Inkoop jeugdhulp FoodValley
I
Inkoop jeugdhulp samenwerkende gemeenten regio FoodValley 2016 e.v.
29 juni 2015 Inkoop jeugdhulp FoodValley Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel en Veenendaal
Inhoudsopgave Samenvatting Inleiding Hoofdstuk 1 Wetgeving, beleid en ontwikkelingen Hoofdstuk 2 Regionale marktanalyse Hoofdstuk 3 Transformatie-agenda Hoofdstuk 4 Inkoopmodel Hoofdstuk 5 Financiële kaders, sturing en risico’s Hoofdstuk 6 Inkooporganisatie Hoofdstuk 7 Planning
Inkoop jeugdhulp FoodValley 1 Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel en Veenendaal
Samenvatting In deze samenvatting geven we de hoofdpunten en beslispunten weer uit het Inkoopplan FoodValley 2016 e.v. Het plan wordt in juli 2016 aan de colleges van de zeven samenwerkende gemeenten ter vaststelling aangeboden. Wetgeving, beleid en ontwikkelingen Gemeenten in de regio FoodValley werken samen bij de inkoop De samenwerkende gemeenten in de regio FoodValley (Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel en Veenendaal) werken met elkaar samen bij de uitvoering van de Jeugdwet. Deze samenwerking is beschreven in het Regionaal Beleidsplan FoodValley 2015-20181, dat het uitgangspunt is voor de inrichting van de regionale inkoop. Landelijke ontwikkelingen van invloed op de inkoop (inhoudelijk en financieel) Het afgelopen jaar zijn verschillende landelijke onderzoeken over de inkoop van zorg voor jeugd uitgevoerd. De uitkomsten van deze landelijke onderzoeken, zijn meegewogen in ons voorstel hoe we de inkoop dit jaar willen vormgeven. Hierbij gaat het onder meer om termen als: inhoud en inkoop dichter bij elkaar brengen, flexibiliteit in de inkoop, belang van een goed functionerende toegang, en integraliteit. Andere relevante landelijke ontwikkelingen zijn: de visie ‘Ruimte voor jeugdhulp’ (VNG) waarin de bewegingen in het huidige zorglandschap zijn beschreven, de verdere bezuinigingen en de invoering van het objectief verdeelmodel, waardoor gemeenten in deze regio fors minder budget ontvangen om de hulp voor jeugd te financieren. Regionale inkoop dient de ondersteuning dichtbij te versterken In de voorbereiding van de inkoop zijn verder de evaluatie van de inkoop 2015, de transformatie-ontwikkelingen in de verschillende regionale projecten, de transformatietafels en de eerste ervaringen met de huidige uitvoerders meegenomen. En anders dan een jaar geleden, hebben we nu ervaring opgedaan met lokale teams. Voor de inkoop betekent dit dat die voor een belangrijk deel – en meer dan vorig jaar - zal gaan over de vraag hoe de regionale inkoop met haar producten en diensten de lokale teams (in de verschillende vormen) kan versterken in wat zij doen. Regionale marktanalyse Regio FoodValley heeft in 2015 overeenkomst met 114 aanbieders Ter voorbereiding van de inkoop is het goed om te weten hoe het speelveld er nu uitziet. In totaal heeft de regio FoodValley in 2015 met 114 organisaties en vrijgevestigde aanbieders een overeenkomst. De 16 grootste organisaties nemen 78% van het totale budget voor hun rekening. Nadere analyse van het speelveld levert onder meer de volgende relevante punten voor voren: veel LVB-spelers die intramurale zorg aanbieden voor een kleine selecte groep van cliënten; een overaanbod van residentiële aanbieders binnen J&O; relatief veel aanbieders GGZ en veel aanbieders dyslexie; vooralsnog zeer weinig aanbieders die trajectfinanciering of financiering gekoppeld aan cliëntprofielen binnen hun (huidige) organisatie vormgeven. Ruim 3.800 unieke cliënten in zorg die 4.700 producten gebruiken Momenteel zijn er in de regio FoodValley (mei 2015) ruim 3.800 unieke cliënten in zorg zijn die gezamenlijk ruim 4.700 producten gebruiken. Een analyse hiervan leert dat er relatief veel cliënten zitten op interventieniveau 5 (o.a. de specialistische GGZ) en op interventieniveau 7 (zwaardere residentiële zorgvormen zoals JeugdzorgPlus en de GGZ met een verblijfscomponent). Regionaal in te kopen zorgvormen In het inkoopplan 2015 is beschreven welke hulp op welk niveau wordt ingekocht (landelijk, bovenregionaal, regionaal en lokaal). Voor 2016 en verder houden we in grote lijnen dezelfde indeling aan. Dat betekent dat we regionaal de volgende zaken inkopen: intensieve gezinsondersteuning thuis (jeugdzorg, GGZ en LVB, bijv. praktische gezinsondersteuning), ambulante jeugdhulp (jeugdzorg, GGZ en LVB), semi- residentiële zorg (orthopedagogische behandelcentra en dagbesteding), begeleid zelfstandig wonen/zelfstandigheidstraining, 1
Vastgesteld door de raden van de zeven samenwerkende gemeenten, december 2013 / januari 2014 Inkoop jeugdhulp FoodValley 2 Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel en Veenendaal
(therapeutische) pleegzorg, gezinshuizen, verblijf (L)VB/GGZ jeugdbescherming/jeugdreclassering, AMHK en Medisch Kleuterdagverblijf.
(ZZP
1-3),
Transformatie-agenda Transformatie in de FoodValley is doorgaand proces De samenwerkende gemeenten in de regio FoodValley hebben de afgelopen jaren al de nodige stappen gezet waar het gaat om de transformatie van de zorg voor jeugd (denk aan: deskundigheidsbevordering uitvoeringsprofessionals, doorontwikkeling Verwijsindex, samenwerkingsafspraken met onderwijs en huisartsen). De transformatie-agenda moet gezien worden in het licht van wat er al is gebeurd. Bij het realiseren van onze transformatie-doelen werken we nauw samen met lokale teams, aanbieders, onderwijs en overige relevante partners. Zeven transformatiethema’s / strategische beleidsdoelen De zeven bestuurlijk vastgestelde transformatiethema’s, welke dienen als strategische beleidsdoelen bij het verdere inkooptraject, zijn: 1. De veiligheid van de jeugdige staat voorop. 2. Preventie en uitgaan van eigen verantwoordelijkheid van ouders en jeugdige, eigen kracht/sociale netwerkstrategieën. Jeugdigen en ouders voeren regie op het eigen leven. 3. Versterken van het opvoedkundig klimaat, demedicaliseren en ontzorgen. 4. Zo snel mogelijk, zo dichtbij mogelijk en zo effectief mogelijk de juiste effectieve hulp op maat, met aandacht voor lokaal maatwerk. Het regionale aanbod is aanvullend op het lokale aanbod. De ontwikkeling van lokale teams is verschillend en hier is ruimte voor. 5. Integrale hulp. 6. Meer ruimte voor professionals en professional werkt vanuit de vraag van kind en ouders. 7. Doelmatigheid, vermindering regels en vermindering bureaucratie. De -
rode draad uit deze zeven transformatiethema’s is: Het versterken van de interventieniveaus (1,2) 3 en 4 Blijvende inzet op deskundigheidsheidsbevordering aan uitvoeringsprofessionals Aansluiten bij wat er nodig is in de lokale teams Waar nodig specifieke transformatiethema’s per sector toevoegen
Beslispunt: de transformatieagenda van FoodValley, bestaande uit de bestuurlijk vastgestelde zeven thema’s en de rode draad daarbinnen, is leidend in het inkooptraject en de contractering. Inkoopmodel Inhoudelijke en financiële doelen realiseren d.m.v. bestuurlijk aanbesteden Vanuit hiervoor genoemde kaders en ontwikkelingen, hebben we als samenwerkende gemeenten gezocht naar een inkoopmodel dat het beste past om onze inhoudelijke en financiële doelstellingen te realiseren. Het best passend is het model van bestuurlijk aanbesteden. Dit model biedt de gewenste flexibiliteit en integraliteit en geeft ruimte voor nieuwe aanbieders. Door samen met aanbieders en andere relevante betrokkenen het gesprek aan te gaan over de invulling van de ondersteuning, werken we toe naar een zo passend mogelijk palet van ondersteuningsvormen. Dit model geeft handvatten om als gemeente(n) te sturen op prestaties én op budgetbeheersing. Het fundament van bestuurlijk aanbesteden: vijf uitgangspunten Bij bestuurlijk aanbesteden gelden onderstaande uitgangspunten. Hun onderlinge verwevenheid vormt het fundament van bestuurlijk aanbesteden. 1. Proces: in een procesovereenkomst worden de regels van het spel vastgelegd (hoe doen we zaken met elkaar). In deelovereenkomsten worden punten 2 t/m 5 vastgelegd. 2. Toegang: in bestuurlijk aanbesteden wordt in beginsel uitgegaan van een open aanbod: elke aanbieder die aan de voorwaarden voldoet kan toetreden. Aan de hand van startnotities zal voor ambulante jeugdhulp, residentiële jeugdhulp en veiligheid nader worden aangegeven wat de consequenties en risico’s hiervan zijn. Dit kan van invloed zijn op het tempo waarin dit beginsel wordt ingevoerd.
