ja ar verslag 2014 ROC LEEUWENBORGH deel1
ROC Leeuwenborgh Centraal adres: Sibemaweg 20 6224 DC Maastricht Postadres: Postbus 1825 6201 BV Maastricht Telefoon: Internet: E-mail: KvK-nummer:
088-0015000 www.leeuwenborgh.nl
[email protected] 41074030
jaar verslag 2014 ROC LEEUWENBORGH deel 1
3
Jaarverslag 2014 - ROC Leeuwenborgh
Inhoudsopgave
4
Voorwoord
7
2014: jaar van consolidatie en ‘LATour’
8
Leeuwenborgh maakt het verschil
10
De techniek van samenwerken, een schoolvoorbeeld
14
Techniek Onderwijs Zuid-Limburg, versnelling door samenwerking
16
Vechten als Leeuwenborgh voor behoud techniekopleiding
18
Preferred supplier voor ROCKWOOL
20
CHILL-en op Chemelot
22
ZorgTechniek Limburg geen zorg voor later, maar de uitdaging van nu
24
Comakership met Medtronic leidt tot nieuwe logistieke opleiding
26
Beroeps Praktijk Vorming: vreemde ogen dwingen
28
Het juridisch leerwerkbedrijf: waar leren werken ontmoet, wordt vakmanschap geboren!
30
Sportzone Sittard: het lef van Leeuwenborgh
32
Daalhof geen doolhof
34
Educatie, uitkomst voor wie wil werken én leren
36
5
Het college van bestuur zoals dat sinds het najaar van 2013 bestaat uit Jos Kusters (voorzitter, rechts) en Ferno Schneiders.
6
Jaarverslag 2014 - ROC Leeuwenborgh
Voorwoord Met gepaste trots presenteren we u ons jaarverslag over 2014. Ook dit jaar in twee delen: Deel 1 de externe verantwoording en Deel 2 de cijfermatige verantwoording. Het jaar begon met de Staat van de Instelling, het driejaarlijkse, uitgebreide onderzoek van de Onderwijsinspectie. Uit het oordeel van de Inspectie bleek, dat we met recht tevreden mogen zijn op onze organisatie. Onderwijskwaliteit op orde en de basis op orde qua financiën, huisvesting en examinering. Daar waar tekortkomingen zijn, hebben we er weet van en zijn we bezig met verbeteracties. Verder liepen de activiteiten in het kader van de herijking van de strategie en het beleid voor de komende jaren, resulterend in Leeuwenborgh maakt het verschil, als een rode draad door 2014. De tweede helft van 2014 lag daarnaast de focus op de verdere vormgeving van de Samenwerkingsschool Techniek, de versmelting van de Techniekopleidingen van Arcuscollege en ROC Leeuwenborgh. In de tussentijd ging het “gewone” mbo-leven door. Hoe bijzonder en waardevol dat is, is in dit eerste deel van het jaarverslag te lezen door de ogen van externen op de samenwerking met Leeuwenborgh bij het vormgeven van opleidingen en de invulling van de beroepspraktijkvorming, de BPV. Ook de resultaten van alle inspanningen van onze studenten en medewerkers, die in het tweede deel zijn terug te vinden, laten zien, dat ROC Leeuwenborgh een lerende organisatie is, waar het fijn is om te werken en te studeren. Mede dankzij onze Ondernemingsraad, de Raad van Toezicht en de Studentenraad hebben we meer dan voldoende basis om in 2015 verder te werken aan nog betere en modernere onderwijskwaliteit. Dank aan alle partners uit het bedrijfsleven, gemeentelijke en provinciale overheden en collega onderwijsinstellingen voor jullie vertrouwen. Zonder jullie partnership is goed MBO onderwijs niet mogelijk. We wensen u veel leesplezier.
Jos Kusters Voorzitter College van Bestuur
Ferno Schneiders Lid College van Bestuur
7
Jaarverslag 2014 - ROC Leeuwenborgh
2014: jaar van consolidatie en ‘LATour’ 2014 was voor ROC Leeuwenborgh (verder Leeuwenborgh) een jaar waarin, naast het voortzetten van de lijn van de voorbije jaren, initiatieven werden ontplooid om te komen tot een nieuwe koers. De kernwaarden positief, prikkelend en nieuwsgierig moeten meer dan ooit leiden tot verwezenlijking van de negen strategische doelen de komende jaren. De studentenaantallen liepen, conform de meerjarenverwachting, met ongeveer 300 terug. Deze terugloop, een landelijke ontwikkeling overigens, komt geheel voor rekening van de BBL, de BOL-opleidingen zijn zelfs met bijna 200 studenten toegenomen. De opbrengsten van het onderwijs namen toe: het jaarrendement en het diplomarendement stegen voor het derde jaar op rij. In 2014 met ruim 6,5%. Tegelijkertijd nam opnieuw het aantal voortijdig schoolverlaters zonder startkwalificatie af. Ook de inspanningen om het ziekteverzuim onder de medewerkers terug te dringen, wierpen hun vruchten af. In 2014 daalde het ziekteverzuimpercentage naar 3,6%. Dit percentage is een mooi resultaat op weg naar het ultieme personeelsdoel van een passend werkpakket voor iedere gepassioneerde medewerker, die mede-eigenaar van dat werkpakket wordt. Financieel ging het evenmin slecht. Door een consequent financieel beleid kan Leeuwenborgh de toekomst met een gerust hart tegemoet treden, ondanks veranderingen in de financiering en de terugloop in studentenaantallen. Dit laatste komt overigens niet onverwacht. Leeuwenborgh anticipeerde ook in 2014 op alle terreinen bijtijds op die nieuwe ontwikkelingen. Daarnaast verrichtte Leeuwenborgh grote inspanningen om de invoering van Passend Onderwijs per 1 augustus 2014 vorm te geven. Voor iedere student op elk moment een passend onderwijsaanbod is het ultieme streven en een van de strategische doelen.
8
De invoering van een nieuw ICT-pakket voor HR per 1 januari 2014, de voorbereidingen voor de invoering van een dergelijk pakket voor Finance per 1 januari 2015 en een nieuw Studentenvolgsysteem voor de nabije toekomst hadden evenzeer hun impact op de organisatie. Om de nieuwe koers voor die toekomst, met als titel ‘ROC Leeuwenborgh maakt het verschil’, bij iedereen goed tussen de oren te krijgen, maakte het College van Bestuur een tot ‘LATour’ gedoopt rondje ‘zeepkist-dialogen’ langs de bedrijfsonderdelen, waarbij ‘LAT’ staat voor ‘Leeuwenborgh, Ambitieus en Toekomstbestendig!’ Hierbij lichtte het College van Bestuur de kaders van zijn plannen voor de komende jaren (het strategisch meerjarenbeleidsplan 2015-2019) toe en verzamelde het de input voor de concretisering daarvan. Meer hierover leest u in het interview met het College van Bestuur verderop in dit verslag. De detailgegevens en de cijfermatige onderbouwingen van alle activiteiten van Leeuwenborgh in 2014 zijn in het tweede deel van dit geïntegreerd jaardocument te raadplegen. De jaarrekening 2014 biedt een uitgebreide financiële verantwoording over het voorbije jaar.
9
Jaarverslag 2014 - ROC Leeuwenborgh
Leeuwenborgh maakt het verschil Onderwijsland Nederland is flink in beweging. Het onderwijs wordt uitgedaagd te anticiperen op de maatschappelijke ontwikkelingen, die van scholen en onderwijscentra op alle niveaus nieuwe oplossingen verlangen. Ook Leeuwenborgh wil adequaat antwoord geven op de vraag vanuit de samenleving om eigentijds en goed onderwijs. Herijking van het bestaande koersplan, vanuit de vernieuwde strategische beleidspunten, is daartoe noodzakelijk. Vernieuwing dus, zowel van de curricula van de opleidingen als van de manier waarop de organisatie, als de faciliterende factor, daarmee omgaat. Vernieuwing die ervoor zorgt, dat Leeuwenborgh tijdig klaar zal zijn voor de aanstaande veranderingen in het mbo en zo écht het verschil kan maken. Om in die move mee te kunnen, moet iedereen het beste uit zichzelf halen op basis van gedeeld eigenaarschap. Want alleen wie zich eigenaar voelt van zijn werk en de organisatie waar hij aan bijdraagt, vindt de juiste motivatie voor verbetering. Leeuwenborgh zette in 2014 de eerste stappen op weg naar die nieuwe, uitdagende toekomst. Het eind 2013 vernieuwde College van Bestuur (CvB) sprong vorig jaar op de spreekwoordelijke zeepkist, om de medewerkers goed te informeren over de noodzaak tot vernieuwing en om hen te motiveren het idee van gedeeld eigenaarschap te omarmen. Want alleen dan heeft de vernieuwde strategie kans van slagen. Tijdens de strategiedag op 5 januari jl. bleek, dat deze interne ‘roadshow’ zijn vruchten reeds afwerpt. “Je zag ook in 2014 al langzaamaan het verschil met 2013 ontstaan,” schetst CvB-voorzitter Jos Kusters hoe ‘tanker’ Leeuwenborgh de steven in de richting van de onderwijskundige vernieuwing wendt. “De majeure ontwikkelingen binnen de mbo-wereld hebben hun weerslag op onze opleidingen, maar bieden tegelijkertijd vele nieuwe uitdagingen. Het strategisch meerjarenbeleidsplan was aan herijking toe. We hebben in 2014 geïnventariseerd wat daarvoor nodig is en zullen dat in 2015 verder
10
uitwerken. Een intensief proces, waar we de medewerkers nauw bij betrekken vanuit de filosofie van gedeeld eigenaarschap. Die aanpak wordt breed gedragen. Iedere medewerker heeft zijn mening kunnen geven en ideeën kunnen inbrengen. We maken zo de verbinding met wat goed is en wat anders moet.”
