudelijk
Programma’s financieel
Hoofdstuk 3
Paragrafen
paragraaf 1 lokale heffingen
35
paragraaf 2 weerstandsvermogen
39
paragraaf 3 onderhoud kapitaalgoederen
55
paragraaf 4 financiering
61
paragraaf 5 bedrijfsvoering
71
paragraaf 6 verbonden partijen
75
paragraaf 7 grondbeleid
93
paragraaf 8 rechtmatigheid
107
Hoofdstuk 4
Programmarekening en analyse van het rekeningresultaat
121
Hoofdstuk 5
Balans en toelichting op de balans
136
Overzicht reserves en voorzieningen
138
Hoofdstuk 6
Verantwoording in het kader van Single information single audit
168
9 30
Jaarrekening
1
Bijlagen Hoofdstuk 7
Controleverklaring
175
Hoofdstuk 8
Besluit
181
Informatieve bijlagen niet behorend bij accountantsoordeel Hoofdstuk 9 Algemene reserve met toelichting Ombuigingen Kredieten Grondexploitaties WMO
2
187 191 197 201 211
Hoofdstuk 1 Inleiding
4
Inleiding Wat hebben we in 2012 gedaan en bereikt? In deze jaarstukken blikken we terug op 2012. Een dynamisch jaar, waarin de balans tussen het draaiend houden van ons reguliere werk en zorgen dat we klaar zijn voor de toekomst centraal stond. We zijn druk bezig geweest met de implementatie van het in 2011 ingezette ombuigingenpakket van € 13,5 miljoen. De taakstelling voor 2012 van ruim € 5 miljoen is gerealiseerd. In 2012 bleef de economische crisis onverminderd aanhouden. En het einde is nog niet in zicht. Dat heeft grote effecten voor de maatschappij. Bijvoorbeeld in de bouwsector. We moesten opnieuw ingrijpende besluiten nemen over verschillende bouwprojecten. Gelukkig hebben we enkele jaren geleden al besloten om te sparen voor een forse risicobuffer voor de grondexploitatie. In 2012 kregen we een nieuw kabinet. Dit kabinet zet in op forse bezuinigingen. Die zullen grote gevolgen hebben voor de samenleving en de gemeenten. Veel taken verschuift het rijk naar de gemeenten. Dat leidt tot een geheel andere rol voor de gemeentelijke overheid. De gemeente gaat in de toekomst veel krachtiger sturen op allerlei maatschappelijke ontwikkelingen. Dat vraagt een andere rol en werkwijze van bestuurders en ambtenaren. We geloven dat we de uitdagingen waar gemeenten voor staan alleen op een goede manier kunnen oppakken als we dit samen doen met anderen. De gemeente is een partner in de samenleving. Ze probeert samen met inwoners, verenigingen, bedrijven, instellingen en mede- overheden de juiste keuzes te maken. In 2012 hebben we dan ook veel ingezet op samenwerking. We zijn erg blij met de manier waarop (sport)verenigingen, (culturele) instellingen samen met inwoners de ombuigingen hebben vorm gegeven. In plaats van dingen te laten verdwijnen zijn ze vaak anders en soms zelfs beter ingevuld. Door intergemeentelijke samenwerking is een gezamenlijke kaderstelling voor de decentralisaties vastgesteld. Zodat straks vanuit de inhoud gekeken kan worden wat we het best lokaal, per cluster of regionaal kunnen oppakken. In het kader hebben de acht gemeenten samen benoemd binnen welke voorwaarden de uitvoering van de decentralisaties plaats moet vinden. De acht Achterhoekse gemeenten hebben in 2012 besloten de voorbereiding op de nieuwe taakdecentralisaties gezamenlijk aan te pakken. Hiervoor is een regionale projectstructuur ingericht met regionale projectleiders en projectgroepen voor de jeugdzorg, de AWBZ en de Participatiewet. Het jaar 2012 heeft ook in het teken gestaan van het zoeken naar de kaders die het Rijk stelt bij de uitvoering van de decentralisaties. Het regeerakkoord geeft hier aanwijzingen voor, maar veel is nog onduidelijk. Zo is duidelijk geworden dat het wetsvoorstel Wet werken naar vermogen wordt vervangen door de participatiewet per 1 januari 2014, de gehele Jeugdzorg overkomt naar de gemeenten en er naast de het onderdeel begeleiding uit de AWBZ ook de onderdelen Dagbesteding en vervoer, en Persoonlijke verzorging gedecentraliseerd worden naar de gemeenten. Daarnaast moet de HH (binnen WMO) opnieuw worden vormgeven en wordt Scheiden van wonen en zorg doorgevoerd. Kortom een forse taakuitbreiding voor de gemeente en een nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Wat ook duidelijk is, is dat er voor alle drie de taakdecentralisaties en de WMO minder budget beschikbaar komt dan dat er nu aan uitgegeven wordt. Wat nog steeds onduidelijk is is de hoogte van de budgetten die beschikbaar komen. Het Rijk koerst op het verstrekken van duidelijkheid hierover in de mei/juni circulaire 2013. Hoewel het Rijk inzet op een grotere slag- en bestuurskracht van gemeenten door het vergroten van de schaal lijkt er vooralsnog geen gedwongen herindelingsoperatie te komen. Doetinchem heeft samen met Oude IJsselstreek in 2012 een onderzoek uitgevoerd naar de voor- en nadelen van een mogelijke fusie. Ook de provincie heeft een herindelingscan uitgevoerd. Uit deze onderzoeken blijken 5
beide gemeenten beleidsmatig en qua visie op de samenleving dicht bij elkaar te liggen. De organisatieontwikkeling verschilt en in de uitvoering worden soms andere keuzes gemaakt. Ook de herindelingscan die door de provincie is uitgevoerd laat geen belemmeringen zien. Het laat ook zien dat op korte termijn geen financiële voordelen zijn te verwachten. Begin 2013 is toch besloten dat het verstandiger is een pas op de plaats te maken, en gesteund door de signalen vanuit Den Haag, samen met de hele Regio opnieuw te kijken naar samenwerking op de decentralisaties. Dit zal in 2013 een uitwerking krijgen, mede naar aanleiding van de vraag vanuit het Rijk om medio 2013 met congruente samenwerkingsverbanden te komen. Naast deze toekomstgerichte investeringen in samenwerking zijn een aantal mooie, concrete, resultaten behaald in 2012. Zo is de SJOG, het jongerencentrum voor en door jongeren, in de Gruitpoort ingericht en zijn er bijna dagelijks activiteiten als huiswerkbegeleiding, muziek en cultuur en zaalvoetbal. In Doetinchem noord is de verkeerssituatie verbeterd om de veiligheid te verhogen. In 2012 zijn ruim 230 woningen gerealiseerd, ondanks de crisis meer dan de afspraak was. Deze woningen sluiten aan bij de vraag van onze inwoners. In Wehl zijn bijvoorbeeld vooral starterswoningen gerealiseerd op Heideslag. Wijkwerk nieuwe stijl heeft zich ontwikkeld en draait nu in een aantal wijken met de buurtcoaches en het wijkbedrijf. Ondanks de druk die de ombuigingen met zich hebben meegebracht, zijn we er in 2012 toch in geslaagd om samen met onze partners te werken aan een duurzame en toekomstbestendige Doetinchemse samenleving. Wat zijn de rekeningresultaten 2012? Financieel is het jaar 2012 afgesloten met een positief resultaat van € 1,7miljoen op de reguliere begroting. € 1 miljoen ervan stellen we voor om door te schuiven naar de begroting 2013 voor activiteiten die nog in uitvoering zijn. € 0,7 miljoen kan worden toegevoegd aan de algemene reserve. Na het verwerken van de resultaten 2012 bedraagt de algemene reserve ultimo 2012 nog ruim € 16 miljoen. Ook het meerjarig perspectief van de algemene reserve blijft ruim boven de maximum norm van € 13 miljoen. Ondanks het afgelopen crisisjaar blijven we beschikken over een veilige financiële buffer voor de ontwikkelingen die op ons afkomen. Zoals reeds in de begroting en de Taskforcerapportages was voorzien is het resultaat 2012 op de grondexploitaties € 8,5 miljoen nadelig. Ter dekking van de geraamde verliezen wordt vanaf de begroting 2012 € 29 miljoen gespaard in de reserve taskforce grondexploitatie. Het nadeel 2012 op de grondexploitatie wordt dan ook gedekt uit deze reserve en uit de reserve grondexploitatie. Uit de analyse van de risicokaarten grondexploitatie constateren we dat de algemene reserve grondexploitatie € 0,8 miljoen onder het gewenste niveau komt. Volgens de spelregels (cascademodel) zou dit moeten worden aangevuld uit de algemene reserve. We stellen echter voor om deze onderdekking nu niet bij deze jaarstukken 2012 aan te vullen uit de algemene reserve. Dit, in afwachting van de actualisatie grondexploitatie van medio 2013.
6
Jaar verslag
8
Programma 1: Centrum van de Achterhoek Economisch actieplan Inleiding Met een goed vestiging- en ondernemingsklimaat (bereikbaarheid, aanbod van panden en grond, aanwezigheid van voorzieningen, dienstverlening gemeente, arbeidsmarkt, etc.) kan de ondernemer optimaal ondernemen. In het economisch actieplan (2011) hebben we laten zien dat veel activiteiten van de gemeente gericht zijn op starters. Wij zetten ons nu ook in voor het stimuleren van groei bij groeiende ondernemers. Bij groei hebben deze ondernemers wellicht ook een ruimtevraag of zijn ze op zoek naar personeel. Daarom zijn ze ook interessant voor ons als gemeente. Wat hebben we daarvoor gedaan? Ondernemerschap en innovatie We hebben meegedaan aan IkStartSmart. 8 jonge ondernemers hebben een vliegende start gemaakt. Ook zijn we participant van het provinciale project Gelderland Valoriseert. Verschillende ondernemers zijn in aanmerking gekomen voor een goedkopere geldlening om prototypen of „proof of concepts‟ te maken op het gebied van duurzame energie en chemie. Met verschillende groeiers hebben wij in 2012 een concept actieplan groeiers gemaakt. Met de winkeliers uit de binnenstad zijn wij volop bezig met het thema Het Nieuwe Winkelen. We hebben de Doetinchem app „Spots‟ gelanceerd in samenwerking met de binnenstad gevolgd door een gerichte marketingcampagne. Daarnaast zijn er voorbereidingen getroffen voor het aanleggen van gratis wifi in het kernwinkelgebied. We zijn genomineerd voor de landelijke verkiezing: Beste Markt. Parkmanagement en kvo Alle bedrijventerreinen (ook het A18 Bedrijvenpark) en in de binnenstad kunnen inmiddels parkmanagementorganisaties en keurmerk veilig ondernemen overleggen. Deze organisaties zorgen voor het behoud van de kwaliteit, veiligheid en uitstraling van deze gebieden. Wij participeren in deze organisaties. Ook zijn we met vastgoedeigenaren uit de binnenstad en bedrijventerreinen in gesprek over de leegstand van panden en de maatschappelijke effecten. Externe profilering, promotie en acquisitie We hebben het Achterhoekse Lentediner in Den Haag succesvol georganiseerd. In 2012 zijn nagenoeg alle kavels van het bedrijventerrein Wijnbergen verkocht. We hebben acquisitie gevoerd voor het A18 Bedrijvenpark en bedrijven intensief begeleid bij de reservering en/of aankoop van hun kavel en het uitvoerings- en vergunningtraject. In het voorjaar van 2012 is de eerste paal van het pand van Esbro feestelijk de grond ingegaan. Tevens is de samenwerking met de accountmanagers uit de andere West-Achterhoekse gemeenten geïntensiveerd. Sociaal economisch contract met bedrijfsleven Inleiding Het aantrekken en behouden van talent in de gemeente is van cruciaal belang voor een goed ondernemingsklimaat. Ondernemers willen over talent kunnen beschikken. Met de deelname aan het Platform Onderwijs en Arbeidsmarkt Achterhoek en het Europese project LaGoTa willen wij de werkgelegenheid bevorderen en inspelen op de vergrijzende beroepsbevolking. Daarnaast merken we dat mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt langs de kant blijven staan. Door een nauwe samenwerking met IG&D en de arbeidsbemiddelaars van werk en inkomen willen we sneller werkzoekenden vanuit onze "kaartenbakken" plaatsen bij bedrijven. 9
Wat hebben we daarvoor gedaan? Sociaal economische afspraken We hebben uitvoering gegeven aan de pilot sociaal economische afspraken in samenwerking met de IG&D en deze geëvalueerd. Op basis van de evaluatie hebben we de pilot sociaal economische afspraken tot een doorontwikkeling gebracht gericht op werk in plaats van vacatures en op de uitbreiding van de samenwerking tussen gemeente en ondernemers om mensen aan het werk te helpen. Talent in de regio We hebben het Europese project LaGoTa gecoördineerd (studie naar het aantrekken en behouden van talent in de regio Achterhoek). Mobiliteit Inleiding Verkeersveiligheid is enorm belangrijk. Op een aantal plekken in onze gemeente laat dit echter te wensen over. Teveel verkeer gaat door de woonwijken. Ook willen we de verkeersveiligheid voor fietsers verbeteren. Mobiliteit neemt een belangrijke plek in in onze samenleving. Of het nu gaat om woon- werkverkeer, familiebezoek, bevoorrading van bedrijven of om te gaan sporten. Om dit in goede banen te leiden en de bereikbaarheid te verbeteren zetten we in op een sneller, efficiënter en veiliger verkeersafwikkeling. Een goede mobiliteit draagt bij aan het vestigingsklimaat van de stad en is dus nodig voor een gezonde economische ontwikkeling. Bij de uitvoering van ons mobiliteitsbeleid zoeken we naar alle mogelijkheden van co-financiering, zodat we met zo weinig mogelijk gemeentelijke middelen zoveel mogelijk resultaat kunnen bereiken. Wat hebben we daarvoor gedaan? Oostelijke randweg In 2011 is besloten over de aanleg van de Oostelijke Randweg. Deze zal in belangrijke mate bijdragen aan een beter bereikbare binnenstad. De veiligheid en leefbaarheid in wijken als Oosseld en Schöneveld verbetert hiermee. In 2012 is hard gewerkt aan de voorbereidingen voor de aanleg. De Oostelijke randweg wordt gerealiseerd onder regie van de gemeente. In 2012 heeft het ingenieursbureau van de gemeente gewerkt aan het ontwerp van de weg. In de periode februari- mei 2012 hebben wijkbewoners van de wijk Schöneveld meegedacht over nut en noodzaak van de aansluiting Vossenstraat op de randweg. Het resultaat van de bijeenkomsten is dat de aansluiting randweg op de wijk niet wordt gerealiseerd. Er is wel een oversteek bij de Vossenstraat. Met de vaststelling van de voorjaarsnota 2011door de raad is financiële zekerheid verkregen over de dekking van de kosten van de oostelijke randweg. Op 14 juni 2012 heeft de gemeenteraad het krediet voor de oostelijke randweg beschikbaar gesteld. Het totale krediet bedraagt € 27 miljoen, de provincie draagt hier € 12 miljoen aan bij. Vooralsnog verwachten wij het project oostelijke randweg binnen het krediet te kunnen uitvoeren. Het tracé van de randweg (inclusief een tunnel onder het spoor) ligt vlakbij de Zumpe en de Ruige Horst. Daarom wordt een natuurplan gemaakt dat zorgt voor een goede landschappelijke inpassing van de randweg en verbetering van de omstandigheden van de Zumpe.
10
Ondernemingsweg Aanpassingen aan de Ondernemingsweg zijn noodzakelijk vanwege aanleg van de oostelijke randweg. De Frans Halsweg wordt afgebogen en krijgt een aansluiting op de Terborgseweg. Het krediet van € 1,875 mln. is gebaseerd op het uitvoeren van maatregelen waarbij een gelijkvloerse afwikkeling van alle verkeersstromen bij de Ondernemingsweg plaatsvindt. De realisatie van een fietstunnel bij de Ondernemingsweg is destijds wel onderzocht, maar bleek zeer lastig te realiseren vanwege ruimtegebrek voor de toe- en afrit van de tunnel. Bij nader inzien blijken toch mogelijkheden te zijn voor de aanleg van een fietstunnel. Een fietstunnel bij de Ondernemingsweg levert een belangrijke bijdrage aan de verkeersveiligheid en doorstroming. En past uitstekend binnen de kaders van Duurzaam Veilig waarbij fietsers en auto’s elkaar in een dergelijke situatie bij voorkeur ongelijkvloers kruisen. De kosten van een fietstunnel bij de Ondernemingsweg ramen wij op € 1,75 mln. De provincie Gelderland is bereid om financieel flink bij te dragen met een bedrag van € 0,85 mln. De gemeente zal het resterende deel van € 0,9 mln. moeten financieren. De fietstunnel draagt niet alleen bij aan de veiligheid voor fietsers maar ook aan de doorstroming van het verkeer op de oostelijke randweg. Het versterkt daarmee de functie van de weg. Het krediet voor de fietstunnel Ondernemingsweg komt 7 maart 2013 voor besluitvorming op de agenda van de gemeenteraad. De uitvoering van deze werkzaamheden starten medio 2013. Fietstunnel Missetstraat- Havenstraat Het fietspad langs het spoor maakt onderdeel uit van het hoofd fietspadennetwerk waar dagelijks meer dan 1.000 fietsers gebruik van maken. Daar waar hoofdfietspaden belangrijke verkeerswegen kruizen, is het wenselijk deze als ongelijkvloerse kruising uit te voeren. Dit om het fietsen te bevorderen en de veiligheid te garanderen. Medio 2012 is de fietstunnel in gebruik genomen. De kosten van de tunnel bedragen totaal € 2,4 miljoen waarvan 50 % is gefinancierd door de provincie. Doetinchem noord Op 1 juli 2010 heeft de raad een omvangrijk maatregelenpakket vastgesteld om de veiligheid te verbeteren. Een evenredige verdeling van het verkeer over de Haareweg en de Kruisbergseweg en verkeersveiligheid zijn hierin belangrijke peilers. Tal van maatregelen verbeteren de verkeersveiligheid van overstekende fietsers en voetgangers. In 2012 is gewerkt aan de volgende maatregelen: • • • • • • • •
het bestemmingsplan Haareweg (om de voorgenomen maatregelen mogelijk te maken) is medio 2012 onherroepelijk geworden; het vergroten en herinrichten van het 30-kmwegvak op de Haareweg met extra aandacht op de snelheidsovergang en de voorrangssituatie; ontvlechting van fiets- en autoverkeer door het aanbrengen van vrijliggende fietspaden; aanbrengen van middengeleiders op de Haareweg; aanbrengen van inritconstructies voor alle aansluitende wegen op de Haareweg; reconstructie van het zuidelijk deel van de Haareweg tussen de J.F. Kennedylaan en de 30 km zone. reconstructie van de Haareweg tussen de Duval Slothouwerstraat en de Van der Grijnstraat.
De uitvoering vindt gefaseerd plaats en loopt door tot 2014. Door voordelige aanbesteding van deelfasen van het project en € 300.000 extra subsidie van de provincie is de dekking van het project bijgesteld. De totale kosten bedragen € 3.508.500. De dekking is als volgt: € 1.292.500 mobiliteitsgelden, € 1.300.000 BDU subsidie, € 501.000 uit diverse financieringsbronnen en € 415.000 uit het fonds bovenwijks.
11
IJsselkade- Spinbaan en Melkweg De raad heeft een principebesluit genomen over de verkeerscirculatie, op dit moment komen er klachten binnen over de situatie. De IJsselkade wordt eenrichtingsverkeer in de richting van de C. Missetstraat. De Spinbaan wordt eenrichtingsverkeer in de richting van de Raadhuisstraat. De Melkweg blijft in twee richtingen opengesteld. Naast de voorgenomen herinrichting zijn ook investeringen nodig vanwege afspraken met het Brewinc, de papierfabriek en de aansluitingen op de heringerichte C. Missetstraat. In 2012 is de vastgestelde verkeerscirculatie in Hamburgerbroek Noord en stadhuisomgeving vertaald naar een verkeerskundig ontwerp per wegvak. Daarnaast is gewerkt aan het maken van een bestek en tekeningen. Uitvoering vindt plaats in 2013. De totale kosten bedragen €690.000 welke zijn gedekt voor €300.000 uit mobiliteitsgelden, €90.000 RSL subsidie en € 300.000 BDU subsidie. Woongemeente Inleiding De woningmarkt heeft het al een aantal jaren erg moeilijk. Door de economische recessie en de inzettende bevolkingskrimp neemt de vraag naar woningen af. In onze buurgemeenten is de krimp al ingezet, in Doetinchem verwachten we dit vanaf 2018. Een daling in het aantal huishoudens zet later in, vanaf 2025 ongeveer. In regioverband zijn afspraken gemaakt over het aantal te bouwen woningen. In 2012 is er nog een groot aantal woningen gerealiseerd, namelijk 238. Dit is meer dan de 200 die in de begroting stonden geprognosticeerd. Wat hebben we daarvoor gedaan? Woonvisie In 2012 is de woonvisie vastgesteld. Hiermee is een kwalitatieve slag gemaakt in het woningbouwprogramma. Aan de structuurvisie wordt nog gewerkt. Deze woonvisie richt zich op de bereikbaarheid en betaalbaarheid van woningen. Huidige en toekomstige ontwikkelingen vragen om een bredere benadering van het wonen. In de woonvisie zorgen we, samen met andere partijen, voor een goede basis om concrete projecten op het terrein van wonen, leefbaarheid en wonen-welzijn-zorg op te pakken. De woonvisie geeft richting aan het woonbeleid tot 2020. Wijnbergen midden-Westen Een van de projecten die ondanks de economische crisis nog op grote belangstelling van kopers kan rekenen is Wijnbergen midden- westen. Er wordt momenteel druk gebouwd in Wijnbergen middenwesten. Hiermee wordt een kwalitatief hoogwaardig aanbod gerealiseerd van grondgebonden woningen. Heideslag Ondanks de terugloop op de woningmarkt is er in Wehl- Heideslag wel het een en ander gebouwd. Het gebied wordt steeds meer bewoond, de 39 huurwoningen zijn gereedgekomen en bewoond en veel van de circa 40 gebouwde koopwoningen zijn betrokken. Begin 2013 zal het gebied de Motketel, waar deze woningen staan, woonrijp gemaakt worden. De verwachting is dat door het “af” maken van het gebied, er weer belangstelling zal ontstaan voor de kavels. In 2012 is gestart met het invullen van het CPO-kavel (nabij de Plantage Allee). Hier zullen 15 woningen komen, de start van de bouw wordt in de tweede helft van 2013 verwacht. Ook is het gebied Ripperbansveen opgepakt. Door vier partijen wordt er gewerkt aan een plan voor in 40 starterswoningen met een vanaf prijs van € 139.000 euro, vrij op naam. Hiermee komen we tegemoet aan de vraag van starters op de woningmarkt.
12
De Veentjes In de Veentjes is een brede ontwikkeling gaande. Het belastingkantoor heeft een andere invulling gekregen en er is een start gemaakt met het opknappen van de openbare ruimte. De Huber Noodtstraat is klaar en de Veentjes zelf is afgerond. Het Schouwburgplein heeft met een nieuwe fietstunnel een mooie entree gekregen en is in veranderd in een ruim plein. Dit wordt afgerond met verlichting en groenvakken. Aan de parkeerplaats wordt nog hard gewerkt. Pelgrimterrein In 2012 is er weer verder gebouwd op het Pelgrimterrein. De laatste grondgebonden huurwoningen van Sité zijn opgeleverd en het gebied om deze huurwoningen is woonrijp gemaakt. Aan de Akkerstraat/Romanticastraat is begonnen met de bouw van 2 vrijstaande woningen, deze worden in 2013 opgeleverd. Een grote slag is in 2012 geslagen in het plangedeelte aan de Hoofdstraat. Het appartementenblok met startersappartementen (blok Cinq, naast het station) is opgeleverd en nagenoeg geheel verkocht. De eerste bewoners zijn er rond de zomer in getrokken. In het najaar is begonnen met de bouw van de Aldi en het “Sensireblok”. De Aldi gaat medio april 2013 open, het blok voor Sensire (ter vervanging van St. Jozef) zal naar verwachting begin 2014 opgeleverd worden. Aansluitend aan de bouw van de Aldi en het Sensireblok zal de Hoofdstraat heringericht worden. Het planproces hiervoor is op 1 oktober 2012 gestart. Start verbouw Schavenweide Schavenweide wordt momenteel nieuw gebouwd. Hier komt een eigentijds woonzorgcentrum dat van alle gemakken is voorzien. Voor senioren een prachtige en veilige plek om te wonen. Het nieuwe Schavenweide bestaat uit vier aparte gebouwen die op de begane grond met elkaar verbonden zijn. De ontsluiting en het parkeren worden beter geregeld dan in de huidige situatie. De bewoners zijn verhuisd naar een mooie tijdelijke huisvesting aan de Holterhoek in Doetinchem. Kunst en cultuur Inleiding Doetinchem kent een goede culturele infrastructuur met grote culturele instellingen, verenigingen en jaarlijks terugkerende evenementen. Amphion is als nieuwe schouwburg uitgeroepen tot het beste theater van Nederland in 2012. Hier zijn we trots op! Het jaar 2012 was voor de meeste culturele instellingen en organisaties het eerste jaar waarin de ombuigingen doorgevoerd werden in de subsidiebijdrage van de gemeente. Hierbij hebben we bewuste keuzes gemaakt om de culturele basisinfrastructuur in Doetinchem te behouden. Wat hebben we daarvoor gedaan? Evenementen In 2012 hebben we de kaders voor het evenementenbeleid vastgesteld. In 2013 wordt met partners in de stad onderzocht of een Stichting Evenementen Doetinchem haalbaar is. Culturele instellingen Met de bibliotheek West-Achterhoek is per 2013 een nieuwe budgetovereenkomst gesloten. Hiervoor is besloten om de ombuigingen voor de bibliotheek te faseren over de periode 2014-2016. In 2012 zijn nieuwe budgetovereenkomsten ingegaan voor de Gruitpoort en de Muziekschool. Met Schouwburg Amphion is de bestaande subsidierelatie met een jaar verlengd. Met het Stadsmuseum en het Erfgoedcentrum zijn nieuwe afspraken vastgelegd in de subsidierelatie.
13
14
Programma 2: Duidelijk en veilig Deregulering en handhaving Inleiding De Doetinchemmers moeten zich veilig en beschermd voelen. In de wijk of het in dorp, op de fiets, tijdens het winkelen of bij het uitgaan in het centrum van onze gemeente. Bewoners moeten op ons kunnen rekenen als het gaat om het handhaven van de veiligheid. We willen problemen voorkomen en hard optreden als dat nodig is, we zoeken daarbij een balans tussen preventie en handhaving. We willen terug naar vertrouwen, zodat we niet meer alles hoeven dicht te regelen. Wat hebben we daarvoor gedaan? Toezicht en handhaving In het jaar 2012 is uitvoering gegeven aan het vastgestelde handhavingsbeleidsplan 2011-2015 met als werktitel “zichtbaar, simpel en strak “. Het handhavingsbeleid heeft betrekking op toezicht- en handhavingstaken binnen de taakvelden bouwen, ruimtelijke ordening, milieu, algemene plaatselijke verordening en bijzondere wetten, brandveiligheid, kinderopvang, verkeer, sociale zekerheid, leerplicht en inburgering. Deze onderwerpen worden actief en integraal opgepakt waarbij de diverse uitvoeringslijnen samenkomen in een periodiek handhavingsoverleg. Om de integrale werkwijze en samenwerking nog eens extra te onderstrepen is er in oktober 2012 weer meegedaan aan de (gelderse) handhavingsestafette. Deze specifieke actie heeft veel media aandacht gehad, gezorgd voor een grote financiële (belasting) opbrengst en heeft bijgedragen tot het verder aanhalen van de samenwerkingsbanden tussen de verschillende handhavingdisciplines. In het afgelopen jaar is er elk kwartaal een overzicht van de handhavingresultaten gepresenteerd aan het college en de Raad. De volgende resultaten zijn bereikt in in 2012: • • • • • • •
In het bouwtoezicht zijn de woningbouwprojecten Veemarktterrein, Heideslag, Norman Belvealstraat afgerond. Ruim 180 woningen zijn in het toezicht beoordeeld en verder is er toezicht gehouden op projecten zoals de Jumbo supermarkt, het Turks Cultureel centrum, de verbouwing van Intersnack en de nieuwbouw van Buha. Er zijn 200 milieucontroles uitgevoerd. Het betreft hier de reguliere (her) controles als ook nieuwe controles als gevolg van kliksignalen. Er is controle gehouden op het naleven van de regels uit het vuurwerkbesluit bij ondernemers die vuurwerk opslaan en verkopen. Voor wat betreft de Apv is er inzet gepleegd op de naleving van regels uit de drank- en horecawetgeving en de controle op het sluitingsuur. Er zijn in 2012 40 nieuwe horecavergunningen afgegeven en 20 keer is er ontheffing verleend van het sluitingsuur. Veel inzet en energie is er geleverd om het stadsfeest goed en veilig te laten verlopen. De voorbereiding op de nieuwe Drank en Horecawet is in 2012 opgepakt. In Doetinchem zijn 47 locaties waar kinderopvang ( dag- en buitenschoolse opvang ) volgens de Wet kinderopvang plaatsvindt. Daarnaast zijn er 220 geregistreerde gastouders. Het college ziet er op toe dat de Wet Kinderopvang wordt nageleefd. Er wordt gehandhaafd volgens het VNG model. Doetinchem heeft de A- status en voldoet daarmee aan de kwaliteitseisen. Er zijn in 5829 bekeuringen/naheffingsaanslagen opgelegd en 3052 overige verkeerscontroles/overtredingen Wet Mulder. In de Stichting beveiliging bedrijven Doetinchem (SBBD) komen een aantal veiligheids- en toezichtslijnen samen. Vanuit dit overlegorgaan is er ondermeer extra aandacht besteed aan het cameratoezicht op bedrijventerreinen, de winkelsurveillance in de binnenstad en het behalen en uitreiken van het keurmerk “veilig ondernemen “. 15
De leidraad in de handhavingsaanpak is de risico-analyse. Daar waar de risico’s voor de samenleving het grootst zijn wordt de meeste inzet gepleegd. Balansverstoorders worden ( hard ) aangepakt en er wordt op een positieve wijze aandacht besteed aan burgers/ondernemers die de balans in de samenleving versterken. Omgevingsdienst Achterhoek (ODA) Rijk, IPO (interprovinciaal overleg) en VNG willen de kwaliteit van vergunningverlening, toezicht en handhaving op het gebied van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu verbeteren. Zij hebben afgesproken uitvoeringsorganisaties op te richten op het schaalniveau van de veiligheidsregio’s die taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving gaan uitvoeren. De gemeenten Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Lochem, Montferland, Oost Gelre, Oude IJsselstreek, Winterswijk en Zutphen zijn met de provincie Gelderland een gemeenschappelijke regeling aangegaan tot oprichting van de Omgevingsdienst Achterhoek. Deze omgevingsdienst is georganiseerd op een kleinere schaal dan de veiligheidsregio, om invloed van gemeenten en de provincie het best te waarborgen. De omgevingsdienst is per 1 april 2013 operationeel. Wedstrijden de Graafschap worden aangemeld als evenement De voetbalwedstrijden van De Graafschap vallen binnen de APV onder de evenementen. Dit is niet iets nieuws, maar in Doetinchem was dit nog niet op die wijze geregeld. Dat betekende dat de gemeente voor de verkeersregeling in en het afzetten van de wijk voorafgaand aan wedstrijden kosten moest maken die € 20.000 op jaarbasis bedroegen. Door het betaald voetbal gelijk te trekken met andere grote evenementen kon de gemeente de verantwoordelijkheid meer bij de organisator van het evenement voetbal leggen. De te halen besparing voor 2012 is daarmee gerealiseerd. Veiligheid preventief Inleiding We kiezen voor preventie door in te zetten op onze jeugd. We willen weten wat er speelt zodat we overlast kunnen voorkomen en terugdringen. Het wijkveiligheidsteam als onderdeel van de wijkwachten is ingezet op de hotspots. Dit zijn de prioritaire handhaving gebieden. De jeugd is mobiel en de het veiligheidsteam is dan ook daar waar de jeugd is. Wat hebben we daarvoor gedaan? Nachtwachten, wijkwachten en het wijkveiligheidsteam samen Nachtwachten, wijkwachten en jeugdtoezicht zijn in 2012 ondergebracht onder één project. Het project wijkwachten. Daarmee wordt op projectkosten bespaard. Het wijkveiligheidsteam, per 1 januari 2013 verder gegaan als Jeugd Interventieteam, heeft ook het afgelopen jaar de jeugd actief en op straat opgezocht. Kleine en grotere jeugdproblematiek is opgepakt door het Jeugd Interventieteam waarbij niet alleen de samenwerking met de veiligheidsketen geïntensiveerd is, maar ook de samenwerking met de jeugd en zorgketen. De horizontale verbinding tussen de diverse ketens werkt steeds beter met in dit kader als doel de overlast te voorkomen of terug te dringen. Het afgelopen jaar is ook gebruikt om meer te sturen op de preventieve kant van jeugdoverlast in plaats van repressie. De wijkwachten en het Jeugdinterventieteam worden ingezet in de gebieden waar sprake is van (jeugd)overlast en wat onze extra aandacht (prioriteit) verdient. De aanpak werkt steeds beter. Hier gaan we in 2013 mee verder.
16
Brandweer Inleiding Brandweer Achterhoek West (BAW) is verantwoordelijk voor de brandweerzorg in de gemeenten Doetinchem, Bronckhorst, Montferland en Oude IJsselstreek. BAW vervult deze verantwoordelijkheid voor de gehele veiligheidsketen. Op het vlak van risicobeheersing (pro-actie en preventie) verzorgt BAW voorlichting, adviseert zij over brandveiligheid en andere risico’s en voert zij controles en andere bezoeken uit. Wat hebben we daarvoor gedaan? Bij de uitvoering van de dagelijkse werkzaamheden wordt al stilgestaan bij deze ambities. Aan de eerste drie ambities is echter ook specifieke aandacht besteed. In 2013 krijgen deze en de andere zes ambities wederom de nodige aandacht. In 2012 is onder andere geresulteerd een kwaliteits- en efficiencyslag ten aanzien van de administratie voor vrijwilligers gerealiseerd. Verder heeft BAW geïnvesteerd in het risicobewustzijn van zorginstellingen. Zo is vorm en inhoud gegeven aan het scenariodenken t.a.v. het scenario ‘Brand in gebouw zorg & welzijn’. In datzelfde kader heeft de bestuurscommissie van BAW een bezoek gebracht aan vier zorginstellingen. Hierbij is veel aandacht geschonken aan de brandveiligheid en de zorgcontinuïteit van die zorginstellingen. Ook is, net als in voorgaande jaren, geïnvesteerd in het terugdringen van nodeloze meldingen. In 2012 heeft BAW 1209 uitrukken gehad. Hiervan kwamen 552 voor rekening van de brandweerposten Doetinchem en Wehl. In 2012 is begonnen met het verbeteren van de paraatheid binnen BAW. Er zijn namelijk nieuwe pagers aangeschaft waarmee de beschikbaarheid van vrijwilligers bijgehouden kan worden. Ook is een project SIV van start gegaan. In samenwerking met cluster IJsselstreek onderzoekt BAW de mogelijkheden een Snel Inzetbaar Voertuig te gebruiken voor een aantal incidenten. Een proef met deze SIV zal bij brandweerpost Doetinchem plaatsvinden. Brandweerkazerne In 2012 is het krediet voor de bouw van de brandweerkazerne verleend. Hierdoor kan de oude locatie in het centrum van de stad worden verruild voor een locatie op Sportpark Zuid. Dit maakt het mogelijk weer een duurzame en up-to-date brandweerkazerne te bouwen waarin vrijwilligers een plek krijgen. Materieelplan Het regionale project MOED (masterplan optimalisering effectuering doelmatigheid brandweer) is in 2012 gestart. Vanwege dit regionale project is het materieelplan van BAW uitgesteld naar 2013. In 2013 moet er een regionaal materieelplan komen waarvan het BAW-materieelplan onderdeel uitmaakt. Bluswater De brandweer maakt voor de bestrijding van branden gebruik van bluswater. Dit water is veelal afkomstig uit brandkranen. In 2012 heeft BAW onderzocht in hoeverre de brandkranen nog voldoen als toereikende, betrouwbare en bereikbare bluswatervoorziening. Dit onderzoek maakt deel uit van een groter onderzoek naar de bluswatervoorzieningen binnen Achterhoek West. De uitkomst van dit deelonderzoek wordt opgenomen in het project MOED. De uitkomsten van dit totaalonderzoek worden in 2013 verwacht.
17
Risicobeheersing BAW heeft in 2012 geïnvesteerd in het risicobewustzijn van zorginstellingen en scholen. BAW heeft deze bezoeken als zeer waardevol en nuttig ervaren. In 2013 gaat BAW verder met deze manier van ‘professioneel profileren’. Belangrijk in deze is ook de komst van de Omgevingsdienst Achterhoek (ODA). Samen met de clusters Achterhoek Oost (BWAO) en IJsselstreek is er 1 “aanspreekpunt” afgesproken. Een vergaande samenwerking is het gevolg. Bijvoorbeeld op het gebied van automatisering en de afstemming van werkwijze en procedures. Controles effectiever In 2012 is de eerste aanzet geleverd om de controles te verbreden naar een “bedrijfsbezoek”. Het idee hierbij is dat de regelgeving als referentiekader de basis blijft. Hiernaast wordt geïnvesteerd op de samenhang tussen die regels, de BIOB benadering (Bouwkundig, Installatietechnisch, Organisatorisch en Brandweer) én risicobewustzijn bij de gebruiker. Samen met de gebruiker heeft BAW tijdens de bedrijfsbezoeken gekeken naar de mogelijke risico’s en zorgen dat het gebouw, organisatie, inrichting en de brandweer hierop zijn afgestemd. In 2013 gaat BAW hier mee verder.
18
Programma 3. Nabij en zorgzaam Wijkwerk, Welzijn en Zorg Inleiding Redenerend met en vanuit de bewoners en hun thuissituatie, organiseren we wat nodig is in de directe leefomgeving van buurt en wijk. Wat een groter schaalniveau behoeft, wordt bovenwijks, gemeentelijk of regionaal opgepakt. Het meer gebruiken van de eigen kracht (met aansluitende begrippen als de Kanteling en Eropaf) van zowel bewoners als (wijk)professionals moet het antwoord geven op de vraag hoe we onze verzorgingsstaat een haalbare toekomst geven. Een toekomst die voor de gemeente grote nieuwe verantwoordelijkheden met zich meebrengt door de overheveling van taken vanuit het rijk en de provincie en door de gevolgen van krimp en krapte. Wat hebben we daarvoor gedaan? Wijkwerk nieuwe stijl We hebben onze nieuwe werkwijze Wijkwerk nieuwe stijl ingevoerd door te starten met het wijkbedrijf in de wijken Oosseld en Gaanderen en te starten met de buurtcoaches in de wijken Overstegen en De Huet. Sinds 1 januari 2012 zijn in het wijkwerk de wijknetwerken actief. Dit is een doorontwikkeling van de wijkteams als gevolg van Wijkwerk nieuwe stijl. Voor de start van de buurtcoaches hebben we de lijn gekozen om gewoon te beginnen en al werkende weg deze functie te ontwikkelen. Hierdoor leren en ontwikkelen de buurtcoaches zich in de praktijk. De eerste resultaten zijn pril maar veelbelovend. Zo heeft het voor deze 2 wijken al geleid tot minder aanmeldingen bij het Lokaal Zorgnetwerk, worden er zorgmijders bereikt, zijn er huisuitzettingen voorkomen, is burenoverlast collectief opgelost en roept een wijkagent: voor het eerst kan ik moeilijke situaties kwijt. De drie onderdelen van Wijkwerk nieuwe stijl (wijkbedrijf, buurtcoaches en wijknetwerken) hangen nauw met elkaar samen en hebben elkaar nodig om zo optimaal mogelijk als nieuwe werkwijze dichtbij de burgers in dorpen en wijken te functioneren. Het is van groot belang dat deze nieuwe werkwijze slaagt omdat dit voor ons de methode is om de drie transities binnen het sociale domein in te laten landen. De transformatie van het sociale domein zal in Doetinchem moeten zorgen voor een integrale en samenhangende invoering van de Kanteling met daaraan gekoppeld de nieuwe taken die vanuit de AWBZ, de Jeugdzorg en de Participatiewet op ons afkomen. Welzijn Het budgetcontract met IJsselkring is in 2012 met een jaar verlengd tot 1 januari 2014. In het kader van Wijkwerk nieuwe stijl zal in 2013 een besluit genomen moet worden of en op welke wijze de subsidiering van IJsselkring wordt voortgezet. Zorg We hebben het kader lokaal gezondheidsbeleid 2013-2016 als geactualiseerde nota lokaal gezondheidsbeleid opgesteld. De “Kanteling” is als werkwijze volledig doorgevoerd en het Gesprek is de methode die door de klantmanagers Wmo wordt toegepast bij het behandelen van aanvragen voor Wmo voorzieningen. We hebben voorbereidende werkzaamheden verricht voor de komst van de decentralisatie AWBZ gekoppeld aan wijzigingen binnen de WMO. Transformatie Sociaal domein We hebben in samenwerking met de gemeenten in de regio Achterhoek de regionale kaderstelling voor het maatschappelijk domein opgesteld als kader voor de transformatie van het sociale domein. Dit regionale kader bevat de uitgangspunten voor de invoering van de drie transities (Jeugdzorg, AWBZ, Participatiewet) in het sociale domein, die door het Rijk worden gedecentraliseerd naar de gemeenten. 19
Werk en Inkomen Inleiding Met het Regeerakkoord Rutte II is er in oktober 2012 duidelijkheid gekomen over de toekomst van de regelingen voor de onderkant van de arbeidsmarkt. De Participatiewet komt als opvolger van het wetsvoorstel Werken naar Vermogen (WWNV) en treedt in werking per 1 januari 2014. De ingezette inhoudelijke lijn uit het voormalige wetsvoorstel WWNV wordt voorgezet. Het belangrijkste uitgangspunt is dat alle mensen als volwaardige burgers kunnen participeren in de samenleving. Bij voorkeur via werk, maar als dat nog een brug te ver is, via andere manieren. Hiervoor kunnen gemeenten instrumenten inzetten om burgers te ondersteunen. Daarbij is ook nadrukkelijk aandacht voor de andere transities in het sociale domein. Wat hebben we daarvoor gedaan? Participatiewet We hebben samen met de gemeenten Oude IJsselstreeken Montferland geparticipeerd in het onderzoek naar verregaande samenwerking en/ of fusie met het ISWI en Wedeo. We zijn gestart met de voorbereidingen om per 1 januari 2014 te komen tot invoering van de Participatiewet en werken hierbij samen met de gemeenten in de regio Achterhoek Armoedebeleid We hebben uitvoering gegeven aan het Armoedeonderzoek met een nulmeting. De resultaten van dit onderzoek worden in 2013 gepresenteerd en zal input geven voor de evaluatie en actualisatie van ons armoedebeleid. We zijn gestart met een onderzoek naar de meerwaarde van een eigen Stadsbank
20
Programma 4. Jeugd, Educatie en Sport Jeugd Inleiding Per 1 januari 2015 wordt de gemeente verantwoordelijk voor de jeugdzorg. De opgaven die daarmee aan gemeenten worden gesteld zijn veelvuldig, want wat beoogd wordt is niet zozeer een transitie ¬-het simpelweg overdragen van verantwoordelijkheden- maar een echte transformatie: anders denken, anders doen. Zo wordt gestreefd naar meer samenhang in de zorg, minder bureaucratie en minder toestroom naar gespecialiseerde zorg en dus preventie. Een en ander moet leiden tot meer kwaliteit en doelmatigheid, want de transformatie moet ook geld opleveren. Het rijk heeft een besparing ingeboekt van 15% op het huidige beschikbare budget. Ons preventieve beleid, waarop we al jaren inzetten binnen de gemeente via de Jeugdagenda en de ontwikkeling van het CJG, heeft hiervoor een goede basis gelegd, die we moeten behouden en doorontwikkelen met het oog op de komst van Jeugdzorg. Wat hebben we daarvoor gedaan? Jeugdzorg We participeren in en leveren de projectleider aan de regionale projectgroep die de transitie Jeugdzorg per 1 januari 2015 voorbereid. In 2012 is het analysedocument Transformatie Jeugdzorg Achterhoek opgesteld inclusief een functioneel ontwerp. Dit document wordt begin 2013aan de Achterhoekse gemeenteraden aangeboden. Jeugdagenda We hebben uitvoering gegeven aan de jeugdagenda 2012 en hebben de jeugdagenda 2013 opgesteld. De Jeugdagenda borgt de inbreng van het aspect jeugd vanuit andere gemeentelijke beleidsvelden. Belangrijk onderdeel hierbij is de regionale agenda kwetsbare jongeren. Deze agenda is opgesteld vanuit de beleidsvelden OGGZ en Jeugd in samenwerking met de regiogemeenten. De regionale agenda kwetsbare jongeren is ontstaan op basis van de huidige problematiek en wet- en regelgeving, maar zal een functie hebben in de voorbereiding van de regionale aanpak voor Jeugdzorg. CJG We werken aan de versterking van het Centrum voor Jeugd en Gezin moet zodat deze straks kan gaan dienen als toegangspoort voor de jeugdzorg. In 2012 zijn we gestart met het op elkaar afstemmen van het CJG en de buurtcoachaanpak. In de twee wijken waarin we gestart zijn met de buurtcoaches zijn de CJG aanspreekpunten ook buurtcoaches geworden. Binnen de nieuwe werkwijze van Wijkwerk nieuwe stijl en het functioneren van de wijknetwerken zorgen we voor de aansluiting hierop van het Jeugdinterventieteam (JIT). . Jongerencentrum De jeugd van Doetinchem was op zoek naar een goede nieuwe plek. Een plek waar zowel ruimte is voor een pop-oefenruimte als voor ondersteuning en begeleiding. Voor ons was de realisatie van een stedelijk jongerencentrum met een multifunctioneel karakter, één van de speerpunten in het coalitieakkoord 2012-2014 “Ruimte voor elkaar”. Hierbij hadden wij als belangrijke uitgangspunten hergebruik van bestaande voorzieningen in de stad en eigen inzet van jongeren. In 2012 is dit gelukt in de Gruitpoort en is het SJOG in september 2012 van start gegaan. Jongeren werken zelf mee in de programmering en houden contact met de buurt. Er worden optredens gegeven, er is een eigen gangnam-style video gemaakt en er is dagelijks huiswerkbegeleiding. Een budgetcoach geeft tips & tricks. Dit zijn voorbeelden van het brede en flexibele aanbod voor alle jongeren van Doetinchem.
21
Onderwijshuisvesting Inleiding Met de vaststelling van de Voorjaarsnota 2011 hebben we keuzes gemaakt voor de investeringen in de onderwijshuisvesting gemeentebreed. Hierbij houden we rekening met de toekomstige krimp in de regio Achterhoek. We investeren in nieuwe gebouwen daar waar bestaande gebouwen niet voldoen en/of daar waar we het multifunctioneel karakter voor wijk of dorp willen versterken. Wat hebben we daarvoor gedaan? Basisonderwijs In 2012 zijn voorbereidingen getroffen om een brede school te realiseren in Noord Doetinchem. De ambitie is een Integraal Kindcentrum (IKC) te ontwikkelen. Kenmerk van een dergelijk centrum is dat er één voorziening is voor kinderen van 0 tot 12 jaar onder één bestuur. Deze voorziening zal straks ook mogelijkheden bieden voor de inrichting van een wijkcentrum in het kader van wijkwerk nieuwe stijl. Hierbij werken we toe naar een vernieuwend concept dat flexibel kan inspelen op veranderende omstandigheden onder de noemer ‘modulair bouwen’. Wij hebben een verkenning uitgevoerd naar de mogelijkheden om aan of in de directe omgeving van Rozengaarde een brede school te bouwen. In 2013 zullen de plannen uitvoeringsgereed zijn. We hebben in 2012 verdere voorbereidingen en onderzoeken uitgevoerd naar vervangende nieuwbouw (één schoolgebouw bij sportcentrum De Pol) voor de scholen St. Martinus en St. Augustinus in Gaanderen. In 2013 moet er voor dit project een programma van eisen liggen. Cluster 4 onderwijs De Isselborgh In 2012 hebben we tijdelijke oplossingen ingevuld voor de groei van De Isselborgh omdat er veel onzekerheden waren over de nieuwe wetgeving Passend Onderwijs. Inmiddels is deze duidelijkheid er wel en worden voorstellen ontwikkeld voor een structurele oplossing om het capaciteitstekort in de huisvesting van het cluster 4 onderwijs (onderwijs aan zeer moeilijk opvoedbare kinderen) op te heffen. Hierbij worden de ontwikkelingen rondom Passend onderwijs meegenomen. Sport Inleiding In de sportnota 2012-2016 “Doetinchem in vorm”hebben we de missie geformuleerd voor sport en bewegen in Doetinchem: Door slimme verbindingen, binnen de sport en tussen sport en andere beleidsdomeinen, sportdeelname en een gezonde leefstijl van de Doetinchemse bevolking stimuleren. Deze missie sluit goed aan bij het gezondheidsbeleid en Wijkwerk nieuwe stijl. Ze past in het provinciale en landelijke sportbeleid. Wat hebben we daarvoor gedaan? Accommodaties We hebben onderzoek gedaan naar de omvang en de prioritering van de noodzakelijk (vervangings) investeringen in en op de gemeentelijke sportaccommodaties. De ingezette huurharmonisatie en het instellen van een vastgoedfonds spelen hierbij een bepalende rol. Besluitvorming hierover volgt in 2013 Sportservice Doetinchem Sportservice Doetinchem is in 2012 van start gegaan en wordt verder ontwikkeld. Sportservice Doetinchem is nauw betrokken bij het op een zo effectief mogelijke manier inzetten van de Buurtsportcoaches. Verder wordt het onderzoek naar vrijwilligersproblematiek bij verenigingen begin 2013 opgeleverd. 22
Buurtsportcoaches De gemeente Doetinchem maakt van de Rijksimpuls Buurtsportcoaches gebruik om verbindingen te leggen tussen sportorganisaties en onderwijs, kinderopvang, cultuur, ouderenorganisaties. De coaches komen in dienst bij Sportservice Doetinchem. Sportbeleid De uitvoeringsagenda 2012 van het beleidsdocument Doetinchem in Vorm hebben we uitgevoerd. De visie op accommodaties en de bijbehorende uitvoeringsagenda worden aan het sportbeleid gekoppeld. Zo ontstaat een overzicht over alle gemeentelijke richtlijnen met betrekking tot sport Rozengaarde In 2012 heeft de directie van het Sportcentrum Rozengaarde plannen ontwikkeld voor een ingrijpende functie-uitbreiding en functieverandering van het sportcentrum. Door een overgang van huurders van de sporthal van Rozengaarde naar de multifunctionele sportaccommodatie op sportpark Zuid komt de hal van Rozengaarde vrij. Onderdelen van de investeringen zijn een therapiebad, waar ook de provincie Gelderland via GSO-middelen aan bijdraagt, het ombouwen van de sporthal tot gymzaal in combinatie met de plannen voor brede school Noord en het Family Entertainment Centre.