Inkoop jeugdhulp FoodValley 3 Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel en Veenendaal
3. Kwaliteit en prestaties: wat zijn de kwaliteitseisen aan de hulp die we inkopen (zoals: wettelijke criteria en meebouwen aan onze transformatieagenda) en welke prestaties worden gevraagd? 4. Goede monitoring: monitoring is essentieel om inzicht te kunnen hebben op de prestaties, kwaliteiten, budgetuitnutting en om waar nodig bij te kunnen sturen (de contracten / prijsafspraken aan te passen) Bekostiging: op termijn willen we toewerken naar resultaatbekostiging; gezien de complexiteit hiervan, werken we eerst volgens prestatiebekostiging. De beoogde wijze van bekostiging (van prestatie- naar resultaatgericht) zal bespreekpunt zijn in de diverse transformatiewerkgroep. In principe geen omzetplafonds hanteren Inherent aan het bestuurlijk aanbesteden is ook dat in principe geen omzetplafonds worden gehanteerd. Dit sluit immers niet aan bij het uitgangspunt van het mee willen en kunnen bewegen in de transformerende wereld. Dit vereist des te meer dat sprake moet zijn van goed georganiseerde toegang enerzijds en monitoring anderzijds, om tijdig in gesprek te kunnen gaan en aanpassingen in de contracten door te voeren wanneer dit nodig is. Ook voor de invoering van dit beginsel zal in de startnotities worden aangegeven wat de consequenties en risico’s zijn voor de diverse vormen van jeugdhulp. En ook dit kan van invloed zijn op het tempo waarin dit beginsel wordt ingevoerd. Dit model biedt alle ruimte voor keuzevrijheid en PGB’s Dit model het biedt jeugdigen en gezinnen alle ruimte de ondersteuning te kiezen die het beste past (bijvoorbeeld identiteitsgebonden aanbod). Daarnaast bestaat de mogelijkheid van PGB’s, als de klant een vorm van ondersteuning wil die niet wordt aangeboden via zorg in natura, dan wel voor ondersteuning door mensen uit het informele netwerk die de algemeen gebruikelijke zorg voor elkaar overstijgt. Fysieke en digitale adviestafels zorgen voor betrokkenheid van relevante betrokkenen Er worden fysieke en digitale tafels georganiseerd waaraan aanbieders, overige betrokkenen en gemeenten met elkaar in gesprek gaan over de benodigde ondersteuning. Elke overlegtafel begint met een startnotitie waarin de samenwerkende gemeenten de kaders voor de inkoop schetsen: inhoudelijke en financiële kaders. Aan de fysieke adviestafels neemt een selectie van alle geschikte partijen deel. Op basis van diversiteit en representatie worden deelnemers geselecteerd. En door alle tussentijdse documenten openbaar te maken via een specifieke website, kan digitaal kan iedere andere geïnteresseerde partij of betrokkene meepraten. Door de deelnemers aan tafels worden voorstellen (adviezen) gemaakt voor de deelovereenkomsten. Op basis van deze advisering, beslissen uiteindelijk de gemeenten wat de definitieve tekst wordt van de overeenkomsten. Elke aanbieder afzonderlijk kan vervolgens beslissen of zij dit contract wel of niet wil aangaan. Ter voorbereiding van de adviestafels worden werkgroepen ingericht; deze zijn deels het vervolg op de transformatietafels die in april 2015 gehouden zijn met de aanbieders. Beslispunt: regio FoodValley kiest voor de regionale inkoop van hulp voor jeugd voor het inkoopmodel van Bestuurlijk Aanbesteden zoals beschreven in het Inkoopplan. Model van bestuurlijk aanbesteden is een groeimodel De invulling van het bestuurlijk aanbesteden zien wij als een groeimodel. Onderstaande doelen zijn onze stip op de horizon voor 2018; met het realiseren van deze doelen starten we al in 2016: a. Werken met interventieniveaus (niet alleen in de toegang, maar ook in de regionaal ingekochte ondersteuning) b. Integraal werken (ruimte voor interdisciplinaire producten; toewerken naar één gezin één plan) c. Bekostiging (van prestatie naar resultaat) Indeling in drie percelen Voor de korte termijn stellen we voor om de onderstaande perceelindeling te hanteren. Dit is een indeling waarin bestaande schotten (GGZ, Awbz, J&O) grotendeels wordt losgelaten. Op termijn kunnen we toegroeien naar een vorm waarin nog meer schotten worden geslecht. 1. Perceel ambulant: bij dit perceel ambulant willen wij de markt openstellen voor alle aanbieders die voldoen aan de onze criteria (wettelijke en kwaliteitseisen) Inkoop jeugdhulp FoodValley 4 Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel en Veenendaal
2. Perceel verblijf (voor zover niet bovenregionaal): ook bij het perceel verblijf is het voornemen om de markt open te stellen voor alle aanbieders die voldoen aan de onze criteria (wettelijke en kwaliteitseisen). Zoals aangegeven worden de risico’s nader uitgewerkt en dit kan van invloed zijn op het inkoopvoorstel dat aan de overlegtafels wordt besproken met de aanbieders. Ook wordt daarmee de samenstelling van de overlegtafel bepaald. Vervolgens wordt in de overlegtafel samen met de aanbieders besproken hoe vervolgens afspraken over afbouw van verblijfsvoorzieningen kunnen worden gemaakt. 3. Perceel veiligheid: ook hier is het voorstel om de markt open te stellen. In de startnotitie worden de consequenties en risico’s benoemd en wordt op basis daarvan bepaald hoe de overlegtafel wordt samengesteld. Deze indeling betekent dat er vooralsnog drie adviestafels zijn. Beslispunt: de samenwerkende gemeenten in de regio FoodValley kiezen voor een indeling in de percelen ambulant, residentieel en veiligheid. In de startnotities die worden opgesteld per overlegtafel wordt nader uitgewerkt hoe de gemeenten willen omgaan met het beginsel van een open markt, dus zonder omzetplafond. Aan de hand hiervan zullen de overlegtafels worden samengesteld. Financiële uitgangspunten Fors minder budget beschikbaar dan in 2015 Waren de budgetten voor jeugdhulp voor 2015 gebaseerd op historisch zorggebruik, in 2016 en verder zal het budget worden gebaseerd op een objectief verdeelmodel. Voor de meeste gemeenten in FoodValley betekent dit een grotere korting dan verwacht. De omvang hiervan wordt pas duidelijk in de meicirculaire van 2015, die op moment van schrijven net verschenen is en nog onderwerp van analyse is. Op basis van de ramingen voor de lokale teams die elk gemeente aan het maken is en een raming van de omvang van de (boven)regionale vraag naar jeugdhulp zal worden besproken welke uitgangspunten gelden ten aanzien van voor te stellen kortingen op inkooptarieven, inschatting van verdeling van budgetten naar zorgvormen en dergelijke. Hiervoor zal een notitie voor budget inkoop jeugdhulp gemaakt worden. Beslispunt: de financiële uitgangspunten van de regio FoodValley (budget voor (boven)regionale inkoop) wordt besproken in het BO en ter vaststelling aangeboden aan de colleges van de zeven samenwerkende gemeenten. Uitvoering en planning Koppeling inkoop, inhoud en bedrijfsvoering Het inkoopteam 2016 e.v. wordt gevormd door de accounthouders van de deelnemende gemeenten met de (tijdelijke) inkopers. Daarnaast is van belang dat de inhoudelijke transformatiedoelen goed worden geborgd in de inkoop. En de medewerkers bedrijfsvoering (gegevensknooppunt) worden tijdig bij het inkooptraject betrokken, omdat de keuze voor dit inkoopmodel heeft namelijk ook impact op verschillende administratieve werkzaamheden. Mandatering Veenendaal voor ondertekening contracten Omdat het knooppunt geen juridische identiteit is zal de gemeente Veenendaal (net als in 2015) worden gevraagd om namens de gemeenten de contracten te ondertekenen. Voorgesteld wordt om het mandaat hiertoe te vernieuwen. Raden informeren De raden wordt tijdens een regionale bijeenkomst in juli geïnformeerd over de wijze en planning van de inkoop. Planning: van inkoopbeleid naar ondertekende contracten Voorliggend Inkoopbeleid wordt vastgesteld door de colleges (begin juli). Daarna vindt op 9 juli de eerste adviestafel plaats, wat de vorm heeft van een grote bijeenkomt met aanbieders en geïnteresseerden waar de (concept)procesovereenkomst wordt gepresenteerd. In augustus worden de budgettaire uitgangspunten in het BO besproken en door de afzonderlijke gemeenten vastgesteld, en worden de startnotities bestuurlijk besproken. Vervolgens vinden in september, oktober en november de adviestafels plaats en worden begin december de contracten gesloten. Inkoop jeugdhulp FoodValley 5 Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel en Veenendaal
Beslispunt: de startnotities voor de adviestafels worden in een gecombineerd RO / BO in juli/augustus 2015 besproken
Inleiding Inkoop 2016 In de Jeugdwet staat dat gemeenten moeten samenwerken indien dat voor een doeltreffende of doelmatige uitvoering van de wet aangewezen is. De samenwerking hebben de gemeenten in de regio FoodValley vormgegeven in de regionale visie “Elke jeugdige telt en doet mee”. Op basis hiervan is het Regionaal Beleidsplan FoodValley 2015-2018 geschreven en vastgesteld door de afzonderlijke gemeenteraden. In dit beleidsplan is onder meer opgenomen dat de regio met elkaar samenwerkt ten aanzien van de inkoop. Vorig jaar hebben we de eerste ervaringen opgedaan met het proces van inkoop. Deze ervaringen nemen we mee bij het vormgeven van de inkoop voor 2016 en verder. In deze inkoop staat – nog nadrukkelijker dan vorig jaar – de transformatie centraal: de regionale inkoop faciliteert de lokale transformaties die de gemeenten aan het maken zijn. De wijze waarop we inkopen gaat ook nog een stap verder dan vorig jaar: de transformatie maken we in samenwerking met onze contractpartners, en vanuit die insteek is ook het inkoopproces ingericht. In voorliggend document beschrijven we hoe we de inkoop voor 2016 en verder willen vormgeven. De samenwerkende gemeenten in de regio FoodValley zijn Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel en Veenendaal.
Doel en doelgroep Het doel van dit document is om uiteen te zetten wat we als samenwerkende gemeenten regionaal willen inkopen, welke kaders we hierbij hanteren en op welke manier we de inkoop willen vormgeven. Dit document ligt in juni ter besluitvorming voor aan de bestuurders. Vervolgens zal dit document ter vaststelling aan de colleges worden aangeboden en vervolgens ter informatie aan de gemeenteraden verstuurd. Daarna is het document ook beschikbaar voor onder andere (potentiële) aanbieders en cliëntenraden.
Leeswijzer Dit document is als volgt opgebouwd: Hoofdstuk 1 geeft een beeld van landelijke ontwikkelingen en relevante onderzoeken die hebben plaatsgevonden. Ook beschrijft het de relevante wetgeving en eerder vastgesteld regionaal beleid. Hoofdstuk 2 betreft een marktanalyse: een analyse van de beschikbare data over het huidige speelveld. Hoofdstuk 3 beschrijft de uitgangspunten voor de transformatie van Jeugdhulp in FoodValley. Deze transformatieagenda dient als stip op de horizon. De inkoop wordt hierop gebaseerd. Hoofdstuk 4 beschrijft de keuze voor het inkoopmodel (bestuurlijk aanbesteden). Beargumenteerd wordt waarom dit model het best passend wordt geacht bij de transformatie-agenda en de gewenste ontwikkelingen. Dit hoofdstuk gaat ook in op de procesmatige kant van dit inkoopmodel. Verder worden de beoogde inkooppercelen beschreven. Volledigheidshalve wordt ook weergegeven wat bovenregionaal en landelijk zal worden ingekocht, dit vormt daarmee de afbakening met de regionaal in te kopen jeugdhulp. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de financiële kaders. Hoofdstuk 6 beschrijft de inkooporganisatie en de randvoorwaarden hierbij. Hoofdstuk 7 gaat in op de (bestuurlijke) planning van het inkooptraject.
Inkoop jeugdhulp FoodValley 6 Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel en Veenendaal
Hoofdstuk 1: Wetgeving, beleid en ontwikkelingen Dit hoofdstuk schetst het wettelijk kader, regionaal beleid en landelijke ontwikkelingen. Daarnaast beschrijft dit hoofdstuk een aantal relevante onderzoeken die hebben plaatsgevonden. De inhoud van dit hoofdstuk vormt het vertrekpunt voor het verdere inkoopplan.
1.1
Wettelijk en regionaal kader
Wettelijk kader De Jeugdwet (1 maart 2014, Staatsblad nr. 105, 2014) vormt het kader waarbinnen de inkoop plaatsvindt en is van toepassing. Jeugdhulp onder de Jeugdwet In de Jeugdwet is Jeugdhulp als volgt gedefinieerd: Ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en hun ouders bij opgroei-, en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen (voor zover de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen ontoereikend zijn) waardoor de jeugdige in staat wordt gesteld: a. Gezond en veilig op te groeien b. Te groeien naar zelfstandigheid c. Voldoende zelfredzaam te zijn en maatschappelijk te participeren d. Meer specifiek gaat het om: i. Ondersteuning van hulp en zorg, niet zijnde preventie, aan jeugdigen en hun ouders bij het verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen van of omgaan met de gevolgen van psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, opvoedingsproblemen van de ouders of adoptiegerelateerde problemen; ii. het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van jeugdigen met een somatische, verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem en die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt, en iii. het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van de persoonlijke verzorging gericht op het opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid bij jeugdigen met een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking of een somatische of psychiatrische aandoening of beperking, die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt, met dien verstande dat de leeftijdgrens van achttien jaar niet geldt voor jeugdhulp in het kader van jeugdstrafrecht
Regionaal kader voor jeugdhulp in FoodValley De regionale samenwerking is gebaseerd op het Regionaal Beleidsplan FoodValley 201520182 en vormt uitgangspunt voor de inrichting van de regionale inkoop. Dit plan kent de volgende overkoepelende doelstelling: Doelstelling De samenwerkende gemeenten in FoodValley willen de Jeugdwet zo goed mogelijk uitvoeren door te zorgen voor een kwalitatief en kwantitatief toereikend aanbod, dat bij voorkeur lokaal uitgevoerd wordt. De uitvoering van de jeugdhulp is een lokale verantwoordelijkheid met een regionale component.
De samenwerkende gemeenten hanteren daarbij de volgende algemene uitgangspunten zoals aangegeven in de visie ‘Elke jeugdige telt en doet mee’:3 2 3
Wij vertrouwen erop dat ouders dagelijks voorzien in de zorg en veiligheid die jeugdigen nodig hebben om zich adequaat te ontwikkelen. Gezinnen voeren zelf de regie op de zorg die zij ontvangen of laten de regie voeren door iemand uit de sociale omgeving. Er moet sprake zijn van vertrouwen tussen de professional en jeugdige en ouders.
Vastgesteld door de raden van de zeven samenwerkende gemeenten, december 2013 / januari 2014 Vastgesteld door de raden van de zeven samenwerkende gemeenten, december 2013 / januari 2014 Inkoop jeugdhulp FoodValley 7 Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel en Veenendaal
-
De regionale samenwerking staat in dienst van de lokale situatie. Het is niet vanzelfsprekend dat alle spelers uit het maatschappelijk middenveld (op een zelfde manier) terugkeren in een nieuw stelsel van zorg voor de jeugd.
