PROTECT
Bulletin Trimestriële nieuwsbrief van Verzekeringsmaatschappij
Protect
45
Jaargang 12 - nummer 45 - 2008
O n z e e r va r i n g , u w z e k e r h e id
Editoriaal
Test-Aankoop: een consequente verbruikersvereniging? De consumentenvereniging TestAankoop blaast bij monde van haar juridisch raadgever Geert Coene de laatste tijd warm en koud naar aanleiding van het arrest van het Grondwettelijk Hof van 12 juli 2007. Het arrest stelt dat, ten gevolge van de wettelijk verplichte verzekering, er een discriminatie bestaat tussen de architect en de andere bouwpartners. Deze discriminatie kan enkel opgelost worden door aan de andere bouwpartners een gelijkaardige verzekeringsplicht op te leggen. In de wetenschap dat bouwschadedossiers gemiddeld 7 jaar duren en dat tal van dossiers pas na 20 jaar hun beslag krijgen, kan er pas een correcte en snelle vergoeding plaatsvinden als een systeem, zoals het in Frankrijk bestaat, aangepast wordt naar Belgische normen. Het vergoedingssysteem bestaat hierin dat de bouwheer via een zaakschadeverzekering vergoed wordt en dat de verzekeraar vervolgens zijn uitgaven terugvordert van de verantwoordelijke partij. Het systeem is vergelijkbaar met het regelen van een omniumverzekering in de autosector. De formule werkt bij onze buren naar behoren, maar is relatief duur.
En toch, door onder meer de invoering van een behoorlijke vrijstelling en een responsabilisering van de bouwheer – laat hem participeren in de kosten als hij ten onrechte vordert – kan de verzekering snel en degelijk vergoeden tegen een haalbare prijs. Met een snelle en degelijke vergoeding gaan de consumenten uiteraard akkoord. Maar een prijs wenst Test-Aankoop er niet voor te betalen. Blijkbaar is men vergeten dat gratis niet bestaat. En om toch haar gram te halen, vindt Test-Aankoop dan ook maar dat de clausules in het architectencontract die de in-solidum-veroordeling afwijzen, geweerd moeten worden. Zo kan de schadelijder in tal van scenario’s immers terecht bij de architect en diens verzekeraar in geval van medeaansprakelijkheid van de aannemer. Tevens vindt Geert Coene dat de verzekeraars te veel macht krijgen omdat zij aan hun verzekerde architect bepalingen opleggen die verplicht in het contract met de bouwheer opgenomen moeten worden. De verzekeraars bepalen dus volgens hem de inhoud van het contract met de bouwheer. Niets is minder waar. De verzekeraar adviseert hier, maar legt geen verplichtingen op. Het is duidelijk dat de consument in onze maatschappij beschermd moet worden. Hij moet evenwel weten dat aan elke bescherming een prijskaartje verbonden is. Hij dient dan ook een keuze te maken. Wil hij snel en behoorlijk vergoed
worden, dan moet hij bereid zijn om de geldbeugel te openen. Door echter met alle mogelijke middelen de architect te overladen met verantwoordelijkheden die normaal ten laste van andere partijen vallen, is de consument aan het verkeerde adres. Dat mag Test-Aankoop geweten hebben. Ides Ramboer Gedelegeerd bestuurder Het editoriaal is onder meer het gevolg van een reactie van Protect op een interview met Geert Coene in NAV News. De volledige tekst van de reactie aan NAV News vindt u op onze website www.protect.be. ‘In solidum’. Goed nieuws. Reeds diverse malen hebben de hoven van beroep arresten geveld die de stelling van Protect bevestigen dat de clausule in het architectencontract, die stelt dat de architect geen aansprakelijkheid in solidum draagt met welke andere partij, perfect geldig is. Deze clausule wordt veelal gevolgd door de rechtbanken. Voor zover het nog niet gebeurde, raden wij u aan onderstaande clausule op te nemen in het contract met de bouwheer. ‘Er is wederzijds aangenomen dat de ontwerper geen enkele aansprakelijkheid in solidum draagt met andere bouwpartners voor wie hij nooit verplichtingen heeft ten opzichte van de bouwheer’.
In dit nummer: • EPB: omzetting van de Europese richtlijnen in het Brussels
Ides Ramboer
Hoofdstedelijk Gewest en Wallonië
2
• Veiligheidscoördinatie: een casestudy
5
• Woning van de zelfstandige niet vatbaar voor beslag
7
• Juridische studiedienst en seminaries
8
Protect
Bulletin
-1-
EPB: omzetting van de Europese richtlijnen
in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Wallonië Herkomst
Op 16 december 2002 hebben het Europese parlement en de Raad van de Europese Unie de richtlijn 2002/91/ EG goedgekeurd met betrekking tot de energieprestatie van gebouwen.
