Griffie
Commissie voor Mobiliteit en Financiën Datum commissievergadering
: 13 april 2012
Document nummer Behandelend ambtenaar Directie/bureau Nummer commissiestuk Datum Bijlagen
: : : : : :
2916496 J.M.M. van Eck- van Herwijnen Economie & Mobiliteit/ Bureau Openbaar Vervoer MF-0073 27 maart 2012 2
Onderwerp:
Uitwerking motie M47 d.d. 11 november 2011 inzake reiskostenregeling minderjarige mboscholieren met een reisafstand van meer dan 12,5 kilometer van school Voorstel van GS aan PS:
X
Ter bespreking in het kader van uw
X
kaderstellende rol
Europa paragraaf
Nee _____________________________________________________________________________________
Opmerkingen van het Presidium/Griffie:
Uw commissie wordt verzocht eventuele wensen en/of bedenkingen ten aanzien van de voorgestelde uitwerking van motie 47 aan te geven.
Griffier van Provinciale Staten, namens deze,
mr. J.W.L.M. Zwepink
Bijlagen: 1. motie M47 d.d. 11 november 2011; 2. achtergrondinformatie subsidieregeling provincie Limburg en inkomenspositie mboleerlingen.
Notitie ten behoeve van: Commissie voor Mobiliteit en Financiën 1. Aanleiding
In het Bestuursakkoord Tien voor Brabant is in de paragraaf bereikbaarheid opgenomen dat specifieke aandacht geschonken zal worden aan de OV-tarieven voor de doelgroepen mboscholieren en 65+. Daarnaast hebben uw Staten op 11 november 2011 motie M47 aangenomen. Hiermee draagt u ons college op om per 1 januari 2013 een aanvullende regeling voor de OV-reiskosten van minderjarige mbo-leerlingen in te voeren. Voor mboleerlingen die meer dan 12,5 kilometer van hun school wonen en met de bus naar hun mboinstelling binnen of buiten Brabant reizen, mogen de reiskosten niet meer dan € 37,50 per maand bedragen (zie bijlage 1 voor de volledige motie). Wij leggen u de uitwerking van deze motie voor en verzoeken u uw wensen en/of bedenkingen hierbij aan te geven. 2. Subsidieregelingen provincie Limburg
Motie M47 is geënt op de subsidieregeling die de provincie Limburg heeft getroffen met ingang van het schooljaar 2011-2012. Indien wij de Limburgse subsidieregelingen onverkort zouden overnemen zouden de inkomstenderving en de uitvoeringskosten inclusief SRE-gebied jaarlijks € 7 - € 8 miljoen bedragen. In dit bedrag zijn de (fors) hogere exploitatiekosten als gevolg van versterkingsritten in de spits niet opgenomen. Gelet op de hoge kosten en de mogelijk negatieve inkomenseffecten voor de ouders is afgezien van een nader onderzoek naar deze optie. Uitgebreidere informatie over de Limburgse subsidieregelingen treft u aan in bijlage 2, punt 1. 3. Rijksbeleid minderjarige mbo-leerlingen
De rijksoverheid hanteert het uitgangspunt dat zowel overheid als ouders en de studenten zelf meebetalen aan de kosten van studeren. Uit de inventarisatie van het rijksbeleid blijkt dat de rijksoverheid en de lokale overheden in voldoende mate maatregelen hebben getroffen om de schoolkosten, inclusief, reiskosten van minderjarige mbo-leerlingen op een vergelijkbaar niveau te houden met die van meerderjarige mbo-, hbo- en wo-studenten. Meer informatie hierover vindt u in bijlage 2, punt 2 4. School- en reiskosten minderjarige mbo-scholieren
Uit de Schoolkostenmonitor 2009-2010 lijkt dat op landelijk niveau de gemiddelde schoolkosten voor minderjarige mbo-leerlingen (BOL) ten opzichte van 2006 zijn gedaald. Een derde van de mbo-leerlingen (BOL) ontvangt een stagevergoeding die gemiddeld voldoende is om de schoolkosten te dekken. Voor nadere informatie over de Schoolkostenmonitor verwijzen wij u naar bijlage 2, punt 3. 5. Gemiddelde reiskosten 16- en 17-jarigen in Brabant
Uit OV-chipkaartdata over de maanden november en december 2011 blijkt dat Brabantse 16- en 17-jarigen maandelijks gemiddeld € 65 aan reiskosten maken. Uitgaande van een schoolbezoek van gemiddeld negen maanden bedragen de jaarlijkse kosten gemiddeld minder dan € 600. Dit is ruim € 300 minder dan de minimale kosten van € 900 waarover in de motie wordt gesproken.. De landelijke OV-chipkaartproducten en het Brabantse tarievenhuis bevatten voor elk wat wils. Reizigers kunnen via de OV-chipkaartwijzer op de provinciale website zelf uitrekenen welk reisproduct voor hen de goedkoopste oplossing is. 2/4
