O v e r deze t en t oon s t elling
BELANGRIJK!
Als iemand de titel ‘kunstenaar van de twintigste eeuw’ verdient dan is het Pablo Picasso (1881 – 1973) wel. Misschien was hij zo’n goede kunstenaar omdat hij buitengewoon nieuwsgierig was. Hij experimenteerde graag en bedacht steeds een nieuwe manier om dingen te schilderen. Onvermoeibaar ging hij op zoek naar de beste techniek om zijn ideeën uit te kunnen drukken. Daarom zie je op deze tentoonstelling niet alleen schilderijen. Picasso maakte ook beelden, tekeningen, prenten en keramische voorwerpen.
Houd voldoende afstand van de schilderijen! Gebruik een clipboard en uitsluitend potlood om op/mee te schrijven (te lenen bij de balie in de hal). Woorden met een ster kun je aan het einde van deze kijkwijzer in een begrippenlijst opzoeken.
Pablo Picasso
1 ZAAL 49
INLEIDING
Z aal 4 8
2 Dit is het vroegste werk van Picasso in de tentoonstelling - een portret* van zijn vader. Toen hij het maakte was Picasso 18 jaar oud. Kijk maar hoe veel technieken hij hier gebruikt! Fijne lijnen in het gezicht, grove lijnen op de achtergrond en een diep zwart voor het pak.
Vul de tekening hiernaast aan. Probeer lijnvoering en grijstoon zo goed mogelijk na te bootsen!
Portret van de vader, José Ruiz Blasco, 1899
3 ZAAL 48
Om het overzicht te houden over de ontwikkeling van een kunstenaar geeft men vaak een naam aan een bepaalde periode van zijn werk. De tijd tussen 1901 en 1904 wordt bij Picasso de ´blauwe periode´genoemd. Dat komt omdat hij in die tijd bedroefde schilderijen in donkere en sombere kleuren maakte. Hoofdzakelijk in blauw, groen, zwart en paars. Picasso leefde in die tijd in Parijs in echte armoede. De karige maattijd, 1904
Deze ets* is niet blauw qua kleur. Toch behoort deze door thema en sfeer bij de ´blauwe periode´. Hoe komt de droevige stemming tot stand? Kruis aan. Er zijn meerdere antwoorden mogelijk O O O O
gebrek aan kleur leeftijd van de personen armoedige maaltijd op tafel hoekige schouders en harde contourlijn (omtreklijn) O sterk contrast tusen licht en schaduw O vijandige sfeer tussen de personen O anders, namelijk ......................................................
ZAAL 48
4
Café in Monmartre, 1901
Hoe vind je de sfeer in dit schilderij? Bedenk één reden hoe dat komt! De sfeer is .......................... .........................................., want .................................... ........................................... ........................................... ...........................................
Naakte jongen en meisje, 1906
Vergelijk de manier van tekenen hier met het portret van zijn vader uit 1899. Wat valt je op? ....................................................... ....................................................... .......................................................
Hoe heette deze periode ook al weer (1901 – 1904)? ........................................... ...........................................
....................................................... ....................................................... .......................................................
5 ZAAL 47
Dit portret toont één van Picasso´s beste vrienden: Max Jacob. En toch, waarschijnlijk zag hij er niet precies zo uit. Wat klopt niet? Kruis aan. Er zijn meerdere antwoorden mogelijk. O de kleuren O de vormen O de verhoudingen
Picasso bezocht in de lente van 1906 het Louvre. Hier waren op de afdeling Iberische kunst antieke (oude) sculpturen te zien. Deze werden in 1903 opgegraven. Toen Picasso het beeld ‘Vrouwenhoofd’ (zaal 48) maakte, was hij waarschijnlijk nog sterk onder de indruk van de Iberische kunst. Dat zie je aan zijn manier van werken. Ook in het portret van Max Jacob zie je de invloed van de antieke Iberische sculpturen terug. Hoe is Picasso gaan werken?