23
24
Programma 5: Organisatie van de toekomst Taakdecentralisaties Inleiding Het Regeerakkoord Rutte II heeft duidelijkheid verschaft in het decentraliseren van taken in het sociale domein naar de gemeenten. Als het aan het kabinet ligt gaat de volledige Jeugdzorg per 2015 over naar de verantwoordelijkheid van de gemeenten. Worden veel onderdelen van de AWBZ gedecentraliseerd naar de gemeenten per 2015 en wordt het voormalige wetsvoorstel Werken naar Vermogen omgevormd tot de Participatiewet die per 2014 ingevoerd moet worden. Het Regeerakkoord geeft echter de hoofdlijnen die nog wel om uitwerkingen vragen. Dit proces is na de behandeling van het Regeerakkoord in de Kamer in gang gezet en loopt door in 2013. Wat hebben we daarvoor gedaan? Personeel Samen met de regiogemeenten hebben we besloten niet allemaal ‘het wiel uit te vinden’, en hebben we een structuur ingericht om de komst van de taakdecentralisaties op regionale schaal voor te bereiden. Hiervoor zijn regionale projectgroepen per decentralisatie ingericht. Wij zetten hiervoor personeel in in de vorm van projectleiders, beleidsmedewerkers in de projectgroepen en vervullen we als Doetinchem een coördinerende rol in de regionale stuurgroep. Financieel We ontvangen van het Rijk per transitie middelen om de komst van de taakdecentralisaties voor te bereiden. Deze middelen hebben we in 2012 hiervoor ingezet, zowel lokaal als regionaal. Daarnaast bouwen we in het meerjarenperspectief een risicoreservering op, om risico’s te kunnen opvangen bij de daadwerkelijke overdracht van de taken. Gezien de omvang van de taakdecentralisatie en de forse uitbreiding van onze begroting die dit met zich meebrengt, schatten we in dat de risicoreservering voor het sociale domein noodzakelijk is. Regionaal en lokaal Naast de voorbereidingen in regionaal verband schakelen we voortdurend naar wat de drie transities, die leiden tot de transformatie in het sociale domein, lokaal voor Doetinchem betekenen. In 2012 was dit vooral verkennend en hebben we geconcludeerd dat de drie transities moeten landen in onze in gang gezette ontwikkeling Wijkwerk nieuwe stijl en De Kanteling. In 2013 zullen we toewerken naar concrete voorstellen hierover. Gemeentelijke dienstverlening Inleiding Onze dienstverlening is gericht op een zo goed mogelijke dienstverlening tegen zo laag mogelijke kosten. Hierbij is de laatste jaren naast effectiviteit ook ingezet op efficiency. voorbeelden zijn in de middagen dienstverlening op afspraak en digitalisering van de werkprocessen. Wat hebben we daarvoor gedaan? Het Klantcontactcentrum In 2012 is het KlantContactCentrum (KCC) ingericht. Het KCC is en blijft bereikbaar middels vier zgn. klantkanalen (post, telefoon, email en fysiek). Het vormen van het KCC is onderdeel van de ambitie van het Rijk om de bereikbaarheid van de gehele overheid (dus zowel landelijk als lokaal) te bevorderen. De lokale overheid heeft daarbij de poortfunctie. In 2012 hebben we hierin verschil25
lende stappen kunnen zetten, waarbij de telefonische bereikbaarheid een speerpunt is geweest. We richten ons vooral op het realiseren van verplichte doelstellingen en investeren daar waar noodzakelijk en het een duidelijke toegevoegde waarde heeft voor een effectieve en efficiënte dienstverlening. Digitaliseren De ontwikkeling van het digitaal werken zet zicht voort. In 2012 is onder andere het aantal printers beperkt en is het aantal werkplekken teruggebracht. Het papierloos werken zet zich door in het digitaal toegankelijk maken van (vergader-)stukken en daarmee papierloos vergaderen. In 2012 zijn hier grote stappen in gezet. Belangrijk hierbij blijft de beveiliging. Webrichtlijnen Dienstverlening is ook digitale dienstverlening. In 2012 hebben we gewerkt aan onze toegankelijkheid van de website. Ster 1 van drempelvrij is behaald. Omvang gemeentelijke organisatie Inleiding We willen toe naar een kleinere en efficiënt werkende overheid. Paradoxaal genoeg leidt dit ertoe dat we de komende jaren zowel met formatiereductie als met formatie-uitbreiding te maken zullen hebben. De reductie vindt vooral plaats op het fysiek domein. We streven, mede op basis van het regeringsbeleid, naar vergaande samenwerking. Om de decentralisaties goed te kunnen opvangen verwachten we een grotere, robuuste organisatie nodig te hebben. Wat hebben we daarvoor gedaan? Strategisch Personeelsplan (SPP) In september is het strategisch personeelsplan vastgesteld in de raad. Hierin vertalen we de loonsomen loonsomgerelateerde ombuigingen uit de voorjaarsnota 2011 voor de jaren 2012-2015. Het gaat daarbij om € 1,8 aan concrete taakreducties en efficiencyverbeteringen, € 0,6 miljoen aan loonsomgerelateerde budgetten en € 0,5 miljoen aan korting op interne control en nog € 0,8 miljoen aan nog in te vullen ombuigingen. In het strategisch personeelplan wordt naast de financiële uitwerking richting gegeven aan de strategische koers. 1. Samenwerking De gemeente gaat mogelijke samenwerkingsverbanden onderzoeken en gaat samenwerkings-verbanden aan wanneer er sprake is van: - Bereidheid tot investeren van alle partijen op alle niveau‟s (ambtelijk en bestuurlijk); - Een duidelijke beschrijving van de resultaten van de samenwerking; - Volledige integratie van de betreffende ambtelijke taakvelden. 2. Centrumfunctie De gemeente behoudt voor de toekomst haar rol als centrumgemeente, waarbij zij een proactieve houding aanneemt ten aanzien van nieuwe taken en ontwikkelingen en (ook) voorafgaand aan processen, het initiatief neemt om met omliggende gemeenten afspraken te maken over het proces, financiën en beslismomenten. Deze rol betreft de vervulling van een aantal wettelijke taken. Andere taken zullen meer vanuit de samenwerkingsgedachte worden vormgeven, waarbij per taak de initiatiefnemer wordt bepaald, op basis van (unieke) kwaliteiten binnen de samenwerkende gemeenten. 3. Kwaliteit van dienstverlening De huidige kwaliteit van dienstverlening geldt als basisniveau. Op dit basisniveau willen we geen kwaliteit inleveren; niet in het beheer van de openbare ruimte, niet op het gebied van jeugdzorg, oude26
renzorg, onderwijs, sport en cultuur. De kwaliteit van dienstverlening moet zichtbaar blijven voor de burger, in de samenwerking met anderen en in het aantrekkelijk werkgeverschap van de gemeente als werkgever. Als gevolg van de bezuinigingen wordt de kwaliteit van de dienstverlening tot haar basis beperkt. 4. Markt versus overheid Voor de afweging van zelf doen of uitbesteden moet in de eerste plaats het belang van de burger voorop worden gesteld, niet alleen in financiële zin, maar ook in kwalitatieve zin. De gemeente zal zich continu blijven meten met de markt en hierbij haar rol afwegen. Van belang is wel dat taken zichtbaar en herkenbaar voor de burger blijven en de gemeente de regie in eigen hand houdt. 5. Procyclisch denken De organisatie is het aan de samenleving verplicht om ook op de langere termijn de continuïteit in dienstverlening te kunnen garanderen. Door de toekomstige vergrijzing van de organisatie, de verwachte krapte op de arbeidsmarkt, nieuwe taken die naar gemeente toe komen en de toenemende digitalisering, bestaat de noodzaak om te investeren in zittend en nieuw talent. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan mogelijkheden voor jongeren in de vorm van stages en trainees. Uitgangspunt is wel dat de taken de benodigde capaciteit bepalen (en niet andersom). Onderzoek naar mogelijke fusie met Oude IJsselstreek In 2012 is de eerste fase uitgevoerd van het onderzoek naar een mogelijke fusie met Oude IJsselstreek. De belangrijkste motivering voor dit onderzoek is het feit dat met de decentralisatie van taken gigantisch veel en nieuwe taken naar gemeenten komen. Deze taken komen bovendien met grote kortingen van het Rijk naar gemeenten toe. Dit betekent dat In deze fase van het onderzoek is gekeken naar de financiële situatie van beide gemeenten. Dit is gedaan door onderzoeksbureau PWC. Ook is gekeken naar de meerwaarde van samenwerking voor de inwoners. Begin 2013 is het tweede deel van het onderzoek in beide raden ingebracht. Gezien recente ontwikkelingen (waaronder de decentralisatiebrief van Plasterk) hebben beide colleges besloten een pas op de plaats te maken en te kijken of andere regiogemeenten willen aanhaken in een verdergaande samenwerking. Deze samenwerking zal dan in eerste instantie vorm krijgen voor de drie decentralisaties jeugdzorg, participatiewet en de Awbz. Een eventuele fusie tussen Doetinchem en Oude IJsselstreek zal hiermee op zijn vroegst in 2016 plaats kunnen vinden.
27
28
O verzicht programma’s financieel
0 Algemeen bestuur bedragen x € 1000,=
001 Bestuursorganen 002 Bestuursondersteuning college van burgemeester en wethouders 003 Burgerzaken 004 Baten secretarieleges burgerzaken 005 Bestuurlijke samenwerking 006 Bestuursondersteuning raad en rekenkamer(functie) Totaal
raming voor wijziging 2012
raming voor raming totaal raming totaal wijziging 2012 2012 2012
baten 1 4 96 763 0 0 864
lasten 3.046 2.041 3.024 185 260 2.140 10.696
baten 1 4 191 763 0 0 960
lasten 3.030 2.151 3.205 185 262 2.162 10.995
realisatie 2012
baten 4 5 107 950 32 0 1.098
realisatie 2012
lasten 3.184 2.138 3.148 300 272 2.139 11.180
saldo(lastenBaten)raming totaal - (LastenBaten)realisatie -151 14 -26 71 22 23 -47
1 Openbare orde en veiligheid bedragen x € 1000,=
120 Brandweer en rampenbestrijding 140 Openbare orde en veiligheid Totaal
raming voor wijziging 2012
raming voor raming totaal raming totaal wijziging 2012 2012 2012
baten 78 145 223
lasten 3.562 754 4.316
baten 54 144 198
lasten 3.194 754 3.948
realisatie 2012
baten 59 96 155
realisatie 2012
lasten 3.104 798 3.902
saldo(lastenBaten)raming totaal - (LastenBaten)realisatie 96 -93 3
2 Verkeer, vervoer en waterstaat bedragen x € 1000,=
210 Wegen, straten en pleinen 211 Verkeersmaatregelen te land 212 Openbaar vervoer 214 Parkeren 215 Baten parkeerbelasting Totaal
raming voor wijziging 2012
raming voor raming totaal raming totaal wijziging 2012 2012 2012
baten 450 0 0 0 4.140 4.591
lasten 6.731 755 313 3.455 0 11.254
baten 450 0 0 0 3.930 4.381
lasten 5.530 738 303 3.513 0 10.084
realisatie 2012
baten 652 94 0 5 3.710 4.461
realisatie 2012
lasten 6.248 781 295 3.298 0 10.622
saldo(lastenBaten)raming totaal - (LastenBaten)realisatie -516 51 8 220 -221 -458
3 Economie en cultuur bedragen x € 1000,=
310 Handel en ambacht 311 Baten marktgelden 510 Openbaar bibliotheekwerk 511 Vormings- en ontwikkelingswerk 540 Kunst 541 Oudheidkunde/musea Totaal
raming voor wijziging 2012
raming voor raming totaal raming totaal wijziging 2012 2012 2012
baten 0 136 60 2 1.040 24 1.263
lasten 1.098 0 1.686 1.312 3.879 715 8.689
baten 0 137 7 2 1.022 99 1.266
lasten 855 0 1.663 1.255 4.030 740 8.543
realisatie 2012
baten 50 167 5 0 1.012 118 1.352
realisatie 2012
lasten 1.003 0 1.661 1.244 3.824 769 8.502
saldo(lastenBaten)raming totaal - (LastenBaten)realisatie -98 30 0 10 196 -10 128
4 Onderwijs bedragen x € 1000,=
421 Openbaar basisonderwijs, onderwijshuisvesting 423 Bijzonder basisonderwijs, onderwijshuisvesting 431 Openbaar (voortgezet) speciaal onderwijs, onderwijshuisvesting 433 Bijzonder (voortgezet) speciaal onderwijs, onderwijshuisvesting 441 Openbaar voortgezet onderwijs, onderwijshuisvesting 443 Bijzonder voortgezet onderwijs, onderwijshuisvesting 480 Gemeenschappelijke baten en lasten van het onderwijs 482 Volwasseneneducatie Totaal
raming voor wijziging 2012
raming voor raming totaal raming totaal wijziging 2012 2012 2012
baten 0 0 0 0 5 0 1.881 30 1.916
lasten 1.406 1.651 578 858 209 1.398 3.822 29 9.950
baten 1.350 0 0 0 5 0 1.111 30 2.496
lasten 2.558 1.627 563 951 183 1.349 3.423 22 10.678
realisatie 2012
baten 0 14 0 2 6 0 2.030 0 2.051
realisatie 2012
lasten 1.206 1.662 556 1.035 222 1.315 3.602 7 9.605
saldo(lastenBaten)raming totaal - (LastenBaten)realisatie 2 -21 7 -82 -39 33 740 -15 627
5 Sport en recreatie bedragen x € 1000,=
530 Sport 531 Groene sportvelden en terreinen 560 Openbaar groen en openluchtrecreatie 580 Overige recreatieve voorzieningen Totaal
raming voor wijziging 2012
raming voor raming totaal raming totaal wijziging 2012 2012 2012
baten 719 239 646 0 1.604
lasten 4.226 963 5.470 256 10.915
30
baten 2.525 218 1.171 0 3.914
lasten 6.076 1.085 6.244 247 13.652
realisatie 2012
baten 754 200 879 0 1.833
realisatie 2012
lasten 4.296 1.030 6.013 251 11.590
saldo(lastenBaten)raming totaal - (LastenBaten)realisatie 9 37 -62 -4 -19
6 Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening bedragen x € 1000,=
610 Bijstandsverlening en inkomensvoorzieningen 611 Werkgelegenheid 614 Gemeentelijk minimabeleid 620 Maatschappelijke begeleiding en advies 621 Vreemdelingen 622 Huishoudelijke verzorging 623 Participatiebudget 630 Sociaal-cultureel werk 650 Kinderdagopvang 652 Voorzieningen gehandicapten Totaal
raming voor wijziging 2012
raming voor raming totaal raming totaal wijziging 2012 2012 2012
baten 12.679 10.119 60 0 98 925 4.375 73 71 427 28.827
lasten 13.172 13.169 3.254 4.824 50 8.673 4.233 3.273 856 3.204 54.708
baten 13.089 9.909 60 0 98 1.345 2.867 600 82 234 28.283
lasten 14.438 12.924 3.390 4.123 50 8.747 2.594 4.370 812 3.140 54.589
realisatie 2012
baten 13.136 12.613 16 220 736 1.479 6.451 608 84 747 36.091
realisatie 2012
lasten 15.523 15.522 3.478 4.513 71 8.357 6.037 4.337 659 3.462 61.960
saldo(lastenBaten)raming totaal - (LastenBaten)realisatie -1.038 106 -132 -170 617 525 141 41 155 191 437
7 Volksgezondheid en milieu bedragen x € 1000,=
714 Openbare gezondheidszorg 715 Centra voor jeugd en gezin (jeugdgezondheidszorg) 716 Centra voor jeugd en gezin (onderdeel WMO) 721 Afvalverwijdering en -verwerking 722 Riolering (gecombineerd) 723 Milieubeheer 724 Lijkbezorging 725 Baten reinigingsrechten en afvalstofheffing 726 Baten rioolheffing (gecombineerd) 732 Baten begraafplaatsrechten Totaal
raming voor wijziging 2012
raming voor raming totaal raming totaal wijziging 2012 2012 2012
baten 82 774 0 1.000 188 0 138 5.507 4.464 273 12.426
lasten 2.120 774 0 5.391 4.251 990 419 0 0 0 13.945
baten 82 774 0 944 -184 0 223 5.636 4.629 198 12.303
lasten 2.302 1.980 32 5.480 3.959 1.680 429 0 0 0 15.862
realisatie 2012
baten 3 0 20 1.086 -168 5.997 284 5.613 4.647 231 17.713
realisatie 2012
lasten 1.932 1.089 52 5.599 3.993 7.205 516 0 0 0 20.386
saldo(lastenBaten)raming totaal - (LastenBaten)realisatie 291 116 0 23 -18 472 -26 -23 18 33 887
8 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting bedragen x € 1000,=
810 Ruimtelijke ordening 821 Stads- en dorpsvernieuwing 822 Overige volkshuisvesting 823 Bouwvergunningen 830 Bouwgrondexploitatie Totaal
raming voor wijziging 2012
raming voor raming totaal raming totaal wijziging 2012 2012 2012
baten 120 0 62 2.092 32.816 35.090
lasten 1.152 278 2.396 0 33.937 37.763
baten 120 7.000 140 2.133 38.004 47.397
lasten 1.394 7.154 2.466 0 38.611 49.626
realisatie 2012
baten 316 701 477 1.547 39.028 42.069
realisatie 2012
lasten 1.489 983 2.401 0 45.336 50.208
saldo(lastenBaten)raming totaal - (LastenBaten)realisatie 102 -128 402 -587 -5.701 -5.911
9 Financiering en algemene dekkingsmiddelen bedragen x € 1000,=
911 Geldleningen en uitzettingen korter dan 1 jaar 913 Overige financiële middelen 914 Geldleningen en uitzettingen langer of gelijk aan 1 jaar 921 Algemene uitkering gemeentefonds 922 Algemene baten en lasten 930 Uitvoering Wet WOZ 931 Baten onroerende-zaakbelasting gebruikers 932 Baten onroerende-zaakbelasting eigenaren 934 Baten baatbelasting 936 Baten toeristenbelasting 937 Baten hondenbelasting 938 Baten reclamebelasting 939 Baten precariobelasting 940 Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen 960 Saldo van kostenplaatsen 970 Saldo van de rekening van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves 990 Saldo van de rekening van baten en lasten na bestemming Totaal
raming voor wijziging 2012
raming voor raming totaal raming totaal wijziging 2012 2012 2012
baten 1.882 1.225 7.394 56.144 174 0 2.012 8.256 112 90 350 163 49 79 3.159 0 3.990
lasten 15 1.398 2.238 1 682 919 0 0 0 0 0 0 0 42 2.746 -1.186 2.790
85.079
9.645
31
baten 2.697 2.234 6.748 57.179 132 0 2.042 8.350 112 -65 350 163 49 79 3.792 0 21.711 0 105.573
lasten 15 1.407 2.998 -22 373 933 0 0 0 0 0 0 0 15 4.302 0 18.772 0 28.794
realisatie 2012
baten 2.697 2.305 7.041 57.608 270 0 2.008 8.364 88 344 323 101 153 4.117 0 22.543 -1.654 106.308
realisatie 2012
lasten 20 1.363 3.022 0 222 890 0 0 0 0 0 0 0 -16 5.527 22.645 -8.499 25.174
saldo(lastenBaten)raming totaal - (LastenBaten)realisatie -5 115 269 407 289 43 -34 14 -23 65 -6 160 52 106 -901 0 -3.041 6.845 4.354
32
Hoofdstuk 3 Paragrafen
34
Paragraaf 1
Lokale heffingen
1. Uitgangspunten voor onze leges, heffingen en tarieven Voor de leges, heffingen en tarieven hanteren we de volgende uitgangspunten: - We willen ons voorzieningenniveau handhaven en uitbreiden zoals beschreven in de programma’s met zo laag mogelijke belasting- en legestarieven; - Leges en rechten worden in principe 100% kostendekkend geheven; - De belastingen en heffingen worden zorgvuldig en efficiënt opgelegd en geïnd. 2. De kostendekkendheid van de tarieven Bij het rijk is al geruime tijd een discussie gaande over de verschillen in de tarieven tussen gemeenten en de onduidelijkheid van de gehanteerde tarieven in relatie tot de te maken kosten. In de loop van 2010 zijn door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten voor verbetering van de uniformiteit van kosteninzicht voor de volgende heffingen richtlijnen opgesteld: afvalstoffenheffing, rioolheffing, leges en de lijkbezorgingsrechten. Deze richtlijnen verbeteren het inzicht in de kostencalculaties die een basis vormen voor de tarieven. Binnen de gehanteerde uitgangspunten zijn de afvalstoffenheffing, de rioolheffing, de leges en de lijkbezorgingsrechten in principe volledig kostendekkend. Na de invoering van het BTW-compensatiefonds mogen de heffingen voor de afvalinzameling en de rioolheffing meer dan kostendekkend zijn, omdat ook de BTW (die via het BTW-compensatiefonds wordt terugontvangen) toch binnen deze kosten verhaald mag worden. Dit geldt vanaf 2003 ook voor onze gemeente als beleidsuitgangspunt. 3. De opbrengsten van de gemeentelijke belastingen en heffingen Voor de belangrijkste gemeentelijke belastingen en heffingen zien de ramingen 2012 in vergelijking met de realisatie 2012 er als volgt uit. Belasting of heffing
Begroting 2012 na wijziging in €
Rekening 2012 in €
5.848.000 2.502.000 2.042.000
5.858.000 2.506.000 2.008.000
Afvalstoffenheffing/reinigingsrechten
5.636.000
5.613.000
Rioolheffing
4.629.000
4.647.000
350.000
344.000
Parkeerbelastingen
3.700.000
3.438.000
Leges omgevingsvergunning *
2.133.000
1.801.000
Onroerende zaakbelasting Eigenaar woningen niet-woningen Gebruiker niet-woningen
Hondenbelasting
* Voor 2010 en 2011 hebt u incidenteel aanvullende middelen beschikbaar gesteld ter compensatie van de lagere inkomsten uit bouwleges. Deze aanvulling bedroeg respectievelijk € 0,5 miljoen en € 0,6 miljoen. De verwachting was toen dat de bouwaanvragen zich vanaf 2012 zouden herstellen. In de begroting 2012 is de inkomstentaakstelling dus weer € 0,6 miljoen hoger dan voorgaand jaar. Deze taakstelling is voor het overgrote deel gerealiseerd. Rekening houdend met een voordeel op de uitgaven resteert een nadeel van € 89.000 op de omgevingsvergunning.
35
De voor- dan wel nadelen op de afvalstoffenheffing/reinigingsrechten, rioolrechten en parkeerbelastingen zijn, rekening houdend met de werkelijke uitgaven, verrekend met de daarvoor bestemde voorzieningen. 4. Overzicht tarieven De belangrijkste tarieven voor het belastingjaar 2012 zijn: Belasting of heffing
tarief 2012
Onroerende zaakbelasting voor woningen: - Tarief eigenaar per waarde Onroerende zaakbelasting voor niet-woningen: - Tarief eigenaar per waarde - Tarief gebruiker per waarde Afvalstoffenheffing: - éénpersoonshuishouden - meerpersoonshuishoudens - extra emmer blauw - extra emmer groen - extra emmer grijs Rioolheffing - per aansluiting Hondenbelasting: - 1 hond - 2. honden
0,1062% 0,1728% 0,1469% € € € € €
195,96 238,56 42,00 61,80 101,40
€
180,48
€ €
66,72 166,80
5. Het kwijtscheldingsbeleid In de belastingverordeningen is geregeld dat kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen alleen verleend kan worden voor de afvalstoffenheffing, de rioolheffingen en onroerendezaak-belastingen. Kwijtschelding wordt verleend op basis van de rijksnormen. Met ingang van 2011 komt een aantal inwoners voor automatische kwijtschelding in aanmerking. De gemeente werkt hiervoor samen met het inlichtingenbureau. Dit bureau beoordeelt van iedereen die in het afgelopen jaar volledige kwijtschelding heeft gehad, of men in het nieuwe jaar ook weer volledige kwijtschelding kan krijgen. Het inlichtingenbureau vergelijkt persoonsgegevens aan de hand van het burgerservicenummer. Krijgt men weer volledige kwijtschelding, dan wordt dat op de belastingaanslag vermeld. Mensen die niet voor automatische kwijtschelding in aanmerking komen, moeten dit aanvragen. Hiervoor moet een aanvraagformulier ingediend worden, waarna toetsing plaats vindt met het inkomen en vermogen.
36
In 2012 zijn de volgende bedragen (exclusief uitvoeringskosten) uitgegeven om uitvoering te kunnen geven aan het beleid: Belasting of heffing
Begroting 2012 in € 419.000
Rekening 2012 in € 389.000
Kwijtschelding rioolheffing
334.000
322.000
Kwijtschelding OZB
58.000
58.000
Kwijtschelding afvalstoffenheffing
Het voordeel op de kwijtschelding afvalstoffenheffing is toegevoegd aan de voorziening afval. Het voordeel op de kwijtschelding rioolrechten is toegevoegd aan de voorziening riool. 6.
Vergelijkend overzicht met andere gemeenten
Voor de lokale heffingen wordt vaak een vergelijking gemaakt met andere gemeenten. Omdat elke gemeente de lasten op verschillende manieren doorberekent is gekozen voor een vergelijking op basis van “belastingdruk per huishouden”. Daarbij wordt uitgegaan van een soort standaardpakket, waarmee een bepaald huishouden in elke gemeente te maken krijgt. De uitgangspunten voor deze vergelijking in 2012 waren: • De gemiddelde waarde van een woning binnen een gemeente; • Het waterverbruik ten behoeve van de rioolheffing is 50 m³ per persoon; • Bij een gedifferentieerd tarief voor afval is de COELO berekening gevolgd. Wij hebben ons bij deze vergelijking gebaseerd op het overzicht van de COELO, zoals dat is gepubliceerd in de COELO Atlas 2012 over het belastingjaar 2012. Bij Doetinchem is tussen haakjes aangegeven hoe hoog Doetinchem staat in het rijtje van 12 gemeenten (l is hierbij het hoogste tarief, en 12 is het laagste tarief ).
Overzicht belastingdruk meerpersoonshuishoudens 2012 (eigenaar/bewoner)
Aalten Berkelland Bronckhorst Doesburg Doetinchem Duiven Montferland Oost Gelre Oude IJsselstreek Winterswijk Zevenaar Zutphen
OZB Tarief
OZB
Afval
Riool
Totaal
0,0974% 0,1187% 0,0926% 0,1174% 0,1062% 0,0829% 0,1136% 0,1070% 0,1079% 0,0844% 0,0935% 0,0891%
214 270 265 243 234 (6) 193 273 233 241 173 196 185
207 201 206 224 239 (3) 314 187 187 232 219 144 275
149 307 239 220 180 (10) 196 204 202 199 362 164 200
570 778 710 687 653 (9) 703 664 622 672 754 504 660
37
Overzicht belastingdruk meerpersoonshuishoudens 2012 (geen eigenaar/alleen bewoner)
Aalten Berkelland Bronckhorst Doesburg Doetinchem Duiven Montferland Oost Gelre Oude IJsselstreek Winterswijk Zevenaar Zutphen
Afval
Riool
Totaal
207 201 206 224 239 (3) 314 187 187 232 219 144 275
149 307 239 220 180 (10) 196 204 202 199 362 164 200
356 508 445 444 419 (8) 510 391 389 431 581 308 475
Overzicht belastingdruk eenpersoonshuishoudens 2012 (geen eigenaar/alleen bewoner)
Aalten Berkelland Bronckhorst Doesburg Doetinchem Duiven Montferland Oost Gelre Oude IJsselstreek Winterswijk Zevenaar Zutphen
Afval
Riool
Totaal
138 150 206 147 196 (4) 235 139 128 150 168 95 204
49 213 239 73 180 (4) 65 67 67 199 120 124 128
187 363 445 220 376 (2) 300 206 195 349 288 219 332
De tarieven van de individuele gemeenten kunnen niet één op één vergeleken worden: • De hoogte van bijvoorbeeld de onroerende zaakbelastingen is sterk afhankelijk van het gemeentelijke beleid; • De afvalstoffenheffing is afhankelijk van de wijze waarop de gemeente haar afvalbeleid voert. Het ophalen van oud papier kan bijvoorbeeld door de gemeente gedaan worden, maar ook door derden; • Bij de rioolheffing wordt het tarief mede beïnvloed door het feit dat een aantal gemeenten nog mogelijk een deel financiert via de algemene middelen. En bovendien heeft de ene gemeen te een groter buitengebied dan de ander, waardoor meer kosten gemaakt moeten worden. Als alle gemeenten een zelfde beleid in deze voeren, en op dezelfde wijze haar uitvoering regelt, en de kosten registreert, geeft een één op één vergelijking een realistisch beeld. 38
Paragraaf 2
Weerstandsvermogen
1. Inleiding Wat is ons beleidskader voor risicomanagement? In de paragraaf weerstandsvermogen beschrijven we het beleidskader voor risicomanagement. Als fundament voor dat kader gelden de volgende uitgangspunten: • We hebben een meerjarig sluitende begroting en beschikken over voldoende weerstands vermogen. In de hoofdstukken over de financiële positie lichten we dit punt verder toe. • De raad stelt het beleid voor het risicomanagement vast. De hoofdlijnen leest u in deze paragraaf weerstandsvermogen. Het wordt voor verschillende onderwerpen uitgewerkt in specifieke nota’s (bijvoorbeeld voor de grondexploitatie) en in maatregelen en afspraken (bijvoorbeeld AO/IC, contracten). • Het college is verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering. Het college moet ervoor zorgen dat de doelstellingen van het risicomanagement worden bereikt. • Risicomanagement behoort tot de taken van de managers van de afdelingen. Zij zijn verantwoordelijk voor hun risico’s en het nemen van beheersingsmaatregelen. • Als de risico’s ondanks de beheersingsmaatregelen optreden betalen we die uit de gemeentebegroting. Daarvoor moet voldoende buffer in de begroting aanwezig zijn. Wat waren de hot items voor risicomanagement in 2012? In het afgelopen jaar hebben we weer maatregelen genomen voor het beheersen van risico’s. In het vervolg van deze paragraaf leest u over de maatregelen die we hebben genomen en de activiteiten die zijn uitgevoerd. Vanuit risicomanagement waren de meest in het oog springende activiteiten in 2012: • Het sturen op de realisatie en het monitoren van de ombuigingsmaatregelen uit de voorjaars nota 2011 en de begroting 2012. Zo zorgen we voor een meerjarig sluitende begroting en beschikken we over voldoende weerstandsvermogen. • De raad heeft op advies van de Taskforce ruimtelijke projecten besloten om de boekwaarde van de projecten en de strategische gronden te waarderen op een realistisch niveau. Dit leidde opnieuw tot het nemen van verliezen en tot afwaarderingen. Er zijn voorzieningen getroffen en naar huidige inzichten bouwen we voldoende risicoreserve op. • Het college heeft een controleprotocol bij de nieuwe algemene subsidieverordening per 1-1-2012 vastgesteld. Daarin worden gedetailleerde spelregels vermeld die ertoe dienen om de rechtmatigheid van de subsidies te garanderen. • De raad heeft het voorstel met de doorlichting van de garantieportefeuille vastgesteld. Zie ook de paragraaf 4 Financiering, onder 3 Risicobeheer. • Er is gestart met het uitwerken van risicomanagement voor het sociaal domein. Het risicomanagement binnen het sociale domein is thans nog gericht op de huidige wetgeving Wmo, WWB en WSW. Bij de behandeling van de Programmabegroting 2013 op 1 november 2012, heeft u hierover een motie aangenomen. Met deze motie heeft u ons opgedragen een raadsvoorstel op te stel len specifiek over het risicomanagement gelieerd aan de beleidskaders sociaal domein en dit voorstel in maart 2013 aan u voor te leggen. Inmiddels hebben wij via verschillende raadsvoorstellen met u van gedachten gewisseld over alle ontwikkelingen in het sociaal domein: de taakdecentralisaties door het rijk, nieuwe wet- en regelgeving die uiteindelijk leiden tot een totale transformatie van het sociaal domein. Via de afzonderlijke overleggen bespreken wij met de raad de invulling van het risicomanagement sociaal domein voor de toekomst. 39
2.
Wat is weerstandsvermogen en weerstandscapaciteit?
De financiële positie van onze gemeente wordt bepaald door de (structurele) sluitendheid van de begroting en door het weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen geeft de mate aan waarin onze gemeente in staat is om financiële tegenvallers op te vangen. Door te zorgen voor voldoende weerstandsvermogen voorkomen we dat elke financiële tegenvaller dwingt tot bezuinigen. Om het weerstandsvermogen te beoordelen wegen we de risico’s af tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. Tot de weerstandscapaciteit rekenen we alle financiële middelen in de begroting die vrij beschikbaar zijn om onvoorziene kosten te dekken. In een schema ziet er dat als volgt uit: Financiële positie Sluitendheid begroting
Weerstandsvermogen Risico’s c.q. benodigde weerstandscapaciteit
3.
Beschikbare weerstandscapaciteit
Wat is risicomanagement?
Risicomanagement moet ervoor zorgen dat we zo weinig mogelijk weerstandscapaciteit nodig hebben. Risicomanagement bestaat uit een aantal stappen: risicoanalyse, risicoweging, risicobeheersing, bepaling resterende risico’s en dekking door weerstandscapaciteit. Deze stappen lichten we kort toe. Risicoanalyse en risicoweging Om risico’s op een bepaald werkveld te identificeren en vervolgens te kwantificeren kijken we naar de risico’s die daar aanwezig zijn, de kans dat die risico’s zich daadwerkelijk voordoen en het (financiële) effect dat dan optreedt. Het risicoprofiel kan uitgedrukt worden in de formule:
Risicoprofielwerkveld = Kansrisico x Effectrisico
Risico kans
Uitgaande van deze formule is een matrix op te stellen met daarin vier risicoprofielen gebaseerd op de factor kans (groot of klein) en de factor effect (groot of klein): Matrix risicoprofielen. Risico-effect Klein Groot Groot Klein
De eerste twee stappen van risicomanagement (risicoanalyse en risicoweging) leiden tot invulling van de matrix risicoprofielen. Dat kan zowel een kwantitatieve als een kwalitatieve beoordeling zijn. Als het risicoprofiel van een werkveld ‘groen’ is, dan hoeft er op dat werkveld verder niet aan risicomanagement gedaan te worden. Immers, de kans op optreden van risico’s is klein en het (financiële) effect van het eventuele risico is eveneens klein.
40
Voor de risicoprofielen ‘geel’, ‘oranje’ en ‘rood’ geldt dat niet. Als een bepaald werkveld zo’n risicoprofiel heeft, dan wordt risicomanagement (verder) ingevuld. Risicobeheersing is dan de volgende stap, gevolgd door het bepalen van resterende risico’s en de weerstandscapaciteit die daarvoor nodig is. Risicobeheersing Risicobeheersing is erop gericht de kans op en/of het effect van risico’s te beheersen. Hierbij is een onderscheid tussen interne en externe risico’s zinvol: 1. Interne risico’s zijn risico’s die vanuit de eigen organisatie worden veroorzaakt. Een administratieve organisatie kan deze risico’s beperken. Door functiescheiding worden verantwoordelijkheden gescheiden. Hierbinnen wordt interne controle en toezicht toegepast. Deze maatregelen lichten we hierna toe in 4.1 Administratieve organisatie en interne controle. 2. Externe risico’s zijn risico’s die van buitenaf komen. Hiertegen kunnen we ons bijvoorbeeld verzekeren (zie 4.2 verzekerde risico’s), voorzieningen treffen en bestemmingsreserves in het leven roepen. Daarnaast kunnen we contracten sluiten en prestatieafspraken maken. Bepaling overblijvende risico’s en afdekking via weerstandscapaciteit Ieder risico met een aannemelijk effect op de organisatie moeten we op de een of andere manier afdekken. Dat redden we niet altijd alleen met risicobeheersing. Daarom bepalen we een eventueel overblijvend risico dat niet afgedekt wordt door beheersingsmaatregelen. Vervolgens wordt bekeken of het overblijvende risico afgedekt wordt door de beschikbare weerstandscapaciteit. 4.
Welke maatregelen voor risicobeheersing hebben we genomen?
4.1 Administratieve organisatie en interne controle Een belangrijke onderdeel van risicobeheersing is het opzetten van en werken volgens de administratieve organisatie (AO) en interne controle (IC). Dit zorgt voor betrouwbare, tijdige, actuele en volledige informatievoorziening in en over onze organisatie. Het ontbreken of onvolledig functioneren van de AO/IC zorgt voor risico’s in de beheersing van processen en activiteiten en de informatievoorziening erover. Zowel voor een optimale bedrijfsvoering én voor risicomanagement is een goede AO/ IC daarom enorm belangrijk. Administratieve organisatie In de afgelopen jaren hebben we veel aandacht besteed aan de ontwikkeling van de AO/IC. Diverse processen en activiteiten zijn beschreven en zijn organisatiebreed toegankelijk via intranet. Daarbij wordt prioriteit gegeven aan de processen met de grootste financiële risico’s en de meeste burger-/ klantcontacten. De analist voor de AO/IC toetst jaarlijks alle beschreven processen op hun werking. Dit leidt tot rapportages aan de verantwoordelijke afdelingshoofden met eventueel adviezen tot bijstelling van beschrijvingen of aanpassing van de uitvoering. Bij de interim-controles toetst de accountant de werking van de AO/IC. Interne controle Onze visie op interne controle in de organisatie bestaat uit drie op elkaar afgestemde delen: • Maatregelen in het primaire proces die leiden tot een goede interne controle, zoals functie scheidingen, procedures en formulieren • (Eventueel) in het proces verankerde kwaliteitscontroles voor het management. Bijvoorbeeld op besluiten bij uitkeringen, subsidieverstrekkingen, e.d. • Een verbijzonderde interne controle vanuit een onafhankelijke positie binnen de organisatie. Daarbij wordt vastgesteld of de beheersmaatregelen in het primaire proces hebben gefunctioneerd en of de geleverde output betrouwbaar is.
41
Bij het uitvoeren van interne controle ligt de prioriteit bij die processen waar we risico’s lopen. We hechten daarbij veel waarde aan de toets door de accountant op onze financiële rechtmatigheid. 4.2 Verzekerde risico’s Het afsluiten van verzekeringen om risico’s af te dekken is ook een onderdeel van risicobeheersing. Onze belangrijkste verzekeringen zijn: a. Brand-/opstal verzekering b. Aansprakelijkheidsverzekering c. Motorrijtuigenverzekering bedrijfswagenpark d. Bouwverzekering (C.a.r.) e. Rechtsbijstandverzekering f. Brandweerverzekering a. Brand-opstal verzekering Verzekerd zijn alle accommodaties en scholen van de gemeente Doetinchem. Gedekt zijn o.a. de kosten van inbraak, diefstal, brand, en schade a.g.v. natuurverschijnselen (stormschade). Het voortgezet onderwijs is tevens verzekerd voor glasschaden. b. Aansprakelijkheidsverzekering Verzekerd zijn zaak- personen en vermogenschade. Deze verzekering geeft o.a. dekking voor schade waarvoor de gemeente Doetinchem aansprakelijk is. Denk aan schade door slecht onderhoud van wegen, bomen. Verder is ook verzekerd vermogenschade. Als een bestuursorgaan van de gemeente een besluit heeft genomen waardoor schade wordt veroorzaakt aan derden dan is dit onder voorwaarden verzekerd. c. Motorrijtuigenverzekering bedrijfswagenpark Alle voertuigen van de gemeente Doetinchem zijn wa-casco (all risk) verzekerd. d. Bouwverzekering (C.a.r.) Dit is een doorlopende aansprakelijkheidsverzekering die schade dekt die wordt veroorzaakt aan derden door werkzaamheden tijdens grote projecten. Voorbeelden zijn schade aan gebouwen als gevolg van het slaan van een damwand, aanleggen riolering, aanleggen wegen etc. e. Rechtsbijstandverzekering Alle werknemers van de gemeente Doetinchem zijn verzekerd voor rechtsbijstand. f. Brandweerverzekering De brandweer van de gemeente Doetinchem is uitgebreid verzekerd voor ongevallen, arbeidsongeschiktheid en schade door het verlies van eigendommen tijdens een uitruk. Verder heeft de gemeente Doetinchem nog de volgende verzekeringen: fraudeverzekering, elektronicaverzekering, machine-, apparatuurverzekering, ongevallen B&W en raad.
42
5.
Inventarisatie van de beschikbare weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit bestaat uit financiële middelen waarover de gemeente beschikt om onvoorziene kosten van risico’s te dekken. De weerstandscapaciteit bestaat uit de volgende elementen: Incidentele capaciteit: 5.1 algemene reserve; 5.2 algemene reserve Grondexploitatie; 5.3 stille reserves; 5.4 bestemde reserves; 5.5 stelpost voor onvoorziene uitgaven incidenteel. structurele capaciteit: 5.6 stelpost voor onvoorziene uitgaven structureel; 5.7 onbenutte belastingcapaciteit; 5.1 Algemene reserves De algemene reserve bedrijfsvoering dient onder meer ter dekking van risico’s die onverhoopt uitkomen. De raad heeft eerder vastgesteld dat de gewenste omvang van deze reserve minimaal 10% (= € 11 miljoen) en maximaal 12% (= € 13 miljoen) van het relevante begrotingstotaal (d.i. exclusief grondexploitatie en legesplichtige activiteiten met eigen egalisatiereserves) dient te bedragen. Het saldo van deze algemene reserve bedrijfsvoering -dus exclusief grondexploitatie - bedraagt per 1-1-2012 € 33,2 miljoen en per 31-12-2012 € 16,2 miljoen (excl. resultaatbestemming 2012). Dat is ruim boven de minimumnorm die de raad heeft vastgesteld. 5.2 Reserves grondexploitaties De reserves en voorzieningen van de grondexploitatie en de achtergronden van de risico’s van de ruimtelijke projecten beschrijven we uitgebreid in de paragraaf 7 Grondbeleid, met name onder “5 Risicomanagement”. Daarin leest u ook de samenhang tussen de risico’s en de beschikbare weerstandscapaciteit. Om dubbeling in de informatie te voorkomen verwijzen we naar de betreffende paragraaf. Wel vermelden we hier de conclusie dat de reserves grondexploitatie in evenwicht zijn met de risico’s in de grondexploitaties. 5.3 Stille reserves Bezittingen die de gemeente niet gebruikt voor de publieke taak en die we binnen 1 jaar kunnen verkopen, dragen bij aan de stille reserves als de marktwaarde groter is dan de waarde op de balans. Als onderdeel van de ombuigingen ligt er een taakstelling voor verkoop van gemeentelijke eigendommen. Daarnaast zijn in 2012 gemeentelijke eigendommen geïnventariseerd op hun bestemming. Daarbij worden de mogelijkheden onderzocht voor herbestemming of afstoten. Het college ontwikkelt voorstellen voor het beheer en exploitatie van gemeentelijke eigendommen in een vastgoedfonds. In de loop van 2013 neemt de raad hierover besluiten. Voor deze objecten wordt nu geen bedrag geraamd voor stille reserves. Ook bij de financiële vaste activa kunnen stille reserves voorkomen. Zo bezitten we aandelen BNG. Omdat deze aandelen niet vrij verhandelbaar zijn, is geen marktprijs bekend. Bovendien zijn de dividenduitkeringen als structurele inkomsten opgenomen in de begroting. Daarom rekenen we deze stille reserve niet tot de beschikbare weerstandscapaciteit.
43
5.4 Bestemmingsreserves in de weerstandscapaciteit Bestemmingsreserves zijn die reserves waaraan de raad een specifieke bestemming heeft gegeven. Een deel van deze reserves dient ter dekking van kapitaallasten van gebouwen en voorzieningen van de gemeente en zijn reserves voor overheidstaken. Omdat daar verplichtingen tegenover staan kan de raad de bestemming niet wijzigen. Als bestemmingsreserves een nieuwe bestemming kunnen krijgen worden ze meegerekend bij de weerstandscapaciteit. Natuurlijk blijven deze reserves primair bestemd voor hun oorspronkelijke doel/activiteit. Als het nodig is kan de raad echter besluiten de reserves te herbestemmen om overblijvende risico’s af te dekken. Totaal van de bestemmingsreserves per 31 december 2012 Reserves ter dekking van kapitaallasten en overheidstaken Resteert bestemmingsreserves voor de weerstandscapaciteit
€ 45,6 miljoen € 31,2 miljoen € 14,4 miljoen
5.5 Stelpost in de begroting voor onvoorziene uitgaven – incidenteel 5.6 Stelpost in de begroting voor onvoorziene uitgaven –structureel Er zijn twee stelposten opgenomen voor onvoorziene uitgaven. Er is een stelpost voor incidentele lasten van € 79.000. Daarnaast hebben we een stelpost voor structurele lasten van € 51.000. Voor het besteden van deze budgetten gelden spelregels. In 2012 is een voordeel gerealiseerd van € 12.000 doordat hierop geen volledig beroep is gedaan. 5.7 Onbenutte belastingcapaciteit Er is sprake van onbenutte belastingcapaciteit als we niet de maximale mogelijkheden benutten om de burger lasten op te leggen. De financieel belangrijkste belasting is de onroerende zaak belasting (OZB). De norm die daarvoor geldt zijn de tarieven die het rijk toepast bij gemeenten in financiële nood (artikel 12 Fvw). De onbenutte belastingcapaciteit OZB is berekend in onderstaand overzicht:
Voor de leges worden waar mogelijk kostendekkende tarieven gehanteerd. Voor de tarieven van bijv. paspoorten en rijbewijzen zijn wettelijke maxima vastgesteld. Er is op dit onderdeel geen onbenutte capaciteit. Zie voor uitgebreide informatie over belastingen en leges de paragraaf 1 Lokale heffingen.
44
5.8 Overzicht beschikbare weerstandscapaciteit In het volgende overzicht leest u wat de omvang is van onze weerstandscapaciteit, onderverdeeld naar incidenteel en structureel ultimo 2012. Deze weerstandscapaciteit vormt de buffer voor de overblijvende risico’s die in de deelparagraaf 4 worden beschreven. Nr.
Omschrijving Incidentele capaciteit
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Algemene reserve Reserves Grondexploitatie Stille reserves Bestemde reserves (waarvan bestemming kan worden aangepast) Stelpost onvoorziene uitgaven incidenteel Totaal incidentele capaciteit Structurele capaciteit 3.6 Stelpost onvoorziene uitgaven structureel 3.7 Onbenutte belastingcapaciteit Totaal structurele capaciteit
6.
Bedrag (x 1.000) 16.152 7.336 pm 14.342 -39 37.791 51 1.694 1.745
Inventarisatie van de benodigde weerstandscapaciteit: de risico’s
Voor het weerstandsvermogen zijn alleen die risico’s van belang die niet zijn te ondervangen met maatregelen zoals beheersingsmaatregelen, verzekeren, treffen van voorzieningen. Dit zijn de overblijvende risico’s. Reguliere risico’s die kunnen worden opgevangen door een verzekering en/of door een voorziening worden in deze paragraaf niet meegeteld. Tot het inventariseren van de risico’s behoort ook het inventariseren van de beheersingsmaatregelen en het analyseren van de overblijvende risico’s. Voor de overblijvende (delen van) risico’s dient voldoende weerstandscapaciteit aanwezig te zijn. 6.1 Risico’s in exploitatiebegroting In deze paragraaf beschrijven we de risico’s voor enkele grote budgetten en/of activiteiten. Met het managen van (de risico’s in) deze budgetten / activiteiten beheersen we het overgrote deel van de begroting. Bovendien weten we uit ervaring dat dit dé risicogebieden in de gemeentebegroting zijn. Begin 2010 hebben we een aantal budgetten in de gemeentebegroting specifiek benoemd als risicovolle budgetten. Het gaat om de volgende categorieën: • Openeinderegelingen: bijvoorbeeld WWB, WMO, leerlingvervoer; • Subsidies: bijvoorbeeld GSO; • Moeilijke beheersbudgetten: loonsom, dubieuze debiteuren; • Crisisbudgetten: Algemene uitkering, belastingen, heffingen en leges, Over deze budgetten hebben we afzonderlijk in onze financiele monitoren gerapporteerd. In het vervolg van deze paragraaf lichten we enkele van deze budgetten nader toe. 6.1.1 Loonsom De loonsom bedraagt circa € 29,0 miljoen. Hiervan is € 28,2 miljoen voor de loonkosten van de ambtelijke organisatie inclusief de vrijwillige brandweer. Het overige deel zijn loonkosten voor de bestuursorganen en sportcentrum Rozengaarde.
45
Risico: Overschrijden van de loonsom, waaronder de kosten van externe inhuur bij vervanging wegens ziekte. Beheersingsmaatregelen: Er zijn verschillende maatregelen genomen om de loonsom te beheersen: • De spelregels voor de loonsombudgetten en het ziektevervangingsbudget worden strikt gehandhaafd. • Loonsombudgetten per afdeling zijn vastgesteld, inclusief het deel van het loonsombudget dat ten laste van kredieten e.d. gebracht moet worden (de zgn. omzettaakstelling). • In de periodieke managementgesprekken wordt de actuele loonsommonitor besproken tussen de directeur bedrijfsvoering en het afdelingshoofd. Het loonsombudget is het kader waarbinnen het afdelingshoofd keuzes maakt voor uitvoering en/ of uitbesteding. Dit leidt tot heldere verantwoordelijkheden en voorkomt overschrijdingen op het loonsombudget. Overblijvend risico: Omdat kaders en verantwoordelijkheden volstrekt helder zijn geformuleerd en in de praktijk werken, is er geen overblijvend risico op het loonsombudget. Overblijvende risico’s: Voor de wachtgeldverplichtingen aan wethouders hebben wij een voorziening gevormd. Bepalend voor de instelling van deze voorziening is het ongelijkmatige karakter van deze verplichtingen. De wachtgeldvoorziening heeft een horizon die gelijk is aan de duur van twee raadsperioden, ofwel acht jaar. De maximaal te verwachten wachtgeldverplichtingen van de zittende wethouders zijn voor 75% opgenomen in de begroting. Het risico van 25% kan worden opgevangen binnen de getroffen voorziening. Overig te benoemen risico’s zijn wachtgeldverplichtingen voor ambtenaren en het niet kunnen realiseren van de zogenoemde “omzettaakstelling” (toerekenen van bestede uren aan grondexploitaties en overige projecten). Voor dit risico hebben wij in deze jaarrekening 2012 een voorziening eigen risicodrager WWg getroffen. 6.1.2 Wet werk en bijstand De laatste jaren is sterk ingezet op de ontwikkeling van risicomanagement rondom de WWB, WMO en de WSW. Deze taak wordt uitgevoerd bij de afdelingen Werk & Inkomen en Wmo-winkel. Doordat deze afdelingen te maken hebben met verschillende wet- en regelgeving en de afdeling Werk & inkomen over het algemeen rechtstreeks met rijksbudgetten werkt en daarvoor ook specifieke verantwoordingsregels moet hanteren, zijn er verschillen in de manieren waarmee gewerkt wordt om de risico’s te beheersen en te monitoren. Het kan gezien worden als een netwerk van controletotalen die steun geven aan de afdelingen om in control te zijn. Dit levert voor het resultaat geen probleem op omdat het in de kern erop is gericht de risico’s te beheersen binnen de financiële kaders. Beide afdelingen hebben een monitoringssysteem om de risico’s te monitoren en zo nodig bij te stellen. Jaarlijks worden prognoses opgesteld waarop wordt begroot en worden de grootste risico’s gedefinieerd. Dit doen we op basis van een indeling in de Balanced Scorecard. Deze risico’s worden vervolgens, afhankelijk van de kans dat ze voorkomen en de grootte van het effect op het moment dat ze voorkomen, geplaatst in de matrix risicoprofiel. De hieronder beschreven risico’s en bijbehorende beheersmaatregelen zijn hiermee een resultaat van de stappen die we genomen hebben binnen onze methodiek voor risicomanagement; inventariseren, prioriteren, plotten in het kwadrant kans- effect en het formuleren van beheersmaatregelen. 46
Inkomensdeel (I-deel): Algemeen risico: In jaar t-1 ontvangt de gemeente een genormeerde vergoeding voor het verstrekken van uitkeringen aan uitkeringsgerechtigden. Besparingen op het inkomensdeel mag de gemeente houden en vrij besteden. Eventuele tekorten moeten, tot een bepaald maximum, vanuit de eigen middelen worden aangevuld. Als er fouten worden gemaakt in de uitvoering van de Wet werk en bijstand (WWB) inkomensdeel, ontstaat een risico dat uitgaven hoger zijn dan was geraamd zonder dat deze worden gecompenseerd door rijksinkomsten. Dit risico ontstaat ook door onrechtmatige verstrekkingen, door gemeentelijke beleidskeuzes buiten de rijksregelingen of wanneer niet wordt voldaan aan het arbeidsmarktcriterium. In die gevallen worden onze meeruitgaven niet gedekt door rijksvergoedingen (al dan niet via een aanvullende uitkering). Ontwikkelingen Momenteel is het onduidelijk of en welke nieuwe regeling er komt voor de onderkant van de arbeidsmarkt. Hiervoor moeten we de plannen van een nieuw kabinet afwachten. Hierdoor zijn ook de financiële consequenties van deze regeling nog niet helder. Overblijvend risico: De incidentele aanvullende uitkering (IAU) van het rijk kent een eigen risico voor de gemeente van 10% van het jaarbudget inkomensdeel WWB. Over het jaar 2012 zijn we binnen deze 10% gebleven zodat we over het jaar 2012 geen beroep hebben hoeven te doen op de IAU. Over het jaar 2011 hebben we wel een beroep gedaan op de IAU tot een bedrag van circa € 1,4 miljoen. Dit is door het rijk afgewezen. Wij hebben hier bezwaar tegen aangetekend. Participatiebudget: In jaar t-1 ontvangt de gemeente Doetinchem een budget voor de financiering van de activiteiten voor de re-integratie van uitkeringsgerechtigden, niet-uitkeringsgerechtigden, volwasseneducatie en inburgering. Dit budget is geoormerkt voor activiteiten op genoemde gebieden. Een overschrijding van dit budget betekent dat aanvullende financiering gevonden moet worden. Algemeen risico: • Als er fouten ontstaan in de uitgaven van het WWB werkdeel ontstaat een risico dat er een teruggave of boete betaald moet worden aan het Rijk. Dit, bij overschrijding van de toegestane foutenmarges. • Het rijk is bevoegd om de regeling voor het lopende jaar aan te passen. Dat geldt ook voor het percentage van de meeneemregeling. Op dat moment kan de gemeente al verplichtingen zijn aangegaan die niet meer worden gedekt door rijksvergoeding. Ontwikkelingen Het rijk stelt specifieke uitkeringen voor participatie beschikbaar. Voor Doetinchem was dat in 2012 circa € 2,9 miljoen. Daarmee moet de gemeente het doen. Om uit te komen met de budgetten voor deze medebewindstaak is strikte beheersing van activiteiten en budgetten nodig. Tekorten zijn voor rekening van de gemeente. Voor incidentele overschotten geldt de zgn. meeneemregeling. Die houdt in dat de gemeente maximaal 25% van het budget in een jaar mag meenemen naar het volgende jaar. In 2012 hebben wij het maximum van deze regeling, groot circa € 0,7 miljoen meegenomen naar 2013.