De volgende punten zijn alvast geregeld in uitvoeringsbesluiten: - de definitie van gebouwen met een lage energiebehoefte;
- de EPB-eisen voor nieuwe gebouwen en gebouwen die het voorwerp uitmaken van een renovatie;
- Elke lidstaat moet specifieke eisen en een berekeningsmethode bepalen voor de energieprestatie van nieuwe gebouwen en gebouwen met een oppervlakte van meer dan 1.000 m2 die het voorwerp uitmaken van zware renovatiewerken;
- de EPB-eisen van de technische installaties;
- Elke lidstaat moet in periodieke controles van verwarmingsketels en klimaatregelingssystemen voorzien. Aangezien het hier om een domein gaat dat tot de bevoegdheden van de gewesten behoort, moet elk gewest de richtlijn omzetten in zijn eigen rechtsorde. In Vlaanderen vinden we de opvolging van de richtlijn terug in het Decreet van 7 mei 2004 (B.S. 30/07/2004) en het Besluit van 11 maart 2005 (B.S. 17/06/2005). Maar hoe ver staat men met de omzetting in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Wallonië? Brussels Hoofdstedelijk Gewest Op 7 juni 2007 heeft de Brusselse regering de ordonnantie afgekondigd houdende de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen (OEPB), die op 11 juli 2007 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd werd. De OEPB trad op 2 juli 2008 in werking, maar een aantal uitvoeringsmodaliteiten moeten nog vastgelegd worden in nog op te stellen uitvoeringsbesluiten.
- 2 - Protect
Bulletin
- een nieuw gebouw (NG) of een uitbreiding, renovatie of gedeeltelijke heropbouw die gelijkgesteld wordt met een nieuw gebouw (NGG).
- de berekeningsmethodes;
Ter herinnering geven we u nog even de krachtlijnen mee van deze Europese richtlijn:
- Elke lidstaat moet een systeem van certificaten invoeren, die bij de bouw, verkoop of verhuur van een gebouw gebruikt moeten worden en waarop de energieprestatie van dat gebouw vermeld moet worden;
De OEPB voorziet in een ‘normale procedure’ en een ‘vereenvoudigde procedure’ in functie van de aard van het project, met name:
- een zware renovatie (ZR) van het gebouw die onderworpen is aan een stedenbouwkundige vergunning of een vervanging of wijziging van de technische installaties van een gebouw, wanneer het totale vermogen van de betrokken installaties meer dan 500 kW bedraagt (na vervanging of wijziging).
- de criteria voor de toekenning van afwijkingen; - de inhoud van het EPB-voorstel en de technische en economische haalbaarheidsstudie;
- een eenvoudige renovatie (ER).
- de vorm en de inhoud van de kennisgeving van het begin van de werkzaamheden en van de normale en de vereenvoudigde aangifte;
Deze procedures hernemen de verschillende stappen die door de aanvrager, het ontwerpteam en de EPBadviseur doorlopen moeten worden. Het EPB-voorstel is een intentieverklaring met betrekking tot de bereidheid om voldoende aandacht te schenken aan energie en de EPBeisen in de ontwerpfase. Het wordt door de aanvrager bij de aanvraag tot stedenbouwkundige of milieuvergunning van de projecten gevoegd.
- de vorm en de inhoud van het certificaat voor nieuwe gebouwen; - de voorwaarden voor de herkenning als EPB
NIEUW GEBOUW & NIEUW GEBOUW GELIJKGESTELD
ZWARE RENOVATIE
NORMALE PROCEDURE Voorontwerp
- gebouw > 1.000 m² = haalbaarheidsstudie
7. EPB-aangifte 8. certificaat nieuw gebouw
9. sancties
2. EPB-voorstel - gebouw ≤ 1.000 m² = vereenvoudigd formulier
- gebouw > 5.000 m² = haalbaarheidsstudie
Uitvoeringsdossier 3. aanduiding EPB-adviseur 4. kennisgeving begin werkzaamheden 5. technisch dossier Uitvoering 6. opvolging van het technische dossier Oplevering
VEREENVOUDIGDE PROCEDURE
1. eventueel verzoek tot afwijking
Stedenbouwkundige 2. EPB-voorstel 2. EPB-voorstel vergunning en/of - gebouw ≤ 1.000 m² = - gebouw ≤ 5.000 m² = milieuvergunning vereenvoudigd formulier vereenvoudigd formulier
EENVOUDIGE RENOVATIE
vereenvoudigde aangifte
Nieuwe verplichtingen EPB-verslaggeving: Brussels Hoofdstedelijk Gewest: vanaf 02/07/2008. Waals Gewest: binnenkort!
