Interviewverslag “Succesvol inspecteren” Rob van Doorn, Applus RTD, Rotterdam, 14 september 2010 Door: Monique Witziers, Tony Koeleman
Rob van Doorn is CEO van Applus RTD. Applus RTD is met 4.000 medewerkers actief in meer dan 50 landen. In 32 landen heeft Applus RTD eigen bedrijven. RTD is bijna 75 jaar geleden opgericht als de Röntgen Technische Dienst. Vanuit NietDestructief Onderzoek en Inspectie aan pijpleidingen en technische installaties levert men in toenemende mate Asset Integrity Services aan beheerders van complexe technische installaties in voornamelijk de olie en gas industrie, energiecentrales, chemische industrie en civiele werken. Website: www.ApplusRTD.com Applus RTD is actief in vijftig landen. Hoe zit het met de globalisering bij Applus RTD? Je hebt lokale regelgeving en je hebt de Europese wetgeving. Daarnaast heb je regelgeving en normen per bedrijf, ook bij bedrijven die wereldwijd opereren. Dat zijn niveaus van regelgeving waar de klant en wij zich aan moeten houden. Denkt u dat dat in de toekomst gaat toenemen? Wat wij zien toenemen, is de mondiale samenwerking op het gebied van regelgeving. Dat wil niet zeggen dat er mondiale regelgeving komt. Zover zijn we nog lang niet. Je hebt wel een Amerikaanse benadering en een Europese benadering. Je ziet dat die steeds meer naar elkaar toekomen. De Chinezen, die een nieuwe economische macht vormen, zijn pragmatisch. Die kijken welke regelgeving het beste voor hen is en nemen die over. Er zijn dus inderdaad veranderingen aan de gang. En dat is positief? Voor ons, maar ook voor onze klanten, is dat positief, want het betekent dat je veel meer kunt standaardiseren. Ik kan een voorbeeld geven; we hebben dat intern met overalls. Die moeten in sommige landen vlamdovend en brandwerend zijn en in andere landen hoeft dat weer niet. We kunnen niet zeggen dat medewerkers in land A ons meer lief zijn dan medewerkers in land B, zodat die laatste dat dus niet hoeven. Dus wij hebben een interne standaard die zegt: iedereen heeft deze overalls. Dat overstijgt dan weer een landenregelgeving. Creëert u zo geen concurrentienadeel? Concurrentienadeel heb je als groot bedrijf altijd ten opzichte van kleine lokale spelers. Onze kostenstructuur is heel anders. Wij besteden bv. als enige bedrijf in deze branche veel geld aan de ontwikkeling van nieuwe technologieën. Klanten zijn bereid hiervoor te betalen. Maar we concurreren wel met alle bedrijven in dezelfde markt. Ons bedrijf steunt op twee belangrijke zaken: onze mensen en innovatieve technologie. Daarin onderscheiden wij ons.
