IP Office 4.0 Gebruikershandleiding System Status Application
15-601758 Uitgave 1 (7.2.2007)
© 2006 Avaya Inc. Alle rechten voorbehouden. Kennisgeving Hoewel wij alle mogelijke moeite doen om ervoor te zorgen dat alle informatie in dit document volledig en nauwkeurig is bij het ter perse gaan, kan Avaya Inc. geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele fouten. Bij toekomstige uitgaven kunnen er wijzigingen of correcties van de informatie in dit document worden opgenomen. Disclaimer documentatie Avaya Inc. is niet verantwoordelijk voor modificaties, toevoegingen of weglatingen van de origineel gepubliceerde versie van deze documentatie, tenzij dergelijke modificaties, toevoegingen of weglatingen door Avaya weerden uitgevoerd. Disclaimer koppelingen Avaya Inc. is niet verantwoordelijk voor de inhoud of betrouwbaarheid van gekoppelde webpagina’s waar in deze documentatie naar verwezen wordt, en Avaya keurt de beschreven of aangeboden producten, diensten of informatie op deze webpagina’s niet per definitie goed. We kunnen niet garanderen dat deze koppelingen te allen tijde werken en we hebben geen controle over de beschikbaarheid van de gekoppelde webpagina's. Licentie GEBRUIK OF INSTALLATIE VAN HET PRODUCT DUIDT AAN DAT DE EINDGEBRUIKER DE VOORWAARDEN DIE HIERIN ZIJN OPGENOMEN EN DE ALGEMENE LICENTIEVOORWAARDEN BESCHIKBAAR OP DE AVAYA WEBPAGINA ONDER http://support.avaya.com/LicenseInfo/ (“GENERAL LICENSE TERMS” / “ALGEMENE LICENTIEVOORWAARDEN”) ACCEPTEERT. INDIEN U NIET AAN DEZE VOORWAARDEN GEBONDEN WENST TE ZIJN, DAN DIENT U HET PRODUCT (DE PRODUCTEN) BINNEN TIEN (10) DAGEN NA LEVERING BIJ HET VERKOOPPUNT TE RETOURNEREN VOOR RESTITUTIE OF KREDIET. Avaya verleent de Eindgebruiker een licentie die onder de hierna beschreven licentietypen valt. Het betreffende aantal licenties en capaciteitseenheden waarvoor de licentie is verleend, is één (1), tenzij er in de documentatie of overige materialen die tot beschikking van de Eindgebruiker staan een ander aantal licenties of capaciteitseenheden wordt aangeduid. “Aangewezen Verwerker” betekent een enkel, op zichzelf staand rekentoestel. “Server” betekent een Aangewezen Verwerker waarop een softwaretoepassing is ondergebracht, waartoe door meerdere gebruikers toegang kan worden verkregen. “Software” betekent de computerprogramma’s in objectcode, waarvoor oorspronkelijk licentie is verleend door Avaya en die uiteindelijk door de Eindgebruiker worden gebruikt, als op zichzelf staande producten of vooraf geïnstalleerd op Hardware. “Hardware” betekent de standaard hardwareproducten, die oorspronkelijk zijn verkocht door Avaya en die uiteindelijk door de Eindgebruiker worden gebruikt. Licentietype(n): Aangewezen systeemlicentie (DS). Elke kopie van de Software mag slechts op één Aangewezen Verwerker door de Eindgebruiker geïnstalleerd en gebruikt worden, tenzij er in de documentatie of overige materialen die tot beschikking van de Eindgebruiker staan een ander aantal Aangewezen Verwerkers wordt aangeduid. Avaya kan de identificatie van het type, het serienummer, de functiesleutel, de locatie of andere specifieke aanwijzingen van de Aangewezen Verwerker(s) eisen of de Eindgebruiker vragen deze via een speciaal voor dit doeleinde door Avaya opgestelde elektronische procedure aan Avaya te verstrekken. Copyright Tenzij uitdrukkelijk anders vermeld, is het Product beschermd door copyright en andere wetten met betrekking tot eigendomsrechten. Ongeoorloofd(e) reproductie, transfer en/of gebruik kan een misdrijf zijn onder zowel het geldende burgerlijke recht als strafrecht. Componenten van derden Bepaalde softwareprogramma’s of delen hiervan die in het Product zijn opgenomen, kunnen software bevatten die onder overeenkomsten met derden (“Componenten van derden”) is gedistribueerd en welke voorwaarden omvatten die de rechten voor het gebruik van bepaalde delen van het Product (“Voorwaarden van derden”) kunnen uitbreiden of beperken. Informatie met betrekking tot de identificatie van Componenten van derden die van toepassing zijn, is beschikbaar op de Avaya webpagina onder: http://support.avaya.com/ThirdPartyLicense/ Avaya fraude-interventie Indien u vermoedt dat u het slachtoffer bent van telecommunicatiefraude en u technische ondersteuning nodig heeft, bel dan het Technical Service Center Toll Fraud Intervention Hotline via +1-800-643-2353 voor de Verenigde Staten en Canada. Vermoedelijke lekken in de beveiliging van Avaya Producten moeten aan Avaya worden gemeld in een mail naar:
[email protected]. Zie de Avaya ondersteuningswebpagina (http://www.avaya.com/support) voor meer telefoonnummers m.b.t. tot ondersteuning. Handelsmerken Avaya en het Avaya logo zijn gedeponeerde handelsmerken van Avaya Inc. in de Verenigde Staten en andere rechtsgebieden. SM” Tenzij anders vermeld in dit document zijn merken die zijn aangeduid met “®,” “™” en “ respectievelijk gedeponeerde merken, handelsmerken en servicemerken van Avaya Inc. Alle overage handelsmerken zijn het eigendom van de betreffende eigenaren. Documentatie-informatie Ga voor de meest recente documentatieversies naar de Avaya ondersteuningswebpagina (http://www.avaya.com/support) of de IP Office Knowledge Base (http://marketingtools.avaya.com/knowledgebase/). Avaya ondersteuning Avaya biedt u een telefoonnummer aan dat u kunt gebruiken om problemen te melden of vragen te stellen m.b.t. uw call center. Het ondersteuningstelefoonnummer is 1- 800- 242- 2121 in de Verenigde Staten. Zie de Avaya webpagina voor meer ondersteuningstelefoonnummers. http://www.avaya.com/support.
Inhoud Over deze Handleiding .............................................................................................................. 1 Introductie tot SSA .................................................................................................................... 3 Overzicht ..................................................................................................................................................3 De toepassing installeren .........................................................................................................................5 Beveiligingsinstellingen Toewijzen............................................................................................................6 De Toepassing starten .............................................................................................................................8 Gebruik van de Toepassing....................................................................................................................10 Overzicht ...........................................................................................................................................10 Navigatiepaneel .................................................................................................................................11 Menubalk ...........................................................................................................................................12 Knoppenbalk......................................................................................................................................15
Systeem .................................................................................................................................... 17 Overzicht Systeemhardware...................................................................................................................17 Poort Systeemonderdeel ........................................................................................................................21 Telefoonpoorten .....................................................................................................................................21 Transmissielijnpoorten............................................................................................................................21 Uitbreidingsmodules ...............................................................................................................................21 H.323 Toestellen ....................................................................................................................................21 VoIP Transmissielijnen ...........................................................................................................................22 Systeembronnen ....................................................................................................................................22 Toestelselectie .......................................................................................................................................23
Gesprekken .............................................................................................................................. 25 Actieve Gesprekken ...............................................................................................................................25 Afgebroken Gesprekken ....................................................................................................................26 Actieve Gesprekken Gereduceerd .....................................................................................................27 Gespreksgegevens ................................................................................................................................28 Beller .................................................................................................................................................29 Bestemming.......................................................................................................................................31 Gespreksdoel/Routeringsinformatie ...................................................................................................33 Conferentiegegevens .............................................................................................................................34 Gespreksstatus ......................................................................................................................................35 Terugbellen en Terugbelgesprekken ......................................................................................................38
Toestellen ................................................................................................................................. 39 Overzicht ................................................................................................................................................39 Toesteloverzicht .....................................................................................................................................41 Toestelstatus..........................................................................................................................................42
Transmissielijnen..................................................................................................................... 47 Overzicht ................................................................................................................................................47 Selectie Transmissielijn ..........................................................................................................................47 Lijnprotocollen ........................................................................................................................................48 Status.....................................................................................................................................................49 Overzicht Digitale Transmissielijn ......................................................................................................49 Overzicht Analoge Transmissielijn .....................................................................................................51 Overzicht VoIP Transmissielijn...........................................................................................................53 Gebruiksoverzicht...................................................................................................................................59
iii
System Status Application User Guide
Alarmen..................................................................................................................................... 61 Overzicht ................................................................................................................................................61 Laatste Keer Systeem Opnieuw Gestart.................................................................................................62 Service-alarmen .....................................................................................................................................63 Aanmelden Fout Door Gebruiker ID/Wachtwoord ..............................................................................64 Fout Functie-Key Serververbinding....................................................................................................65 Bronnen Niet Beschikbaar: ................................................................................................................65 Selectie Alarmen Transmissielijn ............................................................................................................65 Transmissielijn Alarmen .........................................................................................................................66 Digitale Transmissielijnen ..................................................................................................................66 Alarmen .............................................................................................................................................67 24-uur Prestatiehistorie......................................................................................................................69 Link Alarmen ..........................................................................................................................................70
Traceren.................................................................................................................................... 71 Overzicht ................................................................................................................................................71 Analoge Transmissielijn..........................................................................................................................73 Toestel ...................................................................................................................................................76 Huntgroep ..............................................................................................................................................81 Aankondigingen......................................................................................................................................86
Problemen oplossen................................................................................................................ 89 Overzicht ................................................................................................................................................89 ISDN-gesprekken Breken Af...................................................................................................................89 Vertraging Tussen Analoge Netlijn en Toestel ........................................................................................90 Uitbreidingsmodules Herstarten Voortdurend .........................................................................................92 Gebruiker Krijgt Bezet Bij het Bellen.......................................................................................................93 SCN VoIP Gesprekken hebben een Echo of Slechte Spraakkwaliteit.....................................................94 POT Gebruiker kan niet Extern Bellen ....................................................................................................96 PRI Lijn is Buiten gebruik .......................................................................................................................97
Index.......................................................................................................................................... 98
iv
Over deze Handleiding Deze handleiding beschrijft hoe u de Avaya System Status Application (SSA) op IP Office dient te gebruiken. Deze handleiding is bedoeld voor systeembeheerders en neemt aan dat u bekend bent met de Avaya IP Office Manager toepassing. Meer informatie over Avaya IP Office is beschikbaar op www.avaya.com/support en ook op www.avaya.com/ipoffice/knowledgebase.
1
Introductie tot SSA Overzicht De System Status Application (SSA) is een diagnostisch gereedschap voor systeemmanagers en beheerders om de status van IP Office systemen te bewaken en te controleren. SSA toont zowel de huidige status van een IP Office systeem en details van problemen die zijn opgetreden. Om te assisteren bij het vinden en de diagnose van fouten, is de gerapporteerde informatie een combinatie van realtime en historische gebeurtenissen evenals status- en configuratiegegevens. SSA biedt realtime status, historisch gebruik en alarminformatie voor poorten, modules en uitbreidingskaarten in het systeem. SSA is een onderdeel van de IP Office 4.0 suite en kan worden aangesloten op alle varianten van IP Office 4.0 software, met gebruikmaking van een IP-aansluiting die lokaal of op afstand kan zijn. SSA biedt informatie over het volgende:
Alarmen SSA geeft alle alarmen weer die zijn geregistreerd in IP Office voor ieder apparaat met een fout. Het aantal gebeurtenissen en de tijd en datum van de laatste gebeurtenis worden geregistreerd. Gespreksgegevens Informatie over inkomende en uitgaande gesprekken; inclusief gespreksduur, gespreksreferentie en routeringsinformatie. Toestellen SSA geeft de bijzonderheden van alle toestellen (inclusief apparaattype en poortlocatie) op het IP Office systeem. Tevens wordt informatie gegeven over de huidige status van een apparaat. Transmissielijnen IP Office transmissielijnen en verbindingen (VoIP, analoog en digitaal) en hun huidige status worden weergegeven. Systeembronnen IP Office bevat verschillende centrale hulpbronnen die gebruikt worden om verschillende functies uit te voeren. Deze bronnen zijn onder meer:
Voicemailkanalen Conferentiekanalen Datakanalen VCM- Kanalen Modemkanalen
Het diagnosticeren van deze bronnen is vaak kritiek voor de succesvolle werking van het systeem.
3
System Status Application User Guide
4
Introductie tot SSA
De toepassing installeren SSA is een onderdeel van de IP Office 4.0 Admin toepassingensuite. Deze suite wordt geleverd op de IP Office 4.0 Administrator Applicatie-cd en de IP Office 4.0 dvd. SSA installeren: 1. Indien er een oudere versie dan versie 4.0 van de IP Office Admin suite is geïnstalleerd, dan moet deze verwijderd worden. Om dit te doen: a. Vanuit het Windows Configuratiescherm, klik Programma's Toevoegen of Verwijderen. b. Klik IP Office Admin Suite en klik dan Verwijderen. 2. Plaats de CD. Het installatieproces dient automatisch te starten. Als het niet automatisch start, open dan de CD-inhoud en dubbelklik setup.exe. 3. Selecteer de taal die u wilt gebruiken voor het installatieproces en klik Volgende. 4. Selecteer of alleen de huidige Windows aanmeldingsaccount in staat wordt gesteld om de Admin suite toepassingen te gebruiken of dat deze beschikbaar zijn voor alle gebruikers van de pc. Klik op Volgende. 5. Indien vereist, voer de bestemming in waar de toepassingen moeten worden geïnstalleerd. Avaya raadt aan dat u de standaardbestemming accepteert. Klik op Volgende. 6. Het volgende scherm wordt gebruikt om te selecteren welke toepassingen uit de suite dienen te worden geïnstalleerd.
Klikken op een toepassing geeft een beschrijving weer. Om de installatieselectie te wijzigen, klik op naast de toepassing. Nadat u de gewenste toepassingen hebt geselecteerd, klik Volgende. 7. Klik Installeren. 8. Na de installatie wordt u gevraagd of u de IP Office Admin Suite wilt starten. Om de suite te starten, klik Ja. Opmerkingen
SSA is geen configuratiegereedschap voor IP Office systemen. Voor informatie over configuratie, zie de IP Office Manager. Er kunnen maximaal twee SSA clients tegelijkertijd op één IP Office eenheid worden aangesloten. Echter, twee aansluitingen van clients op hetzelfde IP-adres is niet toegestaan.