Portret Max Jacob, 1907
Vrouwenhoofd, 1906 – 1907
Vergelijk het beeld ‘vrouwenhoofd’ met het portret van Max Jacob. Welke overeenkomsten zie je? • ........................................................................................................ • .......................................................................................................
ZAAL 47
6 Waarom maakt iemand die zo goed kan tekenen als Picasso een tekening die alles vereenvoudigt? De kleuren, de vormen en ook de proporties. Wij noemen dat stileren. Alleen de belangrijkste kenmerken blijven over. Kijk maar naar deze tekening. Wat stelt het voor? ........................................... ...........................................
tekening uit schetsboek
Hoe zie je dat? • ..................................... .................................... • ..................................... .................................... • ..................................... .................................... Probeer zelf een gestileerde (zeer eenvoudige) tekening van een man te maken. Teken alleen de belangrijkste kenmerken. Iedereen moet meteen kunnen zien wat het voorstelt. ‘De fotografie kwam precies op het juiste moment om de schilderkunst te bevrijden (...) van het onderwerp.’ Picasso geeft zelf het antwoord op de vraag waarom hij niet naar de werkelijkheid bleef tekenen. De werkelijkheid kon je fotograferen. Hiervoor had je de schilderkunst niet meer nodig.
Door de kennismaking met oude Iberische kunst en ook met Afrikaanse en Polynesische beelden ontwikkelde Picasso een nieuwe manier van schilderen. Minder realistisch (net echt) en meer geometrisch. Deze periode wordt de ´kubistische periode´ van Picasso genoemd. Het woord is afgeleid van de geometrische vorm `kubus´ (dobbelsteen).
Vrouw met mosterdpot, 1910
Waar heeft Picasso in dit schilderij het meest geëxperimenteerd met geometrische vormen? ............................................................................................................... Een manier van werken ontstaat niet zomaar. Het kost veel tijd, werk en onderzoek om tot een bepaalde stijl te komen. Een kunstenaar begint met iets en gaat met elk kunstwerk een stukje verder op de ingeslagen weg. Hier zie je een stilleven* uit de begintijd van de kubistische periode. Picasso heeft hier al op een bijzondere manier naar de voorwerpen gekeken. Dat is waar het eigenlijk om ging – om een nieuwe manier van kijken! Stilleven met glazen en vruchten, 1908
Welke geometrische vormen heeft hij in de voorwerpen geschilderd? VOORWERP
GEOMETRISCHE VORM
.............................................
.............................................
.............................................
.............................................
.............................................
.............................................
ZAAL 45
7
ZAAL 45
8 In het kubisme wordt geen onderscheid gemaakt tussen vormen die naar de kijker toe buigen en vormen die van de kijker afbuigen. Kubisten maken vormen vlak. Ze kijken ook niet vanuit een bepaald standpunt. Ze doen alsof je vanuit verschillende standpunten tegelijkertijd naar een voorwerp kunt kijken. Het resultaat is soms nogal verwarrend.
Zie jij de vrouw met mandoline nog? O ja O nee Vrouw met mandoline, 1910
A N A LY T I S C H K U B I S M E De kubisten deden net alsof de natuur alleen maar bestond uit kubussen, kegels en bollen. Alles werd dus met deze vormen getekend en uit elkaar genomen. Daarom wordt de fase tot 1910 `analytisch kubisme´ genoemd (analytisch = onderzoekend uit elkaar nemen). SYNTHETISCH KUBISME Na 1913 wilde men de dingen weer samenvoegen. Hiervoor gebruikten de kunstenaars elementen die iets zeggen over het voorwerp. Echte stukken krant, stoelbekleding of andere stukken van de werkelijkheid. Violen en gitaren werden herleid tot de kleur en de textuur (oppervlak) van het materiaal waarvan ze gemaakt zijn. Deze fase heet `synthetisch kubisme´ (= samenvoegend kubisme).
