ISK Drachten Uitstroomprofiel Techniek
ISK2011STR
Voorwoord
Dit is een uitstroomprofiel geschreven voor de huidige drie techniek richtingen: • Algemene techniek • Bouwtechniek • Voertuigentechniek Binnen deze techniekrichtingen bestaan nog enkele variaties maar daarover later meer.
Wij hebben dit uitstoomprofiel geschreven om duidelijk te maken hoe wij met onze leerlingen omgaan en hoe wij ze willen voorbereiden op hun toekomst in Nederland. De leidende trefwoorden zijn: • Instroom-inzet-leerbaarheid-uitstroom.
2
Inhoud
Hoofdstuk 1 De ISK Drachten
Blz. 3
Hoofdstuk 2 De start
Blz. 5
Hoofdstuk 3 Algemene techniek
Blz. 6
Hoofdstuk 4 Bouwtechniek
Blz. 7
Hoofdstuk 5 Voertuigentechniek
Blz. 8
Hoofdstuk 6 Stappenplan
Blz. 9
Hoofdstuk 7 De lessen
Blz. 10
3
Hoofdstuk 1
De ISK Drachten ISK Drachten staat voor Internationale Schakel Klassen te Drachten (FR). Het is een school voor anderstalige leerlingen, voornamelijk minderjarige vreemdelingen. De school in Drachten bereidt een leerling voor op het reguliere onderwijs in Nederland en geeft hem bagage mee om zich in de toekomst staande te houden. De leerlingen in onze school zijn voornamelijk AMA’s, Alleenstaande Minderjarige Anderstaligen en leerlingen uit gezinnen. Deze jongens en meisjes kunnen van over de hele wereld komen. Van tijd tot tijd varieert ook de samenstelling, op dit moment zijn er veel mensen uit Afghanistan en uit Somalië, maar ook Mongolen, Chinezen en Afrikanen zijn vertegenwoordigd. Wanneer een leerling in Nederland aankomt en hij is tussen 12 en 18 jaar oud, dan moet hij of zij zich aanmelden bij een ISK. Hier worden ze na een intakegesprek aan een voor hen geschikte klas toegevoegd. Wanneer de leerling voldoende (A1) Nederlands spreekt, schrijft en leest zal hij doorstromen naar één van de uitstroomprofielen. Voordat een uitstroomprofiel definitief gekozen wordt, heeft de leerling de kans om de verschillende profielen te bezoeken en uit te proberen. Hij of zij zal zijn keuze daarna moeten onderbouwen bij de mentor/coach en de vakdocent.
4
Hoofdstuk 2
De start De leerling heeft gekozen voor een uitstroomprofiel, in dit geval techniek. De motivatie van de leerlingen kan heel verschillend zijn, de één heeft al een vooropleiding gehad in de techniek, de ander kiest uit statusoverwegingen, en de volgende heeft weer andere motieven. Op dit moment komt de kennis en ervaring van de vakdocent om de hoek kijken, hij of zij moet met de leerling een keuze maken uit de hoofdrichtingen die op dit moment worden aangeboden en moet een route uit gaan stippelen die het beste is voor de leerling. De volgende woorden kunnen daarbij als richtlijn dienen: Instroom – Inzet – Leerbaarheid – Uitstroom. •
De achtergrond van de leerling is op dit moment bepalend voor zijn eerste stappen binnen de technische opleidingen in Nederland. Wanneer de leerling een technische achtergrond heeft en hij gaat in dezelfde richting verder, dan is nu het moment aangebroken om hem de Nederlandse vaktaal, methoden, technieken en werkhouding aan te leren. Als de leerling in zijn land van herkomst niets of weinig gedaan heeft met techniek is nu het moment om een start te maken met het werken in de techniek. •
De inzet van de leerling is het belangrijkste, hij zal immers zelf alles moeten leren en doen. De docent kan de leerling motiveren maar kan niemand dwingen om iets te leren. • De leerbaarheid van de leerling kan heel verschillend zijn. Iedere leerling presteert op zijn niveau en manier, daarom is gedifferentieerd lesgeven een must. Voordoen, vertellen, laten lezen, voelen, nadoen, afbeeldingen, video, internet, toetsen zijn zaken die hierbij naar voren komen. •
De uitstroom naar het reguliere Nederlandse onderwijs is het doel waaraan de docent werkt samen met de leerling. De leerling moet zich terdege bewust zijn dat het Nederlandse onderwijs gestoeld is op zelfstandig lezen, schrijven en vertellen. Hij moet dus op deze vlakken op niveau (avi 2) zijn om uit te mogen stromen.
5
Hoofdstuk 3
Algemene Techniek Algemene techniek is voor leerlingen die nog geen keuze hebben kunnen maken in welke richting ze in de toekomst iets willen gaan doen. Ze hebben te weinig achtergrond in de techniek, of ze willen iets specifieks gaan doen dat niet onder de andere richtingen valt. Hier hebben ze de keuze uit bijvoorbeeld verbindingstechnieken, kunststof bewerken, metaal bewerken, elektrotechniek of wat de leerling ook maar nodig heeft. Als de leervraag van de leerling uit te voeren en/of realiseerbaar is, dan zullen wij deze van dienst zijn. Een aandachtspunt voor alle techniekleerlingen is het zogenaamde tekeninglezen. Uit ervaring is gebleken dat onze leerlingen weinig tot geen ervaring hebben in het “lezen” van tekeningen. Wat zijn hoofdlijnen, hulplijnen, 2D, 3D en isometrisch tekenen zijn regelmatig terugkerende vragen. Om dit ruimtelijk inzicht te activeren gebruiken we technisch-Lego, tekenborden, schetsborden en verschillende computerprogramma’s.
