Interviewverslag “Succesvol inspecteren” Paul Hesselink Kiwa op 23 september en 14 oktober 2010 te Rijswijk Door: Monique Witziers, Tony Koeleman
Dr. Paul Hesselink is ruim zeven jaar algemeen directeur van Kiwa NV. Van een nutsgeoriënteerde certificeerder maakt Kiwa de laatste jaren een sterke ontwikkeling door naar een internationale certificeerder op verschillende terreinen. Bij Kiwa werken inmiddels ruim 950 medewerkers in 9 landen. Website: www.kiwa.nl Voor ons boek interviewen we zowel private als publieke inspectie- en certificatieorganisaties. Kiwa heeft recent enkele vergunningstaken overgenomen van IVW. Hoe kijkt u naar de inspecterende overheid? De overheid heeft zich getoond als toezichthouder van onberispelijk en onbespreekbaar gedrag. Inhoudelijk heel degelijk, maar door de gerichtheid op interne procedures wel minder efficiënt en soms wel een beetje los van de rest van de wereld. Men werkt op een manier die eigenlijk verboden is in de private sector: er is een vermenging van belangen. Beleid, uitvoering en inspectie zitten steeds bij één ministerie. De slager keurt zijn eigen vlees, er is weinig transparantie, je kunt heel moeilijk onafhankelijk in beroep gaan. Maar er is toch een inspecteur-generaal, die autonoom van beleid en uitvoering opereert? Dat zou in de private sector zo niet toegestaan zijn. Dat moet dan echt uit elkaar. Kijk maar naar de accountantswereld: de scheiding van advies, controle en mogelijkheid tot beroep lijkt daar nu ook afgedwongen te gaan worden als gevolg van de bankencrisis. Dit zet overal in de toezicht houdende wereld verder door, verwacht ik. Wat vindt u dan van de toezichtpiramide bij de overheid, die start bij advies en oploopt naar uiteindelijk sanctioneren? Dan ben je uiteindelijk je eigen adviezen aan het controleren. Nogmaals, dit is niet toegestaan bij private instellingen. Dat kost je acuut de accreditatie. In onze discussie met Inspectie Verkeer en Waterstaat, een goede degelijke club, merk je ook hoe verschillend de culturen en opvattingen zijn of hoe sterk de beïnvloeding door belanghebbenden daar kan zijn. De effectiviteit en transparantie van de publieke inspectiediensten moeten worden aangetoond. Wordt die tendens voortgezet? Ja, door druk van burgers of onder druk van de Brusselse regelgeving. Diverse activiteiten die wij in Nederland als staatstaken beschouwen, zijn in andere landen anders geregeld. Vroeger of later komt Brussel dan toch met een grootste gemene deler aan. En dan mogen bepaalde dingen geen monopolie meer zijn. Dat wordt vervolgens een open inspectieterrein.
Interview Paul Hesselink KIWA v03.docx
1
Andersom kan overigens ook: waar Nederland mee voorop loopt, is de APK-keuring. Deze keuring wordt in veel landen als staatstaak gezien, of wordt als inspectieconcessie verkocht. In Nederland is dat geheel geliberaliseerd en wordt een inspecterende garage steekproefsgewijs gecontroleerd door een rijksinspecteur. Op andere gebieden heeft Nederland het BRL-systeem waarbij all parties concerned (overheid, wetenschap, producenten en afnemers) samen een beoordelingsrichtlijn opstellen die, meestal onder accreditatie, door onafhankelijke inspectie instellingen wordt geverifieerd. Dat is een goed en efficiënt systeem gebaseerd op een license to operate. Dat systeem exporteren wij nu naar Duitsland, Engeland en Zweden. In Frankrijk moet elk product en onderdeel drie keer per jaar door een testlab. Vreselijk omslachtig en duur is dat. Je hebt daar ook enorme Franse testinstituten zien ontstaan. Het lijkt wel eens of onze overheid steeds zelf wil uitvinden hoe je iets moet controleren of auditten. Andere landen hebben het soms veel pragmatischer ingericht. Bijvoorbeeld op het gebied van de biologische landbouw. Je zit aan SKAL vast in Nederland. In andere landen is die controle vrijgegeven. De biologische landbouw groeit er ook harder. Nederland is nog van mening dat alleen deze instantie dat kan. Dicht tegen de overheid aan en onder toezicht van de landbouwsector. In Nederland zit de inspectie op de gezondheidszorg en het onderwijs nog volledig op slot. Zorg trekt zeker open, het onderwijs zal iets langzamer gaan. De maatschappij wil ook meer efficiëntie en transparantie in het toezicht. Er is precies één geaccrediteerde rijksinspectie: de Inspectie van het Onderwijs. De rest