Interview Rob van Doorn Applus RTD Definitief.doc
1
Grote oliemaatschappijen hebben standaarden op het gebied van CSR. Is dat in jullie voordeel? Ja, die kijken inderdaad of de leveranciers daaraan voldoen. Ziet u naast globalisering nog meer trends in de inspectiewereld? Ik heb een beetje moeite met de term ‘inspectiewereld’, maar daar komen we straks nog wel even op. Een van de trends die ik heel duidelijk zie, is een sterke consolidatie in deze ‘inspectiewereld’ van olie en gas, water en energiecentrales. Wij zijn meer en meer een brede technische dienstverlener, in plaats van een inspectiebedrijf. Heel veel kleine NDO en Inspectiebedrijfjes zijn destijds ontstaan rondom een installatie. Rondom raffinaderijen en petrochemische installaties zie je vaak kleine bedrijfjes van tien tot vijftig man, die services verrichten aan die installaties. Deze bedrijven hebben echter onvoldoende middelen om te investeren in nieuwe technologie. Het tweede probleem is dat de eerste eigenaren van die bedrijven inmiddels allemaal met pensioen zijn gegaan. Die hebben zonen die een hogere technische en bedrijfskundige opleiding hebben gevolgd, en die beseffen dat ze niet kunnen overleven zonder forse investeringen. Je ziet dus een vraag vanuit al die kleine bedrijven om zich aan te sluiten bij grotere organisaties. Grote bedrijven, zoals wij zijn, zoeken wegen om antwoord te vinden op de globalisering die gaande is. Die twee komen dus bij elkaar. Wij zijn de laatste jaren enorm gegroeid. En dit zet zich de komende jaren nog veel verder door. Ik wil nog even terug naar de kern van inspectie. Inspectie is een activiteit die je doet omdat de integrity van een installatie niet voldoende gewaarborgd is. Dit is natuurlijk theoretisch. Inspectie doe je dus als een toezichtmaatregel omdat je het proces niet voldoende beheerst, of wantrouwt. Inspecteren is dus een noodzakelijk kwaad. Het gaat ook niet om het inspecteren. “Succesvol inspecteren” is dus ook een hele rare term. Ben je nu succesvol als je heel veel fouten ontdekt, of ben je succesvol met inspecteren als je geen enkele fout ontdekt? Eigenlijk kan het dus niet: succesvol inspecteren. Die twee woorden horen niet bij elkaar. Inspecteren is een vorm van controle. En als je een goede procesbeheersing hebt, dan heb je theoretisch geen controle nodig. Dat betekent dat wij ons de laatste jaren als bedrijf steeds meer zijn gaan richten op Asset Integrity Management. De klant is eigenlijk alleen maar geïnteresseerd in zaken als kwaliteit, productie en veiligheid. De kwaliteit van zijn processen. De productie van zijn output. En veiligheid van zijn mensen. Hij moet weten dat zijn objecten dat kunnen bewerkstelligen. Wij bieden als bedrijf daar een oplossing voor. Dus u levert consultancy? Met consultancy alleen neem je geen verantwoordelijkheid. Wij willen een stap verdergaan op het gebied van Asset Integrity Management. Wij willen ook een stuk verantwoordelijkheid nemen. Met Asset Integrity Services leveren wij diensten, zowel modulair, als een compleet pakket om de integrity van een installatie te beheren. Dat gaat heel erg ver. Hierbij is een belangrijke beweging gaande. Voorheen was de nadruk op repareren, daarna was de nadruk op voorkomen, en nu gaan we meer nadruk leggen op voorspellen. Voorspellen of te wel Predictive Maintenance, maakt bijvoorbeeld een analyse van hoe een installatie zich in de komende jaren zal gaan gedragen. Je kunt dus nú maatregelen nemen om problemen te voorkomen. De inspectie gaat hierbij dus een andere waarde krijgen in deze branche. Het inspecteren is dus slechts nog een middel om de voorspelling te kunnen doen? Ja, en dan ga je naar het volgende toe: het inspecteren wordt omgezet in een vorm van continuous monitoring. Waar je eigenlijk continu de integrity ‘monitort’. De technologie