1.2 Landelijke ontwikkelingen Voor de vormgeving van de regionale inkoop, zijn onderstaande landelijke onderzoeken van belang. Onderzoek Transitie Autoriteit Jeugd De Transitie Autoriteit Jeugd (TAJ) heeft onderzoek gedaan naar de continuïteit van jeugdhulp en het inkoopproces. Ook FoodValley is in het kader van dit onderzoek geïnterviewd. Op basis van dit onderzoek heeft de TAJ op 1 april 2015 haar eerste jaarrapportage gepubliceerd. Een van haar conclusies is dat de TAJ van mening is dat inhoud en inkoop dichter bij elkaar moeten worden gebracht. Voor de inkoop 2016 vraagt de TAJ aandacht voor een inkoopvorm die past bij het voeren van een inhoudelijke dialoog. Daarnaast geeft de TAJ aan dat de gewenste transformatie een beweging is van stepped care (beginnen met lichte hulp en opschalen indien nodig) naar matched care (aan het begin kijken welke zorg nodig is en op dat niveau starten) en dat deze ontwikkeling hoge eisen stelt aan de toegangsfunctie. Ook stelt zij dat de achterkant (specialistische zorg) pas (gedeeltelijk) kan worden afgebouwd als de voorkant (toegang) goed functioneert. Onderzoek Analyse Contractering 2015 In opdracht van het Netwerk directeuren sociaal domein (Ndsd) heeft KPMG met een aantal gemeenten een onderzoek gedaan naar de inkoop 2015. FoodValley heeft meegedaan aan dit onderzoek. Het knooppunt waarbij regionaal de (financiële) gegevensuitwisseling wordt gemonitord, wordt in het onderzoek als “best practice” aangehaald. Aanbevelingen voor de inkoop (op basis van onderzoek KPMG in opdracht van de Ndsd 1. Het borgen van de transformatiekeuzes Versterk je eigen uitvoerende organisatie en zorg dat de ingezette beleidslijn ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd. Betrek voldoende mensen en zorg voor eigenaarschap; 2. Doseer ambities De vernieuwing die in je in 2016 wilt inzetten moet voor de zomer besloten zijn. Wees je ervan bewust dat de transformatie een aantal jaren in beslag zal nemen. Prioriteer je keuzes voor vernieuwing. Kijk, eventueel samen met aanbieders, of het mogelijk is om de huidige contracten aan te passen en te verlengen. Zo bespaar je mogelijk energie van gemeenten en aanbieders die een geheel nieuwe inkoopprocedure kost; 3. Richt een goed leerproces in Verbind het inkoopproces aan de beleidsdoelen en uitvoeringsorganisatie; 4. Zorg voor goede communicatie Geef aan hoe het afstemmingsproces is geregeld en hoe besluitvorming is ingericht. Geef aan welke rol de stakeholders daarin hebben. Een vaste contractmanager per instelling zorgt voor duidelijkheid
Daarnaast worden in het onderzoek verschillende randvoorwaarden genoemd voor een succesvolle inkoop. Hierbij gaat het om: - het belang van flexibiliteit (zowel inhoud als budgetten zullen voorlopig nog veranderen; zorg er bij de inkoop voor voldoende flexibiliteit in te bouwen om hierop in te kunnen spelen) en - het belang van integraliteit (verbinding tussen de verschillende jeugdhulpdomeinen en tussen de drie decentralisaties). De uitkomsten van de genoemde landelijke onderzoeken, zijn meegewogen in ons voorstel hoe we de inkoop dit jaar willen vormgeven. Hierbij gaat het onder meer om termen als: - Inhoud en inkoop dichter bij elkaar brengen, - Flexibiliteit in de inkoop, - Belang van een goed functionerende toegang, - Integraliteit van de producten, - Samenwerking met andere domeinen, zoals Wmo en onderwijs. Bewegingen in het zorglandschap In de visie ‘Ruimte voor Jeugdhulp’ (bron: VNG) zijn de volgende vier grote bewegingen in het huidige zorglandschap beschreven: 1) afbouwen van capaciteit van specialistische zorg Inkoop jeugdhulp FoodValley 8 Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel en Veenendaal
2) een beweging van cliënten uit residentiële zorg van oost naar west Nederland 3) intersectorale samenwerking op regionaal niveau 4) een beweging van specialistische kennis van ‘achteren’ naar ‘voren’; naar sociale wijkteams en CJG’s Genoemde notitie beschrijft de inhoudelijke ambitie en de bovenregionale en regionale opgaven die daar uit voortkomen. Op 1 mei hebben bestuurders van gemeenten en aanbieders uit Gelderland uitvoerig over de notitie ‘Ruimte voor Jeugdhulp’ gesproken; conclusies daaruit worden meegenomen in de verdere vormgeving van onze inkoop. Objectief verdeelmodel Een andere landelijke ontwikkeling die van groot belang is voor de inkoop, is het nieuwe objectieve verdeelmodel. Op basis van de eerste informatie hierover, zullen de gemeenten in deze regio fors minder budget ontvangen van het Rijk om de hulp voor jeugd te financieren. Dit betekent dat we nog meer dan vorig jaar heel goed moeten bepalen hoe er in de inkoop gestuurd wordt op kostenbeheersing.
1.3 Regionale ervaringen Evaluatie inkooptraject 2015 Er heeft zowel ambtelijk als bestuurlijk een evaluatie plaatsgevonden van de inkoop zoals die heeft plaatsgevonden in 2014. Over het algemeen was er grote tevredenheid over het tijdig en goed afronden van de inkoop. Vanuit het Rijk waren verschillende zaken voorgeschreven (denk aan: het overgangsrecht zoals verwoord in het RTA, de verplichte afspraken met bureau jeugdzorg, etc.), waarbinnen gemeenten en regio’s op zoek moesten naar hun beleidsvrijheid. De samenwerkende gemeenten in de FoodValley hebben de inkoop toch op een eigen manier invulling weten te geven, met handhaving van voor ons relevante uitgangspunten (onder andere keuzevrijheid, normaliseren in plaats van medicaliseren, samenwerking met lokale teams). Verder resulteerde deze evaluatie in de volgende aandachtspunten voor de nu startende inkoopprocedure: Beter borgen van beleid in inkoop Meer inhoudelijke verandering gewenst vanuit aanbieders Meer samenwerking tussen aanbieders van diverse sectoren (intersectoraal) Meer vrijheid in keuze van aanbieders (minder omzetafspraken) Eigen (beleids)input als start van het inkooptraject Beter aansluiten van regionale inkoop op de lokale situatie Ervaringen Q1 2015 Met de grootste aanbieders worden kwartaalgesprekken gevoerd (met de overige aanbieders, die met een jaaromzet kleiner dan 100.000 euro, is de afspraak dat zij periodiek rapporteren). De meest relevante bevindingen uit de gesprekken over kwartaal 1 zijn: Aanbieders zijn tevreden over het feit dat FoodValley de kwartaalgesprekken op regionaal niveau voert; De gegevens die de jeugdhulpaanbieders op basis van hun eigen administratie hebben opgestuurd geven een wisselend beeld: sommige aanbieders zeggen over te zullen produceren, anderen blijven mogelijk onder het omzetplafond. De aanbieders zijn nog druk bezig hun administraties in te richten, dus de cijfers zijn niet “hard”. Facturatie komt nog nauwelijks op gang; GGZ zegt nog geen goede voorspellingen te kunnen doen over de uitnutting van hun budget richting het einde van dit jaar; De verwijzingen naar de GGZ verlopen grotendeels nog via de huisarts; De eerste maanden was een vermindering van instroom te zien, de laatste tijd trekt het iets bij; De verhouding tussen vermindering instroom bij de aanbieders en het “vol” zitten van lokale teams moet goed gemonitord worden; De inzet van fte in lokale teams anders inrichten. Nu is het te ingewikkeld geregeld (qua afspraken en verantwoording); Vanuit aanbieders is er behoefte aan een beschrijving van de specialismen die er in de lokale teams aanwezig zijn, zodat een aanbieder weet wanneer, en bij welk lokaal team, er afgeschaald kan worden; De aanbieders onderkennen dat de lokale teams een centrale rol hebben in de zorg voor jeugdigen in hun gemeente. De uitdaging is om elkaars expertise zo goed mogelijk te Inkoop jeugdhulp FoodValley 9 Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel en Veenendaal
benutten, geen zaken dubbel te doen, maar ook zeker elkaars ervaringen en inzichten niet onbenut te laten. Transformatietafels Naast de kwartaalgesprekken en de reguliere afstemming met aanbieders, zijn er in mei 2015 ook ‘transformatietafels’ georganiseerd. In deze bijeenkomsten is samen met aanbieders besproken hoe de beleidsuitgangen die de gemeenten hebben geformuleerd nader uitgewerkt kunnen worden, voor zowel de lange(re) termijn als in deze inkoop. Deze uitkomsten zijn verwerkt in dit inkoopplan.
1.4 Lokale ontwikkelingen Anders dan een jaar geleden, hebben we nu ervaring opgedaan met lokale teams. We zien dat deze regio – net als de rest van Nederland – een waaier aan soorten teams met elk eigen definities kent. Variërend van bijvoorbeeld sociale teams, jeugdteams in de wijken tot dorpsteams en ambulante teams. Deze teams zijn een concrete invulling van de lokale wens om te komen tot transformatie, waarbij verschuiving plaatsvindt van zwaardere naar lichtere hulp, van problematiseren naar normaliseren, van versnipperd naar integraal en van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’. De teams zijn verschillend ingericht: bij het ene team ligt de nadruk veel sterker op het direct bieden van ondersteuning dan bij het andere team. Belangrijk gegeven is ook dat aanbieders op de hoogte zijn en samenwerking zoeken / vinden met de lokale teams. Voor de inkoop betekent dit dat die voor een belangrijk deel – en meer dan vorig jaar - zal gaan over de vraag hoe de regionale inkoop met haar producten en diensten de lokale teams (in de verschillende vormen) kan versterken in wat zij doen.
Hoofdstuk 2: Regionale marktanalyse Om de inkoop vorm te kunnen geven, is het belangrijk een goed beeld te hebben van de ondersteuningsvragen en het (regionaal) aanbod. Dit hoofdstuk geeft een inkijk in het speelveld van de organisaties (op welke domeinen zijn organisaties werkzaam, en waar is hulp ingekocht) en de verschillende ingekochte hoeveelheden hulp. Het geeft het huidige aanbod weer van aanbieders die nu contractpartner zijn in FoodValley. De analyse van cliënten en prestaties in termen van vraag en aanbod is ingewikkeld. Idealiter is via enquêtes bekend wat ongeveer de vraag is die op FoodValley afkomt. In tijden van een transformatie van het stelsel gaat er veel schuiven en is het lastig om een analyse te geven van de toekomstige stroom van jeugdigen die zich melden bij de lokale teams. De echte vraag is nog niet in beeld en daarom zijn onderstaande analyses gebaseerd op de cliënten in zorg en hoeveelheid ingekochte prestaties (cliënten). Dit hoofdstuk geeft een eerste indruk van de cliënten in zorg per 1/1/2015. Tot slot geven we een schema met de zorgproducten en niveaus van verwerving in 2015. Aan de hand van dit schema kunnen verschuivingen in de inkoop van 2016 in beeld worden gebracht.
2.1. Organisaties en domeinen Het domein jeugdhulp omvat dit jaar nog de volgende (voormalige) deeldomeinen: 1. J&O (de voormalige provinciale jeugdzorg) 2. GGZ (afkomstig uit de Zorgverzekeringswet) 3. Zorg voor licht verstandelijk beperkten (LVB, afkomstig uit de AWBZ). De gegevens over jeugdhulp zoals in dit hoofdstuk gepresenteerd omvatten de ingekochte regionale en ook bovenregionale jeugdhulp.