5
System Status Application User Guide
Beveiligingsinstellingen Toewijzen Indien dit een nieuwe IP Office installatie is of u heeft de standaard beveiligingsinstellingen gewijzigd, dan hebben de standaardgebruikers (Beheerder, Manager en Operator) allemaal SSA toegangsrechten. Indien u een upgrade uitvoert van IP Office 3.2 software en u heeft de Beveiligingsmanager gebruikt om een van deze accounts te wijzigen, dan worden voor hen geen SSA toegangsrechten aangemaakt. U dient de SSA toegangsrechten in manager aan te maken voordat SSA kan worden aangesloten. U kunt ook extra toegangsaccounts aanmaken. Om beveiligingsinstellingen aan te maken voor SSA-toegang in Manager: 1. Start Manager en kies het bestand Bestand | Geavanceerd | Beveiligingsinstellingen... 2. Selecteer het van toepassing zijnde IP Office-systeem en klik op OK. 3. Voer uw Beveiligingswachtwoord Servicegebruiker in. 4. In het paneel Beveiligingsinstellingen klik op Rechtengroepen. 5. In het paneel Rechtengroepen selecteer Systeemstatus Groep. 6. In het paneel Rechtengroep: Systeemstatus Groep zorg ervoor dat de Systeemstatus Toegang is aangekruist als hieronder worden getoond:
Indien u SSA momentopnamen wilt maken met inbegrip van de configuratie, zorg er dan voor dat Gehele Configuratie lezen ook is aangevinkt. 7. In het paneel Beveiligingsinstellingen, selecteer Servicegebruikers. 8. Klik met de rechtermuisknop in het paneel Servicegebruikers en klik Nieuw. Het volgende scherm wordt weergegeven:
6
Introductie tot SSA 9. Voer een nieuwe Gebruikersnaam en een Nieuw Wachtwoord Gebruiker in en klik op OK. 10. In het paneel Servicegebruikers, selecteer de naam van de nieuwe servicegebruiker die u zojuist gecreëerd heeft. 11. In het rechter paneel, onder Servicegroeplidmaatschap, zorg ervoor dat Systeemstatus Groep is aangevinkt als hieronder wordt weergegeven:
12. Klik op OK. 13. Om de beveiligingsinstellingen op te slaan in IP Office, selecteer Bestand | Beveiligingsinstellingen opslaan.
7
System Status Application User Guide
De Toepassing starten Er zijn twee manieren waarop de SSA kan worden gestart, onafhankelijk of via de Manager. Opmerking
Als u een pc gebruikt met een lage specificatie, dan kan het even duren voordat SSA start. SSA onafhankelijk van de Manager starten kan de tijd verminderen die nodig is om de toepassing te starten.
SSA onafhankelijk starten Om SSA onafhankelijk te starten: 1. Druk op het Windows Starticoon en selecteer vervolgens Programma's | IP Office | Systeemstatus. Het volgende scherm wordt weergegeven:
2. Meldt u aan met uw gebruikersnaam en wachtwoord. Opmerking
8
Om toegang te bieden aan de SSA service, moet het veld Services Base TCP Port overeenkomen met de waarde die is ingesteld voor het bestemmingssysteemonderdeel (Vanuit Manager, selecteer Bestand | Geavanceerd | Beveiligingsinstellingen | Systeem). De standaardinstelling van het veld in zowel Manager en SSA is 50804.
Introductie tot SSA
SSA starten vanuit Manager Om SSA te starten vanuit Manager: 1. Selecteer Bestand | Configuratie en dan Bestand | Geavanceerd | Systeemstatus. Het aanmeldscherm wordt weergegeven. 2. Meldt u aan met uw gebruikersnaam en wachtwoord. Opmerking
Indien SSA niet wil starten op de Windows 2000 Advanced Server, voer dan CMD uit en selecteer de directory waarin de SSA-componenten zijn geïnstalleerd (dit is standaard C:\Program Files\Avaya\IP Office\Systeemstatus). Voer dan de volgende opdracht uit: java -Dsun.java2d.noddraw=true -jar ssaviewer.jar Dit stelt het gebruik van DirectX van Java buiten gebruik. Wanneer SSA start, suggereert dit dat uw systeem een DirectX probleem heeft. Mogelijke oorzaken van DirectX problemen:
DirectX is niet correct geïnstalleerd (bv. een installatie of verwijdering van een programma heeft één of meer beschadigde DirectX-bestanden). Test de DirectX setup door het dxdiaggereedschap op te roepen vanaf de opdrachtregel. Installeer DirectX opnieuw of installeer het laatste service pack voor uw systeem.
Het stuurprogramma van de graphics card is niet helemaal compatibel met de geïnstalleerde versie van DirectX. Voer een update uit voor de nieuwste versie van het stuurprogramma.
9
System Status Application User Guide
Gebruik van de Toepassing Overzicht Deze paragraaf beschrijft hoe u toegang krijgt tot en kunt navigeren in de functies die beschikbaar zijn in SSA. Het volgende scherm geeft de indeling van deze toepassing weer:
10
Introductie tot SSA
Navigatiepaneel Het Navigatiepaneel geeft een lijst van SSA-functies die kunnen worden geselecteerd.
De belangrijkste functies zijn:
Systeem Alarmen Toestellen Actieve Gesprekken Bronnen
Om meer opties te zien, vouw de structuur uit door op + te klikken naast de functie. Om een overzicht en specifieke details te zien in het Informatiepaneel:
Overzicht Om een overzicht van de informatie te zien, klik een functie in het navigatiepaneel. Bijvoorbeeld; klik op Toestellen en het scherm Toesteloverzicht wordt weergegeven. Specifiek Om gedetailleerde informatie te zien, dubbelklik een functie in het navigatiepaneel om een lijst items weer te geven en klik dan op een item om specifieke details weer te geven in het informatiepaneel. Bijvoorbeeld; dubbelklik Toestellen om een lijst met toestellen weer te geven en klik dan op een toestel om het scherm Toestelstatus weer te geven.
11
System Status Application User Guide
Menubalk Overzicht Vanuit de menubalk kunt u de volgende opties selecteren:
Help Opent het SSA help-systeem. Zie Help. Afmelden Meldt af uit het systeemonderdeel en keert terug naar het aanmeldscherm. Afsluiten Sluit de SSA-toepassing. Info Geeft het SSA-versienummer en de auteursrechteninformatie weer. Klik op OK om het venster te sluiten. Momentopname Geeft de complete status van een IP Office systeem op een bepaald moment en slaat dit op in een bestand. SSA kan dan offline worden gebruikt om door deze informatie te bladeren. Zie Momentopname.
Help Om het help-systeem te openen, klik Help op de menubalk. Als alternatief, klik F1. Indien van toepassing zal help openen op de pagina die van toepassing is op het scherm dat momenteel wordt weergegeven, anders wordt Over deze Handleiding weergegeven.
12
Introductie tot SSA
Momentopname Als u Momentopname selecteert vanaf de menubalk, wordt de complete IP Office systeemstatus weergegeven en opgeslagen (van een bepaald moment). De momentopname kan dan offline worden bekeken. Er kunnen twee typen momentopname worden gemaakt:
Inclusief switchconfiguratie De gebruiker dient Lees Alle Configuratie te hebben ingesteld in de Systeemstatus Rechtengroepen (zie Beveiligingsinstellingen Toewijzen). Hetzelfde momentopnamebestand kan worden geopend in SSA (om de status van het systeem te controleren op het moment van de momentopname) en in Manager (om de configuratie van het systeem te controleren op het moment van de momentopname). Zonder switchconfiguratie
Om een momentopname te maken: 1. Vanuit SSA, klik opMomentopname:
2. De opties met switchconfiguratie en Alleen Momentopname worden standaard geselecteerd. Klik op OK. 3. Een standaard .ssh bestandsnaam wordt weergegeven dat de systeemnaam, datum en tijd bevat. Als alternatief kunt u uw eigen bestandsnaam kiezen. Om de momentopname op te slaan, klik Opslaan. De volgende pop-up wordt weergegeven:
U kunt ook Doorlopend logboek selecteren, om eerst een momentopname te maken en vervolgens alle gebeurtenissen die SSA kan rapporteren totdat u op Afmeldenklikt. SSA zal dit logboek opslaan met bestandsextensie .slo - u kunt dit logbestand dan naar Avaya Technical Support sturen voor een diagnose van de gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden terwijl u het logboek maakte.
13
System Status Application User Guide Om een momentopname te openen: 1. Klik in het Aanmeldingsscherm op de Offline tab:
2. Klik Selecteer een bestand... 3. Lokaliseer de opgeslagen momentopname en klik Open om het bestand weer te geven. Opmerking
14
De menu-opties en knoppen die naar het weergeven van live informatie verwijzen (zoals Vernieuwen) of die de toestand van IP Office wijzigen (zoals Alarmen Wissen) zijn niet beschikbaar. De menuopties Momentopname en Afmelden worden vervangen door Eigenschappen en Sluiten. Eigenschappen toont wanneer de momentopname werd gemaakt en door wie;
Introductie tot SSA
Knoppenbalk De onderstaande tabel geeft een beschrijving van de verschillende knoppen die beschikbaar zijn vanaf de Knoppenbalk: Knop
Omschrijving
Afgebroken Gesprekken
Het scherm Actieve Gesprekken geeft een lijst met inkomende gesprekken op een transmissielijn waar de beller het gesprek heeft afgebroken vóór het gesprek werd beantwoord.
Absolute Tijd
Van toepassing op de 24 Uur Prestatiehistorie. Iedere regel toont de absolute tijd waarop de 15 minutenperiode werd gestart (uu:mm in 24-uur klokformaat). Zie ook Relatieve Tijd.
Vorige
Gaat terug naar het vorige geselecteerde scherm.
Gespreksgegevens
Weergeven gespreksgegevens/traceringen. Alleen geldig wanneer een enkele rij wordt geselecteerd die een actief gesprek toont.
Verwijderen
Verwijdert alle alarmen die werden geselecteerd. Ieder alarm dat nog steeds actief is blijft weergegeven met nummer 1.
Verwijderen Afgebroken Gesprekken
Verwijdert alle afgebroken gesprekken in de lijst, werkt de datum en de tijd bij en maakt registreren van verdere afgebroken gesprekken mogelijk.
Alle verwijderen
Verwijdert alle alarmen in de lijst. Ieder alarm dat nog steeds actief is blijft weergegeven met nummer 1.
Conferentiegegevens
Beschikbaar voor gespreksgegevens wanneer het gesprek verbonden is met een conferentie.
Details
Beschikbaar vanaf het IP 500 Overzicht Systeemhardware. Toont meer informatie over het systeem, bv. Loader, FPGA en PCB-versies
Verbreken
Verwijdert het huidige gesprek.
Volledige Gegevens:
Is van toepassing op Actieve Gesprekken. Hervat de volledige weergave.
Pauze
Stopt het updaten van het scherm. Van toepassing op schermen die voortdurend worden geupdated. Zie ook Hervatten.
Ping
Pingt het IP-adres van het weergegeven toestel of transmissielijn.
Afdrukken
Drukt alle informatie af die beschikbaar is in het huidige scherm (inclusief informatie die momenteel niet zichtbaar is).
Vernieuwen
Werkt het scherm bij. Van toepassing op schermen die niet automatisch worden geupdated, zoals Toesteloverzicht.
Relatieve Tijd
Van toepassing op de 24 Uur Prestatiehistorie. Geeft aan hoe ver de netlijn zich in de 15 minutenperiode bevindt (bv. 3 minuten wordt weergegeven als 00:03). De daaropvolgende tijden worden weergegeven in relatie tot de huidige tijd als uu:mm (bv. trek 15 minuten af van het huidige interval om de volgende te krijgen).
Resetten
Van toepassing op het Gebruiksoverzicht. Zet alle tellers en timers weer op 0.
15
System Status Application User Guide Hervatten
Hervat bijwerken scherm in realtime.
Opslaan als
Slaat alle informatie op die beschikbaar is op het scherm. De informatie wordt standaard opgeslagen als een .txt bestand. Voor schermen die traceringen bevatten, kan de tracering alleen worden opgeslagen als een .csv bestand.
Toon Leeg
Van toepassing op 24 Uur Prestatiehistorie. 0 foutwaarden voor een netlijn worden weergegeven als leeg.
Toon Nullen
Van toepassing op 24 Uur Prestatiehistorie. 0 foutwaarden voor iedere netlijn worden weergegeven.
Overzicht
Keert terug naar het Overzicht Systeemhardware. Zie ook Details.
Traceren
Start een tracering van de geselecteerde rijen. De tracering wordt weergegeven voor ieder gesprek dat bij de geselecteerde transmissielijnpoort of toestelknop hoort Zie Traceren.
Alle Traceren
Start een tracering voor de hele transmissielijngroep of toestel. De tracering wordt weergegeven voor ieder gesprek dat bij de geselecteerde transmissielijn of het toestel hoort
Verwijder Tracering
Verwijdert de tracering en gaat verder met traceren.
16
Systeem Overzicht Systeemhardware Wanneer u zich de eerste keer aanmeldt bij de SSA, wordt het Overzicht Systeemhardware weergegeven, met gedetailleerde informatie over de systeemmodules:
Systeemonderdeel Dit kan één van de volgende zijn:
IP Office - Small Office Edition 2T, 4A IP Office - Small Office Edition 4T, 8A IP Office - Small Office Edition 4T, 4A, 8 DS, 3 VCM IP Office - Small Office Edition 4T, 4A, 8 DS, 16 VCM IP Office - Small Office Edition 4T, 4A, 8 DT, 3 VCM IP Office - Small Office Edition 4T, 4A, 8 DT, 16 VCM IP Office 403 DT IP Office 403 DS IP Office 406 IP Office 406 V2 DT IP Office 406 V2 DS IP Office 412 IP Office 500 IP Office 406 V2 DT 16M IP Office 406 V2 DS 16M
Huidige Firmware De softwareversie die op het systeemonderdeel draait. 17
System Status Application User Guide
Slot A Één van de volgende:
E1 Dual E1 E1R2 Dual E1R2 Quad BRI Geen
VCM3 VCM4 VCM5 VCM8 VCM10 VCM16 VCM20 VCM24 VCM30 Geen
Modemkaart Één van de volgende (niet weergegeven voor de Small Office Edition):
Modem 2 Modem 12 Geen
PCMCIA A, PCMCIA B, Compact Flash (indien van toepassing):
18
Dual T1/PR1
VCM 2 Alleen weergegeven voor IP412. Dezelfde items die beschikbaar zijn voor VCM1 zijn beschikbaar voor VCM2.
T1/PR1
VCM 1 Één van de volgende:
ATM4U
Slot B Als Slot A. Voor de Small Office Edition wordt Slot B niet weergegeven.
ATM4
De grootte van het geïnstalleerde Flashgeheugen. Wireless Access Point
Systeem Onder deze informatie wordt een tabel weergegeven voor iedere uitbreidingsmodule en ontdekte WAN3modules:
Modulenummer of WAN3 Type Module Één van de volgende:
ATM16 ATM16 V2 So8 Phone 8 Phone 8 V2 Phone 16 Phone 16 V2 Phone 30 Phone 30 V2 DS16 V2 DS30 V2 DS 16 DS 30 WAN3 + IP-Adres DT16 DT30 NA Phone 8 (niet ondersteund) NA Phone 16 (niet ondersteund) NA Phone 30 (niet ondersteund)
Huidige Firmware De huidige firmware die op de module draait.
19
System Status Application User Guide
Overzicht Systeemhardware voor een IP Office 500 Het Overzicht Systeemhardware voor een IP Office 500 wordt in een ander formaat getoond, waarmee de verschillende structuur van het IP Office 500 systeem wordt aangegeven.
Het overzicht geeft aan of de IP Office 500 in Express of Professional modus werkt. Er is tevens een Details knop die u in staat stelt om meer informatie weer te laten geven over het systeem.