zou een toetsing door de Raad voor Accreditatie waarschijnlijk niet overleven door gebrek aan transparantie en mogelijkheid tot onafhankelijk beroep. Overigens zijn de rijkslaboratoria al wel wat meer geaccrediteerd, denk maar aan de nVWA. De rijksinspecties hebben het overigens niet makkelijk. Het regeerakkoord spreekt van een “inspectievakantie” om de lastendruk voor het bedrijfsleven te reduceren. Je mag daarom als bedrijf of organisatie binnenkort minder overheidscontroles verwachten mits je voorzien bent van geaccrediteerde inspectie rapporten en certificaten. Dat worden dan belangrijke licenses to operate. Dit is overigens al kabinetsbeleid sinds 2005 maar werd nog amper toegepast. De inspecties liggen verder ook zwaar onder vuur om in te krimpen. Zij staan voor stevige bezuinigingen en een efficiëntie slag. Als zij moeten benchmarken in efficiency tegen de private sector, dan leggen zij het af. De kosten zijn soms twee keer zo hoog. Er is vaak veel overhead en een sterke proceduregerichtheid met interne controle op controle. Hun automatisering en planning is heel anders ingericht. De overheid kan meer naar risicoanalyse toegaan. En dan kom je uit bij de certificering. Als bedrijven hun processen gecertificeerd hebben, dan kan de overheid wat minder controleren. De wijze van controle, die de overheid nu doet zal dan in omvang een stuk terug kunnen gaan. De private instellingen willen het graag goed overnemen of op (deel-) gebieden samenwerken of aanvullen. En we zouden het ook kunnen. Gelooft de overheid dat? In de discussie met de overheid krijgen we dan altijd twee dingen te horen. Ten eerste: jullie hebben klanten en zijn dus beïnvloedbaar. Kiwa’s grootste inspectie of certificatie klant doet minder dan één procent van onze omzet. We zouden het jammer vinden als die weggaat, maar dat beïnvloedt ons oordeel niet. Als we namelijk onze accreditatie kwijtraken, dan zijn we veel meer kwijt. We hebben dus veel meer te verliezen door beïnvloeding dan een ambtenaar. Het verwijt van eventuele partijdigheid speelt dus niet. Het tweede verwijt betreft de afgifte van CE door private instellingen. CEproductmarkering gaat echter over minimale veiligheidsnormen voor een product die voor de hele EU hetzelfde zijn. Die normen zijn echter geratificeerd, soms zelfs opgesteld door de gezamenlijke EU-overheden in Brussel. Ze gelden dus ook wettelijk
Interview Paul Hesselink KIWA v03.docx
2
in ieder EU-land, soms tegen de zin van een rijksinstelling in. Het gaat vaak niet om kwaliteit dus laat CE nogal eens kwalitatief mindere producten toe op de markt. Ja, dat vinden we jammer, maar die producten voldoen aan de CE-norm, en die norm is soms erg beperkt. Meestal legt de markt zichzelf hogere eisen op. Zijn rijksinspecties in de toekomst dan nog wel nodig? Zeker wel, maar anders. Je zou je in veel gevallen kunnen voorstellen dat certificatie een deel van het toezicht gaat overnemen en dat de rijksinspecties veel meer een vorm van systeemtoezicht doen op private certificeerders. Denk maar aan de APK. Of dat inspecties die diverse rijksinspecties uitvoeren, uitbesteed zijn. Is dat reëel en echt goedkoper voor het Rijk? Dat is een kwestie van een politiek besluit. Het kan bijna morgen. Het is zeker goedkoper: bij de overheid is er een controle achteraf en de overheid betaalt. Bij certificatie is er een controle vooraf: de certificering, en de gebruiker betaalt. Mocht Kiwa nog aanvullende diensten van de rijksinspecties overnemen, willen jullie dan ook BOA’s, buitengewoon opsporingsambtenaren, in dienst gaan nemen? Die hebben we nu nog niet, maar je kunt ons de verantwoordelijkheid tot op zekere hoogte wel geven en zouden dat ook wel willen. We zijn op bepaalde gebieden al zelfstandig bestuursorgaan en vallen onder ministeriële verantwoordelijkheid. Wij kunnen namens de overheid toestemming geven om een vuurwerkfabriek te runnen. Wij hebben alleen geen handhavingsmogelijkheid. Maar trekken wij het certificaat in, dan ben je out of business. Hoe ziet de rol van de burger er in de toekomst uit? De burger wordt nu al veel actiever. Kijk maar naar de gezondheidszorg. Daar zie je de zogenaamde peer reviews. De ene specialist controleert de andere. Hoe vakdeskundig ook, het is: “Ik controleer jou vandaag en volgende week controleer jij mij”. Dat creëert een