Inkoop jeugdhulp FoodValley 10 Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel en Veenendaal
Bovenregionale hulp Bovenregionale hulp is hulp die specifiek is en derhalve op een andere schaal wordt ingekocht. De volgende (specialistische) zorgvormen zijn bovenregionaal ingekocht: • JeugdzorgPlus (incl. toegang JeugdzorgPlus), • Open verblijf 24 uur residentieel, terreinvoorzieningen. • (L)VB jongeren ZZP 4 en 5 • Crisis 24 uur residentieel (bedden) • Spoedeisende zorg (crisis) ambulant. Op G7 niveau is voorgesteld om deze zorgvormen, net als vorig jaar, op bovenregionaal niveau in te kopen. Voor regio FoodValley houdt dit in dat deze zorgvormen voor zowel de Gelderse als de Utrechtse gemeenten zijn ingekocht. Veel (boven)regionale aanbieders zijn namelijk in beide provincies actief. In het BO van FoodValley hebben de wethouders hiermee ingestemd. Ten aanzien van de specialistische GGZ zal op G7 niveau nader worden onderzocht of dit net als dit jaar regionaal zal worden ingekocht, dan wel of dit toch op bovenregionale schaal zal worden ingekocht. Ten aanzien van de spoedeisende zorg is een onderzoek gestart of dit mogelijk meer integraal (overstijgend aan de voormalige sectoren) kan worden aangeboden. Landelijke hulp Sommige hulp is dermate specifiek dat zij een landelijke functie vervult. Deze is verplicht afgenomen via landelijk vastgestelde prijzen. Dit regime zal ook in 2016 gelden. Deze zorgvormen zijn in de marktanalyse niet verder meegenomen. Ziekenhuiszorg (kinderartsen) aan GGZ-cliënten Voor het jaar 2015 is ziekenhuiszorg aan kinderen met ADHD (voorheen bekostigd uit zorgverzekeringswet) nog landelijk ingekocht door de zorgverzekeraars. De VNG treedt hierbij op als zaakwaarnemer namens de gemeenten. Vanaf het jaar 2016 dienen gemeenten deze vorm van hulp zelf in te kopen. Hiervoor zullen per 2016 ook middelen aan het gemeentefonds worden toegevoegd. Overall beeld In totaal is met 114 organisaties en vrijgevestigde aanbieders een overeenkomst aangegaan voor 2015. In regio FoodValley hebben 17 organisaties een budget dat groter is dan 0,5 miljoen. De 16 grootste organisaties nemen 78% van het totale budget in de regio voor hun verantwoordelijkheid. De invloed van grote organisaties verschilt per deeldomein en per hulpvorm. Per deeldomein is een ander speelveld zichtbaar. In het deeldomein LVB is de intramurale zorg voor de LVB 94% van het budget belegd bij de grote aanbieders. Bij de GGZ wordt de zorgvorm dyslexie alleen aangeboden door kleine aanbieders. Voor de gehele GGZ is het beeld dat er veel kleine aanbieders zijn van zowel Specialistische en Basis GGZ. J&O hulp geeft weer een heel ander beeld: bijna alle budget is belegd bij de grote aanbieders. Dat is 91% van het budget. Als de vraag wordt gesteld of alle vormen van hulp op alle domeinen zijn ingekocht, valt verder het volgende op4: Twee aanbieders bieden diensten aan op alle drie de voormalige domeinen (AWZB, GGZ als J&O). Grote aanbieders hebben veelal specialismen: Lindenhout, Pactum, Youké zijn alleen in het domein J&O actief maar bieden daar alle vormen van hulp. ’s Heerenloo heeft als specialisme hulp aan verstandelijk gehandicapten. Veel residentiële zorg wordt aangeboden in het voormalig domein J&O.
4
Zie voor onderbouwing tabel 1 in de Bijlage Inkoop jeugdhulp FoodValley 11 Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel en Veenendaal
Analyse Wanneer we het speelveld nader analyseren, komen de volgende voor de inkoop relevante punten voor voren: 1. LVB: er zijn veel spelers die intramurale zorg aanbieden voor een kleine selecte groep van cliënten. Een verdere analyse van deze afzonderlijke organisaties is nodig om te bezien of deze intramurale hulp en de doelgroep(en) werkelijk zo verschillend zijn en of deze hulp regionaal dan wel bovenregionaal ingekocht moet worden. Dit laatste kan verstandig zijn uit het oogpunt van schaalvoordelen te behalen bij gezamenlijke inkoop. 2. J&O: er lijkt een overaanbod van residentiële aanbieders. Bij de transformatie van zwaardere naar lichtere vormen van residentiële zorg, van residentiële zorg naar pleegzorg, is aandacht hier gewenst. Zie ook de onder punt 1 genoemde argumenten: is deze aangeboden residentiële echt andere zorg en is het mogelijk te specialistisch om regionaal in te kopen. Om de transformatie te realiseren van zwaarder naar lichter, lijkt het wenselijk om in te zetten op aanbieders die alle vormen in hun pakket hebben (inclusief pleegzorg) en daarmee dus de gewenste transformatie kunnen maken. 3. GGZ: er zijn relatief veel aanbieders GGZ. Hoe daar op een pragmatische wijze invulling aan de contractering te geven is onderwerp van onderzoek. 4. GGZ: er zijn veel aanbieders dyslexie. De hulp bij dyslexie kent een enorme groei van het aantal spelers en ook van het volume. Regionaal wordt er nu aan gewerkt om, in samenspraak met de aanbieders en met de lokale teams, het volume naar beneden te krijgen. 5. Integraal aanbod: er zijn vooralsnog zeer weinig aanbieders die trajectfinanciering of financiering gekoppeld aan cliëntprofielen binnen hun (huidige) organisatie vormgeven. Binnen het deeldomein J&O zijn drie grote aanbieders die alle vormen van hulp aanbieden. Vanuit het oogpunt van ontschotting en loslaten van sectoren (onderdeel transformatie), lijken deze organisaties geschikt om als proefterrein te dienen voor de introductie van in te voeren trajectfinancieringen. Bovenstaande aandachtspunten worden uitgewerkt in het inkoopproces.
2.2 De cliënten Deze paragraaf beschrijft de aantallen cliënten die in de regio FoodValley hulp ontvangen. In dit stadium zijn dit de cliënten die per 1 januari 2015 al hulp ontvingen (Bron: aanlevering van de gegevens door de aanbieders). Gedurende dit jaar zullen facturatiegegevens leiden tot een scherper inzoomen op de hoeveelheid cliënten met zorgvormen, waaronder ook gegevens over de in- en uitstroom. Hierdoor wordt het beter mogelijk om de behoefte aan hulp in kaart te brengen en om gerichter in te kopen. Interventieniveau
Unieke Producten cliënten
Vooralsnog onbekend
230
260
4
1197
1343
5
2126
2397
6
188
191
7
509
550
Totaal
3809
4741
Tabel: aantal cliënten, producten in relatie tot de interventieniveaus (zie paragraaf 4.4 voor toelichting) per 1/1/2015
Uit bovenstaande tabel is te af te lezen dat er ruim 3.800 unieke cliënten in zorg zijn die gezamenlijk ruim 4.700 producten (of zorgvormen) gebruiken. Per cliënt wordt meer dan één product geleverd door aanbieders.
Inkoop jeugdhulp FoodValley 12 Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel en Veenendaal
Jeugdigen ininzorg interventieniveau Jeugdigen zorg per per interventiniveau
5000
7
4000
6
3000
5
2000
4
1000
Onbekend
0
Unieke cliënten Het voorlopige inzicht laat zien dat er relatief veel cliënten op interventieniveau 5 (o.a. de specialistische GGZ) en op interventieniveau 7 zitten. Beschikkingen op interventieniveau 7 worden afgegeven voor de zwaardere residentiële zorgvormen zoals JeugdzorgPlus en de GGZ met een verblijfscomponent.
2.3 Welke hulp inkopen op welk niveau In het inkoopplan 2015 is onderstaande schema geplaatst. Daaruit zijn de voorstellen gekomen welke hulp op welk niveau is ingekocht.
Schaalniveau van inkoop Taken
1. 2. 3. Landelijk
6. 7.
Landelijke specialismen jeugdzorg Jeugd-GGZ met een landelijke functie Expertise en behandelcentrum op het terrein van geweld in afhankelijkheidsrelaties; onder 18 jaar Jeugd sterk gedragsgestoord VB Gespecialiseerde diagnostiek, observatie en behandeling aan jeugd-VB, jeugd-GGZ met bijkomende complexe problematiek Forensische jeugdzorg Kindertelefoon
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
JeugdzorgPlus Gesloten psychiatrische zorg Crisis 24-uur residentieel Open verblijf 24 uur residentieel (terrein-voorzieningen) Spoedeisende zorg (crisis) ambulant team Verblijf (L)VB jongeren ZZP 4 en 5 en samenloop Taken ondersteunend aan pleegzorg Verslavingszorg
4. 5.
Bovenregionaal
Inkoop jeugdhulp FoodValley 13 Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel en Veenendaal
Regionaal FoodValley
Intensieve gezinsondersteuning thuis (jeugdzorg, GGZ en LVB, bijv. praktische gezinsondersteuning) 2. Ambulante jeugdhulp (jeugdzorg, GGZ en LVB) 3. Semi- residentiële zorg (orthopedagogische behandelcentra en dagbesteding) 4. Begeleid zelfstandig wonen/zelfstandigheidstraining 5. (therapeutische) Pleegzorg 6. Gezinshuizen 7. Verblijf (L)VB/GGZ (ZZP 1-3) 8. Jeugdbescherming/Jeugdreclassering 9. AMHK 10. Medisch Kleuterdagverblijf
Lokaal
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
1.
Preventie/basiszorg Basisdiagnostiek Toegangsfunctie Eerstelijns psychologische zorg/therapie Integrale vroeghulp Ambulante begeleiding Kinderopvang/BSO +
Uiteindelijk is deze tabel niet ten volle gevolgd. Zo is de gehele GGZ-hulp regionaal ingekocht en de gesloten psychiatrische zorg is niet in de bovenregionale maar de regionale inkoop terecht gekomen. Ook voor 2016 geldt dat we aan de hand van dit schema bepalen op welk niveau moet worden ingekocht. De volgende vraagstukken spelen hierbij nog wel een rol: Moet de specialistische GGZ bovenregionaal worden ingekocht? Welke hulp die nu regionaal is ingekocht kan lokaal worden georganiseerd? Is de werving van ondersteunende taken aan de pleegzorg een zaak voor de regio of een bovenregionale aangelegenheid? Dit zal besproken moeten worden met de aanbieders. Voordeel van regionaal is dat er goed de match kan worden gemaakt met lokale wensen. Maar dan moet hier wel voldoende volume in gehaald worden (anders bovenregionaal). Zal vervoer integraal per gemeente worden ingekocht of wordt het vervoer meegenomen in voorliggende inkoop? Gaandeweg het inkooptraject zullen deze vragen worden uitgekristalliseerd, in afstemming met de inkoop op bovenregionaal niveau.
Hoofdstuk 3: Transformatie-agenda Transformatie in regio FoodValley: voortgaand proces De transitie van de jeugdhulp is een gegeven, de transformatie van de hulp voor jeugd is een lang(er)lopend traject. Een traject waar we als samenwerkende gemeenten in de regio FoodValley in onder andere het regionale project Versterken Basisstructuur actief zijn begonnen met het verstevigen van de basisstructuur van hulp voor jeugd. Vanuit dit project alsmede vanuit verschillende andere (sub)regionale pilots, hebben we de afgelopen tijd de transformatie al de nodige vaart gegeven. Te denken valt aan: Trainingen over oplossingsgericht werken en de eigen kracht benadering, Deskundigheidsbevordering voor een brede groep van professionals in het domein van de zorg voor jeugd. Onderwerpen betroffen onder meer: veiligheid, LVB-jeugdigen, scheidingsprobelemen, doelgroep van de GGZ-sector, etc. Door ontwikkelen van de Verwijsindex, aansluiten nieuwe partners en blijvende trainingen aan professionals op dit gebied, Privacy-pilot waarin wordt onderzocht hoe lokale teams en samenwerkingspartners om kunnen gaan met privacy gevoelige informatie en hoe ze vroegsignalering vorm kunnen geven. Pilot waarin op een interdisciplinaire manier gewerkt wordt (meer aandacht aan de voorkant om uithuisplaatsing te voorkomen), Afspraken met scholen (op overeenstemming gerichte overleggen),
Inkoop jeugdhulp FoodValley 14 Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel en Veenendaal
-
Afspraken met huisartsen (afspraken maken over zorgtoeleiding en samenwerking met lokale teams). Pilot ‘ambulante jeugdzorg zonder indicatie’ Werkatelier Pgb.
De in dit hoofdstuk voorgestelde transformatie-agenda moet gezien worden in het licht van wat er al is gebeurd. We beginnen niet met transformeren, maar gaan verder met waar we mee bezig zijn. Bij het realiseren van onze transformatie-doelen werken we nauw samen met lokale teams, aanbieders, onderwijs en overige relevante partners. Rode draad De rode draad uit de zeven transformatiethema’s is Het versterken van de interventieniveaus (1,2) 3 en 4. Dit betekent zwaardere hulp naar het voorveld brengen (afschalen) of daar houden (minder doorverwijzen) en minder specialistische hulp inzetten. Blijvende inzet waar het gaat om deskundigheidsheidsbevordering aan professionals in het domein van hulp voor jeugd (doorontwikkelen van de goede resultaten die tot nu toe op dat domein geboekt zijn, Aansluiten bij wat er nodig is in de lokale teams qua kennis, kunde, consultatie, mankracht, verbindingen maken en bestendigen met relevante partners als scholen, huisartsen, etc. Specifieke transformatiethema’s (waar nodig) per sector toevoegen aan contractafspraken, zoals actieve samenwerking met lokale teams bij de GGZ.