20
Systeem
Klik in het navigatiepaneel op Systeem en ga verder om de gedetailleerde structuur van het systeem te zien.
Poort Systeemonderdeel Selecteer een item om de poorten voor het systeemonderdeel weer te geven.
Telefoonpoorten Selecteer een poort om de status van het toestel weer te geven.
Transmissielijnpoorten Selecteer een poort om de data voor de digitale transmissielijnen weer te geven.
Uitbreidingsmodules Selecteer een module om de toestellen/transmissielijnen weer te geven.
H.323 Toestellen Selecteer een IP telefooncategorie.
21
System Status Application User Guide
VoIP Transmissielijnen Selecteer om data van de transmissielijn weer te geven.
Systeembronnen Het scherm Systeembronnen geeft een overzicht van de belangrijkste bronnen en hun huidig gebruik in het systeem.
De volgende informatie wordt weergegeven:
Muziek op Bron van Wachtstand Music on Hold (MOH) wordt verzorgd door IP Office als ofwel een intern opgeslagen bestand of een extern verbonden audio-invoer:
22
Intern Het systeem gebruikt een wachtmuziek.wav bestand. Extern Er is geen .wav bestand in gebruik. IP Office gebruikt de audio-invoer aan de achterkant van de systeemunit.
Configuratiegrootte De maximum beschikbare Kbytes grootte die beschikbaar is voor een configuratiebestand. Dit varieert afhankelijk van het systeemonderdeel. Configuratie Gebruikt Het totaal aantal Kbytes dat gebruikt is voor het configuratiebestand. Beschikbaar Geheugen Het aantal vrije Kbytes in IP Office. 8kHz Klokbron Ofwel 'Intern' of een transmissielijn.
Systeem Onder deze informatie geeft een tabel de volgende details weer:
Kanalen Één van de volgende:
VCM Kanalen Een optionele kaart die in alle IP Office Systeemonderdelen kan worden geïnstalleerd, behalve de Small Office Edition. Datakanalen Modemkanalen Dit is de interne modemkaart. De 'privé'-modem in een Small Office Edition basisunit of een ATM4 kaart is inbegrepen in deze kanalen. Conferentiekanalen Voicemailkanalen Afhankelijk van de gekochte voicemail licenties.
Aantal Kanalen Het totaal aantal bronnen dat beschikbaar is op het systeem. Aantal in Gebruik Het totaal aantal bronnen dat momenteel in gebruik is. Gebruik Het percentage van de bron dat gebruikt wordt. Hoeveelheid Opstopping Het totaal aantal keren dat alle bronnen in gebruik waren. Bijvoorbeeld; als er 4 voicemail kanalen zijn en er was een poging om toegang te krijgen tot dit kanaal, zal de hoeveelheid opstopping 1 weergeven. Laatste Datum van Opstopping Wanneer een verzoek voor een bron mislukt is.
Knoppen beschikbaar in dit scherm:
Pauze
Toestelselectie Selecteer een toestel om de status weer te geven.
23
Gesprekken Actieve Gesprekken Het scherm Actieve Gesprekken geeft een overzicht van alle gesprekken in het systeem. Klik in het navigatiepaneel op Actieve Gesprekken voot toegang.
De volgende informatie wordt weergegeven:
Gesprek Ref Gespreksreferentie voor inkomende transmissielijnen, toegekend door IP Office en behorend bij de netlijn die in gebruik is. Gespreksduur Totale duur van het gesprek.
De volgende informatie wordt weergegeven voor het gesprek beller:
Beller Andere Uiteinde Transmissielijn of 'Momenteel Op' informatie. Zie Gespreksgegevens. Huidige Status De huidige status van de beller. Zie Gespreksstatus. Tijd in Status De duur van de status van de beller. Op nul stellen bij iedere statuswijziging. Inkomende Beller-ID De naam en het nummer van de beller.
De volgende informatie wordt weergegeven voor het gesprek bestemming:
Bestemming Eindgebruiker Transmissielijn of 'Momenteel Op' informatie. Zie Gespreksgegevens. Huidige Status De huidige status van de bestemming. Zie Gespreksstatus. Tijd in Status De duur van de status van de bestemming. Op nul stellen bij iedere statuswijziging. Verbonden Beller ID Alleen voor uitgaande transmissielijnen. De naam en het nummer van de verbonden beller.
25
System Status Application User Guide Knoppen beschikbaar in dit scherm:
Pauze Verbreken Gespreksgegevens Afgebroken Gesprekken/Afgebroken Gesprekken Wissen
Opmerking
De knop Verbinding Verbreken kan niet gebruikt worden om gesprekken aanmelden te stoppen voor gesprekken op Lus Start, T1 Lus Start en T1 Ground Start transmissielijnen.
Afgebroken Gesprekken Wanneer de knop Afgebroken Gesprekken wordt geselecteerd, wordt het scherm Actieve Gesprekken gesplitst om een lijst weer te geven van Afgebroken Gesprekken (onder de Actieve Gesprekken lijst). De tabel met Afgebroken Gesprekken geeft een lijst met inkomende gesprekken op een transmissielijn waar de beller het gesprek heeft afgebroken vóór het gesprek werd beantwoord.
De volgende informatie wordt weergegeven voor afbrekingen die zijn opgetreden sinds het moment dat de knop Afgebroken Gesprekken werd geselecteerd:
Datum en Tijd Datum en tijd waarop het gesprek gestart werd. Vanaf Transmissielijn De netlijn/kanaalinformatie over de bellende partij. Inkomende Beller ID De naam en/of het nummer als getoond in de lijst met Actieve Gesprekken. Inkomende DID Het nummer als weergegeven in het scherm Gespreksgegevens. Zie Gespreksgegevens. Overgaan/In Wachtrij Bij De waarschuwende partijen (indien van toepassing) in het gesprek op het moment van het verbreken. Anders (indien het gesprek in een wachtrij stond) de naam van de huntgroep. Wacht De duur van het gesprek voor het werd verbroken.
Indien u op de knop Afgebroken Gesprekken Wissen drukt wordt de lijst met Afgebroken Gesprekken gewist, de datum en de tijd bijgewerkt en kunnen verdere afgebroken gesprekken worden geregistreerd. 26
Gesprekken
Actieve Gesprekken Gereduceerd Indien u de informatie over Actieve Gesprekken bekijkt op een zwaar belast IP Office, waarbij u een communicatieverbinding gebruikt met onvoldoende bandbreedte of wanneer u SSA uitvoert met onvoldoende CPU vermogen, dan zal SSA automatisch de hoeveelheid informatie reduceren die wordt weergegeven om zich aan te passen aan de hoge gespreksbelasting. De gereduceerde informatie die wordt weergegeven ziet er als volgt uit:
Wanneer de gespreksinitiatie/opzet snelheid gereduceerd is, kan de knop Volledige Informatie worden geselecteerd voor het weergeven van de volledige gegevens. Indien u tijdens de hoge belasting de activiteit van IP Office wilt zien, kan momentopname worden gebruikt om onmiddellijk een compleet overzicht te krijgen van het systeem.
27
System Status Application User Guide
Gespreksgegevens U kunt als volgt toegang krijgen tot het scherm Gespreksgegevens:
Selecteer een huidig gesprek in het scherm Actieve Gesprekken. Klik Toestellen en klik dan op het gewenste toestel. Klik Systeem en dan Systeemonderdeel en dubbelklik op een netlijn.
Opmerking
Het scherm Gespreksgegevens wordt alleen weergegeven indien een gesprek actief is.
De volgende informatie wordt weergegeven:
28
Gesprek Ref Gespreksreferentie toegekend door IP Office en behorend bij de netlijn die in gebruik is. Gespreksduur Totale duur van het gesprek.
Gesprekken
Beller De volgende informatie wordt weergegeven afhankelijk van of de beller een transmissielijn is of niet.
Bellend Uiteinde is een Transmissielijn Bevat alle inkomende gesprekken op analoge, dialoog of VoIP transmissielijnen. De volgende informatie wordt weergegeven de Beller (transmissielijn):
Transmissielijn inclusief vaste lijn nummer, URI groep (SIP lijnen) en kanaal (voor digitale en VoIP lijnen). Huidige Status en Duur van de Status Zie Gespreksstatus. Inkomende Beller-ID De naam en het nummer ID van de beller. Inkomende DID De inkomende DID cijfers (waar van toepassing). Codec Geselecteerd via H.323/SIP berichten en kunnen veranderen tijdens het gesprek. VoIP Transmissielijn (H.323, SCN of SIP) Normale datapakketten kunnen voorkomen dat spraakdata over de link komen of deze vertragen, waardoor onacceptabele spraakkwaliteit wordt veroorzaakt. SSA biedt de volgende informatie over de VoIP-verbinding en hoe deze door ander verkeer wordt beïnvloed. Deze statistieken worden berekend als gedefinieerd in RFC 1889.
Vertraging Heen en Terug Ontvangst Jitter Transmissie Jitter Ontvangst Pakketverlies Transmissie Pakketverlies
29
System Status Application User Guide
Bellend Uiteinde is geen Transmissielijn De volgende informatie wordt weergegeven voor de Beller:
Huidige Status en Duur van de Status De status wordt gedefinieerd wanneer er een gesprek met een knop verbonden is. Momenteel Voor:
30
Gebruikers De gebruikersnaam en nummer worden weergegeven. Voor multi-lijn sets, het knopnummer en knoptype (Gesprek, Netlijn en Gekoppelde Gespreksknop of Gespreksdekking) worden weergegeven. Voicemail Gespreksstroom Wanneer voicemail het bellend uiteinde is wordt er geen naam van de gespreksstroom getoond. Gegevensservice De servicenaam. Parkeerslot Het parkeerslotnumner. Conferentie Het conferentienummer. Multicast Multicast.
Gekozen Cijfers De cijfers die gekozen werden door de gebruiker. Codec (indien van toepassing) Geselecteerd via H.323/SIP berichten en kunnen veranderen tijdens het gesprek.
Gesprekken
Bestemming De informatie die wordt weergegeven is afhankelijk van of de beller een transmissielijn is of niet.
Bestemming Uiteinde is een Transmissielijn Bevat de volgende typen gesprekken waarbij transmissielijnen betrokken zijn:
Bellen met een buitenlijn vanaf de switch VoiceMail Pro bellen met een buitenlijn (voor terugbellen) Extern doorverbinden SCN gesprek
De volgende informatie wordt weergegeven voor de Bestemming:
Gebruikte Transmissielijn inclusief vaste netlijnnummer, URI groep (SIP-netlijnen) en kanaal (voor digitale en VoIPnetlijnen). Huidige Status en Duur van de Status De status wordt gedefinieerd wanneer een gesprek met een knop verbonden is. Cijfers verstuurd aan besturingssysteem Dit zijn de cijfers die IP Office heeft verstuurd aan het besturingssysteem of de Aan: URL, verstuurd in het INVITE voor een SIP transmissielijn. Beller-ID verstuurd door het Besturingssysteem Sommige besturingssystemen sturen het Beller-ID dat verbonden is (in tegenstelling tot wie gebeld werd). Codec Geselecteerd via H.323/SIP berichten en kunnen veranderen tijdens het gesprek. VoIP Transmissielijn (H.323, SCN of SIP) Normale datapakketten kunnen voorkomen dat spraakdata over de link komen of deze vertragen, waardoor onacceptabele spraakkwaliteit wordt veroorzaakt. SSA biedt de volgende informatie over de VoIP-verbinding en hoe deze door ander verkeer wordt beïnvloed. Deze statistieken worden berekend als gedefinieerd in RFC 1889.
Vertraging Heen en Terug Ontvangst Jitter Transmissie Jitter Ontvangst Pakketverlies Transmissie Pakketverlies
31
System Status Application User Guide
Bestemming Uiteinde is geen Transmissielijn De volgende informatie wordt weergegeven voor de Bestemming:
Huidige Status en Duur van de Status De status wordt gedefinieerd wanneer er een gesprek met een knop verbonden is. Momenteel Op Één van de volgende:
32
Groepen Gebruikers Voor oproepen en sommige huntgesprekken, opgesomd per gebruikersnaam en nummer. Indien een gesprek wordt gewaarschuwd/verbonden voor zowel gebruikers en SCN transmissielijnen, dan worden alle opgesomd. Gebruiker De gebruikersnaam en nummer worden weergegeven. Voor multi-lijn sets, het knopnummer en knoptype (Gesprek, Netlijn en Gekoppelde Gespreksknop en Gespreksdekking) worden weergegeven. Voicemail Gespreksstroom De naam van de gespreksstroom. Autobeantwoorder De string Automatische Beantwoorder gevolgd door het nummer van de Automatische Beantwoorder wordt weergegeven. Parkeerslot Het parkeerslot en parkeerslotnummer/naam. Mailbox De mailbox en naam van de mailbox. Voicemail Aankondiging Dit is Bericht plus de groeps/gebruikersnaam en het berichtnummer. Conferentie De conferentienaam. Zie Conferentiegegevens. RAS De gebruikersnaam. Wachtrij Huntgroep De naam van de huntgroep en het nummer wanneer een gesprek in de wachtrij voor een huntgroep staat maar niet waarschuwt.
Codec Geselecteerd via H.323/SIP berichten en kunnen veranderen tijdens het gesprek.
Gesprekken
Gespreksdoel/Routeringsinformatie
RTP Verbindingstype (indien van toepassing) DirectMedia, RTPRelay of VCM. Functiecode Overeenkomstig (indien van toepassing) Bevat de naam van de functiecode, functie en het type (Systeem, Gebruiker, LCR, Netlijn). Oorspronkelijk Doel (indien van toepassing) Één van de volgende:
Bestemming is een Gebruiker De gebruikersnaam en toestelnummer worden weergegeven. Bestemming is een Huntgroep De huntgroepnaam en toestelnummer worden weergegeven. Bestemming is een functiecode De functiecode en functie worden weergegeven samen met het type (Systeem, Gebruiker, LCR, Netlijn). Bestemming is een ingesloten Autobeantwoorder De string Automatische Beantwoorder, gevolgd door het Automatische Beantwoorder Nummer wordt weergegeven.
Gesprek wordt Opgenomen Gesprek wordt opgenomen (Ja of Nee). Gesprek werd Doorgeschakeld naar een Twin Ja of Nee. Gesprek Gerouteerd Over SCN Transmissielijn Ja of Nee. Alleen op Ja stellen wanneer het gesprek wordt verbonden. Herbestemmen Aantal Het aantal keren dat een gesprek werd herbestemd. Een gesprek wordt herbestemd, bv. na afloop van een time-out bij geen antwoord. Herbestemming betekent dat de huidige bestemming(en) stoppen met waarschuwen en in plaats daarvan een nieuwe bestemming wordt geselecteerd. Doorverbinden Aantal (indien van toepassing) Het aantal keren dat een gesprek is doorverbonden. Herbestemmen Toestel (indien van toepassing) Het toestel van waar een gesprek werd herbestemd bij Doorverbinden, Follow Me, dekking of twinning.
De onderste helft van het scherm bevat traceringsinformatie en een schuifbalk die u in staat stelt om de tracering te bekijken. Traceren stelt u in staat om details te zien van bepaalde gesprekken en is nuttig voor probleemoplossen. Voor meer informatie, zie Traceren.