De technische en economische haalbaarheidsstudie bestaat uit een onderzoek van de mogelijkheden om gedecentraliseerde energievoorzieningssystemen te gebruiken en om te hoge temperaturen in de zomer en in het tussenseizoen tot een minimum te beperken door een beroep te doen op passieve koeling. De studie wordt door de architect of het studiebureau uitgevoerd volgens een stramien dat opgenomen is in het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot bepaling van de inhoud van het EPB-voorstel en de technisch-economische haalbaarheidsstudie. De aanstelling van de EPB-adviseur berust bij de aangever (bouwheer). De kennisgeving van het begin van de werkzaamheden gebeurt door de aangever (bouwheer), en dit uiterlijk acht dagen vóór het begin van de werkzaamheden aan het Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM). De EPB-adviseur en de architect (als er een architect belast is met de controle op de uitvoering) ondertekenen ook de aangifte. Het technische EPB-dossier is een hulpmiddel dat de aangever garandeert dat de EPB-eisen nageleefd zullen worden en dat de EPB-adviseur in staat stelt om de vereiste simulaties op de EPB-software in te voeren die nodig zijn voor de opvolging van de
door de EPB-eisen vereiste niveaus, evenals voor het opstellen van de EPB-aangifte. De EPB-aangifte is een formulier dat door de EPB-adviseur wordt opgesteld na het einde van de werken op basis van het technische dossier. De EPB-aangifte wordt door de aangever (bouwheer) per aangetekend schrijven naar het BIM verstuurd. Binnen dezelfde termijn bezorgt de EPBadviseur een elektronische versie van de EPB-aangifte aan het BIM. Het EPB-certificaat wordt door het BIM opgesteld voor nieuwe gebouwen op basis van de EPB-aangifte. Bij een vereenvoudigde procedure is de kennisgeving van het begin van de werkzaamheden en de EPBaangifte gecombineerd in één enkele administratieve handeling die melding maakt van de begindatum van de werken en de maatregelen die getroffen zullen worden om aan de EPB-eisen tegemoet te komen, met inbegrip van de berekeningen die aantonen dat de vereiste niveaus van de eisen nageleefd zullen worden. De OEPB legt twaalf eisen op waaraan een gebouw en/of een technische installatie moet voldoen op het vlak van energieprestatie, thermische isolatie, binnenklimaat en ventilatie. Ingaan op deze eisen in het kader
van dit artikel zou ons echter te ver leiden. De volledige informatie kunt u terugvinden in een vademecum dat beschikbaar is op het privaat luik van onze webstek www.protect.be/klanten. Tussenkomende personen en hun verantwoordelijkheden De aangever is in de meeste gevallen de aanvrager van de stedenbouwkundige of milieuvergunning. Als opdrachtgever/bouwheer is hij de eigenaar van het te bebouwen terrein, het te renoveren gebouw, de promotor achter de uit te voeren werken en/of de exploitant van de ingedeelde inrichting. Onder bepaalde voorwaarden, wanneer de promotor een deel van het project verkoopt, kan de koper op zijn beurt aangever worden. De verantwoordelijkheden van de aangever zijn: - naleving van de EPB-eisen; - aanstelling van de EPB-adviseur bij nieuwe gebouwen en zware renovaties; - kennisgeving van het begin van de werken; - ervoor zorgen dat de EPB-adviseur over alle informatie kan beschikken om zijn opdracht naar behoren uit te voeren; - het BIM de EPB-aangifte bezorgen binnen de gestelde termijnen
Bulletin
Bulletin -- 5 Protect 3 -Protect
Inhoudelijk is dit decreet zo goed als volledig identiek aan de OEPB dd. 7 juni 2007 van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest. Het decreet bevat wel geen regelgeving, zoals het OEPB, met betrekking tot de energieprestatie van de technische installaties. Op het ogenblik van de redactie van dit artikel had de Waalse Regering nog geen uitvoeringsbesluiten goedgekeurd waardoor het decreet in voege kan treden. Verzekering van de verantwoordelijkheden Op de niet-naleving van de EPB-eisen staan administratieve boetes voor de aangever en op het niet-volgen van de procedure staan strafrechtelijke sancties. De architect dient in eerste instantie een gebouw te ontwerpen dat kan voldoen aan de EPB-eisen. Verder dient de architect het technische dossier, de kennisgeving van het begin van de werken en de EPB-aangifte mee te ondertekenen. Doet hij dit niet, dan loopt hij het risico strafrechtelijk gesanctioneerd te worden. De EPB-adviseur is een natuurlijke of rechtspersoon erkend door het BIM. Een natuurlijke persoon die houder is van het diploma van architect, burgerlijk ingenieur, industrieel ingenieur of van een gelijkwaardig diploma mag de opdracht van EPB-adviseur vervullen zonder erkend te zijn gedurende een overgangsperiode van twee jaar vanaf 02/07/2008. De belangrijkste verplichtingen van de EPB-adviseur zijn: - vóór de start van de werken een technisch dossier opstellen en ondertekenen, dat hij naarmate de werken vorderen, zal actualiseren; - per aangetekend schrijven de aangever en de architect belast met de controle van de uitvoering van de werken verwittigen als het project van de vooropgestelde EPB-eisen afwijkt;
