PROTECT
Bulletin Trimestriële nieuwsbrief van Verzekeringsmaatschappij
Protect
41
Jaargang 10 - nummer 41 - 2007
Editoriaal
O nz e e rvaring , u w z e k e rh e id
Twee Koninklijke Besluiten met een grote impact op de praktijk van architecten en landmeters-experten
De inhoud van de verplichte verzekering voor architecten
Zeer recentelijk werden de twee KB’s die betrekking hebben op de verplichte verzekering voor architecten en landmeters-experten goedgekeurd.
Nu de inhoud van het KB dat de verplichte aansprakelijkheidsverzekering regelt helemaal bekend is, is het ogenblik gekomen om alles op een rijtje te zetten. De wet van 15 februari 2006 moet gelezen worden in combinatie met het KB. Hierna volgt een korte analyse van rechten, plichten, controlemaatregelen …
Voor de architecten is dit een totale ommekeer. Zij zijn de eersten van alle vrijeberoepers die hun aansprakelijkheid kunnen beperken door hun activiteit onder te brengen in een vennootschap. Geen enkel ander vrij beroep in België kan dat. Daarom is deze wetgeving revolutionair en zijn de architecten de voortrekkers. En dat dankzij minister Laruelle en haar alerte kabinetsmedewerkers die inzagen dat de architect, in tegenstelling tot de andere vrijeberoepers, een heel speciale rol vervult in de samenleving en beter beschermd moest worden: hij is immers niet alleen verantwoordelijk voor zijn eigen daden, maar ook voor die van andere bouwpartners. Elke medaille heeft een keerzijde. De verzekering wordt nu wettelijk verplicht in plaats van deontologisch en de minimale verzekeringsvoorwaarden verstrengen vergeleken bij deze die de Orde van Architecten voorzag. De prijs die de architect hiervoor zal moeten betalen, is beperkt als rekening gehouden wordt met wat hij in ruil ervoor ontvangt, nl. de mogelijkheid om zijn zakelijk patrimonium af te scheiden van het private vermogen dat onaantastbaar kan worden. Terzelfdertijd en parallel hiermee verscheen een KB dat de verzekeringsmodaliteiten regelt voor de landmeters-experten en dit op basis van de deontologische verplichting. Zij blijven echter nog persoonlijk aansprakelijk. De twee KB’s vertonen veel gelijkenissen en men vindt er een aantal krachtlijnen in terug: • een behoorlijke bescherming van de particuliere consument door de polisvoorwaarden breed open te stellen en door in relatief hoge, minimaal te verzekeren kapitalen te voorzien. • een aangepaste en digitaal georganiseerde controlemogelijkheid door de Raad van de Orde van Architecten en door de Federale Raad voor de landmeters-experten. • een vereenvoudigde administratie bij het leveren van het verzekeringsbewijs waarbij het niet meer de vrijeberoeper is die het initiatief moet nemen, maar wel de verzekeraar. Alles bij elkaar gaat het om mooie realisaties. Nu kijken we verder uit naar de veralgemening van de verplichte verzekering in de bouwsector. Ides Ramboer Gedelegeerd Bestuurder
1. De wet van 15 februari 2006 en de verplichte verzekering Beroepsaansprakelijkheid. 1.1. Verzekeringsplicht De wet voorziet dat zowel de natuurlijke als de rechtspersoon die het beroep van architect mogen uitoefenen, verplicht zijn een verzekering af te sluiten die hun aansprakelijkheid, met inbegrip van hun tienjarige aansprakelijkheid, waarborgt. De verzekering zal dus niet alleen de daden waarborgen die voorbehouden zijn aan architecten, maar ook deze die door architecten gesteld worden en die niet aan architecten voorbehouden zijn. Denk maar aan stedenbouwkundige activiteiten, schattingen en gerechtelijke en private expertises. Een bedenking hierbij is dat personen die het beroep van architect niet uitoefenen, maar wel laatstgenoemde activiteiten, niet verplicht zijn zich te verzekeren. 1.2. Verantwoordelijkheid van de mandatarissen (art. 4) Wanneer het beroep uitgeoefend wordt door een rechtspersoon en deze geen geldige verzekering heeft, dan zijn de mandatarissen hoofdelijk aansprakelijk voor de vorderingen
In dit nummer: • • •
Twee Koninklijke Besluiten met een grote impact op de praktijk van architecten en landmeters-experten De inhoud van de verplichte verzekering voor architecten De verplichte aansprakelijkheidsverzekering van de landmeter-expert • Mijn opdrachtgever wijzigt het concept: wat kan of moet ik doen? • Seminarie: «De veilige haven van een architectenvennootschap» Ides Ramboer
1 1 4 6 8
Protect Bulletin - 1 -
Verplichte verzekering voor architecten
die resulteren uit de tienjarige aan sprakelijkheid. De wetgever heeft hier een beperking ingevoerd, in die zin dat, voor vorderingen die niet voortvloeien uit de tienjarige aansprakelijkheid, geen aansprakelijkheid in hoofde van de mandatarissen bestaat Denk bijvoorbeeld aan de contractuele aansprakelijkheid tijdens de bouwperiode en aan de lichte verborgen gebreken die zich manifesteren na de aanvaarding van de werken. Ook wat de premiebetaling betreft, rust er een hoofdelijke aansprakelijkheid op de mandatarissen. Betaalt de vennootschap haar premie niet, dan zijn de mandatarissen hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling ervan.
