Inleiding Agenda van vandaag
• Werkgebied GGD • Deelname aan het ZAT • Afname KIVPA vragenlijst • Jongerenspreekuur op aanvraag
(per mail aangevraagd) • overleg mentoren, zorg coördinator en vertrouwenspersoon • Preventief
Inleiding thema Depressie
Wat is het? Hoe kun je het herkennen? - neerslachtige stemming - verlies van interesse - eetproblemen/ veranderingen in gewicht - slaapproblemen - rusteloos of juist geremd - vermoeidheid - waardeloos gevoel/ schuldgevoel - concentratieproblemen, vertraagd denken, besluiteloosheid - gedachten aan dood of zelfdoding Langer dan twee weken
Depressieve stoornis bij 2-3% van de Nederlandse bevolking Depressieve klachten (nog geen stoornis) 20% van de Nederlandse bevolking
2x zo vaak bij vrouwen Vaker bij introverte mensen Vaker als er een lichamelijke ziekte is Vaker bij homoseksualiteit
Lichamelijke ziekten Medicatie, alcohol, drugs Verlies Psychische oorzaken - nare jeugdervaringen - negatief denken - ‘verkeerde’ manier van omgaan met mensen Etcetera
‘warm nest’ Gemiddelde intelligentie Vrienden Extravert zijn Lichamelijke gezondheid Etcetera
Herkennen, welke signalen zie ik? Weet ik een oorzaak? Is de reactie passend? (Pluis of Niet-pluis, luister naar je gevoel mentor)
Ga ik het gesprek aan, of niet? Als ja: wat is mijn doel van het gesprek? (aansluiten bij het gevoel van de leerling/ contact maken/ vertrouwen scheppen)
Aangeven waarom dit gesprekje (vaak; ‘ik maak me wat zorgen’) Hoe vragen (‘Hoe gaat het echt met je?’ ‘Hoe vind jij dat het gaat?’) Open vragen: Altijd goed! (ook als er stiltes vallen)
“Dan mag je er even over na denken; het is ook best een moeilijke vraag” Vraag herhalen, “voor je gevoel, wat denk je?” “Als je het wel zou weten, wat zou je dan zeggen?” (mentor, “in je mand!” en laat de stilte maar komen)
Wie vind een stilte ongemakkelijk?
Hulpmiddelen: Vraag jezelf af :wat betekent de stilte ? mentor: ik moet wat zeggen/ ik moet het weten/ het is mijn schuld dat zij zich ongemakkelijk voelt/ ik ben ongeschikt voor het mentorschap/ ik kan dit niet/ hellup! leerling: even nadenken/ je overvalt me/ ik weet het antwoord niet/ ik wil het er niet over hebben/ ik red het zelf wel/ laat me met rust!
‘wat gebeurt er nu bij jou?’ ‘wat vind je van wat ik heb gezegd?’ ‘waar zit je allemaal over na te denken?’ ‘wat denk je er allemaal van?’ Of - ‘Het lijkt of je er stil van wordt, klopt dat?’ - ‘Het lijkt of je het allemaal moeilijk vindt, klopt dat?’ - ‘Het lijkt of je er heel boos van wordt, klopt dat?’ - ‘Het lijkt of je er van schrikt, klopt dat?’ - ‘Het lijkt of het je verdrietig maakt, klopt dat?’ - ‘Het lijkt of het je niet raakt, klopt dat?’
Richt je op de leerling en gebruik hierbij gerust je eigen gevoel
Gevoelens zijn om er om gevoeld te worden (niet wegstoppen; laat het maar komen)
Gevoel kan niet denken (dus het is niet realistisch)
Gevoel geeft richting aan (signaalfunctie)
Bang (faalangstig, bezorgd, schrik, vrees) Boos (geïrriteerd, gefrustereerd, woedend, nijdig) Blij (leuk, gezellig, fijn, prettig, rustig) Bedroefd (verdrietig, sip)
“Voel je je meer iets van Boos, of lijkt het meer op Bedroefd?”
-
Hou je het bij jezelf? Tips meegeven: lezen, schrijven in een dagboek/logboek, internetcursus, bewegen
Adviseer je een gesprek bij Marijke of Esther of huisarts?
Betrek je ouders?
-
Grip op je Dip Stemmingmakerij Tip voor je Dip Inhoud Ontspanning Plezierige activiteiten Realistisch denken Assertiviteit
Ontspanning/ plezierige activiteiten: Zelf-massage
Assertiviteit: Nee-oefening
Ontspanning/ plezierige activiteiten: Ballon
Assertiviteit: Symbool van kracht
Wat is het?
Automutilatie kent veel vormen: o.a.
krassen en bonken tot en met het hoofd ergens tegen aan slaan en snijden en branden.
Niet de intentie om zelfmoord te plegen.
Er is een individueel proces: puber zit in de knoop en probeert de spanning weg te snijden/branden Er is een groepsproces: uitlaatklep te vinden of manier om er bij te horen. Vaker bij meisjes dan jongens Meestal is er een ernstig probleem in het leven van de puber
Een zeer laag zelfbeeld Ernstige problematiek, zoals anorexia of seksueel misbruik Onzekerheid over de seksuele identiteit 14-17 jaar Slechte aansluiting leeftijdgenoten Dwangmatig gedrag Ongezien verdriet
Plotseling bedekkende kleding aan Terloops beschadigde huid laten zien Verdrietige grondtoon Opeens verdwijnen er scherpe voorwerpen Zich opsluiten op de wc
Communiceren: het denken van de puber op ‘aan’ zetten i.p.v. tegen de puber preken. Geven van aandacht; ook aan de verwondingen zelf. Tonen oprechte belangstelling Praat met deskundigen op school en ouders (in overleg met de puber)