Inzicht in de financiële positie en in het financieel handelen van de gemeente Oud-Beijerland
Rapport Gemeente Oud-Beijerland
BMC Juli 2015 drs. L.A.R.J. van Kaam H. Uffen MSc T.E. Kinkel MSc Correspondentienummer: FB-2707-75592
INZICHT IN DE FINANCIËLE POSITIE EN IN HET FINANCIEEL HANDELEN VAN DE GEMEENTE OUD-BEIJERLAND
INHOUD HOOFDSTUK 1
FINANCIËLE POSITIE VAN DE GEMEENTE OUD-BEIJERLAND AFGEWOGEN 2
HOOFDSTUK 2
HUIDIGE FINANCIËLE POSITIE VAN DE GEMEENTE OUD-BEIJERLAND
4
2.1
Inleiding
4
2.2
Huidige financiële positie Belastingen Inkomsten Grondexploitatie Treasury Investeringen Reserves Exploitatie
4 4 10 11 13 16 17 23
2.3
Ontwikkelingen en risico’s
26
BIJLAGE 1
KOSTENTOEREKENING AFVALSTOFFENHEFFING
27
BIJLAGE 2
KOSTENTOEREKENING RIOOLHEFFING
28
BIJLAGE 3
BEGROTINGSVERGELIJKING
29
1/30
INZICHT IN DE FINANCIËLE POSITIE EN IN HET FINANCIEEL HANDELEN VAN DE GEMEENTE OUD-BEIJERLAND
Hoofdstuk 1
Financiële positie van de gemeente Oud-Beijerland afgewogen In dit hoofdstuk zetten wij onze conclusies ten aanzien van de financiële positie van de gemeente Oud-Beijerland uiteen. In hoofdstuk 2 volgt de onderbouwing van onze conclusies. Onze conclusie is dat de gemeente Oud-Beijerland op dit moment een redelijke financiële positie heeft. Het toekomstperspectief is wat betreft de financiële situatie echter somber. Een structurele achteruitgang dient zich aan. De gemeente Oud-Beijerland staat er op dit moment financieel technisch voldoende voor. De reserves zijn voldoende en zijn voldoende aanwendbaar om ontwikkelingen op te vangen. De afgelopen jaren is echter wel (fors) ingeteerd op de reserves, dit is ook begroot voor de komende jaren. In de toekomst zal de reservepositie dus (verder) verslechteren. De exploitatie laat in meerjarig perspectief een minder rooskleurig beeld zien, waardoor de huidige financiële positie onder druk komt te staan. De begroting van de gemeente is, voor bestemming, niet sluitend. De gemeente heeft echter voldoende ruimte in haar belastingcapaciteit om in te spelen op de tekorten op de exploitatie. Hieronder wordt per onderwerp van dit onderzoek onze conclusie, ons advies en onze waardering weergegeven.
Belastingen
Inkomsten
Grondexploitatie
2/30
Conclusie De lokale lasten in de gemeente Oud-Beijerland zijn relatief laag. De gemeente heeft een onbenutte belastingcapaciteit op OZB van € € 310.654,— (t.o.v. art. 12-norm). Uit de vergelijking met referentiegemeenten blijkt dat ook de tarieven voor hondenbelasting en parkeren vrij hoog zijn. De gemeente heft geen toeristenbelasting, forensenbelasting of precariobelasting. De gemeente is in regioverband bezig met het onderzoeken van de mogelijkheden van precariobelasting. We concluderen dat de gemeente Oud Beijerland voor meer dan de helft van haar inkomsten afhankelijk is van inkomsten van het Rijk en voor minder dan de helft afhankelijk van overige inkomsten. In 2015 zien we die afhankelijkheid toenemen door de uitkeringen in het kader van de decentralisaties (integratie-uitkeringen Sociaal Domein). Daarmee is er, vergeleken met landelijke gemiddelden, een beperkte eigen beleidsruimte.
Waardering
De gemeente focust op uitnodigingsplanologie. De huidige boekwaarden van de marktinitiatieven vormen een beperkt risico. Het risico op niet in exploitatie genomen gronden is vrijwel nihil, aangezien deze in de loop van het jaar in exploitatie zullen worden genomen of worden afgesloten vanwege verkoop. Het verwachte resultaat van de gronden in exploitatie is positief.
Voldoende
Voldoende
Voldoende
INZICHT IN DE FINANCIËLE POSITIE EN IN HET FINANCIEEL HANDELEN VAN DE GEMEENTE OUD-BEIJERLAND
Treasury
Investeringen
Reserves
Exploitatie
3/30
Dit geldt echter niet voor de deelname van de gemeenten in Bedrijvenpark Hoeksche Waard, waarin het aandeel van de gemeente is aanzienlijk is (26%). Met voorzieningen zijn de voorziene verliezen afgedekt. Voor de, nu onzekere, risico’s in de toekomst is de beschikbare reserve mogelijk niet voldoende. De schuldratio van de gemeente Oud-Beijerland is de afgelopen jaren toegenomen. Gezien de niet sluitende begroting (voor bestemming) en het interen op de reserves dat voor de komende jaren begoot is, zal de schuldratio verder toenemen. De liquiditeitspositie van de gemeente is voldoende. Dit betekent dat de gemeente in staat is aan haar kortlopende verplichtingen te voldoen. Een groot deel van de waarborgen die de gemeente gesteld heeft betreffen een achtervang via WSW. Hierop is het risico beperkt. De waarborgen zijn aanzienlijk van omvang voor een gemeente van deze grootte.
Behoeft aandacht
Om de verslechterde vermogenspositie te verbeteren, stuurt de raad sinds de begroting 2015 op de kasstromen: zij wil alleen investeren als de kasstroom dit toelaat. Hierdoor is een daling in kapitaallasten te zien. De gemeente heeft op dit moment een goede reservepositie. De afgelopen jaren is echter wel (fors) ingeteerd op de reserves, dit is ook begroot voor de komende jaren. De reserves worden benut om een sluitende exploitatie te krijgen (na bestemming). De solvabiliteitsratio’s zijn vrij laag. Dit betekent dat het eigen vermogen aan de lage kant is ten opzichte van de schulden en de totale exploitatielasten. De reservepositie is niet erg flexibel: de omvang van de algemene reserve en bestemde reserves ten opzichte van de beklemde reserves is vrij laag. Met name de omvang van de algemene reserve is beperkt. De gemeente kent een vrij groot aantal reserves (34).
Behoeft Aandacht
Het meerjarig beeld van de begroting is, voor bestemming, niet sluitend. Ook wordt de komende jaren ingeteerd op het eigen vermogen. Begrote bezuinigingen uit de afgelopen jaren zijn technisch allemaal in de begroting verwerkt. De beleidsmatige uitvoering staat nog niet voor alle bezuinigingen vast. Daarnaast zullen nieuwe (nog op te stellen) taakstellingen toegevoegd worden. De effecten van de meicirculaire 2015 zorgen voor extra druk op de begroting omdat de inkomsten vanuit het rijk dalen. Op de hoofdfuncties 1-8 geeft de gemeente Oud-Beijerland € 50,— per inwoner meer uit dan de referentiegemeenten (deze vergelijking wordt bemoeilijkt doordat kostenplaatsen niet verdeeld zijn).
Structureel onvoldoende
Behoeft aandacht
INZICHT IN DE FINANCIËLE POSITIE EN IN HET FINANCIEEL HANDELEN VAN DE GEMEENTE OUD-BEIJERLAND
Hoofdstuk 2 2.1
Huidige financiële positie van de gemeente OudBeijerland Inleiding In deze rapportage geven wij een beeld van de financiële positie van de gemeente OudBeijerland. Dit wordt gedaan aan de hand van de beschrijving van de BIG TIRE. De letters BIG TIRE staan voor: Belastingen Inkomsten Grondexploitatie Treasury Investeringen Reserves Exploitatie BMC gebruikt een vergelijkbare invalshoek voor de zogeheten ‘stresstest’ voor gemeenten waar de Raad voor de Financiële Verhoudingen voor pleitte. U kunt dit rapport lezen als een dergelijke test, een test met betrekking tot de flexibiliteit om de begroting structureel te verbeteren en een test met betrekking tot het reserveniveau om risico’s op te vangen.
2.2
Huidige financiële positie Belastingen e 1 De gemeente Oud-Beijerland neemt in de Atlas van de Lokale Lasten de 75 positie in , waarbij geldt dat nummer 1 de laagste lokale lasten heeft. Daarmee ligt de lokale lastendruk van Oud-Beijerland ruim onder het landelijk gemiddelde. Dit wordt met name veroorzaakt door de lage afvalstoffenheffing en rioolheffing. De tarieven voor OZB liggen juist boven het landelijk gemiddelde. In onderstaande tabel hebben wij de tarieven van de gemeente OudBeijerland afgezet tegen de landelijk gemiddelde, maximum en minimum. Tabel 1 Lokale lasten in perspectief (Bron: Coelo, 2014 en paragraaf Lokale heffingen programmabegroting 2015 gemeente OudBeijerland) Tarief 2015 Landelijk Hoogste Laagste gemiddelde 2015 2015 2015 OZB woningen 0,14154% 0,1316% 0,2528% 0,0457% OZB niet-woningen 0,29282% 0,2178% 0,5873% 0,0684% (eigenaren deel) OZB niet-woningen 0,23436% 0,1727% 0,4041% 0,0537% (gebruikersdeel) Afvalstoffenheffing € 180,— € 248,52 € 432,84 € 82,— meerpersoons Rioolheffing € 155,50 € 208,86 € 375,— € 78,60 meerpersoons
1
COELO, 2014, Atlas van de Lokale Lasten (www.coelo.nl).
4/30
INZICHT IN DE FINANCIËLE POSITIE EN IN HET FINANCIEEL HANDELEN VAN DE GEMEENTE OUD-BEIJERLAND
De gemeente Oud-Beijerland maakt bij de rioolheffing onderscheid in een eigenarendeel (€ 82,30 per woning) en een gebruikersdeel (€ 24,40 voor een eenpersoonshuishouden en € 73,20 voor een meerpersoonshuishouden). Bij niet-woningen wordt met een percentage gerekend over de vastgestelde waarde met een onderscheid naar een eigenarendeel (0,0731%) en een gebruikersdeel (0,0592%). De gemeente Oud-Beijerland heeft de heffing en inning en het vaststellen van de WOZwaarden en het beheren van de basisregistraties WOZ en BAG neergelegd bij de gemeenschappelijke regeling SVHW (Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie Heffing 2 en Waardebepaling) . OZB De tarieven van de onroerendezaakbelasting (OZB) voor woningen liggen bij de gemeente Oud-Beijerland boven het landelijk gemiddelde. De OZB voor niet-woningen (zowel het eigenaren-deel als het gebruikersdeel) ligt ook boven het landelijk gemiddelde. De OZBinkomsten worden bepaald door de waarde van het onroerend goed maal het tarief. Bij een geringere waarde zullen de tarieven dus hoger moeten zijn om met andere gemeenten vergelijkbare inkomsten te genereren en vice versa. De gemiddelde WOZ-waarde in de 3 4 gemeente Oud-Beijerland bedroeg € 227.000,— in 2013 en bedraagt € 219.963,— in 2014. 5 De gemiddelde WOZ-waarde in Nederland bedroeg in 2013 € 223.000,—. De inkomsten van OZB zijn voor de gemeente Oud-Beijerland gemiddeld te noemen (€ 233,35 per inwoner (2013), € 241,76 per inwoner (2014) en € 250,52 per inwoner (2015 - begroot)). De 6 gemiddelden in Nederland bedroegen € 274,— in 2014 en € 283,— in 2015 . De WOZ7 waarde laat in de gemeente Oud-Beijerland vanaf 2012 een dalende trend zien. Wil de gemeente gelijkblijvende opbrengsten genereren, dan dienen de tarieven te stijgen (aanpassen rekentarieven). 8
Ten opzichte van het art-12-percentage is er sprake van een onbenutte belastingcapaciteit van € 310.654,— op de OZB. Afvalstoffenheffing Op het gebied van afval werkt de gemeente Oud-Beijerland samen in de Gemeenschappelijke Regeling (GR) Regionale Afvalstoffendienst Hoeksche Waard (RAD). Vanuit deze GR worden ook de tarieven voor afvalstoffenheffing vastgesteld. Binnen deze regeling wordt de komende jaren ingezet op ‘Goed scheiden loont’. Hiermee wordt na 2015 een variabel tarief gehanteerd voor restafval, waardoor de totale omvang van deze heffing nog onbekend is. Omdat deze variabele heffing pas achteraf aan de inwoners wordt opgelegd, is voorfinanciering van de afvalstoffenheffing vanuit de RAD noodzakelijk. Dit is opgenomen in de begroting.