2.1. De minimale waarborgen Verzekerde personen Artikel 3 van het KB bepaalt wie als verzekerde persoon opgenomen dient te worden. Het gaat zowel om de architect, de vennootschap die het beroep mag uitoefenen, de mandatarissen van de vennootschap; personeel, stagiairs en medewerkers. Kortom, alle personen die, wanneer ze voor rekening van de architect of de vennootschap werken, de burgerlijke aansprakelijkheid in het gedrang kunnen brengen.
Burgerlijke aansprakelijkheid Het is de burgerlijke aansprakelijkheid die moet verzekerd worden voor zover de activiteiten uitgeoefend worden in België. Er wordt daarbij geen onderscheid gemaakt tussen de contractuele, 1.3. Sanctionering (art. 6) extracontractuele en De architect of de de tienjarige aanspravennootschap loopt kelijkheid. De libellehet risico te worring is dan ook zo De wetgever geeft de den gesanctioneerd opgesteld dat buitenwanneer hij/zij de landse architecten die architect door het creëren verplichtingen zoals in het kader van de voorzien in de wet vrije dienstverlening van een vennootschap wat het afsluiten en werken laten uitvoein stand houden van ren in België en hier de mogelijkheid om zijn de verzekering betreft prestaties leveren, niet nakomt. De sanconder de verplichting privaat patrimonium te vallen voor hun hier tionering is op twee geleverde diensten. vlakken voorzien. scheiden van zijn zakelijk Enerzijds zijn er de Verzekerde bedragen vermogen. deontologische sancDe verzekerde bedraties die gaan van een gen zijn afgestemd blaam tot een definiop de particuliere tieve schrapping van sector en gelden per schadegeval. De de tabel van de Orde. Anderzijds is er verzekeraars beperkten tot nu toe hun tevens in een aantal wettelijke sancties waarborgen door bijvoorbeeld een limiet voorzien. Wie het beroep van architect per gebouw (bijvoorbeeld één verzeuitoefent zonder voorafgaandelijk een kerd bedrag voor alle tussenkomsten die geldige verzekering te hebben afgeslobetrekking hebben op één opdracht) of ten, wordt gestraft met boetes gaande een limiet per jaar (bijvoorbeeld een- of van € 200 tot € 1.000, uiteraard vertweemaal de waarborg per jaar) in te lashoogd met de toepasselijke opcentiemen sen in het waarborgplafond. Deze mogelijkheid wordt nu afgeschaft. Voor de (maal 200). Voor de natuurlijke persoon is materiële en immateriële schade bedraagt er zelfs in vervangende gevangenisstrafhet minimumplafond € 500.000 per schafen voorzien. degeval. Er is niet in een sublimiet voorzien voor de zuiver immateriële schade, zoals door de verzekeraars gevraagd was. 2. Het KB Voor schade die voortvloeit uit lichamelijke letsels dient de waarborg minstens Er is omtrent het KB zelf al één en ander te € 1.500.000 te bedragen. Toevertrouwde doen geweest. In maart 2006 circuleerde voorwerpen (bijvoorbeeld originele docual een eerste versie. Na opmerkingen van menten ontvangen van de bouwheer) diverse partijen werd een nieuw ontwerp dienen verzekerd te zijn voor minstens gemaakt dat ter advies aan de Commissie € 10.000. De bedragen voor lichamevoor Verzekeringen werd overgemaakt. lijke letsels worden gekoppeld aan het Toen de Commissie voor Verzekeringen indexcijfer der consumptieprijzen en de met enige moeite een advies uitbracht, bedragen voor materiële, immateriële en toevertrouwde voorwerpen aan de ABEXwerd het opnieuw behandeld, gewijzigd en index. De basis is deze die de maand van aangepast op verschillende kabinetbijeende publicatie voorafgaat. komsten. Ingevolge de wet op de landsverzekeringen van 23 juni 1992 worden de bedragen verhoogd met respectievelijk
- 2 - Protect Bulletin
de wettelijke intresten en de voorkomings- en verdedigingskosten die voor de minimumwaarborgen elk € 495.787 (20.000.000 BEF) op basis van de index van 1992 bedragen. Naar verzekerde bedragen toe zijn deze sommen merkelijk hoger dan wat voorzien was in de deontologische richtlijnen en wat de verzekeraars als minimumstandaard aanboden aan hun verzekerden. Uitsluitingen, excepties en vrijstellingen Het aantal toegelaten uitsluitingen is zeer beperkt gebleven. Enkel de schade ingevolge radioactiviteit en de lichamelijke letsels ingevolge blootstelling aan wettelijk verboden producten (bijvoorbeeld asbest) mogen als uitsluiting opgenomen worden. De polissen die tot nu toe op de markt aangeboden werden, voorzagen in veel meer uitsluitingen en beperkingen die tegenstelbaar waren aan de schadeeiser. Nu de verzekering wettelijk verplicht wordt en de schade-eiser een rechtstreekse vordering heeft tegenover de verzekeraars, zullen