Interviewverslag “Succesvol inspecteren” Pieter Oosterveld en Gerard van der Ven, NAK Agro en ISACert, 19 oktober 2010, Hoofddorp Door: Monique Witziers, Tony Koeleman
Pieter Oosterveld is directeur van NAK AGRO BV en sinds kort ook van de dochter ISACert BV.
Gerard van der Ven is lange tijd directeur geweest van ISACert en is nu binnen ISACert schemamanager landbouw schema’s . ISACert certificeert tegen voedselveiligheids- en duurzaamheidsnormen in veertig landen. NAKAGRO biedt inspecties aan in de plantaardige sector . Website: www.nakagro.nl en www.isacert.com
NAKAGRO en ISACert zijn beide werkzaam in de voedingwereld. Blijven de organisaties zelfstandig? Ja, beiden blijven zelfstandig. ISACert BV richt zich als franchisegever op wereldwijde certificering met een netwerk van partners. De NAKAGRO is als franchisenemer een van de partners van ISACert BV. Hoe ontwikkelt NAKAGRO zich de komende jaren? Het kerngebied van de NAKAGRO is de agrarische sector. We zijn ons aan het ontwikkelen op het gebied van duurzaamheid, naast voedselveiligheid. We zijn verder onder de merknaam Cicero bezig op het gebied van duurzaam terreinbeheer en met de NEN 4400-certificering voor de uitzendbranche. Onze deskundigheid verplaatst zich van agrarische producten naar bredere dienstverlening rond inspectie en certificering. Deze deskundigheid gaan we dus op een breder gebied inzetten. Bevalt de franchiseformule? Dit komen we niet heel veel tegen in de certificatie wereld. Ja, de franchiseformule bevalt. We zijn daar tamelijk uniek in. Je ziet wel tempoverschillen binnen het netwerk. Een volledig ontwikkeld partnerschip in een volwassen markt gedraagt zich anders dan bijvoorbeeld een markt als Oost-Europa. Dat vraagt veel meer begeleiding, andere trainingschema’s, intensiever toezicht, dan een partner die zijn markt volledig bestrijkt, zijn auditorenbestand op orde heeft, zijn
Interview Gerard van der Ven en Pieter Oosterveld ISACert en NAK Agro def.doc
1
schema’s op orde heeft et cetera. Het grote voordeel van een franchiseformule is dat je heel snel kunt ontwikkelen. In opkomende markten zoek je een partner die goed ingevoerd is in onze markt, de voeding. Die biedt je een basispakket aan, waardoor hij vrijwel direct aan de slag kan. De partner gaat werken onder ons directe toezicht. Hij kan direct aan de slag met de door ons zelf ontwikkelde reporting tool. Hij stelt zelf zijn personeel aan, dat mede door ons wordt opgeleid en gekwalificeerd. Als je zelf een kantoor moet opzetten in een nieuw land, ben je veel langer bezig. Houdt u de organisatie daarmee ook lean and mean? Absoluut. Wij halen zo min mogelijk taken naar het hoofdkantoor. In de selectie is het wel heel belangrijk dat je met de juiste mensen zaken doet. Mensen die het concept begrijpen en begrijpen dat ze de eerste vijf jaar weinig rendement zullen halen. Ondanks de franchiseformule duurt de ontwikkeling toch wel zo lang. Beperkt u zich dan tot internationale standaarden? Niet uitsluitend. De bulk van het werk komt wel van internationale private standards. De private standards zijn ook een beleidsmatige keuze. De voedingsretail is zeer internationaal. Supply is altijd lokaal. Retailers zoeken dus ook certification bodies die hun netwerk internationaal kunnen afdekken. Wij volgen de retailers op de voet met passende schema’s en bieden dankzij ons netwerk lokale auditoren aan. Is lokale aanwezigheid noodzakelijk? Absoluut. Je kunt best eens een keer een auditor invliegen. Maar dat is geen houdbare, duurzame oplossing. Het werkt niet vanwege de kosten, communicatie, contacten met de lokale markt et cetera. ISACert concentreert zich op private standards. Hoe kijkt u aan tegen de samenwerking met overheden? De samenwerking tussen geaccrediteerde certificatie instellingen en de overheden ontwikkelt zich maar heel langzaam. Waar komt dat door? Doordat ze verschillende opdrachten hebben. Overheden hebben een wettelijke toezichttaak en wij opereren in opdracht van bedrijven die een onafhankelijke toetsing wensen. De politieke wil en het beleid zijn er wel om beter te gaan samenwerken met certificatie instellingen, maar het komt nog niet tot uitvoering. De nieuwe bezuinigingsronde bij de nVWA is wel interessant. Er moet een keer een vraag komen of certificatie-instellingen taken van de nVWA willen overnemen. Omdat wij al op heel veel bedrijven komen kunnen wij op efficiënte wijze