2
SVHW is een samenwerkingsverband van 20 gemeenten, het Waterschap Hollandse Delta en de Regionale Afvalstoffen Dienst Hoeksche Waard. De deelnemend gemeenten zijn Aalburg, Alblasserdam, Albrandswaard, Barendrecht, Binnenmaas, Brielle, Cromstrijen, Oud-Beijerland, Goeree-Overflakkee, Hardinxveld-Giessendam, Hellevoetsluis, Korendijk, Krimpenerwaard, Lansingerland, Molenwaard, Nieuwkoop, Oud-Beijerland, OudBeijerland, Werkendam, Woudrichem en Zederik. 3 Bron: Waarderingskamer (www.waarderingskamer.nl) – peildatum 01-01-2013. 4 De gemiddelde WOZ-waarde is in 2014 3,10% gedaald ten opzichte van 2013. De gemiddelde WOZ-waarde in 2013 bedroeg € 227.000,— (www.waarderingskader.nl), hierdoor bedraagt de gemiddelde WOZ-waarde in 2014 circa € 219.963,—. 5 Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek (www.cbs.nl). 6 Bron: www.coelo.nl 7 Zie hiervoor Waarderingskamer: 2012 -/- 2,7%; 2013 -/- 7,7%; 2014 -/- 3,1%. 8 Zie hiervoor de Gemeentefonds Meicirculaire 2014, blz. 160.
5/30
INZICHT IN DE FINANCIËLE POSITIE EN IN HET FINANCIEEL HANDELEN VAN DE GEMEENTE OUD-BEIJERLAND
Het tarief voor de afvalstoffenheffing van de gemeente Oud-Beijerland ligt ruim onder het landelijk gemiddelde. Voor afvalstoffenheffing geldt een principe van maximaal 100% kostendekkendheid, zie hiervoor ook paragraaf lokale heffingen in de programmabegroting 2015. Met het meer kostendekkend maken van de tarieven is op het eerste gezicht geen budgettair voordeel te behalen. In dat verband is het echter relevant om te bekijken welke kostencomponenten in de tariefberekening zijn meegenomen. De materiële omvang van de te dekken kosten die gepaard gaan met de inzameling en verwijdering van afvalstoffen bij de RAD 2014 bedroegen € 6.042.044,—. Hiervan geeft men aan dat € 1.382.024,— bestemd is voor eenpersoonshuishoudens en € 4.660.020,— voor meerpersoonshuishoudens. In de Hoeksche Waard zijn 25.889 meerpersoonshuishoudens en 9.338 eenpersoonshuishoudens. Hierdoor komt het tarief voor een meerpersoonshuishouden neer op € 180,— en voor een eenpersoonshuishouden op € 148,—. In het document ‘Tariefsopbouw Afvalstoffenheffing RAD Hoeksche Waard’ is aangegeven welke kosten onderdeel uit maken van het tarief. We hebben de tariefopbouw naast de 9 VNG-modellen kostenonderbouwing afvalstoffenheffing (januari-februari 2010) gelegd (zie bijlage 1) en op basis daarvan constateren we dat alle kosten die toegerekend mogen worden ook daadwerkelijk worden toegerekend. Wij kunnen alleen aangaande de straatreiniging niet vaststellen welk percentage van de totale kosten is gehanteerd. Conform de jurisprudentie (zie bijlage 1) mag maximaal een derde van de kosten worden doorberekend aan de afvalstoffenheffing. Rioolheffing Ook voor rioolheffing geldt een principe van maximaal 100% kostendekkendheid, waarbij het tarief jaarlijks met 1,5% wordt verhoogd. Zie hiervoor ook de paragraaf lokale heffingen in de programmabegroting 2015. Hiermee op het eerste gezicht geen budgettair voordeel te behalen is. Ook hierbij is het relevant om te bekijken welke kostencomponenten in de tariefberekening zijn meegenomen. We hebben de tariefsopbouw van de gemeente naast de VNG-modellen kostenonderbouwing rioolheffing (januari – februari 2010) gelegd (zie bijlage 2). De materiële omvang van de te dekken kosten die gepaard gaat met de rioolheffing bij de gemeente Oud-Beijerland is voor 2015 geraamd op € 2.103.096,— (inclusief kapitaallasten, dotaties reserve en btw). De gemeente Oud-Beijerland rekent alle kostencomponenten door, 10 die zijn genoemd in het VNG-model kostenonderbouwing rioolheffing. De kosten voor straatvegen worden voor 50% toegerekend. Conform de jurisprudentie is voor de rioolheffing een bandbreedte van 25-60% wat betreft toerekening gebruikelijk. De mate van kostendekkendheid voor rioolheffing laat het volgende beeld zien voor 2015. Deze overige kosten worden nu via de algemene middelen gedekt.
9
VNG, 2010, Model kostenonderbouwing afvalstoffenheffing versie 1.0: Transparantie in zeven stappen, VNG, februari, pp. 1-30. 10 VNG, 2010, Model kostenonderbouwing rioolheffing versie 1.0: Transparantie in zeven stappen, VNG, januari, pp. 1-28.
6/30
INZICHT IN DE FINANCIËLE POSITIE EN IN HET FINANCIEEL HANDELEN VAN DE GEMEENTE OUD-BEIJERLAND
Tabel 3 Mate van kostendekkendheid rioolheffing in meerjarig perspectief Rioolheffing 2015B Kostendekkendheid Lasten, die de gemeente nu toerekent
€ 1.520.896
Toevoeging voorziening Baten Kostendekkendheid in %
€ 582.200 € 2.078.210 98,81%
Overige belastingen Uit de begroting 2015 van de gemeente Oud-Beijerland blijkt dat de gemeente de volgende belastingen heft: Roerende zaakbelasting Hondenbelasting Reclamebelasting Parkeerbelasting Hieronder behandelen wij deze belastingen in het kort. Roerende zaakbelasting Roerende zaakbelasting (RZB) is een gemeentelijke belasting op roerende woon- en bedrijfsruimten. Roerende woon- en bedrijfsruimten zijn ruimten die duurzaam aan een plaats verbonden zijn en dienen tot permanente bewoning of gebruik. Voorbeelden hiervan zijn woonschepen. De heffing en inning heeft de gemeente Oud-Beijerland ondergebracht bij de SVHW. Onderstaand schema maakt de baten inzichtelijk van deze belasting. De lasten hebben betrekking op de kosten die de SVHW maakt voor de gemeente Oud-Beijerland. Dit is een algeheel bedrag voor de heffing en inning van vrijwel alle belastingen en niet per belastingsoort inzichtelijk te maken. De gehanteerde heffingsmaatstaf is dezelfde als die gebruikt wordt bij de onroerende zaakbelasting (zie tabel 1). Tabel 4 Overzicht baten roerende zaakbelasting gemeente Oud-Beijerland Roerende zaakbelasting in 2012 (realisatie) 2013 (realisatie) 2014 (realisatie) € 1.000,— € 6,—
Baten
€ 1,—
2015 (begroot)
€ 15,—
-
Hondenbelasting Het SVHW verzorgt de heffing, invordering en actualisering van de bestanden van de hondenbelasting. De controle is nog wel in handen van de gemeente Oud-Beijerland en geschiedt jaarlijks. Het volgende schema laat de baten zien aangaande de hondenbelasting. Tabel 5 Overzicht baten hondenbelasting gemeente Oud-Beijerland Hondenbelasting in 2012 (realisatie) 2013 (realisatie) € 1.000,— Baten
7/30
€ 162,—
€ 171,—
2014 (realisatie) € 177,—
2015 (begroot) € 168,—
INZICHT IN DE FINANCIËLE POSITIE EN IN HET FINANCIEEL HANDELEN VAN DE GEMEENTE OUD-BEIJERLAND
Tarieven hondenbelasting
Tabel 6 Overzicht tarieven hondenbelasting gemeente Oud-Beijerland en referentiegemeenten 2015 OudWijk bij Putten Elburg Haaksbergen Heiloo Goirle Duiven Beijerland Duurstede
Voorschoten
e
€ 104,04
€ 61,56
Geen
€ 64,80
€ 64,32
€ 103,20
€ 56,64
€ 59,88
€ 49,32
2 hond
e
€ 158,88
€ 100,32
Geen
€ 96,96
€ 91,44
€ 103,20
€ 56,64
€ 109,76
€ 72,48
Iedere volgende hond
€ 158,88
€ 100,32
Geen
€ 183,60
€ 151,32
€ 103,20
€ 56,64
Gestaffeld omhoog
€ 98,88
Kennel
€ 312,12
€ 269,15
Geen
€ 378,12
€ 286,92
€ 414,00
€ 283,20
1 hond
€ 269,88
Reclamebelasting Met ingang van 1 januari 2013 is in het centrumgebied van Oud-Beijerland reclamebelasting ingevoerd. De netto opbrengsten worden doorbetaald aan stichting Centrummanagement Oud-Beijerland. In de loop van 2014 is een tussentijdse evaluatie gehouden. In 2016 wordt er een uitgebreide evaluatie, waarbij bekeken wordt of er verder wordt gegaan met het project. De tarieven van deze belasting zijn voor een deel geënt op de WOZ-waarden. Deze waarden kennen een dalende karakter, wat onderwerp zal zijn van de evaluatie. Het volgende schema laat de baten zien aangaande de reclamebelasting. Tabel 7 Overzicht baten reclamebelasting gemeente Oud-Beijerland Reclamebelasting in 2012 (realisatie) 2013 (realisatie) € 1.000,— Baten
-
2014 (realisatie)
€ 101,—
2015 (begroot)
€ 105,—
€ 102,—
Parkeerbelasting Oud-Beijerland heeft het parkeerbeheer uitbesteed aan een marktpartij. Deze partij ontvangt de parkeerinkomsten en draagt deze over aan de gemeente. De accountant controleert de overdracht van parkeerinkomsten. Voor 2013 heeft de accountant een oordeelsonthouding afgegeven. De oorzaak van deze onthouding ligt in een tekortkoming van de hard- en software van de parkeerautomaten die eigendom zijn van de gemeente. Het is niet mogelijk alle betalingen in chronologische en genummerde volgorde te plaatsen. Hierdoor kan niet worden vastgesteld dat alle betalingen zijn opgenomen in de overgedragen parkeerinkomsten. De gemeente heeft een analyse uitgevoerd naar de parkeerinkomsten. Hieruit blijkt dat de overgedragen inkomsten overeenkomen met de verwachte inkomsten. Het volgende schema laat de baten zien aangaande de parkeerbelasting. Tabel 8 Overzicht baten parkeerbelasting gemeente Oud-Beijerland Parkeerbelasting in 2012 (realisatie) 2013 (realisatie) € 1.000,— Baten
€ 847,—
€ 797,—
2014 (realisatie) € 706,—
Opvallend zijn de afnemende gerealiseerde baten van de parkeerbelastingen over de periode 2012 tot en met 2014. Deze trend wordt toegelicht in het ‘Memo dalende parkeerinkomsten’.
8/30
2015 (begroot) € 834,—
INZICHT IN DE FINANCIËLE POSITIE EN IN HET FINANCIEEL HANDELEN VAN DE GEMEENTE OUD-BEIJERLAND
Hierin worden verschillende oorzaken van de dalende trend genoemd, waaronder GSM parkeren, achteraf betalen (Ankerplein), teruglopende winkelbezoeken en toenemend fietsgebruik. Ook wordt hier benadrukt dat de meerjarige begroting aangepast dient te worden naar aanleiding van de geregistreerde trend. Het is echter nog onbekend of de dalende trend nog voort zal zetten, of dat de ‘bodem’ bereikt is. Onderstaande tabel zet de tarieven van de gemeente Oud-Beijerland per uur af tegen dezelfde tarieven bij de referentiegemeenten en laat zien dat de gemeente Oud-Beijerland vergeleken met de referentiegemeenten een hoog parkeertarief heeft. Veel van de andere gemeenten heffen geen parkeerbelasting. De gemeente is voornemens het parkeerbeleid in 2015 te herzien. Tabel 9 Vergelijking van de parkeertarieven per uur tussen de gemeente Oud-Beijerland en de referentiegemeenten Parkeertarieven per uur in €
OudBeijerland
Wijk bij Duurstede
Elburg
Haaksbergen
Heiloo
Goirle
Duiven
Voorschoten
€ 1,05
Gratis
Gratis
€ 0,75
Gratis
Gratis
Gratis
Gratis
Belastingsoorten die nog niet worden geheven Forensenbelasting Een relevante heffingssoort die aanvullende dekking kan opleveren, maar die de gemeente 11 niet heft, is de forensenbelasting . Vergelijkbare gemeenten halen ongeveer € 40.000,— tot € 55.000,— per jaar binnen als baten forensenbelasting. De perceptiekosten dienen hierbij nog wel in ogenschouw te worden genomen. Toeristenbelasting De gemeente Oud-Beijerland heft geen toeristenbelasting. Wanneer we kijken naar de referentiegemeenten. Dan constateren we dat zeven van de acht referentiegemeenten toeristenbelasting heft. De inkomsten zijn afhankelijk van het aantal toeristen dat overnacht in de gemeente. Precariobelasting De gemeente Oud-Beijerland heft op dit moment geen precariorechten. Wij constateren dat vergelijkbare gemeenten ongeveer € 100.000,— tot € 200.000,— per jaar binnenhalen als baten precariobelasting. De perceptiekosten dienen hierbij nog wel in ogenschouw te worden genomen. Hierbij maken wij de opmerking dat vijf van de acht referentiegemeenten (gemeenten waarmee wij de gemeente Oud-Beijerland hebben vergeleken) precariobelasting heffen. 29% van de gemeenten met een omvang van minder dan 30.000 inwoners heft precariobelasting. De rechtbank in Arnhem heeft recent een uitspraak gedaan inzake de precarioheffing van de gemeente Zaltbommel. Deze uitspraak legt de mogelijkheden voor het heffen van precariobelasting (op leidingen) aan banden, maar verbiedt deze niet. De gemeente Oud-Beijerland is samen met de gemeenten in de Hoeksche Waard bezig met het (onderzoeken van het) invoeren van precariobelasting (op leidingen).