SYNTHETISCH KUBISME Elk opgeplakt stuk papier en elke lijn geeft informatie over de viool. Zet een pijl bij 4 onderdelen van het schilderij in je kijkwijzer. Beschrijf wat deze delen je over een viool laten weten.
Stilleven met krant en viool
• ............................... ............................... ............................... ............................... • ............................... ............................... ............................... ............................... • ............................... ............................... ............................... ............................... • ............................... ............................... ............................... ...............................
ZAAL 45
9
ZAAL 45 & 41
10 Uit elkaar genomen of samengevoegd? Tot welke fase van het kubisme behoort deze tekening volgens jou? O analytisch kubisme O synthetisch kubisme
Vrouw in een stoel, 1913
Je hebt al een paar etsen gezien op deze tentoonstelling. Terwijl een tekening direct op papier ontstaat, vergt een ets wel wat meer inzet. Etsen is een diepdruktechniek. Dat betekent dat je in een zinkplaat een lijn kunt krassen (droognaald) of met zuur kunt etsen. Daarna ga je verf in de verdiepingen wrijven, de rest van de zinkplaat schoonmaken en de tekening op vochtig papier afdrukken. Pas dan zie je of je tekening gelukt is.
Portret van Olga met bontkraag, 1923
Hier zie je zo´n zinkplaat. Waar moet je aan denken als je als kunstenaar je handtekening in een zinkplaat gaat krassen?
................................................................................................
11 ZAAL 41
Deze beroemde serie ‘Suite Vollard’ bestaat uit 100 prenten. Picasso onderzocht onder andere de verhouding tussen kunstenaar, model en het uiteindelijke kunstwerk. Bepaalt de kunstenaar het beeld of het model? De ‘Suite Vollard’ is tegelijkertijd gewijd aan één van Picasso’s vrouwen: Marie Thérèse. Kun je een prent ontdekken waar kunstenaar en model het onderwerp zijn? Beschrijf wat je ziet.
.................................................. .................................................. .................................................. .................................................. .................................................. .................................................. .................................................. .................................................. .................................................. Zijn hier prenten die waarschijnlijk uit de bewerking van één zinkplaat voortkomen?
.................................................. ..................................................
Prent uit de Suite Vollard
Een reden om al die moeite te doen is natuurlijk dat je aan het einde niet alleen één tekening hebt maar vele afdrukken van een tekening kunt maken. Maar dat is niet alles. Je kunt een tekening afdrukken. Daarna ga je met de bewerking van de zinkplaat verder zodat de tekening verandert. Dat kun je een paar keer doen. Aan het einde heb je veel verschillende fasen van één tekening/onderwerp, als prent.
ZAAL 41
11 22 Als je met een naald in een zinkplaat krast en de lijn vervolgens afdrukt, krijg je een (zwarte) lijn op papier. Maar er is veel meer mogelijk als je de techniek van het etsen beheerst. Wat zie je? Kruis aan. Er zijn meerdere antwoorden mogelijk. O O O O O O
zwarte lijnen op witte ondergrond witte lijnen op zwarte ondergrond witte vlakken zwarte vlakken grijze vlakken grijze lijnen
Een vriend van Picasso, Jean Cocteau, kwam in 1916 op atelierbezoek . Onder zijn jas droeg hij een harlekijnskostuum.Dit liet hij bij Picasso achter. Sindsdien kwam het thema harlekijn steeds terug bij Picasso. Waar doet een harlekijn je aan denken? ....................................................... ....................................................... ....................................................... ....................................................... Waar doet deze harlekijn je aan denken? ....................................................... Harlekijn met gevouwen handen, 1923
....................................................... ....................................................... .......................................................
