Inspectierapport Peutercentrum De Stampertjes (KDV) Marasingel 18 6846DX ARNHEM Registratienummer 106402961
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden ARNHEM 26-09-2014 Regulier onderzoek Definitief 06-11-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 5 Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang ................................................................ 5 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 6 Personeel en groepen ....................................................................................................... 8 Veiligheid en gezondheid ................................................................................................. 10 Accommodatie en inrichting ............................................................................................. 11 Ouderrecht .................................................................................................................... 12 Inspectie-items .................................................................................................................. 13 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 19 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 19 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 20
2 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-09-2014 Peutercentrum De Stampertjes te ARNHEM
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Op 26 september 2014 is een onaangekondigd regulier inspectiebezoek gebracht aan peutercentrum de Stampertjes. Tijdens deze inspectie zijn alle voorwaarden die op deze locatie van toepassing zijn onderzocht. De locatiemanager was tijdens het onaangekondigde bezoek niet aanwezig, maar de toezichthouder heeft deze dezelfde dag per voicemail en e-mail op de hoogte gebracht van de inspectie. Beschouwing Peutercentrum de Stampertjes vormt samen met 3 basisscholen, het kinderdagverblijf de Kleine Wereld en buitenschoolse opvang de Parade van Kinderopvang SKAR, de brede school het Kwintet. Het peutercentrum is alle ochtenden geopend en daarnaast op maandag-, dinsdag- en donderdagmiddag. Er werken 3 vaste beroepskrachten, een beroepskracht in opleiding (assistent leidster/BBL-er) en een stagiaire. In het peutercentrum wordt gewerkt volgens de methode 'Actief Leren'. Deze manier van werken is onderdeel van het educatieve programma Kaleidoscoop. Tijdens het inspectiebezoek heeft de toezichthouder geobserveerd in de groepsruimte en is gesproken met de beroepskrachten. Tijdens het inspectiebezoek was een van de vaste beroepskrachten ziek. Zij werd vervangen door een invalkracht. De houder voldoet aan de meeste voorwaarden die bij deze jaarlijkse inspectie zijn onderzocht. De beroepskracht kind ratio voldoet op enkele dagdelen niet aan de voorwaarden. Daarnaast voldoet de oudercommissie niet aan de voorwaarden. Op verzoek van de gemeente Arnhem is het domein grensoverschrijdend gedrag toegevoegd en beoordeeld, zie hiervoor de bijlage bij dit inspectierapport.
Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. Er wordt niet voldaan aan de volgende inspectie-items: •
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De toezichthouder adviseert te handhaven conform handhavingsbeleid, hierbij rekening houdend met verzachtende omstandigheden. De overtreding op het gebied van de beroepskracht kind ratio is van tijdelijke aard, aangezien de regelgeving per 01-01-2015 op dit punt wijzigt en er vanaf dat moment 1 beroepskracht per 8 kinderen ingezet mag worden in de betreffende leeftijdscategorie.
De toezichthouder adviseert niet te handhaven op de volgende voorwaarde: • De houder heeft een oudercommissie ingesteld. (art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder toont voldoende inspanningen om een oudercommissie in te stellen. Echter hebben deze inspanningen nog niet tot het gewenste resultaat geleid.
3 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-09-2014 Peutercentrum De Stampertjes te ARNHEM
Gegevens register conform de praktijk: De toezichthouder adviseert de gemeente Arnhem om de registratie van peutercentrum de Wildebras aan te passen van 14 kindplaatsen naar 16 kindplaatsen, omdat er maximaal 16 kinderen worden opgevangen.
4 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-09-2014 Peutercentrum De Stampertjes te ARNHEM
Observaties en bevindingen Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang
Kinderopvang in de zin van de wet Peutercentrum de Stampertjes is gericht op de opvang van kinderen van 2,5 jaar tot de leeftijd waarop zij naar het basisonderwijs gaan.