11
De forensenbelasting dient ertoe om mensen die relatief veel in een gemeente verblijven maar geen ingezetene zijn van deze gemeente te laten meebetalen aan voorzieningen in die gemeente. Het doel is niet om kosten voor deze voorzieningen een-op-een te verhalen, maar juist om een bijdrage te vragen aan het algemene voorzieningenniveau van de gemeente, zie ook art. 223 Gemeentewet (bron: VNG).
9/30
INZICHT IN DE FINANCIËLE POSITIE EN IN HET FINANCIEEL HANDELEN VAN DE GEMEENTE OUD-BEIJERLAND
Inkomsten Bij het onderdeel inkomsten wordt de afhankelijkheid van het Rijk voor de verwerving van inkomsten bekeken. Dit is in negatieve zin geformuleerd de gevoeligheid voor rijksbezuinigingen. Hoe hoger de afhankelijkheid van het Rijk, hoe minder flexibel de begroting van een gemeente is. Daarbij onderscheiden we de afhankelijkheid van de Algemene Uitkering en de afhankelijkheid van specifieke uitkeringen. Hoe hoger het aandeel van rijksuitkeringen in de begroting, hoe lager de flexibiliteit, want de flexibiliteit zit dan alleen aan de uitgavenkant. De gemeente Oud-Beijerland laat in cijfers de volgende afhankelijkheid zien. Tabel 8 Mate van afhankelijkheid van uitkering van het Rijk Gemeente Oud-Beijerland Algemene uitkering
€
Specifieke uitkeringen
€
Totale exploitatie (baten)
€
% algemene uitkering van totale baten % specifieke uitkeringen van totale baten % rijksuitkeringen van totale baten
2014 Realisatie 20.474.000,—
€
5.218.369,— € 44.648.000,—
45,86% 11,69% 57,54%
€
2015 Begroot 12 18.114.242,— 13
12.216.032,—
54.203.000,—
33,42% 22,54% 55,96%
In de Atlas rijksuitkeringen aan gemeenten 2013 blijkt dat de gemeente Oud-Beijerland per inwoner 36% minder aan rijksbijdragen krijgt dan het landelijk gemiddelde. Dat is overigens regulier voor gemeenten van deze omvang. De grote gemeenten ontvangen ruim meer dan het landelijk gemiddelde. We concluderen dat de gemeente Oud-Beijerland voor meer dan de helft van haar inkomsten afhankelijk is van inkomsten van het Rijk en voor minder dan de helft afhankelijk van overige inkomsten. In 2015 zien we die afhankelijkheid toenemen door de uitkeringen in het kader van de decentralisatie (integratie-uitkeringen Sociaal Domein). Daarmee is er, vergeleken met landelijke gemiddelden, een beperkte eigen beleidsruimte. Dit behoeft in die zin nuancering dat eigen beleidsruimte niet hetzelfde is als bestedingsruimte. De gemeente kan door middel van eigen maatregelen, rentebeleid en tarievenbeleid wel meer dan een gemeente die grotendeels afhankelijk is van het Rijk. De gemeente Oud-Beijerland heeft nog ruimte in haar eigen belastingen om extra middelen te generen; wij noemen als voorbeeld de onbenutte belastingcapaciteit op de OZB en het heffen van belastingsoorten die nu nog niet worden geheven. Effecten meicirculaire 2015 De verwachte inkomsten vanuit het Rijk zijn in de meicirculaire 2015 gewijzigd ten opzichte van de verwachtingen gebaseerd op de decembercirculaire. De gemeente gaat uit van het budgetneutraal uitvoeren van de taken gerelateerd aan de integratie-uitkering sociaal domein. Dit deel van de algemene uitkering is in 2015 circa € 90.000,— lager.
12
Totaal algemene uitkering op basis van septembercirculaire 2014 exclusief ramingen sociaal domein memo d.d. 3-9-2014 13 Ramingen sociaal domein memo d.d. 3-9-2014 en overige rijksbijdragen volgens beheersbegroting 2015
10/30
INZICHT IN DE FINANCIËLE POSITIE EN IN HET FINANCIEEL HANDELEN VAN DE GEMEENTE OUD-BEIJERLAND
Dit loopt op tot circa € 630.000,— in 2019. Het overige deel van de algemene uitkering laat eveneens een dalende trend zien, met uitzondering van 2016 dat een kleine plus laat zien. In 2015 is dit effect het grootst, in de jaren na 2016 is een daling van circa € 200.000,— te zien. Grondexploitatie Binnen de bouwgrondexploitatie maakt de gemeente Oud-Beijerland onderscheid in drie categorieën: 1. Bouwgrond in exploitatie (BIE) 2. Niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG) 3. Marktinitiatieven In juli 2014 is het huidige beleid van de gemeente Oud-Beijerland vastgesteld door de raad in de Nota Grondbeleid 2014-2017. Daarnaast wordt jaarlijks het Meerjarig Perspectief Gebiedsontwikkelingen (MPG) vastgesteld. Het volgende overzicht geeft inzicht in boekwaarden en het verwachte eindresultaat op eindwaarde van de plannen in exploitatie en de boekwaarden va de plannen niet in exploitatie.
Complex
Tabel 12 Overzicht boekwaarden en verwacht eindresultaat grondexploitaties Oud-Beijerland Verwacht resultaat Boekwaarde Boekwaarde op eindwaarde 31-12-2013 31-12-2014 (prijspeil 1-1-2015) (in € x1.000) (in € x1.000) (in € x1.000)
Jaar einde project
Rustburg
-306
37
1
2016
Plein Beneden Molendijk
-221
-154
0
2015
De Hoogerwerf
-440
-479
1.530
2018
Poortwijk I en II
-1214
-996
4.358
2015
Poortwijk III
bij I+II
bij I+II
bij I+II
2018
37
4
1.342
2015
-274
-502
311
2017
-112
11
2017
Stougjesdijk-Noord Bijlschoollocatie e.o. Kloosring Stravinskypad
2016
Open Waard
-94
-36
Koninginneweg
213
204
-2.299
-2.238
Totaal gronden in exploitatie
-1
2018 2015 (begin)
7.552
Niet in exploitatie genomen gronden
In exploitatie te nemen
v.m. Mebin
-24
Beneden Oostdijk
2015
-10 -1.425
0
2015 Administratief
Krakestee Totaal niet in exploitatie genomen gronden Totaal gronden in exploitatie en gronden niet in exloitatie
0
-23
afsluiten in 2015
-24
-33
-1.425
-2.323
-2.271
6.127
De grondexploitatie Koninginneweg is met het vaststellen van het MPG 2015 afgesloten. De overige grondexploitaties laten een positief verwacht resultaat zien.
11/30
INZICHT IN DE FINANCIËLE POSITIE EN IN HET FINANCIEEL HANDELEN VAN DE GEMEENTE OUD-BEIJERLAND
Naast voornoemde grondexploitaties is de gemeente Oud-Beijerland ook deelnemer in het regionale bedrijvenpark Hoeksche Waard. Het aandeel van de gemeente Oud-Beijerland hierin is 26%. In de jaarrekening 2014 wordt een tekort van € 2,5 miljoen op de totale exploitatie verwacht. De gemeente Oud-Beijerland heeft daarom een voorziening getroffen van € 1.075.000,—. De grondexploitatie herziening en risicoanalyse 2015 voor het bedrijvenpark Hoeksche Waard laten een netto contante waarde zien van € 1.917.000,— nadelig. Uit de risicosimulatie wordt de conclusie getrokken dat met 85% zekerheid gesteld kan worden dat het saldo van de grondexploitatie uit zal komen op € 4.210.000,— nadelig (eindwaarde) of beter. Op basis hiervan zou gekozen kunnen worden een voorziening in te stellen van (ten minste) € 1.094.600,— (26% van het gecalculeerde verlies). Waarschijnlijk is hierop de getroffen voorziening gebaseerd. Niet in exploitatie genomen gronden De gemeente Oud-Beijerland heeft per januari 2015 een beperkte positie in niet in exploitatie genomen gronden. In het MPG 2015 wordt aangegeven dat verwacht wordt de NIEGG v.m. Mebin en Beneden Oostdijk in 2015 in exploitatie te nemen. De NIEGG Krakestee zal in 2015 administratief afgesloten worden, omdat deze grond is verkocht. Hiermee resteren in de gemeente Oud-Beijerland geen niet in exploitatie genomen gronden. Deze positie versterkt de visie van de gemeente in relatie tot haar inzet op uitnodigingsplanologie. Marktinitiatieven Marktinitiatieven zijn particuliere gebiedsontwikkelingen. Het verschil met niet in exploitatie genomen gronden is dat de gemeente hier geen grond bezit. De uitgaven die de gemeente doet worden verhaald via een anterieure overeenkomst of een exploitatieplan. De gebiedsontwikkelingen worden niet opgenomen in de grondbedrijffunctie als complex. Op de balans worden de marktinitiatieven als debiteuren vermeld. Deze marktinitiatieven betreffen echter wel gebiedsontwikkelingen waarop de gemeente een risico kan lopen. Daarom wordt dit risico in deze paragraaf kort omschreven. Eenzelfde werkwijze wordt gehanteerd in het MPG van de gemeente Oud-Beijerland. Het risico op marktinitiatieven wordt door de gemeente ingeschat op € 43.000,—. Dit bedrag is gelijk aan de boekwaarde van de marktinitiatieven per 1 januari 2015. Er zijn echter voor 2015 wel verplichting aangegaan, waardoor de verwachte boekwaarde eind 2015 uitkomt op -/- € 79.000,—. In principe worden deze door de gemeente gemaakte kosten afgedekt door een anterieure overeenkomst of een exploitatieplan. Niet in alle gevallen is het verhalen van kosten mogelijk, omdat ontwikkelvoornemens weer in een vroeg stadium worden afgeblazen. De gemeentelijke kosten moeten dan worden beschouwd als niet verhaalbaar en worden volgens de Wet ruimtelijke ordening gezien als gemeentelijke kosten. Gezien de boekwaarden is het risico op deze marktinitiatieven beperkt. De gemeente heeft in 2013 de marktinitiatieven kritisch beoordeeld en een afboeking gedaan van € 118.194,—. Onze benadering voor het kwantificeren van risico’s bestaat uit vier elementen: 1. Inventariseren van projectspecifieke risico’s in de plannen. Belangrijk is dat deze risico’s regelmatig worden gemonitord. Binnen de gemeente gebeurt dit eenmaal per jaar in het MPG en bij de jaarrekening en begroting. Eventuele verliezen worden direct genomen. 2. Totaal voorraden niet in exploitatie genomen gronden minimaliseren. Zoals hierboven beschreven is deze voorraad in de gemeente Oud-Beijerland zeer beperkt. 3. Een percentage van de geraamde nog te maken kosten reserveren vanuit de gedachte dat er in veel plannen sprake is van een te optimistische planning. Bij vertraging in het plan is er sprake van extra rentebijschrijvingen over de boekwaarde.
12/30
INZICHT IN DE FINANCIËLE POSITIE EN IN HET FINANCIEEL HANDELEN VAN DE GEMEENTE OUD-BEIJERLAND
4.
Bij een vertraging van één à twee jaar is er al snel sprake van tot 20% verhoogde boekwaarde. Daarmee neemt het (positieve) resultaat ook af. Een percentage van de geraamde grondopbrengsten reserveren. De ramingen van toekomstige opbrengsten zijn namelijk sterk afhankelijk van de economische vooruitzichten. Ook hier is al snel sprake van 20% lagere opbrengsten.