ZAAL 38
13
Vrouw met artisjok, 1941
Vanaf 1939 schilderde Picasso bijna alleen nog mensen die meerdere aanzichten tegelijk tonen. Waar zie je dat het duidelijkst in dit schilderij? ...................................................... ............................................................................................................... ............................................................................................................... ............................................................................................................... Picasso maakte dit schilderij in 1941. De vrouw weerkaatst de chaos en de gruwelen van de oorlog. Is zij slachtoffer of agressieve vijand? O slachtoffer, want .............................................................................................................. .............................................................................................................. O vijand, want .............................................................................................................. .............................................................................................................
ZAAL 37
14
Middagmaal in het gras (naar Manet), 1961
Picasso heeft hier een thema van een andere schilder, van Edouard Manet, herschilderd. Hij was een groot bewonderaar van Manet. Welke versie spreekt je meer aan? Waarom? ............................................................................................................... ............................................................................................................... ............................................................................................................... ...............................................................................................................
Een paar zwarte spatten en dit is een stierengevecht? Inmiddels weet je dat Picasso niet zomaar dingen wegliet. Wat vond hij belangrijk om hier te laten zien? ....................................................... Stierengevecht in Arles, 1959
....................................................... ....................................................... Stierengevechten zijn een traditie in het land waar Picasso vandaan kwam. Hoewel hij in Frankrijk leefde was hij een echte .......................................................
ZAAL 36
15 Een kus roept gevoelens op. De meeste mensen denken bij een kus aan iets leuks, aan romantiek. Voldoet `de kus´ van Picasso aan de voorstelling die jij hebt van een kus? Leg dat eens uit. ....................................................... ....................................................... ....................................................... ....................................................... ....................................................... .......................................................
De kus, 1969
Inmiddels ben je een echte expert op het gebied van Picasso. Dat dit schilderij van hem is, herken je direct. Beschrijf zijn stijl in de late jaren. Denk aan • • • • • •
Liggend naakt met vogel, 1968
lijnen vormen aanzicht verhoudingen patronen onderwerp
........................................... ...........................................
.............................................................................................................. .............................................................................................................. ..............................................................................................................
ZAAL 36
16
Ovale schotel met sierrand; scène van stierengevecht, 1957
Het dier in het midden is een stier. Er zijn geen details te zien en toch is het geen geit. Waar ligt dat aan? • ........................................................................................................ • ........................................................................................................ • ........................................................................................................
Kies het mooiste voorwerp en maak er een tekening van. Teken zowel de vorm als de beschildering. Schrijf erbij wat het is (plaat, schotel, enzovoort). Bij welk voorwerp vind je de combinatie van beschildering en vorm van het voorwerp het meest geslaagd? .......................................................
ZAAL 34
17
ZAAL 33
18 Toen Picasso deze tekening maakte was hij al 85 jaar oud. Misschien zag hij zichzelf in deze tekening.
Wat roept de tekening bij je op? Kijk ook naar de tekening hiernaast:´De schilder en zijn model`. ...........................................
Knielende man met vrouwlijk naakt, 1966
........................................... ........................................... ........................................... ........................................... ...........................................
Wat vond je het indrukwekkendst op deze tentoonstelling? O O O O O O
een schilderij een tekening een beeld een ets een keramisch voorwerp niets
ZAAL 49
BEGRIPPENLIJST
ETSEN Bij het maken van een ets wordt op een koperen of zinken plaat getekend. De tekening wordt vervolgens ingebeten met zuur en op vochtig papier afgedrukt. PORTRET afbeelding of beeld van een (ooit) bestaand persoon STILEREN een vorm zo vereenvoudigen dat alleen de belangrijkste kenmerken overblijven STILLEVEN voorstelling van bewegingloze voorwerpen, dieren en/of planten
Januari 2008 Gemeentemuseum Den Haag afdeling Educatie Tekst: Andrea Freckmann Vormgeving: Anne Blaak, afdeling Fotografie & Beeldbewerking
INLEIDING
KIJKWIJZER
ZAAL 49
20
PICA SSO NIVEAU * *