33
System Status Application User Guide Opmerkingen
De weergegeven namen voor voicemailbestemmingen zijn de namen die geleverd worden door IP Office aan Voicemail wanneer de verbinding wordt gemaakt. Alle vervolgactiviteiten in de voicemail Telephone User Interface (TUI) (zoals aanmelden bij een alternatieve mailbox), worden niet weergegeven in de informatie die getoond wordt voor de bestemming. Een gesprek dat zowel waarschuwend/in wachtrij geplaatst is en luistert naar een aankondiging geeft informatie over beide.
Knoppen beschikbaar in dit scherm:
Verwijder Tracering Pauze Vorige Verbreken Conferentiegegevens Afdrukken Opslaan als
Conferentiegegevens Wanneer een gesprek verbonden is met een conferentie. Een extra knop Conferentiegegevens toont alle gesprekken die met de conferentie verbonden zijn. Het scherm geeft ook weer of de conferentie een Conferentie Center is of een ad-hoc type en of de conferentie wordt opgenomen.
34
Gesprekken
Gespreksstatus De Gespreksstatus is beschikbaar voor beide zijden van een gesprek. De geldige status voor toestel en tranmissielijnpoorten vindt u in de onderstaande tabel: Status
Toestel
Transmissielijn
Inactief
Er is geen gesprek of gesprekspoging op dit toestel of deze knop.
Er is geen gesprek of gesprekspoging op deze poort of dit kanaal.
Buiten dienst
N.v.t.
De poort is Buiten Gebruik gesteld of het digitale circuit (waar dit kanaal op zit) is buiten gebruik.
Verbonden
Een gesprek is verbonden op deze poort.
Verbonden WAN
N.v.t.
Deze transmissieperiode is in gebruik om een WAN-interface te leveren - alleen digitale transmissielijnen.
In de wachtstand
Het gesprek staat in de normale wachtstand. Dit kan worden veroorzaakt door de Wachtstand knop of een flash hook.
N.v.t.
In de wachtstand voor Doorverbinden/Confe rentie
Het gesprek staat in de wachtstand als gevolg van een gebruiker die de vaste Doorverbinden of Conferentie-knop indrukt.
N.v.t.
Geparkeerd
Het gesprek is geparkeerd in een parkeerslot.
Bezet
Een gesprek is aangevraagd, de poort is bezet maar het gesprek is nog niet verbonden. Er zijn geen cijfers gekozen.
Dit vindt plaats wanneer een gesprek wordt opgezet en het systeem een bepaalde netlijn selecteert.
Aan het kiezen
Een gesprek is aangevraagd, de poort is bezet maar het gesprek is nog niet verbonden. Er is ten minste één cijfer gekozen.
Een gesprek is aangevraagd vanaf deze poort, de transmissielijn is bezet maar het gesprek is nog niet verbonden. Op analoge transmissielijnen kan 'verbonden' een geïmpliceerde status zijn, gebaseerd op een time-out.
Bezig met wissen
N.v.t.
Het gesprek wordt beëindigd of bevindt zich in de time-out periode na het gesprek.
WrapUp
De gebruiker van deze poort bevindt zich in de Wrapup status. Dit kan de automatische gesprekstijd of instelling zijn voor de callcenter agent.
N.v.t.
35
System Status Application User Guide Elders In Gebruik
Dit betekent dat een andere persoon bezig is met een Gesprek of een Gekoppelde Gespreksknop. Voor een Lijntoets betekent dit dat een andere gebruiker actief is op het gesprek.
Elders in de Wachtstand
Dit betekent dat een andere persoon een gesprek in de wachtstand heeft geplaatst bij een Gesprek of een Gekoppelde Gespreksknop. Voor een Lijntoets betekent dit dat een andere gebruiker een gesprek in de wachtstand heeft geplaatst.
In Gebruik Niet Toegankelijk
Dit betekent dat er geen toegang is tot het Gesprek of de Gekoppelde Gesprekstoets. Bijvoorbeeld:
De Gespreksknop op de keten is gekoppeld aan een gebruiker die niet is aangemeld. Het langste interne lid van het gesprek heeft Kan Niet op worden Ingebroken geactiveerd. De Gespreksknop op de keten bevindt zich op een knop die geen LED's heeft.
Er is geen toegang tot een Gespreksknop. Bijvoorbeeld:
Het langste interne lid van het gesprek heeft Kan Niet op worden Ingebroken geactiveerd. De netlijn die bij de Gespreksknop hoort is Buiten Gebruik.
Vooraf Waarschuwen
N.v.t.
Dit is wanneer een inkomend gesprek op een transmissielijn binnenkomt en het systeem wacht op een Beller-ID.
Waarschuwen
Wanneer een gesprek visueel of hoorbaar waarschuwt op een telefoon.
N.v.t.
Waarschuwing Uitgaand
N.v.t.
Wanneer een uitgaand gesprek wordt opgezet en het andere uiteinde wordt gewaarschuwd.
Waarschuwing inkomend
N.v.t.
Wanneer een binnnenkomend gesprek visueel of hoorbaar waarschuwt of zich in een huntgroeprij bevindt.
36
Gesprekken Terugbellen*
Voor uitgaande gesprekken is dit de status nadat de gebruiker klaar is met bellen en luistert naar terugbellen.
N.v.t.
Gesprek Beluisteren
Geeft aan dat het gesprek naar dit toestel luistert.
N.v.t.
Oppiepen
Geeft een of meer verbindingspunten voor een oproep.
Opnemen
Stelt vast dat het gesprek een testgesprek is dat wordt gebruikt om het gesprek te registreren waarvan het ID wordt aangeduid.
Herinnering voor Wachtstand
Toestel waarschuwt met een wachtstand herinneringsmelding.
N.v.t.
Herinnering Parkeren
Toestel waarschuwt met een parkeer herinneringsmelding.
N.v.t.
Doorverbinding Terugnemen
Toestel waarschuwt met een melding terugnemen bij doorverbinden.
N.v.t.
Voicemail Terugbellen
Toestel waarschuwt met een melding voicemail terugbellen.
N.v.t.
Automatisch Terugbellen
Toestel waarschuwt met een melding terugbellen/herinnering.
N.v.t.
In de Wachtstand bij Besturingssysteem.
Voor Europese ISDN-lijnen houdt het besturingssysteem het gesprek in de wachtstand. Het zal het B-kanaal vrijmaken dat wordt gezien als inactief door SSA.
Bezig met wachten
Geeft aan dat de andere partij in het gesprek in één van de volgende Wachtstanden verkeert: Wachtstand, Wachtstand voor Doorverbinden, Wachtstand voor Conferentie, Wachtstand bij het Besturingssysteem, Wachtstand Herinnering.
Blind Doorverbonden
Geeft aan dat dit einde van het gesprek verbonden is en dat de andere partij in het gesprek waarschuwt met ofwel een blind doorverbonden gesprek of een terugschakelen bij doorverbinden.
Wachtrij
Geeft aan dat het gesprek in een wachtrij voor een huntgroep staat en er op geen enkele telefoon een waarschuwing is. Het andere uiteinde zal zich in Terugbellen/Inkomende Waarschuwing of Verbonden Aankondigingsstatus bevinden.
Waarschuwingsmeldi ng
Geeft aan dat het gesprek wordt aangekondigd op één of meer telefoons of transmissielijnen en momenteel ook verbonden is met voicemail voor een wachttijd-aankondiging.
Wachtrijmelding
Geeft aan dat het gesprek in een wachtrij voor een huntgroep staat, niet waarschuwt op een ander toestel en momenteel verbonden is met de voicemail voor een wachtrijaankondiging.
Verbonden Aankondiging
Geeft aan dat dit uiteinde van het gesprek verbonden is omdat het gesprek luistert of luisterde naar een wachtrijaankondiging.
37
System Status Application User Guide Nummer Niet Beschikbaar
Verklaart dat een toestel in een mislukt/gewist gesprek kan worden gelaten.
N.v.t.
Bezet
Verklaart dat een toestel in een mislukt/gewist gesprek kan worden gelaten.
N.v.t.
Verbroken
Verklaart dat een toestel in een mislukt/gewist gesprek kan worden gelaten.
N.v.t.
* Wanneer een gesprek waarschuwt, zal het ene uiteinde zich in een waarschuwingsstatus bevinden en het andere uiteinde in de terugbelstatus. uit het oogpunt van het gespreksmodel hebben Terugbellen en Inkomende Waarschuwingen een gelijkwaardige status. Waarschuwen en Uitgaande Waarschuwing hebben eveneens een gelijkwaardige status. De schermen Overzicht Transmissielijn en Toestelstatus tonen de richting van ieder gesprek. Voor een transmissielijn wordt het gesprek getoond als uitgaand (indien IP Office de gespreksaanvraag deed) en inkomend (indien het besturingssysteem of het netwerk de gespreksaanvraag deed). Voor een toestel wordt het gesprek getoond als uitgaand (indien het toestel de gespreksaanvraag deed) en inkomend (indien een andere partij de gespreksaanvraag deed). Zie voor voorbeelden van gespreksreeksen die aankondigingen bevatten, Traceren.
Terugbellen en Terugbelgesprekken De volgende tabel toont een lijst wat er wordt gerapporteerd als de beller: Gesprekstype
Beller
Doorverbinding Terugnemen
Doorverbonden beller
Herinnering voor Wachtstand
De partij die de beller was voordat het gesprek in de wachtstand werd geplaatst.
Herinnering Parkeren
Het Parkeerslot. De herinnering is een nieuw gesprek. Indien de herinnerde partij het gesprek accepteert, zullen geparkeerde en nieuwe gesprekken op dezelfde wijze worden gecombineerd als bij doorverbinden.
Automatisch Terugbellen*
De partij die het terugbelgesprek heeft aangevraagd.
Voicemail Terugbellen
De partij die het terugbelgesprek ontvangt.
* Tegelijkertijd wordt de telefoon van degene die het terugbelgesprek heeft aangevraagd gewaarschuwd.
38
Toestellen Overzicht U kunt toegang krijgen tot de informatie over de status van een bepaald toestel in het navigatiepaneel ofwel:
Via een poort die bij een analoog of digitaal toestel hoort. of
Door een H.323 toestel te selecteren. of
Door dubbelklikken op Toestellen en dan in het navigatiepaneel het gewenste toestel te selecteren.
Als alternatief kunt u ook een toestel dubbelklikken in het scherm Toesteloverzicht.
39
System Status Application User Guide Het volgende wordt gebruikt om een analoog of digitaal toestel aan te duiden:
Indien het toestel zich op het systeemonderdeel bevindt (behalve IP Office 500), wordt de aanduiding systeemonderdeel gevolgd door ofwel Telefoonpoort X (waarbij Xhet poortnummer is) of DS poort X (waarbij X het poortnummer is 1-8 ). Indien het toestel zich op een module in een IP Office 500 slot bevindt, is de aanduiding Slot: [14], gevolgd door Poort X (waarbij X het poortnummer is 1-8). Indien een toestel zich op een uitbreidingsmodule bevindt, dan is de aanduiding Module XX (waarbij XX het poortnummer is 1-12) gevolgd door Poort X (waarbij X het poortnummer is 1-30).
Bijvoorbeeld: Toestel: 201
Systeemonderdeel
DS-poort: 1
Toestel: 231
Slot: 4
Poort: 7
Toestel: 271
Module: 4
Poort: 1
Het poortnummer komt altijd overeen met ieder nummer dat wordt afgedrukt voor de fysieke poortverbinding. Voor H.323 toestellen, is de aanduiding het begintoestelnummer van de gebruiker, het IP-adres van het toestel en het MAC-adres (indien beschikbaar - alleen getoond wanneer IP Office en de telefoon op hetzelfde subnet zit). Bijvoorbeeld: Toestel: 371
40
IP-adres: 192.168.44.2
MAC-adres: AA:AA:AA:AA:AA:AA
Toestellen
Toesteloverzicht Het scherm Toesteloverzicht geeft alle toestellen in het systeem weer.
De volgende informatie wordt weergegeven:
Begin Toestelnummer Het standaard toestelnummer voor deze telefoon. Toestel Huidige Gebruiker Het toestel van de gebruiker die momenteel is aangemeld op deze telefoon. Naam Huidige Gebruiker De naam van de gebruiker die momenteel is aangemeld op deze telefoon. Module/Slot/IP-Adres Modulenummer, slotgegevens of IP-adres. Poortnummer/MAC-Adres Poortnummer of MAC-adres van het systeemonderdeel. Telefoontype Het model telefoon (bv. 5410). Aantal Nieuwe Berichten Het aantal nieuwe berichten voor de gebruiker die momenteel is aangemeld.
Voor meer gedetailleerde informatie over een toestel, dubbelklik op een bepaald toestelnummer om het scherm Toestelstatus weer te geven. Zie Toestelstatus. Knoppen beschikbaar in dit scherm:
Vernieuwen Afdrukken
41
System Status Application User Guide
Toestelstatus Het scherm Toestelstatus geeft specifieke details van een toestel, afhankelijk van de configuratie.
De volgende informatie wordt weergegeven:
42
Toestellen
Begin Toestelnummer Het standaard toestelnummer voor deze telefoon. Module/Slot/IP-Adres Modulenummer, slotgegevens of IP-adres. Port/MAC-Adres Poortnummer of MAC-adres van het systeemonderdeel. Telefoontype Het model telefoon (bv. 5410). Toestelnummer Huidige Gebruiker Het toestelnummer van de gebruiker die momenteel is aangemeld op deze telefoon. Naam Huidige Gebruiker De naam van de gebruiker die momenteel is aangemeld op deze telefoon.
De resterende velden zijn van toepassing op de huidige gebruiker:
Doorverbinden Instellen op 'Uit' of één of meer van de volgende opties:
Doorverbinden Bij Bezet + Nummer Doorverbinden Bij Niet Beantwoorden + Nummer Follow Me + Nummer
Twinning Selecteer één van de volgende opties:
Doorverbinden Onvoorwaardelijk + Nummer
Getwind als Primair met + Naam/Nummer Secundaire Gebruiker Getwind als Secundair met + Naam/Nummer Pimaire Gebruiker Getwind met Extern Nummer + Extern Nummer Uit
Niet Storen Uit of Aan. Bericht-indicatie Als de gebruiker een ongelezen bericht heeft, is dit Aan. Als de persoonlijke berichten gelezen zijn, is dit Uit. Aantal Nieuwe Berichten Het aantal nieuwe berichten voor de huidige gebruiker. Hierbij zijn huntgroepberichten niet inbegrepen. Phone Manager-type Lite, Pro, IP of Geen - het type Phone Manager dat momenteel gebruikt wordt.
43
System Status Application User Guide De informatie die in de onderstaande tabel wordt weergegeven is afhankelijk van of het toestel gespreksknoppen heeft. Het volgende wordt weergegeven voor een telefoon met gespreksknoppen:
Knopnummer Het nummer dat hoort bij de knop op de telefoon, indien van toepassing. Knoptype Gesprek, Lijn, Gekoppelde of Dekkingsknop, indien van toepassing. Gesprek Ref Ieder gesprek dat bij een knop hoort. Huidige Status De status wordt gedefinieerd wanneer er een gesprek met een knop verbonden is. Tijd in Status Op 0 stellen iedere keer dat er een statuswijziging is. Bellend Nummer of Gebeld Nummer
Inkomende Gesprekken Het beller-ID naam en nummer. Als er geen Beller-ID is, wordt Geen weergegeven. Uitgaande gesprekken De cijfers die naar het besturingssysteem worden gestuurd (zonder externe kiescode).