De kans dat beide laatste risico’s zich tegelijk zullen voordoen is in het huidige tijdsgewricht aanzienlijk en wordt ingeschat op 40%. Onze risico-inschatting geeft aan hoe groot de reserve grondexploitatie minimaal moet zijn om de risico’s op te kunnen vangen. In deze risico-inventarisatie is ook het aandeel van de gemeente Oud-Beijerland in Bedrijvenpark Hoeksche Waard meegenomen. Dit omdat dit een omvangrijk project is dat forse risico’s met zich meebrengt en de gemeente een van de grotere deelnemers is (26%). Tabel 13 Minimale omvang van risicoreserve grondexploitaties gemeente Oud-Beijerland Grondexploitaties Totaal Risicofactor Risico Geraamde exploitatiekosten
€ 14.199.018,—
20%
€ 2.839.804,—
Geraamde exploitatieopbrengsten
€ 29.820.965,—
20%
€ 5.964.193,—
€ 8.803.997,— 40% € 3.521.599,—
Wanneer de kosten en opbrengsten die een relatie hebben met Bedrijvenpark Hoeksche Waard buiten deze berekening worden gelaten, komt de minimale omvang van de risicoreserve uit op € 2.563.292,—. In de jaarrekening 2014 wordt aangegeven dat de reserves OBL versterkt (à € 1.306.495,—), de reserve bovenwijkse voorzieningen (à € 822.203,—) en een deel van de reserve overige infrastructuur (à circa € 125.000,—) tezamen de reserve voor de grondbedrijffunctie vormen. De som van deze bedragen is nagenoeg gelijk aan de hierboven genoemde omvang van de risicoreserve voor de gemeentelijke projecten (exclusief Bedrijvenpark Hoeksche Waard). Wanneer de gronden die nog niet in exploitatie zijn zoals de gemeente voornemens is in 2015 in exploitatie worden genomen, veranderd ook het risico. Het totaal van deze reserves is € 2.253.698,—, wat kleiner is dan het in de tabel genoemde risico inclusief het gemeentelijk aandeel in bedrijvenpark Hoeksche Waard. Aangezien dit ook een risico voor de gemeente is, dient dit meegewogen te worden. De reserves en de ontwikkelingen van de risico’s op de grondexploitatie dienen de komende jaren goed gemonitord te worden. Het risico op niet in exploitatie genomen gronden is zeer beperkt, aangezien deze categorie na het in exploitatie nemen van de gronden in 2015 nihil zal zijn. Treasury Bij het onderdeel treasury kijken we welk deel van het gemeentelijk bezit met schuld is belast en hoe de schuld zich ontwikkelt. Schuld kost immers rente en hoge rentekosten kunnen huidige en toekomstige publieke voorzieningen in het gedrang brengen. Daarnaast kijken we naar de risico’s in de sfeer van afgegeven garanties.
13/30
INZICHT IN DE FINANCIËLE POSITIE EN IN HET FINANCIEEL HANDELEN VAN DE GEMEENTE OUD-BEIJERLAND
14
De gemeente Oud-Beijerland heeft een schuldratio of debtratio van 52% in 2012, 54% in 2013 en 62% in 2014. Dit getal laat zien dat de gemeente Oud-Beijerland in toenemende mate activa financiert met vreemd vermogen. Dit is op de balans te zien in de toename van vreemd vermogen en tevens de afname van eigen vermogen. Dit wordt veroorzaak door het (verplicht) vormen van voorzieningen vanuit reserves (riool/onderwijs). Oud-Beijerland nam e 15 e eind 2012 de 204 positie in op de ranglijst schulden per inwoner en eind 2013 de 150 positie. Nummer 1 is de gemeente met de minste schulden. De nettoschuld van de gemeente Oud-Beijerland per inwoner bedroeg eind 2012 € 973,— en eind 2013 € 959,—. Wij zien dus een daling van de nettoschuld per inwoner. Deze afname is opvallend gezien de hierboven geconstateerde toename van het (lang) vreemd vermogen. In de nettoschuld per inwoner worden echter de langlopende uitzettingen, kortlopende vorderingen en uitzettingen, liquide middelen en overlopende activa meegenomen (vandaar ‘netto’). Doordat deze posities in 2013 toegenomen zijn ten opzichte van 2012, valt de nettoschuld lager uit, hoewel het vreemd vermogen wel is toegenomen. De gemiddelde nettoschuld voor gemeenten In Nederland was afgerond eind 2012 16 € 2.736,— en eind 2013 € 2.390,— per inwoner. De gemeente Oud-Beijerland wijkt hier positief van af. De gemeenteraad heeft bij de behandeling van de perspectiefnota 2014 besloten te willen gaan sturen op de kasstromen van de gemeente. Hierbij is het uitgangspunt aangenomen dat de schuldenpositie van de gemeente niet verder toeneemt. De boekwaarde van de opgenomen geldleningen (vreemd vermogen) bedroeg op 1 januari 2014 € 24.510.000,—. Dit bedrag bestaat voor € 10.000,— aan waarborgsommen. De gemeente heeft in 2014 € 729.800,— betaald aan rente en € 3.500.000,— afgelost op leningen. Van de langlopende leningen loopt € 7.000.000,— in 2015 af. Ook in 2017 loopt een lening ter hoogte van € 3.000.000,— af. Gezien de huidige rentestanden verdient het de aanbeveling om de mogelijke herfinanciering hiervan goed af te stemmen met een liquiditeitsplanning voor de komende jaren. De gemeente Oud-Beijerland maakt, vanwege het rentevoordeel gebruik van de kasgeldlimiet. Dit heeft de gemeente geregeld via een contract met de BNG. In de jaarrekening 2014 stelt de gemeente de kasgeldlimiet twee achtereenvolgende kwartalen te hebben overschreden. Dit is echter niet terug te zien in de berekening die vervolgens gepresenteerd wordt, waarin (terecht) wordt berekend dat de gemeente ruim onder de kasgeldlimiet is gebleven. De gemeente zou dus meer gebruik kunnen maken van de voordelige rentetarieven op kortlopende leningen. De liquiditeit (berekend als de verhouding vlottende activa/vlottende passiva, ofwel de ‘current ratio’) van de gemeente Oud-Beijerland ultimo 2014 is 1,86. Ultimo 2012 bedroeg deze 0,98 en ultimo 2013 bedroeg deze 1,62. De verhouding tussen vlottende activa en vlottende schulden is in geval van een kengetal van 2,0 voldoende om de kortlopende schulden binnen de gestelde betaaltermijnen te kunnen voldoen. Onder 1,0 is het voortbestaan van de organisatie in gevaar; boven de 2,0 is er een te veel aan liquiditeit en zou meer op lange termijn belegd of geïnvesteerd moeten worden. De gemeente OudBeijerland heeft ultimo 2014 een liquiditeitspositie die in dit opzicht aan de lagere kant, maar wel voldoende is. Bij deze berekening worden ook de voorraden meegenomen.
14
Schuldratio of debtratio = vreemd vermogen/totaal vermogen. De schuldratio is een kengetal en geeft aan in welke mate een organisatie is gefinancierd met vreemd vermogen. 15 VNG, 2014, Kengetallen schulden Nederlandse gemeenten op 31 december 2012, 26 januari, 2014, pp. 1-15. 16 VNG, 2014, Kengetallen schulden Nederlandse gemeenten op 31 december 2013, 24 september 2014, pp. 1-15.
14/30
INZICHT IN DE FINANCIËLE POSITIE EN IN HET FINANCIEEL HANDELEN VAN DE GEMEENTE OUD-BEIJERLAND
De current ratio kan dan een te hoge waarde krijgen omdat de post vlottende activa (door voorraden) dan hoog is, maar er toch weinig liquide middelen kunnen zijn. De ‘quick ratio’ brengt liquiditeit in beeld zonder de voorraden erbij te betrekken. Voor 2012 was deze ratio 0,82, voor 2013 1,27 en voor 2014 1,49. Een kengetal van 1,0 is hierbij voldoende. De gemeente Oud-Beijerland had ultimo 2014 waarborgen uitstaan die meegerekend worden bij het lange vreemd vermogen. Dit is een totale waarborgsom van € 10.000,— en deze heeft met name betrekking op de waarborgsommen bij aanvraag planschade en chauffeurs die een sleutel ontvangen voor de vrachtwagenparkeerplaats. Daarnaast was er sprake van gewaarborgde geldleningen voor ongeveer € 5.494.000,— (niet toegerekend tot het vermogen van de gemeente – ‘onder de balans’). Deze waarborgen hebben met name betrekking op bedrijvenpark Hoeksche Waard. De gewaarborgde geldleningen aan Achmea Pensioen zijn negatief, wat opvallend is. Ook staat de gemeente garant voor geldleningen. Deze garantstellingen bedragen ultimo 2014 € 163.251.193,—. De gemeente staat borg ingeval die organisaties hun leningen niet kunnen afbetalen en hun rente voor die leningen niet kunnen opbrengen. Deze garantstellingen zijn als volgt opgebouwd: Tabel 15 Opbouw van de verstrekte garantstellingen gemeente Oud-Beijerland Organisatie Garantstelling in € per 31-12-2014 Woningcorporaties met garantie WSW € 155.459.606,— Woningcorporaties zonder garantie WSW Particulieren met Nationale Hypotheek Garantie Totaal
€ 3.775.661,— € 3.979.872,— € 163.215.139,—
De garanties Woningcorporaties met garantie WSW betreffen een achtervangovereenkomst met de Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Deze borgstellingen hebben betrekking op het aantrekken van vaste langlopende geldleningen door woningstichtingen in het kader van (her)financiering van bestaande gewaarborgde geldleningen. Nieuwe kapitaaluitbreidingen worden door de corporaties aangetrokken met een borgstelling in de vorm van een achtervangovereenkomst tussen de gemeente en het WSW. Omdat de gemeente een ‘tweede vangnet’ vormt bij deze garantstellingen, is het risico hierop kleiner. De omvang van het bedrag is voor de grootte van de gemeente Oud-Beijerland wel groot. De garantstellingen Particulieren met Nationale Hypotheek Garantie hebben betrekking op hypothecaire geldleningen van particulieren. Naast deze gewaarborgde geldleningen heeft de gemeente ook direct enkele leningen verstrekt. Het betreft hier de volgende leningen: Tabel 16 Opbouw versterkte geldleningen gemeente Oud-Beijerland ultimo 2014 Ultimo 2014 Verstrekte lening/belegging (in € x 1.000) Woningfinancieringsregeling gem.personeel
120
Geldleningen TVO, Spirit, SHO en Korbatjo
687
Startersleningen en duurzaamheidsleningen Totaal
15/30
300 1.106
INZICHT IN DE FINANCIËLE POSITIE EN IN HET FINANCIEEL HANDELEN VAN DE GEMEENTE OUD-BEIJERLAND
Deze directe geldleningen vormen een risico voor de gemeente wanneer de partij waaraan de lening verstrekt is niet meer kan betalen. Het risico bij deze leningen wordt beperkt door het feit dat de leningen m.b.t woningfinanciering gemeentelijk personeel en de leningen aan TVO, Spirit, SHO en Korbatjo hypothecaire leningen zijn. Investeringen Voor het beoordelen van de gezondheid van een gemeente is een belangrijk element of de gemeente de ruimte voor kapitaallasten intact laat, zodat het mogelijk blijft om nieuwe investeringen te kunnen doen. Dit wordt de kapitaallastennorm genoemd. Daarbij wordt 17 gekeken of de vrijval kapitaallasten niet wordt benut voor lopende (andere) uitgaven. Onderstaande tabel toont de ontwikkeling van de kapitaallasten: Tabel 17 Ontwikkeling kapitaallasten periode 2013 tot 2018 gemeente Oud-Beijerland (bron: beheersbegroting 2015) Rekening 2013 Begroting 2014 Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 Afschrijvingen Rente Kapitaallasten
5.644.340
3.992.353
4.739.477
2.659.462
2.720.119
786.524
604.732
555.209
515.173
509.412
417.372
6.430.864
4.597.085
5.294.686
3.174.635
3.229.531
3.254.150
98.259
160.000
50.000
50.089.000
44.648.000
56.006.000
49.105.000
49.072.000
42.998.000
12,84%
10,30%
9,45%
6,46%
6,58%
7,57%
Stelpost kapitaallasten Exploitatie % van de totale exploitatielasten
2.836.778
In de afgelopen jaren is de schuld van de gemeente opgelopen als gevolg van een grotere investeringsbehoefte dan de liquiditeitenstroom toeliet. Om de verslechterde vermogenspositie te verbeteren, stuurt de raad sinds de begroting 2015 op de kasstromen en investeert zij alleen als de kasstroom dit toelaat. Dit betekent dat er gebruik wordt gemaakt van de eigen liquiditeiten en er geen extra leningen aangegaan worden. In de begroting 2015-2018 is uitgegaan van de investeringsruimte 2015 op basis van de cashflow. Op basis hiervan is een voorstel gedaan welke investering gedaan kunnen worden. In bovenstaande tabel is te zien dat de kapitaallastennorm de komende jaren sterk daalt. Dit wordt onder andere veroorzaakt door de verkoop van de brandweerkazerne en de overdracht van schoolgebouwen aan schoolbesturen. Ook is flink bezuinigd op openbare gebieden, waardoor de kapitaallasten zij verlaagd. Eveneens wordt dit voor een deel veroorzaakt door bovenstaand beleid: aangegeven wordt dat de investeringsbehoefte (waarmee de kapitaallasten samenhangen) de afgelopen jaren erg hoog was. Ook wordt aangegeven dat per jaar de ruimte bekeken zal worden, waardoor mogelijk in latere jaren nog minder investeringen begroot worden. In dit beleid dient wel ruimte te blijven voor noodzakelijke investeringen. Met het oog op de instandhouding van de structurele dekking van nieuwe investeringen moet ervoor worden gewaakt dat de vrijval kapitaallasten voor een te groot deel wordt benut voor structurele andere uitgaven.