Interview Rob van Doorn Applus RTD Definitief.doc
2
van het continu monitoren komt langzaam beschikbaar. En op basis van het continu monitoren ga je dus voorspellingen doen. Je komt hier ook op een ethisch aspect. Waarom controleer je? Je controleert iets, omdat je het niet vertrouwt. Maar wie vertrouwt het niet? De politiek vertrouwt het niet, de burgers vertrouwen het niet, milieubewegingen vertrouwen het niet. Maar waar het eigenlijk om gaat, is het bedrijf zelf, die de objecten beheert. Die moeten de morele verantwoordelijkheid dragen zelf die vraag te stellen. Daar zit de crux van het verhaal. Het gros van de bedrijven heeft al deze instelling. Maar als je de gehele controle weghaalt, dan wordt de kans op de bedreiging door gebrek aan zelfdiscipline natuurlijk veel groter. En alles heeft te maken met het afwegen van risico's. Risicoloos bestaat niet. Asset Integrity Management gaat voornamelijk over het zo goed mogelijk inschatten van risico's. Je neemt beslissingen op basis van het inschatten van risico's. Vroeger werden deze risico's genomen, en dan repareerde je bij ontstane problemen. In de toekomst kijk je naar wanneer gaat iets gebeuren? Het is het afwegen van het risico voor veiligheid, milieu en de winst die de onderneming moet maken. Een goed bedrijf zal die balans goed leggen. Als verplichting aan zichzelf, naar de medewerkers en naar de maatschappij toe. Wat zie je nu gebeuren? In de downstream olieraffinaderijen is ongeveer vijftien procent overcapaciteit. Grote oliemaatschappijen zijn raffinaderijen aan het verkopen. Die worden waarschijnlijk overgenomen door bv. Chinese, Russische en Indiase bedrijven. Welke maatstaven hanteren deze nieuwkomers? Dat wordt een interessante vraag en dat gaat de komende jaren spelen. Er komt een tweedeling: aan de ene kant bedrijven die heel erg goed die balans leggen, en aan de andere kant bedrijven waar die balans wat minder goed gelegd wordt. Bij de laatste groep zou je van overheidswege meer controle kunnen hebben, en de andere bedrijven die bewezen hebben het goed doen, daar zou het wat losser kunnen. Dan heb je dus inspectiebedrijven die daar een rol in spelen, en op een andere manier met categorie A omgaan dan met categorie B. Wij willen als bedrijf een partnerschap vormen met bedrijven die daar serieus mee omgaan. Bij die andere bedrijven zullen wij ons veel meer als toeleverancier opstellen. Partnerschap veronderstelt dat je een stuk medeverantwoordelijkheid draagt voor de processen van de cliënt. Ziet u bij de overheid daar ook een beweging in? Zo is de Inspectie Verkeer en Waterstaat bezig met het afsluiten van convenanten bij bedrijven die het goed doen. Ik ben zelf wel een voorstander voor het afsluiten van convenanten. In het convenant wordt aangegeven welk vertrouwen je geniet. Een convenant is een vertrouwensdocument. Het is een convenant met de lokale overheid. Een convenant met bijvoorbeeld de Europese overheid heb je niet, voor zover ik weet. Ik ben ze tenminste nog niet tegengekomen. Inspectie heeft het gevaar in zich van ‘schijnvertrouwen’. Inspectie is namelijk altijd een momentopname. Dat is hetzelfde met ons Niet-Destructief Onderzoek. Dat proberen wij te ondervangen met continu monitoren. En op basis daarvan continu berekenen wat de waarschijnlijkheid is dat iets gebeurt: dan ben je goed bezig. Is uw bedrijf ook bezig met de controle van de kwaliteitsmanagementsystemen? We hebben rekening te houden met deze handboeken/procedures van bedrijven. En als we met deze bedrijven een partnerschap aangaan, dan beoordelen we deze kwaliteitsmanagementsystemen en doen we eventueel aanbevelingen voor verbetering.