Zeven transformatiethema’s (strategische beleidsdoelen) In dit hoofdstuk beschrijven we de zeven transformatiethema’s. Deze komen voort uit onze regionale visie en beleidskader, de beleidsuitgangspunten van de individuele gemeenten, de reeds opgedane ervaringen op onze transformatiethema’s de afgelopen jaren, de ervaringen uit het vorige inkooptraject en de bevindingen van lokale teams, aanbieders en gemeenten in kwartaal 1 van 2015. De transformatiethema’s dienen als strategische beleidsdoelen bij het verdere inkooptraject. Aan de hand van het inkooptraject en in de uiteindelijke contracten, zal verdere concretisering van deze thema’s plaatsvinden: 8. De veiligheid van de jeugdige staat voorop. 9. Preventie en uitgaan van eigen verantwoordelijkheid van ouders en jeugdige, eigen kracht/sociale netwerkstrategieën. Jeugdigen en ouders voeren regie op het eigen leven. 10. Versterken van het opvoedkundig klimaat, demedicaliseren en ontzorgen. 11. Zo snel mogelijk, zo dichtbij mogelijk en zo effectief mogelijk de juiste effectieve hulp op maat, met aandacht voor lokaal maatwerk. Het regionale aanbod is aanvullend op het lokale aanbod. De ontwikkeling van lokale teams is verschillend en hier is ruimte voor. 12. Integrale hulp. 13. Meer ruimte voor professionals en professional werkt vanuit de vraag van kind en ouders. 14. Doelmatigheid, vermindering regels en vermindering bureaucratie. Deze thema’s zijn eerst bestuurlijk en vervolgens ook tijdens transformatietafels met aanbieders besproken (mei 2015). De waardevolle input van deze tafels is in dit hoofdstuk verwerkt. Tevens zijn deze thema’s tijdens een bijeenkomst van Samen Sterk gezamenlijk met cliënten en professionals besproken. Ook deze input is in onderstaande tekst verwerkt. Thema 1: De veiligheid van de jeugdige staat voorop Uitgangspunt is dat de lokale teams zich ontwikkelen naar het eerder herkennen van en anticiperen op situaties waarin veiligheid een risico vormt. Bij ieder contact en bij triage is alertheid op het thema veiligheid van belang. Er moet lokaal voldoende deskundigheid aanwezig zijn om risicotaxatie te doen en op grond van deze risicotaxatie een keuze te maken omtrent de meest wenselijke interventie en deze interventie eventueel ook in te zetten. In samenwerking met de instellingen die momenteel drang bieden is het gewenst dat de kennis rondom veiligheid van de jeugdige steeds meer wordt opgeschoven naar de lokale wijkteams.
Inkoop jeugdhulp FoodValley 15 Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel en Veenendaal
Deze ontwikkeling vereist dat er specifieke (juridische, psychiatrische, ontwikkelingspsychologische) kennis aanwezig moet zijn in de lokale teams, dan wel dat de lokale teams deze kennis kunnen inzetten (zonder dat de expertise in het team zelf zit). Bijscholing van de lokale teams op dit onderdeel is een punt van aandacht. In regio FoodValley hebben we te maken met twee voormalig provinciale bureaus jeugdzorg, waardoor sprake is van twee wijzen waarop jeugdbescherming/jeugdreclassering is ingekocht: 1. Gelders model: contractering bij meerdere Gecertificeerde Instellingen (GI’s). 2. Utrechts model: en Gecertificeerde Instelling is hoofdaannemer voor de kleine(re) GI’s In de regio wordt een gezamenlijke visie op veiligheid ontwikkeld. Voor de korte termijn zal de opzet van SAVE en Nieuwe Jeugdbescherming Gelderland worden voortgezet, tegen nieuwe contractuele afspraken waarbij ook een bezuiniging gerealiseerd zal moeten worden. Met de betrokken instellingen zal worden nagegaan hoe het thema veiligheid in de toekomst kan worden belegd, waarbij uitgangspunt is dat drang zoveel mogelijk lokaal wordt belegd. Onder andere op basis hiervan wordt op termijn beslist of FoodValley kiest voor contractering van één organisatie voor Jeugdbescherming/Jeugdreclassering of meerdere. Thema 2: Preventie en uitgaan van eigen verantwoordelijkheid van ouders en jeugdige, eigen kracht/sociale netwerkstrategieën. Jeugdigen en ouders voeren regie op het eigen leven. Het versterken van eigen kracht/netwerk kan het beroep op specialistische zorg verminderen. Tevens zou specialistische zorg eerder afgeschaald kunnen worden, indien het versterken van eigen kracht/netwerk en/of het betrekken van het lokale veld een onderdeel wordt van de het afronden van specialistische jeugdhulp. Het versterken van hulp vanuit bijv. lokale teams zal ertoe moeten leiden dat er minder doorverwezen hoeft te worden naar specialistische hulp. Dit versterken bestaat enerzijds uit het verstevigen van lokale teams, bijv. door middel van scholing op het gebied van het versterken van eigen kracht/netwerk en anderzijds uit het bijv. uitbreiden van lokale teams Tevens dient jeugdhulp zoveel mogelijk lokaal beschikbaar te zijn, dat wil zeggen dicht bij huis. Hulp wordt zoveel mogelijk (en indien wenselijk) in de eigen omgeving en in samenwerking met de lokale teams georganiseerd. Vroegsignalering en jeugdhulp in de eigen omgeving (dagverblijven en onderwijs) is een belangrijk onderdeel in deze ontwikkeling. Een specifiek item waar eigen verantwoordelijkheid voor gemeenten voorop staat, is vervoer. Gemeenten kiezen als uitgangspunt dat vervoer alleen georganiseerd wordt daar waar ouders en/of netwerk dit niet zelf kunnen realiseren. Wel dient er een goede vangnetregeling gerealiseerd te worden. Hoe dit verder vormgegeven moet worden, zal nader uitgewerkt worden in het traject van inkoop. Hierbij moet ook aandacht zijn voor het voornemen (op regio FoodValley niveau) voor een aanbesteding basismobiliteit waarin de verschillende doelgroepen op termijn ook idealiter een plek moeten krijgen. De vraag is hoe / in hoeverre vervoer bij jeugdhulp hierin past. Thema 3: Versterken opvoedkundig klimaat, demedicaliseren en ontzorgen. Het versterken van het opvoedkundig klimaat, het demedicaliseren en ontzorgen staan bij dit thema centraal. Hoe kan het beleid en de uitvoering van de gemeenten de groep jeugdigen en gezinnen die hun weg kunnen vinden in ‘het normale leven’ vergroten en daarmee voorkomen dat ze een beroep doen op gespecialiseerde hulp waar dit niet nodig is? Er zijn twee specifieke onderdelen bij dit thema: Dyslexie De omvang van hulp bij dyslexie in FoodValley is veel groter dan op basis van statistische gegevens valt te verwachten. Om die reden is met het veld een onderzoek gestart (aanbieders, onderwijs en gemeenten en kwaliteitsinstituut dyslexie) om te onderzoeken welke maatregelen getroffen kunnen worden zodat (alleen) de juiste kinderen de EED zorg krijgen die zij behoeven. Doelen zijn: 1. De inzet van behandeling bij dyslexie terugbrengen tot het niveau van verantwoorde financiering en de normeringen die vanuit het Rijk zijn gesteld, Inkoop jeugdhulp FoodValley 16 Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel en Veenendaal
2. De kwaliteit van de verminderde behandeling bij dyslexie op peil houden, 3. Een betere verankering te bevorderen van de ondersteuning bij dyslexie in het onderwijs. Verminderen instroom GGZ Om vermindering van instroom bij specialistische GGZ te realiseren is van belang om na te gaan of het verwijzen naar voorliggende voorzieningen kan worden gestimuleerd. Nederland scoort, in vergelijking met omringende landen, met name hoog op het gebruik jeugd-GGZ. De ervaringen in de lokale uitvoeringspraktijk zijn dat er vaak andere passende mogelijkheden zijn in plaats van GGZ diagnose of behandeling. Er is een aantal ontwikkelingen rondom de J-GGZ in gang gezet, welke worden voortgezet, onder andere in de inkoop: Samenwerking met huisartsen Het versterken van de lokale GGZ expertise. Diagnostiek begrenzen Digitale zorg Thema 4: Zo snel mogelijk, zo dichtbij mogelijk en zo effectief mogelijk de juiste hulp op maat Er is aandacht voor lokaal maatwerk aan gezinnen en jongeren. Het regionale aanbod is aanvullend op het lokale aanbod. De ontwikkeling van lokale teams is verschillend en hier is ruimte voor. Versterking van de voorkant Zo effectief mogelijk de juiste hulp op maat betekent een goede diagnostiek zo vroeg mogelijk en liefst onafhankelijk van aanbieders waar mogelijk naar wordt doorverwezen. Een mogelijkheid hiervoor is het inzetten van een gedragswetenschapper met diagnostische aantekening in de lokale teams. De specialistische professionals en instellingen hebben de rol om: consultatie en advies te geven aan generalistische professionals op het niveau van casuïstiek om daarmee deze professional te ondersteunen verzorgen van begeleiding of behandeling waar mogelijk in of dichtbij huis in samenwerking met de generalistische professional zorgen voor de goede verbindingen tussen lokaal team en het specialistisch aanbod: snel schakelen, invliegen, consulteren en handelen. Aansluiting specialistisch aanbod op algemene voorzieningen Initiatieven om specialistisch aanbod op zo’n manier te organiseren dat het ingepast wordt of aansluit bij reguliere voorzieningen moeten in kaart worden gebracht. Een voorbeeld hiervan is de inzet van de NSO+ en BSO+: de ‘plus’ kan worden ingezet op een reguliere NSO of BSO. Hiermee wordt de hulp genormaliseerd. Thema 5: Integrale hulp Onder integrale hulp wordt onder andere jeugdhulp verstaan waarbij de schotten tussen de sectoren J&O, jeugd-GGZ en jeugd-AWBZ worden beslecht (interdisciplinair werken). Daarnaast zijn er ook schotten in de hulp aan jongeren in de leeftijd van 16-23 jaar. Hierbij is vaak sprake van overgang van jeugd naar Wmo, dan wel een stapeling van deze hulp. Het ontschotten wil zeggen het bieden van integrale hulp, wat betekent dat de hulp meer vanuit de vraag wordt georganiseerd zonder dat het door de wijze van financiering wordt ingedeeld.
• •
•
•
Welke schotten zijn van belang om te slechten? Schotten tussen J-GGZ, J-AWBZ en J&O: het aanbod meer flexibel (interdisciplinair) maken zodat het beter op de vraag aansluit. Schot tussen onderwijs – zorg. Op termijn toewerken naar onderwijs – zorgarrangementen (zowel VO als PO). Een gecombineerd aanbod van (speciaal) onderwijs en jeugdhulp is nodig.