17
Kapitaallasten bedragen de rente en afschrijving op gedane investeringen. Op het moment dat deze investering niet wordt vervangen, vallen deze lasten vrij ten gunste van de algemene middelen. Een gemeente kan dan eventueel de middelen besteden voor andere doeleinden. Wanneer er echter nieuwe investeringen worden gedaan, ontstaan er nieuwe kapitaallasten die gedekt moeten worden. Door dit te doen met de vrijval van kapitaallasten ontstaat er een structurele dekking.
16/30
INZICHT IN DE FINANCIËLE POSITIE EN IN HET FINANCIEEL HANDELEN VAN DE GEMEENTE OUD-BEIJERLAND
Reserves In dit onderdeel bekijken we de reservepositie van de gemeente, in absolute, relatieve en kwalitatieve zin. Vervolgens bekijken we de opbouw en de mate van beklemming (beperkte aanwendbaarheid) van de reserves. Ten slotte bezien we of er nog zogenoemde stille reserves zijn, te weten aandelen en gebouwen die onder de marktwaarde op de balans staan, maar een grotere opbrengstpotentie hebben. Als eerste geven we de hiernavolgende ratio’s. De bufferratio drukt de reserves uit als percentage van de exploitatie. De ratio reserves per inwoner spreekt voor zich. De solvabiliteitsratio drukt de reserves (eigen vermogen) uit als percentage van het vermogen. De ratio’s worden onder de tabel verder toegelicht. Tabel 17 Indicatoren reserves voor gemeente Oud-Beijerland Indicatoren reserves Ultimo 2012 Ultimo 2013 Buffer ratio Reserves per inwoner Solvabiliteitsratio over vreemd vermogen
Ultimo 2014
0,71
0,62
0,56
€ 1.352,—
€ 1.329,—
€ 1.047,—
0,94
0,86
0,62
0,48
0,46
0,38
Solvabiliteitsratio over totaal vermogen
Bufferratio Dit percentage laat een daling zien, doordat de omvang van de reserves afneemt. De lagere bufferratio in 2014 wordt voor een deel bepaald door de omzetting van de egalisatiereserve rioolbeheer naar een voorziening. Reserves per inwoner Dit bedrag laat ook een daling zien, doordat de omvang van de reserves afneemt. Tabel 18 Ontwikkeling mutaties reserves gemeente Oud-Beijerland in de periode 2012 tot 2018) 2012 Rekening
Mutaties reserves
2013 2013 2014 2014 2015 2016 2017 2018 Begroting Rekening Begroting Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting
Vermeerdering
€ 5.829
€ 3.593
€ 4.689
€ 2.017
€ 3.965
€ 1.803
€ 1.144
€ 2.046
€ 1.930
Vermindering
€ 7.632
€ 1.806
€ 6.822
€ 2.341
€ 6.167
€ 2.728
€ 2.069
€ 2.060
€ 2.050
-€ 1.803
€ 1.787
-€ 2.133
-€ 324
-€ 2.202
-€ 925
-€ 925
-€ 14
-€ 120
Saldo
Op basis van tabel 18 constateren we dat de gemeenten in de periode 2012 tot en met 2018 ingeteerd heeft en in zal teren op haar vermogenspositie. De gerealiseerde afname bedraagt in de periode 2012 tot en met 2014 -/- € 6.138.000,—. Daarnaast is voor de jaren 2015-2018 een afname van -/- € 1.984.000,— begroot, waardoor de afname van de reserveposities over de jaren 2012-2018 uitkomt op € 8.122.000,—. Daarnaast is te zien dat voor zowel 2013 als 2014 het saldo van toevoegingen en onttrekkingen in begroting en rekening een fors verschil laat zien. Voor 2013 is dit een verschil van € € 3.920.000,— en voor 2014 € 1.878.000,—. In 2013 wordt dit voor een deel veroorzaakt door het effect van ‘operatie stofkam’ waarbij reserves zijn vrijgevallen ten bate van de exploitatie. In 2014 is de egalisatiereserve rioolbeheer omgezet in een voorziening, waardoor een forse vermindering van de reserves ontstaat (circa € 5 miljoen). Deze wijziging was in de begroting nog niet voorzien.
17/30
INZICHT IN DE FINANCIËLE POSITIE EN IN HET FINANCIEEL HANDELEN VAN DE GEMEENTE OUD-BEIJERLAND
Het verloop van de verschillende soorten reserves en voorzieningen van 2012 tot 2014 is te zien in onderstaande afbeelding. Figuur 1 Het verloop van reserves en voorzieningen van de gemeente Oud-Beijerland van 2012 tot en met 2014
Zoals in bovenstaande figuur te zien is, heeft de gemeente Oud-Beijerland de afgelopen jaren ingeteerd op haar reserves. Dit wordt voor een deel veroorzaakt door het omzetten van de egalisatiereserve rioolbeheer naar een voorziening. Daarnaast is in bovenstaande figuur te zien dat ook de bestemde reserves en de technische reserves in de afgelopen jaren een terugloop hebben gezien. De gemeente Oud-Beijerland kent 34 reserves. Van deze reserves hebben zes een omvang die kleiner is dan € 50.000,—. Eind 2014 staan daarnaast twee reserves (nagenoeg) op nul, welke in de toekomst zullen worden opgeheven. In 2012 zijn bij ‘operatie stofkam’ een aantal reserves en voorzieningen vrijgevallen ten bate van de exploitatie van dat jaar. Solvabiliteit over vreemd vermogen en totaal vermogen De gemeente Oud-Beijerland heeft een solvabiliteitsratio over vreemd vermogen van < 1,0. De solvabiliteit over het totale vermogen van de gemeente Oud-Beijerland ligt net onder de 0,4 (in 2014). Dit toont aan dat de gemeente mogelijk niet goed in staat is om aan haar financiële verplichtingen te voldoen op de lange termijn. Dat wil zeggen: het eigen vermogen is aan de lage kant ten opzichte van de schulden en de totale exploitatielasten. In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing geeft de gemeente Oud-Beijerland aan dat het weerstandsvermogen gelijk aan of groter dan 10% van de begrotingsomzet dient te zijn. Een zogenaamde ‘ijzeren reserve’. Dit is vastgelegd in de nota reserves en voorzieningen 2012. In de jaarrekening 2014 wordt aangegeven dat dit percentage in 2015 herijkt zal worden, vanwege de financiële mutaties als gevolg van de decentralisaties. In de paragraaf Weerstandvermogen in de jaarrekening 2014 geeft de gemeente Oud-Beijerland aan dat weerstandscapaciteit van de gemeente voldoende is, gezien de geïnventariseerd risico’s. Het totaal van alle risico’s bedraagt een maximaal te dekken bedrag van € 3.500.000,—. Door middel van een risicosimulatie is becijferd dat een bedrag van € 4.400.000,— voldoende is om alle risico’s af te dekken.
18/30
INZICHT IN DE FINANCIËLE POSITIE EN IN HET FINANCIEEL HANDELEN VAN DE GEMEENTE OUD-BEIJERLAND
De gemeente Oud-Beijerland heeft haar weerstandscapaciteit becijferd op € 4.595.000,—, bestaande uit het vrij aanwendbare deel van de algemene reserve, de post onvoorzien en de onbenutte capaciteit leges en andere heffingen. Dit laatste heeft betrekking op de vrije belastingruimte OZB. Deze is berekend op basis van de stijging van het tarief en de door het rijk gestelde macronorm. Bij de berekening van de onbenutte belastingcapaciteit hanteren wij een andere formule (zie paragraaf Belastingen). Echter deze positie staat onder druk. Zoals weergegeven in dit onderdeel ‘Reserves’ teert de gemeente al een aantal jaren in op haar vermogenspositie en de ramingen laten eenzelfde beeld zien, zie onderdeel ‘Exploitatie’. Daarnaast wordt in 2015 een herijking gemaakt van het vereiste weerstandsvermogen als gevolg van de decentralisaties. Vrije ruimte in de reserves Vervolgens is het belangrijk om naar de vrije ruimte in de reserves te kijken. De gemeente Oud-Beijerland maakt in overzichten van reserves en voorzieningen het volgende onderscheid: Vrij te besteden reserves: Algemene reserve: deze zijn vrij besteedbaar. Bestemmingsreserves: deze zijn in principe vrij besteedbaar, zolang er nog geen definitief besluit is genomen over de bestemming en/of zolang de realisatie nog niet heeft plaatsgevonden. Niet vrij te besteden reserves: Egalisatie reserves: via deze reserves worden ongewenste schommelingen in de tarieven opvangen. Technische reserves in verband met brutomethode: deze reserves zijn speciaal gevormd voor het opvangen van (kapitaal)lasten die (specifiek) in de begroting zijn opgenomen. Reserves derden: deze reserves zijn onderdeel van de begroting van de derden, maar zijn ter consolidatie in de gemeentelijke begroting opgenomen. Voor het bepalen van de vrije ruimte wordt gekeken of een reserve vrij inzetbaar is, bestemd, of beklemd is. Hieronder verstaan we: Vrij besteedbare reserves – Reserve heeft geen specifiek doel en kan daardoor vrij ingezet worden. Bestemde reserves – Bestemd voor een specifiek doel, een andere aanwending heeft een effect op het niet of beperkt realiseren van het oorspronkelijk doel Beklemde reserves – Dit is een bestemde reserve, maar een andere aanwending heeft een effect op de exploitatie.
19/30
INZICHT IN DE FINANCIËLE POSITIE EN IN HET FINANCIEEL HANDELEN VAN DE GEMEENTE OUD-BEIJERLAND
Van de reserves per 31 december 2014 uit de jaarrekening is de verdeling als volgt: Tabel 19 Mate van beklemming van reserves ultimo 31 december 2014 Weergave is momentopname. Expliciete keuze voor jaarrekening 2014 vanwege feitelijke realisatie. Type reserve Saldo per 31-12Beklemd 2014 Algemene reserve Jaarrekeningresultaat
€ 4.719.252,— € 1.160.000,—
Vrij te besteden. Jaarrekening resultaat is bij vaststellen jaarrekening bestemd voor diverse doeleinden.
Bestemde reserves
€ 5.460.134,—
Egalisatiereserves
€
Bestemd. Reserves zijn bestemd voor een bepaald doel, maar deze bestemming kan zonder effect op de exploitatie gewijzigd worden. Dit heeft alleen (mogelijk) invloed op het eerder gestelde doel. Beklemd, reserves hebben een specifiek doel en kunnen niet zomaar te gelde worden gemaakt. Bestedingen worden besteed aan exploitatie.
Technische reserves (i.v.m. brutomethode)
€ 12.622.933,—
Reserves derden
€
Totaal
€ 24.819.632,—
309.149,—
546.149,—
Beklemd: Bijdrage aan exploitatie ter dekking van kapitaallasten van investeringen Beklemd: deze reserves zijn onderdeel van de begroting van de derden, maar zijn ter consolidatie in de gemeentelijke begroting opgenomen. De gemeente kan deze middelen niet voor andere doeleinden inzetten.
Zoals in bovenstaand overzicht te zien is betreft de algemene reserve (per 31 december 2014) 24% van het totaal aan reserves. Daarnaast is ook een deel van de algemene reserve inmiddels bestemd, via de bestemming van het rekeningresultaat zoals weergegeven in de jaarrekening 2014. Daarnaast is een deel (€ 150.000,—) bestemd in de egalisatiereserve heroverwegingen. Hoewel de bufferratio en de reserves per inwoner van de gemeente OudBeijerland redelijk zijn (zie tabel 18), is een groot deel van de reserves beklemd, met name ter dekking van kapitaallasten. Concluderend kunnen we het volgende stellen: 54.3% van de reserves is beklemd; 22,0% van de reserves is bestemd; 4,7% betreft het rekeningresultaat en is na vaststelling bestemd; 19,0% is vrij besteedbaar. Hieruit blijkt dat het eigen vermogen van Oud-Beijerland beperkt aanwendbaar is en dus kent de gemeente een matig flexibele vermogenspositie. Minder dan de helft van het eigen vermogen kan ingezet worden om risico’s op te vangen en te anticiperen op nieuwe ontwikkelingen. Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat 22% van het eigen vermogen wel bestemd is. De raad zou bij aanwending voor een andere doeleinde de bestemming van deze reserves dus moeten wijzigen, wat gevolgen kan hebben voor eerder gestelde doelen.