de verzekeraars in een aantal schadegevallen moeten tussenkomen waar dat vroeger niet het geval was. Door excepties in te lassen in de verzekeringsovereenkomst behouden de verzekeraars echter wel de mogelijkheid van verhaal op hun verzekerde. Hierbij gelden er twee bedenkingen. Verhaal uitoefenen is steeds een moeilijk verhaal, zeker wanneer het moet uitgeoefend worden op een vennootschap die weinig middelen nodig heeft ‑ zoals dienstverleners ‑ om haar activiteiten uit te oefenen. Een tweede bedenking heeft met de kwaliteit in het bouwgebeuren te maken. Bepaalde bouwheren, zeker in de particuliere sector, zijn eerder gediend met prijs dan met kwaliteit, waardoor ze opteren voor een samenwerking met niet-geregistreerde aannemers, een beperkte opdracht voor de architect … De verzekeraar kan hier niet meer ingrijpen door, mits bepaalde uitsluitingen en beperkingen, de incorrecte bouwheer buitenspel te plaatsen. Laatstgenoemde zal, door de rechtstreekse vordering, in een aantal gevallen een beroep kunnen doen op de tussenkomst van de verzekeraar, en dat terwijl deze bouwheer zelf mee aan de basis lag van de mindere kwaliteit en van de grotere kans op schade. Waarborg in de tijd De tekst van het KB luidt als volgt: “Art. 6. De verzekeringswaarborg geldt voor de vorderingen die tijdens de geldigheidsduur van de verzekeringsovereenkomst schriftelijk worden ingesteld tegen de verzekerden of de verzekeringsonderneming op basis van een in deze overeenkomst gewaarborgde aansprakelijkheid en die betrekking hebben op schade die tijdens dezelfde duur is voorgevallen. De waarborg strekt zich uit tot de vorde-
ringen die worden ingesteld binnen een termijn van tien jaar te rekenen vanaf het moment dat er een einde is gesteld aan de inschrijving op de tabel van de Orde van Architecten”. De definitie wijkt, althans wat de eerste alinea betreft, niet af van het systeem dat vandaag door de verzekeraars toegepast wordt. Maar wat met de posterioriteit? De verzekerde kreeg de mogelijkheid de posterioriteit te verzekeren mits een eenmalige premie, die betaalbaar was op het ogenblik dat de posterioriteit aanving (bijvoorbeeld overlijden, pensionering …). De posterioriteit was facultatief, maar niettemin wenselijk. Deze posterioriteit moet nu verplicht verzekerd worden. De verzekeraars moeten de waarborg (uiteraard mits premiebetaling) aanbieden bij schrapping van de natuurlijke of rechtspersoon van de tabellen van de Orde. 2.2. Controlemaatregelen – administratieve vereenvoudiging (art. 7 §1) De controle op de deontologische verzekeringsplicht wordt tot op heden uitgeoefend door de Raad van de Orde van Architecten, die de mogelijkheid heeft om via attesten ‑ per werf of op jaarbasis ‑ bij de architect de geldigheid van zijn verzekering te controleren. Deze procedure is administratief omslachtig. De verzekeraar levert een papieren attest af aan de architect, de architect stuurt dit vervolgens naar de Orde, die op haar beurt de controle kan uitvoeren. De praktijk heeft geleerd dat de provinciale raden, aan wie de taak toevertrouwd was, zich slechts zeer uitzonderlijk van deze taak
gekweten hebben. Het KB voorziet nu dat de verzekeraars jaarlijks ten laatste op 31 maart op elektronische wijze een lijst ter beschikking houden van de Orde, waarbij naam, ondernemingsnummer, nummer van de polis en begin- en einddatum van de waarborg vermeld worden. Daarnaast zal de verzekeraar trimestrieel een update geven van alle overeenkomsten die geschorst of vernietigd werden tijdens het afgelopen kwartaal en zal hij, wanneer hij een polis vernietigt, dit 15 dagen vóór de beëindiging van het contract melden aan de Orde. Het minste dat van deze methode van controle gezegd kan worden, is dat ze rekening houdt met de administratieve vereenvoudiging, dat ze efficiënt kan toegepast worden en, wat belangrijk is, dat de lasten voor de architect verminderen. Mededelingsplicht van de architect (art. 7 §2) De architect (vennootschap) zelf heeft een dubbele mededelingsplicht. Hij zal in zijn architectenovereenkomst de gegevens van zijn verzekeringspolis (verzekeringsmaatschappij en polisnummer), alsook de coördinaten van de bevoegde Raad van de Orde vermelden. Zodoende kan de bouwheer de naleving van de verzekeringsplicht nagaan. Naast de informatie die hij aan de bouwheer verplicht is, zal de architect de Raad van de Orde laten weten wanneer hij zijn polis opzegt. Hij kan dit per aangetekende brief of op elektronische wijze doen en dit minstens 15 dagen vóór de einddatum ervan, die hij ook vermeldt.
