Jaa r b oe k
2 0 07 - 2 0 0 8
INTRO
Voor veel mensen heeft Europa een gezicht gekregen dankzij het Erasmus programma. Zo is het, aldus Commissievoorzitter Barroso, “één van de best gekende én meest geliefde ‘merknamen’ van Europa” geworden. Ook in Vlaanderen is Erasmus inmiddels een vaste waarde. Jaarlijks verlaten bijna 3.000 studenten hun vertrouwde omgeving om voor een paar maanden of zelfs een volledig academiejaar in het buitenland te studeren. Brengen we ook de andere programma’s in rekening – zoals de Europese broers en zussen van Erasmus die EPOS eveneens begeleidt – dan komen we aan één op acht afgestudeerden met een buitenlandse studie-ervaring. Diezelfde programma’s zorgen er trouwens ook voor dat niet alleen studenten Europa ervaren, maar dat iedereen die deelneemt aan onderwijs, beroepsopleiding of volwasseneneducatie een Europese ervaring kan hebben. Dat is goed. En heus niet alleen voor het versterken van de Europese identiteit – al is ook dat belangrijk, natuurlijk. Want over de grenzen leren we onze blik verruimen. We brengen kennis, attitudes en contacten mee naar huis die ons én onze omgeving verrijken. Wie een tijdje in het buitenland heeft gestudeerd of gewerkt, staat ook sterker in zijn schoenen op de globaliserende arbeidsmarkt en onderzoekswereld. Mobiliteit is bovendien belangrijk voor de netwerking tussen instellingen en organisaties, en voor hun uitstraling. Zo bekeken zouden eigenlijk nog veel meer mensen een internationaal verblijf in hun (studie)loopbaan moeten inlassen. Bij een grotere mobiliteit hebben we immers alleen maar te winnen. Met dit jaarboek bundelt EPOS voor het eerst de cijfers van alle programma’s van het Lifelong Learning Programme voor 2007 en 2008. Laat het een instrument zijn om de lat jaar na jaar hoger te leggen. De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming
3
C O L O F O N Copyright EPOS Ve r a n t w o o r d e l i j k e u i t g e v e r Annemie Dewael Algemeen Directeur EPOS K o n i n g A l b e r t I I l a a n 15 - 7C B -1210 B r u s s e l w w w. e p o s - v l a a n d e r e n . b e
[email protected] mei 2009 Fotografie Lieve Blancquaert Realisatie Gaga w w w. g a g a . b e D/ 2 0 0 9/ 3241/ 175 Niets uit deze uitgave mag w o r d e n v e r v e e l v o u d i g d e n /o f openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schrif telijke t o e s t e m m i n g v a n d e u i t g e v e r.
4
06
p.
Voorwoord directeurs
Inhoud
10
p.
Voorwoord nationale autoriteit
12
p.
Comenius:
“Europa in het klaslokaal”
20
p.
Erasmus:
“Naar een eengemaakte Europese ruimte voor hoger onderwijs”
26
p.
Aanverwante programma’s hoger onderwijs
30
p.
Leonardo da Vinci:
“Nieuwe vaardigheden voor betere jobs”
34
p.
Grundtvig:
“Het is nooit te laat om te leren”
40
p.
Studyvisits
42
p.
Europass:
“Met Europass toon je wat je kan”
46
p.
Financiën
47
p.
Activiteiten 5
EPOS De bestaande programma’s Socrates (waarvan de naam verdwijnt) en Leonardo da Vinci worden geïntegreerd in één Life Long Learning-programma om te komen tot meer coherentie tussen de programma’s onderling en tot een grotere synergie tussen beleidsontwikkelingen op het vlak van en onderwijs en opleiding en het levenslang leren.
Een (één) nieuw programma… Een (één) nieuw agentschap Op 1 januari 2007 gaat in 31 landen de derde generatie van de Europese communautaire programma’s voor onderwijs en opleiding van start: het Europese programma ‘Een leven lang leren”. (LLP1). Het nieuwe ambitieuze programma kadert in de strategie van Lissabon om van Europa de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie van de wereld te maken. Onderwijs, opleiding en alle vormen van levenslang leren spelen hier een sleutelrol.
Om het werkveld de beste waarborg naar continuering te garanderen, versmelten het Vlaams Socrates agentschap en Vlaams Leonardo da Vinci agentschap tot één agentschap dat de naam EPOS meekrijgt. EPOS staat voor Europese Programma’s voor Onderwijs, Opleiding en Samenwerking. De drie institutionele onderwijs- en opleidingsverstrekkers -onderwijs, VDAB en Syntra Vlaanderen- zijn en blijven de partners van het agentschap. België mag gezien zijn federale structuur drie agentschappen aanwijzen/oprichten2. Naast de uitvoering van het Europese Programma ‘Een Leven Lang Leren’ is EPOS ook het Vlaamse coördinatieagentschap voor een aantal andere programma’s
HET PROGRAMMA EEN LEVEN LANG LEREN
6
Comenius
Erasmus
Leonardo da Vinci
Grundtvig
schoolonderwijs
hoger onderwijs
beroepsonderwijs en opleiding
volwassenen-educatie
Tr a n s v e r s a l e p r o g r a m m a ’s - 4 k e r n a c t i v i t e i t e n :
Jean Monnet programma - 3 kernac tiviteiten:
Beleidssamenwerking en -vernieuwing Ta a l o n d e r w i j s ICT Ve r s p r e i d i n g e n b e n u t t i n g v a n r e s u l t a t e n
Jean Monnet actie Europese instituten Europese associaties
zoals Erasmus Mundus, Tempus, Erasmus Belgica. Ook het Nationaal Europass Centrum maakt deel uit van EPOS vzw. In deze publicatie blikken we terug op twee jaren werking. De lezer vindt een overzicht van de concrete werking van het agentschap alsook de resultaten in de diverse subprogramma’s voor 2007 en 2008. Een belangrijke vaststelling is zeker dat het werkveld en de nieuwe structuur elkaar gevonden hebben en dat er in Vlaanderen goed is ingespeeld is op de nieuwe programmamogelijkheden. EPOS is hier zeker schatplichtig aan de goede werking van het vroegere Leonardo da Vinci agentschap en het Socrates-agentschap. Het jaar 2007 is ook het jaar van verhuis en reorganisatie, soms niet altijd even eenvoudig voor de medewerkers. Sinds 2008 zitten we allemaal samen op de 7de verdieping van het Consciencegebouw, tevens de zetel van het Beleidsdomein Onderwijs en Vorming. Mede door de professionele aanpak en het harde werk van de medewerkers – waarvoor onze dank - kijken we vol vertrouwen naar de uitdagingen van 2009. Annemie Dewael Algemeen Directeur Stefan Baeyens Directeur
1
B E S L U I T N r. 17 2 0 / 2 0 0 6 / E G VA N H E T E U R O P E E S PA R L E M E N T E N D E R A A D v a n 15 n o v e m b e r 2 0 0 6 t o t v a s t s t e l l i n g v a n e e n actieprogramma op het gebied van een leven lang leren
2
Vlaamse Gemeenschap: EPOS vz w F r a n s e G e m e e n s c h a p : l ’A g e n c e E d u c a t i o n F o r m a t i o n - E u r o p e Duitstalige Gemeenschap: Agentur für Europäische Bildungsprogramme
EPOS A l g e m e n e Ve r g a d e r i n g Interne Controle Bedrijfsrevisor
Raad van Bestuur
Algemeen Directeur O n d e r w i j s p r o g r a m m a ’s Annemie Dewael
Strategische en Coördinerende beleidsondersteuning Magelie Soenen
Comenius Wim Cloots
Directeur O p l e i d i n g s p r o g r a m m a ’s Stefan Baeyens
Erasmus Johan Geentjens J o s Ve r h e y d e n + Ve r w a n t e P r o g r a m m a ’s
Leonardo da Vinci Marc de Vlieger J o s Ve r h e y d e n
Europass Xavier Kruth Josee Janssens
Tr a n s v e r s a a l programma Magalie Soenen Grundtvig Renilde Reynders
8
Financiële en Operationele Ondersteuning Stefaan Logé
ele
Eu r o p e s e commis sie
V Z W EP OS
Nat ionale au to r i tei t
R A A D VA N B E S T U U R Vo o r z i t t e r Afgevaardigde OV L u d y Va n B u y t e n Penningmeester A f g e v a a r d i g d e V DA B Eve Heremans Secretaris Afgevaardigde SYNTRA Vl. Ben Bruyndonckx ALGEMENE VERGADERING Vo o r z i t t e r, A f g e v a a r d i g d e O V A f g e v a a r d i g d e O V A f g e v a a r d i g d e O V A f g e v a a r d i g d e O V A f g e v a a r d i g d e V DA B A f g e v a a r d i g d e V DA B A f g e v a a r d i g d e S Y N T R A V l . A f g e v a a r d i g d e S o c i u s
L u d y Va n B u y t e n S o n j a Va n C r a e y m e e r s c h N o ë l Ve r c r u y s s e Nicole Speleers Mireille Gillebeert Carl Callewaert Luc Neyens Fred Dhont
N AT I O N A L E AU T O R I T E I T N a t a l i e Ve r s t r a e t e L L P-S T U U R G R O E P Vo o r z i t t e r – A f g e v a a r d i g d e O V A f g e v a a r d i g d e O V A f g e v a a r d i g d e W S E A f g e v a a r d i g d e C J S M
N a t a l i e Ve r s t r a e t e Micheline Scheys I s a b e l Va n W i e l e M a r i j k e Ve r d o o d t
ADVIESCOMITÉS Adviescomité Erasmus Adviescomité Leonardo Adviescomité Grundtvig Adviescomité Comenius
ALGEMEEN DIREC TEUR Annemie Dewael DIRECTEUR Stefan Baeyens
9
EPOS De Europese Unie heeft geen beslissingsbevoegdheid op het vlak van onderwijs en vorming maar kan wel de samenwerking tussen lidstaten op dat vlak stimuleren en ondersteunen, iets wat ze de laatste jaren ook op intensieve wijze doet. Om de samenwerking inzake onderwijs in te bedden in een strategisch plan, creëerden de Europese Commissie en de lidstaten in 2001 een overkoepelend raamwerk, het zogenaamde Onderwijs en Vorming 2010 - programma. Daarin wordt de samenwerking rond heel wat onderwijsthema’s beoogd en worden enkele ambitieuze doelstellingen geformuleerd met betrekking tot de verschillende onderwijsniveaus. Deze doelstellingen worden ook nagestreefd en geconcretiseerd in het programma voor “Een Leven Lang Leren” (LLP) van de Europese Commissie, dat naadloos aansluit bij Onderwijs en Vorming 2010 en als doelstelling heeft om internationalisering “geïntegreerd” binnen te brengen in alle onderdelen van de individuele “leerlevensloop”. Het programma streeft ernaar om via projecten en mobiliteitsacties de politieke prioriteiten van de ministers van Onderwijs en Vorming van de Europese Unie tot bij de basis te brengen, dit door middel van het vastleggen van thematische en methodologische prioriteiten en door mensen de kans te geven om via samenwerking “internationale” vaardigheden te ontwikkelen en een open blik op de wereld te geven. De uitvoering van het “Een Leven Lang Leren”programma wordt in elke lidstaat uitbesteed aan een “Nationaal Agentschap (NA)”. In Vlaanderen werd die taak in 2007 toegewezen aan het agentschap vzw EPOS. Naast elk NA staat een
“Nationale Autoriteit (NAU)”: dat is de bevoegde overheid die door de Europese Commissie een grote inhoudelijke en financiële verantwoordelijkheid over het programma krijgt toegewezen. Het behoort ondermeer tot de taken van de Nationale Autoriteit om in het werkprogramma van het agentschap de aansluiting met het beleid te verzekeren en de nodige cofinanciering te voorzien om het LLP-programma kwaliteitsvol vorm te geven. Voor wat de beleidscomponent betreft, staan de adviescomités van de verschillende subprogramma’s, waarin vertegenwoordigers zetelen van het onderwijsveld, de overheid en het agentschap vzw EPOS, de Nationale Autoriteit bij in haar taak door het verlenen van advies, spontaan of op vraag. Enkele voorbeelden kunnen die aansluiting van het LLP-programma bij de Europese onderwijsprioriteiten illustreren. Zo hechtten de ministers van Onderwijs en Vorming ondermeer hun goedkeuring aan een Europees kader voor sleutelvaardigheden, waarin de competenties worden beschreven die burgers nodig hebben voor hun zelfontplooiing, hun sociale integratie, hun zin voor burgerschap en hun inzetbaarheid in de kennismaatschappij. Men vertrekt daarbij vanuit de visie dat ieder zijn kennis en vaardigheden moet blijven ontwikkelen om actief deel te kunnen blijven nemen aan de snel veranderende (internationale) samenleving. Een aantal van de beschreven vaardigheden worden – direct of indirect – verworven door deelname aan het LLP-programma. Het gaat bijvoorbeeld om het aanleren en verbeteren van communicatie in vreemde talen, digitale geletterdheid, sociale competenties en (inter) cultureel bewustzijn. Naast de aandacht voor de lerende worden binnen het LLPprogramma ook acties uitgewerkt voor directies, leerkrachten en docenten. Deze geven vorm aan de conclusies van de Raad op het vlak van de professionalisering van de lerarenopleiding, waarin ondermeer wordt gesteld dat de rol
van deze doelgroep cruciaal is in het moderniseringsproces van de onderwijs- en vormingssystemen en dat veranderende behoeften (vb. door de technologische ontwikkelingen, de diversiteit van de leerlingenpopulatie enz.) veel aanpassingsvermogen vergen van het lerarenkorps. Het structureel investeren in nascholing en ondersteuning van deze doelgroep zoals binnen het LLP-programma gebeurt, is bijgevolg erg waardevol. Dit zijn slechts enkele van de vele voorbeelden die aantonen dat deelname aan het LLP-programma een meerwaarde geeft aan het Vlaamse onderwijs. De succesvolle uitvoering van het “Een Leven Lang Leren”- programma in Vlaanderen anno 2007-2008 is hoofdzakelijk de verdienste van de vzw EPOS. De start van het programma is een zeer arbeidsintensieve periode geweest. Ik wil dan ook niet nalaten alle partners die dit waardevolle programma in Vlaanderen mogelijk maken te bedanken voor de inzet en aanmoedigen om de komende jaren het werk verder te zetten en waar nodig nog te verbeteren. Natalie Verstraete Nationale autoriteit
11
Comenius
andere talen bij de leerlingen te stimuleren laat men hen internationaal samenwerken rond een gemeenschappelijk thema. Praktisch gebeurt dit door klassenuitwisseling. Het is tot nu toe de enige actie binnen Comenius waar de internationale mobiliteit van leerlingen centraal staat.
Het Comenius programma richt zich tot alle geledingen van het schoolonderwijs: het kleuteren lager onderwijs, alle vormen van het secundair onderwijs (ASO, TSO, (D)BSO en KSO), het buitengewoon onderwijs (basis- en secundair) en de opleiding en nascholing van leraren. Comenius wil bijdragen aan het versterken van de Europese dimensie in en de kwaliteitsverbetering van het schoolonderwijs, onder andere via internationale mobiliteit van leerlingen en leerkrachten en via Europese partnerschappen tussen scholen.