Draagvlak Niet alleen aan de medewerkers, ook aan de externe partners vroeg het CvB wat zij zouden willen verbeteren en of het in het nieuwe beleidsplan over de goede dingen gaat. Gelukkig wel, zo bleek. Er is een hoge mate van instemming, zelfs enthousiasme, om mee te werken. Alle meningen en wensen hebben geleid tot de eerste versie van het nieuwe beleidsplan 2015-2019. Een intensief proces, dat in 2015 wordt uitgewerkt tot concrete strategische doelen. Daarover is het CvB met alle teams in gesprek en die worden daar zeer door geïnspireerd. Getuige ook de positieve respons tijdens de strategiedag van 5 januari, toen de ruim 700 medewerkers gezamenlijk de nieuwe strategie bespraken. “We steken onze nek uit,” benadrukt Ferno Schneiders. “Het is een utopie te denken, dat iedereen voor de volle 100 procent achter het nieuwe beleidsplan gaat staan. Maar we hebben voldoende informatie om te mogen aannemen, dat we de juiste keuzes maken. Door goed te luisteren, gedeeld eigenaarschap in te voeren en de balans te zoeken. We nemen nadrukkelijk onze bestuurlijke verantwoordelijkheid en komen zoveel mogelijk tegemoet aan wat er leeft. Zo ontstaat voldoende draagvlak.”
Dialoog Het strategisch meerjarenbeleidsplan omvat negen doelen, twee strategische en zeven organisatorische (zie elders op deze pagina’s). De weg die bewandeld moet worden om deze te bereiken, is mede afhankelijk van de diversiteit in de opleidingen en sectoren. Ferno Schneiders: “De dialoog die we voeren en de manier waarop het beleid gestalte krijgt, zijn belangrijke processen. Zij
11
Jaarverslag 2014 - ROC Leeuwenborgh
maken onze organisatie toekomstbestendiger. We moeten als Leeuwenborgh meebewegen met de maatschappelijke ontwikkelingen. Dat betekent, dat we moderner en slagvaardiger moeten worden en onze organisatie moeten inrichten naar de omgeving, de ontwikkelingen en het leergedrag van de studenten. Ook gaan we elkaar houden aan de gemaakte afspraken en elkaar daar, indien nodig, ook op aanspreken.”
Verbinding Betekent dat ook bedrijfsmatiger te werk gaan? “Leeuwenborgh is weliswaar een bedrijf, maar je moet binnen de diversiteit van je onderwijs zoeken naar de juiste balans,” antwoordt Jos Kusters. “We werken met professionals, die leiderschap goed moeten invullen. Daartoe geven we mensen de ruimte, faciliteren hen en zoeken de dialoog. Ook zoeken we de verbinding tussen onze professionals en de studenten. We zijn tenslotte geen koekjesfabriek, waar je aan de voorkant iets ingooit en precies weet, wat er aan de achterkant uitkomt. Het is een proces van doen en aanpassen. In 2014 hebben we gezaaid, medio 2015 zullen het strategisch beleidsplan en de daaruit voortvloeiende jaarplannen de oogst vormen.”
Juiste gedrag
“ Goede communicatie is ook nu de olie die de radertjes smeert en de implementatie van de nieuwe strategie soepeler laat verlopen. ”
12
Goede communicatie is ook nu de olie die de radertjes smeert en de implementatie van de nieuwe strategie soepeler laat verlopen. “Als CvB geven we duidelijk aan, waarover we nadenken,” illustreren Jos Kusters en Ferno Schneiders die communicatie. “Via het Bestuursjournaal, dat we zelf schrijven, maar ook fysiek. Eens per maand kunnen medewerkers aanschuiven en ons vragen stellen in onze vestigingen in Sittard of Maastricht. En dan is er nog het drukbezochte onderwijscafé voor alle medewerkers, waar Leeuwenborgh als het ware in gesprek gaat met zichzelf. Dat is de kern van gedeeld eigenaarschap: om tot meer kwaliteit te komen en tot een organisatie die in beweging blijft, moet je steeds op zoek gaan naar de dialoog. Zo leer je van elkaar, ga je als organisatie het juiste gedrag vertonen en ben je beter toegerust voor je maatschappelijke opdracht.”
Gedeeld eigenaarschap Heel Leeuwenborgh zal verantwoording gaan afleggen. Via gedeeld eigenaarschap, eigen verantwoordelijkheid nemen en aangesproken worden op je professionaliteit. Maar dat gaat niet van vandaag op morgen. “Het zal even duren, maar je merkt nu al, dat de nieuwe wind die waait, als fijn wordt ervaren. Het beleidsplan gaat ons ook helpen in onze relatie met bedrijfsleven en politiek. Als we onze kernwaarden ‘positief, prikkelend en nieuwsgierig’ weten te koppelen aan onze vier ordeningsprincipes ‘flexibiliteit, adaptief vermogen, diversiteit en centrale kaders’, ons DNA, dan kunnen we elke uitdaging aan en zijn we toekomstbestendig. Dit DNA vind je overal terug. Het helpt ons zaken met elkaar te verbinden en steeds het goede gesprek te voeren. De studenten gaan merken, dat Leeuwenborgh voor hen het verschil wil en kan maken en de medewerkers voelen, dat zij hier meer mogelijkheden hebben dan elders.
Maar ook bedrijven en maatschappelijke partners als gemeenten voelen dat. Zo verleggen we als een tanker langzaam maar zeker onze koers. De instroom van nieuwe mensen zal daarbij nieuwe energie en ideeën geven om de kansen, die zich aandienen, te benutten. Want we realiseren ons bovenal, dat het gaat om mensenwerk en werken met mensen.”
Het CvB over de negen strategische beleidspunten De negen strategische onderwerpen worden in 2015 verder uitgewerkt en eenduidig geformuleerd. Leeuwenborgh maakt het verschil in de uitwerking: wat gaan de teams ermee doen? Onze strategische doelen zijn: 1 Gepersonaliseerd Leren. “Impliciet en expliciet erkennen, dat er verschillen zijn tussen studenten.” 2 Eigentijds curriculum (vernieuwde onderwijsinhoud). “Hoe modern is je onderwijs, de lesstof, de methoden, de examinering.” De volgende organisatorische doelen staan in dienst van de strategische doelen: 3 Samen opleiden met bedrijfsleven en onderwijspartners. 4 Maatschappelijke (kennis)partner in regio. “Hoe kun je als ROC bijdragen aan het verminderen van de jeugdwerkloosheid, iets doen voor kansarme jongeren, tussentijdse uitval voorkomen.” 5 Professionalisering ontwikkeling (21st century skills). “Iedereen heeft een eigen carrièrepatroon, met vele mogelijkheden om te kunnen switchen.” 6 ICT (onderwijsdidactiek én bedrijfsprocessen). “Ter ondersteuning van het onderwijsproces, maar ook van de didactische werkvormen en methodes.” 7 Basiskwaliteit (studeerbaarheid, roosters, interne communicatie, lokalen, medezeggenschap, feedback, leermiddelen). “Maar ook veiligheid, informatievoorziening, ICT en goede hulpmiddelen voor docenten en medewerkers.” 8 Kwaliteitszorg in combinatie met onderzoek. “Praktijkgericht, op basis van de cijfers over wat we doen en welke effecten dat heeft. Vooral bedoeld om de kwaliteit van je onderwijs te vergroten en te borgen.” 9 Focus (doelgroepen, opleidingen en externe communicatie). “Keuzes maken welke opleiding je voor welke doelgroepen wil aanbieden. Je kunt niet alles doen.”
13
Jaarverslag 2014 - ROC Leeuwenborgh
De techniek van samenwerken, een schoolvoorbeeld Wikipedia zegt overTechniek: “Een aangeleerde vaardigheid om een bepaalde activiteit te verrichten, verwant met gestructureerd handelen. Heeft onder meer te maken met praktisch bezig zijn.” In die zin doen Leeuwenborgh en het Arcuscollege met hun innige samenwerking o p het vlak van techniekonderwijs samen met het vmbo volledig recht aan wat techniek in de kern is. Een schoolvoorbeeld van hoe de vorm perfect past bij de inhoud. In een tweegesprek gaan de kartrekkers van deze in onderwijsland unieke ‘technische eenheid’ daar graag wat dieper op in. De samenwerking van Leeuwenborgh en het Arcuscollege op het gebied van techniek laat zien, hoe ROC’s oplossingen zoeken voor maatschappelijke vraagstukken. Waarbij Jos Kusters en Toon Theunissen, de respectievelijke bestuursvoorzitters, benadrukken, dat zij naast het onderwijs vooral ook oog hebben voor het bedrijfsleven en instellingen. “We waren al goede buren, maar deden weinig samen. Dat moest anders. Wij leiden allebei studenten op voor de arbeidsmarkt en hebben dus vele raakvlakken. Samenwerking leidt tot betere resultaten en die zijn we nu op diverse gebieden aan het onderzoeken.”