- 4 - Protect
Bulletin
- de maatregelen die met het oog op de naleving van de vooropgestelde EPB-eisen getroffen werden, evalueren en vaststellen; - de EPB-aangifte per elektronische weg bezorgen aan het BIM. Als de EBP-aangifte niet overeenstemt met de werkelijkheid en de foutief opgenomen waarden niet correct weergeven of de EPB-eisen nageleefd werden, dient de EPBadviseur een administratieve boete te betalen. Hij moet dan bovendien zijn verslag binnen een termijn van 30 dagen corrigeren. Op basis van deze nieuwe gecorrigeerde aangifte zal de aangever eventueel gesanctioneerd worden als blijkt dat de EPB-eisen niet gerespecteerd werden. Waals Gewest Het Waalse Parlement heeft op 19 april 2007 het decreet goedgekeurd houdende de energieprestaties van gebouwen (B.S. 29 mei 2007). In tegenstelling met het Vlaamse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft men in het Waalse Gewest de omzetting van de Europese richtlijn opgevat als een uitbreiding van de bestaande regelgeving rond de stedenbouw en de ruimtelijke ordening. Deze regelgeving wordt nu de Code Wallon de l’Aménagement du Territoire, de l’Urbanisme, du Patrimoine et de l’Energie (CWATUBE).
De bijkomende taken (informatie, ontwerp, controle) die de architect krijgt als gevolg van de EPBreglementeringen worden door Protect als een uitbreiding van de wettelijke taak van de architect beschouwd en zijn daardoor automatisch mee verzekerd in uw polis. De functie van EPB-adviseur is een nieuwe activiteit die u als architect of ingenieur bijkomend kan uitoefenen, maar die niet automatisch in de verzekerde activiteiten van uw polis opgenomen is. Als u van plan bent om de activiteit van EPB-adviseur in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Wallonië of EPB-verslaggever in Vlaanderen uit te oefenen, raden wij u aan om snel contact op te nemen met de dossierbeheerder van uw polis, met de vraag om de verzekerde activiteiten aan te passen. Marcel Mertens Directeur Productie
Archief Bulletins op priva at klantenluik www.prot ect.be Wilt u nog een artike l raadplegen dat vroeger werd gepubli ceerd en vindt u het papieren Bulle tin niet meer terug? U kunt alle artikels van de Protect Bulletins vanaf nu raadplegen op www.protect.be/k lanten
Veiligheidscoördinatie: een casestudy I. Inleiding De veiligheidscoördinatie wordt geregeld bij wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (BS 18.09.1996), de ‘welzijnswet’ genaamd, en bij KB van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke en mobiele bouwplaatsen (BS 07.02.2001), gewijzigd bij KB 19 januari 2005 (BS 27.01.2005). De veiligheidscoördinatie is verplicht voor alle bouwwerken, zoals opgesomd in artikel 2 §1 van het KB van 25 januari 2001, die door minstens twee aannemers tegelijk of achtereenvolgens worden uitgevoerd. De wetgeving voorziet in een coördinator-ontwerp en een coördinatorverwezenlijking, functies die evenwel door één en dezelfde persoon kunnen worden waargenomen. Voor de goede orde zetten we de voornaamste taken van de veiligheidscoördinator nog even op een rijtje: A. De taken van de coördinatorontwerp kunnen als volgt worden samengevat (hiervoor verwijzen we naar art. 18 van de welzijnswet en art. 11 van het aangepaste KB): 1) de tenuitvoerlegging coördineren van de verplichting van de opdrachtgever om de algemene preventiebeginselen in acht te nemen bij de bouwkundige, technische of organisatorische keuzen, in verband met de planning van de verschillende werken of werkfasen die tegelijkertijd of na elkaar plaatsvinden evenals bij de raming van de duur van de verwezenlijking van deze verschillende werken of werkfasen; 2) een veiligheids- en gezondheidsplan opstellen of laten opstellen; 3) aanpassen van het veiligheids- en gezondheidsplan aan elke wijziging aangebracht aan het ontwerp; 4) overmaken van alle elementen uit het veiligheids- en gezondheidsplan aan de tussenkomende partijen voor zover deze elementen hen betreffen;