Partnerschappen tussen scholen Comenius Schoolpartnerschappen willen de Europese dimensie in het onderwijs versterken via internationale samenwerking tussen scholen, leerkrachten en leerlingen. In de multilaterale projecten werken minimum 3 scholen uit verschillende landen samen. Bij de meeste van deze projecten staat de actieve betrokkenheid van en de internationale samenwerking tussen de leerlingen centraal. Andere projecten focussen op aspecten van school- en/ of pedagogisch beleid en op de uitwisseling van kennis en ervaringen tussen leerkrachten, directies en administratief personeel. In beide gevallen zijn vooral leerkrachten en directie internationaal mobiel. In de bilaterale projecten werken 2 scholen uit verschil lende landen samen. Om de interesse en de kennis voor
12
“In een Europa zonder grenzen en een wereld die meer en meer ons dorp wordt, behoren internationale contacten voor veel mensen tot de dagelijkse realiteit (…) Dat veronderstelt niet alleen een vlotte kennis van vreemde talen maar ook een open geest om met andere culturen te leren omgaan. Die openheid van geest kan al heel vroeg gestimuleerd worden (…) Een internationaal schoolproject vormt daarvoor het ideale kader. En wat geldt voor de leerlingen geldt ook voor de leerkrachten: een internationaal project verruimt je blik. Dankzij de contacten met buitenlandse collega’s ga je je eigen manier van werken anders bekijken en doe je een hoop nieuwe ideeën op. Grensoverschrijdende projecten zijn vaak een hefboom voor onderwijsvernieuwing in je school.” uit “Horizon – Gids voor grensoverschrijdende schoolprojecten in het basisonderwijs”
In de periode 2001-2006 worden 1.601 projectaanvragen ingediend waarvan er 1.219 worden goedgekeurd (76%). Deze projecten lopen meestal 3 jaar. Elk jaar moet opnieuw een aanvraag worden ingediend, nl.: het eerste jaar om het project op te starten nadien twee keer om het te verlengen. De projectbudgetten liggen tussen € 3.000 en € 6.000 (per jaar).
Qua deelname blijft de verhouding tussen basisonderwijs (40%) en secundair onderwijs (60%) vrij stabiel. In dezelfde periode neemt van alle Vlaamse basisscholen 8,33% deel aan een Comeniusproject; van de secundaire scholen zelfs 25%. Ook het buitengewoon onderwijs, actief in 14% van alle projecten, en het technisch- en beroepsonderwijs (TSO/ BSO), in 20%, zijn goed tot zeer goed vertegenwoordigd. Het kleuteronderwijs neemt maar 1% voor zijn rekening. Qua mobiliteit zijn er per jaar ruwweg 1.000 verplaatsingen naar het buitenland, waarvan ongeveer 33% door leerlingen. Bekijken we niet enkel de mobiliteit maar ook de ruimere betrokkenheid, dan zijn de aantallen aanzienlijk hoger. In 2005 zijn ruim 2.800 leerkrachten en 21.000 leerlingen betrokken bij een Comeniusproject. In 2006 is dat aantal ongeveer hetzelfde. Vooral partnerscholen in de Scandinavische landen, het Verenigd Koninkrijk en Spanje zijn populair. De belangrijkste projectthema’s zijn “cultuur”, “Europa” en “gelijke kansen en verdraagzaamheid”. In 2007 ontvangt EPOS 257 aanvragen, nl. 243 voor multilaterale schoolpartnerschappen (waarvan 91 uit het basisonderwijs en 152 uit het secundair onderwijs) en 14 voor bilaterale schoolpartnerschappen.
19 5
91
111
2008
17 2 17 2
E v o l u t i e a a n g e v r a a g d e /g o e d g e k e u r d e s c h o o l p a r t n e r s c h a p p e n 2 0 01-2 0 0 8
257
207
207
2 76
214
2006
214 2 55
aanvragen
2005
18 8 18 8
242
goedkeuringen
2004
17 7 17 7
lopende projecten
2 37
2 0 03
19 0 19 0
2 75
2 0 02
243 243
14
316
2007
2 0 01
Deze laatste zijn enkel mogelijk in het secundair onderwijs. Daarvan worden er respectievelijk 68, 99 en 5 goedgekeurd. De budgetten voor de projecten liggen tussen € 5.000 en € 20.000 (voor 2 jaar). Het goedkeuringspercentage ligt, zeker bij de aanvragen voor nieuwe projecten (50 op 118 of 42%), lager dan de vorige jaren. Dit is te wijten aan de combinatie van twee factoren. Ten eerste blijft het aantal aanvragen hoog omdat voor de lopende projecten voor de laatste keer een verlenging kan worden aangevraagd. Ten tweede is de looptijd (en dus het budget) van elk project verdubbeld van 1 naar 2 jaar terwijl het totaalbudget voor Comenius lang niet verdubbeld is. Wat de verdeling tussen de onderwijsniveaus en -types betreft, liggen de resultaten van 2007 helemaal in de lijn van die in de Socrates II-periode (2000-2006). De belangrijkste projectthema’s zijn “intercultureel onderwijs” (wellicht met het oog op 2008, het “Jaar van de Interculturele Dialoog”), “geschiedenis en sociale wetenschappen” en “Europees burgerschap”. In 2008 worden 111 aanvragen ingediend, nl. 104 voor multilaterale schoolpartnerschappen waarvan 34 uit het basisonderwijs en 70 uit het secundair onderwijs en 7 voor bilaterale schoolpartnerschappen. Het aantal aanvragen ligt daarmee aanzienlijk lager dan de 257 in 2007. Wat logisch is, gezien de in 2007 goedgekeurde projecten een toezegging hebben van 2 jaar. Verlengingsaanvragen kunnen en hoeven niet meer. Een vergelijking met het aantal aanvragen
Comenius
voor nieuwe projecten in 2007 geeft een correcter beeld. Het verschil (118 aanvragen in 2007 en 111 aanvragen in 2008) is dan erg klein. Wordt het aantal lopende projecten vergeleken, dan scoort 2008 zelfs beter dan 2007. Dankzij de combinatie van een kleiner aantal aanvragen en een toename van het budget (€ 1.850.000 voor heel Comenius, waarvan € 1.345.000 voor schoolpartnerschappen), kunnen maar liefst 91 aanvragen (87 voor multilaterale, 4 voor bilaterale schoolpartnerschappen) worden goedgekeurd. Hiermee wordt voor de multilaterale schoolpartnerschappen het hoogste slaagpercentage in alle deelnemende landen behaald, nl. 84%. Bij de door Vlaamse scholen gecoördineerde projecten ligt het slaagpercentage nog hoger, nl. boven de 90%. G o e d g e k e u r d e S c h o o l p a r t n e r s c h a p p e n v o l g e n s o n d e r w i j s t y p e : v e r g e l i j k i n g 2 0 01-2 0 0 6 v s . 2 0 0 7 en 2008
kleuteronderwijs lager onderwijs buitengewoon basisonderwijs subtotaal basisonderwjs ASO TSO / BSO buitengewoon secundair onderwijs subtotaal secundair onderwijs algemeen totaal
2 0 01-2 0 0 6 (S O C R AT E S I I )
2007 ( L L P *)
2008 ( L L P *)
18 (1%) 4 0 9 ( 3 4%)
1 (1%) 59 ( 3 4%)
2 (2 %) 2 5 (2 7 %)
59 (5 %)
8 (5 %)
2 (2 %)
4 8 6 (4 0 %)
6 8 (4 0 %)
2 9 (32 %)
374 ( 31%) 24 6 (2 0 %)
5 0 (2 9 %) 4 0 (2 3 %)
2 7 (3 0 %) 2 8 (31%)
113 (9 %)
14 (8 %)
7 (8 %)
7 33 (6 0 %)
10 4 (6 0 %)
6 2 (6 8 %)
1. 219
17 2
91
(*) L i f e l o n g L e a r n i n g P r o g r a m m e
De projectbudgetten liggen tussen € 6.000 en € 20.000 (voor 2 jaar). Wat de verdeling tussen de onderwijsniveaus en –types betreft, verschilt 2008 opmerkelijk van de vorige jaren. De deelname van het TSO/BSO stijgt van ongeveer 20% naar ongeveer 30%. Het basisonderwijs valt van 40% naar 32%. Het aandeel van het kleuteronderwijs (net als TSO/BSO een prioritaire doelgroep) neemt dan weer licht toe: van 1% naar 2%. Die toename is opvallender als we enkel kijken naar het aandeel van het kleuteronderwijs binnen de projecten van het basisonderwijs: van 1 op 68 projecten of 1,5% in 2007 naar 2 op 29 of 7% in 2008. Of er sprake is van een trend, is moeilijk te zeggen. Maar het buitengewoon onderwijs, het kleuteronderwijs, het TSO en het (D)BSO blijven de eerstkomende jaren hoe dan ook een prioritaire doelgroep, zowel bij de informatieactiviteiten als bij de selectie. Bij de meest voorkomende projectthema’s in 2008 staat “ICT en nieuwe technologieën” op één, “Europees burgerschap” en “milieu en duurzame ontwikkeling” op een gedeelde tweede plaats, en “vreemde talen” op drie.
Voorbereidende bezoeken en contactseminaries Scholen kunnen een Comeniusbeurs (van max. € 1.500) aanvragen om met 1 of 2 vertegenwoordigers een bezoek te brengen aan een potentiële partnerschool. Tijdens een voorbereidend bezoek wordt de haalbaarheid van een gezamenlijk Comeniusproject onderzocht en kan een degelijk projectvoorstel worden uitgewerkt. Een contactseminarie wordt doorgaans georganiseerd door een Nationaal LLP-Agentschap en is een variant van een voorbereidend bezoek. Vertegenwoordigers van scholen uit
15
Comenius
verschillende landen komen er samen en krijgen informatie over Comenius. Ze worden ondersteund bij het vinden van projectpartners en begeleid bij de opmaak van een degelijk projectvoorstel. Deelname aan een contactseminarie is de ideale opstap voor scholen die voor het eerst met Comenius kennismaken. Een Comeniusbeurs dekt de reis-, verblijfs- en inschrijvingskosten van de deelnemers. In de periode 2000-2006 vinden jaarlijks een 80tal voorbereidende bezoeken en/of deelnames aan contactseminaries plaats. In 2007 nemen 30 scholen deel aan een voorbereidend bezoek aan 30 scholen in 17 verschillende Europese landen. Vertegenwoordigers van 14 scholen nemen deel aan 4 contactseminaries in het buitenland. In 2008 nemen 23 scholen deel aan een voorbereidend bezoek aan evenveel scholen in 7 verschillende Europese landen. Vertegenwoordigers van 21 scholen nemen deel aan 8 contactseminaries in het buitenland. EPOS organiseert zelf ook contactseminaries, nl. 3 in 2007, waarvan 2 voor het basisonderwijs en 1 voor het TSO/BSO. In 2008 worden opnieuw 3 seminaries ingericht waarvan 2 voor het kleuteronderwijs en 1 voor het buitengewoon onderwijs. Telkens schrijven een 40-tal deelnemers in waarvan ruim 30 uit het buitenland. Qua financiering wordt vooral beroep gedaan op cofinanciering vanwege de Vlaamse overheid. Het budget voor beurzen voor voorbereidende bezoeken en deelname aan contactseminaries in het buitenland bedraagt € 42.500 in 2007 en € 35.000 in 2008.
16
Nascholingsbeurzen voor personeel in het schoolonderwijs Via Comenius kunnen leerkrachten, directeurs, inspecteurs, pedagogische begeleiders, administratief en ander personeel een beurs krijgen om zich te herbronnen, te verdiepen, te bekwamen in hun job. Dit kan door deelname aan een internationale nascholingscursus, het volgen van een collega in het buitenland (“job shadowing”) of deelname aan een internationale conferentie over diverse aspecten van het schoolonderwijs. In de periode 2000-2006 worden 386 nascholingsbeurzen toegekend, gemiddeld een 55-tal per jaar. In de overgrote meerderheid van de gevallen gaat het daarbij om cursussen (vaak over taaldidactiek), zelden over een conferentie en sporadisch over “job shadowing”. In 2007 is er op het vlak van inhoudelijke invulling geen opmerkelijke wijziging. Wel stijgt het aantal aanvragen spectaculair naar 144. Het voorziene budget van € 92.000 kan, dankzij verschuivingen binnen het Comeniusbudget, opgetrokken worden tot € 137.000, waardoor 91 aanvragen kunnen worden goedgekeurd. Opvallend is het sterk gestegen aantal aanvragen uit de lerarenopleidingen (een prioritaire doelgroep). In 2008 blijft het aantal aanvragen min of meer stabiel, nl. 143. De lerarenopleidingen blijven sterk vertegenwoordigd. Dankzij een verdere stijging van het budget naar € 223.000 kunnen nog meer aanvragen worden goedgekeurd, nl. 116 of 81%.
E v o l u t i e a a n g e v r a a g d e /g o e d g e k e u r d e n a s c h o l i n g s b e u r z e n 2 0 01-2 0 0 8 2 0 01
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
137 81
54 43
84 58
97 64
93 58
82 47
14 4 91
143 116
goedkeuringen aanvragen
“(…) gaf ons de kans om actief betrokken te worden bij het identificeren en het verkennen van de eigen behoeften en de rol als mentor in de aanvangsperiode van beginnende leerkrachten, alsook bij de beoordeling en de evaluatie van de verschillende strategieën en materialen die momenteel beschikbaar zijn ter ondersteuning in de scholen. De ontmoeting zorgde voor een toename van onze kennis over de kwaliteiten, vaardigheden en gedragingen die verbonden zijn aan de ondersteuning van beginnende leerkrachten.” getuigenis van een mentor voor het basisonderwijs en minicrèches die in oktober 2008 deelnam aan een Comeniusnascholing in Boedapest, Hongarije
Comenius
Comenius (Taal) Assistenten en gastscholen voor Comenius (Taal) Assistenten Via deze actie kunnen toekomstige leerkrachten een beurs krijgen om voor een periode van minimum 3 maand tot maximum een volledig schooljaar stage te lopen in een school in het buitenland. Als “Comenius Assistent” geven ze les, begeleiden ze leerlingen bij projectwerk en extra-murosactiviteiten. Ze laten leerkrachten, leerlingen en ouders van hun gastschool als het ware “proeven” van hun eigen land en cultuur. Scholen kunnen op hun beurt een aanvraag indienen om een Comenius Assistent te ontvangen. In de periode 2000-2006 (Socrates II) gaat het om Comenius Taalassistenten, dus toekomstige taalleerkrachten. Er worden jaarlijks een 25-tal Vlaamse Comenius Taalassistenten uitgestuurd, met een sterke toename vanaf 2005. Omgekeerd komen jaarlijks 15 tot 20 buitenlandse Taalassistenten naar Vlaanderen. Vanaf 2007 wordt de doelgroep uitgebreid naar alle toekomstige leerkrachten, dus ongeacht hun vakgebied. De actie verandert dan ook van naam, naar (gastscholen voor) Comenius Assistenten. 43 Vlaamse Comenius Assistenten reizen naar het buitenland om er stage te lopen en 22 Vlaamse scholen ontvangen een buitenlandse Comenius Assistent.