Conclusie De wetgever geeft de architect door het creëren van een vennootschap de mogelijkheid om zijn privaat patrimonium te scheiden van zijn zakelijk vermogen. Door het invoeren van de verplichte verzekering heeft de wetgever een nulaansprakelijkheid vermeden. De verplichte verzekering biedt inhoudelijk veel meer waarborgen dan wat de markt voorheen aanbood en wat door de deontologische regels opgelegd werd. De meldingsplicht, zowel van de architect als van de verzekeraar, laat zowel de Orde als de bouwheer toe een efficiënte controle uit te oefenen. De consument heeft dan ook zeker een betere bescherming gekregen. Wie vertrouwd is met de situatie en kennis heeft van de achteloosheid van bepaalde actoren, kan maar beamen dat de wetgever hier een zeer positieve maatregel genomen heeft. De verzekeraars zullen zeer snel hun polissen moeten aanpassen, aangezien de wet van kracht wordt op 1 juli 2007, en dit voor alle contracten die afgesloten werden met ingang vanaf die datum. De algemene voorwaarden worden ruimer en voor de meesten zullen de te verzekeren kapitalen merkelijk hoger liggen dan wat tot nu voorzien was. Samen met de herverzekeraars bestudeert Protect welke impact de maatregel zal hebben. Een premieverhoging, voor de ene al beperkter dan voor de ander, moet ik tot mijn spijt nu reeds aanmelden. Doch, voor wat hoort wat. Wie beslist om in te gaan op het aanbod en een vennootschap sticht, zal zijn privaat patrimonium perfect kunnen beschermen. Dat is veel meer waard dan de beperkte premieaanpassing die u mag verwachten. Ides Ramboer Gedelegeerd Bestuurder
Protect Bulletin - 3 -
De verplichte aansprakelijkheidsverzekering van de landmeter-expert Vanwaar die verplichting? Zoals ook het geval is bij andere vrije intellectuele beroepen die onderworpen zijn aan een plichtenleer, is de landmeter-expert verplicht zijn burgerlijke aansprakelijkheid te verzekeren. Meer bepaald stelt artikel 13 van het KB van 15 december 2005 tot vaststelling van de voorschriften inzake de plichtenleer van de landmeter-expert (BS 25 januari 2006) dat de landmeter-expert ertoe gehouden is een verzekeringscontract af te sluiten tot dekking van zijn burgerlijke beroepsaansprakelijkheid. Deze verplichting rust zowel op de landmeter-expert die het beroep uitoefent als zelfstandige als op de statutair loontrekkende landmeterexpert. Hetzelfde artikel bepaalt nog dat de Koning, op advies van de Federale
Raad, de minimumgaranties zal vastleggen waaraan het verzekeringscontract moet voldoen. Nadat de Federale Raad, de Commissie voor Verzekeringen en de Raad van State hun advies uitbrachten, werd recentelijk een ontwerp van KB op de ministerraad voorgebracht. Dit ontwerp van KB maakt heel wat kans om in de loop van de komende dagen gepubliceerd te worden. Het lijkt me dan ook het geschikte moment om de inhoud van dit ontwerp even te verduidelijken. Welke minimumwaarborgen? De polis dient de burgerlijke aansprakelijkheid te dekken, voortvloeiend uit de activiteit van de landmeter-expert (art. 2), voor zover de activiteit betrek-
king heeft op de in België geleverde prestaties en uitgevoerde werken. Onder prestaties van de landmeter-expert dienen begrepen te worden de gereglementeerde activiteiten (afpalen van terreinen, plannen voor een grenserkenning, een mutatie, voor het regelen van gevallen van gemeenheid en voor het identificeren van grondeigendommen) en de algemene activiteiten als gerechtsdeskundige ten dienste van de rechtbanken, advocaten, notarissen, als technisch raadgever ten dienste van de bouwwereld, de industrie, de landbouw ... (metingen, schattingen, plaatsbeschrijvingen en inplantingen), de ruimtelijke ordening, stedenbouw en cartografie. De landmeter-expert kan ook actief zijn in de vastgoedsector als schatter van waarden, bemiddelaar bij onroerende transacties en beheerder of syndicus van onroerende goederen. In de polis dient als verzekerde opgenomen te worden: elke natuurlijke persoon die ertoe gemachtigd is het beroep van landmeter-expert uit te oefenen, alsook