Ketenintegratie Een van die resultaten is de nieuwe opleiding zorgtechniek. Toon Theunissen: “We kijken samen al langer naar wat de zorg in de regio nodig heeft. Een nieuwe opleiding moet vooral efficiënt zijn en een arbeidsmarktrelevantie hebben. Hetzelfde geldt voor techniek, al zijn we daar al wat verder. Er stromen al jaren te weinig leerlingen in, mede doordat verder terug in de keten, zoals bij SVOPL, kleinere vmbo-klassen ontstaan. Dan ga je nadenken over samenvoeging van mbo- en vmbo-opleidingen. Samen met het DaCapo College, LVO en SVOPL trekken wij als Arcuscollege en Leeuwenborgh die kar, uitmondend in één Techniek-unit voor het mbo. Zo kom je dichter tot elkaar, creëer je korte, doorlopende leerlijnen en ontstaat een effectief curriculum. Dat is in het belang van de studenten, het bedrijfsleven én de regio.”
Samen maar geen mix De overlap weghalen en dingen samen doen, is winst, constateert Jos Kusters. Dat ieder voor zich naar de provincie stapt voor geld voor nieuwe opleidingen
14
werkt niet meer. Nee, samen aan de slag en met de ander meedenken, is het nieuwe credo. Jos Kusters: “We gaan als ROC’s echter niet samenklonteren, het wordt geen bestuurlijke mix. Maar we zitten wel samen aan tafel en beconcurreren elkaar niet meer. Als we het met elkaar eens zijn, dan gaan we het zó doen. Waarbij we ook het hbo niet vergeten. Samen zijn we gesprekspartner voor overheid en bedrijfsleven, we praten daar niet meer apart.”
Resultaat telt Met als extra resultaat ook een grotere professionaliteit. “Zeker in de zorg- en techniekopleidingen kan door samenwerkende docenten de professionaliteit verbeterd worden en dat levert extra resultaat op (2+2=5) ,” duidt Toon Theunissen de winst cijfermatig. Jos Kusters: “Sommigen denken dat wat met techniek kan, ook in andere sectoren kan, maar dat is niet altijd logisch. Er was een specifieke reden voor onze samenwerking in de technische opleidingen en het past bij onze bestuurlijke opdracht om die samenwerking verder te ontwikkelen.” Toon Theunissen: “We concentreren ons op het resultaat. Administratie en handel bijvoorbeeld blijven aparte opleidingen. Alleen waar het kan, is samenvoeging aan de orde. Het moet wel iets opleveren. ”Samenwerken maakt je samen sterker, daar gaat het om, maar van een fusie is geen sprake,” zegt Jos Kusters. “Ieder zijn eigen identiteit. Bij ons zijn de onderwijsteams op een bepaalde manier ingericht, bij Arcus is dat weer anders. Maar we praten samen en vertegenwoordigen elkaar ook in verschillende gremia.”
Elkaar geen vliegen meer afvangen De twee ROC´s zullen elkaar geen vliegen meer afvangen. Dat geldt ook voor d e collega’s van het Citaverde College en Gilde Opleidingen. Als een nieuwe opleiding aan de orde is, wordt overlegd over wie, wat, waar en hoe en moet ieder voor zichzelf de vraag beantwoorden, of die nieuwe opleiding bij hem te verantwoorden valt. Samen willen de ROC’s zo de regio helpen weerbaarder en sterker te worden, besluiten beiden. “Dat gaat verder dan alleen samenwerken, er ontstaan zelfs partnerships. Samenwerken is elkaar vertrouwen maar ook zelf durven inleveren, dan ga je vanzelf nieuwe mogelijkheden ontdekken en daar word je beide beter van.”
15
Jaarverslag 2014 - ROC Leeuwenborgh
Technisch Onderwijs Zuid-Limburg,versnelling door samenwerking Techniek is meer dan enkel sleutelen aan machines. Maar breng dat de ‘jeugd van tegenwoordig’ maar eens aan het verstand. Als techniek door onbekendheid aan populariteit inboet en de instroom van nieuwe leerlingen door krimp met een kwart vermindert, zonder uitzicht op snel herstel, moet je als onderwijs ingrijpen. In december 2013 besloten Leeuwenborgh en het Arcuscollege al tot versmelting van hun technische opleidingen. Deze wordt in goede banen geleid door het op initiatief van de besturen van Leeuwenborgh, Arcuscollege, DaCapo College, LVO en SVOPL opgerichte Technisch Onderwijs Zuid-Limburg (TOZL). Doel: een betere doorstroming tussen vmbo, mbo en hbo door middel van kortere, doorlopende leerlijnen, krachtige innovatie met medewerking van het bedrijfsleven en een nieuwe spreiding van de opleidingen in Zuid-Limburg.
aan
In augustus 2015 zullen de twee nieuwe, kortere leerroutes starten in leerjaar 3 van het vmbo. Een jaar gewonnen dus. Voor Jannie Keizer, projectleider TOZL, is dit de enige weg om het techniekonderwijs in de lucht en de aanwezige kwaliteit vast te houden. Conform de wens van de ‘afnemende’ bedrijven. “Je kunt als school niet meer alles zelf inrichten voor je techniekopleidingen. Daar moeten bedrijven bij helpen, door het inrichten van kwalitatief goede stageplekken en een betere afstemming van het gebruik van state of the art apparatuur, die vaak al voorhanden is in de bedrijven. Het bedrijfsleven heeft uiteindelijk alle belang bij goed onderwijs, ook voor de kinderen van werknemers van elders die zich hier settelen.”
machines. ”
Ingewikkeld traject
“ Techniek is meer dan enkel sleutelen
16
Maar dat gaat niet van een leien dakje. TOZL heeft nadrukkelijk te maken met wat mag binnen wet- en regelgeving, met de verschillen tussen vmbo, mbo en hbo en met herbestemming van leegkomende lesgebouwen. “Een ingewikkeld traject,” zegt Jannie Keizer. “Ook hebben we te maken met de grote verschillen tussen bedrijven als DSM en SABIC en mkb-bedrijven, die ook verschillende belangen hebben. De provincie staat met het techniekplan Limburg achter ons, zodat we in ons eigen tempo alle hobbels kunnen nemen. Want er moet veel werk worden verzet, waarvoor ik Jos Kusters, voorzitter van de stuurgroep van TOZL, een pluim wil geven. Ook Roy Palmen van Leeuwenborgh heeft het goed voor elkaar en het secretariaat van Leeuwenborgh ondersteunt ons. Iedereen werkt hard om van TOZL een succes te maken.”
Veelbelovende start De start is dan ook veelbelovend, vinden LVO en SVOPL, samen met het DaCapo College de partners vanuit het voortgezet onderwijs. Voor Ron Bonekamp, lid van het College van Bestuur van LVO dat scholen voor voortgezet onderwijs bundelt in heel Limburg, is de rol van Leeuwenborgh binnen TOZL vooral die van verbindende schakel tussen vmbo, mbo en bedrijfsleven. “Een belangrijke partij om die verbinding inhoudelijk te versterken. We zijn begonnen met het techniekonderwijs, maar het is noodzakelijk om uit te breiden naar alle andere terreinen van het beroepsonderwijs.” TOZL is voor hem de opstap naar meer, maar vooral beter. “Het beroepsonderwijs moet beter aansluiten op de vraag in de regio. De urgentie daarvoor is bij techniek het duidelijkst en zelfs noodzakelijk gezien kosten en krimp. We maken nu van de nood een deugd, maar ook als die nood niet zo hoog meer is, moeten we op samenwerking blijven inzetten.”
Schooluitval verminderen Daarnaast speelt het sociaaleconomische aspect voor hem mee. “Ook bij het voorkomen van schooluitval moeten we goed samenwerken. We gaan ons daarom nóg meer richten op het vergroten van de mogelijkheden van de regio door beter en uitdagender beroepsonderwijs. Daardoor gaat de kwaliteit van de arbeidsmarkt omhoog en wordt de regio nóg aantrekkelijker voor bedrijven.”
Samen optrekken cruciaal Daar kan John Monsewije zich als voorzitter van het College van Bestuur van de Stichting Voortgezet Onderwijs Parkstad Limburg (SVOPL) in vinden. “Het is van cruciaal belang om samen op te trekken, net als de koppeling van het voortgezet onderwijs met de ROC’s - zeker Leeuwenborgh - en het bedrijfsleven. Het techniekonderwijs is toe aan een herstructurering. Als we nu geen actie ondernemen, stromen er steeds minder leerlingen vanuit de ROC’s de bedrijven in. De gestelde uitdaging om tot 2020 19.000 afstudeerders voor het bedrijfsleven te realiseren, is groot, maar zij begint met goede afstemming en samenwerking. Vmbo en mbo moeten geruisloos in elkaar overgaan en Leeuwenborgh en Arcuscollege spelen hierin een cruciale rol als ontvangende partijen van het voortgezet onderwijs.”
Geen fusie Nee, een verticale fusie is niet aan de orde, benadrukt John Monsewije. “Wel goede afstemming. TOZL is er gekomen voor de doorlopende leerlijnen en hun koppeling met het bedrijfsleven. Een structureel proces. De O’s van onderwijs, overheid en onderneming komen in TOZL bij elkaar, waardoor versnelling ontstaat. De neuzen wijzen in dezelfde richting, de samenwerking was nooit eerder zo intensief.”