47
Overblijvend risico: Op dit moment zien wij geen overblijvende risico’s. Wel blijven we scherp de actuele ontwikkelingen in rijksbeleid en wetgeving volgen. Voor zover de contouren van de financiering van de Participatiewet bekend zijn, zien wij een risico op het Participatiebudget. Bij ongewijzigd beleid en ambities zal in enkele jaren een aanzienlijk tekort ontstaan. Of dit daadwerkelijk zal gebeuren hangt af van de keuzes die een nieuw kabinet maakt. Duidelijk is, dat er strak gestuurd moet worden op de uitgaven voor re-integratie. 6.1.3. Wet sociale werkvoorziening Algemeen risico: • Het niet tijdig realiseren van de rijksbezuinigingen op de WSW in combinatie met de gevolgen van de mogelijke invoering van de Participatiewet . Dit zou ertoe kunnen leiden dat onze gemeente gedurende enkele jaren risico loopt. Uitgaande van bijvoorbeeld drie jaar en € 0,35 miljoen per jaar bedraagt het maximale risico dan incidenteel circa € 1 miljoen. • De beheersbaarheid van de bedrijfsvoering SW bedrijf Ontwikkelingen: In 2012 hebben wij de ontvangen rijksmiddelen voor de WSW doorbetaald aan de Wedeo. Wij hebben geen aanvullende bijdrage in het exploitatietekort hoeven te doen Daarbij wachten wij het rijksbeleid voor de ontwikkeling rondom de WSW en mogelijk de Participatiewet af. Momenteel onderzoeken wij scenario’s aangaande verdergaande samenwerking/fusie met de sociale diensten van buurgemeenten en het SW bedrijf. Overblijvend risico: Voor het niet tijdig realiseren van de rijksmaatregelen en -bezuinigingen bij de Wedeo achten wij een overblijvend risico voor de weerstandscapaciteit aanwezig van circa € 1 miljoen. 6.1.4. Wet maatschappelijke ondersteuning, individuele voorzieningen Risico’s en beheersmaatregelen De beheersmaatregelen voor de risico’s rondom de individuele voorzieningen op het WMO terrein zijn samen te vatten in een viertal hoofdmaatregelen: 1. Monitoring. Onder andere op het gebied van de demografische ontwikkelingen (benoemd risico) houden we in de gaten wat prognoses betekenen voor onze geprognosticeerde uitgaven. De monitoring bestaat uit maandelijkse verantwoordingsgesprekken tussen de afdelingsmanager en de directeur bedrijfsvoering waarbij maandelijkse integrale budgetover zichten gebruikt worden. Er is een Managementinformatiesysteem ingericht, d.w.z. dat dagelijks de ontwikkelingen kunnen worden gevolgd waar het gaat om verstrekkingen, lopende werk processen., uitgaven. Twee keer per jaar wordt een grondige analyse op basis van de manage mentcijfers gemaakt met daarbij prognoses voor de uitgaven op langere termijn. Jaarlijks wordt een Klanttevredenheidsonderzoek gehouden. 2. Contractmanagement. De risico’s “beheersbaarheid van de bedrijfsvoering van aanbieders” en “kwaliteit van contracten”, willen we beheersen door goed contractmanagement. Dit moet nog methodisch worden opgepakt. 3. Beheersing aan de voorkant van de uitgifte. De risico’s “beheersing en sturing interne werk processen (bv. verstrekkingen)” en “beheersing indicatiestelling” pakken we aan door middel van eigen regie op de indicatiestelling. Toetsing is afdelingsbreed ingevoerd, dus ook voor het minimabeleid. Bijstelling van beleid waar nodig. Zoals de maatregelen regiotaxi die zijn ingevoerd.
48
4.
Personeelsmanagement. Met de kanteling en wijkwerk nieuwe stijl vragen we een andere insteek van onze medewerkers (benoemd risico) in het gesprek tussen de aanvrager en de gemeente. Hiervoor passen we Casuïstiekbespreking toe over de uitvoering van de kaderwet die de wmo is. We bieden training en scholing aan de medewerkers en voeren functiescheiding van wmo klantmanagement door.
Overblijvend risico: Vanwege het gegeven dat het een open einde regeling is, is het niet mogelijk alle risico’s af te dekken. Met de beheersmaatregelen die de afgelopen jaren genomen zijn blijkt het budget de afgelopen jaren goed te beheersen. 6.1.5. Gesubsidieerde instellingen Risico: Open eind financiering van gesubsidieerde instellingen en verenigingen, waardoor onverwachts lasten worden afgewenteld op de gemeente. De gemeente Doetinchem droeg in 2012 circa € 16,2 miljoen over aan instellingen en verenigingen waarvoor zij prestaties leveren. Als de gemeente de spelregels uit de subsidieverordening niet juist hanteert, handelen we onrechtmatig. Dit kan gevolgen hebben voor de accountantsverklaring onderdeel rechtmatigheid (beperking/ oordeelonthouding of afkeuring) indien de omvang van het bedrag boven de door de raad vastgestelde percentages in het controleprotocol uitkomt. Beheersmaatregelen: Doetinchem geeft subsidie aan diverse instellingen en verenigingen in de gemeente. De subsidies zijn gebaseerd op de subsidieverordening gemeente Doetinchem. Daarin staan voorwaarden en spelregels beschreven voor onze relatie. In de afgelopen jaren hebben we maatregelen genomen om de spelregels uit de verordening strikt te hanteren. Met de grote gesubsidieerde instellingen hebben we onze relatie specifiek vastgelegd in een budgetcontract. Daarin zijn meerjarig afspraken gemaakt over prestaties en financiële middelen. Alle partijen weten door het contract waar ze aan toe zijn. Voor tekorten bij of faillissementen van gesubsidieerde instellingen is de gemeente niet direct aansprakelijk. Wel kunnen we op grond van politieke overwegingen besluiten om extra middelen toe te kennen. Deze besluiten worden binnen de integrale afweging van de begroting genomen. Overblijvend risico: Bij de gesubsidieerde instellingen achten wij geen overblijvende risico’s aanwezig. Risico’s door bezuinigingen Verschillende gesubsidieerde instellingen hebben bezuinigingstaakstellingen gekregen. Deze worden vertaald in de subsidiebeschikkingen en de budgetcontracten voor de instellingen. Het is mogelijk dat instellingen moeite hebben om uit te komen met de lagere budgetten, met name als zij worden geconfronteerd met een stapeling van financiële tegenvallers. Dit zou ertoe kunnen leiden dat de instelling opnieuw aanklopt bij de gemeenteraad. Omdat een eventuele beslissing tot het verstrekken van subsidie een weloverwogen bestuurlijke keuze is, beschouwen we dit niet als overblijvend risico.
49
6.1.6. Verbonden partijen en onderwijsinstellingen onder toezicht Risico: • Beperkt zicht op de publiek-private samenwerkingen en de daaraan verbonden risico’s; • Bezuinigingen van Rijk en/of gemeente worden niet door de verbonden partij gerealiseerd. Daardoor ontstaat een financiële tegenvaller in onze gemeentebegroting. Beheersingsmaatregelen: In de paragrafen 6 “Verbonden partijen” en 6a “Onderwijsinstellingen met toezicht” worden de doelen, belangen, de risico’s en de rapportagemomenten voor elke verbonden partij en de relevante onderwijsinstelling beschreven. Lees daarvoor de paragrafen 6 en 6a. De bestaande relatie, afspraken en informatievoorziening met de verbonden partijen en de onderwijsinstellingen voldoen aan onze wensen. Mogelijke risico’s van het GEM Hamburgerbroek Noord worden binnen de grondexploitatie meegenomen. Uit de analyse van de verbonden partijen zijn ons geen overblijvende risico’s gebleken. Overige gemeenschappelijke regelingen. Risico: Het niet tijdig realiseren van bezuinigingen die we in de gemeentebegroting hebben ingeboekt. Vrijwel alle gemeenschappelijke regelingen hebben hun bezuinigingsopdrachten verwerkt in hun begroting. Daarom verwachten we voor deze gemeenschappelijke regelingen geen risico. Alleen bij de bezuinigingsopdracht aan het Recreatieschap Achterhoek& Liemers ad € 25.800 vanaf 2013 zien wij risico’s. Die houden verband met het onderzoeken van mogelijkheden naar en alternatieve organisatiestructuur van de vrijetijdseconomie door de Achterhoekse gemeenten. Dit zou kunnen leiden tot vertraging van de realisatie. Voor de perspectiefperiode tot en met 2016 zou het maximale risico dan circa € 103.000 bedragen. Overblijvend risico: Het niet tijdig realiseren van de bezuinigingsopdracht aan het Recreatieschap Achterhoek& Liemers vanaf 2013 zien we een overblijvend risico van circa € 103.000. Voor het overige achten we bij de verbonden partijen en de onderwijsinstellingen onder toezicht geen overblijvende risico’s aanwezig. 6.1.7. Algemene uitkering uit Gemeentefonds Risico: De effecten van de junicirculaire 2012, de septembercirculaire 2012 en de decembercirculaire 2012 voor de algemene uitkering zijn verwerkt in deze jaarrekening. Momenteel lopen er nog steeds verdeelonderzoeken naar het gemeentefonds. De verwachting is inmiddels dat pas bij de mei-/junicirculaire 2014 uitsluitsel zal worden gegeven over de herijking van het gemeentefonds (minder clusters en minder verdeelsleutels). De gevolgen hiervan zullen dan worden vertaald ingaande het uitkeringsjaar 2015. Derhalve naar verwachting een jaar later als vorig jaar nog was aangenomen. Hierbij kunnen we dus zowel een zogenaamde “voordeel- als nadeelgemeente” zijn. Beheersingsmaatregelen: Wij kunnen geen invloed uitoefenen op de macro-economische ontwikkelingen van het Gemeentefonds. Wel verzamelen we proactief de informatie over relevante ontwikkelingen en vertalen deze naar onze gemeentebegroting. Via de planning & controlcyclus en zo nodig tussentijds besluiten wij over maatregelen in de gemeentebegroting.
50
Overblijvend risico: Over het uitkeringsjaar 2012 vindt nog nacalculatie plaats op basis van de normeringssystematiek (samen de trap op, samen de trap af). Afhankelijk van de werkelijke netto gecorrigeerde rijksuitgaven over 2012 kan dit tot een voor- of nadeel leiden. Bij de mei-/junicirculaire 2013 zal hierover duidelijkheid ontstaan. 6.1.8. Risico’s in de Grondexploitatie Risico’s: Het risicomanagement van de grondexploitatie beschrijven we uitgebreid in de paragraaf 7 Grondbeleid. Daarin worden de achtergronden van de risico’s en de benodigde weerstandscapaciteit voor de grondexploitatie uitvoerig toegelicht. Om dubbeling in de informatie te voorkomen beschrijven we hier slechts kort het proces van de actualisatie van de grondexploitaties. Beheersingsmaatregelen: Jaarlijks worden de grondexploitaties geactualiseerd op basis van een uniforme systematiek. Daarbij worden de algemene en planspecifieke risico’s in beeld gebracht. Alle risico’s worden zoveel mogelijk gekwantificeerd in de berekeningen voor de projecten. Per project wordt een risicokaart gemaakt met een beschrijving en kwantificering van de risico’s. Aan de hand van de actuele grondexploitaties stelt de raad kredieten voor het komende jaar beschikbaar. Negatieve geprognosticeerde plansaldi in de grondexploitaties worden afgedekt door het treffen van voorzieningen. Risico’s worden gedekt uit de reserve grondexploitatie. De actualisatie en het risicomanagement van de grondexploitatie gebeurt volgens de spelregels voor grondexploitaties die de raad heeft vastgesteld. De bouwprojecten worden uitgevoerd volgens gemeentebrede spelregels voor projectmatig werken. Deze zijn beschreven in de handleiding projectmatig werken gD. Overblijvend risico: Zowel voor elk project als voor algemene ontwikkelingen die gelden voor alle ruimtelijke projecten worden via risicokaarten uitgebreide risicoanalyses gemaakt. Voor voorzienbare verliezen in de grondexploitatie zijn voorzieningen getroffen. De overige risico’s zijn gekwantificeerd en worden gedekt door de reserve grondexploitatie. Daarnaast achten wij geen overblijvende risico’s aanwezig. 6.2. Risico’s in de balans Naast risico’s in de exploitatie zijn er ook risico’s in de balans. De meest risicovolle posten en de maatregelen om deze te beheersen worden hierna genoemd. 6.2.1. Debiteurenrisico’s Risico: Niet tijdig ontvangen of niet innen van uitstaande vorderingen. Beheersingsmaatregelen: Onze gemeente heeft een actief invorderingsbeleid. We hanteren strikte spelregels voor herinneringen, aanmaningen en dwangbevelen. Vorderingen die we niet tijdig incasseren dragen we over aan een incassobureau. Periodiek wordt aan het hoofd bedrijfsvoering en de externe accountant gerapporteerd over de voortgang afwikkeling publieke en private vorderingen. De AO en IC op deze processen zijn goed geregeld en beschreven. De rekenkamercommissie heeft in augustus 2011een rapport uitgebracht “Van invordering tot kwijtschelding”. Daarin concludeert ze dat het beleid voor de inning van de vorderingen toereikend is en dat op dit moment geen veranderingen gewenst zijn. 51
Voor verwachte oninbaarheid wordt jaarlijks op basis van verschillende parameters de voorziening dubieuze debiteuren geactualiseerd. Deze bedroeg per ultimo 2011 bijna € 0,6 miljoen. Voor de afvalstoffenheffing en het rioolrecht is in de tarieven een opslag voor oninbaarheid verwerkt. Daarmee dekken we de risico’s voor deze vorderingen af. Bij het vaststellen van de jaarstukken 2011 heeft de raad op 28 juni 2012 bij amendement besloten om vanaf 2013 jaarlijks € 200.000 extra te reserveren voor dotatie in de voorziening dubieuze debiteuren. Jaarrekening 2012 In de begroting is bij de afvalstoffenheffing en de rioolrechten structureel rekening gehouden met een post oninbaar van per saldo € 40.000 .In de 2e financiële monitor 2012 is op begrotingsbasis een post voor oninbare vorderingen opgevoerd van € 177.000. Op rekeningbasis is er in 2012 voor € 162.000 aan oninbare posten afgeboekt. Bij de jaarrekening is de voorziening voor dubieuze debiteuren geactualiseerd. De voorziening dubieuze debiteuren voor zowel private als publieke vorderingen is voor 2012 op basis van verschillende parameters berekend op € 599.000.. Ten opzichte van het jaar 2011 is de benodigde voorziening opwaarts bijgesteld met € 22.000. In 2012 is er sprake van een per saldo voordelig effect op de voorziening dubieuze debiteuren van afgerond € 33.000. Recapitulatie Structurele begrotingspost oninbaar Incidenteel 2e financiële monitor Subtotaal begroting Oninbaar 2012 Mutatie voorziening dubieuze debiteuren Voordelig effect 2012
€ 40.000 € 177.000 € 217.000 -/- € 162.000 -/- € 22.000 € 33.000
Overblijvend risico: Naast de getroffen maatregelen en voorzieningen achten wij geen overblijvende risico’s aanwezig. 6.2.2. Financieringsrisico’s Risico: Er ontstaan gaten in de begroting door financieringsrisico’s. Tot de financieringsrisico’s behoren: renterisico’s, kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s, waarborgen en garanties. Beheersingsmaatregelen: Wettelijk kader voor financieringsfunctie is de Wet Financiering decentrale Overheden (Fido). Verdere uitwerking vindt plaats in de beheersverordening (212) van de gemeente Doetinchem en het treasurystatuut Daarnaast zijn er maatregelen van AO en IC. We voeren verschillende beheersingsmaatregelen uit die wettelijk verplicht zijn en door de provincie als toezichthouder worden getoetst. De risico’s die zich bij overheden hebben voorgedaan sterkt ons in het beleid van behoudend (tenminste AAA-rating). Voor een uitvoerige beschrijving van het wettelijk kader, de risico’s en de maatregelen in de financieringsfunctie verwijzen we naar de paragraaf 4 Financiering, speciaal onder “3 Risicobeheer”.
52
Gewaarborgde geldleningen De gemeente Doetinchem heeft al zeker sinds de 80-er jaren een garantieportefeuille en een aantal verstrekte leningen. Gezien de lange historie waarmee onze portefeuille tot stand is gekomen, is het niet altijd mogelijk om nu nog beheersingsmaatregelen te treffen voor zaken die in het verre verleden, in de toenmalige context, zijn overeengekomen met derden. Bij nieuw te verstrekken garanties is uiteraard nadrukkelijk onderdeel van de besluitvorming het risicoprofiel dat ermee gepaard gaat en of dat aanvaardbaar is. Hierbij beoordelen we welke risicobeperkende maatregelen getroffen kunnen worden en of het restantrisico aanvaardbaar is en opgevangen kan worden binnen de weerstandscapaciteit van onze gemeente. Dit wordt nadrukkelijk afgewogen tegen het publieke belang dat gediend is met het verstrekken van de garantie. Cruciaal is dat we als gemeente: • in principe geen garanties/leningen verstrekken en doorverwijzen naar de waarborgfondsen waar mogelijk; • alleen garanties of leningen verstrekken als er sprake is van de gemeentelijke publieke taak; • expliciet besluiten over de zekerheden en garanties gekoppeld aan het risicoprofiel. garantieportefeuille De garantieportefeuille wordt voor het overgrote deel bepaald door de achtervangfunctie die onze gemeente heeft, net als bijna alle andere gemeenten, in het landelijke Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Een achtervang is een andere rol dan een directe garantstelling met een substantieel lager risicoprofiel. Het WSW heeft als borgsteller voor de sector, privaatrechtelijke bevoegdheden en voert toezicht uit op de corporaties. De zekerheidsstructuur van het WSW bestaat uit drie lagen: • • •
primair: de geldmiddelen van de corporatie (inclusief eventuele steun van het CFV); secundair: het garantievermogen van het WSW (=borgstellingsreserve WSW en de obligo’s van de andere corporaties), en tot slot tertiair de achtervangpositie van Rijk en de gemeenten.
leningportefeuille Het overgrote deel van de verstrekte leningen zijn gekoppeld aan de hypotheekregeling die in het verleden gold voor ambtenaren in dienst van de gemeente Doetinchem. Dit is een aflopende portefeuille waarbij de waarde van het onroerend goed als hypothecaire zekerheid aanwezig is. Een andere grote post betreft de investeringsbijdrage die is gedaan aan het nieuwe Amphion waar ook een hypothecaire zekerheid onder ligt. De lening die verstrekt is aan Vestia wordt geborgd door het WSW. Bij sportcentrum Rozengaarde is onze gemeente enig aandeelhouder. In 2012 hebben we de garantieportefeuille en de verstrekte leningen doorgelicht. Toen is een verdiepingsslag gemaakt op de dossiers van de toezichthouders (CFV en WSW) om inzicht te krijgen in het risicoprofiel van de corporaties met positie in onze gemeente. Hierover is in de tweede helft van 2012 gerapporteerd. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf 4 Financiering. Overblijvend risico: De kans dat we worden aangesproken op de garanties schatten wij in als klein en daarbij is het dan ook nog onwaarschijnlijk dat ze zich allen tegelijk zouden voordoen. Van belang is daarbij te constateren dat de verstrekte leningen aan Sité woondiensten op korte termijn aflopen. Dit is tevens het grootste bedrag binnen dit profiel. Sité is kredietwaardig volgens de toezichthouders. Ook Sité zelf geeft aan geen reden te zien waardoor zij niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen in 2013 en 2014. De tweede grootste is de garantie die verstrekt wordt voor het MFA Zuid. Hierbij zijn er voldoende zekerheden voor de gemeente. Op basis van de huidige inzichten en op basis van een aantal aannames, geldt dat de garanties/leningen 53
opgeteld een risico vertegenwoordigen van maximaal € 240.000 (€ 200.000 mantelbuis incidenteel, € 40.000 Vestia structureel). De impact is dus relatief klein. Dit bedrag kunnen wij binnen onze huidige weerstandscapaciteit opvangen. 6.2.3. BTW Compensatiefonds Risico: De belastingdienst kan controles uitvoeren bij het BTW-compensatiefonds (BCF). Wanneer blijkt dat ten onrechte BTW is gecompenseerd/verhaald kan dit leiden tot terugbetaling. Beheersingsmaatregelen: In 2012 zijn met de belastingdienst afspraken gemaakt over de wijze waarop bij de gemeente Doetinchem met BTW verhaal en afdracht wordt omgegaan. Tevens is naar de belastingdienst toe uitgesproken dat de gemeente Doetinchem wenst in te steken op Horizontaal Toezicht (HT). De gemeente maakt hierbij zichtbaar dat zij fiscaal in control is. Daarnaast worden over en weer vooraf afspraken gemaakt over BTW toepassingen en zal contact plaatsvinden op basis van wederzijds vertrouwen. Het gevolg hiervan moet zijn dat er niet achteraf verrassingen in de vorm van naheffingen voorkomen. Eerste verkennende gesprekken hiertoe hebben inmiddels plaatsgehad en zullen in 2013 worden voortgezet. In 2012 is een start gemaakt met uitgebreide interne controle op het gebied van BTW toepassing. Ook worden ontwikkelingen binnen en buiten de organisatie gevolgd om tijdig op veranderingen in te kunnen spelen. Overblijvend risico: Na de naheffingsaanslag en de getroffen maatregelen voor het BCF achten wij geen overblijvende risico’s meer aanwezig. 7.
Conclusies risicomanagement
In deze paragraaf Weerstandsvermogen hebben wij u geïnformeerd over diverse maatregelen die onze gemeente neemt voor risicomanagement. Diverse risico’s zijn beschreven en gekwantificeerd. Een aantal risico’s moeten we nog nader kwantificeren. We hebben ook beschreven welke weerstandscapaciteit ten beschikbaar is ter dekking van onze risico’s. In de komende tijd nemen we maatregelen om het risicomanagement verder te optimaliseren. Daarbij blijven we aandacht houden voor de grondexploitaties. Daarnaast geven we hoge prioriteit aan het risicomanagement in het sociale domein.
54
Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen Inleiding De gemeente heeft een groot aantal kapitaalgoederen in eigendom en beheer. Het betreft hier o.a. openbaar groen, riolering, wegen, diverse gebouwen en kunstwerken. De kwaliteit van deze kapitaalgoederen en het onderhoud ervan is enerzijds bepalend voor het voorzieningenniveau en anderzijds ook voor de (jaarlijkse) lasten. In deze paragraaf worden voor de kapitaalgoederen wegen, afvalwatersysteem, groen, gebouwen en openbare verlichting achtereenvolgens aangegeven: a. Het beleidskader b. Het beheer c. Actuele ontwikkelingen d. Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren e. De uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties 1. Wegen Het beleidskader De gemeente is verantwoordelijk voor de aanleg en het onderhoud van openbare wegen en de civieltechnische kunstwerken. Uitgangspunt hierbij is dat tegen de laagst mogelijke maatschappelijke kosten de openbare verhardingen en civieltechnische kunstwerken worden onderhouden. Het onderhoud moet zodanig zijn dat geen kapitaalsvernietiging optreedt. Een achterstand in het onderhoud kan de veiligheid van de weggebruikers in gevaar brengen en leiden tot klachten en het aansprakelijk stellen van de wegbeheerder. De leidraad voor het onderhoud van de wegen is de systematiek voor rationeel wegbeheer van het Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond- Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek (CROW). Onder andere naar aanleiding hiervan wordt jaarlijks een weginspectie gehouden en een onderhoudsplan opgesteld. Dit geldt ook voor de civieltechnische kunstwerken. Het beheer Groot onderhoud wordt planmatig vanuit het weg beheersysteem opgepakt. Bij het opstellen van het onderhoudsplan vindt afstemming plaats met de toekomstige werkzaamheden aan het afvalwatersysteem maar ook met toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. Zandwegen en puinwegen worden tweejaarlijks geïnspecteerd. Indien noodzakelijk wordt onderhoud uitgevoerd. De bebording dient te voldoen aan het RVV 1990, het Besluit inzake Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW) en de uitvoeringsvoorschriften van het BABW. Zodra de goede waarneembaarheid in het geding komt vindt onderhoud plaats aan de wegmarkering en de bebording. Jaarlijks wordt de wegmarkering hiervoor geïnspecteerd. Actuele ontwikkelingen We werken met een kwaliteitscatalogus openbare ruimte met 3 kwaliteitsniveaus. De kwaliteitscatalogus openbare ruimte laat per beheerelement (variërend van boom tot lantaarnpaal, van intensief tot extensief, ecologisch en esthetisch) door middel van beeldende foto’s zien wat de mogelijke kwaliteitsniveaus zijn. Deze beelden zijn ‘achter de schermen’ gekoppeld met de bijbehorende prijzen en hoeveelheden zodat een keuze voor een bepaald niveau ook direct financieel vertaald kan worden. De keuzes dienen zorgvuldig in samenhang te worden bezien: beleidskeuzes hebben gevolgen voor beschikbaar te stellen budgetruimte in de begroting.
55
Op basis van de thans voorgestelde bezuinigingen wordt in het beheer en onderhoud van de openbare ruimte fors bezuinigd. De kwaliteit van de openbare ruimte zal als gevolg hiervan overal op het niveau eenvoudig komen te liggen. Plussen in kwaliteit blijven mogelijk in combinatie met zelfwerkzaamheid van bewoners en bedrijven. Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren De omvang van het gemeentelijke wegennet bedraagt ongeveer 3.705.000 m2 verharding, verdeeld over 51 % elementenverhardingen (betontegels en klinkerverhardingen, hoofdzakelijk voet- en fietspaden en woonstraten), 46 % asfalt (hoofdzakelijk ontsluitingswegen, erftoegangswegen en fietspaden) en 3 % half- en onverhard (hoofdzakelijk zandwegen in het buitengebied). Verder worden nog 72 civieltechnische kunstwerken (bruggen, tunnels, kademuren, steigers en een geluidsscherm) onderhouden. De kwaliteit van het wegennet ziet er als volgt uit: Kwaliteit totaal areaal verhardingen Acceptatiegrens CROW totaal areaal verhardingen Kwaliteit areaal asfaltverhardingen Acceptatiegrens CROW voor asfaltverhardingen Kwaliteit areaal elementenverhardingen Acceptatiegrens CROW voor elementenverhardingen
Voldoende 93%
Matig 3%
Onvoldoende 4%
77-87%
9-14%
4-9%
86 %
5%
9%
75-85%
10-15%
5-10%
98%
0%
2%
80-90%
7-12%
3-8%
Financiële consequenties De middelen voor het uitvoeren van het al het onderhoud zijn in de exploitatiebegroting opgenomen. Er zijn geen fondsen beschikbaar voor een jaarlijkse egalisatie van de fluctuerende kosten. Hieronder treft u een overzicht van het beheer en onderhoud aan.
progr.
Begroting 2012 na wijziging. 165.000 3.772.000 3.937.000
product Omschrijving 7 210.0 Hoofdwegen 9 210.1 Overige wegen, straten
Realisatie 2012 249.000 3.737.000 3.986.000
(bedragen exclusief investeringslasten)
2.
Openbaar groen
Het beleidskader De basis van het groenonderhoud in Doetinchem is vastgelegd in het groenstructuurplan. Hierin is op hoofdlijnen beschreven wat de belangrijke groenstructuren zijn. Het beheer Momenteel werken wij met een kwaliteitscatalogus openbare ruimte. De kwaliteits-catalogus voor de openbare ruimte is een onmisbaar instrument om de kwaliteit van de fysieke leefomgeving in beeld te brengen en gericht te kunnen sturen. Er zijn 3 kwaliteitsniveaus: 56
Extra, Standaard en Eenvoudig. ‘Kwaliteit van de openbare ruimte’ blijkt in de dagelijkse praktijk een uiterst subjectief begrip dat door iedere gebruiker van de openbare ruimte anders ingekleurd wordt. Daarnaast is een continue spanningsveld aanwezig tussen de vraag naar een hogere kwaliteit en de beschikbare financiële middelen. Actuele ontwikkelingen Op basis van de thans voorgestelde bezuinigingen wordt in het beheer en onderhoud van de openbare ruimte fors bezuinigd. De kwaliteit van de openbare ruimte zal als gevolg hiervan overal worden op het niveau eenvoudig komen te liggen. Plussen in kwaliteit blijven mogelijk in combinatie met zelfwerkzaamheid van bewoners en bedrijven. Doetinchem bekijkt voorts of er een slimme combinatie te maken is met de vakmensen vanuit de beheersorganistie samen met inwoners met een afstand tot de arbeidsmarkt. Mogelijk kan hierdoor extra kwaliteit worden gerealiseerd. Een risico daarbij is wel het mogelijke spanningsveld tussen sociale en fysieke doelen waarbij gewaakt moet worden voor kapitaalsvernietiging in de openbare ruimte. Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren Het openbaar groen omvat in totaal zo’n 453 ha. Het totale bomenbestand beslaat ca. 39.500 stuks. Financiële consequenties De middelen voor het onderhoud worden structureel in de begroting opgenomen. Hiervoor zijn geen speciale onderhoudsfondsen. Voor het beheer en onderhoud zijn de volgende middelen opgenomen in de begroting 2012.
progr.
Begroting Realisatie 2012 na 2012 wijziging. 5.182.000 5.211.000 247.000 251.000 5.429.000 5.462.000
product Omschrijving 8 560.4 openbaar groen 9 580.0 Speelvoorzieningen
(bedragen exclusief investeringslasten)
3. Openbare verlichting Het beleidskader In het in 2008 vastgestelde beleidsplan openbare verlichting is het beleid gedefinieerd dat financieel en inhoudelijk naar de huidige normen garanties geeft voor het belevings- en veiligheidsaspect van de openbare ruimte bij duisternis. Dit jaar wordt het beleidsplan opnieuw aan de raad voorgelegd. In dit beleidsplan blijft de nadruk liggen op duurzaamheid Het beheer Het netwerk van de openbare verlichting bestaat uit masten en armaturen. De levensduur van deze onderdelen is mede bepalend voor de afschrijvingsduur van de investeringen. Voor masten wordt deze gesteld op maximaal 40 jaar, voor armaturen 20 jaar. Vervanging van met name masten vindt vervolgens plaats op basis van inspectie en uitnutting van de restlevensduur. Het dagelijks- en grootonderhoud van de openbare verlichting is uitbesteed. Bij het dagelijks onderhoud worden masten, armaturen en lampen vervangen welke defect zijn geraakt. Tevens vindt er groepsgewijze vervanging van lampen (groepsremplace) plaats. Voor een deel worden er lampen gebruikt die een zeer lange levensduur hebben (circa 10 jaar).
57
Actuele ontwikkelingen Armaturen voorzien van ledoplossingen worden in de meeste grondexploitaties en reconstructies toegepast. Bij vervanging van armaturen langs de ontsluitingswegen worden deze voorzien van dimunit zodat hier energie wordt bespaard na de spitstijden. Tevens wordt er proefgedraaid met het dimmen van lichtmasten langs ontsluitingswegen waarbij de wegintensiteit bepalend is voor het lichtniveau. Alle gegevens van de openbare verlichting zijn verwerkt in een beheerssysteem. Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren Tot het openbare verlichtingsnet binnen de gemeente behoren ongeveer 11.500 lichtmasten. Er is een onderverdeling te maken in wit licht en oranje licht. Het wit licht is PL en Led-oplossingen en omvat ongeveer 76 % van het totaal en zorgt voor verlichting van de woonomgeving. Het oranje licht omvat SOX en SON lichtbronnen en omvat circa 24 % van het totaal en verlicht de wegen waar de verkeersfunctie de overhand heeft. Financiële consequenties Binnen de meerjarenbegroting zijn de benodigde middelen overeenkomstig het vastgestelde beleidsplan opgenomen.
progr.
product omschrijving 8 210.4 openbare verlichting
(bedragen exclusief investeringslasten en elektrakosten)
Begroting Realisatie 2012 na 2012 wijziging. 174.000 165.000 174.000 165.000
4. Afvalwatersysteem Het beleidskader De Wet Milieubeheer biedt het wettelijke kader voor de gemeentelijke rioleringstaak. Hierin wordt de gemeente verplicht een plan op te stellen voor een bepaalde periode waarin het gemeentelijke beleid met betrekking tot de inzameling en transport van afvalwater wordt vastgelegd. De raad heeft in december 2010 het Gemeentelijke Rioleringsplan (GRP) vastgesteld. Het GRP heeft een looptijd van 6 jaar en is geldig tot 1 januari 2016. Het beheer Het beheer en onderhoud is afgestemd op de doelen die in het GRP zijn opgenomen en vindt met behulp van een geautomatiseerd rioolbeheersysteem plaats. Momenteel wordt gewerkt aan de uitvoering hiervan, het gaat dan om het afkoppelen van verhard oppervlak, het renoveren van rioolgemalen en het vervangen en vernieuwen van riolen. Daarnaast vindt het dagelijkse beheer en onderhoud plaats aan rioolgemalen, drukriolering, IBA ’s, kolken en de overige rioleringssystemen. Actuele ontwikkelingen Binnen het rioleringsplan is de strategie erop gericht om situaties met wateroverlast te voorkomen. Ook in de toekomst, wanneer door klimaatverandering rekening gehouden moet worden met meer en heftiger buien. Verder wordt het in het GRP van groot belang geacht om helderheid aan de burgers te geven over wat er van hen wordt verwacht en wat zij van de gemeente kunnen verwachten op het gebied van inzameling en transport van afvalwater, hemelwater en grondwater. Het verder te ontwikkelen waterloket en de stimuleringsregeling afkoppelen kunnen hierin een belangrijke rol spelen. Voor deze stimuleringsregeling is jaarlijks een bedrag van € 100.000,- beschikbaar.
58
Verder zijn er structurele verbeteringsmaatregelen die de komende jaren zullen doorgaan. Hierbij wordt met name gedacht aan het verder afkoppelen van verharde oppervlakten. In combinatie met andere werkzaamheden aan de infrastructuur zal steeds bekeken worden welke verharde oppervlakten op een duurzame wijze van het gemengde rioolstelsel kunnen worden gehaald. Door het afkoppelen van verharde oppervlakten kan geanticipeerd worden op de klimaatverandering, worden afvalwater en hemelwater gescheiden en wordt de kans op wateroverlast vanuit de gemengde rioolstelsels verkleind. Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren Een indicatie voor de kwaliteit van de riolering is de ouderdom. Ongeveer 6 % is ouder dan 50 jaar en circa 38 % bevindt zich tussen de 30 en 50 jaar, ongeveer 36% ligt in de groep tussen de 11 en 30 jaar en ongeveer 20 % is jonger dan 10 jaar. Ouderdom is echter niet alleen maatgevend voor de kwaliteit van de riolering. Jaarlijks wordt een deel van het rioolstelsel geinspecteerd. Op basis hiervan wordt een meerjarenplanning voor het onderhoud opgesteld. Financiële consequenties Met behulp van het rioolbeheersysteem worden de vervangingskosten berekend. Daarnaast zijn er nog extra investeringen voor maatregelen die de vuiluitworp moeten terugdringen (afkoppelen verhard oppervlak, aanleg van randvoorzieningen, vergroten van leidingen), de reguliere exploitatiekosten en de doorbelaste kosten en kapitaallasten. De kosten van de riolering worden 100% gedekt via de heffing van het rioolrecht. Om jaarlijkse fluctuaties in het tarief rioolrecht te voorkomen is een egalisatievoorziening ingesteld. Opgenomen middelen
progr.
Begroting Realisatie 2012 na 2012 wijziging. 1.644.000 1.529.000 1.644.000 1.629.000
product omschrijving 722.0 riolering
(bedragen exclusief investeringslasten)
5. Gebouwen Het beleidskader De basis voor het onderhoud van de gemeentelijke gebouwen is voor de schoolgebouwen opgenomen in de meerjaren onderhoudsplanning schoolgebouwen (MOP) en voor de overige panden is het planmatig onderhoud opgenomen in het programma onderhoud gemeentelijke gebouwen (POGG). Het beheer Het gebouwenonderhoud is gebaseerd op een geautomatiseerd systeem waarin de onderhoudsverwachting voor meerdere jaren is opgenomen. Daarnaast vinden er jaarlijks ter plaatse inspecties plaats. De panden worden op basis van een nulmeting geïnspecteerd. Voor alle panden is een onderhoudsverwachting voor de komende 10 jaar berekend. Dit bedrag wordt via de exploitatie ten gunste van het onderhoudsfonds voor het POGG en MOP gebracht. De werkelijke onderhoudskosten komen vervolgens ten laste van het fonds. Binnen deze fondsen is ruimte om te schuiven met de werkzaamheden. Flexibiliteit is noodzakelijk, omdat tijdens de jaarlijkse inspecties zich namelijk situaties kunnen voordoen waarbij dit nodig blijkt.
59
Actuele ontwikkelingen Huurharmonisatie Hierbij worden alle accommodatie gerelateerde indicatoren inzichtelijk en transparant gemaakt. De huurharmonisatie levert een set aan spelregels op waarbinnen een uniforme huur- en vastgoedbeleid en een duurzame exploitatie van gemeentelijke accommodaties wordt bewerkstelligd. De spelregels en randvoorwaarden (huurder-/verhuurderonderhoud) vormen de basis voor het nieuwe contract met de huurders/gebruikers. Egalisatiefonds accommodaties Het betreft hier het invoeren van een vastgoedfonds accommodaties (vergelijkbaar met parkeerfonds). Binnen dit fonds dienen huuropbrengsten en verkoopopbrengsten geoptimaliseerd te worden. Vanuit deze opbrengsten kunnen de gemeentelijke accommodaties beheerd en gexploiteerd vervolgens Om dit te kunnen realiseren dienen de gemeentelijkse accommodaties kostprijsdekkend en/of marktconform (marktpartijen) te kunnen worden verhuurd. Bij het uitvoeren van het onderhoud dient rekening te worden gehouden met de verantwoordelijkheden voor verhuurder en huurder. Verhuurder voert alleen nog maar het onderhoud uit waarvoor hij verantwoordelijk is. Deze nieuwe werkwijze wordt op dit moment fasegewijs uitgerold. Momenteel vindt er een onderzoek plaats om dit te realiseren. Hierbij wordt ook gekeken .naar de subsidierelatie die er is met partijen. Financiële consequenties De volgende middelen ijvoor het onderhoud aan de gemeentelijke gebouwen in de begroting 2012 opgenomen.
progr.
product omschrijving 5.706 onderwijsgebouwen 5.706 overige gemeentelijke gebouwen
Begroting Realisatie 2012 2012 na wijziging. 255.000 255.000 940.000 940.000 1.195.000 1.195.000
Bovengenoemde middelen zijn gebaseerd op de plannen zoals deze zijn vastgesteld. De geraamde bedragen betreffen de jaarlijkse dotaties aan beide onderhoudsfondsen.
60
Paragraaf 4
Financiering
1. Inleiding De treasuryfunctie ondersteunt de uitvoering van de programma’s. De treasuryfunctie omvat de financiering van investeringen en het uitzetten van geldmiddelen tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden. De gemeente gaat om met aan haar toevertrouwd gemeenschapsgeld. Daarom moet het treasurybeheer risico’s beheersen en beperken. Wij werken op het gebied van treasury met twee instrumenten. Allereerst het treasurystatuut en daarnaast de paragraaf financiering (ook wel de treasuryparagraaf genoemd). Het treasurystatuut is de ‘beleidsmatige infrastructuur’ van de treasuryfunctie, vastgelegd in de vorm van uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten. Belangrijkste punten uit het treasurystatuut zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Het aangaan en verstrekken van leningen en het verlenen van garanties is alleen toegestaan voor de uitoefening van de publieke taak. Uitzettingen vinden uitsluitend plaats bij financiële ondernemingen met een lange termijn credit rating van ten minste Aaa, AAA of AAA van tenminste 2 van de volgende erkende ratingbureaus: Moody’s (Aaa), Standard & Poors (AAA) of Fitch (AAA). Het renterisico beperken en een zo gunstig mogelijk renteresultaat behalen binnen de kaders van de Gemeentewet, de Wet fido en de limieten en richtlijnen van het treasurystatuut. Derivaten worden slechts toegepast nadat de raad hiertoe voor elk zich voordoend geval afzonderlijk een besluit heeft genomen. Het college is bevoegd tot het aangaan van één of meer vaste geldleningen ten laste van de gemeente ter financiering van kapitaaluitgaven, voor de consolidatie van vlottende schuld en voor conversie van bestaande leningen. Voor het aantrekken van leningen worden minimaal twee offertes opgevraagd. Er is een transparante functiescheiding tussen beleidsbepaling en -uitvoering en tussen de administratie en controle op de financiële transacties. Het hanteren van het principe van “twee handtekeningen” is hier een belangrijke factor.
Tenslotte besteden wij veel aandacht aan rechtmatigheid van handelen ten aanzien van alle wetgeving die geldt voor de treasuryfunctie. Tot de belangrijkste zaken van de Doetinchemse treasury-uitvoering gedurende 2012 behoorden: • Het opnemen van langlopende geldleningen tot een bedrag van totaal 7 miljoen. • Doorlichting van de garantieportefeuille en vertrekte geldleningen. 2.
Algemene ontwikkelingen
Renteontwikkelingen In het eerst kwartaal van 2012 verminderde de vrees voor een slechte afloop van de Europese schuldencrisis. De ECb stelde banken in staat om voor een periode van drie jaar een onbeperkt bedrag tegen 1% rente te lenen. Er werd een akkoord bereikt over het verlenen van hulp aan Griekenland waarbij private partijen forse afschrijvingen deden op hun vordering. In het eerste kwartaal was dan ook een daling te zien van zowel de korte als lange rente. In het tweede kwartaaql werd een mogelijke uittreding van Griekenland voorkomen. In september werd bekend dat de ECB bereid is om ongelimiteerd srtaatsobligaties met een looptijd van drie jaar op te kopen. In het vierde kwartaal was het effect van deze maatregel nog altijd merkbaar Het optimisime over de afloop van de schuldencirsis nam toe. Zelfs Frankrijk dat na een downgrade door Moody’s niet langer een AAA-land is, zag het renteverschil met Duitsland slinken. De dalende trend die in het eerste kwartaal zette door in het tweede kwartaal. Rente ontwikkelingen in 2012 (10 jaar lineair). 61
Renteontwikkeling in 2012 maands kasgeld
Kort of lang financieren? Renterisiconorm en kasgeldlimiet vormen kaders waarbinnen financieringsmiddelen kunnen worden aangetrokken. De kasgeldlimiet is ingesteld om de renterisico’s op de vlottende schuld (< 1 jaar) te beperken. De renterisico-norm is ingesteld om de renterisico’s voor leningen met een looptijd langer dan 1 jaar te beperken. De renterisiconorm begrensd de omvang van de leningen dat moet worden geherfinancierd. Hierdoor wordt voorkomen dat de gemeente in een ongunstige markt een te groot renterisico loopt
62
Opgenomen leningen Net als vele andere gemeenten zijn wij een investerende gemeente waardoor wij vooral geld moeten lenen om deze investeringen te kunnen financieren. In 2012 is € 7 miljoen geleend. Daarnaast is in 2012 een leningovereenkomst geloten ter hoogte van € 3,265 miljoen. Deze lening heeft opname/ stortings data in 2012 ad € 565.000 en € 2,7 mln. in 2013. Begin 2013 is deze lening overgedragen aan stichting SAZA ter financiering van de sporthal op Zuid. Geldgever en geldnemer zijn nu respectievelijk BNG en SAZA. De gemeente staat borg voor het betalen van rente en aflossing aan de BNG. Onder andere door de vervroegde ontvangst van de derde tranche van de aandelen verkoop Nuon was meer lenen niet nodig. Voor het aantrekken van leningen worden minimaal twee offertes gevraagd. De afgelopen jaren is gelet op de lage rentestand gekozen voor leningen met een relatief lange looptijd (20jaar). Bij een stijgende rente biedt dit de mogelijkheid om te leningen op te nemen met relatief kortere looptijden. Opgenomen geldleningen met een looptijd > 1 jaar lening
datum opname looptijd in jaren vorm
1 2
2-2 15-10
bedrag
20 lineair 15 lineair
tarief
7,0 0,6 7,6
totaal
3,490% 3,650%
bedragen x 1 mln.
3. Risicobeheer Renterisiconorm en renterisico vaste schuld Volgens de wet Fido is het renterisico op de vaste schuld het deel van de vaste leningportefeuille dat in enig jaar geherfinancierd moet worden. Het renterisico wordt getoetst aan een door de minister vastgestelde norm die voor 2012 is bepaald op 20% van het begrotingstotaal. Voor de gemeente Doetinchem was de renterisiconorm in 2012 € 41,4 miljoen (20% van € 206,7 miljoen). In 2012 werd € 20 miljoen afgelost op de leningen. We hebben in 2012 € 7 mljoen geleend omdat herfinancierig van de aflossingen net voledig nodig was. We zijn daarmee ruim onder de norm gebleven. Leningportefeuille Stand per 1 januari Reguliere aflossingen vervroegde aflossingen nieuwe leningen stand per 31 december rente
x 1 mln. 203,8 -20,0 0,0 7,0 190,8 7,5 = 3,68%
Aandelen / deelnemingen De gemeente neemt deel aan het Revolving Fund van de stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVN). Verder beschikt de gemeente over een aandelenportefeuille bestaande uit aandelen van BNG, Alliander (netwerkbedrijf NUON ) aan Vattenfall verkochte maar nog te leveren aandelen in het productiebedrijf van Nuon en Vitens. In regionaal verband hebben wij aandelen in de N.V. Amphion en Sportcentrum Rozengaarde BV.
63
Overzicht ontvangen dividenden totaal Alliander begroot 1 januari primitief tussentijdse bijstelling 1e monitor 2e monitor 31 december begroot ontvangen resultaat
BNG
Vitens
Nuon
1.015
386
110
110
409
0 273 879 879 0
0 264 650 650 0
0 -38 72 72 0
0 47 157 157 0
0 0 409 494 85
Kredietrisico. Kredietrisicobeheersing richt zich op de kredietwaardigheid (en dus het risicoprofiel) van de tegenpartijen bij financiële transacties. Kredietrisico’s kunnen zich op twee manieren manifesteren. Te eerste door het directe risico van door de gemeente verstrekte leningen en uitzettingen. Daarnaast is een kredietrisico verbonden aan de gemeentelijke borgstellingen. Kredietrisico’s ten aanzien van leningen. Leningen kunnen worden verstrekt voor uitoefening van de publieke taak. Dergelijke leningen zijn verstrekt aan woningcorporatie Vestia, Vitens, Stichting stimuleringsfonds volkshuisvesting, N.V. Amphion en enige kleinere culturele en sport instellingen. Leningen en garanties uit voor uitoefening van de publieke taak worden alleen verstrekt aan door de raad goedgekeurde derde partijen. Daarnaast heeft de gemeente als werkgever hypothecaire leningen verstrekt aan werknemers. Gezien het gemiddelde bedrag per lening en de onderliggende waarde van het onroerende goed, is hier in feite geen sprake van een kredietrisico. Verder heeft de gemeente als werkgever leningen verstrekt in het kader van de pc privé regeling en het vervoersplan. Per 1 januari 2009 is de wet Fido gewijzigd waardoor het niet langer is toegestaan om hypothecaire leningen aan het personeel en politieke ambtsdragers te verstrekken. Bestaande leningen kunnen blijven aflopen zoals overeengekomen. Dit verbod strekt zich ook uit tot garanties door openbare lichamen van hypothecaire leningen aan het hiervoor genoemde personeel door een andere hiervoor genoemde instelling. De verstrekte geldleningen zijn onderdeel van de doorlichting van de garantieportefeuille die in 2011 is gestart. Immers bij verstrekte geldleningen kan een vergelijkbaar risico gelopen worden als bij verstrekte garanties. De in onderstaande overzicht genoemde geldlening aan woningcorporatie Vestia valt onder de garantie van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw, daarmee is het risico dus zeer beperkt. De overige verstrekte geldleningen zijn maatwerk en kennen allen een specifieke achergrond en besluitvorming. In 2012 is aan de raad een rapportage verstrekt. In deze rapportage zijn deze leningen meegenomen.
64
Saldo verstrekte leningen per 31 december 2012 Bedragen x € 1 miljoen Omschrijving
per 31-12-2012
Hypotheken Amphion Woningcorporatie Vestia Stimuleringsfonds volkshuisvestig Vitens Sportcentrum Rozengaarde Overig
33,4 18,4 2,7 1,7 2,4 2,2 0,3 61,1
Kredietrisico’s ten aanzien van borgstellingen (gemeentegaranties). Borgstellingen kunnen op twee manieren voorkomen: 1. Directe borgstelling 2. Achtervang Bij directe borgstellingen staat de gemeente tegenover geldgevers borg voor de betaling van rente en aflossing op langlopende geldleningen die door lokale organisaties, instellingen of verenigingen zijn aangetrokken die vaak activiteiten verzorgen welke in het verlengde liggen van de gemeentelijke publieke taak. Achtervang houdt in dat de gemeente, al dan niet samen met het Rijk, een rol speelt in de zekerheidsstructuur van een waarborgfonds, bijvoorbeeld de Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw(WSW). Door deze structuur kunnen instellingen die bij een waarborgfonds zijn aangesloten tegen de laagste rente lenen. Mede vanwege de strenge toelatingscriteria en periodieke toetsing door het fonds loopt de gemeente hierbij een veel lager risico dan bij directe borgstellingen. De gemeente staat vanuit het verleden garant voor betaling van rente en aflossing van diverse geldleningen. Ons huidige beleid is dat de gemeente geen garantstellingen verleent, tenzij een belang met een publieke taak in het geding is. Bij garantieverzoeken verwijzen we zoveel mogelijk naar waarborgfondsen. Bij het verstrekken van leningen of garanties voor uitoefening van de publieke taak worden zekerheden of garanties geëist. Dergelijke leningen en/of garanties worden slechts verstrekt aan door de raad goedgekeurde derde partijen. In 2012 heeft een doorlichting van de garantierapportage plaatsgevonden. Deze heeft geresulteerd in een informatieve rapportage in het najaar van 2012 aan de raad. In deze rapportage zijn alle garanties van de gemeente en de bijbehorende risico’s in beeld gebracht en benoemd. Tegelijkertijd zijn er acties uitgezet en uitgevoerd in het kader van risico reductie en afname van de bestaande gemeentelijke garanties. Daarnaast zijn er ook nieuwe garanties door de gemeente versterkt. In 2011 heeft de raad besloten om een borgstelling te verstrekken op de financiering van de GEM Iseldoks. Dit in gezamenlijkheid met de betrokken ontwikkelaar in de GEM (gezamenlijke exploitatiemaatschappij). Uitgangspuntpunt daarbij is dat de gemeente 100% garandeert 65
met een contragarantie van de betrokken ontwikkelaar van 50%. Dit traject loopt nog en wordt verder opgepakt op basis van de definitieve besluitvorming rond dit project. Ook heeft de raad in 2011 besloten om een borgstelling te verstrekken voor de bouw van een multifunctionele hal op sportpark Zuid. Dit onder dezelfde voorwaarden die mede borgsteller Stichting Waarborgfonds Sport (SWS) heeft gesteld. Dit besluit is in de loop van 2012 uitgevoerd. Het gaat hierbij om een garantie die gefaseerd oploopt tot een bedrag van € 3,265 mln. voor de gemeente Doetinchem. Er is overeengekomen om het grootste gedeelte van de garanties in het kader van de sociale woningbouw waar onze gemeente vanuit het verleden nog 100% garant staat, over te dragen aan het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. In 2012 is een gemeentegarantie met een rest waarde van € 9,6 mln. overgeheveld naar het WSW. Het huidige saldo in de woningbouwsector van € 4,8 mln., bestaat uit twee leningen die per einde 2012 nog een looptijd van minder dan 2 jaar hebben. Daarmee vallen deze leningen voor het WSW onder korte financiering. Om die reden kunnen deze leningen niet meer worden overgedragen aan het WSW. Van dit saldo wordt begin 2013 een bedrag van € 4,5 mln. volledig afgelost, waarmee de garantie voor dit bedrag ook vervalt. Per eind 2012 is voor een bedrag van € 217,4 mln. aan waarborgen verstrekt. Deze zijn onder te verdelen in leningen met een direct borgstelling ( € 8,6 mln). En leningen verstrekt door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en de Stichting Waarborgfonds Sport (SWS) waarbij de gemeente achtervang is (€ 208,8 mln). De verdeling van totale bedrag over de verschillende beleidsterreinen eind 2012 is als volgt: Saldo gemeentegaranties per 31-12-2012 Omschrijving
Zorg
Onderwijs
Sport
bedragen x 1.000
Nuts
Woning
sector Garanties gD 100%
868
1.467
Garanties SWS 50% gD Subtotaal rechtstreeks
125
bouw
635
1.467
804
635
Garanties NHG 100% (achtervang gD)
Totaal
7.968 679
Garanties WSW 100% (achtervang gD) Subtotaal achtervang
4.873
679 868
Totaal
4.873
8.647
200.565
200.565
8.245
8.245
0
0
0
0
208.810
208.810
868
1.467
804
635
213.683
217.457
Kasbeheer We maken onderscheid in geldstromen voor exploitatie-uitgaven en geldstromen voor investeringen. De gemeente werkt met een sluitende begroting. Echter het moment waarop inkomsten en uitgaven plaatsvinden lopen gedurende het jaar niet synchroon. Daardoor kan de gemeente gedurende het jaar een tegoed of een tekort hebben op de betaalrekening. Gezien de korte periode waarin deze overschotten of tekorten plaatsvinden, worden deze met korte middelen gefinancierd dan wel uitgezet. De overtollige middelen worden zonder overmatige risico’s (in termen van de Wet fido “prudent”) uitgezet bij banken met in de praktijk tenminste een AAA-rating. 66
Betaaltermijn facturen Gemeente In het kader van de bestrijding van de effecten van de kredietcrisis zijn de betalingsprocedures versneld. Dit heeft ertoe geleid dat een groot deel van onze facturen wordt betaald binnen 14 dagen. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet bepaalt hoeveel we met kort geld mogen financieren. De limiet is door het rijk vastgesteld en bedraagt 8,5% van de begroting. De kasgeldlimiet is voor 2012 berekend op € 14,5 miljoen. Aangezien kasgeld (kort geld) goedkoper is dan lang geld wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van deze ruimte. Hierbij wordt rekening gehouden met de renteontwikkelingen. Dit om te vermijden dat bij overschrijding van de kasgeldlimiet de gemeente gedwongen wordt om te consolideren in een ongunstig renteklimaat. Bij overschrijding van de kasgeldlimiet kan ontheffing worden gevraagd bij de Provincie. bedragen x € 1.000 Kwartaalrapportages kasgeldlimiet 2012 peildatum 01-jan 01-apr 01-jul 01-okt 31-dec gemiddeld
opgenomen 8.741 7.053 13.888 4.277 13.589 9.510
uitgezet 0 0 0 0 0
limiet 14.500 14.500 14.500 14.500 14.500
ruimte 5.759 7.447 612 10.223 911 4.990
4. Financiering financieringsbehoefte De gemeente beschikt over een globale liquiditeitsplanning voor de lange termijn. De financieringsbehoefte (middelen met een looptijd langer dan 1 jaar) wordt bepaald door de volgende factoren: Investeringen en daarmee gepaard gaande opbrengsten; reguliere en vervroegde aflossingen op geldleningen en door afschrijving vrijgekomen middelen. Het tijdig, juist en volledig beschikbaar hebben van financiële informatie over deze grote kasstromen is van belang om de treasurywerkzaamheden te kunnen uitvoeren. Gelet op de hoogte van de rente op de bestaande geldleningenportefeuille en de contractuele mogelijkheden zijn er in 2012 geen leningen vervroegd afgelost. In de begroting 2012 is per 1 januari 2012 rekening gehouden met een totaal aan te financieren activa € 346,0 miljoen. De financiering vindt plaats met een lening portefeuille die bij het samenstellen van de begroting een volume had van € 183,3 miljoen. Daarnaast gebruiken we ook onze reserves en voorzieningen voor financiering van onze activa. Totaal waren deze begroot op € 129,7 miljoen. Daarnaast blijkt uit ervaring dat subsidies worden ontvangen die op een later moment worden besteed. Deze vooruit ontvangen subsidies kunnen we gebruiken om onze investeringen te financieren. Uiteindelijk werd bij de begroting 2012 een financieringstekort verwacht van € 28,6 mln. 67
Investeringen
01-jan-12 begroting rekening 346,0 326,4
reserves/voorzieingen lening portefeuille niet besteedde subsidies fiancieringsmiddele totaal financieringstekort
-129,7 -183,3 -4,4 -317,4 28,6
-107,7 -183,3 -4,4 -295,4 31,0 -
Om in onze financierigsbehoefte tevoorzien zijn in 2011 leningen opgenomen waardoor de lening portefeulle uiteindelijk per 1 januari 2012 € 203,8 mln bedraagt. Daanaast is in de loop van 2012 nog en lening opgenomen van € 7mln 5.