20/30
INZICHT IN DE FINANCIËLE POSITIE EN IN HET FINANCIEEL HANDELEN VAN DE GEMEENTE OUD-BEIJERLAND
Daarnaast dient de gemeente alert te zijn op de ontwikkeling van de vrij te besteden algemene reserve, in het kader van het weerstandsvermogen. Stille reserves Ten slotte hebben we nog bekeken of er stille reserves zijn. Daarbij worden de aandelen/ deelnemingen en het vastgoed bezien. Aandelen en deelnemingen De gemeente Oud-Beijerland heeft aandelen van de BNG, Evides en Eneco en NV de Boogerd. De aandelen van BNG en Evides zijn niet vrij verhandelbaar en alleen verkoopbaar aan een andere aandeelhouder en alleen tegen de intrinsieke waarde. Hierdoor kunnen deze aandelen niet als stille reserve worden beschouwd. De aandelen van Eneco zijn wel vrij verhandelbaar. De aandelen van Eneco (28.115 stuks à € 100,— nominaal = € 28.115.000,— nominale waarde) creëren een stille reserve van € 122.744,— omdat de marktwaarde hoger is. De marktwaarde van de aandelen in NV Vrije Tijdscentrum De Boogert wordt echter op nul geschat, waardoor een negatieve stille reserve van € 45.378,— ontstaat. Op de aandelen van BNG en Eneco bestaat een totale stille reserve van € 6.739.628,—. Deze aandelen zijn zoals hierboven genoemd niet vrij verhandelbaar. Let wel de aandelen van Eneco, Evides en BNG genereren dividend. Deze bedroeg in 2014 € 6.687,— van BNG; € 306.408,— van Evides en € 681.508,— van Eneco. Verkoop van de aandelen zorgt voor een structureel dekkingsverschil in de exploitatie. Vastgoed De gemeente Oud-Beijerland heeft hiernaast een aantal gebouwen welke verkoopbaar zijn en momenteel voor een lagere boekwaarde op de balans staan. Hierbij moet wel in het achterhoofd gehouden worden dat bij verkoop een ander pand gehuurd moet worden. De panden betreffen: Tabel 20 Stille Reserves op Vastgoed WOZ-waarde Boekwaarde € 27.005.000,—
Verzekerde waarde € 120.119.171,—
€ 21.068.338,—
Boekwaarde € 21.068.338,—
Stille Reserve o.b.v. WOZ-waarde € 5.936.662,—
Stille Reserve o.b.v. verzekerde waarde € 99.050.833,—
Bovenstaand beeld wekt de suggestie dat er sprake is van veel stille reserves. Echter, het merendeel van het vastgoed is specifiek bestemd voor de publieke dienst en nog voor vele jaren als zodanig beklemd (ervan uitgaande dat het huidige gebruik van kwaliteit en kwantiteit daarvoor per se nodig is). Daarnaast heeft de gemeente een aantal panden verzekerd die geen eigendom van de gemeente zijn. Hierdoor is geen goede vergelijking te maken tussen de (totale) verzekerde waarde en de (totale) boekwaarde. De bedragen die voor herbouw na eventuele brand benodigd zijn mogen verder niet direct gezien worden als verkoopwaarde indien de activa afgestoten zouden worden. De bedragen voor de verzekerde waarde wijken ver af van de boekwaarde en WOZ-waarde.
21/30
INZICHT IN DE FINANCIËLE POSITIE EN IN HET FINANCIEEL HANDELEN VAN DE GEMEENTE OUD-BEIJERLAND
In het overzicht van verzekerde waarden worden (veel) meer panden genoemd dan in het verstrekte overzicht van WOZ-waarden en boekwaarden. Samenvattend: de stille reserves van de gemeente Oud-Beijerland zijn op papier behoorlijk van omvang. In de praktijk zijn ze echter voor een groot deel moeilijk om te zetten in liquiditeit.
22/30
INZICHT IN DE FINANCIËLE POSITIE EN IN HET FINANCIEEL HANDELEN
Exploitatie Voor de exploitatie kijken we naar de sociale structuur en de centrumfunctie van de gemeente en de mate waarin de begroting realistische ramingen bevat. Bij het laatstgenoemde kijken we naar de ontwikkeling van het saldo van de begroting 2015 in relatie tot de rekening van het jaar daarvoor en naar de aanwezigheid van niet-ingevulde taakstellingen in de begroting. De jaarrekeningen 2013, 2014 en de begrotingen 2014 en 2015 (inclusief het meerjarenperspectief) van de gemeente Oud-Beijerland laten het volgende beeld zien op het totale niveau van baten en lasten per programma. Tabel 21 Weergave van overzicht baten en lasten van de gemeente Oud-Beijerland in de periode 2012 tot en met 2018 Programma's (x € 1.000)
2012R 2013R Programma's (x € 1.000) 2014R 2015B 2016B 2017B 2018B Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten 1. Besturen en dienstverlening -€ 4.493 € 1.203 -€ 4.349 € 1.598 1. Besturen en dienstverlening -€ 6.065 € 847 -€ 5.765 € 967 -€ 5.716 € 990 -€ 5.537 € 982 -€ 5.512 € 982 2. Openbare Orde en Veiligheid -€ 2.426 € 96 -€ 3.740 € 845 2. Openbare Orde en Veiligheid -€ 1.968 €4 -€ 2.064 €0 -€ 2.041 €0 -€ 2.018 €0 -€ 2.016 €0 3. Verkeer en Vervoer -€ 1.223 € 905 -€ 1.277 € 848 3. Verkeer en Vervoer -€ 1.234 € 863 -€ 1.176 € 889 -€ 1.111 € 889 -€ 1.071 € 797 -€ 1.047 € 797 4. Maatschappelijke participatie -€ 3.537 € 135 -€ 3.623 € 158 4. Maatschappelijke participatie -€ 8.659 € 1.804 -€ 8.204 € 1.133 -€ 8.063 € 667 -€ 7.808 € 667 -€ 7.574 € 667 5. Jeugd en Onderwijs -€ 3.835 € 182 -€ 3.624 € 194 5. Jeugd en Onderwijs -€ 174 €0 -€ 170 €0 -€ 161 €0 -€ 145 €0 -€ 134 €0 6. Maatschappelijke Ondersteuning -€ 5.061 € 544 -€ 4.900 € 475 6. Maatschappelijke Ondersteuning -€ 4.616 € 577 -€ 4.435 € 458 -€ 4.175 € 458 -€ 4.084 € 458 -€ 4.070 € 458 7. Wonen -€ 251 €6 -€ 262 € 1 7. Wonen -€ 164 €0 -€ 163 €0 -€ 188 €0 -€ 183 €0 -€ 182 € 30 8. Werken en Winkelen -€ 6.530 € 4.917 -€ 7.779 € 5.343 8. Economische Zaken en Werkgelegenheid -€ 7.107 € 5.456 -€ 5.752 € 3.682 -€ 5.699 € 3.682 -€ 5.662 € 3.644 -€ 5.664 € 3.644 9. Ruimtegebruik -€ 14.151 € 8.053 -€ 16.665 € 10.329 9. Ruimtelijke ontwikkeling -€ 13.596 € 6.762 -€ 16.901 € 11.085 -€ 12.271 € 6.679 -€ 13.225 € 8.134 -€ 7.911 € 2.530 10. Financiën -€ 2.900 € 27.400 -€ 3.870 € 29.801 10. Financiën -€ 1.065 € 27.293 -€ 9.573 € 35.065 -€ 9.680 € 34.815 -€ 9.339 € 34.376 -€ 8.888 € 33.771 Totaal Programma's -€ 44.407 € 43.441 -€ 50.089 € 49.592 -€ 44.648 € 43.606 -€ 54.203 € 53.279 -€ 49.105 € 48.180 -€ 49.072 € 49.058 -€ 42.998 € 42.879 Totaal Resultaat voor bestemming -€ 966 -€ 497 -€ 1.042 -€ 924 -€ 925 -€ 14 -€ 119 Mutaties reserves -€ 5.829 € 7.632 -€ 4.689 € 6.822 -€ 3.965 € 6.167 -€ 1.803 € 2.728 -€ 1.144 € 2.069 -€ 2.046 € 2.060 -€ 1.930 € 2.050 Totaal Resultaat na Bestemming -€ 50.236 € 51.073 -€ 54.778 € 56.414 -€ 48.613 € 49.773 -€ 56.006 € 56.007 -€ 50.249 € 50.249 -€ 51.118 € 51.118 -€ 44.928 € 44.929 Saldo Resultaat na bestemming € 837 € 1.636 € 1.160 €1 €0 €0 €1
23/30
INZICHT IN DE FINANCIËLE POSITIE EN IN HET FINANCIEEL HANDELEN
In 2012, 2013 en 2014 boekte de gemeente Oud-Beijerland een negatief resultaat voor bestemming van respectievelijk -/- 966.000,—, -/- € 497.000,— en -/- € 1.042.000,—. Deze negatieve resultaten in 2013 werden onder andere veroorzaakt door minder inkomsten uit de bouwleges -/- € 436.000,—, meer kosten dan begroot op het product Economische Zaken en meer kosten dan begroot op het product NIEGG’s en minder grondverkoop. De overige producten zijn over het algemeen binnen de begroting gebleven. In 2014 werd het tekort veroorzaakt door onder andere bijstorten voorziening bedrijventerrein Hoeksche Waard (nadelig € 445.000,—, vorming voorziening Dienst Gezondheid (nadelig € 120.000,—), minder bouwleges (nadelig € 209.000,—), minder belastinginkomsten (nadelig € 170.000,—) en een bijstorting voorziening wethouders (nadelig € 84.000,—). De begroting 2015 en het bijbehorende meerjarenperspectief tot en met 2018 laten voor bestemming een structureel tekort zien van respectievelijk -/- € 924.000,— in 2015 tot -/- € 119.000,— in 2018. Dit meerjarige tekort wordt veroorzaakt door een dalende Algemene Uitkering vanaf 2015, maar voornamelijk door dalende baten op programma 9 (ruimtelijke ontwikkeling). Dit laatste heeft betrekking op de bouwleges, die van programma 9 naar programma 1 verplaatst zijn. Ook zijn de verwachte inkomsten uit bouwleges verlaagd. In 2013 is de raad gestart met een lange termijn financiële strategie tot en met het jaar 2025. Deze strategie is uitgemond in een aantal trajecten: Efficiency in de bedrijfsvoering – taakstelling van € 200.000,— in 2015 oplopend naar € 800.000,— in 2018; OBL kiest positie – taakstelling (samen met inkomsten verhogende maatregelen) van € 314.000,— in 2015 oplopend naar € 1.048.000,— in 2018; Inkomstenverhogende maatregelen – zie hierboven. Op 4 maart 2014 stelde de (oude) raad het overdrachtsdocument ‘Oud-Beijerland kiest positie’ vast en droeg daarmee een pakket aan bezuinigingsmogelijkheden over aan de nieuwe gemeenteraad. Ten aanzien van deze bezuinigingsmogelijkheden zijn keuzes gemaakt, zie hiervoor de programmabegroting 2015 – Bezuinigingen Bedrijfsvoering en Bezuinigingen OBL Kiest. Ten aanzien van de uitvoering van de bezuinigingsmaatregelen is e in de 1 Begrotingswijziging 2014 is een reserve frictiekosten bedrijfsvoering gevormd. Bij de Perspectiefnota 2015 is aangegeven dat de frictiekosten van de bedrijfsvoering worden geschat op circa € 950.000,—, maar dit blijft zeer onzeker. De verdere vulling van de reserve moet komen uit meer besparingen op de bedrijfsvoering dan de ingeboekte bezuinigingen in de jaren 2015 en 2016. Mocht dit niet voldoende zijn dan zal mogelijk een beroep gedaan moeten worden op de algemene reserve. Dit risico is opgenomen in de risicoparagraaf. In de Perspectiefnota 2015 is een bedrag opgenomen voor frictiekosten OBL kiest. De lasten op de programma’s laten vanaf 2015 in meerjarig perspectief een overwegend dalend beeld zien. Om de meerjarige tekorten op de exploitatie te dekken worden de reserves van de gemeente aangesproken, waardoor een neutraal resultaat na bestemming ontstaat in meerjarig perspectief. Consequentie is dat de gemeente Oud-Beijerland met het oog op de toekomst inteert op haar vermogenspositie c.q. weerstandsvermogen. In de Gemeentewet is bepaald dat de meerjarencijfers voor (tenminste) de drie jaar volgend op het begrotingsjaar worden opgesteld.