taken voor de nVWA uitvoeren. Zo komt NAKAGRO op twaalfduizend akkerbouwbedrijven. Wij kunnen allerlei controles combineren. Er liggen absoluut kansen die tot op heden niet worden benut. Zowel voor de nVWA, als voor de certificatie instellingen, als voor de agrarische bedrijven. Vanzelfsprekend moet de overheid direct en indirect toezicht op ons werk blijven uitoefenen. Het maximaal haalbare op dit moment is dat branches, bijvoorbeeld de bakkers- en de slagersbranche, het goed voor elkaar hebben en laten zien dat ze hun bedrijfsvoering en het onafhankelijke toezicht daarop goed geregeld hebben. De overheid kan op basis van die resultaten zo een branche een lager risicoprofiel toekennen. Ze hoeft daarvoor haar opsporingstaken niet in te leveren maar kan volstaan met toezicht op afstand door bijvoorbeeld jaarlijks de voortgang te toetsen en zelf steekproeven uit te voeren ter verificatie van de activiteiten van de CI’s.
Interview Gerard van der Ven en Pieter Oosterveld ISACert en NAK Agro def.doc
2
Als de werelden van toezichthouders namens de overheid en certificatie instellingen bijeen gebracht worden kan er meer kostenefficiënt gewerkt worden zonder dat de kwaliteit van het toezicht geweld wordt aangedaan. Vanuit de overheid horen wij af en toe kritiek op het certificatiesysteem. Een certificeerder is niet onbevangen om een certificaat bij zijn klant in te trekken. De opdrachtgever van een certificatie instelling is de klant die gecertificeerd wenst te worden. Als dit betekent dat een certificatie instelling daarom de klant niet onafhankelijk beoordeelt, dan is dat strijdig met alle basisregels van het certificatieproces. Niet alleen de Raad voor Accreditatie houdt toezicht op CI’s, ook schema-eigenaren hebben de laatste jaren enorm geïnvesteerd in integriteitprogramma's. Deze programma’s omvatten: training van auditoren, centrale registratie van auditoren inclusief bewijzen van competentie, cross checks en shadow audits. Aan deze programma’s zitten ook sancties vast. Als je je niet aan de protocollen en regels houdt, verliest een CI zijn bevoegdheid om beoordelingen uit te voeren. De angst dat certificatie instellingen niet onafhankelijk zijn, is ongegrond. Rond duurzaamheid is er vast nog wel wat te winnen. Maar is het voedsel niet al enorm veilig? De voedselveiligheid is goed. Toch komen er om de zoveel jaar, bij de herziening van de schema’s, toch iedere keer weer elementen bij. Voedselveiligheid houdt niet op bij het product zelf. Het heeft ook te maken met de handelsketen. GlobalGAP schuift duidelijk op in de richting van borging, inclusief mass balance berekeningen van de handelsketen. Dit biedt de mogelijkheid om producten wereldwijd te kunnen identificeren en volgen. Lopen de private schema's op dit gebied voor op wet- en regelgeving? Private schema’s nemen wet- en regelgeving als uitgangspunt. Vervolgens worden daar boven-wettelijk eisen aan toegevoegd. Het is geen zaak van voor of achterlopen. De functie van private schema’s is een andere. Waar zit de drijvende kracht? Waar zit het innoverend vermogen van deze private schema's? In Europa bij de retailers. En die worden weer gedreven door maatschappelijke discussies. Vooral in West Europa worden deze discussies gevoerd door NGO’s. De NGO’s zijn ook steeds beter georganiseerd. De mediamogelijkheden zijn onuitputtelijk. Denk aan moderne middelen als twitter en blogs. De NGO’s zijn ook van strategie veranderd. Twintig jaar geleden gingen ze eerst herrie maken. Nu wenden ze eerst hun lobby aan en starten ze met overleg. En als de retailers niet willen luisteren, dan komen ze in de media. Dus ook de NGO’s beheersen het spel van naming and shaming. Ze wordt steeds professioneler. Ze hebben goede database systemen, goede specialisten, afstudeerders van de Wageningen Universiteit. Het spandoek is afgedankt. Ze gaan niet meer voor de voordeur van een retailer protesteren. Dat is minder effectief en heeft slechts één dag de aandacht. Via het internet kun je de hele wereld mobiliseren. Kijk naar de ontwikkeling van de chocoladeletters. Dat is in een jaar tijd bijna allemaal fair trade geworden. Is certificering een groeimarkt? Ja. Er komen meer schema's per klant. Duurzaamheidsschema's zijn duidelijk in opkomst. Een visverwerker kan vandaag de dag niet meer zonder MSC. Een cacaoverwerker kan niet meer zonder Utz. Er komen meer duurzaamheidsproducten op de markt.