Rentelasten berekenen en toerekenen
Berekenen rentelasten We financieren onze investeringen met langlopende financieringsmiddelen. Tot de langlopende middelen behoren de opgenomen geldleningen en de gemeentelijke reserves en voorzieningen. Het verschil tussen investeringen en de financieringsmiddelen wordt berekend per 1 januari van het begrotingsjaar. Dit verschil leidt tot een financieringstekort of -overschot. De rentelasten in de begroting worden berekend uit de volgende componenten: • Rente voor langlopende geldleningen. De kosten voor al opgenomen geldleningen zijn contractueel vastgelegd. De rentekosten voor nog op te nemen geldleningen worden op basis van het finan cieringstekort en de rentevisie geschat. Tenslotte zijn budgetten gereserveerd voor rentekosten op plannen waarover de raad globaal heeft besloten, maar waarvoor nog geen krediet is gevoteerd. • Rente reserves en voorzieningen Wij beschikken per 1 januari over € 107,7 mln. aan reserves en voorzieningen. De hiermee bespaarde rente bedraagt op basis van 4,75% 5,1 mln. Hiervan is 1 mln. ingezet als algemeen dekkingsmiddel tgv van de begroting en € 4,1 mln is toegevoegd aan de reserves en voorzieningen. • Rente financieringstekort. De hoogte van het financieringstekort betreft het verschil tussen de boekwaarden en de beschikbare financieringsmiddelen gecorrigeerd met de geblokkeerde reserves. Voor de financiering van het tekort houden is rekening gehouden met een renteper centage van gemiddeld 4,66 % zijnde een mix van kort en lang geld. De hoogte van het uiteindelijke financieringstekort en daarmee de noodzaak tot het aantrekken van leningen wordt beïnvloed door: o de aanwezigheid van derden ontvangen bedragen, die in de loop van het jaar niet worden besteed. o vertraging in de uitvoering van investeringen. o de hoogte van de geblokkeerde reserves (de geblokkeerde reserves worden meegenomen in het financieringstekort). Reserves en voorzieningen ontvangen een vergoeding voor de financiering. Worden de reserves en voorzieningen ingezet dan kan de bijgeschreven rente gebruikt worden om alsnog een lening op te nemen. De totaal begrote rentelast bedraagt uiteindelijk € 14,3 68
Toerekening rente aan programma’s De rentekosten worden toegerekend aan de programma’s en projecten. Daarbij hanteren we verschillende renteberekeningen: Uitgangspunt is daarbij de de gulden financieringsregel. De looptijd van de lening is daarbij gelijk aan de looptijd van de investering. Doordat we in de praktijk hiervan afwijken ontstaat een financieringsvoordeel wat uitgekeerd wordt aan de algemene middelen . - - -
Omslagrente aan investeringen gedaan voor de uitvoering van de programma’s. De omslagrente is een rekenmethode waarbij het totaal van de rentelasten wordt omgeslagen over de boekwaarden die gefinancierd worden. Grondexploitatierente aan projecten voor grondexploitatie en exploitatieovereenkomsten en ruimtelijke projecten. Deze rente wordt gebaseerd op de kapitaalmarktrente van de gemiddelde looptijd van de projecten. Op basis van specifieke raadsbesluiten worden aan producten of projecten een specifiek rentepercentage toegerekend. Dit geldt bijvoorbeeld voor investeringen in de legesplichtige en heffingplichtige activiteiten. Daarbij wordt gerekend met vaste rentepercentages om de kosten in de loop van de tijd zoveel mogelijk te egaliseren.
De rente die toegerekend wordt aan de producten is gebaseerd op: reserves/voorzieningen lening portefeuille financieringstekort
toerekening aan prod uitkering aan alg mid (financieringsvoordeel)
01-jan-12 begroting 6,2 6,7 1,4 14,3
rekening 5,0 6,7 1,0 12,7
16,9
15,6
2,6
2,9
Het voordeel op de producten betreft deels neutrale producten waarbij een verrekening plaatsvindt met reserves of voorzieningen, het overige deel is meegenomen bij de financiële monitor Naast dit financieringsvoordeel vallen gereserveerde lasten voor o.a onderwijsinvesteringen vrij waardoor het rekeningresultaat uiteindelijk een voordeel geeft van € 558.000,-.
69
70
Paragraaf 5
Bedrijfsvoering
1. Inleiding Wij willen een organisatie waarin onze medewerkers blijvend op een betrokken, betekenisvolle en zakelijke wijze hun werk doen. De organisatie is zich er van bewust dat we voortdurend moeten blijven inspelen op de veranderingen die op ons afkomen, of soms zelf moeten proberen veranderingen te stimuleren. Dat vergt een actieve opstelling en hoge mate van flexibiliteit. Sleutelwoorden zijn klantgerichtheid, omgevingsgevoeligheid, stuurbaarheid, resultaatgerichtheid en vitaliteit. Daarbij wordt het afgesproken kwaliteitsniveau tegen zo laag mogelijk kostenniveau gerealiseerd. De afgelopen jaren werkten we aan het op orde krijgen van de beheersing van de bedrijfsvoering. De stappen die daarin gezet zijn, hebben succes gehad. In 2012 lagen de accenten vooral bij het op orde houden en eventueel het verbeteren van integraal, d.w.z. afdelingsoverstijgend werken. Dit bij gelijkblijvende of zo mogelijk lagere kosten. Verder heeft een verkenning plaatsgevonden naar een mogelijke fusie met de gemeente Oude Ijsselstreek. Deze verkenning heeft ons geen fusie, maar wel veel inzichten verschaft. En daarmee was de forse investering in deze verkenning toch nog waardevol. 2.
Een klantgerichte en omgevingsgevoelige organisatie
Wij willen een organisatie met medewerkers die handelen vanuit gevoel voor hun omgeving. Anders gezegd, we willen dat onze medewerkers ‘van buiten naar binnen’ in plaats van ‘van binnen naar buiten’ denken en handelen. Daarnaast willen we dat ze de dingen doen zonder verantwoordelijkheid van anderen over te nemen. Om dit te versterken investeren we op een aantal deelterreinen: integraal werken, dienstverlening en regievoering/coproducent. Integraal werken Integraal werken, d.w.z. afdelingsoverstijgend werken, is een vereiste om kwalitatief goede producten te leveren. In de afgelopen jaren hebben we onze organisatie zo gestructureerd dat die de integraliteit van ons werken versterkt. Zo hebben we organisatorische schotten binnen processen opgeheven. Ook is er geen scheiding tussen (strategisch) beleid en uitvoering. De beleidsmedewerkers werken bij de lijnafdelingen. Afdelingshoofden zijn verantwoordelijk voor de integrale beleidsvoorbereiding en -vorming. Dienstverlening Alle activiteiten die we doen staan ten dienste van de samenleving. Direct of indirect. We hebben ervoor gekozen om de uitvoering van het project dienstverlening te verleggen van het project naar de lijn. De verantwoordelijke lijnafdelingen benoemen samen specifieke activiteiten of projecten om de dienstverlening aan de burgers gericht te verbeteren. Regievoering en coproducent Een trend van de afgelopen jaren is de verdere ontwikkeling van de gemeente als regisseur en als coproducent in de keten. Deze ontwikkeling zet zich in de komende jaren voort. Dit zien we bij alle onderdelen van de organisatie, maar in het bijzonder bij de afdeling Werk&Inkomen, de WMOwinkel, het wijkgericht werken en de (taskforce) bouwprojecten. In 2012 heeft dit nog niet in aanvullende nieuwe samenwerkingsverbanden geresulteerd.
71
3.
Een stuurbare en resultaatgerichte organisatie
We willen een organisatie die gericht is op het realiseren van resultaten en die daarop te sturen is. Dit is een organisatie waarin helder is wat er gedaan moet worden; waarin dat wat gedaan moet worden ook daadwerkelijk gebeurd en waarin gecommuniceerd wordt over eventuele afwijkingen. Drie aspecten hebben onze aandacht om de stuurbaarheid en resultaatgerichtheid binnen onze organisatie te versterken: (a) de beheersorganisatie, (b) de informatiearchitectuur en (c) de planning&controlcyclus. De beheersorganisatie De afgelopen jaren hebben we stappen gezet om onze bedrijfsvoering ‘in control’ te krijgen. We hebben ons daarbij geconcentreerd op vier inhoudelijke thema’s: loonsom, grondexploitaties, dynamische jaarplanning en rechtmatigheid. De informatiearchitectuur De informatiearchitectuur van onze organisatie wordt gerealiseerd langs een aantal lijnen: • stroomlijnen basisgegevens; • digitaal cliëntdossier; • e-loket; • managementinformatie. Met het stroomlijnen van de basisgegevens wordt inhoud gegeven aan de landelijke doelstelling ”eenmalige registratie-meervoudig gebruik”. Dit doel wordt bereikt via basisregistraties die door de rijksoverheid zijn benoemd. Realisatie van digitale cliëntdossiers is gerelateerd aan de ontwikkeling van het digitale archief. Documenten worden digitaal per zaak geregistreerd en automatisch voorzien van metadata waarin proceskenmerken en archiveringstermijnen zijn opgenomen. Digitaal worden de documenten afzonderlijk en per zaak(dossier) aangeboden. Door de koppeling met de basisregistratie personen, ontstaat ook de mogelijkheid om documenten per persoon op te vragen. De planning&controlcyclus Onze planning&controlinstrumenten gaan uit van een onderscheid in programma’s (de overkoepelende visie op de gemeente) en de uitwerking daarvan in concrete acties. Aan de begrotingskant horen hier de programmabegroting en de jaarplannen per afdeling bij. De uitvoering van en de sturing op de concrete acties wordt gevolgd via de financiele monitoren en de dynamische jaarplanning. Verder is in 2012 de basis gelegd voor een doorontwikkeling van onze planning&controlcyclus. Aan de vooravond van het redesign hebben interactieve sessies met een raadswerkgroep gestaan. Met de vernieuwde Planning&Controlcyclus wordt in 2013 gestart. 4. Een vitale organisatie die samenwerkt Tenslotte willen we een vitale organisatie zijn. Wij verstaan hieronder een organisatie die in staat is zich aan te passen en in te spelen op wisselende omstandigheden en waarin medewerkers blijvend worden uitgedaagd om kwalitatief goed werk te leveren. Ons personeelsbeleid en huisvesting zijn erop gericht dit te faciliteren. Personeelsbeleid Een organisatie die wil inspelen op veranderingen in de omgeving moet een grote mate van flexibiliteit in zich dragen. In-door-uitstroom van medewerkers is basisvoorwaarde voor een vitale organisatie die wil inspelen op veranderingen in de omgeving. De noodzaak hiertoe wordt versterkt ten tijde van krapte in middelen. De komende jaren worden we geconfronteerd met bezuinigingen. Dit, in combinatie met een aantrekkende economie en een veranderende arbeidsmarkt (door vergrijzing en ontgroening), maakt het nog essentieler om te sturen op flexibiliteit. In het najaar 2011 is daarom gestart met het formuleren 72
van een Strategisch Personeelsplan (SPP). In dit plan wordt een vertaling gemaakt van de organisatiedoelstellingen op langere termijn naar de benodigde capaciteit (kwalitatief en kwantitatief ), de huidige beschikbare capaciteit (eveneens zowel kwalitatief als kwantitatief ) en de eventuele discrepanties. Op basis van dit SPP heeft de gemeenteraad In 2012 op basis van een voorstel van het College gerichte beleidskeuzes gemaakt en de strategische koers voor de organisatie vastgesteld. Huisvesting In 2012 is de start gemaakt met de verbouw van de boerderij aan de Havenstraat. Deze boerderij moet de huisvesting gaan bieden voor het kantoorpersoneel van BuHa. Voltooid werd de verbouwing van het Zorgplein. In juli namen de medewerkers van de WMO-winkel hun intrek in het prachtige gerenoveerde kantoorgebouw. Het Zorgplein kreeg nog meer gestalte doordat ook de IJsselkring organisatie zijn intrek kon nemen in dit gebouw. Naast de fantastische projectresultaten over 2012 zijn er ook zorgen. De ombuigingen maken dat de interne dienstverlening onder druk komt te staan. Gestreefd wordt om het brede dienstenpallet te blijven faciliteren maar vanuit de organisatie komen al wel signalen dat de kwaliteit aan het verschuiven is. Dit gaat betekenen dat er keuzes moeten worden gemaakt. Heel sterk wordt ervaren dat de gehele organisatie voor stevige uitdagingen staat. De huidige situatie waarbij een “digitale werkstroom naast een papieren werkstroom” bestaat, maakt dat er extra inspanningen moeten worden verricht door de alle geledingen in de organisatie. Ook vraagt deze hybride werkstroom extra uitgaven. In 2013 wordt het traject gestart om conform de archiefwet, zgn substitutie‟ aan te vragen. Als dit staat dan is er alleen een digitale werkstroom. Hiermee ontstaan er een duidelijke efficiëntere organisatieprocessen. Met deze renovaties ontstaan er wederom nieuwe impulsen in de ontmoeting tussen ambtelijke organisatie en burger. De service aan de klantgroepen in de onderscheiden ketens staat voorop. Gestreefd wordt naar een clustering van dienstverlenende bedrijven rondom het stadhuis (concept “burgerplaza”). Hierbij geven we tevens uitvoering aan de uitgangspunten van het project “Bruisend Stadsplein” (masterplan “Schil”). Met het in gebruik nemen van het stadhuis in 2011 hebben we ook “het nieuwe werken” in de ambtelijke organisatie geintroduceerd. Kort samengevat betekent dit het meer plaats en tijdsonafhankelijk werken. Je maakt als medewerker gebruik van een werkplek die past bij de activiteiten die je op dat moment wilt gaan uitvoeren. We richten verschillende typen werkplekken in, standaard kantoorwerkplekken, concentratiewerkplekken, formele- en informele overlegplekken. Dit betekent dat het concept van de persoonlijke werkplekken wordt losgelaten. Om dit plaats- en tijdsonafhankelijk werken mogelijk te maken zetten we ook een grote stap in het digitaal archiveren van documenten. Dit concept is op dit moment reeds op diverse plaatsen in gebruik en daarmee niet uniek. Het draagt uiteindelijk bij aan verbeterde samenwerking intern en een efficiënter gebruik van de werkplekken. Met de introductie van het nieuwe werken zijn we er niet. Het is een werkwijze die tijd kost om goed ingebed te raken. In 2012 hebben we hiermee goede stappen gezet ICT-samenwerking Rondom ICT heeft de samenwerking een grote uitbreiding gekregen. Totaal faciliteert ICT nu bijna 1300 werkplekken bij de gemeenten Aalten, Oude IJsselstreek, Doesburg en Doetinchem. Hiermee is er een hele stevige ICT dienstverleningsorganisatie Ook wordt op het Informatieverkingsterrein intensief gezocht naar samenwerking. Projectmatig wordt nu met Oude IJsselstreek een Midofficesysteem aanbesteed. Ook zijn de gesprekken met Aalten en in het bijzonder Oude IJsselstreek gericht op een gezamenlijke koers inzake informatiebeleid.
73
Informatiebeveiliging In deze verantwoording moet in een aparte paragraaf aandacht zijn voor de wijze waarop in 2012 informatiebeveiliging gestalte heeft gekregen. Deze lijn is neergelegd in het vastgestelde informatiebeveiligingsbeleid dat zich specifiek richt op de soft- en hardware van de informatie- en communicatieinfrastructuur. De uitwijktesten hebben binnen de organisatie al een duidelijke plaats gekregen. De voor 2012 geplande test is om technische redenen verschoven naar februari 2013. De internetbeveiliging rondom de ict-infrastructuur kreeg in oktober 2011 volop aandacht. Ook Doetinchem kwam daarbij in de landelijke belangstelling. Onze organisatie heeft op de meldingen adequaat gereageerd en is er vanaf oktober 2011 verhoogde aandacht voor beveiliging. Na een uitgebreide analyse zijn de zwakke plekken gesignaleerd. In 2012 zijn er volop maatregelen genomen. Om de genomen maatregelen op hun effectiviteit te kunnen beoordelen moet er een beveiligingsorganisatie blijven staan. Hiertoe moeten structureel middelen en mogelijkheden komen. De mogelijkheden hiervoor zijn echter beperkt. Enerzijds stellen wij dit zelf nu al vast. Anderzijds zullen diverse gemeentelijke informatieprocessen zoals GBA, Suwinet, BAG en Digid extern worden geaudit. De verwachting is dat hier ook signalen gaan komen die om structurele maatregelen vragen. Zelfs het kunnen faciliteren van deze externe audits vraagt om stevige inspanning van onze organisatie. Hiervoor is zowel kennis als begeleidingscapaciteit nodig Diensten en Middelen De inrichting van de administratieve verantwoording voor "diensten en middelen" is vanaf 2008 gebaseerd op de NEN-inrichting Facility management. Tot documentmanagement worden alle activiteiten, diensten en middelen gerekend, die zijn gericht op de ondersteuning van het aanmaken, opmaken en beheren van documenten ongeacht hun vorm binnen de organisatie. De toename van aangeboden poststukken leidt ertoe dat er meer is uitgegeven aan digitalisering en verwerking. De ICT diensten zijn ook gebaseerd op de NEN-inrichting. Hierbij is een onderscheid in: - Hardware, centrale apparatuur en apparatuur op de werkplek - Software, alle programmatuur nodig om de apparatuur met elkaar te laten communiceren en deze te beheren - Intern-/extern infra, Spraak- en datacommunicatiefaciliteiten.
74
Paragraaf 6
Verbonden partijen
Inleiding De gemeente voert taken uit via zogeheten verbonden partijen. Een verbonden partij is een privaatdan wel publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft. Indien aan beide criteria wordt voldaan is er sprake van een verbonden partij. Het gaat om deelnemingen (vennootschappen), gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen. Het bestuurlijk belang wordt uitgedrukt door het hebben van zeggenschap in het beleid van de rechtspersoon door een bestuurszetel of door stemrecht. Van een financieel belang is sprake als de gemeente de ter beschikking gestelde middelen kwijt is ingeval de rechtspersoon in financiële problemen komt. Als de financiële relatie uitsluitend bestaat uit inkomens- en/of vermogensoverdrachten (subsidies), is er geen sprake van een financieel belang en dus geen sprake van een verbonden partij. Deze relaties worden niet in deze paragraaf beschreven. Als daartoe vanuit de kaderstellende rol aanleiding is, worden deze relaties direct bij de programma’s beschreven. Als geen sprake is van bestuurlijke zeggenschap wordt de relatie evenmin in deze paragraaf beschreven. Eventuele financiële risico’s worden dan in de paragraaf weerstandsvermogen beschreven. Tenslotte hebben we in twee onderwijsinstellingen een bestuurlijke en toezichthoudende rol. Van een financieel belang is in principe echter geen sprake waardoor ze niet thuis horen in de paragraaf Verbonden partijen. Mochten beide organisaties in financiële problemen komen, dan kan onze gemeente hierop wel aangesproken worden. Daarom vinden wij het belangrijk onze relatie met deze twee organisaties te benoemen. Dat doen we in de paragraaf 6a. Belang van verbonden partijen Een gemeente kan grotendeels zelf bepalen hoe een bepaalde taak wordt uitgevoerd. De gemeente kan er bijvoorbeeld voor kiezen de uitvoering zelf ter hand te nemen of juist de uitvoering te regelen via een gemeenschappelijke regeling met een aantal regiogemeenten. Maar vaak zijn ook andere oplossingen mogelijk, zoals bijvoorbeeld het verstrekken van een subsidie aan een private stichting. Het belang van verbonden partijen is dat deze vaak beleid uitvoeren dat de gemeenten in principe ook zelf kunnen (blijven) doen. De gemeente houdt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de programma’s. Kernvragen zijn of de doelstellingen van de gemeente via de verbonden partijen gerealiseerd worden. Het tweede belang betreft het budgettaire beslag en de financiële risico’s die de gemeente met verbonden partijen kan oplopen en de daaruit voortvloeiende budgettaire gevolgen. De gemeente zal telkens moeten afwegen welke aanpak de beste garantie geeft dat de taak wordt uitgevoerd op een manier zoals de gemeenten voor ogen staat en op welke manier de gemeente voldoende inhoudelijk en financieel toezicht heeft in het uitvoeren van een taak. Informatie over onze verbonden partijen In deze paragraaf wordt een overzicht gepresenteerd van de verbonden partijen van de gemeente Doetinchem naar aard, waarin per partij kort wordt aangegeven wat het doel van de verbinding is, het bestuurlijk belang, het financieel belang, de risico’s en de actualiteit ten opzichte van betreffende partij. De volgorde sluit aan bij de programma-indeling.
75
Gemeenschappelijke regelingen: Wedeo Programma
Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening, product 6110 werkgelegenheid
Doel
Wedeo heeft tot taak de gemeenschappelijke belangen te behartigen van de 3 deelnemende gemeenten op het gebied van de sociale werkvoorziening. Onze gemeente heeft de volledige uitvoering van de WSW aan de Wedeo opgedragen.
Partijen
Gemeente: Doetinchem, Montferland en Oude IJsselstreek
Bestuurlijk belang
Deelname in: Algemeen bestuur : portefeuillehouder sociale zaken en 2 raadsleden Dagelijks bestuur : portefeuillehouder sociale zaken
Financieel belang
De gemeentelijke bijdrage in de bestuurs-en beheerskosten in de jaarrekening 2012 bedraagt afgerond € 42.000. De rijksbijdrage sociale werkvoorziening afgerond € 10,0 miljoen is volledig doorbetaald aan Wedeo. Daarnaast zijn de incidentele rijksmiddelen, bonus begeleidwerken € 86.000 doorbetaald aan Wedeo.
Risico’s
De deelnemende gemeenten zijn aansprakelijk voor eventuele tekorten en de financiële gevolgen van een opheffing van de verbonden partij naar rato van het aantal Wsw-medewerkers van hun gemeente. De verwachte formatie Wsw-medewerkers per 2012 bedraagt vanuit de gemeente Doetinchem 45% van het totaal aantal Wsw-medewerkers.
Actualiteit
Sinds de wijziging van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) per 1 januari 2008 is voor de uitvoering van de Wsw nadrukkelijk de regierol bij de gemeente neergelegd. De gemeenten zijn individueel volledig verantwoordelijk voor de regie op de uitvoering van de Wsw. De deelnemende gemeenten hebben eind 2007 de contouren hiervoor vastgelegd in een kadernota “modernisering Wsw”. In 2012 zijn wij gestart met een onderzoek aangaande verdergaande samenwerking/fusie met de sociale diensten van buurgemeenten en het SW bedrijf (Wedeo).
Rapportages
Begroting, tussentijdse rapportage en jaarverslagen van Wedeo. Het gemeente bestuur wordt hierover afzonderlijk geadviseerd Daarnaast vindt verantwoording in het kader van Single informatieon single audit (Sisa) plaats in de jaarstukken gD.
76
GGD Noord- en Oost-Gelderland Programma
Volksgezondheid en milieu, product 7100 openbare gezondheidszorg
Doel
De GGD Noord- en Oost-Gelderland is de gezondheidsdienst van en voor de 22 gemeenten –een wettelijke verplichting- in het werkgebied. De GGD heeft tot doel uitvoering te geven aan de taken vallend onder de Wet Publieke Gezondheid.
Partijen
Gemeenten uit de Achterhoek, Midden-IJssel/Oost-Veluwe en NoordVeluwe.
Bestuurlijk belang
Deelname in: Algemeen bestuur: portefeuillehouder volksgezondheid Dagelijks bestuur: niet
Financieel belang
De gemeentelijke bijdrage in de jaarrekening 2012 bedraagt afgerond € 726.000 (incl. afrekening 2011)
Risico’s
De deelnemende gemeenten zijn aansprakelijkheid voor eventuele tekorten en de financiële gevolgen van de opheffing van de verbonden partij. De geraamde kosten 2012 van de GGD worden gedekt voor ca.: - 66% door gemeentelijke bedragen - 24% door bijdrage van Provincie, derden en Rijk 10% overige bijdragen gemeenten. Per 2012 bedraagt de bijdrage van de gemeente Doetinchem afgerond 7% van het totaal aan gemeentelijke bijdragen.
Actualiteit
Op 5 juli 2012 heeft het Algemeen Bestuur de begroting 2013 en meerjarenraming 2012-2016 vastgesteld. Deze is gebaseerd op dezelfde financiële uitgangspunten als 2011. In deze begroting zijn de bezuinigingen verwerkt die het AB in 2010 en 2011 heeft vastgesteld. Wij hebben als gemeente Doetinchem daarbij ook bezuinigd op alle plusproducten. De jaarlijkse loon- en prijsindexering blijft gehandhaafd.
Rapportages
Begroting, tussentijdse rapportage en jaarverslagen. Het gemeente bestuur wordt hierover afzonderlijk geadviseerd.
77
Recreatieschap Achterhoek Liemers (RAL) Programma
Sport en recreatie, product 5600 toerisme en recreatie
Doel
Het recreatieschap heeft tot taak de behartiging van het gemeenschappelijk belang van de deelnemende gemeenten voor de ontwikkeling van recreatieve en toeristische mogelijkheden in het gebied, zulks met de bescherming van de natuur en het landschap.
Partijen
Aan het Recreatieschap nemen 13 gemeenten uit de Achterhoek en de Liemers deel, waaronder onze gemeente.
Bestuurlijk belang
Deelname in: Algemeen bestuur: portefeuillehouder recreatie en toerisme Dagelijks bestuur: niet
Financieel belang
De gemeentelijke inwonerbijdrage in de jaarrekening 2012 bedraagt afgerond € 106.000.
Risico’s
De deelnemende gemeenten zijn aansprakelijk voor eventuele tekorten en de financiële gevolgen van de opheffing van de verbonden partij. De kosten van de RAL worden gedekt voor: - 60% door gemeentelijke bijdrage; 18% door inkomsten van derden (o.a. parkeergeldheffing,, verhuur en -
verpachting)
22% door inkomsten uit belegde afkoopsommen
Actualiteit
De kerntaken van het Recreatieschap Achterhoek & Liemers (RAL) worden vooralsnog in 2013 voortgezet. Naar verwachting wordt het routebureau van het RAL medio 2013 aan de Stichting Toerisme Achterhoek (STAT) overgedragen. De recreatieplassen van het RAL worden medio 2013 overgenomen door RGV.
Rapportages
Begroting, tussentijdse rapportage en jaarverslagen
78
Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland ( VNOG) Programma
Openbare orde en veiligheid, product 1200 brandweer
Doel
Iedere gemeente dient deel uit te maken van een van de vijfentwintig veiligheidsregio’s. De taken van een veiligheidsregio liggen op het gebied van de (multidisciplinaire) voorbereiding en bestrijding van de rampen en grote incidenten door de brandweer, de GHOR (geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen), de politie en gemeente. Deze taken zijn verankerd in de Wet veiligheidsregio’s, die op 1 oktober 2010 in werking is getreden.
Partijen
De Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland (VNOG) bestaat uit 22 gemeenten. Deelname in: Algemeen bestuur: De burgemeesters van alle VNOG gemeenten. Dagelijks bestuur: De burgemeester van Doetinchem namens het cluster Brandweer Achterhoek West (BAW) en als portefeuillehouder brandweer.
Bestuurlijk belang
Financieel belang
De inwonerbijdrage in de jaarrekening 2012 bedraagt afgerond € 634.000.
Risico’s
De deelnemende gemeenten zijn aansprakelijk voor eventuele tekorten en de financiële gevolgen van de opheffing van de verbonden partij. De veiligheidsregio wordt gefinancierd door: - bijdragen van gemeenten ca. € 8 miljoen, 48% - Besluit Doeluitkering Bestrijding Rampen en Zware Ongevallen ( BDUR) vanuit het Rijk ca. € 9,3 miljoen, 52% De gemeentelijke bijdrage 2012 bedraagt afgerond 7% van het totaal aan gemeentelijke bijdragen.
Actualiteit
De VNOG is opgedeeld in zes clusters, waar Brandweer Achterhoek West (BAW) er een van is. BAW is een voortzetting van het Samenwerkingsverband Brandweer Achterhoek West. Naast gemeente Doetinchem maken ook de gemeenten Bronckhorst, Montferland en Oude IJsselstreek deel uit van BAW. Als zodanig functioneerde BAW al langer, maar het cluster is 1 januari 2011 officieel van start gegaan.
Rapportages
Begroting, tussentijdse rapportage en jaarverslagen
79
Cluster Brandweer Achterhoek West (BAW) Programma
Openbare orde en veiligheid, product 1200 brandweer
Doel
BAW is verantwoordelijk voor de brandweerzorg in Achterhoek-West. Deze en andere taken zijn zo lokaal mogelijk ingericht. Vanaf 1 januari 2011 zijn alle onderwerpen gezamenlijk georganiseerd in BAW, onder verantwoordelijkheid van één clustercommandant.
Partijen
De Brandweer Achterhoek West bestaat uit de brandweerkorpsen van de gemeente Bronckhorst, Doetinchem, Montferland en Oude IJsselstreek.
Bestuurlijk belang
De burgemeester van gemeente Doetinchem vormt samen met de burgemeesters van Bronckhorst, Montferland en Oude IJsselstreek de Bestuurscommissie van BAW. Zes keer per jaar komt deze commissie bijeen. De clustercommandant legt verantwoording af aan deze commissie. Een en ander is vastgelegd in de Gemeenschappelijke Regeling VNOG 2010 en de Regeling op de Bestuurscommissie Brandweer Achterhoek West. De burgemeester van Doetinchem is voorzitter van de Bestuurscommissie BAW en is afgevaardigde namens BAW in het Dagelijks Bestuur van de VNOG. Daarnaast heeft burgemeester van Doetinchem zitting in het Algemeen Bestuur van de VNOG. De basisbrandweerzorg wordt verzorgd door de Brandweer Achterhoek West. De bijbehorende financiële middelen zijn hiervoor overgedragen aan de VNOG. Conform de bestuurlijke afspraken betaalt de gemeente Doetinchem -samen met de andere gemeenten die de Brandweer Achterhoek West vormen- een inwonerbijdrage van €19,93. Dit is een totaalbedrag van € 1.117.000Daarnaast heeft de gemeente Doetinchem in 2012 incidenteel nog een aanvullend bedrag van € 289.000,- (€ 5,17 per inwoner) betaald. Totaal € 1.406.000. Hiermee is de bijdrage gelijk aan de bijdrage van voor de clustervorming en heeft het BAW de tijd om efficiency voordelen te kunnen realiseren.
Financieel belang
De gemeentelijke bijdrage BAW 2012 bedraagt afgerond 33% van het totaal aan gemeentelijke bijdragen. Risico’s
De komende jaren staan in het teken van bezuinigingen. In het voorjaar van 2011 heeft het AB van de VNOG besloten minimaal 10% te bezuinigen. BAW levert haar deel aan de gemeentelijke bezuiniging door in 2013 € 74.169,terug te laten vloeien naar de gemeenten. Daarnaast levert BAW nog een bezuiniging van € 75.000,- door een herijking van het materiaalplan. BAW garandeert de huidige brandweerzorg voor hetzelfde geld. In 2013 zal de bijdrage van alle gemeenten €19,93 per inwoner bedragen. Dit komt overeen met het prijsniveau van de gemeente Oude IJsselstreek in 2010, dat het laagste is van de deelnemende gemeenten. Wat andere gemeenten in 2011 en 2012 meer betalen wordt ingezet als veranderkapitaal/frictiekosten en worden de zogenaamde elipsgelden genoemd.
Actualiteit
BAW is 1 januari 2011 officieel van start gegaan. Aan de hand van het Beleidsplan 2011 – 2015 is de koers voor de komende jaren uitgestippeld. BAW heeft negen ambities uitgesproken voor 2015 die zij, ondanks de bezuinigingen, zoveel mogelijk wil verwezenlijken. De ambities variëren van het ondersteunen en faciliteren van de vrijwilligers, onder andere door middel van oefeningen, tot het in kaart brengen van de risico’s van Achterhoek West en
80
het verder investeren in brandveilig leven. Het is de verwachting dat vrijwilligers en materieel ingaande 2014 op grond van de Wet op de Veiligheidsregio’s ingaande 2014 overgaan de VNOG. Rapportages
Het beleidsplan wordt vertaald in jaarplannen. Verantwoording wordt afgelegd aan de Bestuurscommissie. Daarnaast wordt ook terugkoppeling verzorgd aan de burgemeester van Doetinchem.
Regio Achterhoek Programma
Diverse
Doel
Op grond van de Wet Gemeenschappelijke Regeling werken acht gemeenten in de Achterhoek samen. Vanuit de strategische Agenda Regio Achterhoek wordt samengewerkt aan vier programma’s; duurzame economie, mobiliteit, vrijetijdseconomie en regiomarketing/externe betrekkingen en lobby. Daarnaast voert de Regio een aantal termijngebonden taken uit.
Partijen
De gemeenten Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Oost Gelre, Montferland, Oude IJsselstreek en Winterswijk.
Bestuurlijk belang
Deelname in: Algemeen Bestuur: de burgemeester voorzitter / locoburgemeester lid Dagelijks Bestuur: de burgemeester voorzitter.
Financieel belang
De inwonerbijdrage in de jaarrekening 2012 bedraagt afgerond € 288.000
Risico’s
De deelnemende gemeenten zijn aansprakelijk voor eventuele tekorten en de financiële gevolgen van een opheffing (liquidatie) van de verbonden partij.
Actualiteit
De gemeenteraden van de acht deelnemende gemeenten hebben eind 2011 ingestemd met de Achterhoek Agenda 2020 en het hierbij behorende inhoudelijk en bestuurlijke kader. Op 30 november 2011 hebben de drie O’s in de Achterhoek (Overheden, Ondernemers en Maatschappelijke Organisaties) een convenant ondertekend, waarin de samenwerking voor de Agenda 2020 is bekrachtigd. De uitvoering hiervan gebeurt in vier Werkplaatsen: Duurzame en innovatieve economie, Vitale leefomgeving, Slim en snel verbinden en Kansrijk platteland In relatie daarmee ondersteunt de Regio zes gemeentelijke portefeuillehoudersoverleggen: Duurzame economie, Ruimtelijke Ordening en Volshuisvesting, Mobiliteit, Vrijetijdseconomie, Sociale samenhang en Externe betrekkingen. Ook voert de Regio nog een aantal termijngebonden taken uit op basis van externe gelden, zoals Regionale archeologie en Externe veiligheid.
Rapportages
Begroting en jaarrekening/ -verslag worden door de gemeenteraad vastgesteld.
81
Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers Programma
Economie en cultuur, product 5410 cultuurhistorie en monumentenzorg
Doel
Op grond van een gemeenschappelijke regeling werken gemeenten en provincie samen in het Erfgoed centrum Achterhoek en Liemers. Het Erfgoedcentrum is tot standgekomen door een samenvoeging van het Achterhoeks Archief en het Staring Instituut. Het Erfgoedcentrum kent verschillende taken: enerzijds gaat het om archieftaken, anderzijds om de overige erfgoedtaken die in elkaars verlengde liggen en elkaar aanvullen. De archieftaken, die tot 1 juli 2011 uitgevoerd werden door het Streekarchivariaat Achterhoek, vloeien voort uit de Archiefwet – 1995 en vormen een verplichte activiteit voor de deelnemende gemeenten. Naast de wettelijke worden ook andere taken uitgevoerd om als centrum voor cultureel erfgoed te kunnen functioneren zoals documentatie- en onderzoekstaak en de publieksfunctie .
Partijen
De betrokken overheden zijn: - de gemeenten: Aalten, Berkelland, Doetinchem, Oude IJsselstreek, Oost Gelre, Montferland, Winterswijk, Bronckhorst (taken en activiteiten voormalig Streekarchivariaat en de taken van voormalige Stichting Staring Instituut); - de gemeenten: Doesburg, Rijnwaarden, Lochem, Zutphen, Westervoort, Zevenaar, Duiven; de provincie Gelderland (de taken van de voormalige Stichting Staring Instituut).
Bestuurlijk belang
Deelname in: Algemeen Bestuur: portefeuillehouder cultuur Dagelijks Bestuur: portefeuillehouder cultuur (plv. voorzitter).
Financieel belang
De inwonerbijdrage in de jaarrekening 2012 bedraagt afgerond € 155.000.
Risico’s
De deelnemende gemeenten zijn aansprakelijk voor eventuele tekorten en de financiële gevolgen van een opheffing (liquidatie) van de verbonden partij.
Actualiteit
Met betrekking tot de Streekeigentaken is het afgelopen jaar gebleken dat bij oprichting de opgedragen en uitgevoerde taakstelling van 10% bezuinigen voor een aantal gemeenten nog niet voldoende was en er de komende jaren nog meer bezuinigingen zullen volgen. Deze voorgenomen extra bezuinigingen raken vooralsnog alleen Streekeigentaken. Dit heeft gevolgen voor het beleid en de uitvoering van deze taken.
Rapportages
Begroting en jaarrekening/ -verslag
82
Vennootschappen Amphion NV Programma
Economie en cultuur, product 5400 Kunstzinnige vorming
Doel
Het in stand houden van een cultureel centrum in de gemeente Doetinchem ter bevordering van het culturele leven in oostelijk Gelderland.
Partijen
Gemeente Doetinchem, gemeente Aalten, gemeente Bronkhorst en de gemeente Oude IJsselstreek.
Bestuurlijk belang Deelname in: Raad van Commissarissen: geen bestuurders van aandeelhoudende gemeenten Algemene Vergadering van aandeelhouders: portefeuillehouder Cultuur, vertegenwoordiger van de gemeente Doetinchem Financieel belang
De lasten in de jaarrekening 2012 bedragen per saldo afgerond € 1.915.000. De boekwaarde van 461 aandelen Amphion bedraagt € 209.192 De aandelen in % van de deelneming ca. 75%
Risico’s
Financieel risico bij een eventuele liquidatie is verlies van maximaal de nominale waarde van de aandelenportefeuille.
Actualiteit
Amphion voorziet risico’s voor de toekomstige exploitatieresultaten. Wanneer Amphion haar jaarrekening 2012 in 2013 heeft opgesteld hebben wij ervaringscijfers over twee operationele jaren in het nieuwe onderkomen. Op dat moment is het beeld van de exploitatie duidelijker en daarmee de risico’s en kansen ten aanzien van de opbouw van eigen vermogen.
Rapportages
Begroting, tussentijdse en jaarverslagen
83
BNG Programma
Financiering en algemene dekkingsmiddelen, product 9130 beleggingen en deelnemingen
Doel
De N.V. Bank Nederlandse Gemeenten is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecificeerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. De strategische doelstelling van de bank is het behoud van substantiële marktaandelen in het Nederlandse publieke en semipublieke domein en het behalen van een redelijk rendement voor de aandeelhouders. Voorwaardenscheppend hiervoor zijn het handhaven van de excellente kredietwaardigheid, het behoud van een scherpe inkooppositie en een zo effectief en efficiënt mogelijke bedrijfsvoering.
Partijen
De Staat is houder van de helft aandelen, de andere helft is van gemeenten, provincies en waterschappen.
Bestuurlijk belang Deelname in: Algemene vergadering van aandeelhouders: portefeuillehouder middelen Financieel belang
Het dividend in de jaarrekening 2012 bedraagt afgerond € 72.000. De boekwaarde van 62.634 aandelen BNG à € 2,50 bedraagt € 156.585 De aandelen in % van de deelneming 0,11%
Risico’s
Financieel risico bij een eventuele liquidatie is verlies van maximaal de nominale waarde van de aandelenportefeuille en het begrote bedrag aan dividend in onze begroting.
Actualiteit
Gedurende het begrotingsjaar hebben zich geen veranderingen voorgedaan in de belangen van aandeelhouders in BNG Bank. (Hierbij is het gevolg van een eventuele gemeentelijke samenvoeging buiten beschouwing gelaten.) Over 2012 realiseerde BNG Bank een nettowinst na belastingen van EUR 332 miljoen (2011: EUR 256 miljoen).
Rapportages
Begroting, tussentijdse en jaarverslagen
84
Alliander Programma
Financiering en algemene dekkingsmiddelen, product 9130 beleggingen en deelnemingen
Doel
Het netwerkbedrijf Alliander is verantwoordelijk voor een groot deel van de energieleidingen in Nederland. Haar kernactiviteit is het aansluiten van klanten op de energienetwerken en het distribueren van gas en elektriciteit. Deze taken zijn wettelijk bepaald omdat onze maatschappij sterk afhankelijk is van een betrouwbare aanvoer van energie.
Partijen
De grootste aandeelhouders van Alliander zijn de provincies Gelderland en Noord-Holland, BV houdstermaatschappij Falcon en de gemeente Amsterdam. Zij houden gezamenlijk ruim driekwart van de aandelen Nuon in bezit. Het overige deel wordt gehouden door 55 andere gemeentelijke aandeelhouders.
Bestuurlijk belang Deelname in: Algemene vergadering van aandeelhouders: portefeuillehouder middelen Financieel belang
Het dividend in de jaarrekening 2012 bedraagt afgerond € 650.000. De boekwaarde van 787.348 aandelen Nuon bedraagt € 49.068 De aandelen in % van de deelneming 0,58%
Risico’s
Financieel risico bij een eventuele liquidatie is verlies van maximaal de nominale waarde van de aandelenportefeuille en het begrote bedrag aan dividend in onze begroting.
Actualiteit
De investeringen in elektriciteit- en gasnetten zijn in 2012 opnieuw gestegen. Voornamelijk in onderhoud en vervanging van bestaande netten, dit om kwaliteit en veiligheid op een hoog niveau te houden. Het resultaat 2012 is licht gedaald en komt na belastingen uit op € 224 miljoen (2011: € 251 miljoen). In het kader van duurzame initiatieven participeert Alliander met de gemeente Nijmegen in de aanleg van een warmtenet. Is het aantal aanvragen voor het terugleveren van energie uit zonnepanelen het afgelopen jaar verdubbeld. Eind 2012 zijn er bij Liander circa 21.500 klanten die duurzame energie terugleveren aan het elektriciteitsnet. Deze groei komt bijna uitsluitend door de toename van particuliere zonne-installaties. Daarnaast zijn er ruim 750 installaties (windparken en solitaire windmolens) van grootzakelijke klanten die windenergie opwekken. Bron: jaarverslag 2012
Rapportages
Begroting, tussentijdse en jaarverslagen
85
Nuon Energy Programma
Financiering en algemene dekkingsmiddelen, product 9130 beleggingen en deelnemingen
Doel
Na de splitsing van NV Nuon in een netwerkbedrijf (NV Alliander) en het commerciële productie- en leveringsbedrijf NV Nuon is besloten om de aandelen in het commerciële deel te verkopen aan Vattenfall De verkoop van in totaal 787.348 aandelen verloopt in tranches. De laatste aandelen zullen worden geleverd en betaald in 2015
jaar 2009 2011 2012 2015
Partijen
levering aantal 49% 385.801 15% 118.102 15% 118.102 21% 165.343 787.348
Vattenfall heeft nu 79% van de aandelen in bezit. De overige aandelen zijn nog in handen van de provincies Gelderland en Noord-Holland, BV houdstermaatschappij Falcon ; de gemeente Amsterdam en 55 andere gemeenten.
Bestuurlijk belang Deelname in: Algemene vergadering van aandeelhouders: portefeuillehouder financiën Financieel belang
Het dividend in de jaarrekening 2012 bedraagt € 494.000. Het betreft een vergoeding voor de uitstaande koopsom. Doordat de koopsom in tranches wordt ontvangen zal dit dividend uiteindelijk verdwijnen Het effect hiervan is meegenomen in het financieel meerjarenperspectief.
Risico’s
Financieel risico is door de verkoop aan Vattenfall eigenlijk niet meer aanwezig.. De per 1 januari 2013 nog te ontvangen verkoopsom bedraagt €11,9 mln. Er zijn geen aanwijzingen dat Vattenfall niet aan deze laatste financiële verplichtingen jegens ons zou kunnen voldoen..
Actualiteit
In 2012 heeft Vattenfall verzocht om vervroegde levering en betaling van de derde tranche in 2012. Deze was oorspronkelijk voorzien in 2013. Wij hebben met dit verzoek ingestemd.
Rapportages
Begroting, tussentijdse en jaarverslagen
86
Vitens Programma
Financiering en algemene dekkingsmiddelen, product 9130 beleggingen en deelnemingen
Doel
Vitens is het grootste drinkwaterbedrijf van Nederland en levert drinkwater aan 5,4 miljoen mensen en bedrijven in de provincies Flevoland, Friesland, Gelderland, Utrecht, Overijssel en een aantal gemeenten in Drenthe en Noord-Holland. De aandeelhouders van Vitens ondersteunen de maatschappelijke doelstellingen van Vitens, met (mede) verantwoordelijkheid voor gezondheid (door veilig en betrouwbaar drinkwater) en een duurzame samenleving met zorg voor de bescherming van natuur en milieu. Voor de aandeelhouders wil Vitens een financieel krachtig bedrijf zijn en een marktconform dividend uitkeren bij een gezonde solvabiliteit.
Partijen
114 aandeelhouders bestaande uit gemeenten en regionale overheden
Bestuurlijk belang Deelname in: Algemene vergadering van aandeelhouders: portefeuillehouder middelen Financieel belang
Het dividend in de jaarrekening 2012 bedraagt afgerond € 157.000,--. De boekwaarde van 58.752 aandelen Vitens bedraagt € 58.752. De aandelen in % van de deelneming 1,170%
Risico’s
Financieel risico bij een eventuele liquidatie is verlies van maximaal de nominale waarde van de aandelenportefeuille en het begrote bedrag aan dividend in onze begroting.
Actualiteit/beleids Vitens verlaagt de drinkwatertarieven fors. Dat kan omdat de Tweede Kamer voornemens in 2011 het besluit nam om de Grondwaterbelasting per 1 januari 2012 en de Belasting op Leidingwater per 1 januari 2013 af te schaffen. Vitens heeft zich samen met de brancheorganisatie Vewin jarenlang ingezet om deze belastingen op te heffen. Vitens vindt dat voldoende en kwalitatief hoogstaand drinkwater voor iedereen beschikbaar moet zijn tegen een verantwoord tarief. Afschaffing van beide belastingen levert een besparing op van ongeveer € 110 miljoen die volledig ten goede komt aan onze 5,4 miljoen klanten. De waterrekening zal in 2012 gemiddeld 15% lager zijn en vanaf 2013 nog eens 12%. Rapportages
Begroting, tussentijdse rapportages, jaarverslag
87
Sportcentrum Rozengaarde b.v. Programma
Financiering en algemene dekkingsmiddelen, product 9130 beleggingen en deelnemingen
Doel
Op 1 januari 2009 is Sportcentrum Rozengaarde bv opgericht. Met het oprichten van de besloten vennootschap wordt beoogd een flexibeler geëxploiteerd Sportcentrum Rozengaarde neer te zetten. Rozengaarde bv wil een sportcentrum zijn dat een vorm van sociale recreatie en maatschappelijke dienstverlening combineert binnen een gebouw. Een sportcentrum dat verschillende marktgroepen bedient met een kwalitatief goed product en daarmee een belangrijke bijdrage levert aan het sociale leefmilieu in Doetinchem en omstreken.
Partijen
De gemeente Doetinchem is 100% aandeelhouder
Bestuurlijk belang Enig bestuurder is de directeur bedrijfsvoering van de gemeente Doetinchem Financieel belang
De bijdrage de jaarrekening 2012 bedraagt afgerond € 1.451.000. De boekwaarde van de 1.800 aandelen Sportcentrum Rozengaarde bedraagt € 18.000.
Risico’s
Financieel risico bij een eventuele liquidatie is verlies van maximaal de nominale waarde van de aandelenportefeuille. De aan Rozengaarde verstrekte lening is gekoppeld aan de boekwaarde van de activa, waarvoor de lening is verstrekt.
Actualiteit/beleids De directie van het Sportcentrum Rozengaarde heeft plannen ontwikkeld voor voornemens een ingrijpende functie-uitbreiding en functieverandering van het sportcentrum. De kern van de plannen is de realisatie van een therapiebad. De provincie Gelderland heeft voor dit plan in het kader van het stadcontract GSO IV een subsidie van € 1.750.000 beschikbaar gesteld. Een tweede ingrijpende aanpassing van het sportcentrum is de verplaatsing van de horeca naar de begane grond en een aanpassing van de entree. Hiermee krijgt het sportcentrum een herkenbare en eigentijdse uitstraling. Ten derde heeft de realisatie van de nieuwe sporthal op het sportpark Zuid gevolgen voor de exploitatie van het sportcentrum Als alternatieve exploitatiemogelijkheid van 2/3 deel van de spothal van Rozengaarde heeft de directie het concept Family Entertainment Centre ontwikkeld. Tot slot wordt 1/3 deel van de sporthal betrokken bij de plannen voor de nieuwe brede school voor Noord en Overstegen. Met de nieuwe exploitatieopzet worden veel meer doelgroepen bereikt en wordt de financiële positie van Rozengaarde verstevigd. Hierdoor kan de opgelegde bezuiniging in 2014 bereikt worden en kan de gemeentelijke subsidie in de toekomst mogelijk worden verlaagd. Rapportages
Begroting, tussentijdse rapportages, jaarverslag
88
GEM Hamburgerbroek Noord Programma
Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting, product 8300 bouwgrondexploitaties
Doel
De ontwikkeling en realisatie van het project Hamburgerbroek; Intermeco en Oude IJsseloevers door middel van een Grondexploitatiemaatschappij (GEM). De GEM is verantwoordelijk voor het in exploitatie brengen van gronden in het exploitatiegebied en de uitgifte van bouwrijp gemaakte kavels aan ontwikkelaar. Samenwerking is beëindigd in december 2012. Afwikkeling van de samenwerking in 2013.
Partijen
Gemeente Doetinchem en Kondor Wessels Projecten BV (KWP)
Bestuurlijk belang
Gemeente is voor 50% aandeelhouder in de GEM. Algemene Vergadering van Aandeelhouders: portefeuillehouder Ruimtelijke ontwikkeling als vertegenwoordiger van de gemeente Doetinchem
Financieel belang
Gemeente neemt voor 50% deel in risico en resultaatverdeling van de grondexploitatie. De gemeente en KWP zijn ieder voor 50% aansprakelijk voor eventuele tekorten en de financiële gevolgen van een voortijdig opheffing van de GEM.