18
In 2008 worden tot nu toe 32 beurzen aan Comenius Assistenten toegekend en 10 scholen zullen een buitenlandse Comenius Assistent ontvangen.
E v o l u t i e a a n g e v r a a g d e /g o e d g e k e u r d e b e u r z e n v o o r C o m e n i u s ( Ta a l ) A s s i s t e n t e n 2 0 01-2 0 0 8 2 0 01
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
27 10
29 16
49 26
39 22
64 41
95 43
68 43
61 32 *
goedkeuringen aanvragen (*) v o o r l o p i g c i j f e r, n o v e m b e r 2 0 0 8
E v o l u t i e G a s t s c h o l e n v o o r C o m e n i u s ( Ta a l ) A s s i s t e n t e n 2 0 01-2 0 0 8 2 0 01
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
35 15
29 16
38 13
23 14
27 17
42 27
39 22
28 10 *
ef fectief ontvangen assistenten aanvragen (*) v o o r l o p i g c i j f e r, n o v e m b e r 2 0 0 8
19
Erasmus
3. 4. 5. 2007 is een bijzonder jaar voor Erasmus. Immers 20 jaar geleden vertrokken de eerste studenten onder de Erasmusvlag. In het kader van de viering 20 jaar Erasmus worden gedurende het hele jaar activiteiten georganiseerd. EPOS neemt aan verschillende van deze activiteiten deel: rechtstreeks via een seminarie op 18 december in Gent en via sponsoring van Erasmus Student Network activiteiten (januari en juni). Maar 2007 betekent ook het begin van een nieuwe periode, nl. de integratie binnen Lifelong Learning Programme (LLP). Dit heeft als gevolg dat ook de stages voor hoger onderwijs van het Leonardo da Vinci programma nu deel gaan uitmaken van Erasmus. Bologna en Lissabon benadrukken sterk de samenwerking tussen de wereld van het hoger onderwijs en die van de bedrijven en ondernemingen. Het Agentschap (NA) is verantwoordelijk voor de budgetten van gedecentraliseerde acties voor mobiliteit. Deze acties bestaan uit: 1. 1. de individuele mobiliteit van studenten met acties Student Mobility for Study (SMS) en Student Mobility for Placement (SMP) 2. 2. de stafmobiliteit van personeel van universiteiten en hogescholen met acties Staff Mobilty for Teaching Assignment en Staff Mobility for Staff Training
20
3. de projecten rond intensieve programma’s (IP) 4. de taalcursussen Nederlands voor inkomende Erasmus studenten met actie Erasmus Intensive Language Courses (EILC).
Het NA sluit voor het organiseren van activiteiten contracten af met universiteiten en hogescholen die hiervoor van de Europese Commissie een Erasmus University Charter krijgen. In 2007 en 2008 heeft het NA contracten met 30 instellingen (7 universiteiten en 23 hogescholen). Twee instellingen nemen alleen deel aan de gecentraliseerde acties die door het Education, Audiovisual and Culture Executive Agency (EACEA) beheerd worden. Deze instellingen hebben dus geen contract met het NA.
Studentenmobiliteit (SMS en SMP) Erasmusbeurzen worden toegekend aan studenten die in het kader van een bepaalde studie (SMS) enkele maanden willen doorbrengen aan een partner universiteit van hun eigen instelling in een andere Europees land. Zij blijven ingeschreven aan de eigen universiteit. Er zijn afspraken gemaakt over de erkenning van de studiepunten, die zij tijdens hun verblijf in het buitenland behalen. Deze gang van zaken blijft in het kader van Leven Lang Leren ongewijzigd.
Studentenaantallen per thuisinstelling code instelling naam instelling
2 0 0 2- 0 3
2 0 0 3- 0 4
2004-05
2005-06
2006-07
B A N T W E R P 01 U n i v e r s i t e i t A n t w e r p e n
18 3
17 7
17 7
18 0
16 5
B A N T W E R P57 H o g e s c h o o l A n t w e r p e n
121
102
137
133
10 6
B A N T W E R P5 8 P l a n t i j n H o g e s c h o o l A n t w e r p e n
48
54
65
58
57
B A N T W E R P59 K a r e l d e G r o t e - H o g e s c h o o l A n t w e r p e n
80
12 2
117
10 0
83
B ANTWERP60 Lessius Hogeschool
83
92
94
98
78
B A N T W E R P 61 H o g e r e Z e e v a a r t s c h o o l
0
0
0
0
0
B B R U G G E 11
Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende
49
59
54
34
39
63
70
80
93
63
0
0
0
5
57
80
62
77
B B R U S S E L 01
Vrije Universiteit Brussel
B BRUSSEL02
Katholieke Universiteit Brussel
B BRUSSEL05
Europese Hogeschool Brussel (EHSAL)
B B R U S S E L 37
H o g e s c h o o l S i n t- L u k a s B r u s s e l
12
8
11
7
3
B BRUSSEL43
H o g e s c h o o l v o o r We t e n s c h a p e n K u n s t
118
132
112
12 0
16 6
B BRUSSEL46 Erasmushogeschool Brussel
51
54
38
52
43
B D I E P E N B 01
Universiteit Hasselt
44
43
31
35
45
Daarnaast kunnen studenten tijdens hun opleiding aan een Vlaamse universiteit of hogeschool nu ook stage (SMP) lopen in 1 van de 30 landen die deelnemen aan LLP. Bedoeling is dat in 2012 Europabreed minimaal drie miljoen Europese studenten hebben deelgenomen aan Erasmus.
B DIEPENB07
Tr a n s n a t i o n a l e U n i v e r s i t e i t L i m b u r g
87
2
2
B GEEL07
Katholieke Hogeschool Kempen
52
66
70
66
70
B G E N T 01
Universiteit Gent
42 5
400
4 41
45 2
493
B G E N T 16
K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l S i n t- L i e v e n
93
92
78
111
73
B GENT25
Hogeschool Gent
170
18 9
18 4
209
155
B G E N T 39
Artevelde Hogeschool
10 6
121
99
99
97
B H A S S E LT 0 3
Xios Hogeschool
9
19
18
23
16
B H A S S E LT 2 0
Katholieke Hogeschool Limburg
49
56
49
52
58
B H A S S E LT 21
Provinciale Hogeschool Limburg
19
17
20
17
18
In 2007 sluit het NA voor mobiliteit 30 contracten (studentenmobiliteit, stafmobiliteit en organisatie van mobiliteit) af voor een totaal budget van € 4.338.158.
B HEVERLE05
E v a n g e l i s c h e T h e o l o g i s c h e Fa c u l t e i t
0
0
0
0
0
B K O R T R I J 01
K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - We s t-V l a a n d e r e n
93
117
96
95
85
B KORTRIJ03
H o g e s c h o o l We s t- V l a a n d e r e n
34
23
36
29
42
B L E U V E N 01
Katholieke Universiteit Leuven
5 41
5 03
5 21
5 81
7 39
B LEUVEN04
Groep T Hogeschool Leuven
6
0
1
1
2
B L E U V E N18
Katholieke Hogeschool Leuven
67
84
75
83
99
In 2008 zijn er eveneens 30 contracten voor een budget van € 4.806.576.
B M E C H E L E 14 K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l M e c h e l e n
44
40
47
57
39
2.662
2 . 675
2.728
2.845
2 . 917
totalen
21
Erasmus
S t u d e n t e n m o b i l i t e i t 19 8 8 -2 0 0 7
S t u d e n t e n p e r g a s t l a n d 2 0 0 0 -2 0 0 7
AT BG CH CY CZ DE DK EE ES FL FR GB GR HU IE IS IT LT LUX LV MT NL NO PL PT RO SE SF SI SK TR totalen
universiteiten
totaal
88/89
50
217
2 67
8 9/ 9 0
12 8
35 3
481
9 0 / 91
252
5 76
828
91/ 92
2 91
8 49
1.14 0
2 0 0 0 - 01
2 0 01- 0 2
2 0 0 2- 0 3
2 0 0 3- 0 4
2004-05
2005-06
2006-07
57 1
56 8
58 3
64 10
84 10
59 13
60 10
92 / 93
462
965
1. 4 27
93/ 9 4
592
1. 33 9
1. 931
14 219 51 3 536
14 214 56 583 8
3 27 19 0 67 648 4
33 17 7 41 672 1
3 34 16 5 69 2 7 01
7 51 18 3 49 6 699
94/95
834
1. 316
2 .15 0
9 5/ 9 6
9 76
1. 3 9 4
2 . 370
96/97
1. 0 0 4
1. 3 8 4
2.388
9 7/ 9 8
1.16 6
1. 3 41
2.507
98/99
1. 3 0 4
1. 3 9 0
2.694
55 4 24 8 50 9 67
5 35 17 1 50 20 49 3 2 03 2
5 61 131 37 22 45 4 192 5
577 16 0 51 34 52 3 2 01 3
1. 32 8
1. 313
2 . 6 41
0 0 / 01
1. 245
1. 33 0
2 . 575
01/ 0 2
1.4 0 0
1. 32 8
2.728
02/03
1.4 0 6
1. 2 5 6
2.662
0 3/ 0 4
1.4 8 2
1.193
2 . 675
04/05
1.4 81
1. 247
2.728
1 2 208 36 21 10 0 6 90 12 0 2 2
7 2 24 5 28 33 12 5 5 98 12 3 4 1
5 10 161 45 54 151 13 12 8 14 4 15 9 41
1. 5 0 4
1. 3 41
2.845
8 15 0 23 55 14 4 7 110 142 12 5 7
4 8 141 51 55 12 9 11 118 14 0 8 7 25
0 5/ 0 6
5 2 02 30 33 12 6 9 97 12 8 4 6
5 33 15 6 49 17 44 3 212 4 3 4 8 18 8 24 34 13 6 14 87 14 8 7 6
9 9/ 0 0
17 7 1
559 209 52 26 53 3 212 4
3 55 207 63 10 677 1 544 141 29 38 50 3 24 0 10
06/07
1.415
1. 5 02
2 . 917
totalen
18 . 32 0
21. 6 3 4
39. 9 5 4
2 . 575
2.728
2 . 67 3
2 . 675
2.728
2.854
2 . 917
Dankzij de Vlaamse co-financiering voor een Erasmus studieverblijf (SMS) krijgen alle deelnemende studenten een maandelijks extra van € 100. Academiejaar 2006-2007 kende een “BAMA” effect: tijdens dit jaar gaan meer studenten tijdens hun het 3de jaar naar het
22
hogescholen
buitenland dan vroeger en dit meestal in de richtingen met een éénjarige Master. Voorlopige cijfers geven het volgend beeld: In 2007-2008 zijn er in totaal 2.954 studenten met Erasmus vertrokken waarvan 2.637 voor een stageverblijf (SMS) en 317 voor een stage (SMP, de vroegere Leonardo da Vinci stages). De eerste rapportering (31 oktober 2008) voor 2008-2009 heeft betrekking op de studenten die vertrokken zijn tijdens de eerste semester en zullen vertrekken in de tweede semester. In totaal zijn dat 3.293 studenten waarvan 2.744 voor studie en 549 voor stages.
Sinds 2000 stijgt het aantal inkomende Erasmus studenten voortdurend. Er zijn nu meer dan 3.600 studenten die een Erasmus studieverblijf volgen in Vlaamse universiteiten en hogescholen. De meeste studenten komen uit Spanje (20,9%), Polen (12,4%), Italië (7,4%), Turkije (6,2%), Frankrijk (6,1%), Duitsland (5,5%) en Nederland (5,0%).
Aantal inkomende (VL) Erasmusstudenten per thuisland
Denemarken Duitsland Griekenland Spanje Fr a n k r i j k Ierland Italië Luxemburg Nederland Oostenrijk Por tugal Finland Zweden Ve r e n i g d K o n i n k r i j k Bulgarije Ts j e c h i ë Estland Letland Litouwen Hongarije Polen Roemenië Slovenië Slovakije Cyprus Malta Tu r k i j e Ijsland Liechtenstein Noor wegen totalen
0 3/ 0 4
04/05
0 5/ 0 6
06/07
0 7/ 0 8
35 207 79 5 76 230 25 220 0 15 0 41 141 132 36 72 1. 9 4 4 38 88 5 23 58 71 254 78 21 45 6 81 0 1
40 174 85 568 18 5 11 217 0 17 7 34 114 97 39 64 1. 8 0 5 42 91 6 28 46 83 32 0 67 25 55 76 3 2 6 48
40 18 8 82 689 208 34 229 0 14 4 57 135 10 4 52 86 2.048 41 119 4 37 96 114 3 42 94 28 63 93 8 1 4 141
32 18 8 93 7 10 207 23 253 1 17 1 45 113 12 0 49 10 0 2 .10 5 67 124 12 57 93 119 42 0 76 30 50 1. 0 4 8 4 8 210
23 207 70 6 55 200 26 2 33 0 139 41 113 82 48 63 1. 9 0 0 55 121 11 56 103 15 0 42 7 88 22 63 1. 0 8 6 2 6 214
4 0 18
3 0 12
3 0 22
6 3 12
6 1 13
2.648
2 . 6 39
3.157
3. 39 6
3. 2 2 8
Stafmobiliteit Naast de vertrouwde docentenmobiliteit, biedt het nieuwe Erasmus nu ook 3 nieuwe types van stafmobiliteit: 1. docenten kunnen zich bijscholen in een buitenlands bedrijf of organisatie 2. administratief personeel kan zich bijscholen bij een partneruniversiteit of hogeschool 3. een Vlaamse universiteit of hogeschool kan een personeelslid uit een buitenlands bedrijf (onderneming, organisatie) uitnodigen om studenten te laten kennis maken met de praktijk. Ondanks het bescheiden budget loopt de klassieke docentenmobiliteit in Vlaanderen zeer goed. Het NA heeft zich tijdens studiedagen vooral toegelegd op het aanmoedigen van de nieuwe vormen van stafmobiliteit, wat resulteerde in interessante cijfers in 2008.