zijn aangestelden. Het personeel, de stagiairs en andere medewerkers worden als aangestelde beschouwd als ze voor rekening van de landmeter-expert handelen. De gewaarborgde kapitalen, dit zijn de bedragen tot dewelke de verzekeraar maximaal gehouden is om tussen te komen, werden als volgt vastgelegd: • 1.200.000 EUR voor de schade die voortvloeit uit een lichamelijk letsel; • 250.000 EUR voor het totaal van de materiële en immateriële schade; • 10.000 EUR voor de voorwerpen die aan de verzekerde zijn toevertrouwd. In totaal dient er dus 1,46 miljoen euro gewaarborgd te worden. Het gewaarborgde kapitaal voor de schade die voortvloeit uit een lichamelijk letsel is gekoppeld aan de index van de consumptieprijzen, met als basis deze die de maand van publicatie in het BS voorafgaat. De overige gewaarborgde kapitalen zijn gekoppeld aan de ABEXindex, met als basis deze van het semester dat de publicatie in het Belgisch Staatsblad voorafgaat. In de huidige polissen wordt meestal 1,25 miljoen euro gewaarborgd, materiële, immateriële en lichamelijke schade vermengd, beperkt tot 350.000 EUR of 250.000 EUR voor materiële en immateriële schade, zonder koppeling aan indexen. De verhoging van de gewaarborgde kapitalen is, de indexering buiten beschouwing gelaten, beperkt te noemen. De opsplitsing tussen een kapitaal voor de lichame-
- 4 - Protect Bulletin
lijke letsels en een kapitaal voor de materiële en immateriële schade biedt wel het voordeel dat het duidelijker is dan het huidige principe van de ’vermengde kapitalen’. In het verleden zijn de hiervoor opgesomde kapitalen bij mijn weten steeds voldoende toereikend geweest. Artikel 5 van het ontwerp zegt dat de dekking enkel mag uitgesloten worden bij: - schade als gevolg van radioactiviteit; - schade die voortvloeit uit lichamelijke letsels als gevolg van de blootstelling aan wettelijk verboden producten. In vergelijking met de huidige polissen is het aantal uitsluitingen dat tegenstelbaar is aan de schade-eiser zeer beperkt. Bij wettelijk verplichte verzekeringen zijn enkel de uitsluitingen tegenstelbaar aan de schade-eiser die een rechtstreekse vordering instelt tegen de verzekeraar. In tegenstelling tot de huidige situatie zal de verzekeraar in een aantal gevallen moeten tussenkomen waar dit nu niet geval is. Uiteraard zal de verzekeraar een aantal excepties blijven inlassen, die weliswaar niet tegenstelbaar zijn aan de schadeeiser maar wel aan de verzekerde en waarbij de verzekeraar wel een mogelijkheid heeft om verhaal uit te oefenen op de verzekeringnemer. Hetzelfde geldt voor de vrijstelling die ook niet tegenstelbaar is aan de schade-eiser, maar wel verhaald kan worden op de verzekeringnemer.
De controle op het verzekerd zijn wordt geregeld in artikel 6 §1. Naar analogie met de architecten dient de verzekeraar elk jaar ten laatste op 31 maart een elektronische lijst over te maken aan de Federale Raad van de landmeter-experten die bij hem verzekerd zijn. Bij opzeg van de polis door de verzekeraar of de landmeter-expert, moeten deze ten laatste 15 dagen voor de inwerkingtreding van de opzeg, per aangetekend schrijven de Federale Raad hiervan verwittigen. Per trimester dient de verzekeraar eveneens een lijst over te maken van de polissen die ontbonden of geschorst werden. De landmeter-expert heeft ook een meldingsplicht aan zijn opdrachtgever. Artikel 6 §2 stelt dat in de overeenkomst met de opdrachtgever de naam van de verzekeraar, het polisnummer en het adres van de Federale Raad die toezicht houdt, vermeld moeten worden. De inwerkingtreding van het KB is voorzien voor 1 september 2007 (art. 7). De bepalingen van het KB zullen vanaf deze datum van toepassing zijn op alle overeenkomsten van de landmeter-expert inzake werken of prestaties, alsook op de bestaande verzekeringspolissen en deze die krachtens artikel 13 van het KB van 15/12/2005 vanaf dan afgesloten worden. De formele aanpassing van de bestaande polissen dient ten laatste klaar te zijn tegen de eerstkomende vervaldag, wat meestal 1 januari 2008 is.