Risico’s
Beperkt i.v.m. financieel afgedekte investeringen
Actualiteit/ In december 2012 heeft KWP de herziene samenwerkingsovereenkomst beleidsvoornemens tussen gemeente en KWP beëindigd Rapportages
N.v.t.
89
Stichtingen Stichting Centrum Natuur en Milieu Educatie “Doetinchem en Omstreken” Programma
Volkshuisvesting en Milieu, product 7230 milieubeheer
Doel
Het primair onderwijs in de gemeente Doetinchem voorzien van Natuur- en Milieueducatie (NME)
Partijen
De gemeenten Bronckhorst, Doetinchem, Montferland en Oude-IJsselstreek.
Bestuurlijk belang
Jaarlijks vindt bestuurlijk overleg plaats. De portefeuillehouder natuur en landschap neemt hier aan deel.
Financieel belang
De bijdrage in de jaarrekening 2012 bedraagt afgerond € 107.000.
Risico’s
De gemeente Doetinchem is een budgetovereenkomst Natuur- en MilieuEducatie aangegaan deze eindigt op 31 december 2013.
Actualiteit/ Voor het schooljaar 2012-2013 is als speerpunt "klimaat" gekozen. In de beleidsvoornemens lessen zal extra aandacht aan dit thema worden besteed. De raad van de gemeente Doetinchem heeft besloten om de gemeentelijke bijdrage aan het NME met ingang van 1 januari 2014 stop te zetten. De huidige budgetovereenkomst loopt daarom tot 31 december 2013. Voor de uitvoering van de NME-taken voor Doetinchem in de 2e helft van 2013 is gekozen om op projectbasis hier invulling aan te geven. Rapportages
Begroting en jaarverslagen
90
Paragraaf 6a
Onderwijsinstellingen met toezicht
In paragraaf 6 Verbonden partijen, beschrijven we organisaties waarin de gemeente zowel een bestuurlijk als financieel belang heeft. Daarnaast heeft gemeente Doetinchem in nog twee organisaties een bestuurlijke en toezichthoudende rol. Van een financieel belang is in principe echter geen sprake waardoor ze niet thuis horen in de paragraaf Verbonden partijen. Mochten beide organisaties in financiële problemen komen, dan kan onze gemeente hierop wel aangesproken worden. Daarom vinden wij het belangrijk onze relatie met deze twee organisaties te benoemen en kiezen we ervoor ze op te nemen in deze paragraaf 6a. Gemeenschappelijke regeling Stichting IJsselgraaf Programma
Onderwijs
Doel
De Gemeenschappelijke regeling openbaar primair onderwijs IJsselgraaf coördineert en oefent de bevoegdheden van de raad uit als bedoeld in artikel 48 WPO, alsmede in de statuten van de stichting IJsselgraaf, met uitzondering van het goedkeuren van voorgenomen statutenwijzigingen, het vaststellen van ernstige taakverwaarlozing en het in verband daarmee nemen van maatregelen, het opheffen van de scho(o)l(en) en het ontbinden van de stichting.
Partijen
De gemeenten Bronkhorst, Doetinchem en Doesburg
Bestuurlijk belang Deelname in: Algemeen bestuur: portefeuillehouder onderwijs Financieel belang
Geen
Risico’s
De deelnemende gemeenten zijn in geval van ernstige taakverwaarlozing door het schoolbestuur of functioneren in strijd met de wet bevoegd zelf te voorzien in het bestuur van de scholen en zo nodig de stichting te ontbinden. De mogelijke financiële gevolgen van een opheffing (liquidatie) van het schoolbestuur komen dan in principe voor rekening van de deelnemende gemeenten. Het openbaar onderwijs wordt gefinancierd door de rijksoverheid.
Actualiteit
Bij IJsselgraaf hebben de drie deelnemende gemeenten de vormgeving van het toezicht kritisch bekeken. Om de samenwerking tussen de partijen goed te borgen en slagvaardiger te kunnen handelen binnen een juridisch kader is besloten tot de instelling van een gemeenschappelijke regeling Openbaar Primair Onderwijs.
Rapportages
Begroting, jaarrekening en jaarverslag van de Stichting IJsselgraaf
91
Stichting Achterhoek VO Programma
Onderwijs
Doel
Het toezicht vanuit de grondwettelijke positie van het openbaar onderwijs uitoefenen en de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs bewaken overeenkomstig de bepalingen in de wet en de statuten van de stichting.
Partijen
De gemeenten Zutphen, Berkelland, Winterswijk en Doetinchem
Bestuurlijk belang Deelname in het overlegorgaan: portefeuillehouder onderwijs Financieel belang
Geen
Risico’s
De deelnemende gemeenten zijn in geval van ernstige taakverwaarlozing door het schoolbestuur of functioneren in strijd met de wet bevoegd zelf te voorzien in het bestuur van de scholen en zonodig de stichting te ontbinden. De mogelijke financiële gevolgen van een opheffing (liquidatie) van het schoolbestuur komen dan in principe voor rekening van de deelnemende gemeenten. Het openbaar onderwijs wordt gefinancierd door de rijksoverheid.
Actualiteit
Stichting Achterhoek VO is ontstaan uit een bestuurlijke fusie tussen COVOA en Orchidee Scholengroep.
Rapportages
Begroting, jaarrekening en jaarverslag van de Stichting Orchidee Scholengroep
92
Paragraaf 7:
Grondbeleid
1. Inleiding Bij de gemeentebegroting vormt de paragraaf Grondbeleid het beleidsmatige kader van de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Doetinchem. Voor het grondbeleid en de spelregels verwijzen we naar de begroting. Hier geven we nu een korte samenvatting. Zo zijn we van een overwegend actief grondbeleid in de afgelopen decennia naar een passief/faciliterend grondbeleid gegaan. En hebben we spelregels gemaakt die leiden tot een betere beheersing en voorzien in een bescherming tegen grote financiële risico’s. Het voorzichtigheidsprincipe is de grote drager van de spelregels, maar biedt wel ruimte voor nieuwe ontwikkelingen. De ruimtelijke ontwikkelingen worden financieel vertaald in grondexploitaties en exploitatieovereenkomsten. Jaarlijks worden deze grondexploitaties geactualiseerd. De raad heeft deze grondexploitaties in haar raadsvergadering van op 4 oktober 2012 vastgesteld. Met een totaal verwachte resultaat op eindwaarde van € 6 mln. negatief en op contante waarde € 4,2 mln. negatief. En voor de uitvoering van deze ontwikkelingen zijn kredieten verstrekt van in totaal € 5,6 mln. In onderstaande hoofdstukken gaan we in op de ontwikkelingen van het jaar 2012, het resultaat van de bouwgrondexploitaties 2012, de financiële omvang van de grondexploitaties, de kredieten en de weerstandscapaciteit voor de grondexploitaties met als onderdeel de risico’s. 2.
Samenvatting
Rekening resultaat grondexploitaties De taskforcerapportage van het voorjaar 2013 en de gegevens uit actualisatie van de grondexploitatie van het najaar van 2012 zijn de basis van deze jaarrekening. Waarbij met name de herprogrammering ad € 4,3 mln. voor meer betaalbare woningen en de nieuwe grondexploitatie Iseldoks ad € 3,7 mln. het rekeningsaldo fors beïnvloeden. Dat geldt overigens ook voor de extra afwaardering van strategische gronden ad € 0,9 mln. welke op basis van de verscherping van de BVV voorschriften noodzakelijk is. Voor het overige per saldo € 0,4 mln. positief verwijzen we naar hoofdstuk 4. Het negatieve resultaat op de grondexploitatie bedraagt € 8,5 mln. (zie hoofdstuk 4) Bij de bestemming van dit negatieve rekeningsresultaat komt deze € 8,5 mln. ten laste van de reserve bouwgrondexploitatie. En stellen we voor om de reserve bouwgrondexploitatie weer te voeden met de beschikbare middelen uit de spaarrisicoreserve ad € 6,4 mln., zodat per saldo de reserve bouwgrondexploitaties met € 2,1 mln. vermindert. Ten aanzien van de spaarrisicoreserve merken we op dat we dit jaar € 8,4 mln hebben gespaard en van dit bedrag hebben we € 2 mln. beschikt voor een bestemmingreserve met betrekking tot de omzetderving van het fysieke domein, per saldo beschikbaar € 6,4 mln. Bij de toelichting over de weerstandscapaciteit beschouwen we het effect van deze vermindering. Omvang grondexploitaties In totaal zijn er 22 grondexploitaties actief en nog 3 niet actieve grondexploitaties (Niegg) Daarnaast hebben we 37 ha strategische gronden ( € 6 per m2). Dit jaar hebben we de “administratieve” exploitatie van Hamburgerbroek algemeen afgesloten. Het afgelopen jaar zijn de opbrengsten ad € 10 mln. en de investeringen ad € 26,6 mln. Per saldo een toename van de boekwaarde. De investeringen hebben met name betrekking op het A18 bedrijventerrein. Door de afsluiting van Hamburgerbroek algemeen (winstneming), de afwaardering van de strategische gronden en de inzet van de voorzieningen voor de boekhoudkundige sanering en de herprogrammering zoals opgenomen in de voorziening van de Taskforce 2011 (ad € 15 mln) van in totaal € 18,6 mln. weten we de boekwaarde te verlagen met € 2 mln. De totale boekwaarde van de gronden bedraagt op 31 december 2012 € 78,2 mln.
93
Weerstandscapaciteit voor grondexploitaties Net als veel gemeenten, die in de afgelopen decennia een actieve grondpolitiek leiden, kampen we met forse verliezen op de grondexploitaties. Wij hebben de afgelopen twee jaar al zo’n € 23 mln. moeten afboeken, per inwoner een bedrag van € 410. Gelukkig heeft Doetinchem, door te saneren en te sparen( €29 mln.), in een vroeg stadium financieel geanticipeerd op de economische tegenwind. De gemeentebrede bewustwording van de economische situatie in relatie tot onze grondpositie dragen bij aan het nemen van maatregelen voor risicoreductie. De ontwikkeling van Iseldoks, waar KWP zich als medeontwikkelaar heeft terug getrokken, en de sombere berichten over de economie grijpen in op ons risicoprofiel. Dit gaf aanleiding om onze weerstandcapaciteit opnieuw te toetsen aan de risico’s. Waarbij de volgende risico’s een rol spelen: • een langduriger stagnatie, lagere verkopen van 2012 (fasering) • behoefte aan meer goedkope grondgebonden koop- en/of huurwoningen (herprogrammering) • verkoop van al onze 880 grondkavels (afzet) • nakoming van contractuele afspraken • nieuwe grondexploitatie Iseldoks (KWP 50% aandeel vervalt) • gemeentelijke deelname in de opstalontwikkeling van Intermeco (1e fase Iseldoks) We komen tot de conclusie dat de gereserveerde (te sparen) bedragen op termijn niet toereikend zijn om dit op te kunnen vangen. Op dit moment is een dekkingsvoorstel in voorbereiding om de weerstandcapaciteit voor de grondexploitaties aan te zuiveren. We hoeven nu niet direct in deze jaarrekening het volledige bedrag beschikbaar te hebben. Omdat er risico’s zijn, zoals o.a. een langere fasering of de afzet van gronden, die zich mogelijk in de (verre) toekomst voordoen en daar kun je bijvoorbeeld ook voor sparen in de begroting, wat we nu ook al doen. Op basis van de bovenstaande toetsing van de weerstandscapaciteit in relatie tot de risico’s, is er nog nodig een bedrag van € 13,3 mln. aan weerstandscapaciteit. Hierbij merken we op dat we al € 5.6 mln. sparen in onze begroting 2013-2016. Voor het restant van € 7,7 mln. is een dekkingsvoorstel in voorbereiding. (zie hoofdstuk 7 onderdeel risico’s algemeen). Voor de begrotingsbehandeling 2014 wordt helder hoe de weerstandscapaciteit voor de grondexploitaties zal worden aangevuld. Tevens constateren we, dat door het negatieve rekeningresultaat zoals is toegelicht en de inzet van de beschikbare middelen uit de spaarrisicoreserve (bestemmingsvoorstel), de reserve bouwgrondexploitatie ca € 0,8 mln. onder het gewenste niveau van € 6 mln. komt. Volgens de spelregels zou dan een aanvulling moeten komen uit de algemene reserve (cascademodel). Dit model behelst de afspraak van de overheveling van financiële middelen tussen de reserve bouwgrondexploitatie en de algemene reserve. Gelet op het feit dat we op korte termijn met een dekkingsvoorstel voor de totale weerstandscapaciteit komen en de risico’s zich in de toekomst zullen voordoen, stellen we voor om dit jaar het cascademodel niet toe te passen. 3.
Ontwikkelingen 2012
Taskforce woningbouw De gemeente Doetinchem heeft bij aanvang van de economische crisis in 2009 een gemeentelijke Taskforce ingesteld. Deze werkgroep heeft de raad de afgelopen jaren geïnformeerd om tot risico reductie te komen. De rapportages van het afgelopen jaar behelsde een strategische herijking van de projecten en beheersmaatregelen. Ook heeft de werkgroep geadviseerd om een bedrag van € 29 mln. (ncw) te sparen voor toekomstige verliezen. De financiële crisis noopt niet alleen Doetinchem, maar alle gemeenten in Nederland tot maatregelen om hun financiële positie op orde te brengen. In de Taskforcerapportage van maart 2012 signaleerden we een duidelijke verslechtering van de woningmarkt. De afname van woningen in bijna alle segmenten stagneerde. De voorgestelde beheersmaatregelen waren vooral gericht op planvoorraad, woningbouwprogramma en beperking van de verliezen op de grondexploitatie. 94
De consequenties op projectniveau waren de volgende: • Boekhoudkundig sanering Wijnbergen Het Oosten, Ruimzicht en deels Heelweg. • Voorsorteren op de herprogrammering van de projecten Lookwartier, Iseldoks, Vijverberg Zuid en Heideslag Deze maatregelen en de consequenties van een vermindering op de formatie FO, de zogenaamde ‘omzettaakstelling’– zijn vervolgens financieel verwerkt in de actualisatie van de grondexploitatie in het najaar 2012 en deze jaarrekening 2012. In het voorjaar van 2012 voorzagen wij nog dat het nog in te zetten spaarbedrag van € 12 mln., zijnde € 29 verminderd met €15 (jaarrekening 2011) en de bestemmingsreserve omzetderving Fysiek domein, ad € 2 mln, voldoende zou zijn voor het opvangen van toekomstige kosten en risico’s. We gingen er daarbij impliciet vanuit – zoals heel bouwend Nederland hoopte – dat de bouw op zeker moment wel zou aantrekken. In juni 2012 is dit ook aan uw raad gepresenteerd. Inmiddels is dit herstel niet meer zo zeker , een double- of misschien wel triple-dip is aan de orde. We rekenen op een veel langduriger stagnatie met een blijvend effect voor de woningmarkt. Een tweede omstandigheid hadden wij evenmin voorzagen: het terugtrekken van KWP uit de ontwikkeling Iseldoks. De gevolgen van deze ontwikkelingen zijn beschouwd in de recent uitgebrachte Taskforce rapportage in het voorjaar van 2013. De consequenties zijn verwerkt in deze jaarrekening 2012 en worden hierna toegelicht. Programma De crisis in de reële economie heeft voor de Doetinchemse woningmarkt aan de vraagzijde op dit moment de volgende gevolgen: • • •
Stagnerende verkoop op de nieuwbouwmarkt, Bestaande woningen die langer te koop staan, Woningprijzen die onder druk staan.
Voor de lange termijn wordt de betaalbaarheid van woningen als belangrijkste knelpunt gezien. De aanbodzijde van de Doetinchemse woningmarkt vertoont de volgende kenmerken: • • • •
Een boeggolf van geplande woningen (afhankelijkheid marktwerking), Een aanbod aan woningen dat de behoefte voor de komende 10 jaar overstijgt, Groot aantal woningen in relatie tot de krimp Regionaal is er sprake van overaanbod en concurrentie tussen gemeenten.
Voor de gemeente geldt dat door de stagnatie van projecten de onzekerheden, en daarmee de risico’s, rondom de grondexploitaties toenemen. De herijking van de planvoorraad is in gang gezet en heeft geleid tot reductie. In de laatste taskforce zijn er bovendien concrete maatregelen voorgesteld om nieuwe ontwikkelingen verder te beperken. Een huidige planvoorraad van ca 2100 woningen is voor de komende 10-15 jaar meer dan voldoende. Van deze voorraad komt ca 880 woningen uit de gemeentelijke grondexploitaties. De taskforce 2013 heeft voorstellen gedaan voor meer goedkope grondgebonden koop- en/of huurwoningen (waaronder starterwoningen en zorgwoningen). Van 395 dure kavels zijn we gegaan naar 280 dure kavels. Van 445 goedkope kavels zijn we naar 600 gegaan. In het totale aantal is dit een beperkte toevoeging die voortvloeide uit de kavelaanpassingen. Deze beweging geldt voor plan Heideslag, Vijverberg Zuid en het Lookwartier. Voor Iseldoks hebben we generiek een 10% grondprijsverlaging doorgevoerd. Deze herprogrammeringmaatregelen kosten ons €13,5 mln. Dit verlies kunnen we deels opvangen in de grondexploitatie en deels komt dit voor rekening van een medeontwikkelaar, in totaal € 5,5 mln. Het restant ad € 8 mln. komt uit de spaarrisicoreserve. Bij de jaarrekening 2011 hebben we al een bedrag van € 3,7 mln gereserveerd (onderdeel van de € 15 mln.) voor herprogrammering, zodat er een aanvulling dit jaar noodzakelijk is van € 4,3 mln. (zie hieronder toelichting per project).
95
We hebben 36 kavels ad € 3,0 mln. aan grond verkocht t.b.v. woningbouw. Ten opzichte van het begrote bedrag van 2012 ad € 5,5 mln. (exclusief Iseldoks) is dit fors lager. Voor een belangrijk deel zal het financiële effect kunnen worden opgevangen door minder investeringen in de grondexploitaties (zie toelichting hoofdstuk 5) De gemiddelde verkopen van de afgelopen jaren 2008 t/m 2012 bedroeg van € 4,6 mln., de hoogte van dit bedrag werd positief beïnvloed door het op de markt brengen van de kavels op de Veemarkt en Heideslag in de jaren 2010 en 2011. Toen was er grote belangstelling en aan die behoefte is nu voldaan (inhaalslag). De lagere verkopen van 2012 zijn als signaal opgepakt in relatie tot mogelijk langere doorlooptijden van projecten (overal faseringsrisico). Daarnaast brengen we diverse bedrijventerreinen tot ontwikkeling, met name het A18 Bedrijvenpark. De gronden zijn nagenoeg in eigendom en we zullen de komende 10 jaar ca 50 ha moeten verkopen en daarna nog eens 29 ha, zijnde de 2e fase van het A18 Bedrijvenpark. Voor nader toelichting zie onderstaande toelichting bij het project A18 Bedrijvenpark. Het afgelopen jaar hebben we voor € 2,7 mln. aan grond verkocht, zijnde 2,1ha. Deze opbrengst bleef fors achter bij de ramingen van ad € 6 mln. Dit aspect willen we komend jaar nadrukkelijker beoordelen en komen daar bij de actualisatie 2013 op terug. Ontwikkelingen in Grondexploitaties In totaal zijn er 22 grondexploitaties actief. Deze worden nader beschouwd bij gronden in exploitatie (hoofdstuk 5). Daarnaast hebben we ca 57 ha aan gronden niet in exploitatie, waarvan voor het project Bethlehemstraat een grondexploitatie is vastgesteld. De rest van deze gronden niet in exploitatie (Niegg) betreffen de 37 ha strategische gronden en de 19,8 ha van de 2de fase van het A18 Bedrijvenpark. Dit jaar hebben we de “administratieve” exploitatie van Hamburgerbroek algemeen afgesloten. Het afgelopen jaar zijn de opbrengsten ad € 10 mln, waarvan € 5,6 mln aan grondverkopen en de investeringen bedroegen ad € 26,6 mln. Dit betreft met name de investering voor het bedrijvenpark A18 ad € 12,1 mln en ca € 6 mln aan interne verrekeningen ivm afsluitingen van projecten (incl. boekhoudkundige saneringen) De investeringen passen nagenoeg binnen de vastgestelde grondexploitaties waarvoor kredieten beschikbaar zijn gesteld, voor een nadere toelichting zie hoofdstuk 6 Kredieten. Per saldo een toename van de boekwaarde. Door de afsluiting van Hamburgerbroek algemeen (winstneming), de afwaardering van de strategische gronden en de inzet van de voorzieningen voor de boekhoudkundige sanering en de herprogrammering zoals opgenomen in de voorziening van de Taskforce 2011 (ad € 15 mln) van in totaal 18,6 weten we de boekwaarde te verlagen met € 2 mln. De totale boekwaarde van de gronden bedraagt op 31 december 2012 € 78,2 mln. Heelweg Het plan De Heelweg voorziet in de bouw van circa 350 woningen in de segmenten ontspannen wonen, wonen/werken zorgwoningen. Het plan voor de woningen bestaat uit een gemeentelijke strook, het Saronixterrein en het Middengebied. Verschillende partijen hebben hier een positie. De ontwikkeling stagneert en sommige van de ontwikkelaars hebben al in een vroegtijdig stadium contact gezocht met de gemeente om te komen tot omvorming van het woningprogramma in ruil voor verlaging van aantallen. Dit voorjaar zal de contractvorming met deze partijen worden afgerond. Voor het Saronixterrein is het bestemmingsplan in december 2012 vastgesteld. Tegen dit bestemmingsplan is bezwaar gemaakt bij de Raad van State. Het bestemmingsplan gaat uit van realisatie van 72 woningen en 28 zorgunits. Met een ontwikkelaar is er een overeenkomst opgesteld voor verkoop van gemeentelijke gronden, waarvan de overdracht in het voorjaar 2013 tot stand moet komen. Alleen de financiële positie van deze ontwikkelaar is precair. Door het niet tot ontwikkeling komen van fase 2 van Heelweg Midden is een financiële voorziening taskforce (€ 15 mln. boekhoudkundige sanering) getroffen en verwerkt in deze jaarrekening. Gezien de posities van de diverse partijen en het ontbreken van feitelijke dynamiek, verwachten we dat in project Heelweg tot 2025 hooguit 125 woningen zullen worden gerealiseerd.
96
Iseldoks, Hamburgerbroek Noord Iseldoks wordt aan de zuidgrens begrensd door het spoor. Het betreft het gebied langs de oevers van de Oude IJssel en het Intermeco-terrein. Het totale project beoogt de ontwikkeling van verschillende functies als wonen, winkels, kantoren en voorzieningen. Het gebied zou ontwikkeld worden in samenwerking met KWP gebiedsontwikkelaars, maar deze partij heeft in december 2012 de oorspronkelijke samenwerkingsovereenkomst beëindigd. Dit houdt in dat de rollen, verantwoordelijkheden en financiële consequenties opnieuw moeten worden gedefinieerd. Het college heeft op 19 december 2012 het principebesluit genomen tot realisatie van het project Iseldoks, met o.a. de randvoorwaarden van een uitgewerkt dekkingsvoorstel voor de aanvullend benodigde weerstandscapaciteit (“het tekort”). Voor de 1e fase van het gebied, zijnde de Intermecolocatie, is KWP wel bereid om met de opstalontwikkeling door te gaan, waarvoor de bouwvergunning is verleend. Voor deze opstallen zijn afnemers gevonden, waar toe ook de gemeente Doetinchem behoort. Het afgelopen jaar is gewerkt aan het technisch programma van eisen voor de verschillende vastgoedonderdelen en in januari 2013 vrijgegeven. Al deze ontwikkelingen zijn ingewikkeld en zal mogelijk leiden tot langdurig onderhandelingstraject met KWP, waarbij de wederzijdse belangen groot zijn. Wij gaan ervan uit dat dit traject enkele maanden gaat duren. In de taskforce rapportages is voorgesteld middelen beschikbaar te stellen voor afwaardering van de grondopbrengsten met 10%, ca € 1,5 mln. In 2011 was reeds voor 50% voorzien en dit jaar vindt de aanvulling van € 0,8 mln. plaats. Bovendien is er voor de nieuwe grondexploitatie als gevolg van de beëindiging van de samenwerking met KWP en vooruitlopend op de definitief vast te stellen grondexploitatie een aanvullende voorziening getroffen van € 3,7 mln. het Lookwartier Het voormalige Connexxion-terrein is veranderd in een woongebied met bijzondere bebouwingen zoals een schouwburg, een parkeergarage en een nieuwe school. In het gebied is nu ook de nieuwe verbinding naar de Kruisbergseweg, te weten de Ruimzichtlaan gerealiseerd. Het woonrijp maken van het oostelijk deel van de Ruimzichtlaan is afgerond. Wat rest is de westzijde van de Ruimzichtlaan met globaal 60 woningen. Beide partijen, gemeente en Sité, hoeven hier niet tot snelle ontwikkeling te komen. Voor een deel wordt deze strategie ingegeven door de economische omstandigheid, maar ook dat in de omgeving van de Keppelseweg de bestaande bebouwing nog zodanig laagwaardig is, dat een aansluitende hoogwaardige ontwikkeling voorlopig weinig kans van slagen maakt. Haast is hier een slechte raadgever. Bovendien zijn beide partijen ook inhoudelijk aan het onderzoeken of een alternatief programma hier wellicht meer kans van slagen heeft. Reden om een afwaardering van de grondopbrengsten te doen. Voor een deel is dat verwerkt in een voorziening van 2011 en voor de rest ad € 2,3 mln. vind die plaats in 2012. (zie tasforce rapportage) Verder zijn partijen in goed overleg aan het onderzoeken of er ook voor de verdere toekomst nog moet worden gewerkt vanuit een gemeenschappelijk samenwerkingsmodel (de huidige GEM). Vijverberg Zuid Het plan Vijverberg Zuid betreft een woningbouwplan van ca. 180 woningen met name in het midden en dure segment. Voor het plan Vijverberg-Zuid is een nieuw bestemmingsplan gemaakt waarin meer vrijheid is opgenomen voor het bouwen van woningen. De realisatie blijft ver achter bij de aanvankelijke prognoses. Om de verkopen een impuls te geven heeft het college in 2012 ingestemd met een nieuw verkavelingplan. Dit leidt tot afwaardering van de grondopbrengsten. Een deel kan worden opgevangen binnen de financiële ruimte van de grondexploitatie. De rest komt uit de taskforce middelen. Voor een deel is de afwaardering al verwerkt in een voorziening van 2011 en voor de rest ad € 0,2 mln. vindt afwaardering plaats in 2012. Mede dankzij een SGW-subsidie is Bemog/Reinbouw afgelopen najaar begonnen met de bouw van 11 rij- en hoekwoningen. Voor de voormalige WSD ligt er een plan van KVO om hier goedkope grondgebonden starterwoningen te realiseren. De activiteiten van KVO in dit gebied vloeien voort uit een oude ontwikkelclaim.
97
Met de ontwikkelende partijen is overeen gekomen dat zij eind 2011 een groot deel van de gronden zouden afnemen. Deze afname heeft nog niet plaatsgevonden en de partijen zijn in gebreke gesteld. De onderhandelingen lopen met het doel om er gezamenlijk uit te komen. Heideslag, Wehl Zuid Ten zuiden van Wehl realiseren we een woonwijk. In 2010 is het bestemmingsplan Wehl-Heideslag onherroepelijk geworden. De eerste fase (circa 6 ha groot), omvat het gebied gelegen ten westen van de Koksgoedweg en rondom de Kieflandseweg (genaamd Koksgoed), alsmede het gebied tussen spoorlijn en Doetinchemseweg (De Motketel). In totaal gaat het om circa 225 kavels, bestemd voor vrijstaande, twee-onder-een kap woningen en huurwoningen. In 2011 is het gebied bouwrijp gemaakt en zijn de eerste kavels uitgegeven wat dit jaar een oplevering geeft van 72 woningen. Bij de vorige Taskforcerapportage is de grondexploitatie reeds voor drie jaar opgerekt en zijn er vanwege tussentijdse planaanpassingen extra plankosten geraamd. De financiële consequenties hiervan zijn inmiddels door ons vertaald. Voor de deelgebieden Koksgoed en Motketel houden wij grotendeels vast aan het programma zoals dat in het bestemmingsplan vastligt. Mede door de bebouwing die al in het gebied heeft plaatsgevonden is herprogrammering beperkt mogelijk. Er is besloten om voor ca 20 kavels een afwaardering te doen op de grondopbrengst, daarmee creëren we een aantal betaalbare kavels. De financiële consequentie ad € 1 mln. is verwerkt in deze jaarrekening. (zie taskforcerapportage). In deelgebied Ripperbansveen, vlakbij het station gelegen, streven we naar een 40 tal duurzame starterwoningen. Deze ontwikkeling zien we dan ook als een pilot voor dit type product. Bedrijvenpark A18 Het A18 Bedrijvenpark ligt in het gebied gelegen langs de A18 nabij Wehl. Het gebied heeft een bruto oppervlakte van circa 87 ha. Er is een samenwerkingsverband tussen de gemeenten Doetinchem, Montferland, Oude IJsselstreek en Bronckhorst. In het kader van beheersing van het project is gelet op de zeer lange doorlooptijd (2027) het project gesplitst in een 1e fase en een 2e fase. De 1e fase betreft het zuidelijk deel en is in exploitatie genomen en het noordelijk deel wordt voorlopig gezien als strategische grond waarbij geen actieve verwerving voor wordt gedaan. Het afgelopen jaar zijn nagenoeg alle percelen in eigendom verworven en is de bestemmingsplanprocedure “RBT 2009 gedeeltelijke herziening externe veiligheid” afgerond. Hiermee is het planologische kader voor het A18 Bedrijvenpark gereed. De onteigeningsprocedure is gestart. Ook is begonnen met het bouwrijp maken. Gereed zijn de nutsvoorzieningen, de retentievijver, het verhogen van de hoogspanningsmasten en de aansluiting op de Weemstraat. Er is 1,1 ha aan grond verkocht en was er een procedure opgestart om een melkpoederfabriek faciliteren. Echter de betreffende onderneming heeft afgezien van vestiging op het A18 Bedrijvenpark, omdat hier niet het optimale verdienmodel vormgegeven kon worden. Ook is er meer duidelijkheid over de EBT in Montferland. De grondexploitatie van het EBT zal een positief resultaat opleveren. In de Samenwerkingsovereenkomst is afgesproken dat het positieve resultaat van het EBT in eerste instantie zal worden aangewend om een eventueel negatief resultaat op de grondexploitatie van het A18 Bedrijvenpark te verevenen. Alle daarna resteerde meeropbrengsten worden in het HRT-fonds gestort, dat ten goede komt aan de deelnemende gemeentes. Uit een onderzoek van de Stec Groep zou er voldoende vraag naar bedrijfsgronden ten behoeve van de transportsector zijn. De benodigde gronden voor het EBT zijn verworven en er is belangstelling voor de grond. Het bestemmingsplan voor het EBT komt in 2013 in procedure en daarbij zal de grondexploitatie worden vastgesteld. Afsluiting van projecten Dit jaar hebben we het project Hamburgerbroek algemeen afgesloten. Dit betreft een administratieve grondexploitatie. In deze exploitatie zijn opgenomen de historische kosten van het gebied van voor het masterplan De Schil. Naast enkele beheerkosten werd ook de afwikkeling van de GSO III gelden en de financiële verplichtingen vanuit de raamovereenkomst met Site verwerkt. Deze zaken zijn afgerond. Vorig jaar hebben we al een tussentijdse winstneming gedaan van €1,2 mln en dit jaar sluiten 98
we het project af, met een winst van € 0,8 mln. Het voornemen bestond om nog 4 andere projecten af te sluiten maar gelet op de stagnatie in verkoop/bouw en de afwikkeling van het openbaar gebied kunnen we in deze projecten nog niet afsluiten. Het betreffen overigens projecten die een zeer beperkte invloed hebben op het rekeningsaldo. In de actualisatie van 2013 komen deze opnieuw aan de orde. Ook willen we dan bezien hoe we projecten waarvoor alleen nog grondverkopen op de rol staan toch kunnen afsluiten. 4.
Het resultaat bouwgrondexploitaties 2012
Het resultaat van de bouwgrondexploitaties wordt verkregen door het nemen van winsten of verliezen op bouwgrondexploitaties. Voor verwachte verliezen treffen we voorzieningen per project. Het resultaat op bouwgrondexploitatie 2012 bedraagt € 8,5 mln. negatief Het bedrag is als volgt opgebouwd: a) Afsluiting projecten € 0,8 mln. voordeel: Door het afsluiten van het project Hamburgerbroek algemeen ontstaat er een voordeel. Vorig jaar hebben we al een tussentijdse winst van dit project ingeboekt. Nu na de definitieve afwikkeling van de GSOIII kan dit project worden afgesloten. b) Afwaardering gronden bouwgrondexploitaties € 0,9 mln. nadeel: Dit betreft de afwaardering van de strategische gronden. De gronden zijn gewaardeerd tegen € 6 per m2, met uitzondering van de gronden voor de 2e fase van het A18 Bedrijvenpark. Dit jaar heeft er een extra afwaardering plaats gevonden op grond van de voorschriften van de commissie BBV, waarbij de boekwaarde beperkt dient te blijven tot het niveau van de markt waarde. Reden ook om de gronden in onze lijst van vast activa aan te passen voor; oude erfpachtgronden, gronden van openbaar gebied voor het A18 bedrijvenpark en de exploita tiekosten van het afgelopen jaar van o.a. leegkomende schoolgebouwen. Voor een uitgebreide toelichting zie hoofdstuk 5 onderdeel “niet in exploitatie genomen gronden”. c) Voorzieningen voor verliesgevende bouwgrondexploitaties € 8,4 mln. nadeel: Dit verlies is op te delen in drie componenten: 1) Tegenover deze verliezen staat een positie resultaat van € 0,8 mln. De inzet van de voorziening Taskforce van 2011 (€15) voor o.a. de boekhoudkundige sanering is lager door een bijdrage van de ontwikkelaar in het verlies. 2) Voor de verwachte verliezen op de grondexploitatie zoals is vastgesteld bij de actualisatie van 2012 ad € 1,2 mln. (contante waarde per 31 december 2012) 3) Een aanvulling van € 3,7 mln. voor de nieuwe grondexploitaties Iseldoks en een bedrag van € 4,3 mln. voor de herprogrammering, in totaal € 8 mln. We verwijzen naar de toelichting van de ontwikkelingen in 2012.Dit vloeit voort uit de Taskforce rapportage woningbouw van 2013. Het bovenstaande negatieve rekeningsresultaat komt ten laste van de reserve bouwgrondexploitatie. We stellen voor de reserve bouwgrondexploitatie te voeden met de beschikbare middelen uit de spaarrisicoreserve ad € 6,4 mln., zodat per saldo de reserve bouwgrondexploitaties met € 2,1 mln. vermindert. Voor de financiële effecten op deze reserves zie hoofdstuk 7 weerstandscapaciteit grondexploitaties. 5.
Financiële omvang van de grondexploitaties
In onderstaande overzichten kunt u de financiële omvang van de grondexploitaties en de boekwaarden aan het begin en einde van het jaar zien. We hebben onderscheid gemaakt in grondexploitaties in exploitatie en gronden niet in exploitatie (niegg) In het onderdeel NIEGG zijn ook de strategische gronden opgenomen waarvoor geen grondexploitaties zijn vastgesteld maar alleen kredieten zijn verstrekt.
99
Grondexploitaties in exploitatie Voor de grondexploitaties hebben we een uitsplitsing gemaakt in activiteiten zoals verwervingen, bouwrijp- en woonrijpmaken etc. De basis voor de ramingen zijn de geactualiseerde grondexploitaties 2012
De begroting van alle grondexploitaties geven een negatief saldo van € 6,3 mln. op eindwaarde, dit komt overeen met de netto contante waarde van € 4,5 mln. Dit is exclusief de grondexploitatie van de Bethlehemstraat, omdat deze is opgenomen bij het onderdeel niet in exploitatie (Niegg). De kolom ‘restant beschikbaar grex’ van € 58,5 mln. zijn de ramingen voor de komende jaren. Deze niet gerealiseerde investeringen en opbrengsten schuiven door naar de volgende jaren en worden meegenomen bij de eerste volgende actualisatie. Analyse jaarschijf 2012: verschil begroting - werkelijkheid Dit is een vergelijking met de begrote jaarschijf 2012 (eerste jaar fasering) van de grondexploitaties en de werkelijk mutaties 2012. De werkelijke mutaties in 2012 ad € 6,6 mln. komt iets hoger uit dan de verwachting ad € 6,3 mln., dus per saldo een toename van € 0,3 mln. Dat betekent een iets hogere boekwaarde aan het eind van het jaar dan verwacht. De onderlinge verschillen per activiteit zijn groot. Met name de tegenvallende grondverkopen van ad € 11 mln. werken negatief door in de grondexploitaties. In sommige gevallen wordt dit gecompenseerd door lager investering, zie onderstaande toelichting per project. Het grootste deel van dit negatieve effect vangen we op in het bijgestelde ”overall” faseringsrisico, zie de toelichting bij hoofdstuk 7 onderdeel risico’s algemeen. En een groot deel van de lagere verkopen ad € 5 mln heeft betrekking op Iseldoks. Voor dit project hebben we een herberekening van de grondexploitatie Iseldoks gemaakt en een aanvullende voorziening getroffen, zie hoofdstuk 4rekeningsresultaat. Hieronder beschouwen we cijfermatig de grote afwijkingen ten opzichte van de ramingen in de grondexploitaties (jaarschijf 2012) Eerst die positief doorwerken in de grondexploitaties en daarna die mogelijk een negatief effect hebben. Zoals hiervoor geduid hebben we al geanticipeerd op de negatieve effecten.
100
Met een positief effect op de grex: • Revitalisering Verheulsweide € 2,6 mln. De werkzaamheden worden gefaseerd uitgevoerd en een groot deel van de investering zullen in 2013 plaatsvinden e.e.a. ook afhankelijk van de grondverkopen. Op deze wijze wordt het Hrt fonds, waarvoor al een voorschot is ontvangen, optimaal ingezet. • Hamburgerbroek zuid € 0.9 Met name het geraamde budget voor de stationsomgeving is nog niet ingezet. Er loopt een onderzoek naar een definitieve invulling (GSO IV) van dit gebied. • Vijverberg zuid € 0,9 mln Met name de stagnatie van dit project leidt tot lagere investeringen van woonrijpmaken, subsidietoekenning op te realiseren woningen en de fondsafdracht. Daartegenover staat wel een lager grondopbrengst. Een risico is nog wel dat de rentevorderingen van de ontwik kelaars nog niet zijn ontvangen. Dit risico is ook meegenomen in hoofdstuk 7 onderdeel risico’s algemeen. • Heelweg € 0,8 mln De stagnatie op dit project geeft een lagere investering voor woonrijpmaken en fonds afdrachten met daartegenover een lagere grondopbrengst. Met een negatief effect: • Hbb Iseldoks -2,0 mln Zoals in de inleiding gemeld betreft dit de lager grondopbrengst van de Gem Hamburger broek BV ad € 5 mln. De grondlevering heeft niet plaatsgevonden en de samenwerking met KWP is beëindigd. Tegenover dit nadeel staat het niet beschikbaar stellen van het eigenver mogen van ad € 2 mln. Bovendien is i.v.m. de afsluiting project Hamburgerbroek algemeen de GSOIII subsidie van € 0,8 mln voor de nieuwbouw brandweer tijdelijk ingeboekt en zal in 2013 worden doorbetaald. En zoals gemeld hebben we een nieuwe grondexploitatie gemaakt en voor het verwachte verlies een aanvullende voorziening getroffen. • Grondwallen -€1, 2 mln. Betreft met name de tegenvallende verkopen van grond. Kan nog worden opgevangen binnen de grondexploitatie. • Exploitatieovereenkomst Wijnbergen MidWest € 1,2 mln Betreft de vertraging van een doorverkoop van gronden aan een ontwikkelaar voor woning bouw. (overall fasering) • Bedrijventerrein Wijnbergen -€ 0,8 mln. De tegenvallende verkopen van grond en een terugkoop van grond waar nog een krediet voor wordt aangevraagd, zijn de reden van deze tegenvallende afwijking • Heideslag -€ 0.7 mln. Betreft met name de tegenvallende verkopen van grond en opstallen (fasering). Al deze gegevens worden opnieuw beschouwd bij de eerstvolgende actualisatie van de grondexploitaties Grondexploitaties niet in exploitatie (NIEGG) We hebben ca 57 ha aan gronden niet in exploitatie, waarvan voor het project Bethlehemstraat een grondexploitatie is vastgesteld. De rest betreft de strategische gronden inclusief de 19,8 ha van de 2de fase van het A18 Bedrijvenpark. Hieronder geven we een kort toelichting op deze drie onderdelen. De verwachting is dat deze gronden voorlopig niet tot ontwikkeling komen en vanuit een beheersoverweging is gekozen om voor deze gronden een langlopende financiering aantrekken. Deze rente is lager dan de gebruikelijke rekenrente en is vastgesteld op 3,42%.
101
Bethlehemstraat Gaanderen De grond is nog niet in exploitatie genomen (Niegg.) Enige jaren geleden is de sporthal aan de Bethlehemstraat gesloopt. De vrijgekomen grond is aangewezen als woningbouw locatie. De grond wordt aangeboden voor één of twee bouwkavels voor particulier opdrachtgeverschap. De grondexploitatie laat een tekort zien van € 0,2 mln en daar is een voorziening voor getroffen. De boekwaarde bedraagt € 0,3 mln. Na het hebben van gegadigden voor de grond zal de grondexploitatie in exploitatie worden genomen. Strategische gronden De herijking van de woningbouw locaties in de afgelopen jaren heeft geleid tot deze voorraad. Volgens de marktanalyse verwachten we op deze strategische gronden geen woningen te kunnen realiseren. Daarmee zijn wel ca 750 woningen uit onze planvoorraad geschrapt. Het gevolg is logischerwijze dat de waarde van deze gronden afneemt door het anders te bestemmen dan voor woningbouw. Het afgelopen jaar is de boekhoudkundige sanering van Wijnbergen Het Oosten en Ruimzicht, met de inzet van de voorziening Taskforce 2011 (deel van €15 mln), verwerkt en daardoor neemt de omvang van de strategische gronden fors toe. De geraamde inzet van deze middelen was niet volledig nodig omdat er een bijdrage is ontvangen van een ontwikkelaar, per saldo een voordeel in deze jaarrekening van € 0,8 mln. (zie resultaat) Tegenover dit voordeel staat een nadeel van € 0,9 mln voor een verdere afwaardering van de gronden. Dit betreft met name de grond aan de Hoofdstraat in Gaanderen en de woning aan de Keppelseweg (90% van OZB waarde) De grond aan de Hoofdstraat komt niet voor bebouwing in aanmerking en een forse afwaardering is noodzakelijk. Naast deze afwaardering hebben we ook € 1 per m2 op alle strategische gronden in mindering gebracht. Daarmee zijn alle 37 ha gronden nu gewaardeerd tegen € 6 per m2. Dit is een gevolg van een aanscherping van de voorschriften door de commissie BBV. Dit was mede aanleiding om gronden in onze vast activa ook nader te beschouwen. Naar aanleiding daarvan hebben we de oude (vervallen) erfpachtgronden en de gronden van het openbaar gebied van het A18 bedrijvenpark aangepast. Ook zijn de exploitatie kosten van het afgelopen jaar van o.a. leegkomende schoolgebouwen en een geraamde verkoop opbrengst aan de Tollenstraat verwerkt in deze jaarrekening. Met name de leegkomende schoolgebouwen willen we in 2013-2014 nader beschouwen in relatie tot bestemming en het op te richten Vastgoedfonds. Bij de actualisatie van de grondexploitaties 2012 hebben wij aangegeven dat wij zullen beoordelen of de verschillende grondposities van betekenis zijn voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen (en nieuwe functies) op termijn. Voor het beoordelen hebben wij een zogenaamde “beslisboom” ontwikkeld. Daarmee willen we de komende jaren concrete oplossingen aan dragen hoe om te gaan met deze gronden met een totale boekwaarde van ruim € 2,4 mln. (ca 37ha grond) A18 Bedrijvenpark 2e fase Vanuit beheersing wordt de 2e fase van het A18 Bedrijvenpark als strategische grond gezien. Het afgelopen jaar zijn in het kader van de Wvg-vestiging gronden aangekocht. Samen met de rente ver-
102
hoogt de boekwaarde met € 0,9 mln. naar een boekwaarde van € 10,6 mln. Deze boekwaarde wordt meenomen bij de totale ontwikkeling van het Bedrijvenpark A18. Voor nadere toelichting verwijzen we naar de hiervoor geschreven toelichting van het Bedrijvenpark A18. Op basis van de doorrekeningen concluderen we dat een afwaardering dan wel het treffen van een voorziening in de jaarrekening 2012 niet nodig is en beschouwen we de boekwaarde als balanswaarde. 6.
Kredieten
Het afgelopen jaar is in totaal voor de grondexploitaties een bedrag van € 5,56 mln. aan kredieten gevraagd. Het totale bedrag van de kredieten van alle lopende grondexploitaties bedraagt € 315,7 mln. Hiervan is € 281 mln. benut (boekwaarde 31 december 2012 exclusief de inkomsten en de winsnemingen). Op basis van een analyse per project constateren we een overschrijding van het project bedrijfsterrein Wijnbergen en Burg. van Niispenstraat. In 2012 is voor Wijnbergen een grondkavel terug gekocht terwijl in de grondexploitatie hier geen rekening mee was gehouden. Op dit moment is een voorstel in routing betreffende een kredietaanvraag voor dit project. De Burg. Van Nispenstraat is een lopend project, waarover nog inkomsten worden verwacht in de grondexploitatie, waarmee ook nog geen rekening is gehouden. Gelet op het feit dat deze projecten zijn afgerond en de financiële consequenties zijn verwerkt in het rekeningresulaat, wordt met de vaststelling van de jaarekening qua rechtmatigheid voldaan aan het doen van deze uitgaven. 7.
Weerstandscapaciteit voor grondexploitatie
Algemene reserve bouwgrondexploitaties De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet-begrote kosten en risico’s te dekken die substantieel zijn. Voor de grondexploitaties heeft de gemeente hiervoor de algemene reserve bouwgrondexploitaties en een de spaarrisicoresere (Taskforce). Tevens hebben we voorzieningen voor te verwachte nadelig resultaten (“verlies”) op de grondexploitaties. De reserve bouwgrondexploitaties wordt gevoed met de positieve resultaten (“winst”) en belast met de negatieve resultaten (“verlies”) uit de grondexploitaties. Uitgangspunt was in het verleden, dat het totaal aan grondexploitaties voor de gemeente kostendekkend zou zijn. Maar als gevolg van de stagnerende woningbouwmarkt en de grote planvoorraad is de laatste jaren een volstrekt andere situatie ontstaan. Dit is ook het landelijke beeld. Er komen substantiële bijdragen uit de algemene middelen. In het meerjarig perspectief van de begroting worden middelen gespaard (€ 29 mln) en gestort in de spaarrisicoreserve. In de jaarrekening 2011 hebben we voor € 15 mln. beslag gelegd op deze reserve door het treffen van een voorziening. In deze jaarrekening 2012 zetten we van het weer gespaarde bedrag van € 8,4 mln. ook weer een flink bedrag in, nl. € 6,4 mln. Daarmee is na bestemming van het rekeningsaldo en de formele besluitvorming over de inzet van het huidige saldo, de beschikbare spaarrisicoserve volledig ingezet. De resterende dotaties ad €5,6 mln. (sparen) in deze reserve zijn opgenomen in de meerjaren begroting 2013-2016. Vooral als gevolg van de ontwikkelingen m.b.t. Iseldoks is in de laatste rapportage van de Taskforce de totale weerstandscapaciteit inzichtelijk gemaakt. Deze berekening zijn gebaseerd op de actualisatie 2012 en de meerjaren begroting 2013-2016. Hieronder geven we de weerstandscapaciteit weer op basis van de rekeningcijfers 2012. Met het treffen van voorzieningen, het wel of niet inzetten van voorzieningen (afsluiten) en de inzet van het beschikbare saldo van de spaarrisicoreserve veranderen de cijfers. Eindconclusie is echter dat onder aan de streep de uitkomsten van de Taskforce € 7,8 mln. nagenoeg overeenkomen met de rekeningcijfers 2012. Hieronder laten wij dit zien en lichten we de verschuivingen toe.
103
Reserve bouwgrondexploitatie Het cascade model is de regeling voor de overheveling van middelen tussen de reserve bouwgrondexploitatie en de algemene reserve. De hoogte is afhankelijk van de som van de risicokaarten, behorende bij de geactualiseerde grondexploitaties, en in zijn totaliteit bedraagt deze € 6 mln. Deze systematiek is toegelicht in uw raad en en door u ook vastgesteld als belangrijke drager van het risicomanagement voor de grondexploitaties. De reserve bouwgrondexploitatie bedraagt, als we rekening houden met de bestemming van vorig jaar, per 1 januari 2012 ad € 7,2 mln. Ten laste van deze reserve wordt het resultaat van de bouwgrondexploitaties 2012 ad € 8,5 mln. gebracht. Vervolgens stellen we voor om het restant beschikbare bedrag van de spaarrrisicoreserve ad € 6,4 mln (zie onderstaande toelichting en toelichting bij het resulaat) toe te voegen aan de reserve bouwgrondexploitatie. Het saldo van deze reserve zal dan na bestemming van het rekeningsresultaat 2012 € 5,2 mln. bedragen. Daarmee blijft de reserve beneden het gewenst niveau van € 6 mln en de spelregel is dat we dan een beroep zouden moeten doen op de algemene reserve (Cascade). Gelet op het feit dat we op korte termijn met een dekkingsvoorstel komen en de risico’s (zie onderstaande toelichting) zich in de (verre) toekomst zullen voordoen, stellen we voor om dit jaar geen gebruik te maken van de cascade-regeling. Wel dienen we voor de begroting 2014 de dekkingsmiddelen geduid te hebben om helder te krijgen hoe de weerstandscapaciteit voor de grondexploitaties, in meerjarig perspectief wordt aangevuld. Spaarrisicoreserve €29mln Bij de jaarrekening 2011 hebben we voor het eerst een beslag gelegd op deze spaarrisicoreserve voor een bedrag van € 15 mln. De inzet van deze voorziening hebben we verwerkt in deze jaarrekening. Voor de boekhoudkundige sanering van enkele projecten was minder nodig, dit voordeel van € 0,8 mln. is verwerkt in het rekeningsresultaat (zie toelichting hoofdstuk 4) en per saldo toegevoegd aan de reserve bouwgrondexploitaties. In de jaarrekening 2012 wordt € 8,4 mln. gespaard. Van dit bedrag is € 2 mln. als bestemmingsreserve voor de omzetderving aangewend. Voor de jaarrekening 2012 is dan nog € 6,4 mln. beschikbaar. We stellen voor dit saldo toe te voegen aan de reserve bouwgrondexploitaties Daarmee komt het saldo per 31 december 2012 op € 0. Als aanvulling merken wij nogmaals op dat in de meerjarenbegroting 2013-2016 het restant van het nog te sparen bedrag ad € 5,6 mln. is opgenomen. Voorzieningen Het voorzieningenniveau ad € 19 mln is ten opzicht van het Taskforce-overzicht flink toegenomen. Enerzijds door de maatregelen van de taskforce 2013 ad € 8 mln, betreffende herprogrammering en de nieuwe grondexploitatie Iseldoks (zie rekeningsresultaat hoofdstuk 4), en anderzijds door het niet kunnen afsluiten van een drietal projecten (TCC, Burg.van Nispenstraat en Bedrijfsterrein Wijnbergen) ad € 3,3 mln terwijl dit wel geprognosticeerd was.