Richting Inkomend of uitgaand. Andere Partij in het Gesprek Bevat één van de volgende: Waar een Gesprek werd Aangevraagd/Beantwoord
Weergegeven Waarde
Gebruiker
Gebruikersnummer en naam
Voicemail Gespreksstroom
Naam beginpunt
Voicemail
Voicemail - gebruikersnaam of huntgroepnaam van de mailbox of de aankondiging.
Conferentie
Conferentienaam
Transmissielijn
Netlijn-ID/URI Groep/Kanaalnummer waar van toepassing
Parkeerslot
Parkeerslot - wanneer het andere einde het gesprek geparkeerd heeft
Aankondiging
Aankondiging - de huntgroep die hoort bij het aankondigingsnummer
Huntgroep
Huntgroep - naam en nummer, wanneer een gesprek in de wachtrij voor een huntgroep staat (maar niet waarschuwt).
Voor een toestel zonder gespreksknop (bv. T3, softphone, H.323 derden of analoog), toont de tabel evenveel rijen als er momenteel gesprekken zijn, of een enkele rij indien het toestel onbezet is.
44
Toestellen
Wanneer een tracering wordt uitgevoerd zullen alle gesprekken op het toestel een tonen naast Gesprek Ref. Als u Gespreksgegevens selecteert terwijl er een tracering wordt uitgevoerd blijft het scherm ongewijzigd en verschijnt er een pop-up venster met gegevens over het geselecteerde gesprek: Het pop-up venster toont de status van het gesprek op het moment van de selectie en wordt niet bijgewerkt. Knoppen beschikbaar in dit scherm:
Traceren Alle Traceren Pauze Gespreksgegevens Afdrukken Opslaan als
45
Transmissielijnen Overzicht Informatie over de transmissielijn (via de Status tab) kan worden verkregen via het navigatiepaneel, door ofwel:
Dubbelklikken op Transmissielijnen en dan in het navigatiepaneel de gewenste netlijn selecteren of het informatiepaneel. of
Klik Systeem en dan Systeemonderdeel en dubbelklikken op een transmissielijnpoort.
Afhankelijk van de geselecteerde netlijn wordt één van de volgende weergegeven:
Overzicht Digitale Transmissielijn Overzicht Analoge Transmissielijn VoIP - ofwel; Overzicht H.323 Transmissielijn of Overzicht SIP Transmissielijn
Selectie Transmissielijn Selecteer en dubbelklik op een netlijn om de transmissielijndata weer te geven.
47
System Status Application User Guide
Lijnprotocollen De volgende tabel geeft de protocollen voor digitale en analoge netlijnen weer: Type Netlijn
Netlijn Subtype
Kanaalprotocollen
E1, T1, E1-R2
QSigA
Zelfde als Netlijn Subtype
QSigB ETSI ETS4 CHI E1-R2
Mexico
R2 DID
Brazilië
R2 Startlus
Argentinië
R2 DIOD
China
Onmiddellijke Start Verbinding
Korea
Automatische Verbinding
Geen
TIE Delay TIE Wink WAN Buiten dienst
T1/J1
N.v.t.
Startlus Ground Start E & M Tie E & M DID E & M Switched 56 DID Wissen Kanaal 64
PRI
AT&T
Afhandeling op volgorde van binnenkomst Software Gedefinieerd Netwerk Megacom WATS Megacom 800 Wats Accunet Private Line AT&T Multiquest ETN I800 ILDS
PRI
Sprint
Geen Service Geen
PRI
WorldCom
Geen Service Geen
48
Transmissielijnen PRI
Lokaal Telco
Geen Service Geen
PRI
ETSI
ETSI
AusT013
AusT013
So8
N.v.t.
N.v.t.
Ground Start
N.v.t.
N.v.t.
Startlus
Met Beller-ID
N.v.t.
Zonder Beller-ID
Status Overzicht Digitale Transmissielijn U krijgt toegang tot het Overzicht Digitale Transmissielijn door op Transmissielijnen te klikken op het navigatiepaneel waar het wordt weergegeven onder de Status tab. Of als alternatief, klik Systeem en dan Systeemonderdeel en dubbelklik op de netlijn. Digitale transmissielijnen worden gerapporteerd op een per netlijn basis.
De volgende informatie wordt weergegeven onder de Status tab:
Netlijn/Slot/Poort Het netlijn-, slot- en poortnummer. Type Netlijn Zie Lijnprotocollen. Netlijn Subtype Zie Lijnprotocollen. Aantal Kanalen Het aantal kanalen dat kan worden ondersteund met een digitale transmissielijn. Aantal Beheerde Kanalen Aantal kanalen van het netlijnformulier die beheerd worden om te worden gebruikt. 49
System Status Application User Guide
Aantal Kanalen in Gebruik Het totaal aantal kanalen dat momenteel in gebruik is.
Onder deze informatie geeft een tabel de volgende details weer:
Kanaalnummer Om de details van het gesprek te zien, klik op de rij. Gesprek Ref Gespreksreferentie toegekend door IP Office en behorend bij de netlijn die in gebruik is. Huidige Status De status wordt gedefinieerd wanneer er een gesprek met een knop verbonden is. Zie Gespreksstatus. Tijd in Status Op nul stellen, iedere keer dat er een statuswijziging is. Cijfers voor Routeren De gekozen cijfers voor het routeren van inkomende gesprekken die door het besturingssysteem zijn verzonden. Beller-ID of Gebelde Cijfers
50
Inkomende Gesprekken Het beller-ID naam en nummer. Als er geen Beller-ID is, wordt Geen weergegeven. Uitgaande Gesprekken De cijfers die aan het besturingssysteem zijn verzonden.
Andere Partij in het Gesprek Bevat één van de volgende: Waar een Gesprek werd Aangevraagd/Beantwoord
Weergegeven Waarde
Gebruiker
Gebruikersnummer en naam
Voicemail Gespreksstroom
Naam beginpunt
Voicemail
Voicemail gebruikersnaam of huntgroepnaam van de mailbox.
Gegevensservice
RAS - servicenaam
Conferentie
Conferentienaam
Transmissielijn
Netlijn ID/URI Groep/Kanaalnummer.
Parkeerslot
Parkeerslot - wanneer het andere einde het gesprek geparkeerd heeft
Aankondiging
Aankondiging - de huntgroep die hoort bij het aankondigingsnummer
Huntgroep
Huntgroep - naam en nummer wanneer een gesprek in de wachtrij voor een huntgroep staat (maar niet waarschuwt).
Richting van Gesprek Geeft het gesprek weer als ofwel Inkomend of Uitgaand.
Transmissielijnen Wanneer een tracering wordt uitgevoerd zal voor alle gesprekken op het toestel een worden getoond naast Gesprek Ref. Als u Gespreksgegevens selecteert terwijl er een tracering wordt uitgevoerd blijft het scherm ongewijzigd en verschijnt er een pop-up venster met gegevens over het geselecteerde gesprek: Het pop-up venster toont de status van het gesprek op het moment van de selectie en wordt niet bijgewerkt. Knoppen beschikbaar in dit scherm:
Traceren Alle Traceren Gespreksgegevens Afdrukken Opslaan als
Om meer informatie te zien over een gesprek, selecteer één of meer rijen in de tabel en klik op de knop Gespreksgegevens. Zie Knoppenbalk.
Overzicht Analoge Transmissielijn U krijgt toegang tot het Overzicht Analoge Transmissielijn door op Transmissielijnen te klikken op het navigatiepaneel waar het wordt weergegeven onder de Status tab. Als alternatief, klik Systeem en dan Systeemonderdeel en klik op een rij om de gespreksgegevens te zien. Analoge transmissielijnen worden weergegeven per kaart of module. Daarom wordt het aantal transmissielijnen op een kaart gerapporteerd.
De volgende informatie wordt weergegeven onder de Status tab:
Slot/Module Slot of modulenummer. Aantal Transmissielijnen Totaal aantal transmissielijnen. Aantal Beheerde Transmissielijnen Aantal kanalen van het netlijnformulier die beheerd worden om te worden gebruikt. Aantal Transmissielijnen in Gebruik
51
System Status Application User Guide Onder deze informatie geeft een tabel de volgende details weer:
Poort Het poortnummer. Netijn ID Het netlijn-, module- en poortnummer. Type Netlijn Het type lijnprotocol. Zie Lijnprotocollen. Gesprek Ref Gespreksreferentie toegekend door IP Office en behorend bij de netlijn die in gebruik is. Huidige Status Zie Gespreksstatus. Tijd in Status Op nul stellen, iedere keer dat er een statuswijziging is. Beller-ID of Gebelde Cijfers
52
Beller-ID De Beller-ID naam en nummer. Als er geen Beller-ID is, wordt Geen weergegeven. Gekozen Cijfers De cijfers die aan het besturingssysteem zijn verzonden.
Andere Partij in het Gesprek Bevat één van de volgende: Waar een Gesprek werd Aangevraagd/Beantwoord
Weergegeven Waarde
Gebruiker
Gebruikersnummer en naam
Voicemail Gespreksstroom
Naam beginpunt
Voicemail
Voicemail gebruikersnaam of huntgroepnaam van de mailbox.
Gegevensservice
RAS - servicenaam
Conferentie
Conferentienaam
Transmissielijn
Netlijn ID/URI Groep/Kanaalnummer.
Parkeerslot
Parkeerslot - wanneer het andere einde het gesprek geparkeerd heeft
Aankondiging
Aankondiging - de huntgroep die hoort bij het aankondigingsnummer
Huntgroep
Huntgroep - naam en nummer wanneer een gesprek in de wachtrij voor een huntgroep staat (maar niet waarschuwt).
Richting van Gesprek Inkomend of Uitgaand.
Transmissielijnen Wanneer een tracering wordt uitgevoerd zal voor alle gesprekken op het toestel een worden getoond naast Gesprek Ref. Als u Gespreksgegevens selecteert terwijl er een tracering wordt uitgevoerd blijft het scherm ongewijzigd en verschijnt er een pop-up venster met gegevens over het geselecteerde gesprek: Het pop-up venster toont de status van het gesprek op het moment van de selectie en wordt niet bijgewerkt. Knoppen beschikbaar in dit scherm:
Traceren Alle Traceren Gespreksgegevens Afdrukken Opslaan als
Om meer informatie te zien over een gesprek, selecteer één of meer rijen in de tabel en klik op de knop Gespreksgegevens. Zie Knoppenbalk.
Overzicht VoIP Transmissielijn U krijgt toegang tot het Overzicht VoIP Transmissielijn door op Transmissielijnen te klikken op het navigatiepaneel waar het wordt weergegeven onder de Status tab als ofwel Overzicht H.323 Transmissielijn of Overzicht SIP Transmissielijn. Of als alternatief, klik Systeem en dan Systeemonderdeel en dubbelklik op de netlijn.
H.323 Transmissielijnen
53
System Status Application User Guide
IP-adres Het gateway IP-adres van het VoIP formulier. Netlijnnummer Vast netlijnnummer, gedefinieerd door de gebruiker. Aantal Beheerde Kanalen Aantal kanalen van de VoIP netlijntab. Totaal Kanalen in Gebruik Totaal van alle kanalen waar gespreksreferenties aan verbonden zijn. Beheerde Compressie De compressiemodus van het VoIP formulier. Small Community Networking Één van de volgende wordt weergegeven:
Als deze functie niet wordt beheerd in Manager, (Voice-netwerkoptie op het VoIP formulier is uit), wordt Uitgeschakeld weergegeven. Als de functie wordt beheerd en het andere einde reageert, wordt In Werking weergegeven. Als de functie wordt beheerd en het andere einde reageert niet, wordt Buiten Werking weergegeven.
Direct Mediapad Uit of Aan. Snelstart Inschakelen Uit of Aan. Onderdrukking Stilte Uit of Aan.
Onder deze informatie geeft een tabel de volgende informatie weer:
Kanaalnummer Klik op de rij om de details van het gesprek te zien. Gesprek Ref Gespreksreferentie toegekend door IP Office en behorend bij de netlijn die in gebruik is. Huidige Status Zie Gespreksstatus. Tijd in Status Op nul stellen, iedere keer dat er een statuswijziging is. RTP IP-Adres van Verbinding IP-adres van de externe zijde van de RTP Mediastroom. CODEC Beschikbaar via H.323/SIP berichten en kan veranderen tijdens het gesprek. Verbindingstype Ofwel DirectMedia, RTPRelay of VCM's. Beller-ID of Gebelde Cijfers
54
Beller-ID De Beller-ID naam en nummer. Als er geen Beller-ID is, wordt Geen weergegeven. Gekozen Cijfers De cijfers die aan het besturingssysteem zijn verzonden.
Transmissielijnen
Andere Partij in het Gesprek Bevat één van de volgende: Waar een Gesprek werd Aangevraagd/Beantwoord
Weergegeven Waarde
Gebruiker
Gebruikersnummer en naam
Voicemail Gespreksstroom
Naam beginpunt
Voicemail
Voicemail gebruikersnaam of huntgroepnaam van de Mailbox.
Gegevensservice
RAS servicenaam
Conferentie
Conferentienaam
Transmissielijn
Netlijn ID/URI Groep/Kanaalnummer.
Parkeerslot
Parkeerslot - wanneer het andere einde het gesprek geparkeerd heeft
Aankondiging
Aankondiging - de huntgroep die hoort bij het aankondigingsnummer
Huntgroep
Huntgroep naam en nummer, wanneer een gesprek in de wachtrij voor een huntgroep staat (maar niet waarschuwt).
Richting van Gesprek Inkomend of Uitgaand. QoS Ontvangst- en verzendgegevens. Normale datapakketten kunnen voorkomen dat spraakdata over de link komen of deze vertragen, waardoor onacceptabele spraakkwaliteit wordt veroorzaakt. De QoS instellingen zijn:
Vertraging Heen en Terug Ontvangst Jitter Transmissie Jitter Ontvangst Pakketverlies Transmissie Pakketverlies
Om meer informatie te zien over een gesprek, selecteer één of meer rijen in de tabel en klik op één van de knoppen onderaan het scherm.
55
System Status Application User Guide
SIP Transmissielijn
56
Peer Domeinnaam De naam van de service van het netlijnformulier. Gateway-adres Het gateway IP-adres van het VoIP formulier. Netlijn Vast netlijnnummer, gedefinieerd door de gebruiker. Aantal Beheerde Kanalen Het aantal kanalen van het netlijnformulier Totaal Kanalen in Gebruik Het totaal aantal kanalen waar gespreksreferenties aan verbonden zijn. Beheerde Compressie De compressiemodus van het VoIP formulier. Onderdrukking Stilte Uit of Aan.