Besluit Zoals bij de meeste verplichte verzekeringen het geval is, werd ook hier vooral gewerkt aan een betere bescherming van de consument die voor een aantal zaken verplicht is om een beroep te doen op de landmeter-expert. Tegelijkertijd vervoegt de landmeter-expert de architect in het selecte clubje van bouwpartners die binnen het bouwgebeuren als enige verplicht zijn om hun burgerlijke aansprakelijkheid te verzekeren. Hoe groter de club wordt, hoe groter de kans natuurlijk dat de andere bouwpartners, met name de aannemers en de raadgevende ingenieurs ook moeten toetreden. Een positief punt is eveneens dat de wijzigingen ten opzichte van de bestaande waarborgen beperkt gebleven zijn, zodat de impact op de verzekerings premie nagenoeg onbestaand zal zijn.
Ing. Lic. Marcel Mertens Directeur Productie
Protect Bulletin - 5 -
Mijn opdrachtgever wijzigt het concept: wat kan of moet ik doen? Dagelijks wordt deze vraag ons gesteld door verzekerden die geconfronteerd worden met een opdrachtgever die hun raad niet verder wil opvolgen of wenst af te wijken van een concept van de architect en/of ingenieur, en dat meestal om budgettaire redenen of omdat een aannemer meent van het concept van de ontwerper te kunnen afwijken. In veel gevallen vraagt de verzekerde ons dan of hij mag ingaan op de vraag van de opdrachtgever die zich meestal bereid verklaart om een verklaring te ondertekenen dat hij alle verantwoordelijkheid voor de wijziging op zich neemt en dit ook schriftelijk wil bevestigen.
voorziet in een uitsluiting van waarborg wanneer bijvoorbeeld afgeweken wordt van het funderingsadvies van de ingenieur of wanneer beslissingen genomen worden die indruisen tegen de normale regels van de kunst terwijl andere bouwpartners op de risico’s van die beslissing gewezen hebben. De beste raad die wij aan onze verzekerden in zo’n situatie kunnen geven, is de bouwheer aangetekend in gebreke te stellen voor eenzijdige contractbreuk en de beëindiging van de architectenopdracht mee te delen aan de Raad van de Orde en de gemeente. Het feit dat de opdrachtgever immers wenst af te wijken van het concept van de ontwerper en zijn adviezen daaromtrent in de wind slaat, maakt het de ontwerper immers onmogelijk om zijn opdracht als architect verder naar behoren te vervullen.
De architect die in deze omstandigheden zijn opdracht wenst verder te zetten, dient zich bewust te zijn van de risico’s die eraan verbonden Volgende punten zijn van belang: zijn. Als hij van oordeel is dat de door • de aangetekende brief dient de de opdrachtgever gevraagde wijziging redenen van de contractbreuk te onvoldoende garanvermelden en kan ties biedt, dan mag eventueel verwijzen hij in geen geval naar de contracDe beste raad die wij aan de wijziging aantuele clausule over onze verzekerden in zo’n vaarden en de werf de beëindiging van situatie kunnen geven, is verder opvolgen. De de opdracht; tienjarige aansprake • de bouwheer de bouwheer aangetelijkheid is immers moet gewezen workend in gebreke te stellen van openbare orde, den op de verplich zodat elk exoneratieting om een andere voor eenzijdige contractbeding als nietig architect te gelasten breuk en de beëindiging beschouwd wordt. met de controle op me te delen aan de Raad Dat maakt dat de de uitvoering; door de opdracht• er wordt best een van de Orde. gever getekende stand van werken verklaring dat hij toegevoegd; alle verantwoordelijkheid voor de • een kopie van het schrijven wordt wijziging op zich neemt, geen waarde overgemaakt aan de Raad van de heeft. Door het verderzetten van zijn Orde en de gemeente. opdracht engageert de ontwerper zijn verantwoordelijkheid echter ook voor Vonnis rechtbank van eerste aanhet gewijzigde concept. leg Het volgende recente, onuitgegeven Het is dan ook van belang dat de arvonnis van de rechtbank van eerste chitect in zijn architectencontract in aanleg te Brussel van 3 oktober 2006 de mogelijkheid voorziet om zijn opillustreert hoe risicovol het is om een dracht te beëindigen wanneer de opwerf verder op te volgen waarbij de drachtgever weigert zijn aanbevelinopdrachtgever afwijkt van het oorgen op te volgen. spronkelijk ontwerp, zelfs als de architect meent alle mogelijke maatregelen De architect loopt dan immers het ri te hebben genomen om aansprake sico dat zijn aansprakelijkheid moge lijkheid te ontlopen. lijk niet meer gedekt zal worden door de polis Beroepsaansprakelijkheid. Een architect had met zijn opdrachtArtikel 2.6.2 van de Algemene Polisgever (promotor-aannemer) een overvoorwaarden Arin 2006 bijvoorbeeld eenkomst afgesloten voor de archi- 6 - Protect Bulletin