onderling begrip. Vroeger of later zie je de schandalen dan boven komen. Dat nietingrijpen door een teveel aan begrip wordt niet meer geaccepteerd. De pers springt erop. Men eist openbaarheid van de kwaliteit van ziekenhuizen. Zorgverzekeraars zijn in het spel gekomen. Kijk naar de Elsevier Ziekenhuisgids of hoe De Volkskrant de zorg volgt. Wij voorzien dat onafhankelijk en transparant benchmarken een grote vlucht zal nemen. Dat doen wij zelf op het gebied van HKZ. Dat is een certificering in de zorg. In het auditrapport ziet de klant waar hij afwijkt van de groep. We gaan hier verder dan certificering. Certificering is je license to operate. Een benchmark geeft je verbeterpotentieel weer. En ook ranking zal opkomen, door en voor zorgverzekeraars. Iets soortgelijks zie je al in het onderwijs, mede door de jaarlijkse lijstjes van Elsevier Waar krijgen private certificeerders mee te maken in de toekomst? De private certificeerder merkt drie zaken: dat consumenten meer informatie willen over kwaliteit, veiligheid en duurzaamheid; dat transparantie en onafhankelijkheid groeien en dat de overheid efficiënter wil gaan werken. Er komen samenwerkingsverbanden, of outsourcing. Er is in de private sector ook een enorme consolidatieslag gaande. De grote organisaties consolideren verder en zijn bezig enorme miljardenconcerns te worden. Veertig- tot vijftigduizend mensen. Soms zijn het echt commerciële ondernemingen. Maar we komen in ons werkgebied ook verenigingen tegen als de diverse Duitse TŰV’s en semipublieke Franse instellingen die internationaal expanderen. Of partijen zoals TNO, die bestaan bij gratie van de overheidsfinanciering.
Interview Paul Hesselink KIWA v03.docx
3
Er blijft ruimte voor nichespelers. Kiwa heeft een aantal sectoren gedefinieerd voor haar product- en procescertificatie en data services. We zijn opgericht vanuit de waterleiding bedrijven. In dag twee zaten we al in de bouw. Er is o.a. gas, energie, agro-food, healthcare, maatschappelijk verantwoord ondernemen en veiligheid bijgekomen. Oorspronkelijk was het business to business. De laatste jaren gaan we ook opereren in de business to consumer-markt. Zo keuren we nu een flink deel van wat IKEA verkoopt op het gebied van badkamers en keukens. Water is strikt genomen nog vier procent van wat wij doen. Het is wel heel divers. Zet de diversificatie bij Kiwa zich door? Kiwa probeert king of the niches te worden. Maar wel een eilandenrijk met brede bruggen. Hiermee creëren we een flow van kennis en een flow van accounts met robuuste efficiëntie. Er is dus meer synergie dan je in eerste instantie zou denken. Er zit een bepaalde dynamiek en cultuur in het toezichtwezen. In de kern is dat objectief cijfers verzamelen aan de hand van een set van specificaties. Objectief verklaren. Zorgen dat je systemen erop ingericht zijn. Dat je backoffice dat goed kan verwerken en rapporteren. De planningafdeling moet heel efficiënt de juiste deskundigheid kunnen inzetten. Dan kun je efficiënt en kwalitatief goed inspecteren. En goed op de hoogte zijn van de eisen van transparantie en accreditatie, zodat je aantoonbaar een bepaald kennis segment of markt mag bedienen. We willen voldoende volume hebben om zelfstandig te kunnen overleven. De Europese Unie is onze thuismarkt, meer dan alleen Nederland. Vijftig procent van onze omzet komt al uit het buitenland. We zijn nu bijna vijf keer groter dan in 2003. Dat moet ook want zodra een inspectiemarkt opengaat, heb je heel snel met concurrenten uit heel Europa van doen. Hoewel, Frankrijk schermt thuis nog alles af. China staat nog niet toe dat je een certificatiebedrijf daar hebt, tenzij zij 51% aandeelhouder zijn. Je mag wel 100% aandeelhouder zijn, maar dat geeft weer heel andere complicaties. De rest is redelijk open. Komt er een verschuiving tussen certificering en inspecteren? Inspecties zullen wat teruglopen, en zullen meer als steekproef voor certificering gebruikt gaan worden. Certificering is meer: het hele proces pakken. Dit gaat toenemen voor dienstverlening en productie. Bij de handel ligt het aan de reputatie van de leverancier of je iedere partij goederen wilt inspecteren, of dat je steekproeven doet. Zijn er nog andere trends in inspectieland waar te nemen? Onafhankelijke verificatie van duurzaamheid en MVO. Op dat gebied is het nog een