5 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-09-2014 Peutercentrum De Stampertjes te ARNHEM
Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: • emotionele veiligheid; • persoonlijke competentie; • sociale competentie; • overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum (versie September 2013). De cursief gedrukte tekst hieronder is afkomstig uit dit document. Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk is het beleidsplan gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Het onderzoek heeft plaatsgevonden terwijl de kinderen in de kring gingen, een spelactiviteit gingen doen en daarna in de kring fruit gingen eten. Pedagogisch beleid Vooruitlopend op de harmonisatie kinderopvang zijn alle peuterspeelzalen van SPA per juni 2014 onder de Wet kinderopvang (Wko) gebracht. In september 2014 is het beleidsplan 'Spelend leren' herzien. De voorwaarden die betrekking hebben op deze locatie worden hierin voldoende beschreven. Hiermee wordt voldaan aan de gestelde eisen.
Pedagogische praktijk Uitvoering pedagogisch beleid De pedagogisch medewerkers maken zelf een locatie werkplan op basis van het algemene beleidsplan. Het werkplan moeten zij nog aanpassen aan de eisen die in de Wko staan. Het oude werkplan is van februari 2013.
Tijdens het inspectiebezoek is het onrustig op de groep. In de kring zitten sommige kinderen omgedraaid en zitten ze te praten. Tijdens het spelen is er veel kabaal. Dit lijkt te maken te hebben met de akoestiek van de ruimte. Emotionele veiligheid 'Er is veel interactie tussen beroepskracht en kind; de interacties zijn vriendelijk en hartelijk.' Een meisje heeft van een beroepskracht een pleister op haar vinger gekregen. Ze loopt naar de andere beroepskracht om de pleister te laten zien. Ze zegt tegen het meisje: "heb jij een pleister gekregen? Laat eens zien." Het meisje laat de pleister zien en zegt dan: "ik wil ook kleien." De beroepskracht zegt: "gezellig, kom maar aan tafel." 'Beroepskrachten hebben (ook) aandacht voor de kinderen bij het uitvoeren van verzorgende en organisatorische zaken zoals opruimen en dingen klaarzetten.' Een van de beroepskrachten gaat aan tafel het fruit alvast schillen en snijden. Een van de meisjes gaat erbij zitten en vraagt een stukje schil. De beroepskracht vraagt aan haar wat voor schil ze wil en geeft dat vervolgens aan het meisje. Ondertussen houdt de beroepskracht de andere kinderen aan tafel ook in de gaten.
Persoonlijke competentie 'De beroepskrachten geven duidelijke informatie over start, verloop en einde van een activiteit; de situatie is voor de kinderen inzichtelijk.' Aan het eind van de kring wordt aan alle kinderen gevraagd wat ze gaan doen. Er wordt afgesloten met een kort liedje, dat is voor de kinderen het teken om hun stoel weg te zetten en te gaan spelen. Aan het eind van het spelen wordt er een opruimliedje gezongen waarna de kinderen een taak krijgen wat ze mogen opruimen. Daarna gaan ze handen wassen en pakken ze een stoel om
6 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-09-2014 Peutercentrum De Stampertjes te ARNHEM
in de kring te gaan. Het is duidelijk dat de kinderen de routine kennen en dat ze weten wat van hen verwacht wordt. 'De meeste kinderen zijn vrijwel de gehele tijd intensief bezig. Er is een hoge mate van betrokkenheid bij alles waar zij mee bezig zijn. Zij laten zich niet makkelijk afleiden (...).' De kinderen zijn lekker aan het spelen. Ondanks dat een kind langdurig huilt en dreint laten de meeste kinderen zich hierdoor niet afleiden en gaan ze onverstoorbaar door met hun spel. 'De meeste tentoongestelde werkjes of versieringen in de ruimte zijn door de kinderen zelf gemaakt.' In de groepsruimte hangen veel werkjes van de kinderen aan de muur.