104
In het verleden was de omvang van de voorzieningen niet zo groot en de financiële impact van het verschil tussen de rentetoerekening(4,6%) aan grondexploitaties en inflatietoekenning aan de voorzieningen (1,7% BBV voorschriften) beperkt. En gemeentebreed heeft dit geen invloed omdat dit financieringsverschil in de gemeente begroting wordt verwerkt (broekzak-vestzak). De bedragen zijn nu wel substantieel. Dat geeft op termijn een probleem voor de reserve bouwgrondexploitaties. Het verschil tussen de rentetoerekening aan de grondexploitaties en het inflatiebedrag waarmee de voorziening wordt aangevuld, komt ten laste van de reserve bouwgrondexploitatie. Er zijn echter nagenoeg geen positieve grondexploitaties meer die de reserve zouden moeten voeden. Vanuit de raad zijn er ook signalen geopperd om de voorzieningen in mindering te brengen op de boekwaarden. Daarmee lossen we inderdaad dat probleem op. Het gevolg is wel dat we dan: • het financieringvoordeel in de gemeente begroting missen; • de grondexploitaties nagenoeg sluitend presenteren, dus zonder een verwacht exploitatie tekort. Het risico bestaat dat we daarmee het historische besef van de desbetreffende ontwikkeling uit het oog verliezen en de prikkel om het verlies te beperken. Uit een onder zoek van de rekenkamer van Rotterdam werd dit nu juist als ongewenst risico in de hoofd conclusies gesignaleerd. Op dit moment onderzoeken we het genoemde probleem. Bij de begroting 2014 willen we met een voorstel komen (denk bijv. aan; aanpassing rente/inflatie methodiek,keuze van afboeken). Risico’s - algemeen Er zijn risico’s verbonden aan de grondexploitatie. Bij het opstellen van de diverse plannen wordt ingespeeld op de risico’s, doch gedurende de uitvoering van een project is het mogelijk dat zich alsnog nieuwe risico’s (bodem, archeologie,aanbesteding e.d) voordoen welke vooraf niet of niet juist zijn geschat. De risico’s zijn te verdelen in projectrisico’s (gebiedsgerelateerde risico’s) en marktrisico’s (algemene risico’s op alle gebieden). Met de projectrisico’s is rekening gehouden bij de opstelling van de exploitatieopzet en de risicokaart van de desbetreffende grondexploitatie. Deze risicokaart wordt bij de actualisatie van de grondexploitaties jaarlijks bij- en vastgesteld. En het totaal van de risicokaarten bepalen de hoogte van de reserve bouwgrondexploitaties. De marktrisico’s komen voort uit de veranderende economie, maatschappelijke ontwikkelingen en of wetgeving. De vraag uit de markt laat zich over een langere termijn niet altijd voorspellen. Denk aan de gevolgen van de kredietcrisis zoals de vertraging in de afzet van de gronden, de effecten van de krimp, de hoogte van de rente, het prijsniveau van woningen en de inflatie. Al deze factoren hebben grote invloed op de uitkomsten van de exploitaties. In ons risicomanagement van de grondexploitaties houden we de ontwikkeling bij en proberen daarop te anticiperen. We werken met een vast stramien en proces van inventarisatie, kwantificering, beheersing en monitoring van risico’s voor alle grondexploitaties. Met de jaarlijkse actualisatie wordt zoveel mogelijk geanticipeerd op bovengenoemde ontwikkelingen en daar waar mogelijk per project specifiek vertaald. Omdat projectrisico’s een moment opname betreft en zich minder lenen voor “overall” risico’s hebben we in de laatste taskforce rapportage aanvullend risico’s geduid waar we in de (verre) toekomst mogelijk rekening mee zouden moeten houden. Een deel van deze aanvullende risico’s zijn verwerkt in deze jaarrekening. Op dit moment sparen we € 5,6 mln. en werken we aan een dekkingsvoorstel van € 7,7 mln. om onze weerstandscapaciteit voor de grondexploitaties aan te vullen. Voor de begrotingsbehandeling 2014 wordt helder hoe dit zal worden opgelost.
105
Het totaal van deze aanvullende “nog openstaande” risico’s van in totaal €13,3 mln. (€ 5,6 en € 7,7 mln.) is als volgt te specificeren: Faseringsrisico € 6,7 mln Vanuit het voorzichtigheidsprincipe hebben we de verkopen van 2012 als maatstaf genomen voor de toekomst. Dit houdt in dat we rekening houden met een afzet van 12 dure kavels en 40 goedkope kavels per jaar. De doorlooptijd voor de afzet is daarmee langer dan tot nu toe begroot en houdt rekening met een looptijd tot 2028. Dit levert een aanvullend faseringsrisico (vertraging opbrengsten) op van € 6,7 mln. Overall afzetrisico € 1 mln. Bij het faseringsrisico is de veronderstelling dat we uiteindelijk alle 880 kavels verkopen. De huidige markt is echter zodanig dat niet valt uit te sluiten dat een deel onverkocht blijft. Immers de gemeente en de particulieren hebben een grotere planvoorraad dan de verwachte vraag. We noemen dit het overall afzetrisico. We moeten nog € 56 mln. aan grondopbrengsten uit woningbouw en € 14 mln. aan exploitatiebijdragen en fondsafdrachten binnen halen. Op deze laatste afdrachten kunnen we deels sturen door een beperking op de investeringen (bovenwijkse voorzieningen) Er blijft een risico dat we niet alles verkopen. Overige risico’s € 2,1 mln. We hebben afgelopen periode nog aanvullende risico’s benoemd. Het betreft risico’s die het gevolg kunnen zijn van het niet nakomen van contracten. En waarin onze risicokaarten onvoldoende voorzien. Dit geldt voor meerdere projecten. Opstal ontwikkeling €0,7 mln De recente planontwikkeling van Iseldoks leidt tot een opstalontwikkeling waarin de gemeente zal participeren. De onderhandelingsresulaten zijn nog niet definitief en houden voorlopig een risicobedrag aan. Risicokaart Iseldoks € 2,0 mln Conform onze algemene systematiek hanteren wij bij elk project een risicokaart. De ontwikkelingen van Iseldok zijn nog niet definitief afgerond en de nieuwe grondexploitatie is nog niet vastgesteld. We verwachten voor Iseldok een risicokaart van €3,9 mln. en in de laatste actualisatie hebben we € 1,9 mln becijferd, daarom een aanvulling van € 2 mln. Risicokaarten overige € 0,8 mln. Vloeit voort uit het totaal van de risicokaarten die zijn vastgesteld op € 6 mln. waarvoor op dit moment onvoldoende reserve bouwgrondexploitatie ad € 5,2 mln. aanwezig is. Normaal dient er een aanvulling te komen uit de algemene reserve (cacademodel). Wij stellen u echter voor dit uit te stellen in afwachting van het dekkingsvoorstel voor het restantbedrag van € 7,7 mln als aanvulling van onze weerstandscapaciteit
106
Paragraaf 8:
Rechtmatigheid
Algemeen De rechtmatigheidcontrole wordt een aantal jaren geleden geïntroduceerd als een extra instrument ter ondersteuning van de controlerende taak van uw raad. De praktijk leert dat de strekking van de controleverklaring de prioriteit krijgt, terwijl de aandacht eigenlijk uit zou moeten gaan naar de geconstateerde rechtmatigheidfouten en -onzekerheden. Wij als college leggen zelf verantwoording aan uw raad af over geconstateerde onrechtmatigheden. De accountant controleert of onze verantwoording getrouw, oftewel juist, volledig en tijdig gebeurt. Hiermee ontstaat een directe communicatie tussen het college en de raad en komt de verantwoordelijkheid voor de rechtmatigheidsverklaring meer te liggen waar die hoort: bij ons college als dagelijks bestuur. De accountant heeft net als in de voorgaande jaren een verklaring met rechtmatigheidoordeel verstrekt. Daarnaast hebben wij in de paragraaf rechtmatigheid zelfstandig verantwoording afgelegd over geconstateerde onrechtmatigheden. Hierbij wordt gewerkt met de indeling vanuit een landelijke pilot in een voorgaand jaar. Uitgangspunten van de raad In het hierna opgenomen schema zijn de goedkeuringstolerantie en de rapporteringtolerantie(s) opgenomen zoals door de gemeenteraad vastgesteld in het controleprotocol voor het controlejaar 2012 op 25 oktober 2012. De raad houdt zich hiermee aan de minimumeisen zoals deze zijn opgenomen in het BAPG. Goedkeuringstolerantie Fouten in de jaarrekening (% lasten) Onzekerheden in de controle (% lasten)
Goedkeurend <1%
Beperking >1%<3%
Oordeelonthouding -
Afkeurend >3%
<3%
>3%<10%
>10%
-
Op basis van de werkelijke uitgaven 2012 in onze gemeente betekenen bovengenoemde percentages dat een totaalbedrag aan fouten in de jaarrekening van circa € 2,2 miljoen en een totaal van onzekerheden van circa € 6,6 miljoen de goedkeurende strekking van de accountantsverklaring niet zullen aantasten. Voor de rapporteringtolerantie stelt de raad als maatstaf dat de accountant elke fout of onzekerheid ten aanzien van baten, lasten en balansmutaties vanaf 0,1% van de totale lasten rapporteert. Op basis van de realisatie in 2012 van onze gemeente betekent dit dat fouten of onzekerheden vanaf € 220.000 gerapporteerd worden. Verantwoording door het college op de uitgangspunten van de raad In het vervolg van deze paragraaf lichten wij de organisatie van de controlefunctie toe. Vervolgens presenteren wij per rechtmatigheidscriterium (voorwaardencriterium, begrotingscriterium en misbruik en oneigenlijkgebruik-criterium (M&O) onze bevindingen. Omdat het totaal van fouten binnen de door de raad vastgestelde toleranties blijven, is onze conclusie dat de financiële beheershandelingen binnen de financiële rechtmatigheidskaders tot stand gekomen zijn.
107
Wij concluderen daarom aan de hand van de door ons uitgevoerde rechtmatigheids-onderzoeken: De financiële beheershandelingen die tot uitdrukking komen in deze jaarrekening zijn binnen de financiële rechtmatigheidkaders van de raad en hogere overheden tot stand gekomen.
Organisatie van de controlefunctie Gemeente Doetinchem heeft zichzelf als doel gesteld de bedrijfsvoering “in control” te krijgen. Hebben we het over control, dan hebben we het over: weten wat je wilt bereiken, hoe je dat op juiste manier kunt doen, tegen welke risico’s je kunt aanlopen en hoe je hierop kunt sturen. Het controlinstrumentarium ondersteunt hierbij. Voor ons is control op zich geen doel, maar in control zijn wel. Hiertoe stellen we jaarlijks een Controlplan op. De meest recente versie hebben wij op12 maart 2012 vastgesteld en heeft voor u ter inzage gelegen. Het Controlplan bevat onze visie op control en concrete acties die we in dat kader gaan uitvoeren. Met (ingewikkelde) systemen en omvangrijke plannen denken wij ons doel niet te kunnen bereiken; het heeft onze voorkeur om op het juiste moment de volgende stap te zetten en actie te ondernemen waar dat nodig is. Voor onze organisatie moet het zo min mogelijk belastend zijn. In het Controlplan hebben wij de dossiers beschreven waarop wij rechtmatigheidsaudits uitvoeren: • Subsidieverlening • Belastingen en bouwleges • Inkoop en aanbesteding • Personeels- en salariskosten • Grondexploitatie • WWB, IOAW, IOAZ, Bbz 2004. • Wet maatschappelijke ondersteuning • Van derden ontvangen gelden die onder Single information single audit (Sisa) vallen1 • Treasury
1
Voor een specificatie verwijzen we u naar hoofdstuk 6 van de jaarstukken. 108
Naast de rechtmatigheidsaudits op de genoemde dossiers is gestart met een verbetertraject op de beheersing en verantwoording op subsidies van derden die niet in die genoemde dossiers opgenomen zijn. In het algemeen zijn het incidentele subsidieprocessen. In het verbetertraject is specifiek aandacht besteed aan de aanvraagfase, uitvoeringsfase en verantwoordingsfase. Dit traject is doorlopen met betrokken budgethouders en die verantwoorden onder Sisa . Het beheer van de dossiers blijft nog steeds een aandachtspunt. Voor de subsidieverlening is inmiddels een nieuwe opzet is gemaakt om het proces te bewaken. Wij verwachten dat dit subsidievolgsysteem bruikbaar is voor de ontvangen subsidies en dat daarmee die processen ook aan kwaliteit winnen, dat de interne beheersing en controle beter gewaarborgd worden. Hierna volgen de resultaten van de rechtmatigheidsonderzoeken. Bevindingen ten aanzien van de rechtmatigheidscriteria Financiële2 rechtmatigheidsfouten worden bepaald aan de hand van drie criteria: 1. Voorwaardencriterium: Zijn baten, lasten en balansmutaties conform geldende wet- en regelgeving tot stand gekomen? 2. Begrotingscriterium: Zijn de financiële beheershandelingen tot stand gekomen binnen de grenzen van de geautoriseerde begroting en hiermee samenhangende programma’s? 3. Misbruik en oneigenlijk gebruik criterium: Zijn zodanige maatregelen getroffen dat voor komen wordt dat derden misbruik of oneigenlijk gebruik maken van overheidsgelden? Hierna worden per criterium de bevindingen genoemd. 1. Voorwaardencriterium Op de dossiers waarop wij in 2012 rechtmatigheidscontroles hebben uitgevoerd, zijn in de hierna opgenomen tabel de fouten en onzekerheden opgenomen. Dossier Subsidieverlening Belastingen en bouwleges Inkoop en aanbesteding Personeels- en salariskosten Grondexploitatie Regelingen uit Sisa Treasury Wet werk en bijstand Bijzondere bijstand Ioaw, Ioaz, Bbz 2004 en langdurigheidstoeslag Wet maatschappelijke ondersteuning
massa fout € 22.848.682 €0 € 26.325.000 €17.645 € 137.401.145 €0 € 29.008.682 €0 €0 Zie paragraaf 7 zie hoofdstuk 6 €0 zie hoofdstuk 4 €0 € 15.277.364 €10.048 € 428.000 €0 € €
1.370.322 7.926.000
Totale fout/onzekerheid
€0 €0 €27.693
in % onzekerheid 0,00% €0 0,07% €0 0,00% €0 0,00% €0 0,00% €0 0,00% €0 0,00% €0 0,07% €0 0,00% €0
in % 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
0,00% 0,00%
0,00% 0,00%
€0 €0 €0
We hebben het steeds over financiële rechtmatigheid, aangezien het gaat om de rechtmatige totstandkoming van financiële beheershandelingen. Baten, lasten en balansmutaties zoals ze in een boekjaar verwerkt zijn (en hierdoor in de jaarrekening staan) moeten conform geldende wet- en regelgeving tot stand gekomen zijn. 2
109
Toelichting op de fouten en onzekerheden Subsidieverlening Hierbij hebben we geen fouten geconstateerd. Wel is gebleken dat de termijnen zoals vastgesteld in de subsidieverordening worden overschreden. Dit geldt zowel voor het indienen van aanvragen als voor de vaststelling. De handhaving van deze termijnen zal beter gewaarborgd zijn met het nieuwe subsidievolgsysteem. Bouwleges Op de bouwleges hebben wij in een uitgebreide steekproef een zestal fouten geconstateerd van totaal € 4.707. Er zijn fouten gemaakt in de berekeningen t.a.v. te hanteren bouwvolume, categorisering , fouten die (te) gemakkelijk ontstaan bij de veelheid van berekeningsfactoren. Fouten die financieel beperkt van omvang blijven. Met werkinstructies en betere programmatuur wordt aan verbetering gewerkt. Wanneer deze fout wordt geëxtrapoleerd over het totaal aan inkomsten bouwleges bedraagt de fout € 17.645 ( 1procent) WWB-inkomen Er is in twee dossiers geconstateerd dat er een toe hoge bijdrage is uitgekeerd (inkomsten inwonende meerderjarige kinderen niet meegeteld). Dit heeft geleid tot een integraal onderzoek waarbij in 12 dossiers onzekerheden zijn aangetroffen. Deze dossiers worden nu nader onderzocht. Voor 2012 wordt dit opgevat als een financiële fout. Het betreft een totaal bedrag van€ 10.048 . Extrapolatie kan achterwege blijven omdat er een integraal onderzoek aan ten grondslag ligt. Wmo Bij de controle in 2012 is geconstateerd dat in één dossier voor een aanvraag de bijdrage is verstrekt door een klantmanager i.p.v. het afdelingshoofd. Dit is niet in overeenstemming met het vastgestelde mandaatbesluit. Achteraf is dit alsnog gemandateerd en geaccordeerd. 2. Begrotingscriterium Het begrotingscriterium houdt in dat financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen binnen de grenzen van de geautoriseerde begroting en hiermee samenhangende programma’s. Met andere woorden: zijn de bij een programma horende budgetten en kredieten niet overschreden. Met de controle op de juiste toepassing van het begrotingscriterium wordt getoetst of het budgetrecht van de raad is gerespecteerd. Het systeem van budgetbeheer en -bewaking moet waarborgen dat de baten en lasten binnen de begroting blijven en dat belangrijke wijzigingen of dreigende overschrijdingen worden gemeld bij de gemeenteraad zodat deze tijdig (binnen het begrotingsjaar) een besluit kan nemen. Wij hebben hieraan invulling gegeven door tussentijdse rapportages. Zo worden prestaties, planning en budgetten gevolgd. Een dreigende begrotingsoverschrijding wordt dan in de loop van het jaar gesignaleerd en aan de raad voorgelegd. Indien een wijziging van de begroting niet meer in het jaar zelf is of kon worden voorgelegd aan de raad zijn bestedingen boven het begrotingsbedrag strikt genomen onrechtmatig. Gaat het echter om overschrijdingen binnen het door de raad uitgezette beleid én worden ze goed herkenbaar opgenomen in de jaarrekening, dan kan de raad deze uitgaven alsnog autoriseren. Doen dergelijke situaties zich voor bij gemeente Doetinchem, dan nemen we die in deze paragraaf op en vragen we de raad hiermee deze alsnog goed te keuren. De accountant moet deze overschrijdingen overigens wel opnemen in zijn verslag van bevindingen aangezien hij zijn verklaring afgeeft bij de door het college opgemaakte jaarrekening en voor hem dan dus nog niet vaststaat of de raad de overschrijdingen ook inderdaad zal autoriseren.
110
De algemene lijn is dus dat begrotingsoverschrijdingen die binnen de beleidskaders van de raad passen niet worden meegewogen in het accountantsoordeel. Daarnaast worden nog negen soorten begrotingsoverschrijdingen onderscheiden. Hierna worden ze weergeven met hun gevolg voor de rechtmatigheid: Onrechtmatig, maar telt niet mee voor het oordeel 1
Overschrijding, gecompenseerd door direct gerelateerde opbrengsten
2
Overschrijding bij open einde (subsidie)regelingen Overschrijding door activiteiten als boetes, procedures en naheffingsaanslagen na het verantwoordingsjaar
3
4
Overschrijding op investeringen met als gevolg hogere kapitaallasten in jaren na investeren
Onrechtmatig en telt mee voor het oordeel 5 Overschrijding, niet passend binnen beleid, tegen beter weten in niet gemeld 6 Overschrijding, passend binnen beleid, tegen beter weten in niet gemeld 7 Overschrijding, gecompenseerd door niet direct gerelateerde extra inkomsten waarbij de raad nog geen besluit heeft genomen over die extra inkomsten 8 Overschrijding door activiteiten als boetes, procedures en naheffingsaanslagen tijdens het verantwoordingsjaar 9 Overschrijding op investeringen met als gevolg hogere kapitaallasten in het jaar van investeren
Tenslotte is het nog mogelijk dat budgetafwijkingen weliswaar in financiële zin binnen de begroting blijven maar dat er aanzienlijk minder prestaties geleverd zijn c.q. andere activiteiten ontplooid zijn dan in de begroting specifiek als doelstelling was aangegeven. Het gaat dan om afwijkingen van de beoogde prestaties. Neemt de accountant deze waar, dan heeft dit geen gevolgen voor de accountantsverklaring maar zal hij hiervan wel melding doen. Bevindingen ten aanzien van het begrotingscriterium 1. Programma’s Wij hebben de jaarrekening 2012 op programmaniveau beoordeeld op overschrijdingen. Alleen de lastenkant is in de toets betrokken. Er zijn 6 programma’s die een overschrijding aan de lastenkant laten zien. Hierna worden ze weergegeven waarbij is vermeld om welke van de hiervoor genoemde negen soorten overschrijdingen het gaat.
111
Toelichting: In deze toelichting worden alleen de programma’s onderbouwd waar sprake is van een overschrijding op het totaal van de lasten. Het mag duidelijk zijn dat het totaalbedrag van de toelichting niet aansluit bij het totaalbedrag van de overschrijding op het betreffende programma, omdat slechts die posten worden onderbouwd die geleid hebben tot een overschrijding (er kunnen namelijk ook posten met een onderschrijding zijn, maar die worden in dit kader niet toegelicht). Hiermee kan geconcludeerd worden dat er weliswaar sprake is van begrotingsoverschrijding op vijf programma’s. In de meeste gevallen is echter sprake van overschrijdingen waar hogere opbrengsten, in de vorm van bijdragen van derden of onttrekkingen aan reserves of voorzieningen/transitoria, tegenover staan waardoor van onrechtmatigheid, relevant voor het accountantsoordeel, geen sprake is. In een enkel geval (algemeen bestuur) is sprake van een overschrijding op grond van een open einde regeling.
112
113
2. Kredieten Naast de programma’s zijn is ook bij de kredieten beoordeeld hoe een eventuele overschrijding veroorzaakt is. De afwijkingen groter dan € 50.000 betreffen:
Overigens betreft het hier in alle gevallen een onrechtmatigheid die niet meetelt in het oordeel van de accountant. 3.
M&O-criterium
Bij de uitvoering van de rechtmatigheidsonderzoeken is het onderwerp misbruik en oneigenlijk gebruik aan de orde geweest in die zin dat beoordeeld is of er voldoende waarborgen binnen de processen zijn dat voorkomen wordt dat derden misbruik of oneigenlijk gebruik kunnen maken van overheidsgelden/-voorzieningen. Dit heeft bij de volgende dossiers geleidt tot het maken van opmerkingen. Overigens wil dit niet zeggen dat er ook daadwerkelijk sprake is van misbruik en/of oneigenlijk gebruik; het gaat er hier om dat in het proces waarborgen verankerd zijn. Subsidieverlening: In het rechtmatigheidonderzoek is aandacht besteed aan misbruik en oneigenlijk gebruik. In dat verband is bekeken of bij de subsidieverlening aanvullende maatregelen zijn genomen om misbruik en oneigenlijk gebruik te voorkomen: denk bijvoorbeeld aan toezicht ter plaatse door een toezichthouder, aanvullende controle op de aangeleverde financiële stukken etc.. Eén van deze maatregelen is het hanteren van een controleprotocol dat in 2012 is vastgesteld. Op I januari 2012 is de nieuwe Algemene Subsidieverordening gemeente Doetinchem 2012 in werking getreden. Inkoop en aanbesteding: Naleving van inkoop- en aanbestedingsregels bepaalt voor een belangrijk deel het resultaat op misbruik en oneigenlijk gebruik. We constateren dat het steeds beter gaat. De deskundigheid van de inkoopadviseurs wordt steeds vaker vroeg in het inkooptraject ingezet. 114
Het contractenregister kan (nog steeds) meer aandacht krijgen want het blijkt dat er contracten en verplichtingen zijn die niet zijn geregistreerd. In een register worden de contracten opgenomen en wordt inzichtelijk welke contracten op welk moment aandacht behoeven. Werk en inkomen: Het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik krijgt nadrukkelijk aandacht binnen kwaliteitssysteem dat de afdeling werk en inkomen hanteert. In 2013wordt het kwaliteitssysteem verder uitgebouwd op de meting van de kwaliteit en doelmatigheid van de reintegratie-activiteiten. Om dit goed op te pakken zal het platform dit gezamenlijk met consulenten en Stimulansz opzetten. Ook wordt a.h.v. trainingen gewerkt aan verbeteren van de kwaliteit van de werkprocessen. Zo staan trainingen gepland omtrent de nieuwe fraudewet, in herzien terugvorderen en beëindigen en in het zoeken naar fraudesignalen met gebruik van social media. Voor alle bevindingen geldt dat we deze bespreken met de betreffende afdelingshoofden. De directie zal aan hen in 2013 een verbeterplan vragen waarin afdelingshoofden moeten aangeven hoe zij denken geconstateerde bevindingen in de toekomst te voorkomen. Uiteraard zal de directie vervolgens toetsen of deze verbeteringen ook daadwerkelijk worden doorgevoerd.
115
116
Jaarrekening
118
Hoofdstuk 4 Programmarekening Analyse van het rekeningresultaat
120
Hoofdstuk 4.
Programmarekening en analyse
In dit hoofdstuk informeren we u over de rekeningresultaten 2012 en de resultaatbestemmingen. Ook ziet u welke gevolgen de resultaten hebben op de algemene reserves bedrijfsvoering en van de grondexploitatie. Het financiële resultaat 2012 is het resultaat ten opzichte van de bijstellingen op de begroting 2012. Die bijstellingen gebeurden in de financiële monitoren 2012 en door besluiten van de raad op specifieke onderwerpen. Samenvatting rekeningresultaten 2012 en gevolgen algemene reserves We sluiten het rekeningjaar 2012 af met een bruto resultaat op de reguliere begroting van € 1,7 miljoen. € 1 miljoen ervan stellen we voor om door te schuiven naar de begroting 2013. Het netto resultaat 2012 op de reguliere begroting van € 0,7 miljoen wordt toegevoegd aan de algemene reserve. Daarnaast hebben we een nadelig resultaat 2012 op de grondexploitatie van € 8,5 miljoen. Het nadelig resultaat op de grondexploitatie hadden we reeds voorgecalculeerd. Daarom wordt in de begroting vanaf 2012 € 29 miljoen gespaard in de reserve taskforce grondexploitatie. Het verlies van 2012 wordt dan ook volledig gedekt uit de reserve taskforce grondexploitatie en uit de reserve grondexploitatie. Per saldo bedraagt het bruto rekeningresultaat 2012 op de reguliere begroting en de grondexploitatie samen een nadeel € 6,8 miljoen. Het resultaat 2012 lichten we in de onderstaande overzichten nader toe: 1. Resultaat reguliere begroting Het resultaat op de reguliere begroting bestaat uit twee onderdelen: - Een deel van het resultaat waarvan we voorstellen om de budgetten door te schuiven naar de begroting 2013. Deze bestemmingsvoorstellen bedragen totaal € 1,0 miljoen De budgetten willen we doorschuiven omdat er bijv. vertraging in de uitvoering of de betaling is ontstaan. In 1 geval lopen de activiteiten van het project over meerdere jaren. Om later de kosten te kunnen betalen moeten we de budgetten die we overhielden in 2012 beschikbaar houden. - Een deel dat overblijft na de bestemmingsvoorstellen. Dit netto resultaat op de reguliere begroting wordt toegevoegd aan de algemene reserve € 0,7 miljoen Het bruto resultaat 2012 op de reguliere begroting bedraagt We stellen voor om het netto resultaat (€ 0,7 miljoen) toe te voegen aan de algemene reserve bedrijfsvoering. 2. Resultaat grondexploitatie Het bruto resultaat op de grondexploitatie 2012 bedraagt We stellen voor om dit resultaat van de grondexploitatie deels te onttrekken aan de reserve taskforce (€ 6,4 miljoen) en deels aan de algemene reserve grondexploitatie (€ 2,1 miljoen). Het bruto rekeningresultaat 2012 op de reguliere begroting en de grondexploitatie samen bedraagt daarmee
121
€ 1,7 miljoen
- € 8,5 miljoen
- € 6,8 miljoen
Het rekeningresultaat 2012 is samengevat in het volgende overzicht.
Gevolgen rekeningresultaten op de algemene reserves De hierboven genoemde resultaten in de jaarrekening 2012 beïnvloeden de saldi van de algemene reserve bedrijfsvoering en die van de grondexploitatie.
Van de “projectmatige” bestemmingsvoorstellen bij de jaarrekening 2011 is een bedrag van € 687.000 in 2012 nog niet besteed. Conform besluitvorming bij de jaarrekening 2011 komen deze ten laste van de algemene reserve.
122
Bestemmingsvoorstellen / over te hevelen budgetten naar 2013 Algemene toelichting op de bestemmingsvoorstellen Een deel van het resultaat op de reguliere begroting heeft betrekking op activiteiten die nog in uitvoering zijn en doorlopen in 2013 en volgende jaren. Het gaat om € 1,0 miljoen waarvan de budgetten zijn toegevoegd aan het rekeningsaldo 2012. Daarom worden nu voorstellen gedaan voor het “overboeken” van de niet benutte budgetten 2012 naar 2013. Per bestemmingsvoorstel leest u de reden waarom de bijbehorende activiteit in het afgelopen jaar niet uitgevoerd kon worden en alsnog moet worden gedaan in 2013 of later. De bestemmingsvoorstellen kunnen worden verdeeld in twee hoofdgroepen: • •
Exploitatiebudgetten: bestemmingsvoorstellen van budgetten voor reguliere, doorlopende activiteiten. Projectbudgetten: bestemmingsvoorstellen van budgetten voor activiteiten met een projectmatige aanpak.
Over te boeken budgetten exploitatie 1 leerlingenvervoer 2 reservering WMO 3 deskundigheidsbevordering vrijwilligers 4 klimaatgelden (SLOK)
bedragen in € bedragen in € 69.000 794.000 9.000 34.000 906.000
projecten (meerjarig) 5 buurt-/sportcoaches
94.000 94.000 1.000.000
Totaal
Exploitatiebudgetten (1 t/m 4) Dit zijn budgetten voor jaarlijkse doorlopende activiteiten. Er zijn allerlei, vaak onbeïnvloedbare redenen voor de onderuitputting van de begroting. Denk aan vertraging in de uitvoering door extra benodigde stappen in het proces, gewijzigde regelgeving, bezwaren van burgers, etc. De verwachting is dat de activiteiten in het komende jaar “gewoon” kunnen worden uitgevoerd. 1. Leerlingenvervoer € 69.000 In 2012 zijn ten laste van het budget leerlingenvervoer voorschotten uitbetaald aan de vervoerder. Over de afrekening 2012 werd ten tijde van het opmaken van de jaarstukken nog intensief overleg gevoerd. Een mogelijkheid is dat de eindafrekening nog tot een nabetaling kan leiden. Op grond hiervan wordt voorgesteld het niet bestede budget uit 2012 toe te voegen aan het budget 2013. 2. Resultaat WMO toevoegen aan bestemmingsreserve WMO Het voordelig resultaat ten opzichte van de begroting is als volgt opgebouwd: - Wrv-voorzieningen € 191.000 - Eigen bijdrage € 49.000 - HH € 290.000 - Overig o.a. indicatie/ transitiegelden € 264.000 - Totaal € 794.000
123
€ 794.000
De activiteiten en de kostenontwikkelingen van de WMO leiden in 2012 tot een voordelig resultaat. Het stemt ons tevreden dat de inspanningen tot kostenbeheersing en zo mogelijk –beperking in 2012 zijn geslaagd. In de financiële monitoren 2012 hebben wij u daarover ook al geïnformeerd. Bij die gelegenheid hebt u, conform de spelregels besloten om het toen geprognosticeerde resultaat 2012 op de WMO budgetten ten gunste van de reserve WMO te brengen. Wij stellen voor ook het rekeningresultaat 2012 van de WMO budgetten toe te voegen aan die bestemmingsreserve. Deze reserve dient als weerstandscapaciteit en/of als spaarpotje voor risico’s/ extra uitgaven op de volgende gebieden in het sociaal domein die betrekking hebben op WMO-activiteiten: • WMO activiteiten: - onzekerheden rondom de beleidsuitvoering van de Huishoudelijke hulp ten gevolge van aangekondigd Rijksbeleid; - de rechterlijk uitspraak over onze toepassing van de inkomens- en vermogenstoets voor de woningaanpassingen. Dit leidt naar verwachting tot forse druk op de uitgaven vanaf 2013; - het te verwachten beroep op de vervoersvoorziening (doelgroep vervoer) als gevolg van de vergrijzing en decentralisaties. • Voorinvesteringen die nodig zijn om wijkwerk nieuwe stijl en het concept buurtcoach uit te rollen. • Frictiekosten bij de realisatie van de gemeentelijke bezuinigingstaakstellingen WMO. Overigens constateren we een ontwikkeling waarbij de activiteiten in het sociaal domein worden ontschot. Ook het rijk is bij de decentralisatiemaatregelen sterk gericht op een integrale aanpak in het sociaal domein: AWBZ, jeugdzorg, Participatiewet (nu WWB, WSW), WMO. Deze ontwikkelingen kunnen aanleiding zijn om in de toekomst bestemmingsreserves op verschillende activiteiten in het sociaal domein samen te voegen. Daarmee kunnen deze middelen effectief worden ingezet in de volle breedte van het sociaal domein. Bij de begroting 2014 komen wij hiervoor zo nodig met nadere voorstellen. 3. Deskundigheidsbevordering vrijwilligers € 9.000 Door de ombuigingen is het beschikbare budget voor het Stadsmuseum in 2012 met de helft teruggebracht. Daarmee is die bezuinigingstaakstelling gerealiseerd. Daarnaast is er een voordeel ontstaan op het budget Stadsmuseum omdat de kosten van deskundigheidsbevordering van vrijwilligers naar 2013 zijn doorgeschoven. Dit bedrag wordt hiervoor beschikbaar gehouden. 4. Klimaatgelden (SLOK) € 34.000 De Stimuleringsregeling Lokale Klimaatinitiatieven SLOK heeft als doel om gemeenten en provincies te stimuleren structurele activiteiten te ondernemen en maatregelen te treffen voor een beter milieu. Bij de jaarrekening 2011 is een bedrag van € 80.000 als bestemmingsvoorstel overgeheveld ter uitvoering in 2012. Hiervoor lopen echter nog activiteiten die in 2013 tot uitvoering zullen komen zoals het bewerkstelligen van energiebesparing bij de eigen accommodaties, het stimuleren tot gebruik van duurzame brandstoffen binnen de gemeente, het opstellen van een kansenkaart voor bodemenergie in regionaal verband en regionale samenwerking door inzet van Klimaatverbond Nederland. Budgetten voor projectmatige activiteiten (5) Doordat het project meerdere jaren loopt wordt het budget niet volledig in het jaar van de begroting uitgegeven. Het voordelige saldo op de budgetten in dit kalenderjaar zijn echter nodig voor de verdere uitvoering van het project in de komende jaren. 5. Vertraging uitvoering project buurtsportcoaches € 94.000 In 2012 hebben wij besloten om gebruik te maken van de Rijksimpuls Sport en Bewegen in de Buurt. In de juni circulaire 2012 heeft het rijk hiervoor via een decentralisatie-uitkering voor de jaren 2012 tot met 2016 jaarlijks € 100.000 cofinanciering beschikbaar gesteld voor de inzet van buurtsportcoaches. 124
Doordat het project meerdere jaren loopt wordt het ontvangen budget in 2012 niet volledig in het jaar van de begroting uitgegeven. Het voordelige saldo op de budgetten in dit kalenderjaar zijn echter nodig voor de verdere uitvoering van het project in de komende jaren. Resultaat reguliere begroting Het resultaat op de reguliere begroting na bestemmingsvoorstellen bedraagt € 0,7 miljoen. Dit bedrag wordt toegevoegd aan de algemene reserve bedrijfsvoering. Uit het resultaat lichten we de volgende posten toe:
1. Personele lasten Het resultaat bestaat uit de volgende posten:
€ 402.000 V
A. Loonsom B. Opleiding C. Inhuur wegens ziekte D Stelpost jaarplannen 2012 E. Resultaat omzet Totaal
141.000N 117.000 V 313.000V 113.000 V neutraal 402.000V
125
De totale personele lasten sluiten in 2012 met een voordelig saldo van € 0,4 miljoen. Het nadeel op de loonsom wordt ruimschoots gecompenseerd door meevallers op o.a. het opleidingsbudget en de inhuur wegens ziekte. In 2012 hebben wij ons weer maximaal ingespannen om de personele kosten te beheersen. Dat doen we niet alleen gericht op het lopende jaar, maar juist ook voor de lange termijn. Zo spannen we ons tot het uiterste in om de ombuigingstaakstellingen op de personele lasten in de komende jaren te realiseren. Met het oog op de te nemen maatregelen voor personele aangelegenheden wilden wij in de jaarstukken 2011 het overschot op de personele lasten reserveren. Omdat de hardheid ervan onduidelijk was is dat bedrag toen toegevoegd aan de algemene reserve. In de afgelopen jaren hebben we met het oog op verdere flexibilisering van het personeelsbestand, de vacatures die worden opengesteld veelal tijdelijk op contractbasis ingevuld. Dit leidt ertoe dat de risico’s op wachtgeldverplichtingen zijn toegenomen. Hiervoor is de gemeente eigenrisicodrager. De omvang van dit risico is door ons nader berekend op circa € 1 miljoen. Wij hebben daarvoor een voorziening getroffen in de jaarstukken 2012. Dit onderwerp lichten we nader toe in punt 2 hierna. Tenslotte melden wij u een aandachtspunt bij de omzettaakstelling van de organisatie. Wij worden in toenemende mate geconfronteerd met plannen en ontwikkelingen geïnitieerd door externe partijen. Bijvoorbeeld de huisvesting voor het Slingeland ziekenhuis. Deze vragen in de initiatieffase ambtelijke capaciteit waarvan de kosten niet onmiddellijk kunnen worden toegerekend aan een project. Een deel ervan leidt ook nooit tot een project in uitvoering. De organisatie maakt dan kosten die niet worden gedekt en die volgens het begrotingscriterium zelfs onrechtmatig zijn. Om hierin te voorzien komen wij met voorstellen bij de begroting 2014. Hieronder leest u nu eerst de toelichting op de resultaten 2012 van de personele lasten. A. Loonsom (€ 141.000 N)
Het loonsombudget wordt ingezet ter dekking van de kosten van eigen personeel en inhuur. De loonsombudgetten zijn per afdeling vastgesteld inclusief het deel dat ten laste van kredieten moet worden gebracht; de zogenoemde omzettaakstelling. In 2012 is het loonsombudget met € 141.000 overschreden.
126
Ontwikkelingen looonsombudget en realisatie
B. Opleiding (€ 117.000 V) In 2012 beschikten de afdelingen over een centraal en decentraal opleidingsbudget van totaal € 533.000. Uiteindelijk kan hiervan € 117.000 vrijvallen ten gunste van het rekeningresultaat. C. Inhuur wegens ziekte (€ 313.000 V) Om de voortgang van jaarplannen niet te belemmeren als gevolg van ziekte is er in de begroting een centraal budget ad € 469.000 opgenomen. Wanneer medewerkers langer dan 3 maanden ziek zijn, of bij frontofficefuncties als zij langer ziek zijn dan 1 week, kan een beroep worden gedaan op inhuur wegens ziekte. Ontvangen UWV vergoedingen worden aan dit budget toegevoegd. Uiteindelijk blijkt een onderuitputting van de beschikbare middelen van € 313.000. Het ziekteverzuim was in 2012 5,56% . In 2011 was dit nog 6,93%. D. Voordeel jaarplannen 2011 (€ 113.000 V) De begroting 2012 zoals vastgesteld in de raad van november 2011 is gebaseerd op de jaarplannen 2011. Zodra de jaarplannen 2012 vastgesteld zijn worden deze alsnog verwerkt in de begroting 2012. Afwijkingen in de toerekening naar producten worden op een stelpost begroot. In 2012 was per saldo een voordeel van € 113.000 en deze kan bij de jaarrekening vrijvallen. 2. Voorziening eigen risicodrager WWg 1.008.000 N Werkgevers in de sector Overheid en Onderwijs zijn eigenrisicodrager voor de Werkloosheidswet (WW). Andere werkgevers zijn geen eigenrisicodrager voor de WW. De gemeente Doetinchem betaalt dus zelf de kosten voor de WW bij werkloosheid van werknemers. Bij reorganisatieontslag of ongeschiktheidsontslag (anders dan door ziekte) betaalt de gemeente niet alleen de WW-kosten maar ook de kosten van de bovenwettelijke en nawettelijke uitkeringen. Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) betaalt de WW-uitkering aan de voormalige werknemer, waarvan het tijdelijk contract afloopt en niet wordt verlengd, en brengt de kosten bij de gemeente in rekening. Rijksbeleid, de flinke bezuinigingen, de regionale samenwerkingsontwikkelingen, de SPP en het daarop afgestemde eigen personeelsbeleid hebben ertoe geleid, dat de gemeente Doetinchem behoedzaam omgaat met het benoemen van nieuwe medewerkers. Zo is afgesproken om vacante functies eerst intern te vervullen. Lukt dat niet, dan stellen wij deze functies extern open op veelal tijdelijke contractbasis. 127
Hiermee creëert de gemeente een flexibeler personeelsbestand. Wij hopen hiermee tijdig te kunnen reageren op (onverwachte) ontwikkelingen. Deze maatregel heeft ertoe geleid, dat het aantal medewerkers met een tijdelijk dienstverband vanaf 2010/2011 fors is toegenomen. Deze tijdelijke aanstellingen hebben een wettelijke looptijd van maximaal drie jaren. Na die contractperiode eindigen de benoemingen of ze (moeten) worden omgezet in vaste aanstellingen (dienstverbanden). Deze maatregel betekent ook, dat het aantal WW-verplichtingen is toegenomen. Binnen de begroting is geen structurele ruimte beschikbaar om deze toename op te vangen. Het is verslaggevingtechnisch (BBV) verplicht om voor dit risico een uitkeringsvoorziening te vormen. De omvang van dit risico kunnen we redelijkerwijs inschatten op basis een individuele berekening van de WW-uitkering van de lopende aanstellingen. Op basis van het huidige aantal tijdelijke aanstellingen en het te voeren personeelsbeleid, is het reëel de hoogte van de uitkeringsmiddelen te bepalen op 80% van de totaal becijferde verplichting 20132023. Dat is € 1.008.000. De huidige loonsombudgetten bieden geen ruimte. De WW-voorziening zal jaarlijks moeten worden geactualiseerd, omdat de gemeente opteert voor een flexibeler personeelsbestand. Naar verwachting zal deze voorziening tot 2020-2025 in stand moeten blijven. Ons SPP schat in, dat de noodzaak om in te steken op tijdelijke aanstellingen door de grote uitstroom van personeel wegens pensionering over pakweg tien jaar niet meer aan de orde zal zijn. 3. (Appa) voorziening pensioen € 143.000 N Dit nadeel wordt grotendeels veroorzaakt door de verplichtingen die voortkomen uit de Appa. Hiervoor hebben wij een pensioenvoorziening gevormd voor het moment dat de pensioenwaarde wordt overgedragen aan een te vormen Appa- pensioenfonds. Jaarlijks wordt de actuariële waarde van de toekomstige wethouders pensioenen berekend om er voor te zorgen dat onze pensioenvoorziening toereikend is bij een waardeoverdracht. In 2012 is gezien de huidige historisch lage marktrente de rekenrente verlaagd van 3% naar 2,5% voor toekomstige pensioenaanspraken. Dit heeft tot gevolg gehad dat deze voorziening ten laste van het rekeningsresultaat moet worden opgehoogd. 4. Rente en investeringslasten 558.000 V Ten opzichte van de primitieve begroting bedraagt het totale voordeel € 1.358.000. Bij de financiële monitoren 2012 werd een voordeel gemeld van € 800.000. Dit voordeel blijkt uiteindelijk hoger als gevolg van een bijstelling van de financieringsbehoefte en de incidentele vrijval van gereserveerde kapitaallasten voor het MFA Wijnbergen. Per saldo een voordeel van € 558.000. Momenteel onderzoeken we een andere methodiek voor de rentetoerekening aan de diverse producten. Bij de begroting 2014 bespreken we de gevolgen hiervan voor de gemeentebegroting. 5. Brandweer 96.000 V Dit incidentele voordeel voornamelijk veroorzaakt door een niet geraamd BTW-voordeel op de geharmoniseerde inwonerbijdrage aan de VNOG. 6. Onderhoud wegen 53.000 N Dit nadeel wordt voornamelijk veroorzaakt door herstelwerkzaamheden van schades aan wegen die niet verhaalbaar waren op derden. 7. Economische zaken 92.000 V Bij de behandeling van het raadsvoorstel evaluatie pilot sociaal economische afspraken is besloten om het hiervoor resterende budget 2012 in te zetten voor de ontwikkeling voor het aanvalsplan werk en economische ontwikkeling en de acties die daaruit volgen. Dit is in deze jaarrekening verwerkt. Het daarna resterende voordeel op de economische budgetten samen valt hiermee helaas incidenteel 128
vrij in deze jaarrekening. Dit is een onbedoeld gevolg van de economische crisis, waardoor minder beroep is gedaan op de acquisitie van onze medewerk(st)ers en daarmee ook moeilijker te ontplooien economische activiteiten in onze gemeente ten laste van de reguliere economische budgetten.. 8. Amphion 157.000 V In verband met mogelijk dubbele lasten in 2011 is als bestemmingsvoorstel bij de jaarrekening 2011 rekening gehouden met een doorgeschoven extra exploitatiesubside van € 157.000 aan Amphion. Uiteindelijk blijkt dat Amphion bij de jaarrekening rekening 2011 een positief resultaat heeft gehaald, ook rekening houdend met de niet verleende extra subsidie. Het beschikbare bedrag in 2012 van € 157.000 voor de aanvullende subsidie 2011 hoefde niet uitgekeerd te worden. 9. Vandalisme/beveiliging onderwijs Het budget voor herstelkosten als gevolg van vandalisme is gebaseerd op gemiddelden. Afwijkingen hierop komen bij de jaarrekening tot uitdrukking.
58.000 V
10. Onderwijsachterstandbeleid 69.000 V Voor de uitvoering van het onderwijsachterstandenbeleid was er naast een budget uit de algemene middelen een rijkssubsidie beschikbaar. Doordat deze rijkssubsidie in 2012 toereikend is geweest, is het beschikbare gemeentelijke budget niet volledig nodig geweest. 11. WWB 920.000 N Dit is een incidenteel nadeel op de afrekening WWB met het rijk over 2011. Het wordt veroorzaakt doordat de verwachte incidentele aanvullende uitkering van het rijk groot circa € 1,4 miljoen over het jaar 2011 helaas niet wordt ontvangen. Hiermee was wel gerekend. De afwijzing door het ministerie is naar onze mening onvoldoende onderbouwd. We hebben dan ook bezwaar gemaakt. Als dit wordt gehonoreerd leidt dit in 2013 tot een voordeel. Over 2012 is geen rekening gehouden met een aanvullende uitkering omdat we onder de 10% norm van het rijk blijven. 12.Voorziening vluchtelingen 617.000 V De voormalige regeling Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN) bestaat niet meer. We hebben het voordelige financiële resultaat in voorgaande jaren gereserveerd in de verwachting dat we dit wellicht zouden moeten terugbetalen aan het rijk. In 2012 is hierover de financiële eindverantwoording van het rijk ontvangen. Deze verantwoording was voornamelijk gericht op de gestelde inhoudelijke doelen en niet op de financiën. Daarmee is een incidenteel voordeel van het restant van het hiervoor door ons beschikbaar gehouden bedrag ontstaan. 13. Beheer accommodaties 78.000 N Onder meer door getroffen veiligheidsvoorzieningen aan accommodaties is het budget voor het beheer van accommodaties in 2012 overschreden. Over het beheer van accommodaties zullen we u in 2013 verder informeren in relatie tot een mogelijk vastgoedfonds. 14.EKD (Elektronisch Kind Dossier) 81.000 V De EKD (digitaal kinddossier) is vanaf 2013 opgenomen in het basistakenpakket van Yunio. Uit de financiële verantwoording van Yunio over de jaren 2007 - 2010 is gebleken dat deze taak tegen lagere kosten kan worden uitgevoerd dan aanvankelijk verwacht.
129
15. Peuterspeelzalen 166.000 V Eerder heeft u de notitie "Peuterwerk in en na 2011 "vastgesteld. Met deze notitie is besloten subsidiëring van peuterspeelzalen om te vormen tot subsidiëring van subsidieplaatsen in de peuteropvang. Subsidieplaatsen zijn beschikbaar voor peuters van ouders die geen aanspraak kunnen maken op kinderopvangtoeslag uit de Wet kinderopvang. Door de terugloop van aangevraagde subsidieplaatsen blijft in 2012 een budget over van € 166.000. 16. Centrum Jeugd en Gezin 125.000 V Voor de doorontwikkeling en de coördinatie van het CJG is in 2012 minder gebruik gemaakt van de externe functionaris dan oorspronkelijk het plan was. Veel taken zijn door eigen medewerkers van de gemeente gedaan. Mede hierdoor is minder uitgegeven op dit budget. 17. Bouwvergunningen 89.000 N Voor 2010 en 2011 hebt u incidenteel aanvullende middelen beschikbaar gesteld ter compensatie van de lagere inkomsten uit bouwleges. Deze aanvulling bedroeg respectievelijk € 0,5 miljoen en € 0,6 miljoen. De verwachting was toen dat de bouwaanvragen zich vanaf 2012 zouden herstellen. In de begroting 2012 is de inkomstentaakstelling dus weer € 0,6 miljoen hoger dan voorgaand jaar. Deze taakstelling is voor het overgrote deel gerealiseerd. Desondanks resteert een nadeel van € 89.000. Wel wijzen we erop dat de crisis onverminderd aanhoudt. De gevolgen daarvan zijn met name zichtbaar in de bouw. Dit heeft onvermijdelijk gevolgen voor het aantal bouwaanvragen en daarmee dus ook voor de inkomsten uit bouwleges in de komende jaren. Bij de begroting 2014 bespreken we de gevolgen ervan voor de gemeentebegroting. 18. Dividend NUON 85.000 V Op verzoek van Vattenfall en met instemming van onze gemeente is de derde tranche van de aandelen al in 2012 geleverd. Tegelijkertijd hebben wij de koopsom van deze levering ontvangen. Beide waren oorspronkelijk gepland in 2013. Met de vervroegde levering ontvangen we eveneens vervroegd de vergoeding over dit deel van de openstaande koopsom in de vorm van dividend. Dit geeft in de jaarrekening 2012 een eenmalig voordeel van € 85.000. 19. Algemene uitkering gemeentefonds Het resultaat verdeeld over de verschillende uitkeringsjaren wordt als volgt verklaard:
347.000 V
Ad a. accres Volgens het principe “samen de trap op, samen de trap af”, delen wij mee in de ontwikkeling van de rijksuitgaven. Door onderuitputting op de uitgaven van het rijk en het later realiseren van de voorgenomen ombuigingen door het rijk, hebben wij over 2012 een incidenteel voordeel. Ad b. verdeelreserve/ontwikkeling uitkeringsbasis Voor de algemene uitkering is een feitelijk bedrag beschikbaar in het gemeentefonds. De algemene uitkering bestaat uit de “uitkering in basis” maal de “uitkeringsfactor”. De uitkering in basis wordt berekend op basis van de landelijke ontwikkeling van de verdeelmaatstaven zoals aantallen inwoners, leerlingen, woningen, bedrijfsvestigingen, uitkeringsgerechtigden, etc. Bij een landelijke stijging van bijvoorbeeld het aantal inwoners en woningen wordt de algemene uitkering via de verdeelmaatstaven hoger. Dit kan ertoe leiden dat de uitkering in basis hoger uitkomt dan het werkelijk beschikbare bedrag in het gemeentefonds. 130
Om dat verschil te overbruggen wordt de uitkeringsfactor aangepast. Dat werkt overigens ook omgekeerd zo als de uitkering in basis lager is dan het werkelijk beschikbare bedrag in het gemeentefonds. Als je als gemeente een gelijke trend hebt met de landelijke ontwikkeling heeft dit uiteindelijk geen financiële consequenties. Ad c. hoeveelheidsverschillen Deze verschillen worden veroorzaakt door bijstelling van de hoeveelheden in de verdeelmaatstaven (zoals inwoners, woningen, leerlingen en uitkeringsontvangers). 20. Blokkade nominale compensatie 75.000 V Een deel van de budgetten voor loon- en prijsontwikkelingen is gereserveerd op een centrale stelpost. In 2012 is deze stelpost niet volledig aangewend. 21. Belastingen 152.000 V Het voordeel is voornamelijk gerealiseerd door lagere kosten voor heffing en invordering. Dit incidentele voordeel is ontstaan doordat er nagenoeg geen advies bij derden is ingewonnen en er relatief weinig bezwaarschriften zijn ontvangen tegen de opgelegde aanslag van de gemeentelijke belastingen. 22. Kostenplaatsen
332.000 N
Personele zaken In 2012 heeft de slotuitkering plaatsgevonden van de 2e tranche van de liquidatie van de IZA. Deze gelden zijn deels ingezet voor activiteiten in het kader van gezondheidsmanagement.. Tevens ontvangen wij een afrekening van de belastingdienst voor te veel afgedragen zorgpremie voorgaande jaren. Voor het overige heeft onze zeer kritische en terughoudende inzetten van juridisch advies in combinatie met minder zaken gezorgd voor minder adviesuitgaven. En in voorgaande jaren zijn een aantal activiteiten uitgevoerd met betrekking tot loopbaanbeleid en leeftijdsbewust personeelsbeleid. Door herprioritering (SPP) zijn vervolg activiteiten niet georganiseerd. Per saldo heeft dit geleid tot een incidenteel voordeel van € 99.000. Werving & selectie In 2012 is er als gevolg van de bezuinigen zeer terughoudend omgegaan met het extern werven van nieuwe medewerkers. Tevens is ervoor gekozen om andere wegen te bewandelen in het werven van medewerkers, door nadrukkelijker online te werven en minder via geprinte media. Dit heeft geleid toe een incidenteel voordeel van € 112.000. Documentmanagement De stappen tot centralisatie van de huisvesting en het omarmen van het digitaal werken maken dat apparatuur overbodig werd en dat het overeengekomen printvolume fors naar beneden kon worden bijgesteld. Eind 2012 hebben we een nieuw leasecontract kunnen afsluiten dat een structurele besparing oplevert van € 130.000. Binnen het nieuwe contract is de dienstverlening verruimd. Dit levert daarnaast op andere uitgaven zoals toners een jaarlijkse besparing van structureel € 60.000. De totale structurele bezuiniging bedraagt daarmee jaarlijks € 190.000. Deze forse stap hebben we gezet om aan de bezuinigingsopdracht te kunnen voldoen. Om deze structurele bezuiniging te kunnen realiseren moest het bestaande leasecontract worden afgekocht voor € 485.000. Door een stevige toename van de postverzending, maar meer nog door de centrale reproductie activiteiten voor het sociaal en maatschappelijk domein is een nadeel ontstaan van € 123.000. De werkzaamheden binnen de repro-afdeling verschuiven van het fysieke domein naar het sociaal en maatschappelijk domein. De werkzaamheden voor het fysiek domein worden gedekt door de projectkredieten. De kosten voor het sociaal en maatschappelijk domein worden niet uit projectgelden gedekt maar komen ten laste van de algemene middelen in de begroting. 131
De toename van de werkzaamheden en de aanstaande decentralisaties binnen het sociaal domein betekenen een verdere groei van de kosten voor dit domein. Een belangrijk aandachtspunt is dat bij de implementatie van nieuwe gemeentelijke taken rekening moet worden gehouden met een navenante groei van de ondersteunende en faciliterende diensten. Advieskosten Per saldo een voordeel van € 65.000. Betreft een voordeel op de kosten van de accountant, fiscale advisering en overige advieskosten. 23. Overig Het betreft het saldo van overige voor- en nadelige verschillen, met een afwijking kleiner dan € 50.000. Deze worden niet nader toegelicht.