janboel. We hebben daarom samen met andere internationale certificatie instellingen een paraplunorm gemaakt, de MVO-prestatieladder. Die is gebaseerd op zowel de ISO 26000, het Global Reporting Initiative van de Verenigde Naties, als criteria op het gebied van Duurzaam Inkopen van de Nederlandse overheid. Daar hebben we één paraplu voor ontwikkeld. Verduurzaming is duidelijk een trend die van alle kanten in de product-, proces-, en systeemcertificaten terecht komt. Voorts zien we een trend op het gebied van veiligheid. Bijvoorbeeld de veiligheid in operatiekamers en de veiligheid van maatschappelijke processen en systemen. Kortom, de burgerveiligheid. We krijgen meer hang naar geborgenheid. We zeggen wel dat we steeds individueler worden, maar verwachten dat de staat voor steeds meer dingen zorgt. Soms schieten we daar met zijn allen in door. Je kunt wel alles gaan meten, maar ik denk soms: moet dat nou? En verder is er toch weer de transparantie. Op het gebied van duurzaamheid en eerlijke handel zie je verschillende zelfbenoemde ideële stichtingen, die soms goedbedoeld ontzettend door de mand vallen. Je krijgt dan schandaaltjes die vanuit een
Interview Paul Hesselink KIWA v03.docx
4
voortreffelijke intentie zijn begonnen. Die stichtingen of NGO’s, denk aan Fair Trade of Craddle to Craddle, zijn vaak niet geaccrediteerd en hebben zelf een schema bedacht dat ze ook helemaal zelf gaan controleren. Het wordt goed opgepikt in de bladen. Dat zag je bij een bepaald merk spijkerbroeken. Het katoen is inderdaad wel goed. Er wordt geen pesticide meer opgespoten, maar de mensenrechten worden geschonden. Bij Fair Trade kregen boeren een eerlijke prijs, maar sommigen gebruikten volop kunstmest en pesticiden om maar zo veel mogelijk producten te maken. Of werden lui door de garantieprijzen. Ook de arbeidsrechten, rond kinderarbeid, waren nogal eens in het geding. Deze goedbedoelde, maar weinig doordachte, niet transparante schema’s gaan niet goed. De trias politica in certificeringland – de wetgevende macht, de controlerende macht en een college van beroep – gaat ook sterk doorzetten. Hier is ook de Raad voor Accreditatie voor opgericht. Die professionalisering gaat doorzetten. Zo accepteert de MVO-prestatieladder allerlei andere certificaten, mits ze onder accreditatie staan, dus transparant en verifieerbaar zijn. Dat is klantgericht en niet concurrerend voor bestaande schema’s. Maar je kijkt dan wel integraal: people-planetprosperity en niet alleen naar een eerlijke prijs, of alleen naar het voorkomen van kinderarbeid. Dus de hoop is gevestigd op het accreditatieproces en de Raad voor Accreditatie? Ja, dat is een belangrijke instelling. De Raad voor Accreditatie is per 1 januari 2010 een zelfstandig bestuursorgaan geworden. Daar zitten ze momenteel ook wat in verstrikt. De professionele sector hoopt ernstig dat de Raad voor Accreditatie het kaf van het koren gaat scheiden. Economische Zaken helpt hier ook aan mee. Die hebben recent een keurmerkenwijzer1 gepubliceerd die aangeeft aan welke keurmerken je wat hebt. Wat is de invloed van vergrijzing? Alle bedrijven, ook wij hebben altijd een gebrek aan vakspecialisten. Wij hebben relatief weinig aan schoolverlaters. Een lead auditor moet dikwijls tenminste vijf jaar aantoonbare werkervaring hebben in de betreffende industrie. En als we ze hebben, dan worden ze tijdens hoogconjunctuur door de industrie vaak weggekocht. De huidige recessie is ons in die zin ook welkom. De krapte valt op dit moment mee. Maar op den duur zal het gebrek aan vaklieden groter worden. Dat geldt voor heel Nederland. Dat zijn vaklieden in de technische en medische sector. Aan financiële mensen, juristen en economen is geen gebrek. Maar als Kiwa hebben we ook een beetje de wind mee. We groeien en bloeien; mensen willen dus ook graag bij ons werken. Zijn er nog andere hobbels, of heeft Kiwa alleen maar opportunities? Als onafhankelijk privaat bedrijf in de TIC sector (testing, inspection & certification) denk ik dat we in een groeimarkt zitten. Wellicht zal de inspecterende overheid krimpen, maar toezicht groeit. Waar niet gecontroleerd wordt, nemen mensen de ruimte. Of dat nu calculerende burgers zijn, of calculerende overheden, instanties of bedrijven.
1
http://www.consuwijzer.nl/Keurmerken
Interview Paul Hesselink KIWA v03.docx
5