6. Voorstel
6.1. OV-reisproduct op OV-chipkaart Om een ingewikkelde uitvoering met hoge uitvoeringskosten te vermijden hebben wij gekozen voor een eenvoudige oplossing via de OV-chipkaart: een reisproduct voor 16- en 17-jarigen dat voor € 37,50 per maand (prijspeil 2011) gedurende het gehele jaar op werkdagen recht geeft op onbeperkt reizen. 6.2 Kaders motie M47 Ons voorstel wijkt op de volgende punten af van motie M47: · Het afstandscriterium van 12,5 kilometer of meer. In plaats daarvan is gekozen is voor een bestedingscriterium van € 37,50 per maand (prijspeil 2011); · Het kunnen reizen binnen en buiten Brabant. Gekozen is voor reizen naar school binnen de provincie Noord-Brabant. De reden hiervoor is dat het € 27-abonnement uit de tweede pilot Goedkoop Openbaar Vervoer (GOV2) destijds ook alleen maar gold op Brabants grondgebied; · Geldigheid op werkdagen gedurende het gehele jaar in plaats van alleen op schooldagen; · Een ruimere doelgroep 16- en 17-jarigen, Voor deze groep zijn geen kostbare uitvoeringsorganisatie en controlemechanisme op rechthebbendheid nodig. 6.3 Ingangsdatum en looptijd Wij stellen voor de kosten van het reisproduct voor de ruimere doelgroep 16—en 17-jarigen betrekken bij de integrale afweging bij de Voorjaarsnota 2012. Omdat uw Staten pas op 22 juni 2012 hierover besluiten, gaan wij in verband met de voorbereidingstijd uit van een ingangsdatum – conform de motie - van 1 januari 2013. Als einddatum hanteren wij 1 september 2015. In de nieuwe bestuursperiode kan dan medio 2015 de hand van een evaluatie worden besloten om de regeling al dan niet te continueren. 7. Beoogd effect
In motie M47 hebben uw Staten de volgende effecten genoemd: · Alle mbo-studenten moeten de opleiding kunnen kiezen die het best bij hen past; · Mbo.-studenten leveren na hun opleiding een belangrijke bijdrage aan de diverse onderdelen van de Brabantse economie. Voor de ruimere doelgroep 16- en 17-jarigen geldt voorts dat de bus voor woonschoolverkeer een veilig alternatief is voor brommer of scooter. Bovendien kan een potentiële doelgroep kennis maken met het openbaar vervoer. 8. Financiële effecten
De jaarlijkse inkomstenderving is geraamd op maximaal € 1,25 miljoen. Op basis van ervaringen met pilot GOV2 zijn de extra exploitatiekosten geschat op € 1,5 miljoen per jaar. De genoemde bedragen zijn inclusief SRE-gebied, maar exclusief eenmalige (€ 70.000) en jaarlijkse proceskosten (€ 20.000). Binnen de begroting van het programma 02. Verkeer en Vervoer en de BDU zijn geen mogelijkheden tot volledige dekking voor de extra exploitatiekosten aanwezig. Daarnaast is het beleid dat BDU-gelden alleen voor de reguliere exploitatie van het OV worden aangewend. Dekking van de inkomstenderving zal dus - conform uw motie - vanuit de algemene middelen moeten geschieden.
3/4
Uitgangspunt voor het Exploitatieplan OV 2013 is dat de exploitatiekosten op het niveau van 2012 worden bevroren. Indien de extra exploitatiekosten ad € 1,5 miljoen volledig ten laste van OV-budget (BDU-gelden) zouden komen, is schrappen elders in het voorzieningenniveau het onvermijdelijke gevolg. Wij stellen daarom voor om - naast de maximale jaarlijkse inkomstenderving van € 1,25 miljoen - voor een gedeeltelijke dekking van de exploitatiekosten een bedrag van € 0,75 miljoen per jaar betrekken bij de integrale afweging van de Voorjaarsnota 2012. Voor de looptijd 1 januari 2013 – 1 september 2015 komt dit uit op € 5.3 miljoen: 2013 € 2.000.000 2014 € 2.000.000 2015 € 1.300.000 € 5.300.000 ’s-Hertogenbosch, 27 maart 2012, Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant.