5) adviseren van de personen die met zijn aanstelling zijn belast inzake de overeenstemming van het document gevoegd bij de offertes, bestekken …, met het veiligheids- en gezondheidsplan en hen in kennis stellen van eventuele niet-overeenstemmingen; 6) opening van het coördinatiedagboek en het postinterventiedossier, het bijhouden en aanvullen ervan; 7) overdragen van het veiligheids- en gezondheidsplan, het coördinatiedagboek en het postinterventiedossier aan de opdrachtgever of aan de coördinator-verwezenlijking, en die overdracht en het einde van het ontwerp van bouwwerk vaststellen in het coördinatiedagboek en in een afzonderlijk document. B. De voornaamste taken van de coördinator-verwezenlijking zijn de volgende (hiervoor verwijzen we naar art. 22 van de welzijnswet en art. 22 van het aangepaste KB): 1) de tenuitvoerlegging coördineren van de verplichting van de opdrachtgever om de algemene preventiebeginselen in acht te nemen bij de bouwkundige, technische of organisatorische keuzen, in verband met de planning van de verschillende werken of werkfasen die tegelijkertijd of na elkaar plaatsvinden evenals bij de raming van de duur van de verwezenlijking van deze verschillende werken of werkfasen; 2) aanpassing van het veiligheids- en gezondheidsplan; 3) bijhouden en aanvullen van het coördinatiedagboek; 4) noteren van de tekortkomingen van de tussenkomende partijen in het coördinatiedagboek; 5) noteren van de opmerkingen van de aannemers in het coördinatiedagboek en laat ze door de betrokken partijen viseren; 6) samenroepen van de coördinatiestructuur 7) aanvullen van het postinterventiedossier in functie van de elementen van het geactualiseerde veiligheidsen gezondheidsplan die voor de uitvoering van latere werkzaamheden aan het bouwwerk van belang zijn; 8) overdracht, bij de (voorlopige) op-
levering van de werken, van het geactualiseerde veiligheids- en gezondheidsplan, het geactualiseerde coördinatiedagboek en het postinterventiedossier aan diens opdrachtgever en vaststelling van die overdracht in een proces-verbaal dat bij het postinterventiedossier wordt gevoegd. Zonder dieper in te gaan op de rechtspraak die er bestaat over het al dan niet van toepassing zijn van de wetgeving op een bepaald bouwproject, blijkt uit de beperkte rechtspraak die er momenteel voorhanden is dat het tweede luik, m.n. het luik van de ‘verwezenlijking’, vooral aandacht vraagt nu de rechtspraak vooral in dit deel van de opdracht als veiligheidscoördinator een aansprakelijkheid van de coördinator durft te weerhouden. We zullen dit illustreren aan de hand van volgende casus. II. Voorbeeld a. Feiten en omstandigheden Een echtpaar keert na een bezoek aan het ziekenhuis terug huiswaarts. In hun straat zijn er op dat ogenblik riolerings- en wegeniswerken aan de gang. Eenmaal aan de woning verliest de man zijn evenwicht en valt vanaf het opengebroken voetpad achterover en komt 1,2 m dieper met zijn rug op een betonnen deksel terecht in de opengebroken rijweg. Er wordt een wervelbreuk vastgesteld met verlamming van de onderste ledematen tot gevolg. De man is tijdens zijn behandeling en als gevolg van de val, aan zijn verwondingen overleden. Volgens getuigen waren de woningen enkel toegankelijk via een plank die over een sleuf werd gelegd, zonder dat er leuningen aan de planken waren bevestigd en er was ook geen enkele signalisatie, bijvoorbeeld roodwitte linten, voorzien.
Protect
Bulletin
-5-
en dat de preventiemaatregelen die gericht zijn op de veiligheid van de werknemers, meteen ook de veiligheid van derden ten goede komen of kunnen komen. Ondanks het feit dat de veiligheidscoördinator in zijn veiligheidsplan bepalingen heeft opgenomen voor “risico’s ten gevolge van het in stand houden van sleuven en putten zoals valgevaar voor bewoners en arbeiders” en dat “alle plaatsen waar er gevaar bestaat om te vallen door de werknemers stevig afgedekt dienen te worden en van een vaste leuning en duidelijke signalering te worden voorzien”, wordt de veiligheidscoördinator, die wekelijks een controle uitoefende op de werf, in casu door de rechtbank verweten geen opmerkingen te hebben geformuleerd in het coördinatiedagboek aangaande de gevaarlijke situatie, m.n. houten plank over een sleuf zonder leuning, die was ontstaan zowel voor de werknemers als voor derden. Verzekerde werd samen met de aannemer en de gemeente in solidum veroordeeld, omdat volgens de rechtbank de fout van de veiligheidscoördinator de schade in haar volledige omvang heeft veroorzaakt! De aannemer diende de veiligheidscoördinator evenwel te vrijwaren.