24/30
INZICHT IN DE FINANCIËLE POSITIE EN IN HET FINANCIEEL HANDELEN
Een evenwichtsherstel moet uiterlijk in het derde jaar van deze ramingen weer zijn 18 aangetoond als het begrotingsjaar geen structureel en reëel evenwicht laat zien . Op basis hiervan concluderen wij dat de begroting van de gemeente Oud-Beijerland in meerjarig perspectief nog niet structureel sluitend is. Effecten meicirculaire 2015 De wijzigingen in de Algemene Uitkering hebben een effect op de exploitatie van 2015-2019. Niet alle wijzigingen in de hoogte van de Algemene Uitkering hebben echter een effect op de exploitatie, omdat de gemeente de wijzigingen die verband houden met de integratieuitkeringen sociaal domein budgetneutraal verwerkt. Ook het geoormerkte geld ‘huishoudelijke hulp toelage’ heeft geen effect op de exploitatie. De overige ontwikkelingen binnen de algemene uitkeringen hebben voor bijna alle jaren, met uitzondering van 2016, een negatief effect op de exploitatie omdat de gemeente minden inkomsten ontvangt vanuit de algemene uitkering. Dit is voor 2015 € 639.935,—. Dit is ten opzichte van de decembercirculaire 2014. Voor 2016 is een kleine plus van circa € 40.000,— te noteren, terwijl in de jaren 2017-2019 het effect op de begroting circa € 200.000,— negatief is. Dit resulteert in een aanvullende opgave voor de gemeente, naast het realiseren van de budgetneutrale uitvoering van de taken in het sociaal domein. Begrotingsanalyse 2015 op basis van primitieve begroting gemeente Oud-Beijerland De gemeente Oud-Beijerland heeft een goede sociale structuur en weinig centrumfunctie in de zin zoals deze begrippen worden gehanteerd bij de berekening van de Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds. De gemeente Oud-Beijerland ziet dit zelf echter anders, zie hiervoor ‘Verzoek tot opschaling uit 23 mei 2000’. Op hieraan wel invulling te geven hebben wij de centrumfunctie van de gemeente Oud0-Beijerland op ‘redelijk’ gezet. We hebben voor de gemeente Oud-Beijerland een begrotingsvergelijking gemaakt, die als bijlage 3 is bijgevoegd. Hierbij maken wij expliciet de opmerking dat op de functie 960. Saldo kostenplaatsen een bedrag van € 12.674.000,— staat. Dit is in onze optiek onverdeelde overhead. De vergelijkingsgemeenten hebben de overhead wel aan de functies toebedeeld, hierdoor ontstaat een scheef beeld in de vergelijking.
18
Zie hiervoor Gemeenschappelijk Toezichtskader 2014 ‘Kwestie van evenwicht’. Hier wort ook gesteld, dat een opschuivend perspectief (ieder jaar opnieuw een meerjarenraming met uitsluitend in het derde jaar weer evenwicht) daarbij in het algemeen niet acceptabel is. Er moet feitelijk dus sprake zijn van een perspectief waarbij het sluitend zijn van de begroting van het eerstvolgende dienstjaar telkens een jaar dichterbij komt totdat uiteindelijk een sluitende begroting voor het komende jaar en voor de opvolgende periode van drie jaar wordt bereikt.
25/30
INZICHT IN DE FINANCIËLE POSITIE EN IN HET FINANCIEEL HANDELEN
Tabel 21 Verschillenanalyse begrotingsanalyse op hoofdfunctieniveau Verschil per inwoner op hoofdfunctieniveau met de referentiegemeenten in euro’s Hoofdfunctie
Oud-Beijerland
0
Algemeen bestuur
+ 78
1
Openbare orde en veiligheid
+2
2
Verkeer, vervoer en waterstaat
+ 47
3
Economische zaken
+ 43
4
Onderwijs
+ 12
5
Cultuur en recreatie
+ 26
6
Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening
+ 244
7
Volksgezondheid en milieu
+ 50
8
Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
+ 94
Totaal 0 t/m 8
+ 596
Financiering en algemene dekkingsmiddelen
-/- 596
9
Op functie 960 Saldo kostenplaatsen staat -/- € 546,— per inwoner. Wanneer wij dit bedrag fictief verdelen over de 8 functies, zou de gemeente Oud-Beijerland uitkomen op een verschil per inwoner van -/- € 50,— per inwoner. Dat wil zeggen dat de gemeente € 50,— per inwoner meer uitgeeft dan de vergelijkbare gemeenten. 2.3
Ontwikkelingen en risico’s Invoering vennootschapsbelasting Per 1 januari 2016 worden gemeenten vennootschapsbelastingplichtig voor activiteiten waarbij zij optreden als ondernemer. Het uitgangspunt van de wijze waarop overheidsbedrijven in de heffing worden betrokken verandert van het bestaande uitgangspunt ‘onbelast, tenzij’ in ‘belast, tenzij’. Waar fiscale winst wordt gerealiseerd zal de vennootschapsbelasting leiden tot financiële druk op de begroting: er zal 25% vennootschapsbelasting betaald moeten worden over de winst. Naast financiële gevolgen brengt de vpb-plicht ook grote organisatorische en administratieve gevolgen. Het is belangrijk hiervoor tijdig voorbereidingen te treffen, zoals het beoordelen van de belastingplicht, het opstellen van een openingsbalans, het bepalen van de prijsstelling en de fiscale verlies- en winstrekening. Hierbij is het vooral van belang tijdig inzicht te krijgen in de financiële effecten en zo nodig en indien mogelijk maatregelen te kunnen treffen om gevolgen en risico’s te beperken. Monitoring sociaal domein Per 1 januari 2015 zijn een groot aantal taken binnen het sociaal domein gedecentraliseerd naar gemeenten. Hiermee zijn ook grote budgetten naar de gemeenten gegaan. Sturing en monitoring is één van de grote uitdagingen waar gemeenten momenteel voor staan als het gaat om het sociaal domein. Naast maatschappelijke aspecten, heeft dit ook een financieel aspect: blijven de bestedingen in het sociaal domein binnen de gestelde kaders? De wijze van monitoring en de afspraken met aanbieders zijn hierbij belangrijk. Deze bepalen de omvang van het risico dat de gemeente loopt en of de gemeente dreigende overschrijdingen van budgetten tijdig aan ziet komen.
26/30
INZICHT IN DE FINANCIËLE POSITIE EN IN HET FINANCIEEL HANDELEN
Bijlage 1
Kostentoerekening afvalstoffenheffing In de vakliteratuur wordt een aantal kosten genoemd die te verhalen zijn door middel van de afvalstoffenheffing (mogelijkheden): Verwerkingskosten. Inzamelings- en transportkosten. Kosten van maatregelen om de hoeveelheid afval te verminderen, zoals subsidies voor het inzamelen van oud papier of voor milieuwinkels en milieuparken en kosten die zijn verbonden aan maatregelen om hergebruik te bevorderen of aan de andere kant de afvalstroom in te perken. Hierbij kan gedacht worden aan stickers ter voorkoming van ongeadresseerd reclamedrukwerk en specifieke voorlichting aan de burgers over voorkoming en vermindering van huishoudelijk afval. De kosten voor heffing en invordering (waaronder kwijtscheldingskosten zijn verhaalbaar. Een derde van de totale kosten van straatreiniging en reinigingspolitie mag worden toegerekend aan de afvalstoffenheffing. Gemeenten zijn bij de invoering van het btw-compensatiefonds gekort voor btw op het Gemeentefonds. Daarom mogen gemeenten (en de meeste gemeenten doen dit ook) btw doorberekenen in het rioolrecht en de afvalstoffenheffing (verhaalbare kosten). Kosten van algemeen zwerfafval zijn overigens niet verhaalbaar door middel van de afvalstoffenheffing. De Hoge Raad oordeelt namelijk dat alleen kosten mogen worden verhaald die verband houden met de inzameling van het vuil waarop de heffing betrekking heeft.
27/30
INZICHT IN DE FINANCIËLE POSITIE EN IN HET FINANCIEEL HANDELEN
Bijlage 2
Kostentoerekening rioolheffing In de vakliteratuur wordt een aantal kosten genoemd die te verhalen zijn door middel van het rioolrecht (mogelijkheden): In het tarief kan een egalisatiebedrag meegenomen worden voor toekomstig groot onderhoud. Egaliseren is mogelijk op grond van artikel van 44,1c BBV. De onderhoudsvoorziening krijgt bij vorming uit het tarief het karakter van een 44,2-voorziening. In het tarief mogen spaarbedragen voor toekomstige vervangingsinvesteringen worden meegenomen. Deze worden als last in de exploitatie toegevoegd aan een voorziening conform art. 44 lid 2 BBV. 19 Het Ministerie van BZK geeft in haar richtlijnen aan dat veegkosten ‘in redelijkheid’ toegerekend mogen worden aan rioolheffing. Volgens jurisprudentie is het niet 20 ongebruikelijk om 25-60% van de veegkosten aan het rioolrecht toe te rekenen. Uitbreidingsinvesteringen mogen niet onder de lasten worden opgenomen (het is dus niet mogelijk om via het tarief te sparen voor toekomstige uitbreidingsinvesteringen). Gemeenten zijn bij de invoering van het btw-compensatiefonds gekort voor btw op het Gemeentefonds. Daarom mogen gemeenten (en de meeste doen dit ook) btw doorberekenen in het rioolrecht en de afvalstoffenheffing.
19
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, 2010, Handreiking kostentoerekening leges en tarieven, januari, pp. 1-235. 20 Hof ’s-Gravenhage 4 januari 2002, nr. 01/00188, Belastingblad 2002, p. 994 en Hof Arnhem 19 oktober 1994, nr. 931000, Belastingblad 1995, p. 361.