Schot tussen Wmo – Jeugd (16 – 23) Het inhoudelijke schot is de continuïteit van ondersteuning waar jeugdhulp overgaat in Wmo (na het bereiken van de leeftijd van 18 jaar door een jeugdige). Schot tussen Jeugdwet-Participatiewet (en Wmo). Inkoop jeugdhulp FoodValley 17 Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel en Veenendaal
Voor de doelgroep 16-23 jarige dient een infrastructuur te worden opgezet waarbij zorgaanbieders worden geselecteerd die de overgang kunnen begeleiden van jeugd naar wmo. Hiervoor is marktanalyse en organisatorische afstemming een vereiste. Het dient een soepele overgang te worden, zonder dat opnieuw ondersteuningsplannen moeten worden opgesteld. Thema 6: Meer ruimte voor professionals en professional werkt vanuit de vraag van kind en ouders De verwachting is dat meer vraaggericht werken kan worden gestimuleerd door te zorgen voor professionele ruimte (ook wel discretionaire ruimte: beslisruimte om creatief op de dagelijkse praktijk in te spelen en een verbinding maken tussen zijn algemene kennis en de behoefte van de cliënt). Als wordt geconstateerd dat het aanbod moet/kan worden aangepast aan de vraag, welke financieringssystematiek is wenselijk zodat aanbieders kunnen meewerken aan een andere aanpak. Vergroten professionele ruimte Er is behoefte aan meer maatwerk bij ambulante voorzieningen. Sterke lokale teams met voldoende deskundigheid aan de voorkant zijn gewenst. De lokale teams kunnen echter niet alle deskundigheid zelf in huis hebben. Derhalve is het noodzakelijk dat een consultatie- en adviesfunctie als een schil om de lokale teams heen kan worden gebouwd. Ook zullen de lokale teams hier verschillende keuzes in maken en moeten met aanbieders hierover goede samenwerkingsafspraken gemaakt worden. Tevens is het noodzakelijk om te zorgen voor deskundigheidsbevordering, training en coaching van de lokale teams. Zowel wat betreft hun vakgebied, als waar het gaat om de benodigde vaardigheden om op een getransformeerde manier en aansluitend bij de regionale visie te werken. We willen onderzoeken of ook gezamenlijke scholing samen met aanbieders mogelijk is. Thema 7: Doelmatig, vermindering regels en vermindering bureaucratie Samen met aanbieders dient te worden nagegaan welke informatie over behandelingen daadwerkelijk nodig is, en hoe dit het meest efficiënt kan worden aangeleverd om onnodige verantwoording te voorkomen. Bureaucratie kan beperkt worden door verbetering in de afspraken omtrent contractering en verantwoording. Insteek is het zoveel mogelijk aansluiten bij landelijke standaarden. Bijv. het elektronisch berichtenverkeer. Gestreefd wordt naar zo minimaal mogelijke administratieve lasten (voor alle partijen) en tegelijkertijd toereikende sturingsinformatie. Dit moet in balans zijn er vereist continue aandacht. Beslispunt: de transformatieagenda van FoodValley, bestaande uit de bestuurlijk vastgestelde zeven thema’s en de rode draad daarbinnen, is leidend in het inkooptraject en de contractering.
Hoofdstuk 4: Inkoopmodel 4.1 Keuze inkoopmodel Van inhoud naar model In de vorige hoofdstukken is geschetst wat de visie, beleidsuitgangspunten en transformatiethema’s van FoodValley zijn waar het gaat om de inrichting van de hulp voor onze jeugdigen. Ook is het veld geschetst waarin we ons bevinden (vraag naar ondersteuning, aanbod van ondersteuning en aanbieders). Vanuit deze inhoudelijke uitgangspunten, hebben we als samenwerkende gemeenten gezocht naar een inkoopmodel dat het beste past om onze inhoudelijke doelstellingen te realiseren. Immers: het te kiezen model van inkoop is geen doel op zich, maar moet passend zijn bij onze huidige denkrichting en de gewenste stip op de horizon. Het best passend is het model van bestuurlijk aanbesteden. Dit model, ontwikkeld door Tim Robbe, is de enige vorm van aanbesteden die de gewenste flexibiliteit en integraliteit kan bieden. Daarnaast geeft het ruimte voor nieuwe aanbieders.
Inkoop jeugdhulp FoodValley 18 Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel en Veenendaal
Vast staat dat er de komende tijd veel veranderingen zullen zijn rond jeugdhulp. Deze onzekerheid maakt het voor zowel aanbieders als gemeenten lastig om langdurige vaststaande afspraken te maken. En een duurzame relatie is juist nodig om gezamenlijk de transformatiedoelen te bereiken. Kern van te maken afspraken middels bestuurlijk aanbesteden is dat veranderingen in contracten vooraf worden besproken tussen aanbieders en gemeenten en een termijn wordt afgesproken waarop de veranderingen zullen ingaan. Dat is de reden dat dit model het best passend is voor de vraagstukken waar we voor staan. Voordeel voor de aanbieder is dat zij zich kan voorbereiden op veranderingen. Voordeel voor de gemeenten is dat zij niet gebonden zijn aan een bepaalde termijn van contractering voor het doorvoeren van wijzigingen. Hierdoor kunnen inhoudelijke wijzigingen, bijvoorbeeld per thema worden doorgevoerd en hoeft niet het hele pallet aan hulp voor een bepaalde periode vastgelegd te worden. Door samen met aanbieders het gesprek aan te gaan over de invulling van producten, werken we toe naar een zo passend mogelijk palet van ondersteuningsvormen, dat antwoord geeft op de vragen van cliënten en dat aansluit op de lokale behoeften. Tevens geeft dit model handvatten om als gemeente(n) te sturen op prestaties én op budgetbeheersing. Voortzetting van ingezette koers Dit model is een voortzetting van de weg die we vorig jaar zijn ingeslagen. In tegenstelling tot aanbesteding waarbij kan worden inschreven op basis van een programma van eisen waarbij geen ruimte is voor overleg en bijsturing hebben we in de FoodValley in 2015 gekozen voor een vorm waarbij het inkooptraject op basis van gesprekken met aanbieders uitmondt in een zo passend mogelijk palet van producten. Door te kiezen voor relationeel aanbesteden zetten we deze ingezette lijn voort. Dit past ook bij de plek die de transformatie (lokale teams, eigen kracht, integraal, van zwaar naar licht, etc.) in deze inkoop heeft. Tevens geeft keuze voor dit model invulling aan de aanbevelingen die er in de verschillende landelijke onderzoeken en regionale evaluatie naar voren zijn gekomen. Daardoor beveelt de Transitie Autoriteit Jeugd deze vorm van inkopen inmiddels aan. Het model is landelijk in een groot aantal gemeenten inmiddels succesvol toegepast voor inkoop binnen het sociaal domein. In onze regio heeft Nijkerk goede ervaringen (inkoop Wmo). Beslispunt: regio FoodValley kiest voor de regionale inkoop van hulp voor jeugd voor het inkoopmodel van Bestuurlijk Aanbesteden.
4.2. Inkoopmodel Deze paragraaf beschrijft het bestuurlijk aanbesteden en het te doorlopen proces in dit inkoopmodel. Ook geven we de voorgestelde perceelindeling weer. Bestuurlijk aanbesteden Bij bestuurlijk aanbesteden gelden vijf uitgangspunten die uitgewerkt worden. Deze vijf punten kunnen niet los van elkaar gezien worden. Hun onderlinge verwevenheid vormt samen het fundament van bestuurlijk aanbesteden. Hieronder worden de vijf punten kort toegelicht. Vijf uitgangspunten van bestuurlijk aanbesteden 1. Proces: bestuurlijk aanbesteden is een relationeel proces (daarom ook wel genoemd: relationeel aanbesteden). In een procesovereenkomst (zie verder) worden de regels van het spel vastgelegd (hoe doen we zaken met elkaar). 2. Toegang: in bestuurlijk aanbesteden moet worden bepaald welke aanbieders mee mogen doen. Om te beginnen zullen de samenwerkende gemeenten vaststellen wat de criteria zijn waaraan aanbieders moeten voldoen om hulp te mogen bieden in onze gemeenten. Op basis van de startnotities zal de overlegtafel per perceel nader worden ingericht. . 3. Kwaliteit en prestaties: wat zijn de kwaliteitseisen aan de hulp die we inkopen; welke prestaties worden gevraagd? 4. Monitoring: Goede monitoring is essentieel om inzicht te kunnen hebben op de prestaties, kwaliteiten, budgetuitnutting en waar nodig bij te kunnen sturen. 5. Bekostiging: er zijn grofweg vier vormen: beschikbaarheidsvoorziening, prestatiebekostiging, resultaatbekostiging en populatiegebonden financiering. Op termijn willen we (voor regionale inkoop) toewerken naar resultaatbekostiging (bekostiging op basis van causaal verband tussen inzet en effect). Gezien de complexiteit van het vaststellen hiervan, zullen we eerst zorgen dat we bekostiging op basis van prestaties goed op orde hebben (onder andere bekostiging op basis van aantal trajecten, aantal cliënten, behandeltijd). Inkoop jeugdhulp FoodValley 19 Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel en Veenendaal
Belang van toegang en monitoring Inherent aan het bestuurlijk aanbesteden is ook dat in principe geen omzetplafonds worden gehanteerd. Dit matcht immers niet met het mee willen en kunnen bewegen in de transformerende wereld. Dit vereist des te meer dat sprake moet zijn van goed georganiseerde toegang enerzijds en monitoring anderzijds, om tijdig in gesprek te kunnen gaan wanneer dit nodig mocht zijn. Keuzevrijheid en PGB Dit model van bestuurlijk aanbesteden biedt alle aanbieders die aan onze criteria voldoen (zie 4.3) de mogelijkheid om mee te doen. Dit komt tegemoet aan een belangrijk uitgangspunt van de samenwerkende gemeenten in deze regio, namelijk: het biedt jeugdigen en gezinnen alle ruimte de ondersteuning te kiezen die het beste past. Zowel waar het gaat om soort oplossing of aanpak, als de achtergrond van de aanbieder (identiteitsgebonden aanbod). Daarnaast bestaat de mogelijkheid van PGB’s, als de klant een vorm van ondersteuning wil die niet wordt aangeboden via zorg in natura, dan wel voor ondersteuning door mensen uit het informele netwerk die de algemeen gebruikelijke hulp voor elkaar overstijgt.
4.3 Overeenkomsten In het bestuurlijk aanbesteden wordt gewerkt met twee overeenkomsten: de procesovereenkomst de deelovereenkomst(en). Deze twee documenten bieden de ruimte voor het vastleggen en zonodig bijstellen van de afspraken, in een proces gericht op hoog tempo van veranderingen. Procesovereenkomst De procesovereenkomst is relevant voor alle partijen en betreft alle afspraken over het proces (communicatie, overleg en besluitvorming). De procesovereenkomst vormt de kapstok voor alle andere overeenkomsten en bevat afspraken over de manier waarop de verschillende partijen met elkaar omgaan en de procedure voor het komen tot de overige overeenkomsten (de spelregels). De procesovereenkomst geeft regels voor communicatie en overlegstructuren, besluitvorming, minimale kwaliteitscriteria, toetredingen uittredingsbepalingen, sancties, etc. Partijen die deel willen nemen aan één van de andere overeenkomsten, zijn verplicht de procesovereenkomst te tekenen. Zij kunnen geen rechten ontlenen aan de procesovereenkomst; deze garandeert niet dat de betreffende partij ook deel zal nemen aan één van de deelovereenkomsten. De procesovereenkomst is een dynamisch document, voor onbepaalde tijd, dat op voorstel van de deelnemende partijen – met gemeenten in de regierol - kan worden gewijzigd. De manier waarop dit plaatsvindt wordt ook door de procesovereenkomst geregeld. De procesovereenkomst bevat geen afspraken over te leveren prestaties. Het staat partijen vrij om tussentijds, conform de bepalingen van de overeenkomst, de overeenkomst te beëindigen. Zo is het ook mogelijk voor afzonderlijke gemeenten om tussentijds uit te stappen; dit zal als zodanig worden opgenomen in de procesovereenkomst. Evenzo is het mogelijk voor nieuwe partijen om na verloop van tijd de procesovereenkomst te ondertekenen; hiervoor moeten zij uiteraard wel voldoen aan de gestelde voorwaarden. Deelovereenkomsten (inhoudelijk) De deelovereenkomsten betreffen inhoudelijke afspraken over te leveren jeugdhulp. Hierin staan producten en tarieven. De deelovereenkomsten gelden ook voor onbepaalde tijd. De aanpassing van deze overeenkomsten gebeurt na overleg met de aanbieders en andere betrokkenen tijdens een overlegtafel; de gemeenten beslissen – gehoord hebbende de dialoog of het advies van de overlegtafel – over de uiteindelijke tekst van de overeenkomst. Voor aanbieders ligt dan de keuze voor om de nieuwe overeenkomst te accepteren of in een vast te stellen overgangsperiode – onder de oude regels – gaan afbouwen. Per deelovereenkomst kan worden besloten of deze wordt opengesteld voor alle aanbieders, dan wel dat er bepaalde aanbieders worden uitgenodigd.