197.000 V
Resultaat grondexploitaties
In de paragraaf grondbeleid treft u een nadere toelichting op het resultaat van de grondexploitaties aan en hoe hier verder mee om te gaan.
132
In de paragraaf grondbeleid treft u een nadere toelichting op het resultaat van de grondexploitaties aan en hoe hier verder mee om te gaan. Overzicht onvoorziene uitgaven
Overzicht incidentele baten en lasten
Programmarekening In onderstaand overzicht ziet u een recapitulatie van de baten, de lasten en het saldo per programma die zijn opgenomen in de jaarrekening 2012. In het overzicht is programma 9 gesplitst in algemene dekkingsmiddelen, onvoorzien en mutaties in reserves. Verder laat het overzicht het rekeningresultaat voor en na bestemming zien, zoals dat hiervoor is gepresenteerd. De opzet en de indeling van dit overzicht worden voorgeschreven in het Besluit begroting en verantwoording (BBV).
133
Voor een analyse van de verschillen tussen begroting na wijziging en de werkelijke cijfers op programmaniveau (lasten) verwijzen wij u naar de paragraaf rechtmatigheid van deze jaarstukken.
134
Hoofdstuk 5 Balans en toelichting op de balans O verzicht reser ves en voorzieningen
136
137
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Inleiding De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten daarvoor geeft. Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De waardering van de activa en de passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en worden slechts genomen voorzover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate opgenomen op het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume worden sommige personele lasten echter toegekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke. Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming te weten vier jaar. Indien sprake is van (eenmalige) schokeffecten (reorganisaties) dient wel een verplichting gevormd te worden. Balans Vaste activa Artikel 59 BBV beschrijft het onderscheid tussen investeringen met uitsluitend maatschappelijk nut in de openbare ruimte en investeringen met een (beperkt) economisch nut. Investeringen die op enigerlei wijze kunnen leiden tot of bijdragen aan het verwerven van inkomsten zijn investeringen met economisch nut. De vraag of de investering geheel kan worden terugverdiend is niet relevant voor de classificatie. Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- c.q. vervaardigingsprijs verminderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn. De kosten van onderzoek en ontwikkeling worden in 5 jaar afgeschreven. De afschrijving van de geactiveerde kosten van onderzoek en ontwikkeling start vanaf 1 januari op het moment van ingebruikname. Afsluitkosten van opgenomen geldleningen worden afgeschreven in de looptijd van de betrokken geldlening. Artikel 64 lid 6 stelt aan de afschrijving van immateriële vaste activa een maximum van 5 jaar. Een uitzondering vormen de als immateriële activa opgenomen kosten van het sluiten van geldleningen en disagio.Op grond van art. 64, lid 5 is in deze situatie de afschrijvingsduur maximaal gelijk aan de looptijd van de lening. 138
Materiële vaste activa met economisch nut In erfpacht uitgegeven gronden. De in erfpacht uitgegeven percelen zijn gewaardeerd tegen de eerste uitgifteprijs. (i.c. de waarde die bij eerste uitgifte als basis voor de canonberekening in aanmerking komen). Percelen waarvan de erfpacht eeuwigdurend is afgekocht zijn tegen een geringe registratiewaarde opgenomen. Overige investeringen met economisch nut. Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven. Investeringen worden vanaf 1 januari na het moment van ingebruikneming lineair afgeschreven op van de economische levensduur, waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven. Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. In het begrotingsjaar heeft een dergelijke vermindering overigens niet plaatsgevonden. Dergelijke afwaarderingen worden teruggenomen als ze niet langer noodzakelijk blijken. Op grond van artikel 65 van het BBV wordt bij de waardering van de vaste activa rekening gehouden met een vermindering van hun waarde, indien deze vermindering naar verwachting duurzaam is. Op waarde van activa met economisch nut mogen vanaf 1-1-2004 reserves niet meer in mindering worden gebracht. Investeringssubsidies en andere bijdragen van derden mogen wel in mindering worden gebracht. Compensabele BTW wordt niet geactiveerd. De te hanteren afschrijvingstermijnen zijn gebaseerd op de verwachte economische levensduur. Investeringen on de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut. Overeenkomstig de door de gemeenteraad in 2008 vastgestelde afschrijvingsnotitie worden infrastructurele werken in de openbare ruimte, zoals b.v. wegen, pleinen, viaducten en parken geactiveerd en afgeschreven. De ondergrond van deze werken wordt daarbij als integraal onderdeel van het werk beschouwd (en dus ook afgeschreven). Voor zover in voorkomende gevallen een snellere budgettaire dekking mogelijk is, wordt op dergelijke activa overigens (resultaatafhankelijk) extra afgeschreven. De boekwaarden moeten dus nadrukkelijk als nog te dekken investeringsrestanten worden gezien. Financiële vaste activa Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en leningen u/g zijn opgenomen tegen nominale waarde. Zonodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht. Participaties in het aandelenkapitaal van NV's en BV's ("kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen" in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs zal afwaardering plaatsvinden. Tot dusver is een dergelijke afwaardering gelukkig niet noodzakelijk gebleken. De actuele waarde ligt ruim boven de verkrijgingsprijs. Geactiveerde bijdragen aan activa van derden zijn gewaardeerd op het bedrag van de verstrekte bijdragen, verminderd met afschrijvingen. De verleende bijdragen worden afgeschreven in de periode waarin het betrokken actief van de derde op basis van de door de gemeente gestelde voorwaarden moet bijdragen aan de publieke taak.
139
Op grond van artikel 36 BBV worden in de balans onder de financiële vaste activa afzonderlijk opgenomen: Kapitaalverstrekking aan: - Deelnemingen - Gemeenschappelijke regelingen - Overige verbonden partijen Langlopende leningen aan: - Deelnemingen - Woningbouwcorporaties - Overige verbonden partijen Overig langlopende leningen Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer Bijdragen aan activa in eigendom van derden Het begrip rentetypische looptijd verdient een toelichting. Het gaat bij dit begrip om de definitie vanuit de Wet Fido en is ingegeven door beheersing van renterisico's. De definitie luidt: het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de leningvoorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare constante rentevergoeding. Voor een uitzetting die een looptijd kent van tien jaar met een vaste rente, geldt dat deze altijd als vast activum dient te worden opgenomen ook al resteert er minder dan 1 jaar van de oorspronkelijke looptijd. Van een "deelneming" is krachtens artikel 1d BBV sprake als de gemeente participeert in het aandelenkapitaal van een NV of BV. Vlottende activa Voorraden De nog niet in exploitatie genomen bouwgronden zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, dan wel lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten, welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. De als "onderhanden werken" opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouwen woonrijpmaken), alsmede een redelijk te achten aandeel in de rentekosten en de administratie- en beheerskosten. Winsten uit de grondexploitatie worden slechts genomen indien en voorzover die met voldoende mate van betrouwbaarheid als gerealiseerd aangemerkt kunnen worden. Zolang daarvan geen sprake is worden de verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingskosten in mindering gebracht. Gerede producten worden gewaardeerd tegen de kostprijs of tegen de marktwaarde indien de marktwaarde lager is dan de kostprijs. Dit laatste doet zich met name voor indien voorraden incourant worden. De kostprijs bestaat uit de verrekenprijzen van grond- en hulpstoffen en de loon- en machinekosten die aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. De voorgeschreven indeling op de balans op grond van artikel 38 BBV is: - Grond- en hulpstoffen - Onderhanden werken - Gereed product en handelsgoederen - Vooruitbetaling op voorraden
140
Vorderingen en overlopende activa De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen. De voorgeschreven indeling voor wat betreft vorderingen is: - vorderingen op openbare lichamen (gemeenten, gemeenschappelijke regelingen, Rijk) - verstrekte kasgeldleningen - rekeningcourantverhoudingen met niet-financiële instellingen - overige vorderingen - overige uitzettingen Op het punt van uitzettingen is gekozen om de terminologie van de Wet Fido te volgen. Het begrip uitzettingen heeft zowel betrekking op vorderingen als op effecten. Het onderscheid tussen beiden is komen te vervallen. Voorzover op grond van het treasurystatuut effectenbezit niet is toegestaan, dan wel niet aanwezig kan dit in de toelichting uiteengezet worden. Liquide middelen en overlopende posten Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit de reserves en het resultaat na bestemming volgend uit de programmarekening. Voorzieningen Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De onderhoudsegalisatievoorzieningen stoelen op een meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud aan (een deel van) de gemeentelijke kapitaalgoederen , waarin rekening is gehouden met de kwaliteitseisen die terzake geformuleerd zijn. In de paragraaf "onderhoud kapitaalgoederen" die is opgenomen in het jaarverslag is het beleid terzake nader uiteengezet. Voorzieningen worden op grond van artikel 44 BBV gevormd voor: a. verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is doch redelijkerwijs te schatten. b. bestaande risico's op balansdatum terzake van verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs te schatten is. c. kosten die in een volgend begrotingsjaar worden gemaakt maar de oorsprong hebben in het begrotings- of een eerder begrotingsjaar en de voorziening strekt tot kostenegalisatie. d. van derden verkregen middelen (niet zijnde rijk, provincies of gemeenten) die specifiek besteed moeten worden. Toelichting op reserves en voorzieningen In de balans is per reserve en voorziening aangegeven wat het doel is en wat de belangrijkste mutaties zijn geweest met uitzondering van de "rentebijschrijving". Vaste schulden Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer. Vlottende passiva De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
141
Borg- en garantstellingen Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten telling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. Overigens is in de toelichting op de balans nadere informatie opgenomen. Toelichting op de balans per 31 december (bedragen x € 1.000) ACTIVA 1. VASTE ACTIVA 1.1 Immateriële vaste activa De post immateriële vaste activa wordt onderscheiden in: 2012
1.1.1 Kosten sluiten geldleningen 1.1.2 Kosten onderzoek en ontwikkeling
2011
0
0
45
61
45
61
Het onderstaande overzicht geeft het verloop weer van de immateriële vaste activa gedurende het jaar 2012: Boekwaarde
Investe- Desinves- Afschrij- Bijdragen Bijdrage Boekwaarde
01-01-2012 Kosten sluiten geldleningen Kosten onderzoek en ontwikkeling
ringen
teringen
vingenvan derden reserve 31-12-2012
0
0
0
0
0
0
0
61
0
0
16
0
0
45
61
0
0
16
0
0
45
1.2 Materiële vaste activa De materiële vaste activa bestaan uit de volgende onderdelen: 2012
1.2.1 In erfpacht uitgegeven gronden 1.2.2 Investeringen met een economisch nut 1.2.3 Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut
142
2011
231
499
142.961
139.916
21.773
19.266
164.965
159.681
De investeringen met economisch nut kunnen als volgt worden onderverdeeld: 2012
2011
6.894
6.894
54
57
Bedrijfsgebouwen
95.800
92.972
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
23.976
23.940
2.599
2.905
11.063
10.441
2.574
2.708
142.961
139.916
Boekwaarde ultimo Gronden en terreinen Woonruimten
Vervoermiddelen Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa
Het onderstaande overzicht geeft het verloop van de boekwaarde van de investeringen met economisch nut weer: Boekwaarde
Investe- Desinves- Afschrij- Bijdragen
Afwaar- Boekwaarde
vingenvan derden deringen 31-12-2012
01-01-2012
ringen
teringen
6.894
0
0
0
0
0
6.894
57
0
0
3
0
0
54
Bedrijfsgebouwen *
92.972
6.551
1.356
2.275
92
0
95.800
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
23.940
448
0
412
0
0
23.976
Gronden en terreinen * Woonruimten
Vervoermiddelen Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa
2.905
192
0
498
0
0
2.599
10.441
1.863
273
957
11
0
11.063
2.708
134
0
267
0
0
2.575
139.917
9.188
1.629
4.412
103
0
142.961
*Afwijking beginboekwaarden
De grond van een bedrijfsgebouw is afgesplitst van een activum, hierdoor een afname bij bedrijfsgebouwen van 504 en een toename van 504 bij gronden De investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut kunnen als volgt worden onderverdeeld: Boekwaarde ultimo Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa
2012
2011
20.029
17.481
107
32
1.636
1.752
21.773
19.266
De boekwaarde van de investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut had het volgende verloop:
143
B o e k wa a rd e
In v e s te -‐
D e s in v e s -‐
A f s c h rij-‐
B ijd ra g e n
0 1-‐ 0 1-‐ 2 0 12
rin g e n
te rin g e n
v in g e n
v a n d e rd e n
17.481
8.244
435
720
3.138
1.404
20.029
32
76
0
1
0
0
107
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa
b ijd ra g e n B o e k wa a rd e re s e rv e s
3 1-‐ 12 -‐ 2 0 12
1.752
44
96
62
0
2
1.636
19.266
8.364
531
783
3.138
1.406
21.773
Voor de investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut zijn onder anderen de volgende reserves en transitoria per 31 december 2012 beschikbaar: Reserve dekking investeringslasten grote projecten
16.368
Reserve bovenwijkse voorzieningen
4.400
Reserve parkeerfonds (mobiliteitsfonds)
4.174
Reserve Volkshuisvesting
321
Transitoria ISV
967
1.3 Financiële vaste activa Het verloop van de financiële vaste activa gedurende het jaar 2012 wordt in onderstaand overzicht weergegeven: Boekwaarde 01-01-2012
Investe- bijdragen Desinves-Aflossingen/ Voorziening Boekwaarde ringen
reserves teringenafschrijvingen
31-12-2012
Kapitaalverstrekkingen aan: Deelnemingen
505
0
0
0
0
0
505
Woningcorporaties
7.103
843
0
0
1.400
2.151
4.395
Deelnemingen
2.463
0
0
0
241
0
2.223
0
0
Leningen aan:
Overige verbonden partijen
136
0
136
Overige langlopende geldleningen u/g
55.675
292
0
0
1.593
0
54.374
Overige uitzettingen met een looptijd > 1 jaar
20.444
0
0
0
8.516
0
11.928
Bijdragen aan activa in eigendom van derden
108
0
0
0
8
0
100
86.434
1.135
0
0
11.758
2.151
73.661
2.1 Voorraden De in de balans opgenomen voorraden worden gesplitst naar de volgende categorieën: 2012
2011
2.456
2.444
10.986
10.630
13.442
13.074
2.1.1 Grond- en hulpstoffen, gespecificeerd naar: strategische gronden niet in exploitatie genomen bouwgronden
144
2.1.2 Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie
45.892
2.1.3 Vooruitbetalingen
38.925
0
0
45.892
38.925
Balans specificatie voorraad gronden Gronden niet in exploitatie Projecten
Bedragen x € 1.000
Boekwaarde 1/1/2012
gronden met waardering € 6 per m2 Strategische gronden sub totaal
Niet / IN exploiattie
Overheveling strategische gronden
Investeringen 2012
Inkomsten 2012
afwaardering/ Boekwaarde inzet 31/12/2012 voorzieing/ winstneming
Voorziening Balanswaarde 31 12 2012
2.444
0
11.669
4.381
1.568
14.470
2.456
0
2.456
2.444
0
11.669
4.381
1.568
14.470
2.456
0
2.456
-772
223
Niegg Hamburgerbroek algemeen
-2.128
Bethlehemstraat
310
Sportparkzuid brandweer
610
A18 Bedrijvenpark 2e fase
9.711
1.579 16
326
-610 875
223 148
177
0
0
10.586
10.586
sub totaal
10.630
-2.738
0
2.469
0
-772
11.134
148
10.986
Totaal
13.074
-2.738
11.669
6.850
1.568
13.698
13.590
148
13.442
145
Gronden in exploitatie Projecten
Boekwaarde 1/1/2012
Niet / IN exploiattie
Overheveling strategische gronden
Investeringen 2012
Inkomsten 2012
afwaardering/ Boekwaarde Voorziening Balanswaarde inzet 31/12/2012 31 12 2012 voorzieing/ winstneming 828 2.200 8.096 200 7.896
10.903
221
Heideslag
7.415
1.095
1.855
400
6.254
1.000
5.254
HBB IJsseloevers
6.821
461
913
700
5.669
7.570
-1.901
Heelweg
1.691
717
-246
1.309
1.345
317
1.029
Lookwartier
3.901
871
3
400
4.369
4.837
-468
Veemarkt
822
96
528
390
390
Dichteren
-653
38
0
-615
-615
Burg. van Nispenstraat
-176
148
42
-70
Spinbaan Brewinc
-239
-4
0
-243
Norman Belvealstraat
-317
152
655
-819
A18 Bedrijvenpark
22.849
11.256
1.620
32.484
Hamburgerbroek Zuid
-2.007
236
138
-1.909
-87
-9
0
-96
3.463
655
725
3.392
Vijverberg zuid
Grondwallen Bedrijvenweg Bedrijven Wijnbergen Wijnbergen EVZ Verheulsweide Revitalisering
-118 -243 -819
624
31.861 -1.909 -96
2.620
772
4.894
326
68
5.152
5.152
-2.583
1.618
633
-1.599
-1.599
48
0
620
657
-37
150
0
760
434
326
572
TCC - Kennedylaan
48
610
Sportparkzuid brandweer 664
-664
0
0
Wijnbergen Het Oosten
11.006
-11.006
0
0
Hamburgerbroek algemeen
-2.128
2.128
66.810
2.738
Ruimzicht
sub totaal Exploitatie overeenkomsten Ant. ovk. Postkantoor (Saturn)
0 -11.669
18.074
7.762
5.009
63.181
0
24
25
-1
Expl. ov. Pelgrimterrein Gnd.
295
26
0
321
Expl. ov. Vredestein HBB
-80
739
622
37
93
1.173
0
1.266
Expl. ov. Wijnbergen wonen
0 18.306
44.875
502
-181
105
1.161
-1 37
sub totaal
308
0
1.962
647
0
1.624
607
1.017
Totaal
67.118
2.738
-11.669
20.037
8.409
5.009
64.805
18.913
45.892
80.192
0
0
26.887
9.977
18.707
78.395
19.062
59.334
Totaalgeneraal
2.2 Uitzettingen korter dan één jaar De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van een jaar of minder kunnen als volgt gespecificeerd worden:
Vorderingen op openbare lichamen
S a l d o
V o o r z i e ni ng e n
3 1-‐ 12 -‐ 2 0 12
o ni nb a a r he i d
8.845
0
Overige vorderingen
10.698
Totaal
19.543
Een nadere specificatie van de overige vorderingen is als volgt te geven:
146
G eko rrig eerd
G e k o r r i g e e r d
s ald o
s ald o
3 1-‐ 12 -‐ 2 0 12
3 1-‐ 12 -‐ 2 0 11
8.845
10.063
1.469
9.229
10.314
1.469
18.074
20.377
2012 Debiteuren algemeen
Stand februari 2013*
dubieus Opm erking
5.010
2003 t/m 2008
133
74
2009
11
4
2010
165
32
2011
455
90
2012
10.917 **
107
930
291
Debiteuren openbare lichamen
8.845
Debiteuren belastingen
1.004
Debiteuren sociale zaken
4.684
871
BTW 19.543
12.611
1.469
* Dit is inclusief vorderingen op openbare lichamen. ** Inclusief vordering aangifte BTW compensatiefonds 2012 van € 7.622.292 Debiteuren
Voorziening
belastingen
dubieus
2004 t/m 2008
95
63
2009
71
29
2010
91
25
2011
175
47
2012
498
127
930
291
6 Een nadere specificatie naar ouderdom is als volgt te geven:
2.3 Liquide middelen Het saldo van de liquide middelen bestaat uit de volgende componenten: 2012
2011
4
13
Fortis 93.62.21.100
15
18
Fortis 92.40.00.279
0
0
Fortis 93.60.10.614
55
51
Fortis 24.35.19.966
1
1
BNG 28.50.38.567
0
13
Kassaldi: Banksaldi:
BNG 28.50.99.868
0
38
BNG 28.51.06.619
0
-12
BNG 28.51.41.155
0
18
BNG 28.50.49.962
107
5
Girosaldi: Giro 1021392
147
12
12
194
157
2.4 Overlopende activa De post overlopende activa kan als volgt onderscheiden worden: 2012
2011
Nog te ontvangen bedragen
602
816
Vooruitbetaalde bedragen
227
777
Van derden te vorderen beklemde gelden*
103
951
0
12
932
2.556
Overige activa Totaal Transitoria * aansluiting beginbalans samen met post overlopende passiva
Specificatie van derden te vorderen beklemde gelden
S ald o
T o e v o e g i ng
V rijval
A a nw e nd i ng
0 1-‐ 0 1-‐ 2 0 12
S ald o 3 1-‐ 12 -‐ 2 0 12
Onderdeel transitoria Sisa Transitoria Onderwijs achterstand beleid 2011-2014 OCW D9 Transitoria doeluitk cjg besteding 2010 H10 2010 Subtotaal transitoria SISA
-447
239
0
689
3
2
2
0
0
0
-445
241
0
689
3
101
100
0
0
1
0
0
0
1
1
127
47
0
0
80
Onderdeel transitoria overig Transitoria rmc regio contract TransitorIa horecateam veilige binnenstad Transitoria regio contract RCA018 Graafschap helpt scoren Transitoria tienermoeder project
-39
50
0
107
18
Subtotaal Transitoria overige
189
197
0
108
100
-256
438
0
797
103
Totaal Generaal Transitoria
3. PASSIVA 3.1 Eigen vermogen Het in de balans opgenomen eigen vermogen bestaat uit de volgende posten:
3.1.1. Algemene reserve
2012
2011
23.487
40.271
45.584
38.611
3.1.2. Bestemmingsreserves: overige bestemmingsreserves 3.1.3. Resultaat na bestemming Totaal
Het verloop in 2012 wordt in onderstaand overzicht per reserve weergegeven:
148
-6.845
-9.914
62.225
68.968
Reserves
S ald o
T o e v o e g i ng
O nt t r e k k i ng
0 1-‐ 0 1-‐ 2 0 12
B e s t e mmi ng
V e r mi nd e r i ng
S ald o
r e s ul t a a t
t e r d e k k i ng
3 1-‐ 12 -‐ 2 0 12
2 0 11 a f s c hr i j v i ng e n
Algemene reserve Algemene reserve risico's grondexploitatie Totaal algemene reserves
33.229
4.607
11.568
-10.116
0
16.152
7.043
90
0
202
0
7.335
40.272
4.697
11.568
-9.914
0
23.487
149
Bestemmingsreserves
Reserve kl. Investeringen fac dienst en huisvesting
52
13
0
0
0
65
Reserve dekking investeringslasten grote projecten
16.778
923
1.333
0
0
16.368
Reserve streekarchivaat de Liemers Reserve verbouw havenstraat 78 Reserve huisvesting inrichting kantoren
37
0
0
0
0
37
2.061
98
79
0
0
2.080
241
106
0
0
0
347
1
106
0
0
0
107
202
10
28
0
0
184
Reserve verkiezingen Reserve afschrijving brandweerkazerne Reserve compensatie dividend
3.089
0
2.945
0
0
144
Reserve bovenwijkse voorzieningen
2.009
3.006
615
0
0
4.400
Reserve afschrijving herinrichting wegen Reserve parkeerfonds
143
7
13
0
0
137
4.921
703
1.450
0
0
4.174
Reserve evenementenhal Reserve nieuwbouw het Timpaan Reserve onderwijshuisvesting Reserve dekking kap.lasten nieuwb school de haven
68
3
15
0
0
56
1.198
66
78
0
0
1.186
224
589
616
0
0
197
2.294
109
135
0
0
2.268
31
8
10
0
0
29
Reserve afschrijving kunstwerk Wehl Reserve gem vastgoed en verpl. culturele instellingen
332
15
16
0
0
331
Reserve speelvoorzieningen
17
0
4
0
0
13
Reserve bijzondere bijstand
208
112
139
0
0
181
0
550
51
0
0
499
Reserve WVG/WMO Reserve maatschappelijke opvang lokaal
525
67
115
0
0
477
Reserve maatschappelijke opvang regionaal
553
274
490
0
0
337
Reserve jeugdagenda
603
0
8
0
0
595
Reserve waterplan Reserve volkshuisvesting Reserve stimuleringsfonds volkshuisvesting
91
0
0
0
0
91
354
17
50
0
0
321
1.790
235
363
0
0
1.662
0
8.400
2.000
0
0
6.400
Reserve spaarrisico grex Reserve omzettaakstelling
0
2.500
412
0
0
2.088
157
0
0
0
0
157
Reserve aandelen Vitens
59
0
0
0
0
59
Reserve deelneming kondor wessels
45
0
0
0
0
45
0
20
0
0
0
20
Reserve bonusuitkering aandelen BNG
Reserve pogg Reserve loonsom
528
0
0
0
0
528
Totaal Bestemmingsreserves
38.611
17.937
10.965
0
0
45.584
Totaal reserves
78.883
22.634
22.533
-9.914
0
69.071
150
3.2 VOORZIENINGEN Het verloop van de voorzieningen in 2012 wordt in onderstaand overzicht weergegeven: S ald o
T o e v o e g i ng
V rijval
A a nw e nd i ng
0 1-‐ 0 1-‐ 2 0 12
S ald o 3 1-‐ 12 -‐ 2 0 12
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's (onzeker) Pensioenvoorzieningen wethouders
1.169
Voorziening wachtgeld voorziening wethouders Voorziening eigen risicodrager WW Voorziening fte brandweer Voorzieningen Ruimzicht en Wijnbergen Garantievoorziening gewaarborgde geldleningen Subtotaal
Onderhoudsegalisatievoorzieningen
279
0
0
321
196
45
112
360
0
1.007
0
0
1.007
500
0
0
0
500
0
239
0
0
239
50
0
0
12
38
2.040
1.721
45
124
3.592
S ald o
T o e v o e g i ng
V rijval
A a nw e nd i ng
0 1-‐ 0 1-‐ 2 0 12
Voorziening onderhoudsfonds gem geb (POGG)
1.448
47
S ald o 3 1-‐ 12 -‐ 2 0 12
975
20
1.002
0
Voorziening meerjarenplanning onderwijsgebouwen
349
261
0
210
400
Subtotaal
396
1.236
20
1.212
400
S ald o
T o e v o e g i ng
V rijval
A a nw e nd i ng
Voorzieningen door derden beklemde middelen
0 1-‐ 0 1-‐ 2 0 12
S ald o 3 1-‐ 12 -‐ 2 0 12
22
0
0
0
22
Voorziening afvalverwerking
1.027
519
0
125
1.421
Voorziening rioolbeheer
Voorziening upc-gelden
4.166
663
0
0
4.829
Voorziening bouwvergunning
99
250
0
349
0
Voorziening compensatie bomen-natuur
73
175
0
39
209
1.388
66
0
164
1.290
246
0
0
141
105
Sub totaal
7.020
1.673
0
818
7.876
Totaal Voorzieningen
9.455
4.630
65
2.154
11.868
Voorziening afkoopsommen begraafplaatsen Voorziening Site
Nadere toelichting Voorzieningen Als onderdeel van deze balans is een overzicht opgenomen van reserves en voorzieningen. Hierin wordt het doel, de omvang, de voeding, de onttrekking en benodigde omvang per voorziening weergegeven.
151
3.3 VASTE SCHULDEN MET EEN LOOPTIJD LANGER DAN ÉÉN JAAR De onderverdeling van de in de balans opgenomen langlopende schulden is als volgt:
2012
2011
191.200
203.628
Onderhandse leningen van: Binnenlandse banken en overige financiele instellingen Binnenlandse pensioenfondsen en verzekeraars
182
218
191.382
203.846
In onderstaand overzicht wordt het verloop weergegeven van de vaste schulden over het jaar 2012 S ald o
V e r me e r d e -‐
0 1-‐ 0 1-‐ 2 0 12
Binnenlandse banken en overige financiele instellingen
r i ng e n
203.628
Binnenlandse pensioenfondsen en verzekeraars
A f l o s s i ng e n
7.565
S ald o 3 1-‐ 12 -‐ 2 0 12
19.993
191.200
218
0
36
182
203.846
7.565
20.029
191.382
De totale rentelast voor het jaar 2012 met betrekking tot de vaste schulden bedraagt € 7.507.952 4. VLOTTENDE PASSIVA Onder de vlottende passiva zijn opgenomen:
2012
2011
4.1 Schulden < 1 jaar
28.047
19.840
4.2 Overlopende passiva
23.681
17.007
51.728
36.846
Kortlopende schulden De in de balans opgenomen kortlopende schulden kunnen als volgt gespecificeerd worden: 2012
2011
Kasgeldleningen
8.000
8.000
Bank- en girosaldi
4.118
886
Rekening-couranten Overige schulden
116
96
15.813
10.858
28.047
19.840
Een nadere specificatie van de overige schulden is als volgt te geven: 2012 Crediteuren algemeen
11.343
Crediteuren sociale zaken
4.470 15.813
152
De specificatie van de post overlopende passiva is als volgt: 2012 Vooruitontvangen bedragen
11.308
Nog te betalen bedragen
2.656
Waarborgsommen
223
Overlopende passiva Soza en Belastingen
90
Rente geldleningen
4.610
Door derden beklemde gelden
4.794 23.681
Specificatie door derden beklemde gelden
S ald o
T o e v o e g i ng
V rijval
A a nw e nd i ng
0 1-‐ 0 1-‐ 2 0 12
S ald o 3 1-‐ 12 -‐ 2 0 12
Onderdeel transitoria Sisa Transitoria Onderwijs voorziening rmc OCW D1 Transitoria participatiebudget SZW G5
393
727
0
797
323
1.056
2.846
0
3.222
680
Transitoria doeluitk cjg besteding 2010 H10 2010
0
8
0
0
8
Transitoria RSL Gelderland Oostelijke Randweg
0
100
0
0
100
115
0
0
0
115
1.564
3.681
0
4.019
1.226
Transitoria verbetering luchtkwaliteit E11 B Subtotaal transitoria SISA
153
Onderdeel transitoria overig
S ald o
T o e v o e g i ng
V rijval
A a nw e nd i ng
0 1-‐ 0 1-‐ 2 0 12
S ald o 3 1-‐ 12 -‐ 2 0 12
Transitoria stationshalte Gaanderen
846
0
0
0
846
Transitoria rmc regionaal
338
0
0
232
106
Transitoria regeling binnenklimaat primair onderw.
146
0
0
0
146
Transitoria verz uitk justitie nazorg ex gedetineerden
46
0
0
29
17
1.197
31
0
1.228
0
Transitoria ISV
271
0
0
0
271
Transitoria ISV 3
320
377
0
0
697
Transitoria vluchtelingen nieuwkomers
Transitoria stimulering indoortennis jeugd Transitoria Oldershove
0
30
0
0
30
57
0
0
57
0
816
871
0
1.525
162
Transitoria woonservice gebieden
18
0
0
18
0
Transitoria MO verwijs index
13
0
0
0
13
Transitoria kansrijk wonen en werken
42
42
0
50
34
Transitoria jeugdwerkloosheid
0
18
0
0
18
-150
150
0
0
0
Transitoria bijdrage gemeenten lokaal zorgnetwerk
14
0
0
0
14
Transitoria subsidie provinciale transitie jeugdzorg
0
5
0
0
5
Transitoria GSO II
2
0
0
2
0
33
0
-33
0
0
700
0
0
700
0
Transitoria mo RCA01 lokale zorgnetwerken Transitoria mo RCA04 project daklozen
Transitoria GSO boven lokaal Transitoria GSO de veentjes Transitoria GSO III
-483
483
0
0
0
Transitoria GSO 4
0
1.435
0
225
1.210
22
0
-22
0
0
Subtotaal Transitoria overige
4.248
3.442
-55
4.066
3.568
Totaal Generaal Transitoria
5.812
7.123
-55
8.085
4.794
Transitoria GSO algemeen
Waarborgen en garanties Het in de balans opgenomen bedrag voor verstrekte waarborgen aan natuurlijke- en rechtspersonen, evenals de verstrekte garanties. Gewaarborgde geldleningen Ons beleid is dat de gemeente geen garantstellingen verleent, tenzij een publieke taak in het geding is. Bij garantie-verzoeken verwijzen we naar de waarborgfondsen. De gemeente staat vanuit het verleden garant voor betaling van rente en aflossing van diverse geldleningen. Deze zijn onder te verdelen in leningen die geborgd zijn door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en de Nationale Hypotheek Garantie (NHG). Voor deze leningen is de gemeente Doetinchem achtervang. Voor geldleningen die geborgd zijn door de Stichting Waarborgfonds: Sport (SWS) staat de gemeente voor de helft van het bedrag garant. Daarnaast zijn er leningen waarvoor de gemeete Doetinchem 100% garant staat.
154
Saldo gemeentegaranties per 31-12-2012 Omschrijving Garanties gD 100%
bedragen x 1.000 Zorg Onderwijs 868
1.467
Garanties SWS 50% gD Subtotaal rechtstreeks
Sport 125
Nuts
Woning
sector
bouw
635
4.872
679 868
1.467
804
635
Garanties NHG 100% (achtervang gD)
Totaal
7.967 679
Garanties WSW 100% (achtervang gD) Subtotaal achtervang
Totaal
4.872
8.646
200.565
200.565
8.247
8.247
0
0
0
0
208.812
208.812
868
1.467
804
635
213.684
217.458
Garanties 100%, gegarandeerd gD De gemeente Doetinchem staat per 31 december 2012 100% garant voor een bedrag van € 8,6 miljoen. In 2012 is een gemeentegarantie met een rest waarde van € 9,6 mln. overgeheveld naar het WSW. Het huidige saldo in de woningbouwsector van € 4,8 mln., bestaat uit twee leningen met gemeente garantie die per einde 2012 nog een looptijd van minder dan 2 jaar hebben. Daarmee vallen deze leningen voor het WSW onder korte financiering. Om die reden kunnen deze leningen niet meer worden overgedragen aan het WSW. Van dit saldo wordt in 2013 een bedrag van € 4,5 mln. volledig afgelost, waarmee de garantie voor dit bedrag ook vervalt. De mogelijkheden om de overige leningen bij waarborgfondsen onder te brengen zijn in 2012 onderzocht. Dit traject loopt nog. Het garantiebedrag bij sport bestaat uit leningen van verenigingen die niet zijn toegelaten tot het SWS. Garanties SWS 50% gegarandeerd gD De SWS verleent borgstellingen ten behoeve van de financiering van de bouw, aanleg, renovatie of aankoop van sportaccommodaties. De SWS verleent hieraan de voorwaarde dat ook een gemeentegarantie wprdt verstrekt voor 50% (maximaal € 226.890) van het te lenen bedrag. Het garantiebedrag voor de gemeente Doetinchem bedraagt per 31 december 2012 € 0,6 miljoen. Dit bedrag zal oplopen in 2013 door de verstrekte garantie ten behoeve van de MFA Zuid. Het risico voor de gemeente is beperkt. Met betrekking tot de MFA Zuid zijn voldoende zekerheden bedongen. Periodieke toetsing van alle leningen vindt plaats door de SWS. Hiervan ontvangt de gemeente jaarlijks een afschrift. Garanties WSW 100% (achtervang gD) Het WSW geeft garanties aan financiers die woningbouwcorporaties leningen verstrekken voor sociale woningbouwprojecten en voor maatschappelijk vastgoed. De gemeente Doetinchem is per 31 december 2012 achtervang voor diverse leningen aan verschillende woningcorporaties voor een bedrag van € 200,6 miljoen. Het risico dat de gemeente Doetinchem loopt is theoretisch. Het bestaat uit het verstrekken van een relatief kleine en renteloze lening, die het WSW te zijner tijd terugbetaald. Dit speelt pas als een corporatie niet meer aan haar verplichtingen kan voldoen en het garantievermogen niet toereikend blijkt. Om meer controle te hebben op de achtervangpositie zal gD in 2013 overgaan op een gelimiteerde achtervangoverkomst met het WSW. Garanties NHG 100% (achtervang gD) NHG wordt verstrekt door de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW). Deze stichting is in 1993 opgericht op initiatief van het Ministerie van VROM en de Vereniging Nerdelandse Gemeenten (VNG) met als hoofddoel het particuliere woningbezit op een verantwoorde wijze te bevorderen. Rijk en gemeenten hebben hierbij een achtervang functie. Per 1 januari 2011 is de achtervang functie van de gemeenten voor nieuwe af te geven hypotheekgaranties vervallen. Dit betekent dat het WEW bij dreigende luiquiditeitstekorten voor tot en met 31 december 2010 afgegeven borgtochten een beroep kan doen op achtergestelde renteloze leningen van het Rijk (50%) en van de gemeenten (50%). Dit is theoretisch een beperkt risico Ten aanzien van per 1 januari 2011 afgegeven borgtoch155
ten wordt de volledige achtervang functie door het Rijk vervuld Gemeente Doetinchem is per 31 december 2012 achtervang voor € 8,2 miljoen. Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen Contracten De meerjarige financiele inkoop verplichtingen voor de gemeente Doetinchem bedragen afgerond ca € 86,7 miljoen. De meerjarige huur, pacht en lease verplichtingen bedragen afgerond ca € 0,34 miljoen. Onzekerheid CAK WMO Een aanvrager van een voorziening, hulp in de huishouding of een financiele tegemoetkoming is op grond van de WMO een eigen bijdrage verschuldigd. Deze eigen bijdrage is afhankelijk van de gemeentelijke verordering Wmo en de inkomensgegevens van de aanvrager. In de wet is bepaald dat de berekening, oplegging en incasso van deze eigen bijdrage niet wordt uitgevoerd door de gemeente zelf, maar door het CAK. Door privacyoverwegingen is de gegevensverstrekking van het CAK aan de gemeente Doetinchem ontoereikend om de volledigheid en juistheid van de eigen bijdragen te kunnen vaststellen. Door de systematiek te kiezen van het vaststellen van de eigen bijdragen door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald, dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Over het boekjaar 2012 wordt van het CAK een Third party Mededeling ontvangen. Dit houdt in dat de beheersingsmaatregelen binnen het uitvoeringsproces van de eigen bijdragen WMO en het CAK voldoen aan de daaraan te stellen eisen om de juistheid en volledigheid van de berekende en opgelegde eigen bijdragen aan de aanvragers te waarborgen. Doordat bij het onderzoek voor het geven van deze mededeling de volledigheid, juistheid en tijdigheid van de gegevens van de Belastingdienst, gemeentelijke basisadministratie, de gemeente Doetinchem en de zorgaanbieders echter niet betrokken is, is de Third Party Mededeling niet voldoende om hierop volledig te kunnen steunen ten behoeve van de volledigheid van de eigen bijdragen in de jaarrekening 2012. Hierdoor heeft de gemeente Doetinchem onvoldoende zekerheid omtrent de volledigheid van de eigen bijdragen van € 1.349.000 in haar jaarrekening 2012. Wel kan middels de mededeling zekerheid worden gekregen dat het totaalbedrag aan vastgestelde eigen bijdragen gelijk is aan de door het CAK geinde en doorbetaalde eigen bijdragen aan de gemeente. Hiermee beschikt de gemeente Doetinchem in voldoende mate over de zekerheid dat de eigen bijdragen in de jaarrekening 2012 juist zijn verantwoord. Eventuele mogelijke niet verantwoorde eigen bijdragen worden ingeschat als niet significant c.q. materieel. Verkoop aandelen Nuon aan Vattenfall Ingaande 1 januari 2009 heeft het productie en leveringsbedrijf Nuon-Energy de aandelen verkocht aan het Zweedse energiebedrijf Vattenfall voor € 56,8 miljoen. Door de verkoop van de aandelen Nuon die in vier tranches worden geleverd ontstaat over de jaren 2011, 2013 en 2015 een langlopende vordering van afgerond € 29 miljoen. In 2009 is de eerste tranche van 49% geleverd. In 2011 is de tweede tranche ad 15% geleverd. Op verzoek van Vattenfall en met onze instemming is de voor 2013 geplande tranche ontvangen in 2012. In 2015 zal de laatste tranche worden ontvangen. Voorts erkennen de verkopers een specifieke aansprakelijkheid voor claims die voortvloeien uit belastingverplichtingen. Deze aansprakelijkheid eindigt na 5 jaar en 3 maanden. Voor de belastingclaims geldt eveneens de oorspronkelijke escrow ad 2,3 mln. Vanwege de langere looptijd van deze specifieke aansprakelijkheid kunnen deze belastingclaims zonodig -tot het maximum van de oorspronkelijke escrow met de daarvoor toereikende resterende termijnen van de verkoopsom worden verrekend.
156
Lopende procedures Ontbinding koopovereenkomst De rechtbankprocedure die als inzet kent de ontbinding van een koopovereenkomst is toegewezen aan de gemeente Doetinchem als vorderende partij. De tegenpartij is in hoger beroep gegaan op de uitspraak van de rechtbank. Bij een geslaagd hoger beroep van de tegenpartij moet rekening gehouden worden met een schadeclaim groot van € 200.000 tot € 400.000. Verleende borgstelling eze kwestie betreft een aanspraak van de Bank Nederlandse Gemeenten jegens de gemeente Doetinchem uit hoofde van een verleende borgstelling destijds afgegeven door de gemeente Wehl. In verband met de herfinanciering van het appartementencomplex heeft de gemeente zich garant gesteld voor een bedrag groot € 2.042.011. De contractpartij komt op 3 september 2011 haar contractuele verplichtingen bij de geldovereenkomst niet na op grond waarvan de gemeente Doetinchem namens de BNG is aangesproken op de afgegeven borgstelling. Naar aanleiding hiervan heeft de gemeente Doetinchem uiteindelijk een bedrag groot € 2.042.011 betaald aan de BNG. De gemeente heeft de rechtsopvolger van de contractpartij gedagvaard. Inzet van de procedure is de betaling van een bedrag groot € 2.216.532,52 te vermeerderen met de kosten en de wettelijke rente vanaf 12 september 2012 tot aan de dag der betaling
157
158
Reser ves en voorzieningen
160
algemene reserve voor algemene risico's
2
reserve pogg
9
reserves onderhoud
reserve streekarchivaat de Liemers
reserve waterplan
6
reserve verbouw Havenstraat 78-80 en herinrichting gemeentewerf
reserve speelvoorzieningen
5
7
reserve huisvesting inrichting kantoren
4
8
reserves onderhoud reserve kl. Invest. fac. dienst en huisvesting
3
Bestemmingsreserves
Totaal algemene reserves
algemene reserve grex
1
Algemene reserves
nr. Omschrijving
Het afdekken wisselende kosten ten behoeve van het onderhoud van gemeentelijke gebouwen. (muv schoolgebouwen).
Regionale deelname
Reserve ten behoeve van afdekking eenmalige kleinere projecten binnen het in 2004 vastgestelde waterplan.
Opvangen van schommelingen in de kosten van vervanging en renovatie van speeltoestellen
Middelen voor inrichting kantoren
Het egaliseren van de kosten van de investeringen van de facilitaire dienst, betreffende huisvestingskosten en repro.
Het dienen als financieel weerstandvermogen (buffer) voor het opvangen van in principe onvoorziene financiële tegenvallers.
Algemene reserve voor afdekking tekorten verliesgevende grondexploitaties en overige bedrijfsrisico’s binnen het taakveld grondexploitatie.
doel
2.498.622
0
2.060.663
37.000
90.873
17.488
241.000
51.598
30.357.144
23.112.168
7.244.976
1-01-12
2.653.164
161
19.565 Gevormd bij jaarrekening 2012.
2.079.833 Bijdragen vanuit div. reserves en voorzieningen
37.000 Gevoed vanuit regionaal budget
91.327 Jaarlijkse dotatie
13.622 Het verschil tussen het jaarlijks beschikbare budget en de uitgaven.
De minimum norm is vastgesteld op € 11 miljoen.
De omvang van deze reserve moet minimaal 10% van de boekwaarde van de grondexploitatie bedragen (Cascademodel). In dit rekeningsjaar echter niet, zie paragraaf 7 grondbeleid in deze jaarstukken.
benodigde omvang
Overeenkomstig doel
Reserve handhaven
Reserve handhaven
Reserve handhaven
Reserve handhaven
Reserve handhaven
voorstel
Niet van toepassing
Overeenkomstig doel
Wordt betrokken bij vastgoedfonds
Reserve handhaven
Reserve handhaven
Opgenomen in meerjarenplanning waterplan, relatie Reserve handhaven met GRP/rioolrecht
Aan deze reserve ligt een speelruimteplan ten grondslag.
Afdekking investeringslasten nieuwbouw Gelijk aan af te dekken deel van totaal investering Havenstraat 78-80 en herinrichting gemeentewerf
Ontrekking uit regionaal budget
Afdekking kosten kleine maatregelen obv vastgesteld waterplan.
Het verschil tussen het jaarlijks beschikbare budget en de uitgaven
Niet bepaald
Volgens vervangingsplanning kleine investeringen. In overeenstemming met meerjaren vervangingsplan huisvesting en repro
Negatieve saldi begroting/jaarrekening
Afdekking tekorten verliesgevende grondexploitaties
onttrekking
346.611 De projectkredieten huisvesting voorzien niet Bij de inrichting van het (ver)nieuwde in de inrichting van de kantoren. Om te huisvestingslocaties. beschikken over financiele mogelijkheden voor de inrichting van de kantoren en vervanging van het meubilair wordt bij een positief jaarrekeningresultaat op de overhead budgetten huisvesting, ict, facilitair en repro voorgesteld dit toe te voegen aan deze reserve.
65.206 De reserve wordt van oorsprong gevoed vanuit de budgetten uit de kostenplaatsen.
23.487.187
16.151.640 Positieve saldi begroting/jaarrekening
7.335.547 Voordelige exploitataie-saldi van grondexploitaties
31-12-12 voeding
reserve nieuwbouw het Timpaan
reserve onderwijshuisvesting
Reserve dekking kap.lasten nieuwb.school de haven
reserve afschrijving kunstwerk Wehl
reserve bonusuitkering aandelen BNG
16
17
18
19
20
Reserve compensatie dividendderving Nuon
reserve evenementenhal
15
23
reserve parkeerfonds
14
reserve deelneming Kondor Wessels
reserve afschrijving herinrichting wegen
13
reserve aandelen vitens
reserve bovenwijkse voorzieningen
12
21
reserve afschrijving brandweerkazerne
11
22
reserves kapitaallasten reserve dekking investeringslasten grote Projecten
10
nr. Omschrijving
Dit betreft het deel van de opbrengsten uit verkoop Nuon aandelen dat in 2009 is gerealiseerd en wordt gereserveerd ter compensatie van de dividendopbrengsten. De rente komt ten goede aan de exploitatie.
Deelname in waterbedrijf Vitens
Betreft deelneming Kondor Wessels
Deelname in de NV Bank Nederlandse Gemeenten.
Dekking investeringslasten kunstwerk Wehl.
Dekking investeringslasten school de Haven
Dekking van toekomstige investeringen onderwijshuisvesting.
Een door de stichting evenementenhal belegde reserve die bedoeld was voor de verbetering, aanpassen dan wel de uitbreiding van de Houtkamphal. Een deel is aangewend ter dekking van verbetering avn de tennishal in zuid. Reserve ter gedeeltelijke dekking van de investeringslasten van de nieuwbouw in 2006 van de Timpaan in de voormalige gemeente Wehl.
Het instandhouden en uitbreiden van parkeervoorzieningen in en rond het centrum, het terugdringen van het autogebruik door het fietsgebruik en het openbaar vervoer te bevorderen.
Dekking kapitaallasten voor de komende jaren voor de investeringen in wegen.
Financiering “bovenwijkse grote infrastructurele voorzieningen”: werken met bovenwijkse functies, die functioneel dienstbaar zijn aan de wijken.
Dekking investeringslasten brandweerkazerne.
Deze reserve is bestemd voor de jaarlijkse dekking van de investeringslasten van een aantal grote projecten (o.a. het Brewinc, nieuwbouw schouwburg Amphion)
doel
3.089.242
58.752
45.000
156.585
31.955
2.294.230
223.706
1.198.375
67.720
4.920.959
142.777
2.008.847
202.240
16.778.460
1-01-12
144.383 Geen
58.752 Geen
45.000 Bij jaarrekening 2009 overeenkomstig BBV
156.585 Geen
29.636 Rentebijschrijving
2.268.094 Eenmalige voeding vanuit algemene reserve
196.400 Middels structurele vrijval van kapitaallasten huisvesting onderwijs, incidenteel met specifieke toevoegingen aan het gemeentefonds en rentebijschrijving.
1.186.285 Geen
55.716 Geen
4.173.959 Van het voordelig saldo op het product parkeren wordt jaarlijks een bedrag van afgerond € 1,3 mln toegevoegd aan de algemene middelen. Het restant wordt toegevoegd aan deze reserve.
136.859 rentebijschrijving
4.400.263 Via afdracht per verkochte m2 grond; € 25 per m2 voor woningbouw en € 15 per m2 voor bedrijventerreinen.
184.347 Rentebijschrijving
16.368.271 Bij de vaststelling van de notitie reserves en voorzieningen in 2002 is een bedrag afgezonderd voor dekking investeringslasten van een aantal grote projecten. Daarnaast is tot en met het jaar 2005 is de eenmalige vrijval van de investeringslasten van de nieuwbouw Amphion en het integraal huisvestingsplan onderwijs (IHP) toegevoegd aan deze reserve. Ook wordt jaarlijks rente bijgeschreven op deze reserve.
31-12-12 voeding
162
benodigde omvang
Reserve handhaven.
Reserve handhaven
voorstel
Aflopend met hoogte investering
Geen
Geen
Overeenkomstig BBV
Geen
Jaarlijkse investeringslasten
Jaarlijkse investeringslasten van genoemde investering
Reserve handhaven.
Reserve handhaven
Niet nader bepaald
Deze reserve is de tegenhanger van onze gewone aandelen in Vitens. De inbreng van de gemeente Doetinchem bestaat uit 58.752 gewone aandelen met een boekwaarde van € 1,00 per aandeel. De rente komt ten goede aan de exploitatie
Overeenkomstig BBV
Saldo betreft rentebijschtijving, reserve kan worden opgeheven
Reserve handhaven
Reserve handhaven
Deze reserve is de tegenhanger van onze aandelen. Reserve handhaven De rente komt ten goede aan de exploitatie.
Aflopend met investering
De reserve moet gelijk zijn aan de boekwaarde en vermindert parallel aan de boekwaarde van de investering.
Reserve handhaven
Reserve handhaven
Jaarlijkse onttrekking gelijk aan de jaarlijkse lasten Loopt af met de hoogte van een deel van de van een deel van de investering. investering
Ten behoeve van aanvragen voor een voorziening Basis is het integraal huisvestingsplan onderwijs, in onderwijshuisvesting.. welke periodiek wordt bijgesteld of geevalueerd.
Reserve handhaven
Een krediet voor tennishal-Zuid moet ten laste van Niet van toepassing deze reserve gebracht worden. Voor het overige wordt de reserve betrokken in de afwikkeling met Stichting evenementenhal.
Reserve handhaven
Reserve handhaven
Van deze reserve wordt periodiek een planning met Reserve handhaven betrekking tot de toevoegingen en onttrekkingen opgezet.
Aflopend met investering.
Conform meerjarenporgnose van het parkeerfonds Conform meerjarenporgnose van het parkeerfonds
Dekking jaarlijkse investeringslasten
Conform jaarlijks vast te stellen nota voor de komende 10 jaar. Betreft investeringslaste van in nota opgenomen investeringen vnl in de infrastructuur.
Jaarlijkse investeringslasten.
Gedurende 40 jaar (miv 2003) wordt jaarlijks een De reserve moet toereikend zijn om de jaarlijkse afschrijvingslasten op te kunnen vangen. bedrag onttrokken ter afdekking van investeringslasten. De onttrekking is gebaseerd op 8% van het investeringsbedrag en loopt jaarlijks af met de vrijval van de investeringslasten.
onttrekking
reserve WWB
reserve WMO
reserve maatschappelijke opvang lokaal
reserve maatschappelijke opvang regionaal
26
27
28
29
overige bestemmingsreserves reserve burgerzaken
reserve onderwijs achterstand beleid
reserve cultuurhistorisch beleid
reserve jeugdagenda
reserve volkshuisvesting
reserve stimuleringsfonds volkshuisvesting
reserve loonsom
30
31
32
33
34
35
36
reserves overheidstaken
reserves overheidstaken reserve bijzondere bijstand
25
reserves kapitaallasten
Afdekken van overschrijding van de loonsom
Deze reserve is even groot als de middelen die gemeente Doetinchem heeft uitstaan in het Stimuleringsfonds volkshuisvesting.
Reserve tbv verbeteren volkshuisvesting in de brede zin van het woord
Uitvoering van de doelstellingen uit de Doetinchemse jeugdagenda
Opstellen cultuurhistorisch beschrijving als onderdeel van het landschapsontwikkelingsplan voor Doetinchem
Het egalliseren van schommelingen bij de uitvoering van het onderwijsachterstand beleid
Middelen bestemd voor het product burgerzaken, waaronder verkiezingen, paspoorten en rijbewijzen.