Interview Gerard van der Ven en Pieter Oosterveld ISACert en NAK Agro def.doc
3
Duurzaamheid is dus een groeimarkt voor certificeerders? Ja. ISACert richt zich specifiek op duurzaamheid in de voeding. Wij hebben voedingsspecialisten als auditor. Dat is ons onderscheidend vermogen. Milieu is toch een aparte deskundigheid. De schema’s krijgen, als eerder genoemd, steeds meer diepgang. Dat betekent dat de auditoren deze diepgang moeten kunnen bevatten en hanteren. Aan de kwalificaties van auditoren worden ook steeds meer eisen gesteld en er moet examen gedaan worden bij de schema-eigenaar. De controle op de audits wordt zwaarder, evenals de documentatie-eisen. Wij krijgen steeds meer specialisten per sector in plaats van generalisten. Vandaar dat wij terughoudend zijn om naast voeding ook in milieu en arbo te duiken. Ook de eisen die aan de basis opleiding van de auditor worden gesteld worden hoger. De mbo’er is bij de NAKAGRO nog goed inzetbaar voor inspecties in de primaire sector, maar bij ISACert Nederland kan dat niet meer. Soms eist een schema minimaal een HBO-opleiding en ten minste vijf jaar relevante werkervaring in productie aangevuld met QA-taken. Je hebt een lead assessor-training nodig, je moet schematraining met een examen afgerond hebben, een minimaal aantal audits gedaan hebben, gewitnesst worden, et cetera. Hoe ontwikkelt de arbeidsmarkt zich de komende jaren? Het maakt niet uit in welke markt je kijkt, het is overal even moeilijk. Ook in Roemenië en Bulgarije is het vinden van auditoren net zo moeilijk als in Nederland. Kunt u als certificeerder concurreren tegen de geboden salarissen in de productiebedrijven? Met moeite. Ervaring jullie prijsconcurrentie? Ja, in de afnemende primaire sector is grote prijsconcurrentie onder certificeerders. Tegelijkertijd zien we dat de diepte van de schema's toeneemt, de eisen van auditoren nemen toe, de eisen gesteld aan de back office en de ICT nemen toe. We moeten de markt behouden en uitbreiden, kansen benutten en de kosten beheersen. Dus operational excellence is van belang? Als je niet nadenkt over je processen, dan ga je ten onder. Je moet slim combineren in personele zin. Nadenken over je rapportageproces. Kun je je als certificeerder onderscheiden op het gebied van service, of kennis? Eisen gesteld door schema-eigenaren op het gebied van kennis gelden voor iedereen. Je daarin onderscheiden. is lastig. Je kunt je onderscheiden op het gebied van efficiëntie en je manier van werken. Dat wij werken met specialisten in de voedingsmiddelen industrie en werken met een prachtige reporting tool, maakt dat wij duidelijk onderscheidend zijn. Retailers kunnen bij ons inloggen en de auditresultaten bij hun wereldwijde leveranciers inzien. De schema-eigenaren eisen dat een rapport binnen zes weken is afgerond. Als je daar ruim binnen blijft, dan doe je het goed in de markt en richting schema-eigenaar. Verder investeren wij in ICT, zodanig dat boeren hun documenten binnenkort alvast naar ons kunnen opsturen. Wij bestuderen dat, zodat de tijd doorgebracht aan de keukentafel wordt geminimaliseerd. Dat optimaliseert onze tijd en die van de boer. Hier lopen wij overigens aan tegen minimumeisen gesteld door schema-eigenaren. Die eisen bijvoorbeeld dat je minimaal vier uur op de boerderij aanwezig bent. Wij gaan in overleg met schema-eigenaren om deze technologische ontwikkelingen door te praten. We hebben te maken met veel stake holders: onze klanten, de retail, schemaeigenaren, de Raad voor Accreditatie. Iedereen kijkt of wij goed bezig zijn. Dat is ook wel interessant. Dat je competent bent en je werk goed doet, is randvoorwaardelijk. Uiteindelijk gaat het om efficiëntie.