4/4
Toezeggingenformulier Provinciale staten Uitvoerende directie
:
EenM-OV
Van portefeuillehouder
:
Dhr. Van Heugten
Vergadering
:
Provinciale Staten
Datum
:
11 november 2011
Corsanummer
2840773
Onderwerp
:
Statenvoorstel 47/11 Begroting 2012 en Najaarsbrief
Omschrijving
:
OV-reiskosten minderjarige MBO leerlingen
Tekst:
"Provinciale Staten van Noord-Brabant in vergadering bijeen op vrijdag 11november 2011, constaterende dat: - MBO-studenten van 16 en 17 jaar niet in aanmerking komen voor de reguliere OV- studentenkaart waar minderjarige HBO- of Universiteitsstudenten wel recht op hebben; - minderjarige MBO studenten, ondanks dat ze in Brabant voor €75 per maand onbeperkt met de bus kunnen reizen, nog steeds geconfronteerd worden met hoge reiskosten van minimaal €900 per jaar; - het belangrijk is dat alle MBO-studenten de opleiding kunnen kiezen die het best bij ze past; - MBO-studenten na hun opleiding een belangrijke bijdrage leveren aan de diverse onderdelen van de Brabantse economie; overwegende dat: - de drempel om een MBO-opleiding te volgen zo laag mogelijk moet zijn; - hoge reiskosten hiertoe geen drempel mogen zijn; - MBO-studenten dezelfde rechten dienen te hebben als HBO- of Universiteitsstudenten; - het kabinet (de staatssecretaris van OCW) op 7 juli jl. aan deTweede-Kamer heeft laten weten dat het Rijk niet zorg zal dragen voor een reguliere OV-studentenkaart voor minderjarige MBO-leerlingen; - niet alle Brabantse minderjarige MBO-leerlingen van de bestaande regeling gebruik kunnen maken omdat de Brabantse kortingsactie van €75 per maand enkel geldig is voor het busvervoer binnen Brabant; - Limburgse MBO-studenten van 16 en 17 jaar (ook als ze Brabant naar school gaan) ook recht op een reiskostenvergoeding hebben, dit naar aanleiding van een recentelijk besluit van de provincie Limburg; dragen Gedeputeerde Staten op: - een aanvullende regeling voor de OV-reiskosten voor minderjarige Brabantse MBO-leerlingen in te voeren met ingang van 1 januari 2013; - een regeling te ontwerpen waardoor minderjarige MBO-leerlingen die meer dan 12,5 km van hun school wonen voor maximaal €37,50 per maand met de bus naar hun MBO-instelling binnen of buiten Brabant kunnen reizen; - te onderzoeken hoe een dergelijke aanvullende regeling het beste uitgevoerd kan worden en hierover zo spoedig mogelijk te rapporteren aan Provinciale Staten; - de voorbereiding van de invoering van de regeling voor minderjarige Brabantse MBO-leerlingen voortvarend te starten en over de voortgang te rapporteren aan Provinciale Staten; - middelen te reserveren in de meerjarenbegroting met ingang van 2013 ten laste van de algemene middelen, en gaan over tot de orde van de dag."
Motie M47 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 11 november 2011 door de Statenfractie van de PvdA, GroenLinks en de Partij voor de Dieren bij de behandeling van
Statenvoorstel 47/11 inzake Begroting 2012 en Najaarsbrief 2011 waarbij ze Gedeputeerde Staten opdargen - Een aanvullende regeling voor de OV-reiskosten voor minderjarige Brabantse MBO leerlingen in te voeren met ingang van lja nuari 2013; - Een regeling ontwerpen waardoor minderjarige MBO leerlingen die meer dan 12,s km van hun school wonen voor maximaal 37,SO euro per maand met de bus naar hun MBO instelling binnen of buiten Brabant kunnen reizen; - Te onderzoeken hoe een dergelijke aanvullende regeling het beste uitgevoerd kan worden en hierover zo spoedig mogelijk te rapporteren aan Provinciale Staten; - De voorbereiding van de invoering van de regeling voor minderjarige Brabantse MBO leerlingen voortvarend te starten en over de voortgang te rapporteren aan Provinciale Staten; - Middelen te reserveren in de meerjarenbegroting met ingang van 2013 ten laste van de algemene middelen.
(AANGENOMEN).