Middelen bestemd voor de regionale taak die Doetinchem heeft i.h.k.v. maatschappelijke opvang/huiselijk geweld, OGGz en verslavingszorg
Middelen bestemd voor de lokale taak die Doetinchem heeft i.h.k.v. maatschappelijke opvang/huiselijk geweld, OGGz en verslavingszorg
Reserve is bestemd voor de uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning.
Reserve is bestemd voor de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand (WWB)
Inkomensondersteunend beleid via schuldhulpverlening, de bijdrageregeling en overige inkomensvoorzieningen.
Reserve is bestemd voor het afdekken van een tweetal kredieten tbv verplaatsen instellingen Brewinc en herontwikkeling vastgoed.
24
reserve herontwikkeling vastgoed (verkoop panden de schil)
doel
nr. Omschrijving
528.000
1.789.824
354.061
602.964
0
0
624
1.286.382
553.537
525.224
-16
0
207.637
31.550.493
331.645
1-01-12
163
528.000 Eenmalige storting van bij begroting 2007
1.662.118 Rentebijschrijving
320.738 Geen
594.712 Eigen begrotingsbudgetten t.b.v. punten op de jeugdagenda
Rentebijschrijving
0 Voordelen uitvoering onderwijsachterstand beleid ( deels gevoed uit eigen middelen)
106.851 Saldo van inkomsten en uitgaven op het product burgerzaken, waaronder verkiezingen, paspoorten en rijbewijzen.
1.493.801
337.112 Regionale gelden
476.965 Bij bestemming resultaat jaarrekening 2007.
498.984 Voeding vindt plaats via voordelen op de uitkeringen WRV, hulp bij huishouding en subsidies voormalige AWBZ ten opzichte van de “fictieve” vergoeding door het rijk via de algemene uitkering uit het gemeentefonds.
0 Voeding vindt plaats via voordelen op het inkomensdeel van de WWB.
180.740 Voeding vindt plaats via voordelen op de bijzondere bijstand ten opzichte van de “fictieve” vergoeding door het rijk via de algemene uitkering uit het gemeentefonds.
29.735.717
331.167 Deel verkoopopbrengsten div. panden
31-12-12 voeding
Gelijk aan nog te verwachten uitgaven bij genoemde kredieten
benodigde omvang
De bovengrens ivan de reserve WWB is bepaald op 10% van het jaarbudget
Niet nader bepaald
Niet nader bepaald
Conform financieel kader in jeugdagenda
Geen
Geen
Overeenkomstig doel
In de raad van september 2009 is een verdeling gemaakt voor de inzet van deze middelen in dit fonds.
Overeenkomstig doel
De gemeente neemt deel in het het revolving fund (RF) van de stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn). De gemeente kan aanwijzingen doen voor welke projecten de middelen (leningen) uit het RF inzetten.
Over de aanwending is overleg geweest, dat nog Op het saldo liggen nog een tweetal claims tbv in definitieve afspraken moet worden gegoten (bij kwaliteitsimpuls openbare ruimte en de prestatie-afspraken met Sité). monumenten/cultuurhistorie.
Uitgaven conform jeugdagenda
Geen
Nadelen uitvoering onderwijsachterstand beleid
Saldo van inkomsten en uitgaven op het product Niet nader bepaald burgerzaken, waaronder verkiezingen, paspoorten en rijbewijzen.
Regionale gelden
Uitgaven overeenkomstig doelstelling.
Onttrekking vindt plaats bij nadelen op de Niet nader bepaald uitkeringen ten opzichte van de “fictieve” vergoeding door het rijk via de algemene uitkering uit het gemeentefonds.
Onttrekking vindt plaats bij nadelen op het inkomensdeel van de WWB danwel ten behoeve van werkgelegenheids-projecten.
Onttrekking vindt plaats bij nadelen op de Ten behoeve van minimabeleid bijzondere bijstand ten opzichte van de “fictieve” vergoeding door het rijk via de algemene uitkering uit het gemeentefonds.
Afdekking kosten genoemde kredieten
onttrekking
Reserve handhaven
Reserve handhaven
Reserve handhaven
Reserve handhaven
Reserve bij jaarrekening 2010 opgeheven
Reserve bij jaarrekening 2010 opgeheven
Reserve handhaven
Reserve handhaven voor maatschappelijke opvang, huiselijk geweld, OGGZ en verslavingszorg
Reserve handhaven voor maatschappelijke opvang, huiselijk geweld, OGGZ en verslavingszorg
Reserve handhaven
Bij begrotingsbehandeling 2014 mogelijk combineren met reserve WMO tot een gecombineerde reserve voor het gehele sociaal domein
Reserve handhaven
Reserve handhaven
voorstel
reserve omzettaakstelling
38
Besteding aan doelstellingen op het gebied van cultuur, welzijn, ict, sport of educatie. Invulling dient zo te gebeuren dat de herkomst en aard van de bijdrage transparant en herkenbaar is voor het publiek.
voorziening afvalverwerking
voorziening rioolbeheer
voorziening bouwvergunningen
voorziening compensatie bomen-natuur
voorziening afkoopsommen begraafplaatsen
voorziening site
40
41
42
43
44
45
voorzieningen door derden beklemd
voorzieningen door derden beklemd voorziening upc-gelden
39
Voorziening vooruitontvangen bedragen Site tbv project Oosseld
De voorziening dient ter afdekking van de jaarlijkse kosten voor onderhoud op de begraafplaatsen
Voor bomen en natuur
Het egaliseren van schommelingen in de opbrengsten bouwleges
Het egaliseren van sterk schommelende uitgaven in het kader van onderhoud, vervanging en verbetering van het rioleringsstelsel met als effect dat een nagenoeg stabiel rioolrecht wordt gehanteerd.
Het egaliseren van de uitgaven en inkomsten die in het kader van afval- inzameling en verwerking worden gemaakt met als effect dat een nagenoeg stabiel tarief afvalstoffenheffing wordt gehanteerd.
7.020.929
246.020
1.387.629
73.357
98.716
4.166.175
1.026.825
22.208
68.968.114
TOTAAL RESERVES
Voorzieningen
38.610.970
3.275.473
0
0
1-01-12
Totaal bestemmingsreserves
overige bestemmingsreserves
Afdekken risico woningbouwprojecten
reserve spaarrisico grexen
37
Afdekken omzetverlies agv lagere benodigde ureninzet eigen personeel in relatie met inkrimping formatie tlv grondexploitaties
doel
nr. Omschrijving
7.875.926
105.233 Site
1.289.702 Jaarlijks ontvangen afkoopsommen in verband met onderhoudsrecht graven.
209.203 Derden
3 Voordelen opbrengst bouwleges versus uitgaven m.b.t. bouwvergunningen
4.828.622 Overschotten op de exploitatie- en investerings-kosten voor riolering.
1.420.955 Overschotten op de jaarlijkse kosten en inkomsten op het product afval
Overeenkomstig doel
benodigde omvang
Gemeente
Onttrokken worden de lasten die wij hebben voor onderhoud van de begraafplaats.
Bomen en natuur
Nadelen opbrengst bouwleges versus uitgaven m.b.t. bouwvergunningen
Tekorten op de exploitatie- en investeringskosten voor riolering.
Tekorten op de jaarlijkse kosten en inkomsten op het product afval
N.v.t.
De voorziening moet toereikend zijn om jaarlijks de lasten in de exploitatie op te kunnen vangen.
N.v.t.
Niet nader bepaald.
Op basis van meerjarenplanning.
ondergrens niet nader bepaald, maar als wel op € 350.000 zijnde 5% van de jaarlijkse omzet
N.v.t.
werkelijk omzetverlies op personele inzet ten laste Totaal 2,5 mln beschikbaar van grexen periode 2012 tm 2015
Overeenkomstig doel
onttrekking
22.208 Vergoeding die we ontvingen van upc in 2005 Besteding conform doel t/m 2009
69.070.288
45.583.101
11.700.419
2.088.000 vanuit reserve spaarrisco grexen
6.400.000 oorspronkelijk bedrag 29 mln voeding via algemene reserve/res.
31-12-12 voeding
164
Voorziening handhaven
Voorziening handhaven
Voorziening handhaven
Voorziening handhaven
Relatie met GRP cq tarief brede rioolheffing. Voorziening handhaven
Relatie met tarief afvalstoffenheffing. Voorziening handhaven
Voorziening handhaven
Reserve handhaven
Reserve handhaven
voorstel
9.456.072
0
Werkgevers in de sector Overheid en Onderwijs zijn eigenrisicodrager voor de Werkloosheidswet (WW)
TOTAAL VOORZIENINGEN
garantieoorziening eigen risicodrager WW
54
0
Ten behoeve van grondexploitatie
50.000
500.000
200
2.039.642
vorrzieningen Ruimzicht en Wijnbergen
53
Ten behoeve van uitgaven mogelijke terruggave gewaarborgde geldlening(en)
Ten behoeve van FLO brandweerpersoneel
Voorziening gevormd om te kunnen voldoen aan de aangegane verplichtingen bij de verzelfstandiging van het Rietveld Lyceum en de Praktijkschool Rozengaarde
voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico
voorziening flo brandweer
garantievoorziening gewaarborgde geldleningen
51
52
voorziening bruidschat onderwijs
50
320.525
Wachtgeld/outplacement voorziening wethouders
49
Deze voorziening is gevormd om aan wachtgeldverplichtingen, pensioennopbouw en outplacementkosten van wachtgelders te voldoen
1.168.917
voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico pensioenvoorziening wethouders De voorziening wordt gevormd voor wethouderspensioenen ingaande 2011
48
348.511
46.989
1-01-12
395.500
voorziening meerjarenplanning onderwijsgeb.mop
47
Het egaliseren van jaarlijks sterk wisselende kosten ten behoeve van het onderhoud van gemeentelijke gebouwen. (muv schoolgebouwen). Het egaliseren van jaarlijks sterk schommelde onderhoudskosten van gemeentelijke schoolgebouwen.
doel
voorzieningen onderhoud
voorzieningen onderhoud voorziening onderhoudsfonds gem.gebouwen (pogg)
46
nr. Omschrijving
Werkelijke jaarlijkse onderhoudskosten aan gemeentelijke gebouwen
onttrekking
11.868.767
3.592.894
165
1.007.888 Bij vaststelling jaarrekening 2012
239.000 Bij vaststelling jaarrekening 2012
38.415 Bij vaststelling jaarrekening 2011
500.000 Bij 2e financële monitor 2010
200 Betalingen bruidschat
359.432 Jaarlijks storting/onttrekking t.l.v. exploitatiebegroting op basis van geactualiseerde berekeningen gelijk aan de duur van 2 raadsperioden, ofwel 8 jaar
1.447.959 Jaarlijks storting/onttrekking t.l.v. exploitatiebegroting op basis van geactualiseerde berekeningen gelijk aan de duur van 2 raadsperioden, ofwel 8 jaar
399.947
Jaarlijks storting/onttrekking op basis van geactualiseerde berekeningen.
Risico grondexploitatie
Bij vaststelling jaarrekening 2011
Gebruik FLO
Geen
Jaarlijks storting/onttrekking t.l.v. exploitatiebegroting op basis van geactualiseerde berekeningen gelijk aan de duur van 2 raadsperioden, ofwel 8 jaar
Jaarlijks storting/onttrekking t.l.v. exploitatiebegroting op basis van geactualiseerde berekeningen gelijk aan de duur van 2 raadsperioden, ofwel 8 jaar
399.947 Jaarlijks vaste dotaties per onderwijsgebouw. Werkelijke jaarlijkse onderhoudskosten aan schoolgebouwen.
0 Jaarlijks (geindexeerde) dotaties per gemeentelijk gebouw.
31-12-12 voeding
Jaarlijks storting/onttrekking op basis van geactualiseerde berekeningen.
Risico grondexploitatie
Afgewikkeld in 2012
Afhankelijk van gebruikname FLO
Afgewikkeld
Overeenkomstig jaarlijkse geactualiseerde berekeningen
Overeenkomstig jaarlijkse geactualiseerde berekeningen
Op basis van meerjarenplanning.
Op basis van meerjarenplanning.
benodigde omvang
Voorziening handhaven
Voorziening handhaven
Voorziening opheffen
Voorziening handhaven
Voorziening opheffen
Voorziening handhaven.
Voorziening handhaven.
Voorziening handhaven
Overgeheveld naar reserve pogg, wordt betrokken bij vastgoedfonds.
voorstel
166
Hoofdstuk 6 Verantwoording in het kader van Single information single audit
Ontvanger
Juridische grondslag
Nummer D1
Specifieke uitkering
Departement OCW
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2012 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa
Besteding (Jaar T) Regionale meld- en coördinatiecentra voortijdig schoolverlaten Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten
Aard controle R Indicatornummer: D1 / 01
Gemeenten OCW
D9
€ 797.399 Besteding (jaar T) aan voorzieningen voor voorschoolse educatie die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen (conform artikel 166, eerste lid WPO)
Onderwijsachterstanden beleid 2011-2014 (OAB)
Gemeenten
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 01
I&M
E11B
€ 76.446 Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie
Nationaal Samenwerkingsprogram ma Luchtkwaliteit (NSL) SiSa tussen medeoverheden
Opgebouwde reserve ultimo (jaar T-1)
I N D I C A T O R E N
Aard controle R Indicatornummer: D1 / 02
€ 393.255 Besteding (jaar T) aan overige activiteiten (naast VVE) voor leerlingen met een grote achterstand in de Nederlandse taal (conform artikel 165 WPO)
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 02
€ 92.418 Besteding (Jaar T) ten laste van provinciale middelen
Besteding (jaar T) aan afspraken over voor- en vroegschoolse educatie met bevoegde gezagsorganen van scholen, houders van kindcentra en peuterspeelzalen (conform artikel 167 WPO) Aard controle R Indicatornummer: D9 / 03
€0 Besteding (jaar T) ten laste van eigen middelen
Opgebouwde reserve ultimo (jaar T-1) Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie. Aard controle nvt Indicatornummer: D9 / 04
€0 Besteding (jaar T) ten laste van bijdragen door derden = contractpartners (niet rijk, provincie of gemeente)
Besteding (jaar T) ten laste van rentebaten gemeente op door provincie verstrekte bijdrage NSL
Eindverantwoording Ja/Nee
Provinciale beschikking en/of verordening Gemeenten en gemeenschappelijke regelingen (Wgr) (SiSa tussen medeoverheden) Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E11B / 01
Aard controle R Indicatornummer: E11B / 02
Aard controle R Indicatornummer: E11B / 07
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E11B / 08
1 2008-002255 €0 Teruggestort/verrekend in (jaar Toelichting T) in verband met niet teruggestort/verrekend uitgevoerde maatregelen
I&M
E27B
€0 Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie
Brede doeluitkering verkeer en vervoer SiSa tussen medeoverheden
Besteding (jaar T) ten laste van provinciale middelen
€0
Aard controle R Indicatornummer: E11B / 03
Overige bestedingen (jaar T)
€0
Aard controle R Indicatornummer: E11B / 04
Toelichting afwijking
€0
Aard controle R Indicatornummer: E11B / 05
Eindverantwoording Ja/Nee
Provinciale beschikking en/of verordening Gemeenten en Gemeenschappelijke Regelingen
SZW
G1C-1
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 01
Aard controle R Indicatornummer: E27B / 02
Aard controle R Indicatornummer: E27B / 03
1 2010-016988 2 2011-015735 3 2011-008652
€ 112.446 € 14.122 € 182.901
€ 112.446 € 4.707 € 504.181
4 5 6 7 8
€ 22.416 € 210.023 €0 €0 € 4.906 Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand in (jaar T), uitgedrukt in arbeidsjaren;
€ 33.779 € 292.424 €0 €0 € 4.906
Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Gemeentedeel 2012 Wet sociale werkvoorziening (Wsw)
2012-009958 2012-010999 2012-011378 2012-011877 2012-017908 Het totaal aantal geïndiceerde inwoners per gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december (jaar T);
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 04
Uitvoeringskosten iets gunstiger dan geraamd. Voorbereiding en toezicht iets hoger dan geraamd.
Ja Ja Ja
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 05
Nee Nee Nee Nee Nee
Gemeenten verantwoorden hier alleen het gemeentelijk deel indien er in (jaar T) enkele exclusief deel openbaar exclusief deel openbaar of alle inwoners werkzaam lichaam lichaam zijn bij een Openbaar lichaam o.g.v. de Wgr. Aard controle R Aard controle R Indicatornummer: G1C-1 / 01
SZW
G1C-2
0,00 Hieronder per regel één gemeente(code) uit (jaar T-1) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Alle gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T-1). (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa (jaar T-1) regeling G1B + deel gemeente uit (jaar T-1) regeling G1C-1)
Indicatornummer: G1C-1 / 02
0,00 Het totaal aantal geïndiceerde inwoners per gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december (T-1);
Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand in (jaar T1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
Het totaal aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen voor geïndiceerde inwoners in (T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
inclusief deel openbaar lichaam inclusief deel openbaar lichaam inclusief deel openbaar lichaam inclusief deel openbaar lichaam Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G1C-2 / 01
1 0222 (Doetinchem)
Aard controle R Indicatornummer: G1C-2 / 02
567,25
25,04
Aard controle R Indicatornummer: G1C-2 / 03
168
Aard controle R Indicatornummer: G1C-2 / 04
395,66
Aard controle R Indicatornummer: G1C-2 / 05
32,51
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E11B / 06
Nee
SZW
G2
I Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB
Besteding (jaar T) algemene bijstand
Baten (jaar T) algemene bijstand (exclusief Rijk)
I.1 WWB: algemene bijstand Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr. I. 2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr. I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr. I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004) Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr. I. 5 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK)
SZW
G3
Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr. Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 01
€ 13.140.148 Besteding (jaar T) IOAW
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 03
€ 562.109 Besteding (jaar T) IOAZ
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 05
€ 80.164 Besteding (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 07
€ 80.412 Baten (jaar T) WWIK (exclusief Rijk)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 02
€ 267.197 Baten (jaar T) IOAW (exclusief Rijk)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 04
€0 Baten (jaar T) IOAZ (exclusief Rijk)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 06
€0 Baten (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
€ 10.240
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 08
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 09
€0 Besteding (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob)
Besteding (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob)
Baten (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief Rijk)
Baten (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob) (exclusief Rijk)
Besteding (jaar T) aan Besteding (jaar T) Bob onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob)
Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) 2004 Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr. SZW
G5
Wet participatiebudget (WPB)
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 01
€ 36.823 Baten (jaar T) Bob (exclusief Rijk)
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 07
€0 Besteding (jaar T) participatiebudget
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 02
€ 299.637 Besteding (jaar T) aan uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004
€ 4.796
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 03
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 04
€ 85.474
Waarvan baten (jaar T) van educatie bij roc’s
Besteding (jaar T) Regelluw
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 08
€0 Waarvan besteding (jaar T) van educatie bij roc's
Baten (jaar T) (niet-Rijk) participatiebudget
Wet participatiebudget (WPB) Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 01
€ 3.333.639 Het aantal door de gemeente in (jaar T) ingekochte trajecten basisvaardigheden
Aard controle D1 Indicatornummer: G5 / 06
VWS
H10_2010
Brede doeluitkering Centra voor Jeugd en Gezin (BDU CJG)_Hernieuwde uitvraag 2008 tot en met 2011 Tijdelijke regeling CJG Gemeenten
192 Besteding 2008 aan jeugdgezondheidszorg, maatschappelijke ondersteuning jeugd, afstemming jeugd en gezin en het realiseren van centra voor jeugd en gezin.
Aard controle R Indicatornummer: H10_2010 / 01
€ 666.054
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 05
€ 207.076
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 02
€ 340.312 Het aantal door volwassen inwoners van de gemeente in (jaar T) behaalde NT2certificaten, dat niet meetelt bij de output-verdeelmaatstaven uit de verdeelsleutel van Onze Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel.
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 03
Dit onderdeel is van toepassing voor gemeenten die in (jaar T-1) duurzame plaatsingen van inactieven naar werk hebben gerealiseerd en verantwoord aan het Rijk.
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 04
€ 194.597
€0
Besteding 2010 aan jeugdgezondheidszorg, maatschappelijke ondersteuning jeugd, afstemming jeugd en gezin en het realiseren van centra voor jeugd en gezin.
Besteding 2011 aan jeugdgezondheidszorg, maatschappelijke ondersteuning jeugd, afstemming jeugd en gezin en het realiseren van centra voor jeugd en gezin.
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 05
Aard controle D1 Indicatornummer: G5 / 07
59 Besteding 2009 aan jeugdgezondheidszorg, maatschappelijke ondersteuning jeugd, afstemming jeugd en gezin en het realiseren van centra voor jeugd en gezin.
Aard controle R Indicatornummer: H10_2010 / 02
€ 829.992
Aard controle R Indicatornummer: H10_2010 / 03
€ 1.098.101
169
Aard controle R Indicatornummer: H10_2010 / 04
€ 1.394.210
Is er ten minste één centrum voor jeugd en gezin in uw gemeente gerealiseerd in de periode 2008 tot en met 2011? Ja/Nee
Aard controle D1 Indicatornummer: H10_2010 / 05
Ja
€0
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 06
170
Bijlagen
172
Hoofdstuk 7 Controleverklaring accountant
174
175
176
177
178
Hoofdstuk 8 Besluit
180
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Doetinchem in de openbare vergadering van 27 juni 2013.
De griffier,
De voorzitter,
Deze rekening is na vaststelling door de raad ter kennisname voorgelegd aan Gedeputeerde Staten van Gelderland.
181
182
Hoofdstuk 9 Informatieve bijlagen niet behorend bij accountantsoordeel
184
Algemene reser ve met toelichting
186
Algemene reserve bedrijfsvoering De algemene reserve dient onder meer ter dekking van risico’s die onverhoopt uitkomen. Door deze reserve komt de gemeente niet plotseling in financiële nood als zich onverwacht calamiteiten voordoen. Het hebben van (voldoende) reserve wordt beschouwd als een belangrijke voorwaarde voor een financieel gezonde gemeente. In de begroting 2012 heeft de raad de bandbreedte voor de algemene reserve vastgesteld op een minimum van € 11 miljoen en een maximum van € 13 miljoen. Boven de maximum norm van € 13 miljoen wordt afgeroomd om te sparen voor de risicoreserve grondexploitaties. In de begroting 2013 is echter besloten om meer en sneller te sparen voor de grondexploitatie uit de algemene reserve. Om dat te realiseren mag de algemene reserve incidenteel onder de € 13 miljoen dalen. Wel hebben we afgesproken dat we boven de ondergrens blijven van € 11 miljoen. De resultaten uit de jaarstukken 2012 leveren een voordeel op voor de algemene reserve. Een deel betreft verschuivingen van de jaarschijf 2012 naar 2013. Die leest u onder de punten 3, 4, 5, 7. Daarnaast zijn er voordelige resultaten die leiden tot verbetering voor de algemene reserve (met circa € 1,1 miljoen). Zie daarvoor de punten 8, 9. In onderstaand overzicht informeren we u over de ontwikkeling van de algemene reserve in de periode 2012-2016, na het verwerken van de resultaten jaarstukken 2012. Wel dient erbij te worden aangetekend dat in 2012 nog geen aanvulling uit de algemene reserve heeft plaatsgevonden aan de reserve grondexploitatie (cascademodel). Dit, in afwachting van de actualisatie grondexploitatie 2013.
Toelichting op de posten uit het overzicht 1. tand per 1 januari De prognose van de reserve start met het saldo per 1-1-2012 uit de begroting 2013. 2. rente De algemene reserve is volledig rentedragend op basis van de omslagrente. De opbrengsten worden toegevoegd aan de reserve. Door de volledige rentekosten toe te rekenen maakt het voor de begroting niet uit of we met geld uit de algemene reserve financieren of extern geld aantrekken. We betalen daarvoor dezelfde rente. Met deze werkwijze zorgen we ervoor dat de algemene reserve volledig vrij inzetbaar is, zonder gevolgen voor de lasten in de exploitatiebegroting.
187
3. Verkoop gemeentepanden: nadeel in 2012 € 1,2 miljoen. Taakstelling in 2013. Deze taakstelling is de som van eerder vermelde afzonderlijke taakstellingen op gebouwen: peuterspeelzalen coach+ € 540.000, onttrekking reserve kunstwerken € 40.000, verkoop panden de Schil € 1.750.000. Totaal € 2.330.000. In 2011 is hiervan € 1.173.000 ingevuld door verkoop van gebouwen. Vanaf 2012 resteert nog een taakstelling van € 1.157.000. In 2012 hebben we geen gemeentelijke panden verkocht. De taakstelling wordt doorgeschoven naar 2013. Deze wordt betrokken bij de brainstorming over het Vastgoedfonds. 4. Voorbereidingskrediet Oostelijke randweg: voordeel in 2012 € 1 miljoen. Besteding in 2013. In de 2e financiële monitor 2009 heeft de raad besloten om een voorbereidingskrediet vast te stellen die gedekt wordt uit de algemene reserve. In 2012 zijn een deel van de kosten voor dit project gemaakt. Het niet bestede deel wordt gereserveerd voor 2013 en volgende jaren voor de verdere uitvoering van het project. 5. Verkeer Doetinchem Noord, fase 1: voordeel in 2012 € 0,4 miljone. Besteding in 2013. Dit betreft een krediet dat de raad bij besluit van juni 2010 beschikbaar heeft gesteld voor de uitvoering van fase 1 voor verkeersmaatregelen in Doetinchem Noord. In 2012 zijn geen kosten geboekt ten laste van dit krediet. Het bedrag blijft gereserveerd voor 2013 en volgende jaren. 6. Toevoeging risicoreserve grexen In de voorjaarsnota 2011 is besloten tot het instellen van een spaarrisicoreserve grondexploitaties van € 29 miljoen. De geraamde bijdrage uit de algemene reserve wordt gedoteerd. 7. Projectmatige bestemmingsvoorstellen 2011: voordeel in 2012 € 0,7 miljoen. Bestemming in jaarrekening 2012 € 0,7 miljoen (zie post 9). Per saldo budgettair neutraal in 2012. Dit is een administratief technische verrekening die het gevolg is van boekhoudkundige voorschriften van het rijk (BBV). Een deel van de bestemmingsvoorstellen uit de jaarrekening 2011 zijn in 2012 nog niet besteed. Dat leidt “boven de streep” tot een voordeel van € 0,7 miljoen. De projecten lopen echter door in 2013. Dan worden de budgetten alsnog besteed. Daarom wordt het bedrag onder de streep als nadeel opgenomen. Zie post 9 in het overzicht. Per saldo dus budgettair neutraal in de algemene reserve. 8. Saldi meerjarenperspectief 2011-2016 De saldi van het financieel meerjarenperspectief 2011-2016 worden gemuteerd op de algemene reserve. In de kolom 2012 werkelijk is een lagere bijdrage ten opzichte van de begroting opgenomen van € 0,5 miljoen. Dit voordeel ontstaat hoofdzakelijk door de zgn. Escrowuitkering als gevolg van de verkoop van de Nuon aandelen. De escrow is het deel van de verkoopsom dat eerder als risicobuffer door Vattenfall is achtergehouden. De Commissie BBV die namens het rijk richtlijnen heeft verstrekt, heeft aangegeven dat de gemeenten de Escrow-uitkering als opbrengst mogen verantwoorden zodra deze daadwerkelijk is uitgekeerd. 9. Jaarrekening 2012 Post a: de resultaten van de jaarrekening worden gemuteerd op de algemene reserve. Post b: bij de vaststelling van de jaarrekening 2012 neemt de raad ook bestemmingsbesluiten die worden gedekt uit de algemene reserve. Post c: zie de toelichting bij post 7.
188
Ombuigingen
190
191
Hieronder treft u de monitor ombuigingen bij de jaarstukken 2012 aan. De mutaties ten opzichte van de begroting 2012 zijn allemaal eerder al verwerkt in de voorjaarsnota 2012 / begroting 2013 en de 1e en 2e financiële monitoren 2012. De mutaties zijn in die p&c documenten uitgebreid toegelicht. In deze jaarstukken beperken we ons tot het overzicht met de weergave van de totalen van de ombuigingen na de verwerking van alle mutaties op de begroting 2012. Conclusie is dat de geraamde bezuinigingen 2012 van per saldo € 5,3 miljoen zijn gerealiseerd. Enkele bezuinigingsopdrachten zijn niet in 2012 gerealiseerd maar worden verschoven naar komende jaren. De raad heeft besloten om de toeristenbelasting niet in te voeren. Over alle bezuinigingen die niet in 2012 zijn gerealiseerd heeft de raad besloten in de begroting 2013 (jaarschijf 2012) en de financiële monitoren 2012. In onderstaand overzicht worden de aanpassingen vermeld.
Monitor ombuigingen bij jaarstukken 2012
192
Samenvatting monitor ombuigingen
193
194
Kredieten
196
Doorlichting kredieten Analyse van de kredieten Alle lopende kredieten in 2012 zijn financieel doorgelicht. Ook is gekeken naar de stand van zaken qua uitvoering. Wij verwijzen u naar de toelichting bij de diverse lopende kredieten in de bijlage kredieten. Het totale bedrag aan verleende kredieten bedroeg afgerond € 163 miljoen. Hiervan is inmiddels afgerond € 95 mln. geïnvesteerd in de afgelopen jaren. Per 1-1-2013 staat nog een investeringsbedrag open van € 68 mln. Enkele grote nog lopende projecten zijn de aanleg van de oostelijke randweg (€ 27 mln) en de nieuwbouw van de brandweerkazerne (€ 8,6 mln). Daarnaast betreft het met name investeringen op het gebied van riolering, onderwijshuis-vesting, GSO-4 projecten, robuust groen en (kleinere) infrastructurele projecten. Een aantal inmiddels afgeronde kredieten zijn overschreden. In de meeste gevallen geldt hier dat de hogere uitgaven gedekt werden door hogere inkomsten door o.a. subsidies en bijdragen van derden of konden deze gedekt worden binnen de beschikbare middelen (o.a middelen mobiliteitsplan) in de gemeentebegroting. Wel zijn er bij een tweetal projecten (parkeergarage Lookwartier en centrumvoorziening Oosseld) nog onzekerheden ten aanzien van de bijdragen van derden of grondverkopen. Mocht dit leiden tot afwijkingen zullen wij u hierover inlichten via de financiële monitor of jaarrekening. Huisvestingskredieten; Stadhuisplein, Stadhuis, Zorgplein en Havenstraat Het project huisvesting gemeentelijke organisatie kent verschillende deelprojecten / kredieten: Stadhuisplein, Stadhuis, Zorgplein en Havenstraat. De totale kredietruimte bedraagt € 16.532.073. De verbouwingsfase van het Stadhuisplein, het Stadhuis en het Zorgplein is afgerond en daarmee worden deze kredieten ook afgesloten. Per saldo bedraagt de overschrijding op deze kredieten € 188.455, dit is 1,4%. Het huisvestingsproject Havenstraat wordt naar verwachting medio 2013 afgerond. Hieronder geven wij een verantwoording over verschillende deelkredieten. Het krediet verbouw/nieuwbouw Stadhuis sluit met een onderschrijding van € 211.911 Dit voordeel zou veel groter zijn geweest als de verbouwingsfase continuïteit had gekend. Als gevolg van faillissementen moesten nieuwe aanbestedingen plaatsvinden. Voor het begeleidingsproces en alle ander huisvestingzaken zijn daardoor beduidend meer kosten gemaakt. Door het faillissement van de aannemer en onderaannemer kan geen beroep worden gedaan op de garantiefase. Voor de inregeling en de optimalisatie van de klimaatinstallatie is na de oplevering altijd een beoordelingsperiode van een 1 jaar aangehouden. Lopende het jaar werden beperkingen en onvolkomenheden geconstateerd. Echter met het faillissement kunnen deze niet meer neergelegd worden bij de aannemer. Voor de beperkingen in de klimaatinstallatie en de benodigde bouwfysische aanpassingen moet voor 2013 en 2014 worden gerekend met extra uitgaven. De aanpassingen worden geprioriteerd en zullen afhankelijk van hun effecten op het klimaat beoordeeld worden en volgtijdelijk worden uitgevoerd. Voor 2013 en 2014 verwachten we respectievelijk € 150.000 en € 100.000 nodig te hebben. In de financiële monitoren van die jaren zullen we de werkelijke kosten verantwoorden en daarvoor zo nodig aanvullend krediet vragen met dekkingsvoorstel.
197
De verbouwing van het Zorgplein leidde tot een overschrijding van € 407.709 Deze verbouwing kende ook enkele tegenvallers. De splitsingskosten werden hoger dan verwacht en de klimaatinstallatie vroeg om grotere aanpassingen dan aanvankelijk verwacht. De verbouwing van het Stadhuisplein sluit met een kleine onderschrijding van
€ 7.343
Het huisvestingsproject Havenstraat wordt medio 2013 afgerond. Mogelijk dat het project sluit met een klein nadeel. We verwachten in de financiële monitor 2013 dit krediet af te sluiten met bij behorende toelichting en indien nodig met een voorstel tot financiële dekking van een eventueel extra investeringslasten. Conclusie lopende kredieten Ten aanzien van de nog lopende kredieten per 1-1-2013 verwachten wij (met de kennis van dit moment) dat deze binnen de daarvoor beschikbare kredieten kunnen worden uitgevoerd.
198
Bijlagen grondexploitaties
200
Reserve bouwgrondexploitaties Bedragen x € 1.000 prognose
einde STAND 1 januari
jaar 2012
jaar 2013
7.043
Bestemingrekeningsaldo 2011
jaar 2014
jaar 2015
jaar 2016
5.237
5.251
6.163
5.758
202
Rente bijschrijving
89
89
105
98
Dichteren
dec-12
91
183
-
-
-
Burg. v Nispenstraat
dec-12
(48)
-
-
-
Bedrijven Wijnbergen
dec-12
(2.620)
-
-
-
Hamburgerbroek alg
dec-12
-
-
-
TCC Kennedylaan
dec-12
(657)
-
-
-
Veemarkt
dec-13
214
-
-
Spinbaan Brewinc
dec-13
-
59
-
-
-
Sportpark Zuid brandw
dec-13
-
(454)
-
-
-
Norman Belvealstr
dec-14
-
-
59
-
-
Grondwal Bedrijvenw
dec-14
-
1.221
-
-
Revital. Verheulsweide
dec-14
-
-
54
-
-
Bethlehemstraat
dec-14
-
-
(162)
-
-
Pelgrimterrein gnd
dec-14
-
-
(550)
-
-
Vredestein Hamburgerbr
dec-14
-
-
16
-
-
t Lookwartier (incl SOK)
dec-15
Heelweg
dec-16
Heideslag (1e fase)
dec-17
-
-
Hamburgerbroek Zuid
dec-17
-
-
-
-
-
Wynbergen EVZ
dec-17
-
-
-
-
-
Wynbergen MidWest
dec-17
-
-
-
-
-
Vijverberg Zuid
dec-19
-
-
Bedrijverterrein A18 (1e fase)
dec-22
-
-
Hbb Ijsseloevers
dec-23
-
-
772
(2.903) -
-
Kostenplaats grondexploiaties
(160)
Afwaardering Grond
(748)
Extra tbv voorzieingen Ontrekking rente tbv voorzieningen Beschikkking voorzieningen
STAND 31 december
-
(8.363) 6.400
(175) (356)
(175) (351)
(175) (335)
(379)
(175) (217)
-
3.780
712
2.903
379
5.237
5.251
6.163
5.758
5.465
201
Voorzieningen grondexploitaties Bedragen x € 1.000 Projecten
Boekwaarde 1/1/2011
Onttrekking 2012l
Stortingen rente
Boekwaarde 31/12/2012
actualisatie
taskforce
Hbb Ijsseloevers
2.588
0
32
449
4.500
7.570
Bedrijven Wijnbergen
2.471
0
31
118
0
2.620
Pelgrimterrein gnd
440
0
5
57
0
502
Bethlehemstraat
140
0
2
6
0
148
3.484
-3.645
160
0
0
0
791
0
36
-170
0
657
Wynbergen Oosten TCC Kennedylaan
0
0
0
48
0
48
2.423
0
30
83
2.300
4.837
Sportpark Zuid brandw
316
0
4
114
0
434
Bedrijverterrein A18 (1e fase)
224
0
3
397
0
624
Heelweg
200
0
2
114
0
317
Norman Belvealstr
90
0
1
-91
0
0
Wynbergen MidWest
27
0
0
78
0
105
Tasforce 2011
15.000
-15.690
690
0
0
0
Vijverberg Zuid
0
0
0
0
200
200
Burg. v Nispenstraat t Lookwartier (incl SOK)
Heideslag
0
0
0
0
1.000
1.000
28.194
-19.335
998
1.204
8.000
19.062
202
35%
203
204
205
Specificatie grond niet in exploitatie (strategische gronden) REKENINGSRESULTAAT
Bedragen x € 1.000 Project
Boekwaarde Mutaties 2012 1/1/2012
Afwikkeling Openbaar gebied
Afwaardering 2012
Extra Afwaardering 2012 naar € 6 per m2
Afsluiting project
Boekwaarde 31/12/2012
oppervlakte m2
waarde per m2
omschrijving
Strategische gronden: 11.006
1.850
88
-12.200
-106
637
106133
€ 6,00 zie voorziening
664
622
152
-1.285
-22
131
21780
€ 6,00 zie voorziening
De Veentjes
80
58
-4
-15
90
15000
€ 6,00
Wonen op het Randje
53
3
-3
-8
45
7500
€ 6,00
Holterhoek
25
-49
49
-4
22
3600
€ 6,00
De Pas 't Straatje
18
1
-1
-3
16
2600
€ 6,00
Richtersbos Noord
104
5
-5
-15
89
14794
€ 6,00
Doesburgseweg
129
5
-5
-18
110
18400
€ 6,00
28
1
-1
-4
24
3995
€ 6,00
424
17
-17
-61
363
60578
€ 6,00
58
2
-2
-8
50
8315
€ 6,00
Heideslag 2e fase
760
34
-34
-109
651
108514
€ 6,00
Hoofdstraat
766
25
-560
-2
12
1945
€ 6,00
Wynbergen Wonen oosten Ruimzicht
Lamsweerde Nieuwe Kerkweg Europaweg Recr voorz.
-29
217
Keppelseweg sub totaal
14.113
2.574
-14.068
-373 0
-29
nog overdragen aan accomomadies
2.456
Niegg Bethlehemstraat Missetstraat A18 Bedrijvenpark 2e fase
310
16
0
-2.128
1.579
0
9.711
875
0
0
22.006
5.043
-14.068
-373
326 772
2800
223 10.586
€ 116,30 is een grondexploitatie geopend en vastgesteld en voor nog overdragen aan accomomadies
198340
€ 53,37 risico met deelnemende gemeente, voor de 2de fase is een sluitende grondexploitatie gecalculeerd
239
743
206
13.590
Totaal overzicht verloop mutaties 2012 grondexploitaties Bedragen x € 1.000 Projecten
Boekwaarde 1/1/2012
Verwervingen act 0
Bouwrijp maken act 1
Plan en VAT kosten act 2
Woonrijp maken act 3
Diverse kosten act 4
Rente en Beheer act 5
Overige opbrengsten act 6
Resu.laat
Grond verkopen act 7
act 6
Boekwaarde 31/12/2012
Gronden niet in exploitatie Strategische gronden De Veentjes Ruimzicht
2.469
0
3
1
0
0
94
-50
0
0
21
0
0
8
25
-828 -29
0
-25
0
0
-1.000
-1.307
0
-21
0
549
0
223
664
0
1
16
0
1.575
30
1.688
Wijnbergen Het Oosten
11.006
0
0
-42
0
1.936
498
-543
-12.306
Hamburgerbroek algemeen
-2.128
0
0
1
0
1.677
-99
0
772
310
0
0
0
0
0
15
0
0
326
9.711
526
0
4
0
0
345
0
0
10.586
Bethlehemstraat Bedrijventerrein A18 2e fase
Gronden in exploitatie 10.903
0
42
93
1
310
-225
-114
-2.200
-713
8.096
Heideslag
7.415
140
319
133
14
156
332
-723
-400
-1.132
6.254
HBB IJsseloevers
6.821
0
0
133
0
8
321
-913
-700
0
5.669
Heelweg
1.691
0
8
81
59
484
85
246
-1.309
0
1.345
Lookwartier
3.901
198
211
61
43
163
194
-3
-400
0
4.369
Veemarkt
822
0
0
27
0
38
30
-33
-495
390
Dichteren
-653
0
0
44
0
19
-25
0
0
-615
Burg. van Nispenstraat
-176
0
5
-10
53
103
-4
-42
0
-70
Spinbaan Brewinc
-239
0
0
6
0
1
-10
0
0
-243
Vijverberg zuid
Norman Belvealstraat
-317
0
60
19
0
98
-25
-50
-605
-819
A18 Bedrijvenpark
22.849
6.467
2.840
462
0
17
1.470
-117
-1.503
32.484
Hamburgerbroek Zuid
-2.007
0
50
176
80
10
-80
-138
0
-1.909
-87
0
5
6
0
0
-21
0
0
-96
3.463
356
0
53
9
80
156
0
-725
3.392
Grondwallen Bedrijvenweg Bedrijven Wijnbergen Wijnbergen EVZ
4.894
0
48
11
25
0
242
-68
0
5.152
-2.583
0
0
150
1.439
98
-69
-150
-483
-1.599
TCC - Kennedylaan
572
0
0
20
0
0
29
0
0
620
Sportparkzuid brandweer
610
0
7
111
0
1
32
0
0
760
Verheulsweide Revitalisering
Exploitatie overeenkomsten Ant. ovk. Postkantoor (Saturn)
0
0
0
22
0
1
1
-25
0
-1
Expl. ov. Pelgrimterrein Gnd.
295
0
0
11
0
0
15
0
0
321
Expl. ov. Vredestein HBB
-80
0
46
41
295
375
-18
-622
0
37
93
1.079
38
29
0
18
9
0
0
1.266
80.192
8.766
3.682
1.679
2.018
7.171
3.330
-4.321
-5.656
78.156
Expl. ov. Wijnbergen wonen
207
-18.707
208
Wmo
210
Wmo Producten Wmo 2012
primitieve begroting 2012
Bijstelling begroting fin.monitor 2012
begroting 2012 incl.bijstelling
werkelijk 2012 (lasten & baten)
saldo 2012
schuldhulpverlening kwijtschelding meedoenregeling inkomensvoorz.bijz.bijstand toerekening intern subtotaal minimabeleid
836.000 1.035.000 289.000 594.000 571.000
-225.000 40.000 -145.000
836.000 810.000 329.000 449.000 571.000
852.000 768.000 322.000 508.000 571.000
-16.000 42.000 7.000 -59.000 0
3.325.000
-330.000
2.995.000
3.021.000
-26.000
vervoersvoorzieningen Woningaanpassing pgb Rolstoel in natura toerekening intern subtotaal WRV
1.266.000 711.000 425.000 728.000 3.130.000
150.000 -375.000 0
1.416.000 336.000 425.000 728.000 2.905.000
1.317.000 270.000 398.000 728.000 2.713.000
99.000 66.000 27.000 0 192.000
Huishoudelijke hulp overige wmo incl.toerekening intern
7.310.000 1.607.000
7.310.000 1.607.000
7.020.000 1.343.000
290.000 264.000
-1.300.000
-1.349.000
49.000
1.013.000
1.005.000
8.000
Eigen bijdrage
-225.000
-900.000
openbare gezondheid
-400.000
1.013.000
Buurtcoaches (onderdeel loonsom) totaal resultaat
75.000
0
-880.000
777.000
Huishoudelijke hulp De daling van de uitgaven naar € 7,0 miljoen voor huishoudelijke hulp worden langzaam zichtbaar ten opzichte van 2011€ 7,8 miljoen en de prognose financiële monitor 2012 € 7,3 miljoen aan uitgaven. Dit wegens anders indiceren en de verschuiving van het duurder product thuisondersteuning (TO) naar het goedkopere product huishoudelijke hulp (Hbh). De voorgenomen herindicatie in 2012 is niet opgepakt. Dit had te maken met het controversieel verklaren van de transitie begeleiding AWBZ. De strategie is eerst beleid vaststellen en dan herindiceren. Neemt niet weg dat bij een individuele casus Hbh en TO al sinds september 2011 een herindicatie volgens het gekantelde beleid plaatsvindt. verhouding Hulp bij het huishouden Thuisondersteuning
1-1-2011 61% 39%
31-12-2011 70% 30%
1-1-2012 71% 29%
1-7-2012 72% 28%
31-12-2012 75% 25%
uren ontwikkeling Hulp bij het huishouden Thuisondersteuning
1-1-2011 100% 100%
31-12-2011 15% -23%
1-1-2012 16% -25%
1-7-2012 19% -29%
31-12-2012 23% -36%
211
WRV (woon-, rolstoel- en vervoersvoozieningen) Ontwikkeling Regiotaxi Budget Kosten
2008 643.000 583.000 60.000
2009 554.000 643.000 -89.000
2010 554.000 714.000 -160.000
2011 554.000 793.000 -239.000
2012 854.000 762.000 92.000
Het budget Regiotaxi was voorheen structureel te laag, mede wegens een continue stijging van 8 % gebruik per jaar. Het budget 2012 is nu vanuit de compensatieagenda structureel bijgesteld voor het toenemend gebruik. De kostenstijging 2012 van de Regiotaxi voorziening is opgevangen door het effect van het niet meer vergoeding van het tarief voor de medereiziger. De verwachting is echter dat de kosten voor de Regiotaxi, vanwege de nieuwe aanbesteding en spelregels van de Provincie Gelderland, komend jaar wederom zullen gaan stijgen. Het is nu nog onduidelijk of de kostenbesparende maatregelen, die vanaf 1 januari 2012 gefaseerd zijn genomen, deze kostenstijging kunnen opvangen. Eind 1e kwartaal kunnen we op basis van de nieuwe gegevens een prognose maken en zo nodig bijstellen en bijsturen. woonvoorzieningen budget
2008
2009
2010
2011
2012
810.000
711.000
711.000
711.000
711.000
kosten
976.000
1.084.000
627.000
391.000
270.000
De woonvoorzieningen sluit totaal met een voordeel van € 441.000 in 2012 wegens veel minder toekenningen van aanvragen door veranderd beleid, De Kanteling en de aanwezigheid van steeds meer aangepaste woningen. Ontwikkeling rolstoelen budget
2008 475.000
2009 425.000
2010 425.000
2011 425.000
2012 425.000
kosten
452.000
572.000
514.000
365.000
398.000
250
205
170
aantal
De woonvoorzieningen sluit totaal met een voordeel van € 441.000 in 2012 wegens veel minder toekenningen van aanvragen door veranderd beleid, De Kanteling en de aanwezigheid van steeds meer aangepaste woningen. Het totaal aantal rolstoelen verstrekt in 2012 ligt 17%, 32% lager dan in 2011 respectievelijk 2010. Een verdubbeling in 2012 van het aantal aangeschafte (dure) elektrische rolstoelen maakt dat het totale kosten niet lager liggen dan in 2011. Eigenbijdrage De eigenbijdrage in 2012 komt uit op het niveau van 2011. Buurtcoaches en schuldhulpverlening Voor extra inzet Schuldhulpverlening en wegens doorstroming naar de functie van buurtcoach is € 75.000 ingezet (financiële monitor 2012). In het kader van Wijkwerk nieuwe stijl zijn twee medewerkers Wmo ingezet. In afwachting van de Wmo-ontwikkelingen wordt vanuit de afdeling Wmo-winkel tijdelijk capaciteit ingehuurd.
212
De reikwijdte van de wet Tot op de dag van vandaag is de compensatieplicht waarop de wet gebaseerd is, niet duidelijk afgebakend. Enerzijds zal jurisprudentie moeten worden opgebouwd om duidelijkheid te verschaffen, anderzijds zal vanuit Den Haag meer stelling moeten worden genomen omtrent de spelregels. In Doetinchem is de afgelopen twee jaar ingezet op een model conform De Kanteling waarbij met name de eigen kracht en eigen mogelijkheden van de burger vooraf gaan aan de noodzaak tot verstrekken van een individuele voorziening, het compensatiebeginsel. Daarbij is in Het Gesprek ook gekeken naar de eigen financiële mogelijkheden van de burger. De weging van eigen vermogen en inkomen voor toegang tot de WMO is nog steeds punt van discussie in Den Haag, het is onduidelijk wanneer daar duidelijkheid over komt. Wanneer de redeneerlijn is dat alleen op basis van een Eigen Bijdrage de financiële capaciteit van de burger mag worden gewogen, zullen de uitgaven binnen de begroting Doetinchem weer toenemen. Ook is in Doetinchem ingezet op voorzienbaarheid. Immers je weet dat je ouder wordt en dus kun je sparen voor bijvoorbeeld een scootmobiel; De Kanteling. Onlangs heeft een rechter zich weer tegen dit principe uitgesproken en een bezwaar gegrond verklaard. Als Doetinchem dit beleid weer terug moet draaien zal dit een toename van uitgaven betekenen. Wij stellen voor het voordeel bij de jaarrekening 2012 op de Wmo producten huishoudelijke hulp en WRV van afgerond € 795.000 toe te voegen aan de reserve sociaal domein. In dit voordeel zit tevens het restbedrag uit de door het Rijk beschikbare gestelde transitiegelden 2012 besloten voor € 75.500. Inmiddels constateren we een ontwikkeling waarbij de activiteiten in het sociaal domein worden ontschot. Ook het rijk is bij de decentralisatiemaatregelen sterk gericht op een integrale aanpak in het sociale domein. Deze reserve dient als weerstandscapaciteit voor de risico’s in het sociaal domein. We verwachten in de naaste toekomst risico’s/ extra uitgaven op de volgende gebieden in het sociaal domein: • Wmo activiteiten: - onzekerheden rondom de beleidsuitvoering van de Huishoudelijke hulp ten gevolgen van aangekondigd Rijksbeleid; - de rechterlijk uitspraak omtrent onze toepassing van de inkomens- en vermogens toets voor de woningaanpassing. Dit leidt naar verwachting tot forse druk op de uitgaven vanaf 2013; - het te verwachten beroep op de vervoersvoorziening (doelgroep vervoer) als gevolg van de vergrijzing en decentralisaties. • Voorinvesteringen die nodig zijn om wijkwerk nieuwe stijl en het concept buurtcoach uit te rollen. • Frictiekosten bij de realisatie van de gemeentelijke bezuinigingstaakstellingen in het sociaal domein. • Decentralisatiemaatregelen van het rijk.
213
Transitiekosten decentralisatie AWBZ begeleiding naar de WMO Het kabinet stelt in 2012 een bedrag van € 47,6 miljoen en in 2013 een bedrag van € 32,0 miljoen beschikbaar via de algemene uitkering. Deze middelen zijn bedoeld om gemeenten te compenseren voor de (transitie)kosten die samenhangen met de decentralisatie van de functie begeleiding uit de AWBZ. De middelen worden verdeeld via een vast bedrag (25%) en via een bedrag per inwoner (75%).Voor Doetinchem betekent dit € 150.000 in 2012 en € 102.000 in 2013, totaal derhalve € 252.000 incidenteel. In 2012 zijn deze middelen slecht deels ingezet ter dekking van de beleidsmedewerker D-Awbz, het overige deel moet gereserveerd blijven voor de kosten die met name in 2013 en 2014 zullen worden gemaakt. Minimabeleid
Kwijtschelding In de belastingverordeningen is geregeld dat kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen alleen verleend kan worden voor de afvalstoffenheffing, de rioolheffingen en onroerendezaak-belastingen. Kwijtschelding wordt verleend op basis van de rijksnormen. Het budget voor kwijtschelding was in de begroting 2012 verruimd i.v.m. de voorgenomen aanpassing van de vermogenstoets. Deze wetswijziging is echter niet doorgegaan en de begroting via de financiële monitor 2012 bijgesteld. In de begroting 2013 is rekening gehouden met het niet doorgaan van de aanpassing en is het budget bijgesteld. Aangezien de tarieven 2012 zijn vastgesteld is het voordeel van de het niet doorgaan van de verruiming van het kwijtscheldingsbeleid toegevoegd aan de voorziening afval/ riool. Inkomensvoorziening bijzondere bijstand Het kabinet heeft maatregelen genomen om te bezuinigen. Die maatregelen raken vooral mensen die een laag inkomen hebben en (hoge) medische kosten. Vanaf 2012 hebben we in Doetinchem een GemeentePolis ingericht met de missie “het behalen van een betere gezondheid voor zoveel mogelijk burgers met een zo effectief mogelijke inzet van middelen”. De extra middelen zijn ingezet om de vergoedingen van de GemeentePolis uit te breiden, de doelgroep voor 2012 te handhaven op 120% van bijstandsniveau (i.p.v. 110%) en de doelgroep te vergroten. Op die manier zijn ook mensen met een laag inkomen in Doetinchem verzekerd van goede zorg. De overschrijdingen die zichtbaar wordt op het budget wordt veroorzaakt door een grote toename in de ondersteuning aan inwoners op het gebied van budgetbeheersing en bewindvoering. meedoenregeling Gebleken is dat de beperking van de inkomensgrens, 110% in plaats van 120% zoals voorgaande jaren, geen gevolgen heeft voor de uitgaven op het budget. Het heeft de groep die van de meedoenregeling gebruik maakt nauwelijks verkleind. Het jaarrekening resultaat op het minimabeleid wordt verrekend met de reserve.
214