Inkoop jeugdhulp FoodValley 20 Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel en Veenendaal
Selectie en gunningscriteria Aanbieders die per 1 januari 2016 worden gecontracteerd, dienen aan wettelijke vereisten en overige voorwaarden ten aanzien transparantie over de hulp, financiële situatie en continuïteit van de organisatie te voldoen. Deze zullen worden gespecificeerd in een bijlage van de procesovereenkomst. De procesovereenkomst kan worden gezien als een intentieverklaring. Hiervoor geldt dynamische toetreding: elke aanbieder die aan de kwaliteitscriteria voldoet kan toetreden, ook op een later moment. Aan dit document zit geen einddatum. Aanbieders kunnen toetreden of uitstappen. Dit vergroot – in vergelijking tot de inkoop 2015 - de ruimte voor nieuwe aanbieders en (hiermee) de keuzevrijheid voor jeugdigen en gezinnen. Elke aanbieder dient de procesovereenkomst te tekenen. Daarnaast zijn er inhoudelijke deelcontracten. Afhankelijk van de inhoud sluit de aanbieder vervolgens een of meer deelovereenkomsten. Fysieke en digitale adviestafels Er worden fysieke en digitale tafels georganiseerd waaraan aanbieders, overige betrokkenen en gemeenten het met elkaar hebben over: Het proces, De toegang, De kwaliteit en prestaties, De monitoring, De bekostiging, Toe- en uittreden en looptijd, De deelovereenkomsten (met daarin de specifieke resultaten en activiteiten op een of meerdere domeinen). Fysieke adviestafels Ten behoeve van de adviestafels wordt door de gemeenten een startnotitie gemaakt (per perceel één adviestafel en één startnotitie; zie ook de volgende paragraaf). Hierin worden ook de inzichten uit de eerder gehouden transformatietafels, de gesprekken met klanten en uitvoerders (onder andere lokale teams), de Q1 en Q2 gesprekken, de startbijeenkomst ect. verwerkt. De startnotities voor de adviestafels worden ter instemming voorgelegd aan de bestuurders van de zeven samenwerkende gemeenten. De startnotitie bevat de uitgangspunten die wat betreft de gemeenten uitgewerkt dienen te worden in de adviestafels. Het gaat daarbij om zowel inhoudelijke als financiële vraagstukken, welke in samenhang dienen te worden bezien. De beoogde wijze van bekostiging (van prestatie- naar resultaatgericht) zal bespreekpunt zijn op elke adviestafel.
Samenstelling fysieke adviestafels Aan de fysieke ontwikkeltafel neemt een selectie van alle geschikte partijen deel. Op basis van diversiteit en representatie worden deelnemers geselecteerd. Het gaat erom objectieve selectiecriteria vast te stellen en deze te koppelen aan een peildatum. Na verloop van tijd kan het immers gebeuren dat op basis van die criteria de aanbieders die in aanmerking komen voor de fysieke overleg tafel wijzigen. Ook kunnen we als regievoerende gemeenten de inhoudelijke criteria voor selectie in de loop der tijd wijzigen, wat ook een wijziging van de aanbieders aan tafel betekent.
Voor de selectie hanteren wij de volgende criteria: Omvang: er wordt een afspiegeling van aanbieders gevraagd (naar rato ingeschatte omzet; volgens de Pareto-methode) zodat er zowel grote, middelgrote als kleine aanbieders deelnemen Doelgroep: verdeling over de verschillende domeinen (GGZ, Awbz, J&O). Maar ook wordt ervoor gezorgd dat er identiteitsgebonden aanbieders aan tafel zitten en dat er ruimte is voor nieuwe aanbieders Werkgebied: een goede verdeling tussen Utrechtse en Gelderse instellingen Expertise: ook worden spelers uit het lokale veld (lokaal team) en waar mogelijk ook externe deskundigheid uitgenodigd (adviesraden, onderzoekers) Inkoop jeugdhulp FoodValley 21 Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel en Veenendaal
Digitale tafel Digitaal kan iedere geïnteresseerde partij meepraten. Doordat de conceptcontracten en verslagen op een website worden gezet, kunnen alle (potentiële) aanbieders, maar ook bijvoorbeeld cliëntenraden en de lokale teams of andere lokale spelers, de discussie volgen en hun zienswijzen (ideeën, voorstellen, adviezen, aanvullingen) indienen. De website wordt gebruikt als het informatie- en contactpunt voor de onderhandelingsprocedure met alle betrokkenen. Op deze manier is voor een transparant hoe het proces verloopt.
Van advies naar overeenkomst Door de deelnemers aan de fysieke en digitale tafels worden voorstellen (adviezen) gemaakt voor de deelovereenkomsten. Op basis van deze advisering, beslissen uiteindelijk de gemeenten wat de definitieve tekst wordt van de overeenkomsten. Elke aanbieder afzonderlijk kan vervolgens beslissen of zij deze overeenkomst wel of niet wil aangaan. Een schets van het proces • Alle partijen kunnen een voorstel voor de deelovereenkomsten indienen of een signaal afgeven via de website. • De gemeenten agenderen de voorstellen en signalen voor de fysieke overlegtafels. • Deelnemers aan de fysieke overlegtafel bespreken de voorstellen en signalen en werken deze, voor zover mogelijk, uit in 'voorlopige adviezen'. • De 'voorlopige adviezen' worden gepubliceerd op de website. Aanbieders en andere partijen kunnen hierop via de website reageren. • Op basis van de digitale input wordt het voorlopige advies vertaald in een 'uitgewerkt advies'. • De fysieke overlegtafel legt het 'uitgewerkte advies' voor aan de gemeenten. Zij kunnen het advies overnemen of aanpassen. • Aanbieders besluiten wel of niet het contractvoorstel van de gemeenten aan te nemen. De dienstverleners die dat wel doen, gaan het voorstel ook uitvoeren. De dienstverleners die dat niet doen, niet.
Bestuurlijk aanbesteden is continue onderhandelen waarbij gemeenten de adviestafels gebruiken om de vastgestelde inhoudelijke en financiële uitgangspunten te realiseren. Dit wordt gedaan doen we door: de financiële en inhoudelijke uitgangspunten vast te leggen in startdocumenten. Deze vormen hiermee het startpunt van de adviestafels. Om aan de tafels de goede discussies te voeren, worden in de startnotities enkele richtinggevende vraagstukken geagendeerd. Onderdeel daarvan is in elk geval hoe te komen tot de gewenste wijze van bekostiging (van prestatie- naar resultaatgericht). Vervolgens kan het – om de discussie scherp te krijgen – goed zijn om een aantal scenario’s voor te leggen, uit te werken en hier het gesprek over te hebben. Er wordt naar gestreefd om in gemeenschappelijkheid een consensus te bereiken op producten, diensten, tarieven en aggregatieniveau (denk aan: prijzen per traject, klant of interventieniveau). Indien afspraken niet in volledige gemeenschappelijkheid gemaakt kunnen worden, kan het in het uiterste geval nodig zijn die als gemeenten eenzijdig op te leggen. Een goede voorbereiding van de adviestafels door de gemeenten. Dit betekent onder andere: kennis over de gehanteerde tarieven, budgetuitnutting tot nu toe, de ontwikkelingen van Q1 en Q2 (rode draden van de kwartaalgesprekken), ervaringen van de lokale teams en waar mogelijk andere lokale spelers, landelijke ontwikkelingen, etc.
Werkgroepen Ter voorbereiding van de adviestafels worden werkgroepen ingericht. Deze werkgroepen zijn ook het vervolg op de transformatietafels die in april 2015 gehouden zijn met de aanbieders. Uit de transformatietafels is een aantal hoofdthema’s naar voren gekomen, die in de werkgroepen zullen worden uitgewerkt. De werkgroepen zijn overwegend interdisciplinair vormgegeven. De werkgroepen leveren - afhankelijk van hun thema - in meer of mindere mate - input voor de adviestafels. Gezamenlijke opgave
Inkoop jeugdhulp FoodValley 22 Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel en Veenendaal
De transformatieopgave waarvoor we ons gesteld zien is een grote, en we zijn ervan overtuigd dat we deze opgave alleen in samenspraak en samenwerking met voor ons relevante spelers - zoals het lokale veld, de toegang (lokale teams, huisartsen), aanbieders, cliënten - tot stand kunnen brengen. Met het instellen van genoemde werkgroepen en adviestafels, zorgen we ervoor dat de kennis en ervaring in het veld zo goed mogelijk een plek krijgt in onze inkoop. De adviestafels en werkgroepen bestaan daarom niet alleen uit aanbieders en gemeenten, maar ook andere partijen zoals cliëntenraden, vertegenwoordigers uit de lokale teams en andere (ervarings)deskundigen kunnen hiervoor worden uitgenodigd. Rolverdeling gemeenten en aanbieders Er vindt weliswaar intensieve dialoog plaats over de contracten, maar de gemeenten – net als elke andere partij – doen geen afstand van de eigen bevoegdheden. Gemeenten stellen de inhoudelijke en financiële kaders en houden de regie op het proces. Dat betekent onder andere dat het straks de gemeenten zijn die – gehoord de dialoog, lezende het advies – de uiteindelijke tekst van de contracten vaststellen. Net als het de aanbieders zijn die individueel besluiten of zij de aangeboden overeenkomst(en) wel of niet accepteren.
4.4
Groeimodel
Om uitvoering te geven aan de transformatie die we als samenwerkende gemeenten beogen (zie hoofdstuk 3), hebben we geconcludeerd dat het model van bestuurlijk aanbesteden het meest passend is. De invulling van het bestuurlijk aanbesteden zien wij als een groeimodel. In deze paragraaf beschrijven we waar we op termijn (2018) heen willen waar het gaat om de invulling van de bestuurlijke aanbesteding. Met het realiseren van deze doelen, starten we al in 2016. Dit lichten we hieronder toe. a. Interventieniveaus We zijn in de jeugdhulp gewend te denken in sectoren en bijbehorende producten. Afgelopen jaar zijn we als regio in de toegang al gestart met het werken met interventieniveaus. Dit is een beduidende omslag (transformatie) in vergelijking tot de situatie van voor de transitie. Zoals ook in ons regionaal afwegingskader staat verwoord, worden in het werken met de interventieniveaus de volgende vier stappen doorlopen door de toeleider: Vraagstelling Vraagverheldering Vraagduiding Vraagbemiddeling Het werken met interventieniveaus betekent dat er in het proces van toegang en toeleiding eerst gekeken wordt (tijdens het vraagverhelderingsgesprek) wat de opvoedsituatie is (opvoedingsvragen, opvoedingsspanning, verhoogde opvoedingsspanning, opvoedingsnood of –crisis) en dat op basis daarvan bepaald wordt op welk interventieniveau ondersteuning nodig is5. Vervolgens kan samen met de aanbieder een passende interventie worden bepaald. Het interventieniveau wordt opgenomen in een beschikking. In de inkoop geven we de interventieniveaus een meer prominente plek. Door aanbieders bij hun aanbod aan te laten geven voor welk interventieniveau dat is, stimuleren we hen te denken in benodigde zwaarte van hulp (in plaats van producten), wordt de link met de toegang en toeleiding (lokale teams) directer gemaakt en stelt het de teams en de aanbieders beter in staat om op- en af te schalen. Ook helpt het de teams aan de voorkant om gerichtere hulp in te zetten, doordat zowel hun referentiekader als dat van de aanbieders gebaseerd is op zorgzwaarte / interventieniveau. Op termijn willen we er ook naar toe dat er aan een bepaald interventieniveau één prijs (of: bandbreedte) kan worden gehangen. b. Integraal werken Integraal werken vinden we belangrijk, omdat op deze manier op de meest efficiënte en effectieve wijze ondersteuning geboden kan worden aan jeugdigen en hun gezinnen. Door een integrale (interdisciplinaire) benadering kan er snel op- en afgeschaald worden, kunnen de problemen op meerdere leefdomeinen in onderlinge samenhang worden aangepakt, en wordt het gezin (of huishouden) steeds meer gezien als de eenheid die ondersteund moet 5
Afwegingskader toegang en toeleiding, FoodValley (2014) Inkoop jeugdhulp FoodValley 23 Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel en Veenendaal
worden. Vanuit de overtuiging dat een gezin (of huishouden) een verzameling is van individuen die elkaar (positief en negatief) beïnvloeden, en dat een holistische bandering van de eenheid gezin / huishouden het meeste effect sorteert. c. Bekostiging Zoals aangegeven in paragraaf 4.2 zijn er verschillende manieren van bekostiging denkbaar. We starten met ‘veilige’ prestatiebekostiging en werken toe naar resultaatbekostiging. Het uitgangspunt is om omzetplafonds los te laten. Dit vergt nog meer sturing, zowel aan de voorzijde (toegang) als in monitoring. In de startnotities wordt nader ingegaan op de consequenties hiervan. Dit onderwerp zal verder aan de overlegtafels met aanbieders nader worden uitgewerkt.