17
Jaarverslag 2014 - ROC Leeuwenborgh
Vechten als Leeuwenborgh voor behoud techniekopleiding De vraag wordt nu nog getemperd door de recessie, maar Limburg heeft een nijpend tekort aan voldoende technisch geschoold personeel. Dat probleem wordt de komende jaren alleen maar groter door de verwachte opleving van de economie en de behoefte aan meer technici, gekoppeld aan de verder dalende instroom van leerlingen in t echnische mbo-opleidingen. Limburg komt straks (zeg 2018-2020) duizenden ‘techneuten’ tekort. Als ROC zoek je dan de samenwerking met collega’s die met hetzelfde instroomprobleem kampen. Leeuwenborgh en het Arcuscollege gaan daarin, met blijk van een gezonde visie op de toekomst, zelfs zover dat samenwerking versmelting wordt. Beide zijn in 2014 gestart met het samenvoegen van een aantal technische opleidingen. “Om het behoud van de opleiding te garanderen en tegelijkertijd de krachten zo te bundelen dat er genoeg capaciteit en middelen aanwezig zijn om innovatief en toekomstgericht te kunnen werken,” licht Roy Palmen, sectordirecteur Techniek bij Leeuwenborgh en kwartiermaker Versmelting Techniek, toe. “De versmelting heeft als doel een goed functionerende onderwijsorganisatie op het gebied van techniek in Zuid- Limburg neer te zetten. Afzonderlijk gaan we het niet redden. Dus moeten we de handen ineenslaan en het technisch onderwijs opnieuw positioneren.”
Scholencombi De opleidingen staan onder druk. Er zijn meer leerlingen nodig om ze overeind te houden en om aan de behoefte van de arbeidsmarkt te voldoen. ”Als we niet innoveren, moeten we opleidingen sluiten. In 2014 hebben we daarom invulling gegeven aan een nieuw ontwerp van onze technische opleidingen. We staan nu aan de vooravond van de uitrol van de definitieve plannen. In de tweede helft van 2015 starten we met de daadwerkelijke verandering. De ‘scholencombi’ van de gezamenlijke technische opleidingen in Maastricht, Sittard en Parkstad moet
18
hun toekomst garanderen. Op drie locaties, met in de toekomst specialisatie op nog maar één. Al kunnen leerlingen wel op drie locaties instromen.”
Nieuwe identiteit Zo krijgt het technisch onderwijs een nieuwe identiteit, zeg maar zoals het Unilevermodel. “Nu nog maakt techniekonderwijs onderdeel uit van Leeuwenborgh, maar in de toekomst krijgt het een eigen identiteit. Met Leeuwenborgh en Arcus als eigenaren, maar wel samengevoegd. Dat betekent vanaf het studiejaar 20162017 verhuizing naar specifieke locaties en toename van de instroom, door nadrukkelijk de verbinding met het middelbaar onderwijs en het vmbo te zoeken.” De versmelting betreft alleen de technische opleidingen, al wordt, heel innovatief, ook bij Zorg en Techniek gezocht naar samenwerking. Maar niet in een concept van echte versmelting. Bij techniek heb je als opleiding nu eenmaal te maken met apparatuur en machines, die je uit oogpunt van efficiency en kosten nog maar op een plek in de regio wil hebben.
Nieuw perspectief bieden De instroom van nieuwe studenten daalt langzaam binnen het mbo, dat qua opleiding breder is dan het vmbo, vanwaaruit het getalsmatig grotendeels wordt gevoed en waar een sterke daling in het techniekdomein nog altijd aan de orde is. “We moeten het tij keren,” vindt Roy Palmen. “Door bijvoorbeeld leerlingen op de basisscholen, die nu kiezen voor andere opleidingen, goed te informeren en te interesseren voor techniek. Een alternatief en een nieuw perspectief bieden. Op die leeftijd denk je nog niet echt na over later, maar je kunt wel laten zien, dat techniek bijvoorbeeld niet alleen vies is maar ook interessant en uitdagend.” De samenwerking met Arcus gaat intussen goed. In het verleden stonden beide ROC’s nog weleens recht tegenover elkaar, maar docenten en medewerkers pakken de ingezette versmelting goed op. “Er zijn zeker verschillen,” stelt Roy Palmen. “Maar die worden positief benut, vanuit het urgentiebesef dat we moeten samenwerken in ons beider belang.”
19
Jaarverslag 2014 - ROC Leeuwenborgh
Preferred supplier voor ROCKWOOL Een goede partner, die durft te investeren in zijn opleidingen en risico durft te lopen. Die combinatie vooral is voor ROCKWOOL, fabrikant van isolatiemateriaal in Roermond, de sterkte en de kracht van Leeuwenborgh als langjarig partner van zijn Bedrijfsschool. Leeuwenborgh heeft bovendien oog voor duurzaam ondernemen waar ROCKWOOL voor staat. “De toegevoegde waarde van Leeuwenborgh zit vooral in het partnership op de lange termijn. Ondanks de moeilijke tijd waarin we zitten, steken we beide onze nek uit en investeren we in het opleiden en ontwikkelen van mensen.” V oor John Geven, training & education partner bij de afdeling HR van ROCKWOOL, die de Bedrijfsschool leidt, is de samenwerking met de sectoren Techniek en Economie van Leeuwenborgh synoniem met kwaliteit en professionaliteit. Gestart in 2000 met het geven van een interne opleiding procestechniek voor de ROCKWOOL-operators, die zich verder wilden bekwamen in hun vak, is Leeuwenborgh anno 2014 preferred supplier voor de opleidingen procestechniek, logistiek en maintenance.
Drempelverlagend In 2013 startte Leeuwenborgh, samen met het Arcuscollege, een nieuwe opleiding maintenance op mbo-niveau 3 en 4, naast de lopende opleidingen procestechniek niveau 2 en 3 en logistiek niveau 2, 3 en 4. “In 2012 werd ons opleidingsbudget verkleind,” verklaart John Geven deze ontwikkeling. “Door de demografische krimp werd de eigen instroom van ROCKWOOL in de bedrijfsschool steeds kleiner. Als we toen niets hadden gedaan, hadden we de deur al lang dicht moeten doen. We hebben samen met Leeuwenborgh gezocht naar aanvullende instroom en zijn met goedvinden van de ROCKWOOL-directie gestart met het aanbieden van de opleiding procestechniek aan bedrijven in de regio, in samenwerking met de accountmanagers Bram Buttiens en Dirk Verhoeven van Leeuwenborgh. Het feit dat de docenten van Leeuwenborgh zelf uit de praktijk komen, werkt drempelverlagend en resulteert in een groeiende instroom. We voldoen blijkbaar aan een behoefte en hebben bovendien ons eigen probleem opgelost. Sterker nog, nooit eerder zaten hier zoveel leerlingen.”
20
Gedeeld partnership Wat voor procestechniek kan, moet gezien de bedrijvigheid in de regio ook voor maintenance en logistiek lukken, dacht John na die eerste succesvolle start. Samen met Leeuwenborgh en het Arcuscollege werd vorig jaar een klas voor maintenancestudenten gestart en vervolgens een voor logistiek, de laatste in samenwerking met UPS en de logistieke afdeling van ROCKWOOL. “Er zijn vele kleinere bedrijven met de behoefte om maar een of twee medewerkers op te leiden. Dat kan hier. Iedereen blij. Die bedrijven wisten niet eens dat dit kon: zelf meedoen, de lestijden en het curriculum mee bepalen. Er ging een wereld voor ze open. Momenteel telt de Bedrijfsschool in totaal 80 à 90 studenten, terwijl het er voorheen maximaal 70 waren. Leeuwenborgh levert daarvoor maximale kwaliteit op basis van gedeeld partnership. Een preferred supplier waardig. Zo werken we nu al 14 jaar goed samen en houden ook samen de markt in de gaten.”
21
Jaarverslag 2014 - ROC Leeuwenborgh
Leeuwenborgh belangrijke partner in praktijkgericht techniekonderwijs
CHILL-en op Chemelot Het is onderdeel van een breder opgezet plan om het technisch beroepsonderwijs naar een hoger niveau te tillen. CHILL is de naam, Chemelot Innovation and Learning Labs. Door Leeuwenborgh, Arcuscollege, Zuyd Hogeschool, Maastricht University, DSM en SABIC worden hier, onder de rook van de chemische fabrieken, vraag (van het bedrijfsleven) en aanbod (van vmbo- tot en met wo-niveau) gekoppeld. Studenten werken bij CHILL aan concrete opdrachten van bedrijven. Dichter dan bij CHILL kun je als aankomend techneut niet op de p raktijk zitten. Dat is pas ‘chillen’. Afgestudeerd kun je zonder de vroeger broodnodige aanvullende interne bedrijfsopleiding meteen op Chemelot aan de slag.
“ Dichter dan bij CHILL kun je als aankomend techneut niet op de praktijk zitten. ”
22
“Leeuwenborgh speelt een belangrijke rol binnen CHILL,” benadrukt directeur Peter Engelen. “We houden als partners vast aan de samen uitgestippelde koers, als de constante factor in onze samenwerking. In de persoon van Jos Kusters, voorzitter van het College van Bestuur van Leeuwenborgh, hebben we iemand, die zorgt, dat we ook op koers blijven en mensen terugfluit die daarvan afwijken. Dat geeft vertrouwen, zoals in de discussie om het lab van Leeuwenborgh fysiek bij CHILL onder te brengen.”