28/30
INZICHT IN DE FINANCIËLE POSITIE EN IN HET FINANCIEEL HANDELEN
Bijlage 3 Begrotingsvergelijking Begrotingsvergelijking Gemeente Oud-Beijerland 2015 Legenda kleuren Afwijking is groter dan € 5,- per inwoner nadelig (meer lasten of minder baten ten opzichte van referenties) Afwijking is groter dan € 5,- per inwoner voordelig (minder lasten of meer baten ten opzichte van referenties) Afwijking is groter dan € 3,- per inwoner nadelig (meer lasten of minder baten ten opzichte van referenties) * Selectie bestaat uit de gemeenten: Putten, Wijk bij Duurstede, Elburg, Haaksbergen, Heiloo, Goirle, Duiven en Voorschoten Inwoners
Functie
23715 Gemeente Oud-Beijerland
Lasten (x € 1.000,-)
Naam functie
Hoofdfunctie 0, Algemeen Bestuur 001 Bestuursorganen 002 Bestuursondersteuning college van burgemeester en Wethouders 003 Burgerzaken 004 Baten secretarieleges 005 Bestuurlijke samenwerking 006 Bestuursondersteuning raad en rekenkamer Totaal hoofdfunctie 0 Hoofdfunctie 1, Openbare orde en veiligheid 120 Brandweer en rampenbestrijding 140 Openbare orde en veiligheid 160 Opsporing en ruiming conventionele explosieven Totaal hoofdfunctie 1 Hoofdfunctie 2, Verkeer, vervoer en waterstaat 210 Wegen, straten en pleinen 212 Openbaar vervoer 214 Parkeren 215 Baten parkeerbelasting 220 Zeehavens 221 Binnenhavens en waterwegen 223 Veerdiensten 230 Luchtvaart 240 Waterkering, afwatering en landaanwinning Totaal hoofdfunctie 2 Hoofdfunctie 3, Economische zaken 310 Handel en ambacht 311 Baten markgelden 330 Nutsbedrijven 340 Agrarische productie en ontginning 341 Overige agrarische zaken, jacht en visserij Totaal hoofdfunctie 3 Hoofdfunctie 4, Onderwijs 420 Basisonderwijs, excl. Onderwijshuisvesting (openbaar en bijzonder) 421 Basisonderwijs, onderwijshuisvesting (openbaar en bijzonder) 430 Speciaal (voortgezet) onderwijs, exclusief onderwijshuisvesting (openbaar en bijzonder) 431 Speciaal (voortgezet) onderwijs, onderwijshuisvesting (openbaar en bijzonder) 440 Voortgezet onderwijs, exclusief onderwijshuisvesting (openbaar en bijzonder) 441 Voortgezet onderwijs, onderwijshuisvesting (openbaar en bijzonder) 480 Gemeensch. baten en lasten van het onderwijs 482 Volwasseneneducatie Totaal hoofdfunctie 4 Hoofdfunctie 5, Cultuur en recreatie 510 Openbaar bibliotheekwerk 511 Vormings- en ontwikkelingswerk 530 Sport 531 Groene sportvelden en terreinen 540 Kunst 541 Musea 550 Natuurbscherming 560 Openbaar groen en openluchtrecreatie 580 Overige recreatieve voorzieningen Totaal hoofdfunctie 5
29/30
Baten (x € 1.000,-)
Netto
Vergelijking selectie* Verschil per Netto per Netto per inwoner (x € Absoluut inwoner (x € inwoner (x € 1,-) met verschil x € 1,-) 1,-) selectie* selectie* 1.000
Vergelijking Soortgenoten Netto per Verschil per inwoner (x € inwoner (x € 1,-) 1,-) met soortgenoten soortgenoten
Absoluut verschil x € 1.000
Vergelijking Grootte Groep 20.000 - 50.000 Verschil per Netto per inwoner (x € 1,-) inwoner (x € 1,-) met grootte Absoluut verschil grootte groep groep x € 1.000
729 288 75 140 408 549 2.189
0 1 0 398 0 0 399
-729 -287 -75 258 -408 -549 -1.790
-31 -12 -3 11 -17 -23 -75
-45 -54 -37 11 -11 -17 -153
14 42 34 0 -6 -6 78
332 996 806 0 -142 -142 1.850
-45 -66 -41 11 -10 -13 -164
14 54 38 0 -7 -10 89
332 1.281 901 0 -166 -237 2.111
-41 -58 -39 11 -11 -13 -151
10 46 36 0 -6 -10 76
237 1.091 854 0 -142 -237 1.802
1.506 310 0 1.816
17 51 0 68
-1.489 -259 0 -1.748
-63 -11 0 -74
-54 -22 0 -76
-9 11 0 2
-213 261 0 47
-60 -20 0 -80
-3 9 0 6
-71 213 0 142
-57 -23 0 -80
-6 12 0 6
-142 285 0 142
2.482 40 199 0 0 4 0 0 0 2.725
66 0 40 834 0 6 0 0 0 946
-2.416 -40 -159 834 0 2 0 0 0 -1.779
-102 -2 -7 35 0 0 0 0 0 -75
-117 -2 0 1 0 0 1 0 -5 -122
15 0 -7 34 0 0 -1 0 5 47
356 0 -166 806 0 0 -24 0 119 1.091
-131 -1 -2 2 0 -2 0 0 -6 -140
29 -1 -5 33 0 2 0 0 6 65
688 -24 -119 783 0 47 0 0 142 1.518
-140 -1 -8 12 0 -3 0 0 -5 -145
38 -1 1 23 0 3 0 0 5 70
901 -24 24 545 0 71 0 0 119 1.636
404 0 0 0 0 404
552 37 1.082 0 0 1.671
148 37 1.082 0 0 1.267
6 2 46 0 0 53
-9 1 19 0 -1 10
15 1 27 0 1 43
356 24 640 0 24 1.043
-9 1 17 0 0 9
15 1 29 0 0 44
356 24 688 0 0 1.067
-11 1 14 0 0 4
17 1 32 0 0 49
403 24 759 0 0 1.186
57 486 25 112 0 384 1.021 0 2.085
8 5 0 1 0 0 59 0 73
-49 -481 -25 -111 0 -384 -962 0 -2.012
-2 -20 -1 -5 0 -16 -41 0 -85
-3 -41 -1 -2 0 -18 -32 0 -97
1 21 0 -3 0 2 -9 0 12
24 498 0 -71 0 47 -213 0 285
-5 -43 -1 -3 0 -15 -32 -1 -100
3 23 0 -2 0 -1 -9 1 15
71 545 0 -47 0 -24 -213 24 356
-5 -42 -2 -5 0 -19 -33 0 -106
3 22 1 0 0 3 -8 0 21
71 522 24 0 0 71 -190 0 498
479 0 1.260 616 288 0 61 1.066 299 4.069
0 0 299 118 0 0 0 38 118 573
-479 0 -961 -498 -288 0 -61 -1.028 -181 -3.496
-20 0 -41 -21 -12 0 -3 -43 -8 -147
-17 -8 -38 -7 -5 -5 -2 -73 -18 -173
-3 8 -3 -14 -7 5 -1 30 10 26
-71 190 -71 -332 -166 119 -24 711 237 593
-19 -6 -48 -14 -7 -4 -4 -73 -11 -186
-1 6 7 -7 -5 4 1 30 3 39
-24 142 166 -166 -119 95 24 711 71 901
-20 -10 -48 -14 -12 -7 -3 -79 -11 -204
0 10 7 -7 0 7 0 36 3 57
0 237 166 -166 0 166 0 854 71 1.328
INZICHT IN DE FINANCIËLE POSITIE EN IN HET FINANCIEEL HANDELEN
Hoofdfunctie 6, Sociale voorz. en maatsch. Dienstverlening 610 Bijstandsverlening en inkomensvoorzieningen- en subsidies 611 Sociale werkvoorziening 613 Overige sociale zekerheidsregelingen vanuit het Rijk 614 Gemeentelijk armoede- en schuldenbeleid 621 Vreemdelingen 623 Re-integratie en participatievoorzieningen Participatiewet 641 Tehuizen 650 Kinderdagopvang 661 Maatwerkvoorzieningen Natura materieel Wmo 662 Maatwerkvoorzieningen Natura immaterieel Wmo 663 Opvang en beschermd wonen Wmo 667 Eigen bijdragen maatwerkvoorzieningen en opvang Wmo 670 Algemene voorzieningen Wmo en Jeugd 671 Eerstelijnsloket Wmo en Jeugd 672 PGB Wmo en Jeugd 677 Eigen bijdragen algemene voorzieningen Wmo en Jeugd 682 Individuele voorzieningen Natura Jeugd 683 Veiligheid, jeugdreclassering en opvang Jeugd 687 Ouderbijdragen individuele voorzieningen en opvang Jeugd Totaal hoofdfunctie 6 Hoofdfunctie 7, Volksgezondheid en milieu 711 Ambulancevervoer 712 Verpleeginrichtingen 714 Openbare gezondheidszorg 715 Jeugdgezondheidszorg (jeugdgezondheidszorg) 721 Afvalverwijdering en -verwerking 722 Riolering 723 Milieubeheer 724 Lijkbezorging 725 Baten reinigingsrechten en afvalstoffenheffing 726 Baten rioolheffing 732 Baten begraafplaatsrechten Totaal hoofdfunctie 7 Hoofdfunctie 8, Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting 810 Ruimtelijke ordening 820 Woningexploitatie/woningbouw 821 Stads- en dorpsvernieuwing 822 Overige volkshuisvesting 823 Bouwvergunningen 830 Bouwgrondexploitatie Totaal hoofdfunctie 8 Hoofdfunctie 9, Financiering en algemene dekkingsmiddelen (voor bestemming) 911 Geldleningen en uitzettingen korter dan één jaar 913 Overige financiële middelen 914 Geldleningen en uitzettingen langer of gelijk aan één jaar 921 Uitkeringen gemeentefonds 922 Algemene baten en lasten 923 Uitkering deelfonds sociaal domein 930 Uitvoering Wet WOZ 931 Baten onroerendezaakbelasting gebruikers 932 Baten onroerendezaakbelastingen eigenaren 933 Baten roerende woon- en bedrijfsruimtenbelastingen 934 Baten baatbelasting 935 Baten forensenbelasting 936 Baten toeristenbelasting 937 Baten hondenbelasting 938 Baten reclamebelasting 939 Baten precariobelasting 940 Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen 960 Saldo kostenplaatsen 970 Saldo van de rekening voor bestemming Totaal hoofdfunctie 9 (voor bestemming) Hoofdfunctie 9, Financiering en algemene dekkingsmiddelen (na bestemming) 980 Mutaties reserves 990 Saldo van de rekening na bestemming Totaal hoofdfunctie 9 (na bestemming) Eindtotaal
30/30
4.634 1.640 0 468 43 278 0 308 787 1.101 0 88 1.528 745 0 0 3.828 0 0 15.448
3.471 0 0 0 0 0 0 0 23 0 0 0 386 0 0 0 0 0 0 3.880
-1.163 -1.640 0 -468 -43 -278 0 -308 -764 -1.101 0 -88 -1.142 -745 0 0 -3.828 0 0 -11.568
-49 -69 0 -20 -2 -12 0 -13 -32 -46 0 -4 -48 -31 0 0 -161 0 0 -488
-47 -105 0 -30 0 -24 0 -9 -29 -120 -2 14 -166 -42 -48 2 -108 -18 0 -732
-2 36 0 10 -2 12 0 -4 -3 74 2 -18 118 11 48 -2 -53 18 0 244
-47 854 0 237 -47 285 0 -95 -71 1.755 47 -427 2.798 261 1.138 -47 -1.257 427 0 5.810
-34 -103 0 -23 -1 -18 0 -10 -40 -114 -2 12 -145 -40 -39 3 -86 -16 0 -656
-15 34 0 3 -1 6 0 -3 8 68 2 -16 97 9 39 -3 -75 16 0 168
-356 806 0 71 -24 142 0 -71 190 1.613 47 -379 2.300 213 925 -71 -1.779 379 0 4.008
-48 -150 -1 -33 -1 -31 0 -10 -39 -143 -3 15 -148 -41 -46 2 -113 -16 0 -806
-1 81 1 13 -1 19 0 -3 7 97 3 -19 100 10 46 -2 -48 16 0 318
-24 1.921 24 308 -24 451 0 -71 166 2.300 71 -451 2.372 237 1.091 -47 -1.138 379 0 7.565
0 0 268 932 1 643 352 110 0 0 0 2.306
0 0 44 0 0 0 50 0 0 2.078 280 2.452
0 0 -224 -932 -1 -643 -302 -110 0 2.078 280 146
0 0 -9 -39 0 -27 -13 -5 0 88 12 6
0 0 -16 -17 -75 -89 -32 -11 88 99 9 -44
0 0 7 -22 75 62 19 6 -88 -11 3 50
0 0 166 -522 1.779 1.470 451 142 -2.087 -261 71 1.209
0 0 -17 -18 -75 -82 -29 -11 87 94 8 -43
0 0 8 -21 75 55 16 6 -87 -6 4 49
0 0 190 -498 1.779 1.304 379 142 -2.063 -142 95 1.186
0 0 -17 -17 -79 -87 -29 -11 90 95 8 -47
0 0 8 -22 79 60 16 6 -90 -7 4 53
0 0 190 -522 1.873 1.423 379 142 -2.134 -166 95 1.281
90 43 32 56 0 8.238 8.459
10 0 0 0 516 8.495 9.021
-80 -43 -32 -56 516 257 562
-3 -2 -1 -2 22 11 24
-24 -14 -9 -37 17 -3 -70
21 12 8 35 5 14 94
498 285 190 830 119 332 2.253
-30 -2 -5 -50 24 -1 -64
27 0 4 48 -2 12 88
640 0 95 1.138 -47 285 2.111
-31 -4 -6 -42 19 1 -63
28 2 5 40 3 10 87
664 47 119 949 71 237 2.087
0 0 0 0 1.537 0 162 0 0 0 0 0 0 0 0 0 10 12.674 0 14.383
0 8 7 18.400 588 8.977 0 1.284 4.649 8 0 0 0 168 102 0 0 0 610 34.801
0 8 7 18.400 -949 8.977 -162 1.284 4.649 8 0 0 0 168 102 0 -10 -12.674 610 20.418
0 0 0 776 -40 379 -7 54 196 0 0 0 0 7 4 0 0 -534 26 861
15 2 38 739 14 440 -7 22 150 0 0 2 5 4 1 4 -8 12 24 1.457
-15 -2 -38 37 -54 -61 0 32 46 0 0 -2 -5 3 3 -4 8 -546 2 -596
-356 -47 -901 877 -1.281 -1.447 0 759 1.091 0 0 -47 -119 71 71 -95 190 -12.948 47 -14.134
3 4 44 741 -11 403 -10 30 172 0 0 2 9 4 1 7 -6 -8 40 1.425
-3 -4 -44 35 -29 -24 3 24 24 0 0 -2 -9 3 3 -7 6 -526 -14 -564
-71 -95 -1.043 830 -688 -569 71 569 569 0 0 -47 -213 71 71 -166 142 -12.474 -332 -13.375
3 6 46 817 -7 497 -10 31 163 0 0 3 10 4 1 8 -7 -2 40 1.603
-3 -6 -46 -41 -33 -118 3 23 33 0 0 -3 -10 3 3 -8 7 -532 -14 -742
-71 -142 -1.091 -972 -783 -2.798 71 545 783 0 0 -71 -237 71 71 -190 166 -12.616 -332 -17.597
2.118 0 16.501
2.728 0 37.529
610 0 21.028
26 0 887
21 2 1.457
5 -2 -570
119 -47 -738
41 0 1.425
-15 0 -538
-356 0 101
40 0 1.603
-14 0 -716
-332 0 -17.597
56.002
56.002
0
0
0
0
1
-1
5
-5