Transmissielijnen Onder deze informatie geeft een tabel de volgende details weer:
Kanaalnummer Klik op de rij om de details van het gesprek te zien. URI Groep De URI Groep via welke het gesprek inkomend of uitgaand gerouteerd werd via de transmissielijn. Als er geen Gesprek Ref is, blijft URI Groep leeg. Gesprek Ref Gespreksreferentie verbonden met de netlijn die in gebruik is. Huidige Status Zie Gespreksstatus. Tijd in Status Op nul stellen, iedere keer dat er een statuswijziging is. IP-Adres van Verbinding DirectMedia (alleen H.323), RTPRelay of VCM's. CODEC Beschikbaar via SIP-bericht en kan veranderen tijdens het gesprek. Verbindingstype Ofwel RTPRelay of VCM. Beller-ID of Gebelde Cijfers
Beller-ID De Beller-ID naam en nummer. Als er geen Beller-ID is, wordt Geen weergegeven. Gekozen Cijfers De cijfers die aan het besturingssysteem zijn verzonden.
Andere Partij in het Gesprek Bevat één van de volgende: Waar een Gesprek werd Aangevraagd/Beantwoord
Weergegeven Waarde
Gebruiker
Gebruikersnummer en naam
Voicemail Gespreksstroom
Naam beginpunt.
Voicemail
Voicemail gebruikersnaam of huntgroepnaam van de Mailbox.
Gegevensservice
RAS servicenaam
Conferentie
Conferentienaam.
Transmissielijn
Netlijn ID/URI Groep/Kanaalnummer.
Parkeerslot
Parkeerslot - wanneer het andere einde het gesprek geparkeerd heeft.
Aankondiging
Aankondiging - de huntgroep die hoort bij het aankondigingsnummer.
Huntgroep
Huntgroep naam en nummer wanneer een gesprek zich in een huntgroep bevindt (maar niet waarschuwt).
57
System Status Application User Guide
Richting van Gesprek Inkomend of Uitgaand. Quality of Service (QoS) Normale datapakketten kunnen voorkomen dat spraakdata over de link komen of deze vertragen, waardoor onacceptabele spraakkwaliteit wordt veroorzaakt. SSA biedt de volgende informatie over de VoIP-verbinding en hoe deze door ander verkeer wordt beïnvloed. Deze statistieken worden berekend als gedefinieerd in RFC 1889.
Vertraging Heen en Terug Ontvangst Jitter Transmissie Jitter Ontvangst Pakketverlies Transmissie Pakketverlies
Wanneer een tracering wordt uitgevoerd zal voor alle gesprekken op het toestel een worden getoond naast Gesprek Ref. Als u Gespreksgegevens selecteert terwijl er een tracering wordt uitgevoerd blijft het scherm ongewijzigd en verschijnt er een pop-up venster met gegevens over het geselecteerde gesprek:
58
Transmissielijnen Het pop-up venster toont de status van het gesprek op het moment van de selectie en wordt niet bijgewerkt. Knoppen beschikbaar in de H.323 en SIP-schermen:
Traceren Alle Traceren Ping Gespreksgegevens Afdrukken Opslaan als
Om meer informatie te zien over een gesprek, selecteer één of meer rijen in de tabel en klik op de knop Gespreksgegevens. Zie Knoppenbalk.
Gebruiksoverzicht U heeft toegang tot de tab Gebruiksoverzicht door op Transmissielijnen te klikken op het navigatiepaneel. Of als alternatief, klik Systeem en dan Systeemonderdeel en dubbelklik op de uitbreidingsmodule of de VoIP transmissielijn. Het Gebruiksoverzicht geeft een gebruikshistorie voor iedere transmissielijn. De telling wordt op nul gesteld ofwel wanneer de Reset knop wordt aangeklikt (wanneer alle waarden weer op nul gesteld worden) of wanneer het systeem een herstart uitvoert.
59
System Status Application User Guide De volgende informatie wordt weergegeven:
Module Type transmissielijnmodule. Netlijn Netlijn ID. Type Netlijn Zie Lijnprotocollen. Netlijn Subtype Zie Lijnprotocollen. Tellers Gestart Datum en tijd dat de telling is begonnen.
Onder deze informatie geeft een tabel de volgende details weer:
Gesprekstype
Uitgaand De telling van het aantal uitgaande gesprekken. Inkomend De telling van het aantal inkomende gesprekken, uitgezonderd Afgebroken gesprekken. Inkomend Afgebroken Gesprekken waarbij de beller de verbinding heeft verbroken voor het gesprek beantwoord werd. Totale Gesprekstijd is leeg voor Inkomende Afgebroken gesprekken.
Aantal Gesprekken Totaal aantal gesprekken per gesprekstype. Totale Gesprekstijd Uren, minuten en secondenformaat. Voor uitgaande gesprekken, gemeten vanaf de start van het gesprek. Voor inkomende gesprekken, gemeten vanaf het moment dat het gesprek beantwoord werd. Totale Beltijd Uren, minuten en secondenformaat.
Knoppen beschikbaar in dit scherm:
60
Resetten
Alarmen Overzicht Alarmen worden geregistreerd in IP Office voor ieder apparaat dat een fout vertoond. De frequentie van de fouten (peg count) en de tijd en datum van de laatste fout worden geregistreerd. Alarmen worden op het display weergegeven per categorie en per transmissielijn. Opmerking
Alarmen worden niet bewaard na een herstart van het systeemonderdeel.
Alarmen hebben een aparte telling voor het aantal keren dat het alarm optreedt. Transmissielijnalarmen hebben een aparte telling voor ieder alarm dat optreedt op een bepaalde transmissielijn. SSA onderscheidt tussen de volgende alarmen:
Actief Alarmen die momenteel een probleem vormen worden in rood weergegeven met een symbool. Indien een alarm niet langer actief is, verandert het in zwart maar de telling blijft hetzelfde. Wanneer een alarm van historisch naar actief gaat, wordt de telling vermeerderd met één. Historisch Alarmen die niet langer optreden of die onmiddellijke gebeurtenissen vormen worden in zwart weergegeven. IP Office slaat minstens 50 historische alarmen op. Indien IP Office als gevolg van geheugenbeperkingen historische alarmen wist, registreert IP Office het aantal gewiste alarmen en de overeenkomstige frequentie van de fout. Dit wordt weergegeven als 'Verloren Alarmen', dat wordt weergegeven als een configuratie-alarm dat nooit automatisch wordt gewist.
Opmerking
Indien er geen alarmen zijn, worden de gelabelde kolommen weergegeven, maar geen lijst met alarmen.
61
System Status Application User Guide Om de alarmen in een specifieke categorie te bekijken: 1. Klik in het navigatiepaneel op
naast Alarmen.
De alarmcategorieën worden weergegeven, gevolgd door het aantal alarmen (tussen haakjes). Transmissielijnalarmen kunnen verder worden uitgevouwen om alarmen voor individuele transmissielijnen weer te geven. 2. Klik om een specifiek alarm te bekijken op het alarm of het type transmissielijn. De alarmgegevens worden weergegeven in het informatiepaneel. Opmerking
Alarmen kunnen worden gewist met de Wissen of Alles Wissen knoppen. Indien een alarm nog steeds actief is, zal het in de lijst blijven staan met een frequentietelling van 1.
Laatste Keer Systeem Opnieuw Gestart Wanneer u op Alarmen klikt, geeft het scherm Laatste Keer Systeem Opnieuw Gestart de volgende bijzonderheden:
Datum De datum en tijd dat het systeem de laatste keer opnieuw gestart werd. Reden Waarom het systeem opnieuw gestart werd.
Deze redenen kunnen zijn:
Door Gebruiker Gestart De gebruiker heeft Bestand | Geavanceerd | Herstarten in Manager gestart. De Manager operatornaam wordt weergegeven. Opgeslagen Configuratie Opslaan van een configuratie vereiste een herstart. De Manager operatornaam wordt weergegeven. Software Upgrade De software upgrade veroorzaakte een herstart. Normaal Opstarten De switch is opnieuw gestart na een stroomonderbreking. Abnormale Beëindiging De switch is om een andere reden opnieuw gestart. De stack tracering wordt weergegeven.
Opmerking
62
Herstartinformatie (toegankelijk vanaf het navigatiepaneel) kan niet worden gewist. De informatie komt niet voor in de lijst met Service Alarmen.
Alarmen
Service-alarmen Het scherm Service-alarmen heeft een vermelding voor iedere servicefout. Alarmen die momenteel een probleem vormen worden in rood weergegeven. Indien een alarm niet langer actief is, wordt het in zwart weergegeven. Service-alarmen worden in realtime bijgewerkt.
De volgende informatie wordt weergegeven:
Laatste Datum Fout De laatste keer dat de fout optrad die een bepaald alarm veroorzaakte. Frequentie Hoe veel keer het alarm is opgetreden sinds het besturingssysteem voor het laatst opnieuw gestart werd of het alarm gewist werd. Foutbeschrijving Een beschrijving van de fout die het alarm veroorzaakte.
Opmerking
Sommige service-alarmen worden ook weergegeven in het scherm Systeembronnen. Het wissen van alarmen in dit scherm wist de alarmen ook in het scherm Systeembronnen.
63
System Status Application User Guide
Aanmelden Fout Door Gebruiker ID/Wachtwoord Een alarm wordt weergegeven wanneer een toegang geweigerd is:
Manager Een poging tot aanmelding is uitgevoerd vanaf Manager bij het systeemonderdeel met een ongeldig gebruikers-ID of wachtwoord.
Monitor Een poging tot aanmelding is uitgevoerd vanaf Monitor bij het systeemonderdeel met een ongeldig wachtwoord.
Gebruiker De gebruiker heeft geprobeerd zich aan te melden met de verkeerde code.
Voicemail Box De gebruiker heeft geprobeerd toegang te krijgen tot zijn voicemail met de verkeerde code.
Voicemail Systeem VoiceMail Pro/Lite kan geen verbinding krijgen met het systeemonderdeel als gevolg van een ongeldig wachtwoord.
SNMP Een managementsysteem heeft getracht een SNMP-verzoek uit te voeren met een verkeerde community string.
H.323 Toestel Op de telefoon is een ongeldig toestel of wachtwoord ingevoerd.
RAS Een inbelgebruiker heeft geprobeerd verbinding te krijgen met het verkeerde wachtwoord.
SSA Er is een poging tot aanmelding gedaan vanaf SSA met een ongeldig gebruikers-ID of wachtwoord.
Indien een alarm extra informatie bevat wordt het volgende weergegeven: Aanmelden mislukt door fout gebruiker ID/wachtwoord. Toepassing: YYYYYYYYY Extra informatie De volgende tabel geeft een lijst van wat er wordt weergegeven als extra informatie: Aanmelden Mislukt
Informatie
Manager
Operator naam en IP-adres van de pc waarop Manager draait
Bewaken
IP-adres van de pc waarop Monitor draait
Gebruiker
Gebruikersnummer en naam
Voicemail
Gebruikersnummer en naam
Voicemail Systeem
IP-adres van de pc waarop Voicemail draait
SNMP
IP-adres van de gast die probeert SNMP toegang te krijgen
H.323 Toestel
Gebruiker en toestelnummer geprobeerd
RAS
RAS-gebruikersnaam
SSA
Gebruikersnaam en IP-adres van de gast waarop SSA draait
64
Alarmen
Fout Functie-Key Serververbinding Indien het systeem geen verbinding kan krijgen met de Functie-Key Server, wordt het volgende weergegeven: "Het systeem was niet in staat een verbinding te krijgen met de Functie-Key Server." Functie-Key Server IP-adres: XXX.XXX.XXX.XXX
Bronnen Niet Beschikbaar: Dit alarm wordt gegenereerd wanneer een verzoek voor toegang tot een bron gedaan wordt, maar wordt geweigerd omdat er geen bronnen beschikbaar zijn. Het volgende wordt weergegeven: "De volgende systeembronnen zijn allemaal in gebruik" De volgende tabel geeft een lijst van wat er wordt weergegeven als extra informatie: Bron
Datanetlijn
VCM Modemkanalen Datakanalen Conferentiekanalen Uitgaande Transmissielijn Groep*
Uitgaand Groeps-ID: XX (XX geeft het Uitgaande Groeps-ID aan)
Voicemailkanalen Voicemail Opslag
"Voicemail Opslag Bijna Vol" of "Voicemail Opslag Vol"
* Dit treedt op wanneer alle lijnen die bij een bepaalde functiecode horen in gesprek zijn. Knoppen beschikbaar in dit scherm:
Verwijderen Alle verwijderen Afdrukken Opslaan als
Selectie Alarmen Transmissielijn Dubbelklik op een lijn om de alarmen van die transmissielijn weer te geven.
65
System Status Application User Guide
Transmissielijn Alarmen Het scherm Transmissielijnalarmen heeft een vermelding voor iedere transmissielijn. Er is voor iedere transmissielijn altijd een vermelding in het navigatiepaneel ongeacht of het een alarm heeft of niet. Transmissielijnalarmen worden in realtime bijgewerkt.
Digitale Transmissielijnen Het scherm geeft twee tabs weer voor digitale transmissielijnen:
66
Alarmen Ieder actief alarm wordt weergegeven in rood op de Alarmtab. Indien een alarm niet langer actief is, verandert het in zwart maar de telling blijft hetzelfde. Wanneer een alarm van historisch naar actief gaat, wordt de telling vermeerderd met één. 24-uurs Prestatiehistorie Deze tab biedt een 24-uursoverzicht van de fouten die zijn opgetreden op de lijn. Indien zich in de afgelopen 24 uur geen fouten hebben voorgedaan, geeft de tabel nulwaarden of blanco waarden weer.
Alarmen
Alarmen
De volgende informatie wordt weergegeven:
Laatste Datum Fout De laatste keer dat de fout optrad die een bepaald alarm veroorzaakte. Frequentie Hoe veel keer het alarm is opgetreden sinds het besturingssysteem voor het laatst opnieuw gestart werd of het alarm gewist werd. Foutbeschrijving De onderstaande tabel toont een beschrijving van de fout die het alarm veroorzaakt heeft: Fout
Omschrijving
Onvoldoende DID Cijfers
Een gebruiker kan routes beheren gebaseerd op DID-cijfers door gebruikmaking van het MSN routeformulier. Op dit formulier kan de gebruiker aangeven hoeveel cijfers verwacht worden (het Presentatiecijfers veld). Indien een gesprek wordt ontvangen en het aantal cijfers komt niet overeen met het aantal in het Presentatiecijfersveld, wordt het volgende weergegeven: Er was geen overeenstemming in het aantal DID-cijfers Verwacht aantal cijfers: XX Cijfers ontvangen: YYYYY
Inkomend Gesprek op Uitgaande Transmissielijn
Op T1/PRI en analoge lijnen kan de richting voor ieder kanaal worden beheerd als zijnde inkomend, uitgaand of beide. Indien het kanaal uitgaand is en er arriveert een inkomend gesprek op het kanaal, wordt het volgende weergegeven: Een inkomend gesprek komt binnen op een kanaal dat beheerd wordt voor Uitgaande gesprekken. Kanaal Nummer: XX (voor digitale lijnen) Poortnummer: XX (voor analoge lijnen) 67
System Status Application User Guide Transmissielijn Raakte Buiten gebruik
Indien een transmissielijn niet beheerd wordt als buiten gebruik maar toch buiten gebruik raakt, wordt het volgende weergegeven: Transmissielijn buiten gebruik.