“(...) Het besluit van het ganse verhaal is dus heel duidelijk: internationalisering en de Europese onderwijsprogramma’s hebben mijn loopbaan in het onderwijs en dat van de honderden studenten die eraan deelgenomen hebben duidelijk beïnvloed. Ik heb er geen carrière mee gemaakt maar ik heb mijn job voor mezelf en de honderden studenten die in al die jaren gepasseerd zijn een uiterst interessante dimensie kunnen geven. Ik heb fantastische, gedreven mensen ontmoet in heel Europa” Ignace Ingelaere – Katholieke Hogeschool Leuven (Erasmuscoördinator 1995-2007)
23
Erasmus
E r a s m u s u i t g a a n d e d o c e n t e n m o b i l i t e i t t u s s e n 02 / 0 3 e n 0 6 / 0 7 06/07
0 5// 0 6
04/05
0 3/ 0 4
02/03
Finland Spanje Nederland Por tugal Fr a n k r i j k Zweden Tu r k i j e Italië Polen Duitsland Denemarken Ve r e n i g d K o n i n k r i j k Roemenië Oostenrijk Hongarije Noor wegen Griekenland Ierland Ts j e c h i ë Estland Litouwen Letland Slovenië Bulgarije Cyprus Slovakije Malta Ijsland Luxemburg
86 82 70 50 49 32 31 30 29 24 23 22 20 20 19 19 13 13 12 11 10 9 8 7 45 6 2 0 0
73 68 73 54 43 25 33 24 43 27 20 28 21 21 22 20 25 15 30 12 20 14 6 12 0 8 5 0 0
80 78 59 39 36 26 16 24 31 30 14 16 31 22 17 11 23 15 21 5 10 9 6 9 1 5 1 4 1
71 80 58 33 41 19 0 32 30 31 14 27 25 17 19 18 16 17 24 2 14 6 8 15 1 11 6 3 1
62 84 50 34 36 23 0 30 31 30 17 34 27 25 17 13 18 11 20 3 13 4 5 6 2 11 3 1 0
totalen
7 17
74 2
6 39
6 39
610
Intensieve programma’s Een Intensief Programma (IP) is een kort studieprogramma voor studenten en medewerkers van hoger onderwijs instellingen in verschillende deelnemende landen. Sinds 2007 is het NA verantwoordelijk voor deze nu gedecentraliseerde actie. Dit betekent dat het NA van groep over selectie tot eindafrekening de gehele projectcyclus beheert.
24
Door deze decentralisatie is het aantal IP’s in Europa toegenomen maar de transnationaliteit van het beschikbare budget is verloren gegaan. Dit heeft voor gevolg dat Vlaanderen onmogelijk met het eigen Erasmus budget hetzelfde aantal IP’s (34 in 2006) kan laten coördineren. Immers bij een IP krijgt de coördinator van zijn NA het gehele budget voor het project inclusief het deel bestemd voor de partnerinstellingen.
Erasmus als professionalisering van de loopbaan “Tot er plots een opening komt: Erasmus lonkt en lokt. En dan begin je te hoppen, eerst misschien grensoverschrijdend ofwel onmiddellijk naar een verre uithoek van Europa. Mensen ontmoeten, die hetzelfde beroep uitoefenen en toch een heel andere kijk hebben op didactiek, op vakinhoud. Nooit uitgepraat geraken, dus ook laat op de dag nog discussiëren, spelen met talen, de wereld verbeteren, culturele diversiteit opzuigen...” Annemie Van den Dries – KATHO (Erasmuscoördinator 19872007)
Om de Europese dimensie van de selectie te bewaren en om belangenconflicten te vermijden werkt het NA voor de selectie samen met het NA van Nederland (NUFFIC). Hierdoor worden alle Vlaamse en Nederlandse IP aanvragen telkens door een Vlaams en een Nederlands academisch expert beoordeeld. Door de erfenis van het grote aantal gecoördineerde IP’s die recht hebben op 2 hernieuwingen ontstaat een grote druk op het beschikbare budget. De Commissie geeft de NA’s met veel “renewal” aanvragen extra steun. Hierdoor
kunnen in 2007 en 2008 in Vlaanderen toch nog talrijke IP’s geselecteerd en betoelaagd worden. In 2007 kregen 20 Intensieve Programma’s (IP) een contract voor een totaal budget van € 732.547. In 2008 kregen 21 Intensieve Programma’s (IP) een contract voor een totaal budget van € 765.676.
Erasmus Intensive Language Courses (EILC) Voor de Erasmus studenten voorziet EILC in specifieke cursussen Nederlandse taal en cultuur. Deze richten zich enerzijds tot studenten die nadien hoofdzakelijk lessen in het Engels zullen volgen. Anderzijds bieden zij cursussen aan van een hoog niveau voor hen die de opleiding in het Nederlands zullen volgen. Het NA organiseert in september en januari de oproep en selecteert de talencentra die de cursussen zullen inrichten. De talencentra op hun beurt selecteren de studenten die ze zullen toelaten en bepalen het niveau van hun kennis van het Nederlands. Naast Europese subsidie is er ook Vlaamse cofinanciering. In 2007 lopen 7 contracten voor cursussen waaraan 518 studenten deelnemen. Het totale budget bedraagt € 148.500.
Erasmus en de impact op een onderwijsloopbaan “Heel veel van het plezier dat ik beleefd heb aan mijn loopbaan in onderwijs en dat ik nog steeds beleef, heb ik te danken aan de enorme kracht die er uitgegaan is van het Erasmusprogramma en de internationale dimensie die dit programma heeft doen overwaaien naar onze opleidingen. Vandaag ben ik zeker geen einzelgänger meer in eigen rangen maar voel ik me meer en meer omringd met jonge collega’s, overal in Europa, die samen eenzelfde doel nastreven...” Hilde Chantrain – Lessius Hogeschool (Erasmuscoördinator 1993-2007)
Bologna Experten Als Erasmus NA is EPOS ook verantwoordelijk voor de begeleiding van het team van Bologna Experten in Vlaanderen. Dit team bestaat uit experten uit het hoger onderwijs, aangeduid door de VLIR en de VLHORA. Het wordt gecoördineerd door de afdeling Universiteiten van het Departement Onderwijs en Vorming. Er wordt gewerkt rond Learning Outcomes, Joint degrees en erkenning van het buitenlandse diploma’s.
In 2008 lopen eveneens 7 contracten voor cursussen waaraan 546 studenten deelnemen. Het totale budget bedraagt € 180.000.
25
Aanver wante pro gramma’s hoger onder w ijs
Projecten die deel uitmaken van Actie 1 zijn geselecteerd voor 5 academiejaren en hebben automatisch toegang tot de fondsen van Actie 2, nl. beurzen voor buitenlandse (niet EU) studenten.
Erasmus Mundus (EM) Een van de actielijnen van het Bologna Actieplan is de externe dimensie van het EU Hoger Onderwijs. In 2003 introduceert de Commissie hiervoor het Erasmus Mundus programma. De eerste periode van EM loopt van 2004 tot en met 2008. Het doel van Erasmus Mundus is de kwaliteit van het Europees hoger onderwijs te bevorderen, het over de hele wereld te promoten en de samenwerking met landen buiten de EU te bevorderen. Het Erasmus Mundus-programma is opgebouwd uit vier verschillende onderdelen, acties genoemd: Actie 1: Erasmus Mundus masters Actie 2: Beurzen Actie 3: Partnerinstellingen Actie 4: Verbeteren van aantrekkingskracht De Vlaamse hoger onderwijsinstellingen zijn van bij aanvang zeer actief in de verschillende acties van Erasmus Mundus. Jaarlijks worden diverse aanvragen ingediend. Uiteindelijk zijn gedurende die eerste periode 4 universiteiten, nl.: UGent, KULeuven, UAntwerpen en VUB en 1 hogeschool, nl.: de Gentse Katholieke Hogeschool St.-Lieven betrokken in 12 Erasmus Mundus Master Courses (EMMC) en dit als coördinator of partner. In totaal lopen er 103 EMMC in de EU.
26
De Vlaamse EMMC nemen succesvol deel aan Actie 3 en realiseren aansluitingen met niet-Europese universiteiten in de consortia. Daarnaast zijn enkele hoger onderwijsinstellingen betrokken bij Actie 4 projecten. In 2008 is er geen oproep voor EM A1 projecten. De projecten die in 2004 startten, gaan met academiejaar 20082009 hun laatste jaar in. Vanaf 2009 loopt Eramus Mundus-programma II waarbij Actie 1, 2 en 3 geïntegreerd worden in één actie. Voortaan zijn er ook beurzen voor Europese studenten die zich inschrijven voor EMMC. Tot nu toe is hun deelname niet erg succesvol. Zij vragen de gewone Erasmus beurzen aan om hun verblijf bij de andere partners van het consortium te financieren. EM II zal ook Joint Doctorates ontwikkelen en vormt een grote nieuwe uitdaging voor de Vlaamse instellingen. Op 18 december 2008 organiseerde EPOS een eerste informatiedag over EM II.
Erasmus Mundus External Cooperation Windows (EMECW) Sinds 2006 financiert de Commissie via de budgetlijnen van Directoraat-generaal Externe Relaties het programma EM External Cooperation Windows. EMECW is eigenlijk een klassiek mobiliteitsprogramma volgens het Erasmus model voor studenten van en naar
Europa van BA, MA, PhD en post doc niveau. Het verschil met Erasmus is dat mobiliteit gebaseerd is binnen consortia van universiteiten buiten Europa. Deze laatste zijn opgedeeld in geografische “loten”. Eén Vlaamse hogeschool en 3 universiteiten zijn betrokken in 5 EMECW. Zij kunnen hierbij terugvallen op hun ervaring uit TEMPUS en andere EU of nationale programma’s. De betrokken gebieden zijn: Centraal Azië, Midden-Oosten, India, Latijns Amerika en Western Balkans. In totaal waren er 5 loten. In december 2008 wordt voor het laatst een EMECW Project ingediend. Vanaf 2009 wordt dit programma een deel van het nieuwe EM II.
TEMPUS Na de val van de Berlijnse Muur en de opening van Centraal - en Oost Europa ontwikkelde de Commissie een programma voor de hervorming van het hoger onderwijs. Dit samenwerkingsprogramma is uitgebreid tot alle buurlanden van de EU, van Marokko tot Moermansk. Een belangrijk luik heeft betrekking op de voorbereiding van de Balkan landen die nog geen lid zijn van de EU. Deze landen zijn lid van het Bologna-proces maar kunnen hiervoor geen beroep doen op de fondsen van het LLP. TEMPUS biedt hen deze mogelijkheid. De 3 TEMPUS regio’s zijn: 1. Noord-Afrika en Midden-Oosten 2. Russische Federatie, Ukraïne, Moldavië, de Kaukasus en Centraal-Azië 3. Western Balkans
In al deze doellanden zijn de Vlaamse hoger onderwijsinstellingen betrokken in diverse projecten. Landen die geen lid zijn van het Bologna-proces kunnen via TEMPUS beroep doen op Bologna-experten uit de EU. Ze kunnen ook zelf een team samenstellen met eigen experten voor de hervorming van het hoger onderwijs. 2008: aantal projecten: 9
EU-ATLANTIS Het programma Atlantis richt zich op samenwerking tussen het hoger onderwijs in de EU en de Verenigde Staten. Het kent drie onderdelen: Transatlantic Degree Consortia, Policy Oriented Measures, Excellence Mobility Projects. 2008: aantal projecten met Vlaamse deelname: 2
EU-CANADA Eén van de voornaamste actiepunten van het samenwerkingsprogramma EU-Canada is de mobiliteit van studenten en docenten uit Canada en de EU bevorderen. 2007: aantal projecten met Vlaamse deelname: 1
EU-Australia, EU-New Zealand, EUJapan, EU-Korea Dit programma richt zich tot het hoger onderwijs. Doel is om een internationaal curriculum te ontwikkelen en de mobiliteit van stafleden en studenten te bevorderen.
27
Aanver wante pro gramma’s hoger onder w ijs Doelstelling is de mobiliteit van de studenten hoger onderwijs binnen de Gemeenschappen van België te bevorderen. Het biedt universiteits- en hogeschoolstudenten de mogelijkheid om een gedeelte van hun opleiding te volgen aan een universiteit of een hogeschool in een andere Gemeenschap. Zo krijgen zij de kans zich via hun studie effectief te integreren in de taal en de cultuur van die andere Gemeenschap en zich de leef- en denkwereld van een andere omgeving eigen te maken.
Het budget voor deze programma’s is zeer klein. Daarom worden er maar tussen 5 en 8 projecten per jaar geselecteerd. In 2007 en 2008 zijn er geen projecten met Vlaamse deelname.
Erasmus Belgica (ERABel) Erasmus Belgica, een initiatief gesteund door het Prins Filipsfonds, is een samenwerkingsproject tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap. Het volgt in grote lijnen dezelfde principes als het Erasmus programma.
In 2004-2005 vinden de eerste uitwisselingen plaats. In 2006-2007 maken 85 studenten uit Vlaamse universiteiten en hogescholen gebruik van ERABel. Volgens het interim rapport zullen dat er 94 in 2007-2008 zijn.