Interview Rob van Doorn Applus RTD Definitief.doc
3
We zijn op dit moment met consultancyactiviteiten bezig om klantprocessen efficiënter te laten verlopen, voornamelijk maintenance-processen en de planning van maintenance. Inspecteren is voor ons daarbij een meting, meer niet. Hoe gaat u om met de vergrijzing in Nederland? De vergrijzing in Nederland gaat sneller dan in onze bedrijven in de rest van de wereld. Wij zijn een wereldorganisatie. Nederland is maar een stukje van ons bedrijf. Waar ik wel een probleem zie, is het binnenhalen van kennismedewerkers. Dit geldt overal op de wereld. Wij zijn bezig met een behoorlijke kennisniveauverhoging van ons bedrijf. We investeren in de technische kennis van medewerkers. Deze mensen moeten ook nog kunnen praten met onze klanten op verschillende niveaus in hun organisatie, met de engineeringafdelingen en plant managers. Veel bedrijven hebben hun engineering afgestoten. Wij proberen een rol te spelen, zodat ze veel meer kunnen outsourcen naar ons. Er zitten voor de klant echter ook strategische elementen in. Een ervan is datamanagement. Met continuous monitoring genereer je gigantische hoeveelheden data. Datamanagement is van strategisch belang voor een bedrijf. Het is dus van belang om samen goede afspraken te maken welke rol elk van de partners kan en wenst te spelen. Dit alles vergt goed opgeleide medewerkers. Het binnenhalen van goede mensen is een probleem voor de komende tijd. We hebben deze mensen in onze eigen organisatie, in Australië, in Nederland, in Amerika enz. Maar niet afdekkend genoeg over de hele wereld. Ideaal is dat onze mensen één of twee dagen per week geïntegreerd deel uit maken van een team van de klant. Dat zou ik in de toekomst wel meer willen. Zijn er nog andere essentiële ontwikkelingen voor de komende jaren? Ja, bijvoorbeeld op het gebied van technologie. Hardwarematig en softwarematig. Voor continuous monitoring heb je ook speciale sensoren nodig. De uitlezing van deze sensoren moet ook helder kunnen zijn. Dit geldt eigenlijk voor alle meetapparatuur. Het is nu erg afhankelijk van de interpretatie van de onderzoeker. Ik werd daarmee geconfronteerd toen ik destijds bij RTD kwam en een introductiecursus deed. Ik kreeg een röntgenfilmpje om te beoordelen. Ik zag een aantal stofpikkeltjes op de film en herkende daarin geen defect. Het vergt ervaring en een behoorlijk specialisme om de beelden te interpreteren. We zijn bezig om de interpretatie makkelijker te maken, zoals 3D. En dan softwareontwikkeling. Het synchroon laten lopen van al die gigantische hoeveelheden data van honderden sensoren, om conclusies te kunnen trekken. Zelf ben ik gefascineerd door ‘Augmented reality’. ‘Augmented reality’, kunt u dat uitleggen? Het is het zo realistisch mogelijk toevoegen van computergemaakte beelden aan rechtstreekse, reële beelden zoals scans, foto’s of video. Via een bril, of via je handheld zie je het object en relevante informatie over dat object. Augmented reality in een plant zou een fascinerende combinatie kunnen zijn. Over vijf jaar is Augmented reality realiteit. Dus over vijf jaar loopt de Asset Integrity Manager met zijn Augmented Reality bril door de plant? Dat is wel erg verregaand maar hij kan op zijn beeldscherm heel veel detail informatie ophalen. Wij hebben dan systemen die informatie kunnen toevoegen, zoals foto’s, informatie van sensoren en laser scans, stressanalyses, enz. We hebben bedrijven met sterke software ontwikkeling op dit gebied gekocht om langzaam die kant op te gaan.