Sociale competentie 'De beroepskrachten laten veel initiatief voor samenspel over aan de kinderen, maar grijpen in als kinderen niet mee mogen of kunnen doen. Zij helpen kinderen om er weer samen uit te komen.' In de bouwhoek zit een jongen met een trein te spelen. Een ander (nieuw) kindje wil ook met de trein spelen, maar vind het het spannend om dat tegen het jongetje te zeggen. De beroepskracht zegt tegen het jongetje: "Mag D. ook een paar treintjes van jou? Want je hebt er heel veel." Het jongetje geeft enkele treintjes aan het andere kind en de beroepskracht zegt: "dankjewel."
Overdracht van normen en waarden "'fspraken, regels en omgangsvormen worden besproken en toegelicht. 'Zo doen wij dat hier'.(...)' Aan het eind van de kring wordt aan een kind gevraagd wat hij gaat doen. "Met de treinen", roept hij enthousiast en hij staat meteen op en loopt naar de treinen. De beroepskracht roept hem terug en legt uit dat hij nog even moet gaan zitten, want er moet nog gezongen worden om de kring af te ronden. Even later brengt een van de beroepskrachten de andere beroepskracht op de hoogte van enkele bijzonderheden van de kinderen die aanwezig zijn. Een van de kinderen begint te roepen. De beroepskracht zegt tegen hem dat hij even moet wachten, omdat ze aan het praten zijn. Als ze het gesprek afgerond hebben richt ze zich op het kind.
Tijdens het inspectiebezoek is er in de groep geobserveerd, waarbij geconstateerd is dat er voldoende zorg wordt gedragen voor het waarborgen van de vier pedagogische basisdoelen.
Gebruikte bronnen: • Observaties • Pedagogisch beleidsplan (Versie september 2014) • Pedagogisch werkplan (Versie februari 2013)
7 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-09-2014 Peutercentrum De Stampertjes te ARNHEM
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de pedagogisch medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd aan de hand van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Eveneens is binnen dit domein gekeken of de voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Op de dag van het onderzoek is een van de vaste beroepskrachten ziek en wordt zij vervangen door een invalkracht. Daarnaast is een andere beroepskracht aanwezig en een stagiaire. Tot 10.00u is ook een beroepskracht in opleiding (BBL-er) aanwezig, omdat zij de kinderen goed kent en zij samen met de invalkracht de groep start aangezien de andere beroepskracht wegens omstandigheden iets later aanwezig kan zijn (ongeveer 9.10u).
Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft 6 verklaringen omtrent het gedrag (VOG) gezien. Deze dateren van 3001-2013 (stagiaire), 08-09-2013 (beroepskracht in opleiding), 03-10-2013 (invalkracht), 22-102013 (beroepskracht), 05-11-2013 (beroepskracht) en 11-12-2013 (beroepskracht). De VOG's voldoen aan de gestelde eisen.
Passende beroepskwalificatie De diploma's van de beroepskrachten zijn gezien en voldoen aan de gestelde eisen.
Opvang in groepen Het peutercentrum bestaat uit één stamgroep. Beroepskracht-kindratio Uit de plaatsingslijst van week 39 blijkt dat er maximaal 16 kinderen worden opgevangen. Dit is niet in overeenstemming met de registratie in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen en de eisen vanuit de Wet kinderopvang.