E r a s m u s B e l g i c a s t u d e n t e n m o b i l i t e i t 2 0 0 4 -2 0 0 5 p e r g a s t i n s t e l l i n g e n s t u d i e g e b i e d code instelling
naam instelling
totaal bedrijfskunde, onder wijs, wetenschaplerarenpen opleiding
B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B
H AU T E E C O L E C AT H O L I Q U E D U L U X E M B O U R G B L A I S E PA S C A L FA C U LT E S U N I V E R S I TA I R E S S A I N T- L O U I S UNIVERSITE LIBRE DE BRUXELLES H AU T E E C O L E C F B R U X E L L E S H AU T E E C O L E E P H E C H AU T E E C O L E G A L I L E E H AU T E E C O L E I L I A P R I G O G I N E H AU T E E C O L E ‘ G R O U P E I C H E C- I S C S A I N T L O U I S - I S F S C ’ H AU T E E C O L E L E O N A R D D E V I N C I H AU T E E C O L E L U C I A D E B R O U C K E R E H AU T E E C O L E N A M U R O I S E C AT H O L I Q U E - H E N A C H AU T E E C O L E R O I B AU D O U I N UNIVERSITE DE LIEGE H AU T E E C O L E H E M E S H AU T E E C O L E D E L A V I L L E D E L I E G E H AU T E E C O L E C H A R L E M AG N E D E L A C . F. U N I V E R S I T E C AT H O L I Q U E D E L O U VA I N H AU T E E C O L E C H A R L E R O I - E U R O P E FA C U LT E P O LY T E C H N I Q U E D E M O N S U N I V E R S I T E D E M O N S - H A I N AU T FA C U LT E S U N I V E R S I TA I R E S N O T R E - DA M E D E L A PA I X H AU T E E C O L E D ’ E N S E I G N E M E N T S U P E R I E U R D E N A M U R H AU T E E C O L E D E L A C . F. A L B E R T J A CQ UA R D
1 1 3 9 8 2 1 8 2 1 10 5 5 1 1 1 5 1 1 3 1 5 2
ARLON08 BRUXEL02 BRUXEL04 BRUXEL81 BRUXEL82 BRUXEL84 BRUXEL85 BRUXEL86 BRUXEL87 BRUXEL88 CHAMPIO02 HAINEP02 L I E G E 01 LIEGE36 LIEGE42 LIEGE43 L O U VA I N 01 L O V E R VA 0 2 M O N S 01 MONS03 N A M U R 01 NAMUR02 NAMUR03 totalen
28
77
technische wetenschappen, technologie
geestes wetenschappen
talen en rechts- sociale filologie geleerd- wetenheid schappen
communicatie en infomatiewetenschappen
1
8 5
9
1 8
1
5
1 1 1
1 1 2 1
1
1 3
2
14
7
1
15
1
1
3 1
5 2 27
1 2
1
8 1
1
6
6
1
Erasmus Belgica per thuisinstelling code instelling B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B
naam instelling
A N T W E R P 01 U n i v e r s i t e i t A n t w e r p e n ( UA ) A N T W E R P57 H o g e s c h o o l A n t w e r p e n A N T W E R P5 8 P l a n t i j n - H o g e s c h o o l v a n d e P r o v i n c i e A n t w e r p e n A N T W E R P59 K a r e l d e G r o t e - H o g e s c h o o l - K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l A n t w e r p e n ANTWERP60 Lessius Hogeschool B R U G G E 11 K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l B r u g g e - O o s t e n d e B R U S S E L 01 V r i j e U n i v e r s i t e i t B r u s s e l BRUSSEL05 Europese Hogeschool Brussel (EHSAL) B R U S S E L 37 H o g e s c h o o l S i n t- L u k a s B r u s s e l B R U S S E L 4 3 H o g e s c h o o l v o o r We t e n s c h a p e n K u n s t BRUSSEL46 Erasmushogeschool Brussel D I E P E N B 01 L i m b u r g s U n i v e r s i t a i r C e n t r u m D I E P E N B 0 7 t r a n s n a t i o n a l e U n i v e r s i t e i t L i m b u r g (t U L ) GEEL07 Katholieke Hogeschool Kempen G E N T 01 Universiteit Gent G E N T 16 K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l S i n t- L i e v e n GENT25 Hogeschool Gent G E N T 39 Artevelde Hogeschool H A S S E LT 0 3 H o g e s c h o o l L i m b u r g H A S S E LT 2 0 K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L i m b u r g H A S S E LT 21 P r o v i n c i a l e H o g e s c h o o l L i m b u r g K O R T R I J 01 K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l Z u i d - We s t-V l a a n d e r e n K O R T R I J 0 3 H o g e s c h o o l We s t- V l a a n d e r e n - V l a a m s e a u t o n o m e h o g e s c h o o l L E U V E N 01 K a t h o l i e k e U n i v e r s i t e i t L e u v e n L E U V E N18 K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l L e u v e n M E C H E L E 14 K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l M e c h e l e n totalen
2005-06 2004-05 studenten maanden studenten
maanden
1 10 3 2 5
4,5 6 9, 5 12 6 20
9 3
65 21
2006-07 studenten
maanden
6 5 1
2 0 0 7- 0 8 studenten
maanden
36 25 5
5 15
21, 5 85
2 2
8 6
3
12
3 1 1 2
17 3 10 13
4 2
30 8
1
6
5 2 1
16 , 5 8 5
9 3 1 2 1 6
55 9 5 6,5 3 18
6 7 6 6 6 1 1
20 50 18 30 27 5 4
3 8
17 54
4 4 1 1
17 16 3 5
11 2 1
64 14 6
2
20
2 5 5 2 6 1 3 1 2 2 3 9 1
6 45 15 9 18 3 9 3 8 6 30 45 4,5
4 4 3 2 4 2
18 25 9 9 12 6
1
3
2 15 2 6
6 10 4 8 23
6 4 9 10 10
12 18 54 44 37
1
3
11 3 9
66,5 9 40
77
39 7, 5
80
4 41
85
4 02 , 5
94
45 8 , 5
29
Leonardo da Vinci
Het Leonardo da Vinci-programma richt zich tot de specifieke noden van iedereen die betrokken is bij beroepsonderwijs en beroepsopleiding. Het programma wil de competitiviteit van de Europese arbeidsmarkt vergroten. Daarom tracht het Europese burgers te helpen bij het ontwikkelen van hun competenties, het opdoen van nieuwe vaardigheden en uitdiepen van kennis en het verwerven van specifieke kennis en kwalificaties. Het Leonardo da Vinci-programma streeft ernaar al deze verworvenheden grensoverschrijdend erkend te zien. Om de beroepsopleidingssystemen en -praktijken te ondersteunen en te verbeteren, wordt er gewerkt op basis van vier gedecentraliseerde en drie gecentraliseerde acties (voor deze laatste is Vlaanderen niet verantwoordelijk).
Voorbereidende bezoeken In de zomer van 2007 wordt de actie Voorbereidende Bezoeken (PV) aan het Leonardo da Vinci programma toegevoegd. Het succes blijkt uit de cijfers hierna. Een voorbereidend bezoek aan een partner of deelnemen aan een contactseminarie draagt immers bij tot het uitbouwen van een mobiliteitsproject, een partnerschapsproject of een ‘transfer van innovatie’- project. Vo o r b e r e i d e n d e b e z o e k e n projecten goedgekeurd & aantal beurzen
2007
budget
2007
14 38
2008
2008
€ 10 .4 02 , 0 6 € 34.656,50
Mobiliteitsprojecten Vanaf de start van het Leonardo da Vinci-programma, staat mobiliteit centraal. En dit niet alleen voor jongeren uit de initiële beroepsopleiding maar ook voor studenten, afgestudeerden, werknemers, opleiders en opleidingsverantwoordelijken. Ieder van hen krijgt de mogelijkheid om stage te lopen in een ander land.
Door de buitenlandse stage zijn wij met veel mensen in contact gekomen, nieuwe vrienden gemaakt. Ik heb ook geleerd om open te staan voor nieuwe dingen. Ik kan mij nu beter in een andere taal uitdrukken en durf die ook te gebruiken. Ik heb ook geleerd met verschillende problemen om te gaan en die op te lossen. Aleksandra Guiss, deelneemster aan het project ‘Stage toerisme in Fuerteventura‘ – Stedelijke Handelsschool Turnhout
Om het belang van deze mobiliteit te onderstrepen wordt in de periode 2000-2006 het jaarlijks budget voor mobiliteit systematisch opgetrokken. Hierdoor kan het aantal deelnemers per jaar stijgen. Deze evolutie is duidelijk merkbaar in de overzichtstabel op pagina 32. Het aantal deelnemers stijgt van 549 in 2000 naar 945 in 2006. Het budget dat Vlaanderen realiseert/toekent, stijgt van € 774.864 in 2000 naar € 1.806.044 in 2006. De start van het Lifelong Learning Programme (LLP) brengt de stages voor de studenten in het hoger onderwijs voortaan onder in het Erasmus-programma. Dit heeft voor het Leonardo da Vinci-programma een vermindering van de
Initiële beroepsopleiding projecten goedgekeurd
2007
aantal beurzen
2007 2008
budget
2007 2008
34 35
2008
516 573 € 6 6 3.9 91 € 8 7 9. 6 8 6
beschikbare budgetten tot gevolg. Toch merken wij dat voor de doelgroep Jongeren in Initiële Beroepsopleiding (IVT) de stijgende lijn zich verder zet, wat blijkt uit bovenstaande tabel.
Partnerschapsprojecten In 2008 ontstaat de idee om partners uit verschillende landen te verenigen rond een zelfde idee. Om dat praktisch en financieel te realiseren, worden de partnerschapsprojecten gecreëerd. Het is een kader voor kleinschalige samenwerking tussen organisaties uit verschillende landen rond een gezamenlijk beroepsopleidingsthema. En Vlaanderen scoort helemaal niet slecht! Niet minder dan 24 van de 33 aanvragen kunnen worden betoelaagd. Met een selectiepercentage van 72,7% staat Vlaanderen bovendien aan de top. Slechts 1 organisatie beslist om niet verder te gaan, zodat 23 Vlaamse organisaties op 1 augustus 2008 starten aan hun tweejarig project (totale betoelaging: € 365.000). Qua thema zijn de projecten heel verschillend. Zo is er de erkenning van competenties in de grafische sector (passend in de ECVET-ontwikkelingen) maar ook de opleiding van personen met een functiebeperking als call centre medewerkers. Naast het oprichten van een kenniscentrum
31
Leonardo da Vinci
Mobiliteit 2000 IVT
STU
PLM
VETPRO
To t a a l
2 0 01
2002
2003
2004
2005*
2006*
To t a a l L D V I I
2007
2008
20
15
19
21
27
29
28
159
34
35
264
161
19 7
211
250
384
416
18 8 3
516
573
€ 211. 8 5 3,9 4
€ 147. 37 1, 41
€ 16 9. 0 4 6 , 3 0
€ 2 0 7.918 , 3 4
€ 2 7 2 .113, 03
€ 43 6 . 5 6 6 , 0 0
€ 4 4 8 . 35 2 , 0 0
€ 1. 8 93. 2 21, 0 2
€ 6 6 3.911, 0 0
€ 8 6 2 . 812 , 0 0
11
9
12
15
12
12
13
84
14 0
16 2
18 7
200
223
24 8
2 51
1411
€ 311. 8 0 9,93
€ 337. 5 3 6 , 7 9
€ 419. 5 7 1, 03
€ 47 3. 247, 21
€ 5 21. 039, 8 6
€ 6 8 3. 314 ,15
€ 7 2 6 .4 6 3
€ 3. 47 2 . 9 81, 9 7
7
8
4
4
5
8
16
52
16
17
10 0
118
63
70
56
87
143
6 37
181
147
€ 2 24 . 5 8 5, 7 1
€ 3 0 7. 6 8 8 , 8 3
€ 16 7.411, 2 9
€ 2 2 2 . 6 03, 2 3
€ 15 6 . 6 2 8 , 02
€ 346.657
€ 5 0 8 .170, 8 4
€ 1. 933. 74 4 , 92
€ 7 31. 5 70
€ 6 8 4 . 8 6 5, 4 4
6
5
15
12
7
13
15
73
7
8
45
68
115
97
51
10 5
135
616
50
66
€ 2 6 . 614 ,9 6
€ 4 0 .4 4 8 , 4 6
€ 7 3.16 8 , 01
€ 6 8 . 2 61,12
€ 33. 0 76 , 6 3
€ 81. 5 47
€ 12 3. 0 59
€ 4 4 6 .175,18
€ 6 0 . 0 55, 74
€ 9 8 . 75 7, 0 0
44
37
50
52
51
62
72
368
57
60
549
509
562
57 8
580
824
945
4 5 47
747
786
€ 7 74 . 8 6 4 , 5 4
€ 8 33. 0 4 5, 4 9
€ 8 2 9.19 6 , 6 3
€ 9 7 2 . 0 2 9, 9 0
€ 9 8 2 . 8 57, 5 4
€ 1. 5 4 8 . 0 8 4 ,15 € 1. 8 0 6 . 0 4 4 , 8 4 € 7. 74 6 .12 3, 0 9
€ 1. 4 55. 53 6 ,74 € 1. 6 4 6 . 4 3 4 , 4 4
budget aantal beurzen projec ten goedgekeurd
* Vo o r 2 0 0 5 e n 2 0 0 6 k u n n e n n o g g e e n f i n a l e c i j f e r s g e g e v e n w o r d e n o m t r e n t h e t a a n t a l e f f e c t i e f g e b r u i k t e b e u r z e n e n o m t r e n t h e t f i n a l e b u d g e t , g e z i e n d e z e c o n t r a c t p e r i o d e n o g n i e t a f g e s l o t e n i s .
32
aangaande ondernemerschap komen ook de interculturele competenties voor medewerkers in de sociale sector aan bod. Er wordt een project uitgewerkt in verband met materiaal voor stages in de horeca en er is een opleiding rond hippotherapie. enz.
De SAFESTART-producten (een voorbereiding op het afleggen van de B-VCA-examens) hebben hun weg in het Vlaamse onderwijs gevonden: niet minder dan 550 DVDs werden verspreid in de scholen; daarnaast kregen 5.000 leerlingen een account voor de onlineversie. Het project SAFESTART werd gecoördineerd door Preventie & Interim, de Centrale Prventiedienst voor de sector van de Uitzendarbeid
Zowel in 2007 als in 2008 wordt een Transfer van Innovatieproject (TOI) goedgekeurd dat gebaseerd is op een Vlaams proefproject. De andere projecten baseren zich op andere Europese proefprojecten of op projectresultaten die kaderen in een nationaal of ander Europees initiatief. Het is moeilijk om een tendens in de proef- en transfer van innovatie-projecten te detecteren. Het aantal projecten ligt vrij vast en schommelt tussen de 4 en 6 per jaar. Dit beperkte aantal is niet direct het gevolg van de kwaliteit van de ingediende projectvoorstellen maar van de beschikbare financiële middelen die jaarlijks door Europa vastgelegd worden. Omwille van het brede spectrum waarop dergelijke projecten van toepassing zijn, is er –rekening houdend met het aantal projecten– thematisch geen tendens zichtbaar.
Projecten voor transfer van innovatie
Projecten voor transfer van innovatie 20 07 5
1.112.98 4
bu
dge
t
Dit gebeurt door het aanpassen en integreren van vernieuwende inhouden of resultaten van vroegere projecten, gegroeid uit een samenwerking tussen sleutelactoren in dit domein. Daarbij is het de uitdaging om zich in eerste instantie te baseren op projectresultaten van proefprojecten, gerealiseerd tijdens de tweede fase (2000-2006) van het Leonardo da Vinci-programma.
4 n cte urd oje e pr dgek e go
Hierbij gaat het in de eerste plaats om het verbeteren van de kwaliteit van het Europese beroepsonderwijs en de beroepsopleidingssystemen.
20 0 8
In deze tweede fase worden in Vlaanderen 33 proefprojecten goedgekeurd. Samen krijgen zij een Europese financiële ondersteuning van € 12.385.273. In 2007 zijn er nog 14 Vlaamse proefprojecten actief, in 2008 zijn dit er 5.
bu
1. 298 . 2 24
dg
et
G rundt v ig
Grundtvig is het jongste subprogramma in het Europese ‘Een Leven Lang Leren’programma (LLP). Van 1995 tot 2000 was het voor de volwasseneneducatie enkel mogelijk te participeren in het ex-Socrates-programma en dit via grootschalige projecten in de gecentraliseerde actie ‘Adult Education’. In 2001 komt er het Grundtvig-programma. Dit betekent een grote vernieuwing door het aanbod van kleinschalige projecten of gedecentraliseerde acties (via de Leerpartnerschappen en de Nascholingsbeurzen). Grundtvig stelt zich als doel de kwaliteit van de volwasseneneducatie te verhogen, de toegang te vereenvoudigen en de participatie van volwassenen in het ‘leven lang leren’ te vergroten. Om dit te realiseren, financiert en ondersteunt Grundtvig internationale samenwerkingsprojecten en mobiliteitsactiviteiten.
GrundtvigLeerpartnerschappen Leerpartnerschappen (LP) willen de uitwisseling van informatie en ervaring in de volwasseneneducatie stimuleren Het leerproces dat hieruit ontstaat, vormt de kern van een internationaal samenwerkingsverband waaraan minimum 3 landen deelnemen.