Rood Alarm Actief op Transmissielijn
Wanneer op een T1/PRI Transmissielijn een rood alarm wordt gerapporteerd, wordt het volgende weergegeven: Rood Alarm Een rood alarm duidt op een verlies van synchronisatie.
Blauw Alarm Actief op Transmissielijn
Wanneer op een T1/PRI Transmissielijn een blauw alarm wordt gerapporteerd, wordt het volgende weergegeven: Blauw Alarm Een blauw alarm geef aan dat er een signaalverlies is opgetreden.
Geel Alarm Actief op Transmissielijn
Wanneer op een T1/PRI Transmissielijn een geel alarm wordt gerapporteerd, wordt het volgende weergegeven: Geel Alarm Een geel alarm duidt op een transmissieprobleem.
Signaalverlies op een Transmissielijn
Wanneer er een signaalverlies wordt gerapporteerd, wordt het volgende weergegeven: Signaalverlies
Beller-ID niet ontvangen
Voor analoge lusstart transmissielijnen beheerd met ICLID. Indien Beller-ID niet werd ontvangen
Bezettingsstoring
Indien er geen lusstroom wordt waargenomen bij een poging de transmissielijn te bezetten.
Reactiestoring
Dit alarm wordt gegenereerd wanneer IP Office een TCP Sync naar de externe zijde van een H.323 transmissielijn stuurt maar geen bevestiging krijgt van de externe zijde, ook wanneer IP Office een INVITE over een SIP transmissielijn stuurt en een time-out optreedt na uitblijven van reactie. Geen reactie op IP transmissielijn gesprekverzoek. IP Transmissielijnnummer: xxx IP-adres externe zijde: yyy.yyy.yyy.yyy
Knoppen beschikbaar in dit scherm:
68
Verwijderen Alle verwijderen Afdrukken Opslaan als
Alarmen
24-uur Prestatiehistorie De eerste regel in de tabel geeft het huidige 15 minuten interval weer en vertegenwoordigt 0-15 minuten aan gegevens. Volgende regels geven de laatste 24 uur weer verdeeld in intervallen van 15 minuten (er worden minder regels weergegeven indien het systeem minder dan 24 uur geactiveerd was).
De tabel wordt weergegeven ongeacht of er fouten waren op de transmissielijn. Knoppen beschikbaar in dit scherm:
Absolute Tijd of Relatieve Tijd Toon Blanco waarden of Toon Nulwaarden Afdrukken Opslaan als
69
System Status Application User Guide
Link Alarmen Het scherm Link Alarmen heeft een vermelding voor iedere link-fout. Alarmen die momenteel een probleem vormen worden in rood weergegeven. Indien een alarm niet langer actief is, wordt het in zwart weergegeven. Link Alarmen worden in realtime bijgewerkt.
De volgende informatie wordt weergegeven:
Laatste Datum Fout De laatste keer dat de fout optrad die een bepaald alarm veroorzaakte. Frequentie Hoe veel keer het alarm is opgetreden sinds het besturingssysteem voor het laatst opnieuw gestart werd. Foutbeschrijving Een beschrijving van de fout die het alarm veroorzaakte.
Knoppen beschikbaar in dit scherm:
70
Verwijderen Alle verwijderen Afdrukken Opslaan als
Traceren Overzicht SSA kan traceringen genereren voor gesprekken, netlijnen en toestellen.
Gesprekstraceringen. U kunt een gesprek traceren vanuit het scherm Gespreksgegevens. Het traceren van een gesprek toont de wijzigingen in de status voor dat gesprek en gebeurtenissen aan beide zijden van het gesprek. Bijvoorbeeld, het zal aangeven of er een knop wordt ingedrukt op het toestel dat deelneemt aan het gesprek of wanneer er een protocolbericht wordt verstuurd of ontvangen van een transmissielijn die betrokken is bij het gesprek. Deze gebeurtenissen worden getoond zo lang het toestel/de transmissielijn bij het gesprek betrokken is. Bijvoorbeeld, als één toestel het gesprek doorverbindt naar een ander toestel, dan zult u zien dat het gesprek wordt doorverbonden door het eerste toestel; vervolgens worden gebeurtenissen met betrekking tot het tweede toestel getoond.
Toesteltraceringen. U kunt alle of een selectie van gespreksknoppen van een toestel traceren. Voor toestellen zonder gespreksknoppen kunt alle gesprekken of ieder gesprek traceren dat momenteel met het toestel verbonden is. De tracering voor het toestel toont gebeurtenissen die verband houden met het toestel (bv. gedrukte knoppen) en traceert alle gesprekken die met de gedrukte knoppen verbonden zijn, zo lang als ze daarmee verbonden zijn. De traceerinformatie voor een gesprek dat verbonden is met een toestel toont dezelfde informatie als een gesprek dat getraceerd wordt vanuit het scherm Gespreksgegevens. Met andere woorden, het toont de wijzigingen in de status voor dat gesprek en gebeurtenissen aan beide zijden van het gesprek.
Transmissielijntraceringen. U kunt alle of een selectie kanalen op een transmissielijn traceren. De tracering toont gebeurtenissen die verband houden met deze kanalen (bv. protocolberichten) en traceringen van alle gesprekken die met deze kanalen verbonden zijn voor zo lang ze daarmee verbonden zijn. De traceerinformatie voor een gesprek dat verbonden is met transmissielijnkanaal toont dezelfde informatie als een gesprek dat getraceerd wordt vanuit het scherm Gespreksgegevens. Met andere woorden, het toont de wijzigingen in de status voor dat gesprek, plus gebeurtenissen aan beide zijden van het gesprek. In sommige gebieden kan een gesprek in de wachtstand worden gehouden bij het besturingssysteem in plaats van IP Office. In dergelijke gevallen is het gesprek niet langer verbonden met een bepaald kanaal; het kan dan uit de wachtstand worden gehaald en weer verbonden worden met hetzelfde of een ander kanaal. Indien een dergelijk gesprek oorspronkelijk verbonden is met een transmissielijnkanaal dat getraceerd wordt, dan wordt het net zo lang getoond in de racering als het verbonden is met de transmissielijn, zelfs als het daarna verbonden wordt met een ander kanaal of helemaal niet verbonden is met enig kanaal.
71
System Status Application User Guide
Traceringen Gebruiken voor Probleemoplossen Om problemen met een gesprek te diagnosticeren is het gewoonlijk het beste om de bron van een gespek te traceren, bv. het traceren van de transmissielijn voor een inkomend gesprek of het toestel voor een uitgaand gesprek. Door deze richtlijn te volgen zult u alle traceerinformatie zien vanaf het eerste begin van het gesprek. De eerste gebeurtenissen bevatten vaak de belangrijkste diagnostische informatie. Omdat een tracering ook gebeurtenissen toont die verband houden met de partijen in een gesprek die zich op dezelfde transmissielijn of hetzelfde toestel bevinden, zal een tracering van een transmissielijn of een toestel u in staat stellen om de hele historie van het gesprek te zien.
Traceringen manipuleren. Traceerinformatie wordt weergegeven aan de onderkant van het scherm. De Pauze knop en schuifbalk stellen u in staat om de informatie te bekijken terwijl de toepassing doorgaat om nieuwe gebeurtenissen te traceren. De Hervatten knop geeft alle gebeurtenissen weer wanneer een tracering wordt gepauzeerd, evenals nieuwe gebeurtenissen terwijl ze zich voordoen. Wanneer een tracering wordt weergegeven, is de keuze Afdrukken en/of Opslaan Als beschikbaar. Een tracering kan worden opgeslagen naar een bestand als ofwel een .txt- of een .csv-bestand. Wanneer een tracering gepauzeerd wordt, dan wordt alleen de momenteel weergegeven informatie opgeslagen en/of afgedrukt. Deze paragraaf geeft voorbeelden en beschrijvingen van traceringen die worden gegenereerd voor gesprekken, netlijnen en toestellen.
72
Traceren
Analoge Transmissielijn Traceren Inkomende Gesprekken op Analoge Netlijnen SSA kan gebruikt worden om problemen op te lossen met gesprekken waarvan de verbinding verbroken wordt. Het volgende voorbeeld toont hoe SSA een inkomend gesprek traceert dat overgaat op een toestel en dan wordt doorverbonden naar voicemail:
1. Het gesprek komt binnen bij IP Office. 2. Het gesprek krijgt een Gesprek Ref 69 toegewezen. 3. Het gesprek gaat over bij toestel 210. 4. Het gesprek wordt doorgeschakeld naar de Voicemail van de gebruiker. 5. De verbinding wordt vervolgens verbroken door de externe beller van het gesprek.
73
System Status Application User Guide
Traceren Uitgaand Gesprek - Verbinding verbroken door gebruiker van IP Office Het volgende voorbeeld toont een toestel dat naar buiten belt op een analoge transmissielijn:
1. Toestel 210 kiest 8123456789. 2. De tracering toont Toestel = 210, Gekozen cijfer, cijfer = 8. 3. IP Office brengt de gekozen 8 in overeenstemming met sneltoetsfunctie 8N van het systeem. 4. De tracering toont dat de analoge netlijn 4 bezet is en 123456789 op deze netlijn is gekozen. 5. De tracering toont dat toestel 210 weer op de haak wordt gelegd. 6. De verbinding wordt vervolgens verbroken door IP Office (Beller). Opmerkingen
74
Analoge netlijnen gaan direct van een status van 'bezet' naar een status 'verbonden' omdat de netlijn geen gespreksvoortgang doorgeeft aan IP Office. De tracering toont niet welke nummer gebeld worden op een analoge netlijn na het in overeenstemming brengen met de sneltoetsfunctie als de pauze tussen de gekozen cijfers langer duurt dan een 'tussencijfer' time-out.
Traceren
Traceren Uitgaand Gesprek - Verbinding verbroken door Externe Beller Het volgende voorbeeld beschrijft een uitgaand gesprek op een analoge netlijn, waarbij de verbinding wordt verbroken door een externe beller:
1. Toestel 210 kiest 8123456789. 2. De tracering toont Toestel = 210, Gekozen cijfer, cijfer = 8. 3. IP Office brengt de gekozen 8 in overeenstemming met sneltoetsfunctie 8N van het systeem. 4. De tracering toont dat de analoge netlijn 4 bezet is en 123456789 op deze netlijn is gekozen. 5. De tracering toont dat de verbinding wordt verbroken door de externe beller (Bestemming). 6. De verbinding met toestel 210 wordt verbroken. Dit type tracering is nuttig wanneer klantenrapportgesprekken worden afgebroken. Opmerkingen
Toestel 210 is de 'Beller' van het gesprek, het extern gebelde toestel en de externe partij zijn de 'Bestemming'. De tracering geeft niet weer wat er gebeurt met cijfers die verzameld worden nadat toestel 210 nummer 8 kiest. De tracering geeft geen gesprekken weer die beantwoord worden op analoge lijnen.
75
System Status Application User Guide
Toestel Inkomend Extern Gesprek - Afgebroken door Externe Beller Het volgende voorbeeld toont een inkomend gesprek dat is beantwoord en dan wordt afgebroken door een externe beller:
1. Het externe gesprek gaat over bij toestel 210. 2. Toestel 210 beantwoordt het gesprek. 3. Het externe gesprek (beller) hangt op. 4. Toestel 210 wordt op de haak gelegd.
76
Traceren
Inkomend Extern Gesprek - Afgebroken door IP Office Gebruiker Het volgende voorbeeld toont een inkomend gesprek dat is afgebroken door toestel 210:
1. Het externe gesprek (beller) gaat over bij toestel 210. 2. Toestel 210 (bestemming) beantwoordt het gesprek. 3. Toestel 210 hangt op. 4. Het externe gesprek is afgebroken. 5. Toestel 210 wordt op de haak gelegd.
77
System Status Application User Guide
Knopselectie Toestel SSA is nuttig om knoppen te traceren die op een bepaald toestel gedrukt worden. Het volgende voorbeeld toont een tracering van knoppenactiviteit op een toestel:
1. Een gesprek gaat over bij toestel 209. 2. Toestel 209 beantwoordt het gesprek door op de gespreksknop te drukken. 3. Toestel 209 parkeert het gesprek op Park 1. 4. Toestel 209 haalt het gesprek van Park 1. 5. Toestel 209 selecteert de knop Doorverbinden. 6. Toestel 209 kiest toestel 210 en selecteert opnieuw de knop Doorverbinden. 7. Toestel 209 hangt op.
78
Traceren Veel traceringsgebeurtenissen met betrekking tot een toestel met een gespreksknop zullen een indicatie geven van het knopnummer voor die gebeurtenis. Wanneer u problemen oplost, stelt dit u in staat om te begrijpen waarom bijvoorbeeld een gesprek op een bepaald toestel waarschuwt. Indien u traceert vanuit het scherm Toestelstatus, zult u ook Mijn Knoppen gemarkeerd zien voor veranderingen in de gespreksstatus. Dit stelt u in staat om na te gaan waarom dit gesprek wordt gerapporteerd in de tracering:
In sommige gevallen kan een gesprek waarschuwen op meer dan één knop op hetzelfde toestel. Bijvoorbeeld, het toestel kan een netknopuiterlijk hebben voor de lijn vanwaar het gesprek afkomstig is en een dekkingsknopuiterlijk voor de bestemming van het gesprek. In dit geval wordt alleen de eerste waarschuwende knop getoond. De status van alle knoppen op het toestel kan worden bekeken in de bovenste helft van het scherm Toestelstatus.
79
System Status Application User Guide
80
Traceren
Huntgroep Opmerking
De traceringsvoorbeelden in deze paragraaf tonen welke toestellen overgaan maar niet het gesprek dat wordt doorgegeven aan de huntgroep 'Hoofdgroep'. Om de details te zien van het gesprek (inclusief de naam van de gezochte groep), zie Gespreksgegevens.
Huntgroepgesprekken naar Voicemail Gestuurd Na Bellen Huntgroepleden. Het volgende voorbeeld toont een gesprek dat wordt ontvangen door IP Office en wordt doorgeschakeld naar voicemail:
1. Een extern gesprek wordt ontvangen door IP Office. 2. Het gesprek gaat over bij toestel 209 en toestel 210. 3. Het gesprek wordt doorgeschakeld en beantwoord door voicemail.
81
System Status Application User Guide
Huntgroepgesprekken Beantwoord door Huntgroeplid Het volgende voorbeeld toont een gesprek dat wordt ontvangen door IP Office en wordt beantwoord door een huntgroeplid:
1. Een extern gesprek (beller) gaat over bij toestel 209 en toestel 210. 2. Toestel 209 (bestemming) beantwoordt het gesprek. 3. Toestel 209 hangt het gesprek op. 4. De verbinding met de externe beller wordt verbroken.
82
Traceren
Huntgroepgesprek Wordt Doorgeschakeld naar de Wachtrij van een Huntgroep en dan naar Voicemail Doorgeschakeld Het volgende voorbeeld toont een inkomend gesprek dat wordt ontvangen door IP Office en wordt doorgeschakeld naar de wachtrij van de huntgroep en dan naar voicemail:
1. Een extern gesprek wordt ontvangen door IP Office. 2. Het gesprek wordt doorschakeld naar de wachtrij van de huntgroep. 3. Het bericht van de wachtrij wordt gespeeld. 4. Het gesprek wordt doorgeschakeld naar voicemail.