4.5
Voorgestelde perceelindeling 2016
Het beoogde inkoopproces heeft een korte en een langere termijn horizon. Het betreft een dynamisch proces, waarin de inhoud, aanpak en werkwijze in de loop van de tijd kunnen verschuiven. In deze opstartfase van het traject wordt het proces ingericht met het oog op de korte termijn doelstelling: het voorbereiden van de kaders voor inkoop die in juli door de colleges worden vastgesteld. Om deze kaders voor te bereiden is het voorstel om de volgende perceelindeling in te richten: 4. Perceel ambulant Bij dit perceel ambulant willen wij de markt openstellen voor alle aanbieders die voldoen aan de onze criteria (wettelijke en kwaliteitseisen). Uiteindelijk verwachten we dat er selectie op kwaliteit plaatsvindt: hoe beter de kwaliteit / effectiviteit van de dienstverlening, hoe meer er door de lokale teams zal worden afgenomen. Voor het perceel ambulant willen we toewerken naar uniforme (traject-)prijzen, waarbij we in de adviestafels de beoogde systematiek voor de tariefstelling zullen toetsen. 5. Perceel verblijf (voor zover niet bovenregionaal) Ook bij het perceel verblijf is het voornemen om de markt open te stellen. In de startnotitie (ter voorbereiding van) de adviestafels wordt aangegeven wat de consequenties en risico’s hiervan zijn. Vervolgens wordt met de aanbieders besproken hoe kan worden gestreefd naar afbouw. 6. Perceel veiligheid Voor veiligheid hebben we in het Utrechtse deel van FoodValley vooral te maken met Veilig Thuis/SAVE en in het Gelderse vooral met Nieuwe Jeugdbescherming Gelderland. In de startnotitie wordt aangegeven hoe voor het perceel veiligheid het beginsel van een open markt kan worden vormgegeven en op welke termijn dit mogelijk is. Daarbij streeft regio Foodvalley naar één regionale beleidslijn op het gebied van veiligheid voor jeugd. Bovenstaande perceelindeling betekent ook dat er vooralsnog drie adviestafels zijn. Beslispunt: de samenwerkende gemeenten in de regio FoodValley kiezen voor een indeling in de percelen ambulant, residentieel en veiligheid. In de startnotities die worden opgesteld per overlegtafel wordt nader uitgewerkt hoe de gemeenten willen omgaan met het beginsel van een open markt, dus zonder omzetplafond. Aan de hand hiervan zullen de overlegtafels nader worden samengesteld. .
Inkoop jeugdhulp FoodValley 24 Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel en Veenendaal
Hoofdstuk 5: Financiële kaders, risico’s en sturing 5.1 Budget 2016 Waren de budgetten voor jeugdhulp voor 2015 gebaseerd op historisch zorggebruik, in 2016 en verder zal het budget worden gebaseerd op een objectief verdeelmodel. Voor de meeste gemeenten in FoodValley betekent dit een grotere korting dan verwacht. Onderstaande tabel geeft een beeld met welke kortingen uitgedrukt in miljoenen euro’s de gemeenten in FoodValley in 2016 en volgende jaren te maken krijgen.
Tabel 1: Budgetten en ontwikkeling 2015 t/m 2017 (in miljoenen euro’s) Jeugdhulp Barneveld Ede Nijkerk Renswoude Rhenen Scherpenzeel Veenendaal FoodValley
Budget Begr 2015
2015
2016
2017
Ontwikkeling (in euro's) Begr 2015-2015 2015-2016 2016-2017
13,0 28,5 8,4 0,9 3,2 2,1 16,8 73,0
12,6 27,6 8,2 0,8 3,0 2,1 16,1 70,4
12,2 26,1 7,0 0,8 3,1 1,8 14,7 65,7
11,9 24,3 6,9 0,8 3,2 1,7 14,4 63,2
-0,4 -0,9 -0,3 -0,1 -0,2 -0,1 -0,7 -2,6
-0,4 -1,6 -1,1 0,0 0,1 -0,3 -1,4 -4,7
-0,2 -1,8 -0,2 -0,0 0,1 -0,1 -0,4 -2,5
Bovenstaande tabel laat de ernst van de bezuiniging zien waarbij de precieze contouren per gemeente, ook rekening houdende met invoering van de Participatiewet en Wmo, tot verschillende bezuinigingen per gemeenten zullen leiden.
5.2 Verdeling budget Versterken van de lokale teams Bij het versterken van lokale teams snijdt het mes aan twee kanten: hulp die goed aansluit bij de vraag (en vooral eerdere hulp) ter voorkoming van (latere duurdere) specialistische zorg. Daarvoor moet worden uitgekristalliseerd hoeveel middelen voor welke hulp nodig zijn aan de voorkant. Nodig is een realistische inschatting van de in te kopen specialistische hulp die direct communiceert met de lokaal ingezette hulp. Dit heeft ook financiële consequenties: in het financiële verdeelmodel moet in eerste instantie gekeken worden wat de lokale teams nodig hebben aan capaciteit en hiermee financiën. Gemeenten moeten dit inschatten. Tegelijkertijd moet voldoende specialistische hulp beschikbaar zijn voor de zwaardere hulpvraag waar lokale teams naartoe door kunnen verwijzen. De regionale inkoop zal hierop toegespitst worden. Notitie financiële uitgangspunten inkoopbudget Voorstel is om op basis van de nog te maken definitieve keuzes rond (inhoud en omvang) van lokale, regionale en bovenregionale inkoop een aparte notitie over de financiële uitgangspunten van het inkoopbudget op te stellen, dit voor te leggen aan het BO en hierover te laten besluiten in de afzonderlijke colleges. Onderdeel hiervan zullen ook de vereveningsafspraken ten aanzien van bovenregionale en landelijk ingekochte zorgvormen tussen gemeenten zijn. Ook bij keuze voor bestuurlijk aanbesteden voor de regionale inkoop is besluitvorming over het beschikbare budget noodzakelijk. Het gaat daarbij om een raming van de verdeling van het totale budget over deze en andere inkooptrajecten (bovenregionaal, benodigd budget lokaal).
Inkoop jeugdhulp FoodValley 25 Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel en Veenendaal
Beslispunt: de financiële uitgangspunten van de regio FoodValley (budget voor (boven)regionale inkoop) (inclusief voorstellen voor verevening) wordt besproken in het BO en ter vaststelling aangeboden aan de colleges van de zeven samenwerkende gemeenten.
Monitoring Verder zullen gemeenten continue goed vinger aan de pols moeten houden of de monitoring echt naar behoeve wordt ingeregeld. Hierbij hebben gemeenten nadrukkelijk de regierol: uiteindelijk zullen de gemeenten moeten aangeven welke monitoringsinformatie nodig is om goed te kunnen sturen. Hierbij gaat het niet alleen om de output-criteria (prestaties), maar ook de outcome-indicatoren (maatschappelijke effecten). De in 2015 ingezette lijn wordt hiertoe onverminderd voortgezet. De instrumentaria die zijn ontwikkeld en continue worden aangescherpt, vormen een belangrijk middel om risico’s vroegtijdig te signaleren en daarmee bij te kunnen sturen. Het gaat om sturen op heldere inhoudelijke en financiële doelen, maar ook om actieve bewaking van de voortgang bij de realisatie van de gestelde doelen aan de hand van meetbare indicatoren.
Inkoop jeugdhulp FoodValley 26 Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel en Veenendaal
Hoofdstuk 6: Uitvoering van de inkoop Samenstelling inkoopteam Het inkoopteam 2016 e.v. wordt gevormd door de accounthouders van de deelnemende gemeenten met de (tijdelijke) inkopers. De accounthouders en inkopers werken samen vanuit het knooppunt jeugd FoodValley. Daarnaast is van belang dat de inhoudelijke transformatiedoelen goed worden geborgd in de inkoop. Hiertoe zullen diverse thema’s nader worden uitgewerkt door beleidsmedewerkers jeugd van de diverse gemeenten. Dit kan bijvoorbeeld doordat zij deelnemen aan de werkgroepen. De accounthouders van de gemeenten, met veelal een beleidsmatige achtergrond, zijn via scholing en kennisoverdracht voorzien van de benodigde expertise door de inkopers om het inkooptraject gezamenlijk te doorlopen. Daarnaast zijn een aantal financiële medewerkers van de diverse gemeenten betrokken bij de inkoop. Inschatting is dat bij de uitvoering van het inkoopmodel extra ondersteuning door de ontwerper van het model, Tim Robbe, nodig is. Daarnaast wordt nagegaan of er extra formatie nodig is voor de verslaglegging en vullen van de website, een essentieel element in deze vorm van aanbesteden. Hiervoor zal (zonodig) een kostenraming ter besluitvorming worden voorgelegd. Verbinding met bedrijfsvoering De medewerkers bedrijfsvoering (gegevensknooppunt) worden tijdig bij het inkooptraject betrokken. De keuze voor dit inkoopmodel heeft namelijk ook impact op verschillende administratieve werkzaamheden. Contractpartij Omdat het knooppunt geen juridische identiteit is zal de gemeente Veenendaal (net als in 2015) worden gevraagd om namens de gemeenten de contracten te ondertekenen. Voorgesteld wordt om het mandaat hiertoe te vernieuwen. Pro-actief informeren gemeenteraden De raden wordt tijdens een regionale bijeenkomst in juli geïnformeerd over de wijze en planning van de inkoop. Tijdens deze bijeenkomst worden raden ook expliciet uitgenodigd om hun aandachtspunten voor de inkoop mee te geven. Voorts worden de raden tussentijds op de hoogte gehouden over de voortgang.
Inkoop jeugdhulp FoodValley 27 Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel en Veenendaal
Hoofdstuk 7: Planning Planning inkoopproces De planning van het inkoopproces is als volgt: Activiteit: Vaststelling Inkoopbeleid door College (en akkoord op bestuurlijke aanbesteding voor ambulant en verblijf en veiligheid) Inkoopbeleid ter informatie naar de gemeenteraden en op de website van de samenwerkende gemeenten Overlegtafel 1 (grote bijeenkomst met aanbieders en geïnteresseerden) Concept Procesovereenkomst Ondertekening Procesovereenkomst door aanbieders Overlegtafel 2 Formuleren opdracht deeltafels aan de hand van de startnotities Overlegtafel 3 Bespreken adviezen en concept deelovereenkomsten Overlegtafel 4 Vaststellen deelovereenkomsten 2016 Contracten gesloten
Datum: 2-8 juli
8 juli 9 juli
28 augustus (deadline) 3 september
15 oktober 12 november 5 december
Bestuurlijke planning inkoop 2016 Gezien bovenstaande planning voor het inkoopproces, hanteren we onderstaande bestuurlijke planning: Vaststellen van het inkoopplan (juni): collegebesluit, ter informatie naar gemeenteraden (gekoppeld aan een informatiebijeenkomst; zie verder) Mandatering gemeente Veenendaal (juli) om namens de gemeenten de contracten te tekenen: collegebesluit Budgettair kader: budget voor (boven-)regionale inkoop (augustus): collegebesluit De startnotities voor de adviestafels (augustus): gecombineerd RO / BO voor instemming met de startnotities De concept deelovereenkomsten (november): bespreken in BO Beslispunt: de startnotities voor de adviestafels worden in een gecombineerd RO / BO in augustus 2015 besproken en ter instemming aangeboden aan de afzonderlijke colleges
Inkoop jeugdhulp FoodValley 28 Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel en Veenendaal
Bijlage Tabel 1: aanwezigheid van vormen van hulp op de deeldomeinen AWBZ, GGZ en J&O
aanbieders
AWBZ
GGZ
Extra
Intra
Basis + Spec
x
X
Intermetzo Karakter
J&O Dyslex ie
Amb
Dagh
Pleegz org
x
Res X
X
Lindenhout s Heeren Loo
x
x
Pro Persona GGZ
x
X
x
x
x
X
x
X
x
Pactum jeugd en opvoedhulp
x
De Rading
x
Ggz Centraal Fornhese Reinaerde
x
x
Youké Sterke Jeugd Pluryn Hoenderloo Groep
x
x
X
x
X
x
X
x x
x
SGJ Christelijke Jeugdzorg Lijn5
x
x
X
x
X
x
Stichting Timon Bosman GGz
x
x
Eleos Stichting Gereformeerde Geestelijke Gezondheidszorg
Stichting Siza
x
x
De tabel is enigszins vertroebeld omdat alleen grote aanbieders worden gepresenteerd. Ter completering het volgende: • Dyslexie kent 12 kleine aanbieders • GGZ kent in de regio 66 aanbieders van Basis en Specialistische GGZ-zorg. Daaronder vallen veel zelfstandige praktijken.
Inkoop jeugdhulp FoodValley 29 Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel en Veenendaal