Rechtspraktijk wijst uit dat vooral tijdens de opvolging op de werf een regelmatige controle door de veiligheidscoördinator een noodzaak is! b. Oordeel van de rechtbank De rechtbank heeft o.a. beslist dat de wetgeving inzake veiligheidscoördinatie weliswaar in de eerste plaats betrekking heeft op het welzijn van de werknemers en dat het veiligheidsen gezondheidsplan het document is dat de risicoanalyse en de vast te stellen preventiemaatregelen bevat ter voorkoming van de risico’s waaraan de werknemers kunnen worden blootgesteld, dat dit niet wegneemt dat ook derden aan gelijkaardige risico’s kunnen worden blootgesteld
- 6 - Protect
Bulletin
III. Conclusie Als coördinator-ontwerp is het uiteraard van belang om in de ontwerpfase de door de wet vereiste documenten correct en zo volledig mogelijk op te stellen en deze tijdig ter kennis te brengen van de bouwpartners. Belangrijk is hierbij om een bewijs van kennisgeving aan de andere bouwpartners te verzamelen. Toch is bovenstaande casus een perfecte illustratie van het feit dat het niet volstaat om een sluitend ‘ontwerp’ te hebben maar dat de opvolging op de werf en vooral de regelmatige controle minstens even belangrijk zoniet belangrijker zijn dan het ‘ontwerp’. Ingevolge de wijziging van het KB door dit van 19.01.2005 wordt de aanwezigheid van de coördinator bij kritieke fases verplicht en
dient ze zelfs voorafgaand in de aanstellingsovereenkomst opgenomen te worden. De coördinator moet bij zijn controle tijdens de verwezenlijking van de werf elke opmerking schriftelijk noteren in het coördinatiedagboek en dit ter kennis brengen van de betrokken partijen. Indien de betrokken partijen hier niet op ingaan, moet men dit blijven (schriftelijk) herhalen en de partijen er attent op maken. Het in 2005 ingevoerde art. 4 quinquies decies van het KB voorziet trouwens uitdrukkelijk “hij zorgt ervoor dat de betrokkenen schriftelijk in kennis worden gesteld van hun eventuele gedragingen, handelingen, keuzen of nalatigheden die in strijd zijn met de algemene preventieprincipes; daartoe mag hij ook een eventueel coördinatiedagboek aanwenden”. Indien de aannemer gevaarlijke situaties blijft handhaven en de herhaaldelijke opmerkingen van de coördinator blijft negeren, zal de coördinator genoodzaakt zijn zijn opdrachtgever te adviseren om de werken stil te leggen. Hoewel de verplichtingen van de welzijnswet ingevolge art. 2 specifiek van toepassing worden verklaard op de werkgevers en werknemers en wat de veiligheidscoördinatie betreft, ook op de gelijkgestelde betrokkenen (art.14) is het in de totstandkoming van de regelgeving duidelijk dat zij de openbare veiligheid beoogt. De betrokken casus maakt dit ook duidelijk en sluit trouwens perfect aan bij de taakomschrijving van de veiligheidscoördinator die in zijn veiligheids- en gezondheidsplan, ingevolge art.18, 2° ook rekening dient te houden met de exploitatievoorwaarden op de bouwplaats. Het lijkt dan ook duidelijk dat de taak van de veiligheidscoördinator er zal in bestaan de impact van de werkzaamheden van de diverse actoren op de veiligheid van elkaars werknemers te coördineren maar ook de impact op de veiligheid van eventuele derden. Frédéric Van Overmeeren Jurist Schadedienst
Woning van de zelfstandige niet vatbaar voor beslag De wet van 25 april 2007 houdende diverse bepalingen, die gepubliceerd werd in het Belgisch Staatsblad van 08 mei 2007, bevat een hoofdstuk dat zelfstandigen de gelegenheid geeft om hun privéwoning te beschermen tegen beslag. Zij moeten daartoe een verklaring van onbeslagbaarheid indienen bij de notaris van hun keuze en deze verklaring laten inschrijven in de registers van het hypotheekkantoor. Tot vóór deze wet had een zelfstandige weinig keuze: als hij de financiële risico’s wou beperken, dan moest hij zijn activiteit noodgedwongen onderbrengen in een handels- of burgerlijke vennootschap. De invoering van de éénpersoons-bvba was al een stap vooruit, vermits van dan af geen beroep meer moest gedaan worden op de medewerking van verwanten of vrienden. De wet op de onbeslagbaarheid van de woning van de zelfstandige biedt nu de mogelijkheid om de gezinswoning enigszins af te schermen voor beroepsschulden, zonder noodzakelijk te moeten overstappen naar de oprichting van een vennootschap. Dit gebeurt door een verklaring van onbeslagbaarheid in een notariële akte, die ingeschreven wordt in de registers van de hypotheekbewaarder. Hierdoor kunnen schuldeisers van een beroepsschuld die ontstaan is na de verklaring hun vordering niet meer uitwinnen op de woning van de zelfstandige. De verklaring dient noodzakelijk te gebeuren met instemming van de echtgenoot. De onbeslagbaarheid is niet absoluut: schulden uit het privéleven of gemengde schulden (die te maken hebben met het privéleven en de professionele activiteiten), alsook schulden die dateren van vóór de verklaring en schulden ten gevolge van een misdrijf zijn uitgesloten. Schuldeisers kunnen hun vordering voor deze schulden dus wel uitwinnen op de woning van de zelfstandige.