Interview Gerard van der Ven en Pieter Oosterveld ISACert en NAK Agro def.doc
4
Uiteindelijk is het innoverend vermogen van certificeerders toch eigenlijk vrij laag? Accreditatiestandaarden zullen niet snel innoveren. Dat is ook helemaal niet de bedoeling, die moeten vooral heel stabiel blijven. Aan de technische kant zullen audits en inspecties er over tien jaar ongeveer nog hetzelfde uitzien. De innovatie zit wel degelijk in de aansluiting met de markt. Daar gebeurt iedere week wel wat. Wij hebben al de relatie tussen de NGO’s en de retail genoemd. De uitdaging zit meer in het feit dat we ons niet kunnen overeten. Dat we keuzes moeten maken. Hoe ontwikkelt ons netwerk zich? Waar moeten we in investeren? Onze uitdaging zit voornamelijk in het zorgvuldig kiezen uit de veelheid van schema's. Zo veel innovatie is er. Maar de aard van de dienstverlening blijft hetzelfde. Vergelijk het maar met de tv. Die staat bij ons al sinds 1960 in huis. Hij was eerst zwartwit. Nu is het kleur en wat platter, maar in essentie is het op afstand naar iets kijken niet veranderd. Dat geldt bij certificeren ook. Maar de content, de manier van doorvragen en bewijzen vergaren, is spectaculair veranderd. En heel veel innovatie heeft de afgelopen tien jaar plaatsgevonden. Tijd, datum, identificatienummer en het daadwerkelijk inzien van documenten. De rapportagedruk neemt gigantisch toe. Met een standaardzinnetje kom je niet meer weg. Daar is de inspecterende overheid ook wel in geïnteresseerd. Wij zullen pas gegevens doorsturen naar overheden als onze klanten daarvoor toestemming hebben gegeven. Daarin zien we wel een ontwikkeling. Alle schemaeigenaren hebben tegenwoordig goed ontwikkelde databases. Daarin staan de rapporten en de genomen corrigerende maatregelen. Dat geeft de echte performance van de organisatie weer. Het certificaat zelf wordt van ondergeschikt belang. Leveren deze systemen ook managementinformatie? Absoluut. De integriteitprogramma's van schema-eigenaren zijn helemaal risico gestuurd. Ze weten precies waar ze moeten kijken. Dit wordt gebruikt voor toezicht, training, vernieuwing van de schema's et cetera. Maar ook klanten met meerdere vestigingen, meerdere leveranciers, of een veiling met 850 leden, hebben behoefte aan managementinformatie. Al deze klanten hebben verklaringen getekend dat hun informatie aan bijvoorbeeld hun afnemers mag worden verstrekt. Ziet u ook vormen van benchmarking ontstaan? Schema-eigenaren benchmarken certificerende instellingen. Zo geeft BRC ieder kwartaal een ranking. Dat is publiek domein. De certificerende instelling is groen, oranje, of rood op basis van vijf KPI’s. Intern benchmarken wij auditoren, gecertificeerde bedrijven, sectoren, of landen. Dit speelt een belangrijke rol bij de technische sturing en de aansturing van onze partners. Wij overwegen onze klanten een gratis benchmark aan te bieden. Het opslaan van de auditresultaten in grote databases die vervolgens ook nog aan elkaar gekoppeld worden, neemt een enorme vlucht.
Interview Gerard van der Ven en Pieter Oosterveld ISACert en NAK Agro def.doc
5