Denken en doen Het CHILL-concept werkt. Het is de ultieme combinatie van denken en doen. De techniekopleidingen zijn helemaal afgestemd op de praktijk. Het bedrijfsleven schreeuwde er decennia lang om. De studenten werken in kleine groepjes, communities for development, samen met een coach en doen directe werkervaring op. “Uitsluitend praktijkgericht,” licht Cyriel Mentink, een van de docenten bij CHILL, toe. “Per opdracht wordt het meest geschikte team van experts, studenten en docenten geselecteerd, dat vervolgens op zoek gaat naar de oplossing voor het aangereikte probleem. Op mbo-niveau staat daarbij meer de uitvoering centraal en op hbo-niveau meer de strategie. Maar het gaat steeds om het oplossen van een echt probleem.”
Docent als collega De partners binnen CHILL hebben vaste ideeën over hoe ze te werk willen gaan. “We hebben daar geen roadmap voor, maar de aanpak werkt,” zegt Peter Engelen. “Dat hoor je ook terug van de leerlingen. Die vinden het leuk om aan concrete opdrachten te werken en vinden in hun eigen docent een collega, die hen helpt. Aan het CHILL-concept zijn de eerste- en tweedejaars nog niet toe, maar wel de derde- en vierdejaars. Overigens hebben we ook oog voor het vmbo, dat delen van onze mbo-aanpak goed kan gebruiken.”
Onderwijs en markt CHILL heeft een resultaatverplichting, zoals ook de bedrijven op Chemelot. Na afloop van de huidige subsidieperiode in 2017 moet CHILL zijn eigen broek kunnen ophouden. Daarom wordt het nu al als een geweldige pre gezien, dat docenten van Leeuwenborgh in staat blijken om gerichte opdrachten binnen te halen voor hun studenten. Zoals voor analyses. CHILL houdt dus naast de onderwijscomponent ook de markt zelf in de gaten. Cyriel Mentink: “Maar het gaat altijd om ‘innovation and learning’, anders nemen we de opdracht niet aan. Het werk moet passen bij onze onderwijsopdracht. Dit werkt anders dan bij een stage. Als wij een opdracht uitvoeren, kost dat de opdrachtgever geld. Er is begeleiding nodig, want er zit een ontwikkelcomponent in ons werk. We doen overigens ook veel voor het mkb.”
Unieke combinatie Nederland kent in totaal een 60-tal opleidingen zoals die van CHILL. Het onderscheidende van CHILL is echter de unieke combinatie van hbo en mbo in één entiteit. “Ik denk ook dat CHILL als organisatie uiteindelijk breder en groter zal worden,” blikt Peter Engelen vooruit. “Daartoe zullen we gezien de demografische ontwikkelingen in Limburg wel studenten uit de rest van Nederland moeten gaan aantrekken, ook voor vakken als procestechniek en maintenance. En de koppeling maken naar de fabrieken hier. Want op Chemelot zit natuurlijk wel de hele toekomst van het chemieonderwijs.”
23
Jaarverslag 2014 - ROC Leeuwenborgh
ZorgTechniek Limburg geen zorg voor later, maar de uitdaging van nu Nieuwe, interessante technieken en technologieën, nieuwe dimensies qua inhoud en aanpak. De zorgopleidingen passen zich aan de snel veranderende zorg aan. Heel snel, want de vergrijzende participatiesamenleving, met een groeiende zorgvraag en steeds minder zorg medewerkers, wacht op niemand. Ook de opleidingen moeten mee in de stroomversnelling van de ook uit kostenoogpunt noodzakelijke vernieuwing. Goede zorg(opleiding) is geen zorg voor later maar de dagelijkse praktijk. En die zorg deel je het liefst, zoals Leeuwenborgh doet met de partners binnen ZorgTechniek Limburg, waarbij docenten van Leeuwenborgh op uitvoerings- en ontwikkelingsniveau betrokken zijn. ZorgTechniek Limburg, gestart in 2013, is een van de landelijke Centra voor Innovatief Vakmanschap (CIV), waarin het mbo samenwerkt met het hbo en een twintigtal regionale bedrijven en zorginstellingen. Geen opleidingscentrum maar een kenniscentrum voor technologie in de zorg, waarin ook Leeuwenborgh zijn opleidingsexpertise inbrengt, naast het Arcuscollege, Gilde Opleidingen en Zuyd Hogeschool (middels het Expertisecentrum voor Innovatieve Zorg en Technologie, EIZT). Financieel ondersteund door het ministerie van Onderwijs, de Provincie Limburg en Limburg Economic Development (LED) om o.a. via de continue ontwikkeling van nieuwe technologiemodules de zorgopleidingen nog beter te laten aansluiten op de snel veranderende praktijk. ”Het ontwikkelen van nieuwe modules voor de niveaus 4 in de mbo-zorgopleidingen, de nieuwe mbo4-opleiding zorgtechnicus en de bijscholing van personeel van zorginstellingen en docenten zijn onze belangrijkste producten. We bouwen voort op de kennis en expertise van de partners en vormen zo de schakel tussen onderwijs, zorginstellingen en bedrijfsleven. Daarnaast besteden we ook aandacht aan de inzet van slimme technologie bij de begeleiding van stagiairs en hebben we oog voor het realiseren van doorlopende leerlijnen vmbo-mbo-hbo op het gebied van techniek in de zorg,” vat programmamanager Ton Pagen doel en positie van het kenniscentrum samen.
4+ De nieuwe opleiding zorgtechnicus is uniek in het mbo. De opleiding is voor 80% gericht op techniek, met daarnaast vakken als anatomie en ziekteleer en sociaal-communicatieve vaardigheden. Een opleiding op niveau 4+. Zwaarder dan de
24
reguliere opleidingen dus, met de bijbehorende strengere selectiecriteria. “Het leuke van de samenwerking is de onderlinge kruisbestuiving, er is geen concurrentie,” aldus Ton Pagen. “Ook de directies van de drie deelnemende ROC’s hebben elkaar gevonden, opereren transparant, hebben vertrouwen in elkaar en stralen dat uit naar hun besturen.”
Innovaties in praktijk brengen De ROC’s zitten binnen het kenniscentrum aan de mbo-kant, de ‘uitvoeringskant’, maar worden gevoed door de hbo-kant van het EIZT, zodat zij goed weten, wat er speelt op het vlak van innovatie. De mbo4-opleiding zorgtechnicus profiteert daarvan. Tijdens deze opleiding tot ‘sociaal techneut’ kunnen de studenten straks o.a. ook stage lopen bij het wijkleerbedijf Daalhof in Maastricht (zie ook hierna). Zij gaan de wijk in om te zien hoe ze mensen thuis kunnen ondersteunen bij het gebruik van zorgtechnologie. “Zij leren met andere ogen te kijken naar de thuissituatie van mensen,” zegt Ton Pagen. “Hoe ze in gesprek kunnen komen en gebruiksklare oplossingen kunnen aanbieden. Leeuwenborgh is daar heel nadrukkelijk bij betrokken.”
Nieuwe technologieën ZorgTechniek Limburg heeft zo de vinger aan de pols van tal van nieuwe zorgtechnologieën, waarvan de implementatie in de eigen ‘living labs’ wordt voorbereid. Wel is de traagheid daarvan nog een bottleneck. Maar elk van de partners is er druk mee bezig. Leeuwenborgh werkt concreet met de modules, het wijkleerbedrijf en de opzet van living labs en maakt net als de rest dankbaar gebruik van de deskundigheid van de partners.
Toekomst: maatwerkopleidingen Zorgtechnologie heeft de toekomst, gezien de ontwikkelingen in de zorg. Per leerjaar start één nieuwe opleiding zorgtechnicus. Ook worden de reguliere zorgopleidingen van de ROC’s vernieuwd. Er zal een evolutie plaatsvinden van de nieuwe modules, die vervlochten worden in het curriculum van de reguliere opleidingen. Ton Pagen: “Als ZorgTechniek Limburg moeten we vooral de maatwerkopleidingen op het gebied van zorgtechnologie oppakken. De vraag naar speciale technologieën groeit en er zijn straks minder mensen om zorg te verlenen en niet alleen door de bezuinigingen.”