tectuurstudie, met inbegrip van de stabiliteitsstudie, voor de bouw van een appartementsgebouw. Op basis van het grondsonderingsverslag met funderingsadvies voorziet de ontwerper in een paalfundering, alsook in maatregelen voor het opvangen van de funderingen van de naburige constructies. Bij aanvang van de werken wordt de architect door zijn opdrachtgever verzocht om een kostenvergelijkende studie te maken tussen paal- en ra dierfundering. Daarop wijst de architect op de te verwachten differentiële zettingen bij de uitvoering van een radierfundering, met onvermijdelijke schade aan de naburige gebouwen, en stelt duidelijk dat een radierfundering onder andere om reden van overdadige en niet-constante zetting en verstoring van de stabiliteit van de twee naastgelegen gebouwen niet toegepast kan worden. De architect steunt daarbij ook op het advies in het grondsonderingsverslag, dat de keuze van een radierfundering als uitzonderlijk gevaarlijk omschrijft. Aangezien de opdrachtgever (promotor-aannemer) evenwel het advies van de ontwerper niet wil opvolgen, wordt tussen hen een overeenkomst afgesloten als addendum aan de oorspronkelijke overeenkomst. Daarbij wordt de architect ontlast van de stabiliteitsopdracht, en meer specifiek aangaande de funderingswijze (paalversus radierfundering). De volledige stabiliteitsstudie wordt toevertrouwd aan een studiebureau. De architect volgt de werf verder op, met uitsluiting van de stabiliteitsstudie. De overeenkomst stelt verder nog dat de opdrachtgever een bekwaam stabi liteitsbureau moet aanstellen voor de volledige stabiliteitsstudie. Het studiebureau ontwerpt een funderingssyteem (radierfundering) dat belangrijke zettingen met zich mee zal brengen en ook de aanzet van de ondiepe funderingen van de buren en van de onderschoeiingen mee naar beneden zal halen. Op het stabiliteits plan staat bovendien te lezen dat de draagstructuren steunen op de zolen van de geburen. Tijdens de uitgraving van de bouwput en voor grondverbeteringen ontstaat aanzienlijke schade aan de aanpalende gebouwen, schade die nog toenam
hij zich ervan moeten vergewissen dat de controle op deze belangrijke werken door het studiebureau zou gebeuren. De schade had volgens de rechtbank vermeden kunnen worden als de architect zijn opdrachtgever had aangespoord om het studiebureau te gelasten met de controle op de uitvoering, zodat bij de uitgravingen en de grondverbeteringen de nodige voorzorgen genomen waren. Een aangepaste uitvoeringsmethode had de schade vermeden, niettegenstaan de de oppervlaktefundering van de naburige gebouwen. Niets wijst erop dat deze oppervlaktefundering foutief was, vermits zij gedurende meer dan 30 jaar haar deugdelijkheid heeft bewezen, zodat de rechtbank geen voorbestemdheid van de naburige gebouwen in rekening brengt.
naargelang de werken aan de nieuwbouw vorderden. De gerechtsexpert komt tot het besluit dat de schade veroorzaakt werd door de differentiële zetting van de gebouwen ten gevolge van de onderschoeiingswerken van de scheidsmuur of door de graafwerken op het bouw‑ terrein. Wel stelt hij dat er op zich geen fout gemaakt is in de stabiliteitsstudie, maar wel bij de uitvoering van het gebouw. De schade moet worden toegeschreven aan de wijze waarop de uitgravingen en de grondverbete ringen uitgevoerd zijn. Tevens was er een voorgeschapen gevaarsituatie: de naburige panden werden gerealiseerd met een oppervlaktefundering, terwijl volgens de grondsonderings resultaten een dieptefundering meer aangewezen geweest was. In een vonnis van 3 oktober 2006 beslist de rechtbank van eerste aanleg
te Brussel tot de medeverantwoorde lijkheid van de architect, samen met de aannemer-promotor, voor de schade. De rechtbank stelt dat het in casu niet relevant is dat de architect zich heeft bevrijd van zijn aansprakelijkheid met betrekking tot de stabili teitsstudie omdat het probleem niet de studie op zich betreft, maar wel de wijze waarop de funderingen zijn uitgevoerd. “De eventuele ontlasting is trouwens slechts mogelijk voor het deel van zijn opdracht waarvoor de architect geen opleiding ontving en die buiten zijn bevoegdheid vallen. De architect beschikte ontgetwijfeld over de technische kennis om de funderingswerken op te volgen”, zegt de rechtbank. Uit niets blijkt dat de architect even eens werd ontlast van de controle op de stabiliteitswerken. Als de architect in de veronderstelling leefde dat hij ook daarvan ontlast was, dan had
Hieruit kunnen we alleen maar concluderen dat de architect, ook al was hij na de discussie met zijn opdrachtgever omtrent de funderingsstudie van oordeel dat hij de juiste voorzorgen genomen had door de stabili teitsstudie en de verantwoordelijkheid daaromtrent uit zijn opdracht uit te sluiten, wel degelijk risico’s heeft genomen door de werf verder op te volgen. Hij werd niet op de hoogte gehouden van de stabiliteitsplannen en ging ervan uit dat hij daar niet naar diende te vragen, gelet op de schrifte lijke ontlasting. Hij had dus duidelijk verdere maatregelen moeten treffen en zijn totale medewerking moeten weigeren, of er minstens voor zorgen dat de controle op de uitvoering van de stabiliteitswerken uitdrukkelijk aan het studiebureau werd toevertrouwd en erop toezien dat het studiebureau die controle effectief uitvoerde. Waar de rechtbank dan nog van oordeel is dat de eventuele ontlasting maar mogelijk is voor de delen van de opdracht waarvoor de architect niet is opgeleid, kan men zich dan ook de bedenking maken of een stopzetting van de opdracht niet als enige moge lijkheid overblijft.