Om de onbeslagbaarheid te bekomen, is een uitdrukkelijke verklaring vereist die moet beantwoorden aan de in de wet voorziene vormvereisten. Wie kan gebruik maken van deze onbeslagbaarheid? Elke zelfstandige, dit is elke natuurlijke persoon die in België een beroepsbezigheid in hoofdberoep uitoefent waarbij hij niet door een arbeidsovereenkomst of door een statuut verbonden is. Personen die in bijberoep of als gepensioneerde een zelfstandige activiteit uitoefenen vallen dus buiten het toepassingsgebied van de wet. Idem dito voor de occasionele winstgevende activiteiten. De verklaring van onbeslagbaarheid blijft gelden als de zelfstandige van statuut verandert. Zelfs het failllissement doet geen afbreuk aan de eerdere verklaring van onbeslagbaarheid. De verklaring van onbeslagbaarheid wordt alleen herroepen in geval van overlijden van de zelfstandige of ingeval van een verklaring van afstand met akkoord van de echtgenoot via notariële akte, ingeschreven in de registers van de hypotheekbewaarder. In geval van ontbinding van het huwelijksstelsel blijft de verklaring geldig als de woning wordt toebedeeld aan de zelfstandige die de verklaring heeft afgelegd (behalve voor beroepsschulden waarvan de invordering kan uitgevoerd worden op het vermogen van de andere echtgenoot). Als de woning aan de echtgenoot wordt toebedeeld, dan verschuift de onbeslagbaarverklaring naar de ontvangen geldsommen op voorwaarde dat deze binnen het jaar weer belegd worden in een onroerend goed waarin de zelfstandige zijn hoofdverblijfplaats vestigt.
Welke goederen zijn beschermd? Enkel het onroerend goed van de zelfstandige waarin hij zijn hoofdverblijfplaats heeft gevestigd, is beschermd. De inschrijving in het bevolkingsregister is hierbij doorslaggevend. Als het onroerend goed zowel als woning als voor beroepsdoeleinden gebruikt wordt, dan moet een gedetailleerde beschrijving gemaakt worden tussen de twee delen. Beslaat het beroepsgedeelte minder dan 30 % van de totale oppervlakte, dan kan de volledige woning onbeslagbaar verklaard worden. Vertegenwoordigt het beroepsgedeelte meer dan 30 % (wat vaak het geval is, om fiscale redenen), dan moet bijkomend een statuut van mede-eigendom worden opgesteld omdat in dit geval het beroepsgedeelte niet onbeslagbaar verklaard kan worden. In geval van verhuis blijft de verklaring van onbeslagbaarheid geldig vermits de wet daaromtrent niets voorziet. Is de onbeslagbaarheid absoluut? De verklaring geldt enkel voor beroepsschulden die ontstaan zijn na de inschrijving van de notariële akte in de registers van de hypotheekbewaarder. De schulden moeten uitsluitend verband houden met de professionele activiteit van de zelfstandige. De wet sluit de privéschulden uit, alsook de schulden met gemengd karakter. De wet sluit ook alle schulden ten gevolge van een misdrijf uit, net als schulden van vóór de inschrijving van de notariële akte. Zijn ten slotte nog uitgesloten: de sociale bijdragen en accessoria van een in staat van faillissement verklaarde bvba, cvba en nv, wanneer de zelfstandige als bestuurder of gewezen bestuurder hiervoor persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk gesteld is. Marijke Evens Juriste Studiedienst
Protect
Bulletin
-7-
DE JURIDISCHE STUDIEDIENST: u kunt hem vrijblijvend raadplegen. Wie bij Protect verzekerd is, kan vrijblijvend een beroep doen op de juridische adviezen van onze studiedienst over tal van onderwerpen, zoals: - architectencontracten; - lastenboekclausules; - adviezen rond overheidsopdrachten; - tal van vragen over werfsituaties, veel voorkomende zijn onder meer: - hoe reageer ik als mijn bouwheer het contract wenst te verbreken? - wat houdt de verplichte controle in? - welke stappen moet ik ondernemen als de andere bouwpartners mijn adviezen niet opvolgen op de werf? - wat als de bouwheer geen sonderingen wenst te laten uitvoeren? Of wanneer hij het advies van de stabiliteitsingenieur naast zich neer wenst te leggen? - hoe neem ik de opdracht van een confrater over? - … De studiedienst is overdag telefonisch te bereiken via 02 411 41 14 of 056 25 53 14. U werkt nóg efficiënter door uw vragen samen met de betrokken documenten te mailen naar
[email protected].