25
Jaarverslag 2014 - ROC Leeuwenborgh
Comakership met Medtronic leidt tot nieuwe logistieke opleiding Het bedrijfsleven smeekt om maatwerk in het onderwijs. Standaard is uit, passende opleidingen zijn in. De aansluiting van de schoolbanken op de praktische vertaling van het geleerde moet beter. Leeuwenborgh zet er de schouders onder. Met zijn technische opleidingen, maar ook met een nieuwe opleiding medical deviceslogistiek binnen de kaders van LED, Limburg Economic Development, het vliegwiel van de Limburgse economie.
is uit,
Doel is: studenten afleveren die vanaf hun eerste werkende minuten de logistieke behoeftes van bedrijven in de sector voor medical devices (medische artikelen, zoals hulpmiddelen) goed kunnen invullen. Studie en praktijk m oeten daarvoor dicht op elkaar zitten. Medische toeleveranciers als Medtronic en Abbott, die beide producten maken voor diagnostiek, farmacie en voeding en medische hulpmiddelen voor de zorg, spinnen garen bij de koerswijziging en conformeren zich in partnerships aan de nieuwe opleiding. Zij zitten ook niet zomaar in Zuid-Limburg, want hier is de medische logistiek gevestigd en daar moeten de logistieke opleidingen goede medewerkers voor afleveren. Want logistiek in de medische wereld is een totaal andere tak van sport dan trimodaal transport over weg, spoor en water.
passende
Nieuwe opleiding
“ Standaard
opleidingen zijn in. ”
26
Leeuwenborgh leidt sinds dit studiejaar de mede door LED gefinancierde nieuwe opleiding logistiek Zuid-Limburg, die het gat tussen het logistiekonderwijs en de logistieke praktijk moet dichten. Een gat, ontstaan doordat voor de samenstelling van het logistieke curriculum tot voor kort niet de vraag van het bedrijfsleven leidend was, maar het door overheid en transportsector samengestelde onderwijsdossier. Voor projectleider Dirk Verhoeven, accountmanager van de sector Economie van Leeuwenborgh, kan er alleen sprake zijn van een echt kwaliteitsdossier, als al die op zich interessante maar niet terzake doende kennis, die niet aansluit op de logistieke praktijk van alledag, uit het curriculum verdwijnt. “We willen een mix van wat het ministerie van OCW wil en wat bedrijven willen, zonder dat we de exameneisen en de wetgeving geweld aandoen. Vier jaar geleden zijn we vanuit het Marktportaal van Leeuwenborgh gaan onderzoeken, hoe onze logistieke opleiding beter kan aansluiten op de
behoefte van de zorglogistiek, een uitgesproken nichemarkt. Na een wittevlekkenanalyse is een nieuw device voor de medische branche ontwikkeld, met Medtronic in de rol van kartrekker.”
Kennis ontsluiten De standaard logistieke opleidingen werken vaak niet voor studenten uit het bedrijfsleven. Je moet als opleidingscentrum veel flexibeler zijn, weet Virginie Driessen, docent logistiek bij Leeuwenborgh. “De nieuwe opleiding logistiek kent naast de klassikale lessen dan ook trainingen ‘on the job’, waar de opgedane kennis meteen in praktijk wordt gebracht. Ook leren de studenten met behulp van een elektronische leeromgeving en groepsopdrachten. Het unieke van onze samenwerking met Medtronic is, dat het in onze opleiding participeert via gastlessen. Want de echte kennis zit niet alleen bij de docent logistiek, maar in het bedrijf en die kennis ontsluiten we naar onze opleiding. Zo gaan we van goed naar excellent onderwijs, voor de instromende leerlingen uit het reguliere onderwijs als wel voor Medtronic-medewerkers, die een aanvullende opleiding willen. We worden er dus beide beter van.”
Comakership Het nieuwe opleidingsprogramma is een comakership tussen Leeuwenborgh en Medtronic. Samen met een externe onderwijsarchitect is door Leeuwenborgh een nieuw curriculum gemaakt, dat mede is gefinancierd door Medtronic. Elk brengt zijn specifieke expertise of middelen in: financiën, uren, coördinatiecapaciteit. “Dat zorgt voor energie, commitment, vertrouwen en een enthousiaste klant,” zegt Virginie Driessen. “Zonder Medtronic was dit niet mogelijk geweest. We hebben daarnaast ook een groep opgestart bij Abbott. Het geleerde van Medtronic en Abbott gebruiken we nu in ons reguliere onderwijs. Zoals de LEAN-principes, een begrip in de logistiek, die in beide bedrijven sterk aanwezig zijn.”
Lessons learned Doel van de nieuwe aanpak is voldoende en goed opgeleid personeel, dat voor continuïteit in de sector zorgt. Want wat goed is voor Medtronic en Abbott, is goed voor meer bedrijven, die zich voor logistieke opgaven zien gesteld. “Onze opleiding medical deviceslogistiek en de ‘lessons learned’ zijn in essentie ook bruikbaar voor andere partners en verbetering van specifieke logistieke opleidingen elders,” aldus Dirk Verhoeven.
27
Jaarverslag 2014 - ROC Leeuwenborgh
Beroeps Praktijk Vorming: vreemde ogen dwingen Een diploma is nog geen garantie, dat iemand zijn vak verstaat. Al doende leer je pas. Daarom is ooit de stage uitgevonden. Dé gelegenheid om opgedane theoretische kennis in de praktijk te toetsen. Maar dan moeten stages wel optimaal tegemoetkomen aan de wensen en behoeften van het onderwijs, het bedrijfsleven en de stagiairs. Vandaar dat nu wordt gesproken van BPV, Beroeps Praktijk Vorming. Ruim 6.000 bedrijven in Zuid-Limburg maken gebruik van de mogelijkheid om via de BPV te profiteren van de kennis en kunde van de Leeuwenborgh-stagiairs, die er onder strikte voorwaarden aan de slag gaan. Waarmee het diploma aan waarde wint. Want waar in het verleden een stage niet altijd onderdeel uitmaakte van de eindbeoordeling, ontvangt de Leeuwenborgh-student zonder voldoende voor zijn BPV geen diploma. Zo helpt de BPV het gat tussen opleiding en praktijk verder te dichten, wat tevens het gewicht van de BPV in de opleiding aangeeft.
Meer gevraagd “Er wordt meer gevraagd van stagiairs. Je moet niet alleen de theorie in de praktijk beheersen, maar ook kunnen anticiperen binnen een bedrijf. Je zult dus ook over praktische competenties, zoals gevoel voor verhoudingen, moeten beschikken. Zonder voldoende voor je BPV geen diploma,” licht Wim Helwig, hoofdcoördinator BPV bij Leeuwenborgh, de meerwaarde van de BPV toe. “We leggen simpel gezegd een stuk van het onderwijs bij het bedrijf neer. De BPV heeft dan ook meer gewicht dan de vroegere stage. We stellen hogere eisen aan de deelnemende bedrijven, die geaccrediteerd moeten zijn, op basis van een onafhankelijke keuring. Belangrijke voorwaarde is de aanwezigheid van een echte werkplek en dat de leerling aan concrete opdrachten kan werken, die moeten corresponderen met de leerstof. Een bedrijf dat alleen maar extra handjes wil, wordt door ons gediskwalificeerd en verwezen naar de markt van uitzendbureaus. Een andere belangrijke voorwaarde is de aanwezigheid van een praktijkopleider binnen het bedrijf, die zorgt dat de werkplek aansluit op de vraag van de praktijkcomponent. Ook moet hij de student stimuleren en uitdagen. Hierdoor zie je dat stagiairs zich als ‘werknemer’ echt aanpassen aan de werkomgeving.”
28
Monitoring De praktijkbegeleider van school monitort, of een BPV inhoudelijk aan de maat is. “Het werk moet gekoppeld zijn aan de opleiding. In de praktijk leer je nu e enmaal het meest. Wij checken vooraf het onderwijsprogramma van het bedrijf. De duur, die wisselt per opleiding en onder meer afhangt van de aangeboden werkplekcapaciteit, de BPV-onderdelen, de planning en de inhoud, staan vooraf vast. Waar een proeve van bekwaamheid moet worden uitgevoerd, gebeurt dat soms in het bedrijf zelf. Voor sommige vakken worden de leerlingen tijdens dit ‘BPV-examen’ gefilmd, als bewijslast.”
Bureau Werk & Stage Om de slagingskans van de BPV te vergroten, is voor alle Leeuwenborgh- sectoren het Bureau Werk & Stage (BWS) opgezet. Hier kunnen bedrijven terecht voor contact, specifieke wensen en de organisatie van de BPV. Het BWS is ook verantwoordelijk voor de praktijkovereenkomsten met bedrijven en de behandeling van klachten. Het bedrijfsleven waardeert dit. Wanneer een commercieel bedrijf liefst een leerling wil met een commerciële instelling, kan daar ook specifiek naar worden gezocht. Omdat Leeuwenborgh zelf ook een bedrijf is, worden hier ook studenten geplaatst. Dit gebeurt steeds vaker in eigen ‘leerbedrijven’. Zo verzorgen studenten van de ICT-opleidingen al jaren de ondersteuning van de hard- en software.
UM als leeromgeving Bij de University Maastricht (UM) volgen vanuit de sector Economie twee leerlingen hun BPV. De UM is een vaste klant van Leeuwenborgh. Hub van Kan biedt mbo-leerlingen als praktijkopleider hier al jaren een mooie ICT-omgeving. Hij is verantwoordelijk voor het serverpark, de SAN-omgeving en het technisch en functioneel applicatie- en projectbeheer. “De stagiairs komen hier primair om te leren,” zegt hij. “Dat betekent, dat ze ingezet worden op verschillende werkgebieden: bij lokale ondersteuning, maar ook bij software en systemen. Zelfs binnen audiovisuele toepassingen kunnen ze interessante ervaringen opdoen. Wel vragen we een leergierige en actieve houding.”
29
Jaarverslag 2014 - ROC Leeuwenborgh
Het juridisch leerwerkbedrijf: waar leren werken ontmoet, wordt vakmanschap geboren! Theorie is goed, de praktijk nog beter. Het juridische leerwerkbedrijf - Leeuwenborg@Work Juridisch Advies - is zo’n typisch Leeuwenborghconcept, dat helemaal aan die stelling tegemoet komt. Want ook Leeuwenborgh-studenten hebben recht op het allerbeste onderwijs.