Interview Rob van Doorn Applus RTD Definitief.doc
4
Technologie, in het bijzonder IT, partnerschappen met klanten en goede mensen zijn uw belangrijkste speerpunten? Ja, hardware hebben we altijd wel goed gedaan. Vooral op het gebied van testapparatuur. Worden door continue monitoring en voorspellen de kosten lager? Ja, en het is een verschuiving van de kosten, waarbij je de risico's beter inschat en veel beter kunt omgaan met kwaliteit, productie en veiligheid. De totale maintenance kosten op langere termijn zullen hierdoor omlaag gaan. En het Niet-Destructief Onderzoek en het Inspecteren, waar Applus RTD vandaan komt, worden middelen om Asset Integrity Services te kunnen aanbieden. We doen dit voor nieuwbouw, dat is voornamelijk keuring gerelateerd. Dan heb je maintenance met als hoge toegevoegde waarde Asset Integrity Management. En de derde poot is de certificering, dat we ook doen. Maar waartegen certificeert u dan? Wij zijn als Notified Body (NOBO) geaccrediteerd. Dat is voor nieuwbouw constructies. Voor maintenance moet je dat per land organiseren aangepast aan de lokale regelgeving. Dit doen wij al voor een aantal landen. Ik denk dat er meer standaardisatie komt op dit terrein. Je hebt nu verschillende stromingen, bv. een Amerikaanse en een Europese. De lokale overheden gaan ook steeds meer met elkaar afstemmen (zeker in Europees verband). Mondiale regelingen zie ik nog niet direct, maar ze gaan wel steeds meer samenwerken. Daarnaast worden wij ook per klant vaak gekwalificeerd. Dit geldt zeker voor onze technologieën. Ten eerste moeten wij voldoen aan de lokale regelgeving, maar dan nog wil de klant bewijzen zien dat wij voldoen aan hun eisen. Die kwalificatietrajecten kunnen soms heel lang, zelfs tot twee jaar, duren. Bij de volgende klant moet je weer geheel opnieuw door de molen omdat zij weer hun eigen procedures en kwalificatietrajecten hebben. Als ik over tien jaar naar de website van Applus RTD ga, wat voor bedrijf zie ik dan? Ten eerste een technisch dienstverlenend bedrijf op het gebied van Asset Integrity Services. We gaan de breedte en de diepte in. We gaan technologisch en geografisch verder groeien. En dat ga je terug zien op onze website. En tot hoever we gaan op het gebied van het managen van de Asset Integrity? Er zit een grens aan tot waar wij de verantwoordelijkheid willen dragen. Wij kunnen natuurlijk niet aansprakelijk zijn voor een installatie, maar wel medeverantwoordelijk voor het goed laten verlopen van een aantal maintenance processen in de plant. Zijn er nog dilemma's of hobbels die u moet nemen? Een hobbel die wij tegenkomen, is dat grotere bedrijven ons moeten erkennen als echte partner. Zij willen nog vaak zelf alles in de hand houden. Ik verwacht echter dat dit vertrouwen zal gaan groeien. Een tweede hobbel die ik zie, is het binnenhalen van goede opgeleide mensen. Dit blijft lastig voor al onze bedrijven over de gehele wereld. Verder zijn wij operationeel een gedecentraliseerd bedrijf. Het is een toer om onze communicatie in ons bedrijf goed overeind te houden. Lokaal, en dat is soms tot op de werkvloer, hebben wij verantwoordelijkheden neergelegd. We zijn tevens van een functioneel gedreven naar een procesgedreven organisatie gegaan. Je hebt nu veel meer zelfstandigheid in onze organisatie. Maar je wilt toch uiteindelijk met zijn allen één kant op. Dat vergt een goede communicatie; je hebt dan niet alleen te maken met fysieke afstanden, maar ook met verschillende culturen en verschillende talen. Wij hebben bijvoorbeeld zwaar geïnvesteerd in videoconferentie. Dat was even wennen, maar nu wordt er internationaal zo vergaderd. Dat gaat via internet, en de kosten zijn miniem. Die middelen zijn absoluut essentieel voor ons om zo een
Interview Rob van Doorn Applus RTD Definitief.doc
5
decentrale organisatie bij elkaar te houden. We zijn er als de kippen bij om te zien wat voor nieuwe technologie eraan zit te komen. We hebben bv. ook een volwaardig ERPsysteem en planningsysteem geïmplementeerd. Vroeger was onze kreet: wat wij leveren, geeft goede nachtrust voor onze klanten. Nu willen we graag daarbovenop een bijdrage leveren aan de maatschappij op het gebied van veiligheid en een betere uitnutting van schaarste.
Interview Rob van Doorn Applus RTD Definitief.doc
6