In 2001-2006 is financiering mogelijk gedurende één, twee of drie jaar. De financiële steun bestaat uit een standaardbedrag van meestal € 4.000 voor de projectactiviteiten en een variabel bedrag voor de reis- en verblijfskosten. De gemiddelde totale subsidie bedraagt ongeveer € 7.500 per jaar per deelnemende instelling. In deze periode worden er in het totaal 171 projectaanvragen ingediend, waarvan 116 worden goedgekeurd. Qua mobiliteitsactiviteiten zijn er binnen de LP’s ruim 750 mobiliteitsactiviteiten naar het buitenland, waarvan ongeveer 25% door cursisten. Mobiliteit is echter slechts een middel en één aspect van de Leerpartnerschappen. Deze ‘kleinschalige’ projecten hebben een grote impact op de betrokken Vlaamse organisaties en dit zowel op de pedagogische en didactische vernieuwingen als op de kwaliteit van de opleidingen. In het totaal werken ruim 1.450 leerkrachten/begeleiders en 12.785 cursisten mee aan de Leerpartnerschappen. In verhouding zijn de CVO’s (Centra voor Volwassenenonderwijs) het best vertegenwoordigd. Andere grote groepen zijn de socio-culturele organisaties, welzijns- en integratie-organisaties, diverse andere nonformele vormingsinstellingen en het hoger onderwijs. Qua geografische spreiding zijn alle provincies vertegenwoordigd, met als koplopers Oost-Vlaanderen en Antwerpen. In 2007 is het totale budget dat kan gespendeerd worden € 358.000. De looptijd van de Leerpartnerschappen wordt verplicht
tot 2 jaar. Verlengingen kunnen voor een laatste keer aangevraagd worden. Er worden 51 ontvankelijke aanvragen ingediend waarvan 21 voor een verlenging en 30 voor nieuwe projecten. Uit de formele sector komen 27 aanvragen: 15 CVO’s, 1 uit de basiseducatie, 9 uit het HO en 2 uit koepelorganisaties. Er worden er 18 aanvaard: 8 CVO’s, 7 hoger onderwijs (HO), 1 basiseducatie en 2 koepelorganisaties. Uit de non-formele sector komen 24 aanvragen waarvan er 16 worden goedgekeurd. 32 van deze 34 goedgekeurde Leerpartnerschappen gaan o.a. over de bevordering van de kwaliteit en de toegankelijkheid van de volwasseneneducatie. In 2008 bedraagt het budget voor de Leerpartnerschappen € 299.000. De selectieprocedure wordt gewijzigd. Ve r h o u d i n g V l a a m s e p a r t n e r s / c o ö r d i n a t o r e n i n d e g o e d g e k e u r d e l e e r p a r t n e r s c h a p p e n 2 0 01- 0 2
2 0 0 2- 0 3
2 0 0 3- 0 4
2004-05
2005-06
2006-07
2 0 0 7- 0 8
2008-09
1
3
3
4
6
11
14
2
4
10
16
15
19
22
20
19
2006-07
2 0 0 7- 0 8
2008-09
grundtvig partners grundtvig coördinatoren Aantal leerpartnerschappen 2 0 01- 0 2
2 0 0 2- 0 3
2 0 0 3- 0 4
2004-05
2005-06
10
18
27
23
48
55
51
33
8
13
19
19
24
33
24
22
totaal aantal goedgekeurd totaal aantal aanvragen
35
G rundt v ig
Vanaf nu keurt het coördinerende land de aanvraag al dan niet goed en de selectie wordt voortaan uitgevoerd via een elektronisch systeem. Uit de formele sector komen 9 aanvragen: 6 CVO’s en 3 HO. Hiervan worden er 7 aanvaard, waarvan 4 CVO’s en 3 HO. Uit de non-formele sector komen opnieuw 24 aanvragen, waarvan er 14 werden goedgekeurd.
of outdoor learning, but also about the different countries and cultures. Participating at the meetings approved their English and computer skills (as we worked on laptops during the meetings). The learners got the chance to get to know people from abroad better and to feel safe to talk in English (even in plenary sessions).” “The Nature of Learning – Taking Learning Outdoors” Inverde vzw
Doordat de verlengingen nu voorgoed onmogelijk zijn, wordt verwacht dat het aantal aanvragen zou dalen. Dit klopt, want ipv 51 aanvragen, kregen we er 33. Het aantal aanvragen voor nieuwe projecten (33) ligt echter iets hoger dan het jaar voordien (30).
Contactseminaries en voorbereidende bezoeken
Het slaagcijfer in 2008 blijft exact hetzelfde als het totale slaagcijfer in 2007: 66,67%. Uit een vergelijking met het slaagcijfer voor enkel de nieuwe Leerpartnerschappen in 2007 (46,67%) blijkt dat het aantal goedkeuringen stijgt met 20%!
Om organisaties uit de volwasseneneducatie te helpen met het vinden van de meest geschikte partners richt Grundtvig internationale contactseminaries in.
Leerpartnerschappen budget
2007 2008
€ 35 8 . 0 0 0 € 2 9 9. 0 0 0
Een reactie over de impact van een leerpartnerschap op de volwassen lerenden: “Learners who were involved in meetings commented on how much they had learned from other countries and how this would have an impact on and would improve their practice. They didn’t only learn more about the approaches
36
- Internationale contactseminaries:
In 2007 worden 25 aanvragen ingediend, waarvan 19 goedgekeurd. Van de 17 uit de formele sector (13 CVO’s, 2 centra basiseducatie (CBE) en 2 HO) worden er 14 goedgekeurd (11 CVO’s, 1 CBE en 2 HO). Van de 8 aanvragen uit de non-formele sector worden er 5 goedgekeurd. In 2008 zijn er respectievelijk 23 aanvragen, waarvan 18 goedgekeurd. Van de 10 uit de formele sector (5 CVO’s, 1 BCE en 4 HO) worden er 9 (6 CVO’s en 3 HO) goedgekeurd. Van de 13 uit de non-formele worden er eveneens 9 aanvaard.
Vo o r b e r e i d e n d e b e z o e k e n / c o n t a c t s e m i n a r i e s 2 0 01- 0 2
2 0 0 2- 0 3
2 0 0 3- 0 4
2004-05
2005-06
2006-07
2 0 0 7- 0 8
34
13
9
10
2008-09
29
36
19
40
25
28
18
25
8
29
19
22*
totaal aantal goedgekeurd totaal aantal aanvragen
Worden tijdens een contactseminarie de juiste partners gevonden, kan er vervolgens gewerkt worden aan het opstellen en/of bediscussiëren van de aanvraag. Dergelijk overleg draagt bij tot onderlinge verstandhouding en de kwaliteit van het projectvoorstel.
Uit een verslag over een Grundtvig contactseminarie in Zweden, Norrköping – 14-17/10/2008 “Het programma bood ruimschoots mogelijkheden en tijd om aan netwerking en projectontwikkeling te doen. Daarnaast was er ook plaats voor culturele activiteiten maar de nadruk lag duidelijk op het werkaspect. Samen met partners uit Estland, Letland en Polen zullen we een voorstel voor een Leerpartnerschap uitwerken. Tijdens het contactseminarie wisselden we reeds boeiende ervaringen uit en leerden we al veel van elkaar.” Annik Sebreghts – Syntra
er 2 aanvaard worden. Contactseminaries en voorbereidende bezoeken duren meestal minder dan een week. Beide acties worden meestal en grotendeels gefinancierd door Vlaanderen. In 2007 is er naast € 13.500 Vlaamse middelen ook € 1.800 Europees geld beschikbaar. In 2008 gaat het om € 21.000 zuiver Vlaamse middelen.
Professionalisering van de actoren uit de volwasseneneducatie Deze subactie wil directies, leraren/begeleiders, administratief personeel en inspecteurs uit de volwasseneneducatie de mogelijkheid geven zich verder te bekwamen in hun job. Dit kan o.a. door deel te nemen aan internationale cursussen, door een collega in het buitenland te volgen (“jobshadowing”) of door internationale conferenties over aspecten van de volwasseneneducatie bij te wonen. In 2001-2006 zijn talen en taaldidactiek de belangrijkste onderwerpen bij de Grundtvig-nascholingsbeurzen. Uit een onderzoek van Tilkon en Educonsult blijkt dat vooral vrouwen inspelen op dit initiatief: 75% van de opleidingsbeurzen gaat naar hen. Aantal nascholingsbeurzen 2 0 01- 0 2
- Voorbereidend bezoek: Grundtvig verschaft ook beurzen om met vooraf gekende en mogelijke partners samen te komen en zo samen een aanvraag voor te bereiden. In 2007 zijn er 3 aanvragen waarvan 2 goedkeuringen, in 2008 zijn dat er 5 waarvan
2 0 0 2- 0 3
2 0 0 3- 0 4
2004-05
2005-06
2006-07
38
27
50
28
25
26
2 0 0 7- 0 8
2008-09
63
63
42
36
17
61
95
11
23
51
totaal aantal goedgekeurd totaal aantal aanvragen
37
G rundt v ig
De meeste aanvragen komen uit de formele onderwijssector (vnl. CVO’s). Meer dan 80% van deze beurzen wordt dan ook aan deze sector toegekend. Vlamingen uit de volwasseneneducatie blijken liefst in Spanje, Italië en Frankrijk nascholing te volgen. 1 In 2007 bedraagt het beschikbare budget € 27.149.
sector blijft het meest gebruik maken van de Grundtvignascholingsmogelijkheden, met als absolute koploper de CVO’s. Zo zijn er 32 aanvragen vanuit de formele sector (waarvan 30 van CVO’s) en 19 vanuit de non-formele. Pedagogiek en didactiek, vreemde talenonderwijs, ICT en onderwijs/vorming aan personen met specifieke behoeften zijn in 2008 de meest gevraagde nascholingsthema’s. Er zijn lichte verschuivingen in de favoriete bestemmingen: Spanje blijft koploper, onmiddellijk gevolgd door Italië, Oostenrijk en Duitsland.
Er komen 61 aanvragen binnen, waarvan er 23 goedgekeurd worden. Het maximaal beursbedrag bedraagt € 1.500, het gemiddelde € 1.122. Van de 23 opleidingsbeurzen gaan er 18 naar vrouwen en 5 naar mannen. Hiervan zijn er 17 voor de formele sector (waarvan 14 voor CVO’s) en 6 voor de non-formele.
Een getuigenis over een Grundtvig-nascholingsactiviteit:
In 2008 is het beschikbare budget fiks opgetrokken, nl.: € 70.422 (waarvan € 15.000 ontleend aan Comenius). Van de 93 aanvragen worden er 52 goed gekeurd.
“Ik voelde me bij terugkeer opgeladen, vol goede energie, was zeer tevreden over de unieke ervaring in het buitenland. Ik wou direct aan de slag. Ik heb 2 workshops voor mijn collega’s georganiseerd en direct enkele ideeën uitgeprobeerd in de klas. Iedereen kan mijn enthousiasme zien. De school heeft er alle voordeel bij dat haar werknemers zich goed voelen en dit uitstralen naar collega’s, directie en lerenden om zo een positief klimaat te creëren. De cursisten werden actiever, interactiever; ze namen mijn enthousiasme over.”
Het maximaal beursbedrag per nascholingsbeurs blijft € 1.500, het gemiddelde beursbedrag stijgt naar € 1.389.
Caroline Van Caeneghem, PCVO-Gent
Qua thema’s scoren vakdidactiek talenonderwijs, interculturaliteit en management het hoogst. Meest favoriete bestemmingen zijn: Spanje, Verenigd Koninkrijk en Italië.
De trend van het verleden, nl. de “vrouwelijke” aandacht voor Grundtvig-nascholingen zet zich voort. De formele Professionalisering van de actoren budget
2007 2008
38
€ 2 7.149 € 70 .42 2
Comenius-assistenten in de volwasseneneducatie
1
W. Va n d e n B e r g h e ( T i l k o n), M a g d a K i r s c h ( E d u c o n s u l t ) e n Y v e s B e e r n a e r t ( E d u c o n s u l t ) (2 0 0 7 ): I m p l e m e n t a t i e en impac t van het Socrates II-Programma in Vlaanderen., We t t e r e n
In 2007 zijn 7 buitenlandse Comenius-assistenten aan de slag in de Vlaamse volwasseneneducatie; in 2008 slechts 2. Voor de Vlaamse organisaties betekent een Comeniusassistent veelal dat zij een ‘native speaker’ in huis halen die hen kan helpen met conversatie- en remediëringsoefeningen enz.
39
Study v isits
werknemersorganisaties en vakbonden; managers van KMO’s; onderzoekers... enz.
Geschiedenis Een study visit is een kort verblijf van 3 tot 5 dagen voor een groep specialisten en beleidsmedewerkers uit het onderwijs en de beroepsopleidingen. De groep bestaat uit 10 tot 15 deelnemers uit verschillende Europese landen die een specifiek aspect van ‘Een Leven Lang Leren’ willen onderzoeken in één van de andere deelnemende landen. Om het te bestuderen aspect en het keuzeland te bepalen, kunnen zij een uitgebreide catalogus raadplegen. Mogelijke deelnemers zijn: vertegenwoordigers van lokale, regionale en nationale overheden; beleidspersoneel van basis-, en secundaire scholen en binnen het hoger onderwijs; inspecteurs; pedagogische begeleiders; vertegenwoordigers Kamers van Koophandel,
Vóór 2007, bestaan er twee aparte programma’s die studiebezoeken aanbieden nl.: een programma voor onderwijsspecialisten (Arion, opgestart in 1978) en een programma voor beroepsonderwijs en -opleidingen (Cedefop study visits). In het kader van de algemene visie van het nieuwe Lifelong Learning Programme (LLP), beslist de Europese Commissie om één enkel programma voor study visits op te starten, dat beide bestaande programma’s verenigt.
Vlaamse deelnemers In 2007 beschikte EPOS over een totaal budget van € 43.653 voor study visits. In het voorjaar van 2007 vindt er een eerste ronde plaats. Hierbij gebeuren er twee aparte oproepen, nl.: één voor het
A a n t a l d e e l n e m e r s 2 0 0 0 -2 0 0 8
20
0
37
02 03 -
2
0
40
20
2
32
04 -05
06
2006 - 0
20
37
38
44
-08
34
32
5-
07
3 - 04 00
7
32
2
0
0 - 01
0 20 1
-0
20
( g e g e v e n s v a n 2 0 0 0 -2 0 0 7 b e t r e f f e n e n k e l A r i o n , g e v e n s 2 0 0 8 -2 0 0 9 z i j n n o g n i e t g e k e n d )
onderwijsveld en één voor de beroepsopleidingen. Voor het onderwijsveld worden 20 aanvragen aanvaard, waarvan er 15 effectief een beurs ontvangen. Voor de beroepsopleidingen worden 8 beurzen rechtstreeks betaald door Cedefop. Voor de lancering van het gemeenschappelijke programma, wordt beslist een pilootperiode voor study visits voor onderwijs en beroepsopleidingen in te richten. De periode zal de studiebezoeken tussen maart en juni 2008 omvatten. Een “gemeenschappelijke catalogus” van deze pilootperiode wordt gepubliceerd in juli 2007. In augustus 2007 wordt een oproep gedaan voor kandidaten. Hierop volgt een enthousiaste respons. Deze overgangsoefening leidt tot de pilootfase die start op 1 maart 2008, met 30 deelnemers op 60 aanvragen tot gevolg. De catalogus deelt de bezoeken in met een onderscheid tussen ‘General education’, ‘Vocational Education and Training’ (VET) en ‘Mixed’. De deelnemers zijn echter niet beperkt tot bezoeken binnen hun eigen discipline. Ze kunnen inschrijven op bezoeken uit de hele catalogus, ongeacht tot welk van de drie types zij zelf horen.