VERGEET NIET UW VERSLAGEN VAN NAZICHT VAN AANBESTEDING DOOR PROTECT TE LATEN SCREENEN
stappen van ontwerpers of opdrachtgevers op te sporen en zo de 10 % te claimen. Een winstgevende bezigheid, zo kunnen we wel stellen.
Protect levert in het kader van preventie een dienst van nazicht op correctheid van uw aanbestedingsverslagen in het kader van overheidsopdrachten. In het verleden stelden we meermaals vast dat verzekerden in het kader van de toewijzing van een aanbesteding adviezen gaven die verder strekten dan het meedelen van de resultaten van het rekenkundige en materiële nazicht van de inschrijvingen. Dergelijke adviezen maken geen deel uit van de normale taak van een architect of ingenieur. Onze verzekerden werden geconfronteerd met enorme verantwoordelijkheden en dito schadebedragen. Dit omdat de aannemer die ten onrechte in een openbare of beperkte aanbesteding wordt geweerd, recht heeft op een forfaitaire schadevergoeding van 10 % (te berekenen op het aanbestedingsbedrag en de bijkomende kosten die normalerwijze mogen verwacht worden). Bovendien stellen we vast dat in de Belgische bouwwereld een aantal aannemers een juridisch team in dienst hebben om eventuele mis-
Om dergelijke schades te vermijden voorzien wij in een verplicht nazicht van de aanbestedingsverslagen. In principe is het zo dat u niet verplicht kunt worden om adviezen te geven die verder gaan dan de mededeling van de resultaten van het louter rekenkundige en materiële nazicht van de inschrijvingen. In een aantal gevallen verlangt uw opdrachtgever dat u dit toch doet. De wetgeving in verband met overheidsopdrachten is echter zeer complex. Daarom is het nodig dat deze adviezen aan Protect voorgelegd worden ter goedkeuring. Door deze nazichtdienst werden al tal van enorme claims vermeden. Hoe het advies laten screenen? U bezorgt het verslag van nazicht per mail aan de juridische studiedienst (
[email protected]). Binnen een termijn van maximaal 5 werkdagen ontvangt u het schriftelijke advies van een gespecialiseerde advocaat ter zake. Rebecca Ramboer Bestuurder-directeur
SEMINARIES OP MAAT VAN STAGIAIRS EN STARTENDE ARCHITECTEN Protect organiseert regelmatig infosessies voor zijn klanten. Zo worden er in september en oktober starterssessies gehouden voor jonge architecten over de aansprakelijkheidsverzekering, het contract, bouwdiscussies en bouwtechnische verzekeringen. Deze seminaries vinden plaats op: dinsdag 16 september in Brussel, op donderdag 18 september in Gent, op donderdag 2 oktober in Hasselt en op donderdag 9 oktober in Antwerpen. In december 2008 zullen een aantal avonden georganiseerd worden over de do’s-and-don'ts in schadecases. U kunt de juiste data en locaties vernemen en u online inschrijven via onze webstek www.protect.be/seminaries. Stuur gerust nieuwe medewerkers van uw kantoor. Als zij via een Protect-verzekerde ingeschreven worden, dan zijn de infosessies ook voor hen volledig gratis. Als er voldoende inschrijvingen zijn, worden deze sessies ook ‘in house’ ingericht voor de medewerkers van uw kantoor. Als u hierover meer info wenst, neem dan contact op met Rebecca Ramboer op 02 412 39 86.
Protect Pensioenfonds Fonds: Accent Global Fund
30/06/2003: 31/12/2004: 31/12/2006: 30/06/2008:
188,820 (start) 213,580 243,320 223,070
groei op 31/12/2007 sedert start: 18,45 % gemiddeld rendement op jaarbasis: 3,39 % (samengestelde interest) * De aangeslotenen bij het P.P.F. vinden hier de stand van het fonds waardoor het rendement van hun pensioenkapitaal kan worden nagegaan.
Protect Bulletin Gratis trimestriële nieuwsbrief voor Protect-verzekerden Protect nv - Jetsesteenweg 221, B-1080 Brussel T 02 411 41 14 - F 02 411 19 29
[email protected] - www.protect.be Redactie: Ides Ramboer, Rebecca Ramboer, Marcel Mertens, Christophe Roelandt Verantwoordelijke uitgever: Ir. Ides Ramboer Verzekeringsonderneming toegelaten onder codenummer 1.009
- 8 - Protect
Bulletin
www.creacommunication.be