Marijke Evens Juriste Studiedienst
Protect Bulletin - 7 -
Seminarie: «De veilige haven van een architectenvennootschap»
Naar aanleiding van de komende verschijning van het KB betreffende de verplichte verzekering voor architecten en het in voege treden van de wet Laruelle, heeft Protect in samenwerking met het NAV, het verzekeringskantoor Ides Ramboer en het accountantbureau AB-Consult, een infosessie georganiseerd in Kortrijk, Leuven, Antwerpen, Gent en HeusdenZolder, rond het thema van de architectenvennootschap. Dat er interesse was voor het thema bleek duidelijk uit de zeer talrijke opkomst. In totaal hebben 665 personen ingeschreven voor de verschillende sessies. Meester Rik Honoré of Meester Thomas Goethals, van het advocatenbureau Honoré en Gits, belichtten uitvoerig de wet Laruelle en de verschillende vennootschapsvormen die in aanmerking komen voor een architectenvennootschap. De heer Wouter Devloo en mevrouw Isabelle Tant, van het accountbureau AB-Consult, benaderden met een aantal duidelijke cijfervoorbeelden de fiscale motivatoren om tot een vennootschap te komen. Welke nu de juiste minimumeisen zijn die door de wetgever opgelegd worden voor de verplichte beroepsaansprakelijkheidsverzekering van de architect, werd duidelijk uit de doeken gedaan door de heer Ides Ramboer, gedelegeerd bestuurder van Protect en de heer Marcel Mertens, directeur productie van Protect. Uiteraard gingen zij ook in op de implicaties die deze nieuwe regelgeving zal hebben op de bestaande verzekeringspolissen en de premies. Tot slot gaven de heren Bart Verstraete en Pieter De Groote van het NAV een uiteenzetting over een draaiboek dat in samenwerking met het FIVB werd opgesteld en dat de architect moet helpen in zijn beslissingsproces om tot een vennootschap over te gaan. Het NAV kondigde ook de opstart aan van een helpdesk die telefonisch en per e-mail te bereiken zal zijn voor de architecten die nog vragen hebben omtrent de architectenvennootschap en de wet Laruelle. Tijdens de vraagstelling en de sfeervolle receptie nadien gaven de aanwezigen door hun talrijke tussenkomsten uiting van hun betrokkenheid rond de gestelde problemen. In de maand mei komt Wallonië aan de beurt en zullen op een viertal locaties seminaries plaatsvinden rond hetzelfde thema. Voor verdere inlichtingen verwijzen wij naar onze website www. protect.be.
Protect Pensioenfonds Fonds: Accent Global Fund
30/06/2003: 31/12/2003: 31/12/2004: 31/12/2005: 31/12/2006: 25/04/2007:
188,820 (start) 198,700 213,580 233,510 243,320 245,980
groei sedert start: 30,70 % gemiddeld rendement op jaarbasis: 7,1 % (samengestelde interest) * De aangeslotenen bij het P.P.F. vinden hier trimestrieel de stand van het fonds waardoor het rendement van hun pensioenkapitaal kan nagegaan worden.
Protect Bulletin Gratis trimestriële nieuwsbrief voor Protect-verzekerden Protect nv - Jetsesteenweg 221, B-1080 Brussel T 02 411 41 14 - F 02 411 19 29
[email protected] - www.protect.be Redactie: Ides Ramboer, Rebecca Ramboer, Marcel Mertens, Christophe Roelandt Verantwoordelijke uitgever: Ir. Ides Ramboer Verzekeringsonderneming toegelaten onder codenummer 1.009
- 8 - Protect Bulletin
www.creacommunication.be