O n d e r s c h e i d t u s s e n ‘ G e n e r a l e d u c a t i o n ’, V E T, e n ‘ M i x e d ’ Vo o r d e 2 e r o n d e v a n 2 0 0 7-2 0 0 8 g e e f t d i t 2 6 g e n e r a l e d u c a t i o n , 3 V E T E N 1 m i x e d = 3 0 t o t a a l Vo o r 2 0 0 8 -2 0 0 9 z i j n d i t 32 g e n e r a l e d u c a t i o n , 5 V E T e n 17 M i x e d = 5 4 t o t a a l 2 0 0 7-2 0 0 8 (2 d e r o n d e) 2 0 0 8 -2 0 0 9 general education 26 32 VET 3 5 mixed 1 17
De voorbereiding voor het academiejaar 2008-2009, start in oktober 2007, met de oproep voor mogelijke voorstellen voor het organiseren van study visits.
“Opgemerkt dient te worden dat de deelnemers erg verschillende achtergronden hadden en uiteenlopende verwachtingen koesterden met betrekking tot het studiebezoek. Deze diversiteit bleek echter een voordeel bij de analyse van goede praktijkvoorbeelden: een doorgedreven kwaliteitssysteem voor scholen in de UK, erkenning van competenties in Portugal, uitbesteding van kapitaalsintensieve opleidingen in Nederland, enz.” Wim Volders - Italië (Brindisi) - 6-10/10/2008 - VET as a meeting point for economic progress and personal empowerment
In 2008 is er een totaal budget voorhanden van € 58.058. Van dit budget, worden eveneens 8 beurzen van gemiddeld € 1.100 gebruikt voor het bekostigen van studiebezoeken van deelnemers uit de beroepsopleidingen van de pilootperiode maart-juni 2008. De oproep van deze selectieronde resulteert in 103 aanvragen. Dankzij een verschuiving van budget binnen het LLP-programma, worden uiteindelijk 54 beurzen van gemiddeld € 1.000 toegekend. Dit aantal is niet definitief aangezien er steeds annulaties kunnen voorkomen.
Organisatie van een study visit Study visits, die plaatsvinden in Vlaanderen, worden tot op heden georganiseerd door het Departement Onderwijs en Vorming. Tijdens het schooljaar 2007-2008 worden er 5 study visits op deze wijze georganiseerd, waarvan 3 met een algemeen onderwijsthema en 2 met een beroepsopleidinggerelateerd onderwerp. In 2008-2009 zal Vlaanderen, volgens dezelfde verdeling, 5 study visits inrichten.
41
Europass
Europass is het Europees portfolio voor transparantie van competenties en kwalificaties, een verzameling dus van documenten die een beeld schetsen van iemands kennis, vaardigheden en ervaring. Het Europass-portfolio bestaat uit vijf documenten die stuk voor stuk ontworpen zijn om aan te tonen wat iemand kan en geleerd heeft. De Europese Commissie wil de Europese burger helpen om zijn competenties en kwalificaties duidelijk en uniform in kaart te brengen. Zo wil zij zijn mobiliteit vergroten binnen onderwijs, opleiding en op de arbeidsmarkt. Elk land heeft een Nationaal Europass Centrum (NEC) dat de Europass-documenten beheert en promoot. Sinds de start van EPOS in 2007 maakt het Vlaamse NEC deel uit van het ‘een leven lang leren’-agentschap.
Geschiedenis Europass bestaat sinds 1999. Aanvankelijk gaat het enkel om de Europass-Beroepsopleidingen: een document dat een stageplaats in een ander Europees land bewijst. In 2004 besluit het Europees Parlement om Europass uit te breiden tot een portfolio voor de transparantie van competenties en kwalificaties. Het gebrek hieraan blijkt immers een belangrijke hinderpaal te zijn voor mensen die in een ander land willen gaan studeren of werken. De Europese Commissie heeft geen bevoegdheid voor het effectief laten erkennen van kwalificaties in andere
landen, maar kan wel werken aan transparantie-instrumenten om de zichtbaarheid en herkenbaarheid van kwalificaties en competenties te vergroten. De Europass portfolio is in voege sinds 2005. Europass streeft twee doelen na: 1. Transparantie van kwalificaties en competenties in Europa. 2. Het bevorderen van mobiliteit, zowel op de arbeidsmarkt als in het onderwijs.
De vijf documenten van Europass: 1. Het Europass-CV
Het Europass-CV is een standaard-CV voor de hele Europese Unie. Het heeft een gemeenschappelijke structuur en is beschikbaar in alle talen van de Unie. Iedereen kan een Europass-CV aanmaken via de centrale Europass-website van Cedefop: www.europass.cedefop.europa.eu. Deze website heeft maandelijks 500.000 bezoekers. In 2008 zijn in het totaal 2.026.194 CV’s aangemaakt, waarvan 613.699 in het Engels en 12.483 in het Nederlands. A a n t a l a a n g e m a a k t e E u r o p a s s - C V ’s o p C e d e f o p w e b s i t e 2005 2006 2007
te documenteren. Het Europass Taalpaspoort kan online aangemaakt worden op de centrale Europass website van Cedefop. In 2008 zijn in totaal 44.071 Taalpaspoorten aangemaakt, waaronder 17.354 in het Engels en 1.143 in het Nederlands.
3. De Europass Mobiliteit
De Europass Mobiliteit verstrekt de nodige info betreffende een leerervaring in een ander Europees land en dient voor alle buitenlandse leerervaringen, ook opleidingen of vrijwilligerswerk met een leerdoeleinde. De Europass Mobiliteit wordt veel gebruikt bij Leonardomobiliteitsprojecten, al krijgt het Vlaamse NEC ook aanvragen in het kader van andere programma’s van het ‘een leven lang leren’-programma zoals Erasmus, Comenius en Grundtvig. Het Nec geeft 564 Europass mobiliteit-documenten uit in 2007 en 545 in 2008. Eind 2007 organiseert het NEC een enquête bij de bezitters van een Europass Mobiliteit om te peilen naar de duidelijkheid en volledigheid van het document en het gebruik ervan. Hieruit blijkt dat veel houders vinden dat het document een helder en volledig beeld schetst van hun Europese Aantal uitgereikte Europassen-mobiliteit
116 . 2 59
2006
7 17. 7 33 1.416 . 8 8 9
2008
2. Het Europass Taalpaspoort
2 . 02 6 .19 4
2 93
2007 564
2008 535
Het Europass Taalpaspoort helpt iemand om zijn kennis en vaardigheden in een bepaalde taal te verduidelijken en
43
Europass
leerervaring en dat zij de Europass Mobiliteit effectief gebruiken om een baan of stageplaats te vinden.
Het doel is om Europass Certificaatsupplementen aan te maken voor alle kwalificaties die een plaats krijgen in de Vlaamse Kwalificatiestructuur, die tegen 2010 aangekondigd is.
4. Het Europass-Certificaatsupplement 5. Het Europass-Diplomasupplement Het Europass Certificaatsupplement verduidelijkt de competenties, nl.: de kennis en vaardigheden die iemand verworven heeft in het beroepsonderwijs of in een beroepsopleiding. In Vlaanderen ontwikkelen wij de Europass Certificaatsupplementen voor drie domeinen. - Het Ervaringsbewijs: dit is een relatief nieuwe procedure om iemands competenties voor een bepaald beroep te bewijzen. Men brengt hierbij de Erkenning van Verworven Competenties (EVC) in kaart. Kandidaten moeten een test afleggen waarin ze hun competenties bewijzen. De certificaatsupplementen worden ontwikkeld in samenspraak met de SERV, de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen waarin de sociale partners zetelen. - VDAB: de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding biedt tal van beroepsopleidingen aan. Het NEC Vlaanderen en de VDAB besluiten om Certificaatsupplementen aan te maken voor sommige VDAB-opleidingen met een testing en die erkend zijn door een sector of bedrijf. - Onderwijs: het Vlaamse Ministerie van Onderwijs en Vorming werkt aan certificaatsupplementen voor het beroeps- en technisch onderwijs. Sinds augustus 2008 zijn de eerste Vlaamse Europass Certificaatsupplementen online voor het Ervaringsbewijs en een aantal VDAB-opleidingen uit de bouwsector. Downloaden via www.europass-vlaanderen.be/cs.
44
Het Europass-Diplomasupplement geeft informatie over studies gevolgd in het hoger onderwijs. Het documenteert de inhoud van de studies en de structuur van het onderwijs in het land waarin de studies plaats vonden. In Vlaanderen is de uitreiking van een diplomasupplement verplicht voor elke student die in hoger onderwijs afstudeert. De inhoudelijke coördinatie van het diplomasupplement is een bevoegdheid van NARIC Vlaanderen. In het academiejaar 2007-2008 krijgen 32.623 studenten een diplomasupplement bij hun diploma hoger onderwijs.
Promotie van Europass Naast het beheer van de verschillende Europass documenten in Vlaanderen is het NEC ook verantwoordelijk voor het promoten van Europass. Het onderhoudt de Vlaamse Europass-website, www.europass-vlaanderen.be en ontwerpt promotiemateriaal dat verspreid wordt op beurzen, infodagen en via verwante organisaties. Het NEC geeft ook regelmatig presentaties over Europass. Het heeft ook deelgenomen aan verschillende werkgroepen over portfoliogebruik in Vlaanderen. Zo zijn er o.a. de werkgroep van Strategisch Onderwijs en Vormingsbeleid, die criteria wil formuleren over correct portfoliogebruik en de werkgroep Mijn Loopbaan-portfolio die ernaar streeft om een online portfolioruimte aan te bieden aan elke Vlaamse burger. Zowel in 2007 als in 2008 organiseert het NEC een infodag voor werkgevers en arbeidsmarktspecialisten.
45
Financiën
O n d e r s t a a n d e b e d r a g e n g e v e n d e s u b s i d i ë r i n g d o o r d e E .C . e n V l a a m s e O v e r h e i d w e e r v o o r d e c o f i n a n c i e r i n g v a n d e p r o j e c t e n e n z i j n d u s e x c l u s i e f d e t o e l a g e n v o o r w e r k i n g s k o s t e n v a n u i t d e Europese en de Vlaamse Overheid. budget Europese Commisssie
2007
2008
Comenius
€ 1. 6 76 . 6 8 5
€ 1. 8 59.191
Erasmus
€ 5.18 0 . 0 76
€ 5. 7 16 . 2 37
Leonardo da Vinci
€ 2.898.085
€ 3.12 0 .411 € 3 4 4 .42 2
Grundtvig
€ 37 8 .92 8
Tr a n s v e r s a a l P r o g r a m m a
€ 43. 6 5 3
€ 58.085
Europass
€ 35. 0 0 0 *
€ 35. 0 0 0 *
Bologna Experten
€ 15.4 03 € 11.14 2 . 751
Beleidsdomein Onderwijs
2007
2008
Comenius
€ 47. 5 0 0
€ 40.000
Erasmus
€ 6 0 5. 0 0 0
€ 2 . 0 55. 0 0 0
Leonardo da Vinci
€0
€0 € 21. 0 0 0
Grundtvig
€ 13. 5 0 0
Tr a n s v e r s a a l P r o g r a m m a
€0
€0
Europass
€ 75. 0 0 0 *
€ 75. 0 0 0 *
Bologna Experten
* Inclusief werkingskosten
46
€ 18 .45 3 € 10. 2 3 0. 8 8 0
€ 13.417
€ 15. 7 70
€ 75 4 . 417
€ 2 . 2 0 6 . 7 70
Activ iteiten
20 07 10 j a n u a r i 7 februari 9 februari 12 f e b r u a r i 13 f e b r u a r i 26 februari 27 f e b r u a r i 28 februari 1 maart 6 maart 6 maart 8 maart 9 maart 15 m a a r t 20 maar t 28 maart
Leonardo Leonardo Leonardo Comenius Leonardo Comenius Comenius Grundtvig Erasmus Leonardo Comenius / Leonardo Comenius Grundtvig Grundtvig Comenius / Leonardo Grundtvig
4 mei 7 mei 9 mei 15 m e i 30 mei 5 juni 6 juni 7 juni 14 j u n i
Comenius Erasmus Erasmus Comenius Comenius Grundtvig Erasmus Grundtvig EPOS Erasmus Leonardo Study visits Leonardo Grundtvig Leonardo Grundtvig Comenius Grundtvig Leonardo Grundtvig Comenius LLP Leonardo LLP Grundtvig Grundtvig Comenius Leonardo Comenius Leonardo Comenius Comenius Grundtvig Grundtvig Leonardo Grundtvig LLP Erasmus
10 s e p t e m b e r 12 s e p t e m b e r 14 s e p t e m b e r 21 s e p t e m b e r 25 september 1 oktober 3 oktober 5 oktober 6 oktober 16 o k t o b e r 17 o k t o b e r 18 o k t o b e r 29 ok tober 30 ok tober 8 november 8 & 9 november 13 n o v e m b e r 14 n o v e m b e r 21 n o v e m b e r 28 november 4 december 11 d e c e m b e r 14 d e c e m b e r 18 d e c e m b e r