“ Studenten kunnen doorgaans
Ondernemend leren
dagen
“We stimuleren onze studenten op die manier om ondernemende werknemers te worden,” zegt docent Juridisch Jean Diederen, oud-advocaat, ex-ondernemer en mentor van meerdere studenten. “De docenten coachen en managen en de studenten verdelen zelf de taken. Zij organiseren hun werk, houden termijnen in de gaten en leren een vertrouwensrelatie met hun cliënten op te bouwen. Het is dus niet alleen maar vragen beantwoorden. Studenten kunnen doorgaans veel meer, dan ze zelf denken. Daarom dagen we hen voortdurend uit. We willen niet dat ze alleen de juridische regeltjes kunnen opdreunen. Nee, we leren hen ook hoe te functioneren in de praktijk, zodat ze kunnen communiceren, luisteren, aandacht schenken, geconcentreerd bezig zijn, een positieve houding aannemen.”
we hen
Verrijking van het leerproces
veel meer dan ze zelf denken. Daarom
voortdurend uit. ”
30
Het juridisch leerwerkbedrijf startte in maart 2014 in een bij PIW (Partner In Welzijn) in de Geleense wijk Lindenheuvel gehuurde les/werk- en kantoorruimte. De toekomstige juridisch medewerkers bieden hier particulieren en bedrijven hun opgedane kennis aan. Zij ontvangen er drie ochtenden in de week cliënten met juridische vragen en oefenen zo hun kennis in de praktijk. Daarnaast loopt een extern juridisch adviesproject bij WSW-bedrijf Vixia in Sittard en zijn nog andere projecten in voorbereiding.
Leeuwenborgh@Work Juridisch Advies is een soort rechtswinkel, die volledig door de studenten wordt gerund onder leiding van juridische vakdocenten, die als coaches en eindverantwoordelijken optreden. De studenten zijn naast het juridisch advies ook verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van het kantoor. Het leerwerkbedrijf sluit aan bij de maatschappelijke vraag van particulieren naar eenvoudige eerstelijns rechtshulp, maar ook het bedrijfsleven wordt niet vergeten. De studenten zijn blij op deze manier het leerproces te kunnen verrijken met praktijkervaring. Zij helpen mensen gratis met het beantwoorden van juridische vragen of het invullen van formulieren en leren daar zelf ook van. Vergelijkbaar met de vroegere wetswinkels in de jaren zeventig, die ook bemand werden door studenten.
Brug geslagen Nu is alle begin moeilijk en ook in Lindenheuvel werd de deur niet direct platgelopen. En als de berg niet naar Mozes komt …. Dus organiseerde Jean Diederen een pilot bij Vixia in Sittard, dat passend werk biedt aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Jo Koster, opleidingsadviseur bij Vixia, zag de meerwaarde van de pilot en sloeg samen met Leeuwenborgh een nieuwe brug tussen onderwijs, bedrijfsleven en maatschappij. Eind vorig jaar werden zo veertien dankbare Vixia-werknemers geholpen door de juridische studenten van Leeuwenborgh. “Onze medewerkers waren zeer content,” zegt Jo Koster. “Niet alleen over de beantwoording van de vele juridische vragen rondom dagelijkse problemen waar mensen mee zitten, maar ook vanwege de correcte behandeling. De studenten blijken zich goed te kunnen inleven in persoonlijke problematieken.“
Eerste ervaringen “Je kunt je kennis in praktijk brengen, krijgt een echte casus te behandelen en hebt contact met mensen met een echt probleem,” vertellen Lyanne Kroes, Deverly Feedee Tejada en Max Doijen enthousiast. Zij maakten deel uit van de groep studenten die de eerste pilot bij Vixia met groot succes uitvoerden in september en oktober 2014. De pilot kreeg in april en mei 2015 dan ook een vervolg. “Je hebt ook te maken met emoties,” vervolgen de drie. “Hoe ga je daar mee om? Dit verrijkt je opleiding. In het begin moet je even uitzoeken, hoe je dingen moet aanpakken. Of je neemt een dossier mee naar de theorieles en bespreekt dat met andere studenten, maar altijd onder leiding van de docent die eindverantwoordelijk is. We vullen elkaar ook onderling aan.” Voor volgend studiejaar wordt gedacht aan een leidende rol voor een kleine groep excellente derdejaars, die de eerste- en tweedejaars kunnen helpen. Learning by earning. Inmiddels zijn naast Vixia ook VDL NedCar en ZO Wonen als vaste opdrachtgevers voor het juridisch leerwerkbedrijf benaderd en is Leeuwenborgh nog in gesprek met andere grote maatschappelijke partners. Zo innoveert de opleiding en gaat ze ondernemende en zelfstandige vakmensen opleveren waar toekomstige werkgevers en het HBO om zitten te springen.
31
Jaarverslag 2014 - ROC Leeuwenborgh
Sportzone Sittard: het lef van Leeuwenborgh “Een krachtige toekomstvisie en een strategische keuze die van bestuurlijk lef getuigt. Leeuwenborgh is een voorloper in dit voor heel Nederland unieke project.” Voor Maarten van Kempen, directeur- eigenaar van Fitland XL, had de participatie van Leeuwenborgh in Sportzone Limburg niet beter gekund. “In een gezamenlijk concept van onderwijs, bedrijfsleven, overheid, zorg en sport heeft Sportzone Limburg zich in korte tijd uitstekend weten te profileren,” vervolgt hij. “Leeuwenborgh is zich er terdege van bewust, dat ‘de nieuwe werkelijkheid’ ook van het onderwijs een omslag in denken vraagt. Het onderbrengen van het CIOS in het Fitlandgebouw in 2014 is daartoe een eerste stap. Het is en wordt een leerwerkbedrijf in optima forma. Door samen te werken en gebruik te maken van de faciliteiten ontstaat een uitstekend klimaat om te w erken en te studeren en om topsport, breedtesport en commercie te laten gedijen. Door deel te nemen in dit project heeft Leeuwenborgh laten zien, dat het een gezonde langetermijnvisie heeft en legt het mede de basis voor Sportzone 2.0.”
Soepele leerlijnen Samen met Leeuwenborgh bundelen sinds vorig jaar ook het DaCapo College (vmbo) en het Arcuscollege (mbo) hun onderwijskrachten in Sportzone Limburg. De samenwerking wordt steeds intensiever. “Het was even zoeken, ook voor het ondersteunend personeel, maar de samenwerking verloopt steeds vloeiender, zeker met een constructieve partner als Leeuwenborgh,” vindt Pim van Heumen, directeur van het DaCapo College. “Qua leerlingenaantal zijn we een
32
stuk kleiner dan Leeuwenborgh, maar we werken naadloos samen. Sportzone Limburg wil zich profileren met één gezicht en ik denk dat we die uitstraling al in korte tijd hebben bereikt.” Hij is vooral te spreken over de soepele leerlijnen door de samenwerking met Leeuwenborgh ontstaan. “Uiteraard is de overstap van vmbo naar mbo niet drempelloos, maar door de kortere lijnen is het mbo voor vmbo’ers nu toch beter toegankelijk. Onze leerlingen zien nu met eigen ogen wat nog meer mogelijk is en kunnen zo veel gerichter kiezen.”
Het wachten waard De gemeente Sittard-Geleen heeft bij de totstandkoming van Sportzone Limburg ook met Leeuwenborgh aan tafel gezeten. “Een constructief overleg, dat resulteerde in een hoogwaardige, duurzame en perfect geoutilleerde huisvesting, waarin sporten (van breedte- tot topsport), studeren en werken op elk niveau mogelijk is. Een verrijking voor Sittard-Geleen,” aldus Ruud Guyt, wethouder Wonen, Duurzaamheid en Sport. Hij roemt de strategische keuze van Leeuwenborgh om een deel van zijn opleidingen onder te brengen in Fitland XL. “Zij waren een van de key-partners bij de ontwikkeling van de Sportzone. Het leverde voor Leeuwenborgh enige vertraging op, maar ik denk, dat het ‘t wachten waard was. Via een reguliere exploitatie had Sportzone Limburg anders nooit van de grond kunnen komen. De synergie die is ontstaan, omdat grote onderwijsinstellingen de handen ineen sloegen, heeft veel meerwaarde gegenereerd. Neem alleen al de integratie van de doorlopende leerlijnen, waar de leerlingen van profiteren.”
33
Jaarverslag 2014 - ROC Leeuwenborgh
Daalhof geen doolhof WijkLeerbedrijf Maastricht Daalhof is een samenwerking tussen de gemeente Maastricht, Leeuwenborgh, Levantogroep, Mosae Zorggroep, Radar, Zorgtechniek Limburg en Calibris. Het is opgericht om hulp te bieden aan mensen in de wijk Daalhof. Leerlingen van Leeuwenborgh doen er praktische ervaring op die aansluit bij hun mbo-opleiding in zorg en welzijn. Onder begeleiding van professionals zijn zij mensen van dienst bij alle mogelijke activiteiten, thuis of in de buurt.