Lijst PS: nr. .. blz. Toezegging is opgenomen in CORSA Nadere informatie: Griffie, Ellie Stolwijk, 2278
Bijlage 2 bij Commissienotitie MF-0073 1. Subsidieregelingen provincie Limburg ·
De provincie Limburg heeft een regeling getroffen voor de circa 5.000 mbo-scholieren die in Limburg studeren en een regeling voor circa 2.000 mbo-scholieren die buiten Limburg studeren. In beide regelingen wordt geen subsidie verleend over de eerste 12,5 kilometer. De reisafstand is arbitrair gekozen. De subsidie per schooljaar van maximaal 10 maanden varieert van € 90 voor een reisafstand van 15 kilometer tot € 1.512 voor een reisafstand van 65 kilometer of meer. De leerling moet in Limburg wonen en een voltijds beroepsopleidende leerweg (BOL) volgen in of buiten Limburg. Hij mag tussentijds niet wisselen van opleiding of opleidingsplaats of niet verhuizen naar een plaats buiten Limburg. Mbo-leerlingen die geen gebruikmaken van het OV kunnen toch subsidie aanvragen.
·
Gekozen is voor een subsidieregeling, omdat het ontwikkelen, testen en implementeren van een reisproduct op OV-chipkaart een te lange doortijd zou hebben. Invoering met ingang van het nieuwe schooljaar 2011-2012 zou dan onhaalbaar zijn geweest.
·
De regelingen gelden vooralsnog voor twee schooljaren. De intentie is dat de regeling uiteindelijk vier jaar van kracht blijft tot aan het einde van de coalitieperiode 2011-2015.
Financiering ·
De vier ROC’s/AOC’s in Limburg voeren de regeling voor mbo-leerlingen die in Limburg studeren uit. De jaarlijkse geschatte uitvoeringskosten bedragen € 360.000, circa € 75 per dossier.
·
Limburg voert zelf de regeling voor mbo-leerlingen die buiten Limburg studeren uit. De jaarlijkse uitvoeringskosten zijn geschat op € 150.000, omgerekend circa € 75 per dossier.
·
De totale jaarlijkse subsidiekosten zijn geraamd op € 3,35 miljoen. Daarmee komen de totale kosten jaarlijks uit op € 3,86 miljoen, exclusief kosten bezwaar en beroep. Limburg dekt de kosten uit extra middelen (€ 115 miljoen) uit het Bestuursakkoord 2011-2015.
Rechtmatigheid reiskostensubsidieregeling · Door Limburg is vooraf niet getoetst of deze subsidie juridisch aangemerkt zou kunnen worden als bijzondere bijstand (= bevoegdheid gemeenten) of inkomenspolitiek (= bevoegdheid rijksoverheid). Een aantal gemeenten heeft inmiddels een (volledige) korting op de bijzondere bijstand toegepast die opliep tot € 250, terwijl er maar € 90 reiskostensubsidie werd verleend. ·
Pal voor het kerstreces 2011 heeft de provincie een brief aan de gemeenten gezonden met een toelichting dat het ging om een tegemoetkoming en geen volledige vergoeding. Nog niet bekend is of de gemeenten die een korting hebben toegepast deze zullen terugdraaien en of de subsidie ook gevolgen heeft voor de inkomensafhankelijke WTOS-tegemoetkoming en/of het inkomensafhankelijke kindgebonden budget.
2. Rijksbeleid minderjarige mbo-leerlingen en meerderjarige hbo-studenten De rijksoverheid hanteert het uitgangspunt dat zowel overheid als ouders en de studenten zelf meebetalen aan de kosten van studeren. De rijksoverheid en de lokale overheden hebben in voldoende mate maatregelen getroffen om de schoolkosten, inclusief, reiskosten van minderjarige mbo-leerlingen op een vergelijkbaar niveau te houden met die van meerderjarige mbo-, hbo- en wo-studenten. ·
Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (WTOS)
Ouders van studenten in het voortgezet onderwijs (vo) en het middelbare beroepsonderwijs (mbo) jonger dan 18 jaar kunnen een beroep doen op een inkomensafhankelijke tegemoetkoming op basis van WTOS. In 2001 is aan deze tegemoetkoming voor mbo’ers een bedrag van ruim € 110 per jaar extra toegevoegd in verband met hogere reiskosten. De maximale tegemoetkoming op jaarbasis is ruim € 800 (peil 2011). Uit de wetsgeschiedenis en jurisprudentie valt af te leiden dat de WTOS niet bedoeld is als een volledig dekkende kostenvergoeding en dat reiskosten die uitstijgen boven de tegemoetkoming in beginsel voor rekening van de ouders dienen te blijven. De WTOS wordt uitgevoerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO).