Datum 22-09 23-09 24-09 25-09 26-09
Aantal aanwezige kinderen Ochtend: 11 Middag: 6 Ochtend: 13 Middag: 5 Ochtend: 16 Ochtend: 15 Middag: 7 Ochtend: 13
Aantal aanwezige beroepskrachten Ochtend: 2 Middag: 1 (+ stagiaire) Ochtend: 2 Middag: 1 (+stagiaire) Ochtend: 2 Ochtend: 2 Middag: 1 (+stagiaire) Ochtend: 2
Aantal benodigde beroepskrachten Ochtend: 2 Middag: 2 Ochtend: 2 Middag: 1 Ochtend: 3 Ochtend: 3 Middag: 1 Ochtend: 2
Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan:
8 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-09-2014 Peutercentrum De Stampertjes te ARNHEM
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruik van de voorgeschreven voertaal In het peutercentrum wordt Nederlands gesproken. Gebruikte bronnen: • Interview anderen (Beroepskrachten) • Observaties • Verklaringen omtrent het gedrag (van de beroepskrachten, de invalkracht en de stagiaire) • Diploma's beroepskrachten • BBL-contracten (van assistent beroepskracht) • Presentielijsten (Week 39) • Personeelsrooster (Week 39)
9 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-09-2014 Peutercentrum De Stampertjes te ARNHEM
Veiligheid en gezondheid Binnen dit domein zijn de documenten over de veiligheid en gezondheid beoordeeld op inhoud en uitvoering. Ook is binnen dit domein gekeken naar de meldcode kindermishandeling. In de praktijk is gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot de meldcode en de mogelijkheid om kennis te kunnen nemen van de meldcode. Het vierogenprincipe is in de praktijk gecontroleerd op uitvoering en beleid. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Zowel de risico-inventarisatie veiligheid als de risico-inventarisatie gezondheid is uitgevoerd op 24 maart 2014 en beschrijven de actuele situatie. Tijdens het onderzoek ziet de toezichthouder dat de kinderen bijvoorbeeld hun handen wassen na toilet bezoek en voordat ze in de kring gaan om fruit te eten. Ook de beroepskrachten wassen hun handen. De risico inventarisatie wordt nageleefd. Hiermee wordt voldaan aan de gestelde eisen.
Meldcode kindermishandeling In februari 2014 zijn alle medewerkers op een bijeenkomst geinformeerd over o.a. de meldcode kindermishandeling. Uit het gesprek met de beroepskracht en de invalkracht blijkt dat ze op de hoogte zijn van de meldcode en dat ze signalen kunnen benoemen. Bij de te nemen stappen worden echter enkele stappen overgeslagen. Hiermee wordt voldaan aan de gestelde eisen.
Vierogenprincipe Gedurende de openingstijden van het peutercentrum zijn er minimaal 2 volwassenen aanwezig. Dit kunnen 2 beroepskrachten zijn, maar ook bijvoorbeeld een beroepskracht en een stagiaire. Peutercentrum de Stampertjes is gevestigd in brede school Het Kwintet. De groepsruimte heeft diverse ramen aan de zijde van de gang. Tijdens het onderzoek ziet de toezichthouder regelmatig mensen voorbij lopen die een blik naar binnen werpen. Deze maatregelen zijn (nog) niet omschreven in het lokatie werkplan. Hiermee wordt voldaan aan de gestelde eisen.
Gebruikte bronnen: • Interview anderen (Beroepskrachten) • Observaties • Risico-inventarisatie veiligheid (24-03-2014) • Risico-inventarisatie gezondheid (24-03-2014) • Ongevallenregistratie • Meldcode kindermishandeling (versie november 2013) • Pedagogisch beleidsplan (Versie september 2014) • Pedagogisch werkplan (Versie februari 2013)
10 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-09-2014 Peutercentrum De Stampertjes te ARNHEM
Accommodatie en inrichting Binnen dit domein zijn zowel de binnen- als de buitenruimte beoordeeld. Hierbij gaat het om het aantal vierkante meters beschikbaar per kind en de inrichting van de ruimten. Peutercentrum de Stampertjes is gevestigd in brede school het Kwintet. Naast het peutercentrum zijn hier drie basisscholen, kinderdagverblijf de Kleine Wereld (SKAR), en bso Parade (SKAR) gehuisvest. De buitenruimte wordt gedeeld met kinderdagverblijf de Kleine Wereld. Binnenruimte De groepsruimte is voldoende groot. In de groepsruimte zijn diverse speelhoeken gecreëerd. Zo is er een leeshoek, knutselhoek, bouwhoek en een huishoek. Er is veel en divers speelmateriaal aanwezig. Hiermee wordt voldaan aan de gestelde eisen.
Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is voldoende groot. Er is een zandbak en er zijn struiken en houten tonnen aanwezig waarin de kinderen kunnen spelen. Fietsjes en speelgoed voor de zandbak worden binnen bewaard en worden mee naar buiten genomen op het moment dat de kinderen naar buiten gaan. Hiermee wordt voldaan aan de gestelde eisen.
Gebruikte bronnen: • Observaties
11 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-09-2014 Peutercentrum De Stampertjes te ARNHEM
Ouderrecht Bij dit domein is beoordeeld hoe de houder de ouders en oudercommissie betrekt en informeert over het beleid. Ook is gekeken naar de klachtenprocedure van het peutercentrum.
Informatie De houder informeert de ouders door middel van een informatieboekje over het beleid. Deze informatie is ook op de website te vinden. Daarnaast worden ouders per nieuwsbrief geinformeerd. Bij de deur hangt een formulier waarop de beroepskrachten wekelijks noteren welke beroepskrachten per dagdeel aanwezig zijn. Hiermee wordt voldaan aan de gestelde eisen.
Oudercommissie Er is nog geen oudercommissie ingesteld. Wel kan de houder laten zien dat er inspanningen worden geleverd om ouders te werven. De beroepskrachten spreken ouders aan en hebben een intekenlijst opgehangen bij de deur. Echter heeft dit nog niet tot het gewenste resultaat geleid.
Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder heeft een oudercommissie ingesteld. (art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Klachten Peutercentrum de Stampertjes maakt deel uit van SPA en is aangesloten bij de Provinciale Klachtencommissie Welzijn, Maatschappelijke Dienstverlening en Kinderopvang (WMK). Het jaarverslag is tijdig naar de GGD verzonden. Hiermee is voldaan aan de gestelde eisen.
Gebruikte bronnen: • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mevr. I. Tijmensen) • Reglement oudercommissie (Versie juni 2014) • Informatiemateriaal voor ouders (Informatieboekje 'Welkom op het peutercentrum') • Website • Nieuwsbrieven (Nieuwsbrief 1, jaargang 11, nr 1, juli 2014) Klachtenregeling (Op de website en in het pedagogisch beleid) • • Jaarverslag Wet klachtrecht cliënten zorgsector
12 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-09-2014 Peutercentrum De Stampertjes te ARNHEM
Inspectie-items Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Kinderopvang in de zin van de wet De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de leeftijd waarop zij het basisonderwijs volgen. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 1 sub c Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
13 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-09-2014 Peutercentrum De Stampertjes te ARNHEM
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft het vierogenprincipe overeenkomstig zijn pedagogisch beleidsplan ingevoerd. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a en 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
14 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-09-2014 Peutercentrum De Stampertjes te ARNHEM
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7, 8 en 12 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 11 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
15 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-09-2014 Peutercentrum De Stampertjes te ARNHEM
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Accommodatie en inrichting Binnenruimte Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
16 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-09-2014 Peutercentrum De Stampertjes te ARNHEM
Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. (art 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. (art 1.50 lid 2 en 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 1.54 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Oudercommissie De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld. (art 1.59 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden. (art 1.59 lid 2 sub a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden. (art 1.59 lid 2 sub b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden. (art 1.59 lid 2 sub c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie. (art 1.59 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie. (art 1.59 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder heeft een oudercommissie ingesteld. (art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder en personen werkzaam bij het kindercentrum, zijn geen lid. (art 1.58 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
17 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-09-2014 Peutercentrum De Stampertjes te ARNHEM