“ Door dit gezamenlijke project van
Nieuwe manier van opleiden
opleidings-
Peter de Goeij van kenniscentrum Calibris juicht het initiatief van Leeuwenborgh om te participeren in dit project toe. “Door dit gezamenlijke project van onderwijs, overheid en zorg genereer je prima opleidingsplekken. Theorie en praktijk gaan hier hand in hand, veel inniger dan in het verleden. Zeker met het oog op de toekomst van de zorg is het belangrijk, dat de studie aansluit op de maatschappelijke ontwikkelingen. De decentralisatie en de participatiemaatschappij vragen om een nieuwe manier van opleiden. Je moet op zoek naar alternatieve samenwerkingsvormen, om de nieuwe lichting zorgverleners adequaat op te kunnen leiden. Dat is ook de kracht van Leeuwenborgh, dat vooruit durft te kijken en de flexibiliteit heeft om met andere partijen op zoek te gaan naar die nieuwe manier van opleiden.”
plekken. ”
Over grenzen durven kijken
onderwijs, overheid en zorg genereer je prima
34
Het wijkleerbedrijf biedt leerlingen van de opleiding Helpende Zorg en Welzijn van Leeuwenborgh een opleidingsplaats, die adequaat inspeelt op de veranderingen in de zorg. Het mes snijdt dus aan twee kanten. De leerlingen zijn verzekerd van een prima opleidingsplek en de wijk kan rekenen op hulp bij informele zorgtaken.
Het is belangrijk dat het onderwijs de komende jaren innovatief te werk gaat, vindt ook de Maastrichtse wethouder André Willems van Sociale Zaken, Arbeidsmarktbeleid, Ouderenbeleid en Stadsbeheer. “Voorheen deed ieder
zijn eigen kunstje, nu móet je de handen ineenslaan,” vat hij de effecten van de decentralisatie en de participatiemaatschappij samen. “Je moet binnen de sociale domeinen over de grenzen van de eigen organisatie heen durven kijken. Leeuwenborgh geeft daar op excellente wijze invulling aan. In Maastricht heeft het zich met WijkLeerbedrijf Daalhof sterk geprofileerd. Het is er zich van bewust, dat onderwijs- en maatschappelijke doelen met elkaar verbonden moeten worden. Niet alleen om opleidingsplekken te creëren maar ook toekomstige werkplekken. Daar wordt in Daalhof goed invulling aan gegeven. Tegelijkertijd worden buurtbewoners geholpen. Prachtig, zoals hier vanuit een driedimensionaal perspectief wordt ingespeeld op de veranderende zorgvraag. Wijkgericht werken wordt de leerlingen met de paplepel ingegoten. Dit project loopt pas sinds september 2014, maar is nu al een succes. Hopelijk is dit niet het laatste.”
35
Jaarverslag 2014 - ROC Leeuwenborgh
Educatie, uitkomst voor wie wil werken én leren Als je het gevoel hebt, dat je je tijd verdoet in de schoolbank en het geleerde liefst meteen in praktijk brengt, biedt buitenschools leren uitkomst, om van begin af aan leren en werken te kunnen combineren. De sector Educatie biedt die mogelijkheid. Bedoeld voor jongvolwassenen, die hun studie in het voortgezet onderwijs (nog) niet hebben kunnen voltooien, voor volwassenen, die al op jonge leeftijd moesten gaan werken, voor buitenlanders, die moeite hebben met de Nederlandse taal of voor wie moet inburgeren. De sector Educatie biedt de trajecten Voortgezet Algemeen VolwassenenOnderwijs (VAVO), BasisEducatie, Nederlands als Tweede Taal (NT2), Entreeopleidingen (mbo-niveau 1) en Kwalificatieklasopleidingen (mbo-niveau 2) aan.
Hechte band leren-werken Binnen het VAVO volg je voltijd- of deeltijdtrajecten. “Door de flexibele inrichting van ons onderwijs kunnen studenten een deeltijdbaan combineren met het behalen van certificaten voor vmbo-tl, havo en vwo,” zegt John Kuijpers, opleidingsmanager VAVO. De Entreeopleidingen en Kwalificatieklasopleidingen vinden voor 80% buiten Leeuwenborgh plaats in kleine leer- enw erkcentra (L@W‘s). De studenten leren in een bedrijf, in groepen van 16 en binnen de context van de door hen gekozen opleiding, de dagdagelijkse praktijk. Een dag per week volgen ze de vakles bij Leeuwenborgh zelf. De algemene lessen (Nederlands, rekenen en loopbaan & burgerschap) volgen ze in de L@W‘s, op loopafstand van de aan de beroepspraktijkvorming (BPV) deelnemende bedrijven. Hechter kan de band tussen leren en werken niet zijn. “Deze niveau 1- en 2-studenten zijn echte doeners, die het liefst op de werkvloer met hun vak bezig zijn, buiten de organisatie van een school. Je kunt ze dus het beste meteen in de praktijk plaatsen,” zegt Robert Doyen, opleidingsmanager van beide opleidingen.
Korte lijnen Naast de L@W’s als Polfermolen (Valkenburg), Hoogstaete (Sittard) en Makado (Beek) is er ook een gevestigd in het Centre Céramique in Maastricht, dat blij is met zo’n ‘inhoudelijk sterke partner’ als huurder. Docent Frank Schrage geeft hier les aan een groep mbo 1-studenten. “Deze manier van opleiden is voor hen veel beter, door het veelvuldige contact met de docenten. Het is een wat moeilijkere groep, die, zoals dat heet, iets in hun rugzakje meedraagt. Dan is deze combinatie van leren en werken een hele goeie. Met korte lijnen, waardoor wij heel snel kunnen inspelen op problemen met de stage of de school, of als die persoonlijk van aard zijn.”
36
Supergemotiveerd Dit concept startte vijf jaar geleden met een aantal bedrijven als basis, waar de studenten dagelijks van de beroepspraktijk proeven. “Maar hoe langer we draaien, hoe meer bedrijven erbij komen,” geeft Maril Kleikers, coördinator Bureau werk & stage van Educatie, aan. “Soms vallen bedrijven af, die de leerlingen toch niet de juiste werkomgeving kunnen bieden. Maar je merkt dat, hoe langer je als ROC en bedrijf met elkaar werkt, hoe dieper de relatie wordt. Als bedrijf moet je ook maatschappelijk betrokken zijn om stagiairs goed te kunnen begeleiden. Het kost energie en tijd, maar de leerlingen zijn supergemotiveerd en dat compenseert heel veel.” Beaamt ook Patrique Bulté, assistent-manager van Stayokay Hotels. “Wij proberen stagiairs aan te nemen van wie we het idee hebben dat we er ook later mee zouden willen werken. Want het is toch een investering. Maar van de stagiairs tot nu toe spat het enthousiasme af.”
Kans Zoals Jazan Naies, een jonge Syriër, die zijn land twee jaar geleden ontvluchtte vanwege de oorlog en nu via de Entreeopleiding inburgert. “Hier kan ik weer wonen, leren, werken en veel mensen ontmoeten.” Die kans kreeg hij, doordat in 2014 het concept van de L@W’s ook is ingezet voor de inburgeraars bij Educatie. Zij volgen de examenvoorbereidende lessen in de L@W’s en een praktijkstage gericht op spreekvaardigheid (Nederlands) in de nabijgelegen bedrijven. Dezelfde bedrijven waar de studenten van de Entreeopleiding hun BPV doen.
Puike percentages Om als Leeuwenborgh en deelnemende bedrijven samen maatschappelijk relevant te kunnen zijn voor de verschillende groepen studenten is heel veel onderling vertrouwen nodig, zegt Robert Doyen. “Toen we vijf jaar geleden met dit concept startten, hadden we voor deze doelgroep een diplomaresultaat van 55%, conform het landelijk gemiddelde. Inmiddels is dat 76% en dat percentage is al drie jaar stabiel. De doorstroom van niveau 1 naar niveau 2 is eveneens van 11% naar 31% gestegen. We zijn er erg trots op, dat Leeuwenborgh mede dankzij dit innovatieve concept het aantal vroegtijdige schoolverlaters met 12% heeft verminderd. Dat zorgt ook voor optimale motivatie bij studenten en docenten. Van de inburgeraars zijn nog geen percentages voorhanden, maar je mag verwachten, dat zij door deelname aan dit concept eerder zullen slagen voor hun inburgeringsexamen.”
“ Hechter kan de band tussen leren en werken niet zijn. ”
37
Colofon Ontwerp & opmaak: Teksten: Redactie: Drukwerk:
Fanny Driessen, Fanny’s Concepts i.s.m. PR & C Leeuwenborgh Financieel Economische Zaken (FEZ) i.s.m. Van Zandvoort Communicatie Financieel Economische Zaken (FEZ) Drukkerij Schrijen-Lippertz MediaNova B.V.
ROC Leeuwenborgh
Centraal adres: Sibemaweg 20 6224 DC Maastricht
Postadres: Postbus 1825 6201 BV Maastricht
Telefoon: 088-0015000 Website: www.leeuwenborgh.nl E-mail:
[email protected] KvK-nummer: 41074030
Wilt u reageren op dit jaarverslag? Graag. Dat kan via
[email protected]
ROC Leeuwenborgh | centraal adres: Sibemaweg 20 • 6224 DC Maastricht postadres: Postbus 1825 • 6201 BV Maastricht telefoon: 088-0015000 website: www.leeuwenborgh.nl e-mail:
[email protected] KvK-nummer: 41074030