Informatiesessie Hoger Onderwijs Monitoringsvergadering Mobiliteitsprojecten Monitoringsessie Mobiliteitsprojecten “ I n d u c t i o n m e e t i n g ” v o o r b u i t e n l a n d s e Ta a l a s s i s t e n t e n i n V l a a n d e r e n Informatiesessie LDV-programma Infosessie “Internationalisering in het basisonderwijs” Infosessie “Internationalisering in het algemeen secundair onderwijs” Monitoring: Leerpar tnerschappen in de gevangenissen LLP-infodag Hoger Onder wijs Informatiesessie LDV-programma Informatiesessie “Internationalisering in het TSO/BSO/K SO” Infosessie “Internationalisering in het basisonderwijs” Monitoring Leerpartnerschappen Infonamiddag: Grundt vig en culturele centra Informatiesessie “Internationalisering in het TSO/BSO/K SO” D i s s e m i n a t i e e n m o n i t o r i n g v o o r L P ’s i v m Z e l f - e v a l u a t i e i n d e v o l w a s s e n e n e d u c a t i e ( i s m h e t G R U -1 p r o j e c t S E A L L L ‘ S e l f E v a l u a tion in Life Long Learning’) S t u d i e d a g “ O n d e r w i j s i n n o v a t i e v i a i n t e r n a t i o n a l e (C o m e n i u s) p r o j e c t e n ” Monitoring EHSAL Erasmus Belgica Infodag Monitoring dag voor Schoolpar tner schappen (focus: eindver slaggeving) Monitoring dag voor Schoolpar tner schappen (focus: eindver slaggeving) Grundtvig : info-sessie met “toonmoment” Monitoring talencentra voor EILC D i s s e m i n a t i e G R U -1 : D e v e l o p i n g E u r o p e a n w o r k b a s e d l e a r n i n g a p p r o a c h e s a n d m e t h o d s ( D E W B L A M) ( i s m K H L i m) Lanceringsconferentie Studiedag Bologna exper ten Informatiesessie LDV-programma Monitoringvergadering beursgerechtigden Informatiesessie LDV-programma S e l f - E v a l u a t i o n i n A d u l t L i f e L o n g L e a r n i n g ( S E A L L L ) - d i s s e m i n a t i e c o n f e r e n t i e ( i s m A l d e n B i e s e n) M o n i t o r i n g c o n f e r e n t i e ‘ Kw a l i t e i t i n M o b i l i t e i t ’ voorbereidende vergad GRU-contactsem DE D i s s e m i n a t i e : C o n f e r e n t i e I n c l u d e M e @ M o s t ; 2 C O M E N I U S -2 .1- p r o j e c t e n Infosessie voor bibliotheken Low Countries Librar y Link I n f o r m a t i e o v e r m o b i l i t e i t t i j d e n s j o n g e r e n b e u r s G o S t r a n g e (o r g a n i s a t i e J i n t v z w) I n f o - s e s s i e m e t t o o n m o m e n t G r u n d t v i g ( i s m R y c k e v e l d e) C o n t a c t s e m i n a r i e - B a s i s o n d e r w i j s (t / m 21 o k t o b e r ) I n f o - s e s s i e v o o r d e s t u d e n t e n l e r a r e n o p l e i d i n g Vo r s e l a a r K H K M o n i t o r i n g s e s s i e P r o j e c t e n Tr a n s f e r o f I n n o v a t i o n KHBO infosessie voor Lerarenopleiding Kick of f: Kennismakingssessie + monitoring v o o r b e r e i d e n d e v e r g a d e r i n g G r u n d t v i g - c o n t a c t s e m i n a r i e s I S , I T, E S Monitoring dag voor Schoolpartnerschappen S e m i n a r i e P a r t n e r s c h a p p e n e n M o b i l i t e i t ( i n s a m e n w e r k i n g m e t N e d e r l a n d s L D V- a g e n t s c h a p) Monitoring dag voor Schoolpartnerschappen c o n t a c t s e m i n a r i e “ E d u c a t i o n a n d t h e l a b o u r m a r k e t ” (v o o r T S O /( D) B S O / K S O) (t / m 18 n o v e m b e r ) C o n t a c t s e m i n a r i e “ I n t e r c u l t u r a l D i a l o g u e ” (v o o r B a s i s o n d e r w i j s) (t / m 24 / 11/ 2 0 0 7 ) C o n t a c t s e m i n a r i e “ C a p a c i t y b u i l d i n g i n s c h o o l s ” (v o o r s e c u n d a i r o n d e r w i j s) (t / m 2 d e c e m b e r ) Vo o r b e r e i d e n d e v e r g a d e r i n g G R U - c o n t a c t s e m i n a r i e F R Infosessie voor de welzijns -en gezondheidssec tor (ism KLEIS) S t a n d h o u d e r o p d e t r e f d a g ‘ E u r o p a v o o r d e V l a a m s e We l z i j n s - e n G e z o n d h e i d s s e c t o r (o r g a n i s a t i e K L E I S ) GRU 1 & 2 dessiminatie Conferentie & info: Grundt vig en musea Thematische monitoring LLP en diversiteit, mensen met een handicap Slotconferentie 20 jaar Erasmus
Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Alden Biesen Alden Biesen Brussel Hasselt, xios Hogeschool Gent Ryckevelde Brussel Brussel CC d e Z e y p Alden Biesen Brussel Brussel EHSAL K.M.S. Brugge Alden Biesen Alden Biesen Karel de Grote Hogeschool Brussel Vlaams Parlement, Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Oostende Brussel Brussel Mechelen Antwerpen Brugge Alden Biesen Vo r s e l a a r Brussel Brussel Brussel Alden Biesen Eindhoven Brugge Alden Biesen Brugge Alden Biesen Brussel Brussel Hasselt Alden Biesen Universiteit Gent
47
Activ iteiten
20 08 9 januari 15 j a n u a r i 23 januari 29 januari 30 januari 19 f e b r u a r i 21 f e b r u a r i 22 februari 29 februari 1 maart 12 m a a r t 14 m a a r t 18 m a a r t 20 maar t 20 maar t 7 april 8 april 14 a p r i l 15 a p r i l 16 a p r i l 16 - 19 a p r i l 17 a p r i l 23 april 24 april 28 april 7 mei 20 mei 21 m e i 28 mei 29 mei 20 juni 25 juni 2 juli 4 juli 3 september 11 s e p t e m b e r 15 s e p t e m b e r 16 s e p t e m b e r 23 september 24 september 30 september 1 oktober 2 oktober 8 oktober 9 oktober 14 o k t o b e r 15 o k t o b e r
48
Leonardo Grundtvig Comenius LLP Comenius Study Visits Leonardo Leonardo Grundtvig Grundtvig Grundtvig Grundtvig Leonardo Aanverwante P r o g r a m m a ’s H O Grundtvig Grundtvig Comenius
I n f o r m a t i e s e s s i e L D V- m o b i l i t e i t (o r g a n i s a t i e : S c h o l e n g r o e p D e n d e r ) Te r u g k e e r d a g c o n t a c t s e m i n a r i e s e n v o o r b e r e i d e n d e b e z o e k e n Te r u g k e e r d a g c o n t a c t s e m i n a r i e s e n v o o r b e r e i d e n d e b e z o e k e n Infodag Hoger Onderwijs “Induction meeting” voor buitenlandse Comenius Assistenten Monitoringnamiddag Study Visits I n f o r m a t i e s e s s i e L D V- m o b i l i t e i t (o r g a n i s a t i e G O) Monitoringssessie Mobiliteitsprojecten Monitoring Grundtvig LP Grundtvig info-sessie ism en voor directies GO Opening MEMENTO tentoonstelling G r u n d t v i g i n f o - s e s s i e v n l n a a r o r g a n i s a t i e s i v m s e n i o r e n ( i s m R y c k e v e l d e) S y m p o s i u m ‘ O n d e r w i j s e n g r e n s o v e r s c h r i j d e n d e a r b e i d s m o b i l i t e i t (o r g a n i s a t i e E u r e s S c h e l d e m o n d ) I n f o d a g T E M P U S , E U - AT L A N T I S , E U - C A N A D A e n I C I
Bezoek aan projectmeeting GRU-LP ‘Dyslearn’ Bezoek aan persconferentie GRU-LP ‘Opening Doors’ + presentatie GRU stand en infosessie ivm Internationalisering/Comenius op Provinciale ontmoetingsdag Kleuteronderwijs Comenius stand en infosessie ivm Internationalisering/Comenius op Provinciale ontmoetingsdag Kleuteronderwijs Comenius stand en infosessie ivm Internationalisering/Comenius op Provinciale ontmoetingsdag Kleuteronderwijs Grundtvig Grundtvig presentatie voor de federatie van het tweedekansonderwijs C o m e n i u s / L e o n a r d o i n f o n a m i d d a g i v m i n t e r n a t i o n a l i s e r i n g / C o m e n i u s / L e o n a r d o d a V i n c i v o o r T S O /( D) B S O / K S O Comenius stand en infosessie ivm Internationalisering/Comenius op Provinciale ontmoetingsdag Kleuteronderwijs Leonardo C o n t a c t s e m i n a r i e ‘ Tr a i n i n g i n h e t w o r k p l a c e ’ Comenius stand en infosessie ivm Internationalisering/Comenius op Provinciale ontmoetingsdag Kleuteronderwijs Comenius Rondleiding voor buitenlandse Comenius assistenten Comenius Infonamiddag Internationalisering/Comenius voor het Buitengewoon onder wijs Erasmus Bolognaseminarie rond Learning Outcomes pilootprojecten Grundtvig G r u n d t v i g - i n f o s e s s i e (v n l v o o r o r g a n i s a t i e s i v m m i g r a n t e n) ( i s m A l d e n B i e s e n) Comenius Monitoringdag voor Schoolpar tner schappen (focus: ver slaggeving) Grundtvig Grundtvig-monitoring sessie voor GRU-LP uit de non-formele sec tor ism CJSM Comenius Disseminatie COM-MP ‘EFORET’ naar lerarenopleidingen, met presentatie COM/GRU-cursusaanbod Comenius Monitoringdag voor Schoolpar tner schappen (focus: ver slaggeving) Grundtvig Grundtvig-presentatie voor de socio-culturele sector ism SoCius Grundtvig Monitoring Grundt vig LP (focus: ver slaggeving en feedback) Grundtvig Monitoring Grundt vig LP (focus: ver slaggeving en feedback) Leonardo i n f o r m a t i e s e s s i e L D V- m o b i l i t e i t P r o v i n c i a l e s c h o l e n V l a a m s - B r a b a n t (o r g a n i s a t i e P r o v. V l - B r a b a n t ) Monitoringnamiddag Study Visits Study Visits Leonardo I n f o r m a t i e s e s s i e L D V- s t a g e s (o r g a n i s a t i e E A I E ) Grundtvig v o o r b e r e i d i n g G R U - c o n t a c t s e m i n a r i e i n C Y & AT Leonardo Monitoringvergadering mobiliteit Leonardo Star t vergadering Par tnerschapsprojec ten Comenius voorbereidende infosessie voor ver trekkende Comenius-Assistenten Comenius voorbereidende infosessie voor deelnemers aan contactseminaries Grundtvig K i c k- o f f m e e t i n g v o o r d e n i e u w e G R U - L P ( g r o e p 1) Grundtvig voorbereidende vergadering GRU-contactsem PT & SE Grundtvig K i c k o f f m e e t i n g v o o r d e n i e u w e G R U - L P ( g r o e p 2) Grundtvig GRU-stand & -presentatie voor Europees congres van de culturele centra Comenius Monitoringdag voor Schoolpartnerschappen en Comeniusbeurs Study Visits/ Gluren bij de buren: infodag mbt study visits en individuele mobiliteit binnen Comenius Comenius Grundtvig Thematische monitoring ivm zelf-evaluatie voor GRU-LP Leonardo M o n i t o r i n g s e s s i e L D V- p r o j e c t e n Tr a n s f e r o f I n n o v a t i o n
Aalst Brussel Brussel S t- K a t e l i j n e - Wa v e r, C a m p u s D e N a y e r Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel De Panne Alden Biesen Gent Eeklo Brussel Antwerpen Leopoldsburg Antwerpen Blankenberge Leuven Antwerpen Brugge Hasselt Blankenberge Wachtebeke Brussel Alden Biesen Brussel Alden Biesen Alden Biesen Brussel Brussel Brugge Brussel Brussel Brussel Leuven Antwerpen Brussel Gent Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Alden Biesen Antwerpen Brussel Brussel
20 08 21 o k t o b e r 21 o k t o b e r 22 oktober
20 november 26 november 2 december 3 december
Erasmus Grundtvig Grundtvig Comenius Leonardo Leonardo Grundtvig Comenius Comenius Leonardo Leonardo Comenius/Grundt vig Comenius Leonardo Comenius/Grundt vig LLP Comenius
8 december 9 & 10 d e c e m b e r
Leonardo Leonardo
11 d e c e m b e r
Leonardo
12 d e c e m b e r 15 d e c e m b e r
Grundtvig Europass LLP
16 d e c e m b e r 18 d e c e m b e r
Grundtvig LLP
5 november 6 november 12 n o v e m b e r 13 n o v e m b e r 18 n o v e m b e r 19 n o v e m b e r
E C T S / D S - l a b e l i n f o n a m i d d a g (m e t B o l o g n a - e x p e r t e n) G R U - i n f o - s e s s i e v n l n a a r s e n i o r e n - v e r e n i g i n g e n ( i s m A l d e n B i e s e n) Vo o r b e r e i d e n d e v e r g a d e r i n g G R U - c o n t a c t s e m i n a r i e i n P T & F I infosessie voor Vlaamse gastscholen voor buitenlandse COM-Assistenten Informatiesessie LDV-programma I n f o r m a t i e s e s s i e L D V - m o b i l i t e i t (o r g a n i s a t i e O V S G ) Vo o r b e r e i d e n d e v e r g a d e r i n g G R U - c o n t a c t s e m F R & N L C o n t a c t s e m i n a r i e “ I n t e r n a t i o n a l i s a t i o n f o r/ w i t h y o u n g c h i l d r e n ” ( k l e u t e r o n d e r w i j s) (t . e . m . 16 / 11) Monitoringdag voor Schoolpar tnerschappen en infonamiddag voor nieuwkomers I n f o r m a t i e s e s s i e L D V - p r o g r a m m a (o r g a n i s a t i e V L E VA ) S a m e n k o m s t Va l o r i s a t i e P r o c e d u r e B - p r o j e c t e n COM & GRU-presentatie voor de studenten lerarenopleiding C o n t a c t s e m i n a r i e “ I n t e r c u l t u r a l D i a l o g u e ” ( k l e u t e r o n d e r w i j s) (t . e . m . 21/ 11) I n f o r m a t i e s e s s i e L D V - p r o g r a m m a (o r g a n i s a t i e E A S P D) COM & GRU-presentatie voor de studenten lerarenopleiding Dag van de Interculturele dialoog C o n t a c t s e m i n a r i e “ I n t e r n a t i o n a l i s a t i o n f o r S p e c i a l N e e d s E d u c a t i o n ” ( B u i t e n g e w o o n O n d e r w i j s) (t . e . m . 7/ 12) O p l e i d i n g s w o r k s h o p v o o r e v a l u a t o r e n ( Ta a g e p e r a L o s s - o r g a n i s a t i e E s t s L L P - a g e n t s c h a p) Vlaams-Nederlandse Promotorendagen ‘Buitenlandse stages voor personen met een func tiebeperking’ Infosessie ‘Subsidies voor grensoverschrijdende stages en opleiding van personeel in het buitenl a n d ’ (o r g a n . Vo k a K a m e r v a n K o o p h a n d e l O o s t - V l a a n d e r e n) GRU-presentatie op de dag vd leerkrachten van de gedetineerden I n f o d a g : E u r o p a s s i n d e a r b e i d s m a r k t : To o l s v o o r d e w e r k g e v e r Cross-sec torale thematische monitoringdag ivm talen, gecombineerd met de uitreiking van het EU L a b e l v o o r I n n o v a t i e f Ta l e n o n d e r w i j s GRU-info-sessie voor de socio-culturele sector ism SoCius over de nieuwe GRU-acties Thematic monitoring rond University-Business Cooperation binnen Erasmus en update Comenius,Grundt vig & Study Visits
Universiteit Antwerpen Alden Biesen Brussel Brussel Brussel Antwerpen Brussel Alden Biesen Brugge Brussel Brussel Vo r s e l a a r Brugge Brussel KHLimburg Leuven Alden Biesen Estland Ieper Gent To r h o u t Brussel Alden Biesen Brussel Ar teveldehogeschool, Gent
49
EPOS team Stefan Baeyens, Filip Bellinck, Wim Cloots, Rigo Darche, Lucienne De Jonghe, Marc De Vlieger, Annemie Dewael, Johan Geentjens, Josee Janssens, Hilde Juchtmans, Xavier Kruth, Stefaan Logé, Ronny Masset, Vera Meeus, Chantal Nauwelaers, Renilde Reynders, Myriam Smeesters, Magalie Soenen, Paul Stevens, Frederik Van Crombrugge, Natalie Van Gysegem, Karine Van Impe, Linda Vercauteren, Jos Verheyden
50
51