83
System Status Application User Guide
Gesprek Afgebroken Terwijl in Wachtrij voor Huntgroep Het volgende voorbeeld toont een inkomend gesprek dat wordt ontvangen door IP Office en wordt doorgeschakeld naar de wachtrij van de huntgroep en dan wordt afgebroken door de externe beller (Beller):
1. Een extern gesprek wordt ontvangen door IP Office. 2. Het gesprek wordt doorschakeld naar de wachtrij van de huntgroep. 3. Het bericht van de wachtrij wordt gespeeld. 4. Het gesprek wordt afgebroken door de externe beller.
84
Traceren
Huntgroepgesprek dat Overloopt naar een Tweede Huntgroep en dan Beantwoord wordt door Voicemail Het volgende voorbeeld toont een gesprek dat wordt ontvangen door één huntgroep en dan wordt doorgeschakeld naar een tweede huntgroep en dan wordt doorgeschakeld naar voicemail:
1. Een extern gesprek wordt ontvangen door IP Office. 2. Het gesprek gaat over bij toestel 209 en toestel 210. 3. Het bericht van de wachtrij wordt gespeeld. 4. Het gesprek wordt doorgeschakeld naar een overloop huntgroep. 5. Het gesprek gaat over bij toestel 211 (een lid van de overloop huntgroep). 6. Het gesprek wordt dan doorgeschakeld naar de voicemail van de oorspronkelijke huntgroep.
85
System Status Application User Guide
Aankondigingen IP Office 4.0 staat aankondigingen toe voor gesprekken die ofwel in de wachtrij staan of waarschuwen, met een patroon dat wordt geconfigureerd met Manager. Wanneer tijdens een gesprek een aankondiging wordt gehoord, wordt de huidige status weergegeven als Verbonden Aankondiging en deze status duurt voort tot het gesprek ofwel beantwoord is ofwel gewist. SSA geeft het type aankondiging weer evenals de details van de wachtrij of de gewaarschuwde partijen. Voorbeeld: 1. Gesprek 37 waarschuwt op twee toestellen, en luistert tevens naar Aankondiging 2 voor de huntgroep 'alleen twee'. 2. Gesprek 38 staat in de wachtrij voor de huntgroep 'alleen twee', en luistert tevens naar Aankondiging 2 voor de huntgroep 'alleen twee'. 3. Gesprek 39 staat in de wachtrij voor de huntgroep 'alleen twee'. De status van de beller is Verbonden Aankondiging omdat op dit gesprek een aankondiging is gespeeld maar er momenteel geen aankondiging wordt gespeeld.
De volgende tracering toont dezelfde gespreksvolgorde, getraceerd vanaf de transmissielijn vanwaar het gesprek afkomstig was:
86
Traceren
IP Office 4.0 ondersteunt zowel synchrone als asynchrone aankondigingen. De voorbeelden in deze paragraaf zijn typerend voor asynchrone aankondigingen. Voor synchrone aankondigingen, maakt IP Office een verbinding tussen voicemail en een multicasting punt. Ieder gesprek dat naar dezelfde aankondiging luistert wordt verbonden met hetzelfde multicasting punt. Het multicasting gesprek wordt opgezet zo gauw er een gesprek is dat dit vereist, zelfs als het nog geen tijd is om de aankondiging af te spelen. Een multicasting gesprek dat momenteel een aankondiging speelt toont de aankondigingsdetails en de status 'Verbonden'. Een multicasting gesprek dat momenteel wacht tot een aankondiging wordt gespeeld toont de aankondigingsdetails en de status 'Wacht op Aankondiging'. Een gesprek dat naar een aankondiging luistert geeft de gesprekreferentie van het multicasting gesprek waar het aan gekoppeld is. Voorbeeld:
1. Gesprek 47 is het multicasting gesprek voor Aankondiging 1 van de huntgroep 'alleen één'. Deze aankondiging wordt gespeeld op gesprek 49, dat in de rij staat voor huntgroep 'alleen één'. 2. Gesprek 49 is het multicasting gesprek voor Aankondiging 2 van de huntgroep 'alleen twee'. Het is opgezet als voorbereiding om voor gesprek 45 te spelen. Gesprek 45 waarschuwt op twee toestellen. Aankondiging 1 van de huntgroep 'alleen één' is al afgespeeld voor dit gesprek en het wacht op Aankondiging 2 om te beginnen.
87
System Status Application User Guide
De volgende tracering toont dezelfde gespreksvolgorde, getraceerd vanaf de transmissielijn vanwaar de gesprekken afkomstig waren:
88
Problemen oplossen Overzicht Deze paragraaf geeft nuttige informatie over problemen die een gebruiker tegen kan komen en de gesuggereerde oplossingen.
ISDN-gesprekken Breken Af Uitgave Gebruiker ervaart dat zijn gesprekken afbreken. Actie Controleer de configuratie van IP Office in Manager om ervoor te zorgen dat alle parameters van de transmissielijn correct zijn. Zorg ervoor dat de parameters overeen komen met de parameters die geleverd worden door het besturingssysteem/netwerk provider. Procedure Controleer in SSA het volgende: 1. Zorg dat er geen alarmen op de transmissielijnen aanwezig zijn. Indien er alarmen aanwezig zijn, neem dan contact op met uw service provider.
2. Als er geen alarmen zijn, klik dan op Alle Traceren om vast te stellen waarom de gesprekken afbreken. Het uitvoeren van een tracering zou u in staat moeten stellen om de reden te zien waarom de gesprekken afbreken. Bijvoorbeeld:
89
System Status Application User Guide In het volgende scherm werd het gesprek opgezet op Netlijn 1, Kanaal 1 en de richting was naar de switch (beller):
In het volgende scherm is de richting waarin de verbinding wordt verbroken naar de switch (Redencode 16 - gesprek werd gewist door beller):
Indien een andere redencode wordt weergegeven, duidt dit aan dat er een fouttoestand op de lijn is.
Vertraging Tussen Analoge Netlijn en Toestel Uitgave Een inkomende analoge netlijn belt meerdere keren voordat een gesprek wordt gepresenteerd aan het toestel. Acties 1. Wanneer een analoge transmissielijn geprogrammeerd is om te wachten op beller-ID (CLI/ICLID) informatie van het besturingssysteem en de informatie wordt niet geleverd, zal er een vertraging optreden tussen de tijd dat de netlijn/transmissielijn belt en het moment dat het gesprek gepresenteerd wordt aan de toestellen. 2. Controleer de IP Office configuratie in Manager en zorg ervoor dat de parameters van de transmissielijn correct zijn en dat ze overeenkomen met die van het besturingssysteem. Procedure Controleer in SSA het volgende: 1. Klik in het Overzicht Analoge Transmissielijn op de Alarmen tab:
Indien het besturingssysteem geen Beller-ID informatie levert, wordt Geen Beller-ID ontvangen weergegeven onder Fout in Omschrijving. 90
Index 2. Wijzig vanuit Manager alleen de configuratie van Lusstart als volgt: a. Meldt u aan bij Manager en open de configuratie van IP Office. b. Selecteer vanuit de boomstructuur configuratie Netlijnen dubbelklik op de betreffende analoge transmissielijn. c. Op de Netlijn tab, wijzig Lijnsubtype in Lusstart.
Laat als alternatief het besturingssysteem CLI/ICLID activeren op de transmissielijnen.
91
System Status Application User Guide
Uitbreidingsmodules Herstarten Voortdurend Uitgave IP Office uitbreidingsmodules herstarten voortdurend. Actie 1. Controleer de voedingsbron op fouten of defecte transformatoren. 2. Vervang als voorzorgsmaatregel de transformator. 3. Controleer of de blauwe TDMkabel correct is aangesloten aan de achterkant van zowel het IP Office Systeemonderdeel als de module die herstart. 4. Vervang de module met een andere module of sluit de TDM kabel aan op een ander vrij slot. Procedure Vanuit SSA, open foutmeldingen door op Alarmen te klikken en dan de koppeling:
Het totaal aantal keren dat het contact tussen IP Office en de module verloren is wordt weergegeven in de kolom Gebeurtenissen.
92
Index
Gebruiker Krijgt Bezet Bij het Bellen Uitgave Gebruiker krijgt een bezettoon wanneer hij voicemail belt (intern en extern). Actie 1. Controleer dat VoiceMail Pro/Lite/Ingebed wordt uitgevoerd. 2. Als u VoiceMail Pro gebruikt, controleer dan dat u Voicemail Kanaalreservering correct heeft geconfigureerd:
Procedure Controleer in SSA het volgende: 1. Om het aantal keren te zien dat alle voicemailkanalen in gebruik waren, klik op Bronnen:
Wanneer alle voicemailkanalen in gebruik zijn, geeft het systeem de beller een Bezettoon. 2. Informeer de gebruiker dat ze meer voicemailkanalen dienen te kopen.
93
System Status Application User Guide
SCN VoIP Gesprekken hebben een Echo of Slechte Spraakkwaliteit Uitgave Gesprekken via de Small Community Network (SCN) VoIP transmissielijnen hebben een echo of slechte spraakkwaliteit. Actie Controleer de IP Office configuratie in Manager en zorg ervoor dat alle VoIP tranmissielijnparameters correct zijn en dat ze overeenkomen met de externe zijde van het SCN. Procedure Controleer in SSA het volgende: 1. Klik Systeem en dan VoIP Transmissielijnen.
2. Om de details van het gesprek te zien, klik op één van de kanalen:
3. Controleer de Bellercijfers op het volgende:
94
Vertraging Heen en Terug Ontvangst Jitter Ontvangst Pakketverlies Transmissie Jitter Transmissie Pakketverlies
Index 4. Open een andere System Status Application en klik op het kanaal voor het controleren van de Bestemming cijfers:
5. Als de cijfers te hoog zijn, neem dan contact op met uw netwerkbeheerder om de nodige wijzigingen aan te brengen in het netwerk om de situatie te verbeteren.
95
System Status Application User Guide
POT Gebruiker kan niet Extern Bellen Uitgave De telefoongebruiker zonder nummerweergave kan niet extern bellen. Actie Controleer vanuit Manager dat uitgaande gesprekken voor de gebruiker niet geblokkeerd is. Procedure Vanuit SSA, klik Toestellen en dubbelklik dan op het specifieke toestel.
Dit Toestelstatusscherm toont dat de gebruiker niet is aangemeld en dit is de reden dat de gebruiker niet extern kan bellen.
96
Index
PRI Lijn is Buiten gebruik Uitgave IP Office PRI lijnen (ingestled op N12 protocol) ondervinden buiten gebruik of bellers kunnen niet extern bellen of een gesprek plaatsen naar IP Office. Actie De PRI-kabel loskoppelen en weer vastkoppelen aan het PRI slot zal de lijn weer activeren en externe gesprekken mogelijk maken. Procedure Doe in SSA het volgende: 1. Klik Alarmen en dan Transmissielijnen. 2. Klik het lijnnummer van de PRI.
3. Selecteer de tab 24 Uur Prestatiehistorie:
Het bovenstaande voorbeeld toont dat er op de PRI lijn Clock Slips (Klokverschuivingen) en Missed Frames (Gemiste Frames) zijn opgetreden. Vervangen van de bekabeling van de Smart jack van de PRI en IP Office zal het probleem verhelpen. 97
System Status Application User Guide
Index A aankondigingen .......................................................86 aanmelden ...........................................................8, 63 actieve gesprekken..................................................25 afgebroken gesprekken ...........................................25 alarmen actief ...................................................................61 historisch.............................................................61 koppeling ............................................................70 overzicht .............................................................61 service ................................................................63 transmissielijnen ...........................................65, 66 analoge transmissielijnen ..................................66, 90 applicatie....................................................................8
menuopties ..............................................................12 module .....................................................................21 momentopname .................................................12, 13
N navigatiepaneel..................................................10, 11
O over deze handleiding................................................1 over SSA ....................................................................3
P
beveiligingsinstellingen ..............................................6 bezet ........................................................................93
poort regeleenheid .......................................................21 telefoon ...............................................................21 transmissielijnen .................................................21 POT..........................................................................96 PRI ...........................................................................97 probleemoplossen....................................................89
C
Q
B
conferentie ...............................................................34
QoS ..........................................................................53
D
R
digitale transmissielijnen..........................................66
regeleenheid ......................................................17, 21
G
S
gebruik .....................................................................59 gesprek afbreken..............................................................89 afgebroken..........................................................25 details .................................................................28 status ..................................................................35 terugverbinden....................................................38
H H.323 toestellen ............................................................21 transmissielijnen ...........................................53, 66 help ..........................................................................12 herstarten...........................................................63, 92 huntgroepen.............................................................81
I informatiepaneel ......................................................11 installatie ....................................................................5
K kaatste keer systeem opnieuw gestart ....................62 kanaalprotocollen.....................................................48 kanalen ....................................................................22 knoppen ...................................................................15
service-alarmen .......................................................63 systeem bronnen...............................................................22 hardware .............................................................17
T terugbellen ...............................................................38 toestel H.323 ..................................................................21 overzicht........................................................39, 41 selectie................................................................23 status ..................................................................42 traceren...............................................................76 traceren ................................................. 71, 73, 76, 81 transmissielijnen analoog ...................................................51, 66, 73 digitaal...........................................................49, 66 H.323 ............................................................53, 66 netlijnselectie ......................................................47 overzicht..............................................................47 poorten................................................................21 SIP ......................................................................22 VoIP ..............................................................22, 94
U
L
uitloggen ..................................................................12
lijnprotocollen ...........................................................48
V
M
voicemail ..................................................................93 VoIP .........................................................................94
manager.....................................................................8
98
Index
99
System Status Application User Guide
Getallen en gegevens met betrekking tot prestaties die in dit document worden genoemd zijn symbolisch en dienen nadrukkelijk schriftelijk te worden bevestigd door Avaya voordat deze van toepassing kunnen zijn op een specifieke order of contract. De onderneming behoudt zich te allen tijde het recht voor wijzigingen of aanvullingen aan te brengen in de uitgebreide specificaties. De openbaarmaking van informatie in dit document houdt niet in dat deze niet is beschermd door patenten of andere beschermende rechten van Avaya of anderen. Intellectueel eigendom met betrekking tot dit product (inclusief handelsmerken) gedeponeerd door Lucent Technologies is overgedragen aan of wordt in licentie gebruikt door Avaya.
Alle handelsmerken die worden aangeduid met het teken ® of ™ zijn respectievelijk gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Avaya Inc. Alle overige handelsmerken zijn het eigendom van hun respectieve houders. Dit document bevat informatie welke het eigendom van Avaya is. Deze informatie mag uitsluitend openbaar worden gemaakt of worden gebruik in overeenstemming met van toepassing zijnde overeenkomsten. Opmerkingen of suggesties met betrekking tot dit document kunt u sturen naar "
[email protected]". © 2006 Avaya Inc. Alle rechten voorbehouden.
Avaya Unit 1, Sterling Court 15 - 21 Mundells Welwyn Garden City Hertfordshire AL7 1LZ Engeland Tel.: +44 (0) 1707 392200 Fax: +44 (0) 1707 376933 Web: http://www.avaya.com/ipoffice/knowledgebase
100