Lesgelden Vanaf 2005 is voor minderjarige mbo-leerlingen geen lesgeld meer verschuldigd. ·
Ziektekostenverzekering Minderjarige mbo-scholieren zijn gratis meeverzekerd op de ziektekostenpolis van hun ouders/verzorgers. ·
·
Kinderbijslag”(peil 2012)
De kinderbijslag voor 16- en 17-jarigen is hoger dan voor kinderen van 15 jaar en jonger en varieert afhankelijk van het aantal kinderen - per kind van € 269,39 (1 kind) tot € 415,56 (10 kinderen) per kwartaal. De kinderbijslagregeling wordt uitgevoerd door de Sociale Verzekeringsbank (SVB). ·
Kindgebonden budget (peil 2012)
Het inkomensafhankelijke kindgebonden budget bedraagt voor het 1e kind maximaal €1.017 per jaar, voor het 2e kind maximaal € 461 per jaar, voor het 3e kind maximaal € 183 per jaar en voor het 4e en ieder volgend kind maximaal € 106. Daarnaast is er een extra bijdrage in de schoolkosten, inclusief reiskosten, voor 16- en 17-jarigen van € 296 per jaar. Het kindgebonden budget wordt verstrekt door de Belastingsdienst en wordt vaak al automatisch toegekend als het belastbare inkomen daartoe aanleiding geeft. ·
Bijzondere bestand
De meeste gemeenten hebben een inkomensafhankelijke regeling voor bijzondere bijstand voor schoolkosten. De voorwaarden om hiervoor in aanmerking te komen en de hoogte van de bijzondere bijstand kunnen per gemeente echter verschillen.
Voorzieningen voor thuiswonende meerderjarige hbo-studenten Ouders van meerderjarige thuiswonende hbo-studenten ontvangen geen kinderbijslag en kunnen geen aanspraak ·
maken op het kindgebonden budget en geen beroep doen op een WTOS-tegemoetkoming. Meerderjarige hbo-studenten kunnen een studiebeurs aanvragen. Dit is altijd een prestatiebeurs1. De basisbeurs voor thuiswonende studenten2 is € 95,61 per maand (peil 2012) en bedoeld als tegemoetkoming in studiekosten, (een deel van) het levensonderhoud, premie ziektekostenverzekering en collegegeld. Indien de ouders niet of onvoldoende draagkrachtig zijn bestaat de mogelijkheid tot het aanvragen van een inkomensafhankelijke aanvullende beurs van maximaal € 222,84 per maand. Van studenten wordt verwacht dat zij ook zelf bijdragen in de kosten door bij voorbeeld naast een studie te werken of bij te lenen. Verder hebben zij een Studenten-OV-kaart met een week- of een weekeindreisrecht naar keuze. De Studenten OV-kaart is eveneens onderdeel van de prestatiebeurs en heeft een waarde van € 82,34 per maand (peil 2011). Deze kaart is in 1986 ingevoerd en heeft destijds geleid tot een structurele korting op de basisbeurs. 3. School- en reiskosten minderjarige mbo-studenten Op initiatief van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) zijn in 2001, 2003, 2006 en 20092010 onderzoeken uitgevoerd naar de schoolkosten van leerlingen in het voortgezet onderwijs en het middelbare beroepsonderwijs. De belangrijkste conclusies uit de monitor 2009-2010 zijn: a.
De reiskosten voor minderjarige BOL3-leerlingen bedragen, afhankelijk van het type opleiding, tussen de € 75 en € 101 per maand;
b.
Ten opzichte van 2006 blijken de gemiddelde schoolkosten voor minderjarige BOL-leerlingen te zijn gedaald;
c.
Een derde van de minderjarige BOL-leerlingen ontvangt een stagevergoeding die gemiddeld voldoende is om de schoolkosten te dekken;
d.
De reiskosten voor minderjarige BBL4-leerlingen zijn gemiddeld € 42 per maand;
1
Een prestatiebeurs is een voorlopige lening met rente, die terugbetaalt moet worden indien binnen tien jaar geen diploma wordt behaald.
2
De meeste minderjarige mbo-scholieren zijn thuiswonend. Vandaar dat alleen de situatie van thuiswonende meerderjarige hbo-studenten wordt
beschreven. 3 Beroeps Opleidende Leerweg (voltijds). 4
Beroeps Begeleidende Leerweg (studeren en werken).
e.
De schoolkosten voor de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) zijn gemiddeld lager dan die voor de BOL;
f.
Ruim de helft van de minderjarige BBL-leerlingen ontvangt een stagevergoeding/loon waaruit de schoolkosten ruimschoots betaald kunnen worden.