6
Hoofdstuk 4
BouwTechniek Bouwtechniek is voor leerlingen die willen gaan werken met hout of in de bouw. Binnen de bouw hebben we de beschikking over verschillende richtingen bijvoorbeeld elektriciteit, timmerman, schilder, metselaar en stukadoor.
7
Hoofdstuk 5
Voertuigentechniek Voertuigentechniek is voor leerlingen die willen gaan werken als fietsenmaker, bromfiets-motor-auto-vrachtwagenmonteur of chauffeur. Het kan ook zo zijn dat de leerling niet in deze richting wil gaan werken maar wel interesse heeft in de techniek hierachter. Wij kunnen dan voorlichting geven en enkele theoretische en praktische opdrachten laten uitvoeren. Bovendien is het zo, dat enige fietsreparatietechniek en kennis van autoonderhoud altijd van pas kan komen. De opleiding voertuigentechniek is geen gemakkelijke en moet niet worden onderschat door onze leerlingen. Er komt veel theorie bij kijken en veel begrijpend en technisch lezen. Het uitstoomniveau zou moeten liggen op BBL/BOL niveau 2 en BOL niveau 4 Management/Techniek. Een BOL-opleiding is een voltijd opleiding, waarbij de leerling praktijkervaring opdoet door middel van stages en autotechnicus niveau 2. Wanneer de leerling op dat niveau functioneert, dan kan hij uiteindelijk gaan werken bij een zogenaamd snel-service bedrijf. De werkzaamheden kunnen dan bestaan uit: Kleine of grote onderhoudsbeurt geven. Banden verwisselen. Airco-onderhoud. Trekhaak-montage. Remmen vervangen. Uitlaatsystemen vervangen en/of repareren. Schokdempers en vering vervangen. Accu’s vervangen. Verlichting afstellen en/of repareren.
Bron: www.werkenbijkwikfit.nl
8
Hoofdstuk 6
Stappenplan Voor alle bovenstaande richtingen gelden in grote lijnen de onderstaande stappen. 1) Het inventariseren van de achtergrond van de leerling. Wat is de motivatie, het kennisniveau enz. 2) Doelen, wat wil de leerling gaan worden, bereiken. 3) Hoe wil de leerling zijn doel bereiken. 4) Hoe kan de docent daarbij helpen. Een en ander moet zorgvuldig gedocumenteerd worden, om de voortgang in de gaten te houden en om de doorstroming naar een vervolgopleiding te vergemakkelijken.
9
Hoofdstuk 7
De lessen Tijdens de lessen techniek zal de docent zijn professionele inzet zelf moeten bepalen. Elke leerling en lessituatie vraagt om een eigen aanpak, het zogenaamde gedifferentieerde lesgeven is hier dan ook van toepassing. Een aandachtspunt is de taalkundige, culturele en emotionele achtergrond van onze leerlingen. Dit geeft een extra dimensie aan het lesgeven, meer dan wanneer men alleen aan Nederlands-sprekende leerlingen lesgeeft. Een techniekles kan bestaan uit praktijk, het maken van werkstukken en/of theorie, bijvoorbeeld vaktaal, materiaal en gereedschapskennis. Afhankelijk van de behoefte van de individuele leerling is een leerplan op te stellen dat de leerling helpt om zijn doel te bereiken. Beroepsoriëntatie is een wezenlijk onderdeel van alle technische richtingen en kan op vele manieren worden uitgevoerd, onder andere via de volgende websites. www.vdab.be/beroepsorientatie www.techniekinbeeld.nl Het opdoen van ervaringen op een Nederlandse school en bij Nederlandse bedrijven helpt de leerling om zich een toekomstbeeld te vormen. Daarom zijn excursies naar beurzen, bedrijven, scholen en ook een uitzendbureau aan te raden. Het uitnodigen van (vak)mensen tijdens de lessen kan het enthousiasme overbrengen en biedt de leerling een ruime gelegenheid om vragen te stellen. Omdat de lesbrieven en boeken vaak nog te talig zijn voor onze leerlingen is het raadzaam om tijdens de lessen veel aandacht te besteden aan het lezen en de opbouw van deze boeken. De Nederlandse leerling heeft al kennis genomen van deze methodes op de basisschool, de ISK-leerling moet zich dit vaak nog eigen maken. Ook het oefenen van toetsen is noodzakelijk. De leerlingen moeten ook beseffen dat de ISK geen school is waar ze een diploma voor een vak kunnen halen. Ze worden alleen voorbereid op het vervolgonderwijs of eventueel werk. De grootste bijdrage van de technieklessen ligt misschien wel in het feit dat de leerlingen Nederlands moeten spreken en dat er een beroepshouding gecreëerd wordt die past in de Nederlandse maatschappij.
10