De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement. (art 2 lid 3 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie. (art 2 lid 5 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder leeft geheimhoudingsplicht na. (art 2 lid 4 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 1.60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder brengt de klachtenregeling oudercommissie op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder zorgt voor naleving van de klachtenregeling oudercommissie. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag oudercommissie wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
18 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-09-2014 Peutercentrum De Stampertjes te ARNHEM
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer KvK Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
Peutercentrum De Stampertjes 000025827049 14 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Stichting Peutercentra Arnhem Roermondsplein 20 4 6811JN ARNHEM www.spa-arnhem.nl 41046861
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Postbus 5364 6802EJ ARNHEM 0800-8446000 Marloes van Beers
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: ARNHEM : Postbus 9029 : 6800EL ARNHEM
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
26-09-2014 08-10-2014 14-10-2014 06-11-2014 06-11-2014
: 06-11-2014 : 13-11-2014
19 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-09-2014 Peutercentrum De Stampertjes te ARNHEM
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Het is fijn te merken dat er zorgvuldig naar de pedagogische praktijk wordt gekeken. De kind-leidster ratio is vooruitlopend,- en in overeenstemming met gemeente Arnhem, gezet op 1 leidster op 8 peuters. De leidster-kindratio voor peuters verandert per 1 januari 2015. Waar in de kinderopvang nu nog de ratio geldt van 1 leidster op 7 kinderen vanaf 2 ½ jaar, wordt dat 1 leidster op 8 peuters. Wat betreft de oudercommissie; In de nieuwsbrief gestuurd aan alle ouders in juli 2014 zijn ouders geïnformeerd over het instellen van een oudercommissie (OC) en het nut en noodzaak daarvan. Daarnaast worden ouders ook mondeling en via de intekenleidst door leidsters geïnformeerd en uitgenodigd zich kandidaat te stellen. Daarnaast In de nieuwsbrief van december zullen we daar weer aandacht voor vragen. Zoals benoemd worden hier dus inspanningen voor verricht. De akoestiek van de ruimte is niet optimaal, aangezien het tijdelijke noodlokalen betreft. In februari 2015 zal peutercentrum “de Stampertjes” zijn intrek doen in het nieuwe MFC waar de acoustiek aanzienlijk beter wordt verwacht. Met vriendelijke groet, Ilse Tijmensen Manager Stichting Peutercentra Arnhem
20 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-09-2014 Peutercentrum De Stampertjes te ARNHEM
Grensoverschrijdend gedrag Intentieverklaring
De intentieverklaring 'grensoverschrijdend gedrag' is getekend in december 2013. Interne vertrouwenspersoon De interne vertrouwenspersoon is Froukje de Jager, orthopedagoog. Zij is per telefoon en mail bereikbaar. Externe vertrouwenspersoon De externe vertrouwenspersoon mevrouw Michelle Haagmans en/of mevrouw Marijke van de Brink
vertrouwenspersonen van GGD Gelderland Midden. Zij zijn per telefoon bereikbaar. Beleid grensoverschrijdend gedrag
Er is een protocol grensoverschrijdend gedrag en gedragsregels opgesteld. In dit protocol staat beschreven wat grensoverschrijdend gedrag is, welke gedragsregels gelden en hoe gehandeld moet worden als grensoverschrijdend gedrag wordt vastgesteld. Hierin worden ook de namen en contactgegevens van de vertrouwenspersonen genoemd. Het protocol is vastgesteld op 17 september 2014. In het informatieboekje staat dat nieuwe ouders het protocol bij inschrijving ontvangen. Tevens staat in het informatieboekje dat nieuwe medewerkers bij indiensttreding het protocol ontvangen. Ouders die al langer klant zijn bij SPA worden door middel van een nieuwsbrief geïnformeerd over het protocol. Uit het interview met de beroepskracht blijkt dat zij niet op de hoogte is van het protocol grensoverschrijdend gedrag. De beroepskracht vraagt aan de toezichthouder om uitleg wat grensoverschrijdend gedrag is. De invalkracht kan wel voorbeelden noemen van grensoverschrijdend gedrag. Ook weet zij welke stappen ze zou kunnen nemen.
Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: “De houder draagt er zorg voor dat beroepskrachten, ouders en kinderen op de hoogte zijn van de aanwezigheid van een interne vertrouwenspersoon.”
Gebruikte bronnen: Interview locatieverantwoordelijke/houder Interview beroepskrachten Observatie op de groep